Voorstel voor een VERORDENING (EU) Nr. …/.. VAN DE RAAD betreffende de toewijzing van de vangstmogelijkheden in het kader van de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Democratische Republiek São Tomé en Principe
Voorstel voor een VERORDENING (EU) Nr. …/.. VAN DE RAAD betreffende de toewijzing van de vangstmogelijkheden in het kader van de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Democratische Republiek São Tomé en Principe
[pic] | EUROPESE COMMISSIE |
Brussel, 13.12.2010
COM(2010) 737 definitief
2010/0357 (NLE)
Voorstel voor een
VERORDENING (EU) Nr. …/.. VAN DE RAAD
betreffende de toewijzing van de vangstmogelijkheden in het kader van de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Democratische Republiek São Tomé en Principe
TOELICHTING
ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL
Op basis van het mandaat van de Raad[1] heeft de Europese Commissie met de Democratische Republiek São Tomé en Principe onderhandeld met het oog op de verlenging van het protocol bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Unie en de Unie van de Democratische Republiek São Tomé en Principe van 23 juli 2007[2], dat op 31 mei 2010 is afgelopen. Op basis van deze onderhandelingen is op 15 juli 2010 een nieuw protocol geparafeerd dat een periode van drie jaar beslaat vanaf de aanneming van het desbetreffende besluit van de Raad inzake de ondertekening namens de Unie en de voorlopige toepassing van het protocol.
Het bijgevoegde voorstel voor een verordening betreft de verdeling van de in het protocol vermelde vangstmogelijkheden over de belanghebbende lidstaten, uitgesplitst naar categorie vaartuig.
De Commissie wordt verzocht dit voorstel aan te nemen en ter goedkeuring aan de Raad voor te leggen.
RESULTATEN VAN DE RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING
Bij de vaststelling van de aan de vaartuigen van de Europese Unie geboden vangstmogelijkheden in de wateren van de Democratische Republiek São Tomé en Principe heeft de Commissie zich onder andere gebaseerd op de resultaten van een evaluatie achteraf door externe deskundigen. Daarnaast is ook rekening gehouden met specifieke verzoeken van de lidstaten tijdens de onderhandelingen.
Het doel is de samenwerking tussen de Europese Unie en de Democratische Republiek São Tomé en Principe voort te zetten met het oog op een versterking van het partnerschapskader op visserijgebied, dat is ingesteld in 2006, met name om, in het belang van beide partijen, bij te dragen tot de ontwikkeling van een duurzaam visserijbeleid en de verantwoorde exploitatie van de visbestanden in de visserijzone van São Tomé en Principe.
Beide partijen hebben het nieuwe protocol nodig geacht om het partnerschap en de samenwerking in de visserijsector te versterken met gebruikmaking van alle beschikbare financieringsinstrumenten. Hiertoe wordt eraan herinnerd dat een situatie moet worden geschapen die gunstig is voor de ontwikkeling van de investeringen in deze sector en voor het beter benutten van de productie van de kleinschalige visserij.
Het nieuwe protocol bij de partnerschapsovereenkomst is aan de Raad meegedeeld met het oog op de goedkeuring van de ondertekening en van de voorlopige toepassing ervan. Het is ook aan de Raad en het Parlement meegedeeld met het oog op het sluiten ervan.
JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL
De onderhavige procedure met betrekking tot de verordening van de Raad betreffende de toewijzing van de vangstmogelijkheden in het kader van de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Democratische Republiek São Tomé en Principe loopt parallel aan de procedures met betrekking tot:
- het besluit van de Raad, met instemming van het Europees Parlement, betreffende de sluiting van het nieuwe protocol, en
- het besluit van de Raad betreffende de ondertekening van het protocol en de voorlopige toepassing ervan.
In het kader van het nieuwe protocol wordt aan 28 vaartuigen voor de ringzegenvisserij en 12 vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug een vismachtiging verleend. Overeenkomstig het Verdrag moet worden bepaald hoe de vangstmogelijkheden over de lidstaten worden verdeeld.
GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING
De in het protocol genoemde financiële tegenprestatie van in totaal 2 047 500 euro over de hele periode is gebaseerd op:
a) een referentiehoeveelheid per jaar die is vastgesteld op 7 000 ton voor 40 vaartuigen, hetgeen overeenkomt met 455 000 euro per jaar, en
b) een ondersteuning van de ontwikkeling van het sectorale visserijbeleid van de Democratische Republiek São Tomé en Principe ter waarde van 227 500 euro per jaar. Deze steun beantwoordt aan de doelstellingen van het nationale visserijbeleid.
OPTIONELE ELEMENTEN
Zoals reeds aangegeven betreft dit voorstel voor een verordening de vangstmogelijkheden voor 40 Europese vaartuigen. Niettemin kunnen deze vangstmogelijkheden naar boven of naar beneden worden bijgesteld naar aanleiding van de jaarlijkse evaluatie van de toestand van de visbestanden, hetgeen tot een overeenkomstige herziening van de financiële tegenprestatie leidt.
2010/0357 (NLE)
Voorstel voor een
VERORDENING (EU) Nr. …/.. VAN DE RAAD
betreffende de toewijzing van de vangstmogelijkheden in het kader van de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Democratische Republiek São Tomé en Principe
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, lid 3,
Gezien het voorstel van de Commissie[3],
Overwegende hetgeen volgt:
1. De Europese Unie en de Democratische Republiek São Tomé en Principe hebben onderhandeld over een nieuw protocol bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij waarbij aan de vaartuigen van de Unie vangstmogelijkheden worden geboden in de wateren waarover de Democratische Republiek São Tomé en Principe de soevereiniteit of de jurisdictie voor visserijaangelegenheden heeft, en hebben dat protocol op 15 juli 2010 geparafeerd.
2. Op […] heeft de Raad Besluit XXX/2010/EU[4] inzake de ondertekening en voorlopige toepassing van het nieuwe protocol vastgesteld.
3. De methode voor de verdeling van de vangstmogelijkheden over de lidstaten moet worden vastgesteld voor zowel de periode van de voorlopige toepassing als de volledige looptijd van het protocol.
4. Om ervoor te zorgen dat de vangstmogelijkheden waarover de Europese Unie in het kader van het protocol beschikt, volledig worden benut, moet de Commissie worden gemachtigd om de vangstmogelijkheden die de ene lidstaat niet gebruikt, tijdelijk toe te wijzen aan een andere lidstaat, onverlet de verdeling van de vangstmogelijkheden over of de uitwisseling van vangstmogelijkheden tussen de lidstaten krachtens het betrokken protocol.
5. Deze verordening zou in werking moeten treden op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
6. De in het protocol bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Unie en de Democratische Republiek São Tomé en Principe vastgestelde vangstmogelijkheden, zoals bedoeld in Besluit XXX/ 2010/EU inzake de ondertekening en voorlopige toepassing van het protocol bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Unie en de Democratische Republiek São Tomé en Principe, worden als volgt aan de lidstaten toegewezen:
7. voor vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen:
Spanje | 15 vaartuigen |
Frankrijk | 13 vaartuigen |
8. voor vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug:
Frankrijk | 9 vaartuigen |
Portugal | 3 vaartuigen |
9. Onverminderd de bepalingen van de overeenkomst en het protocol is Verordening (EG) nr. 1006/2008 van de Raad van 29 september 2008 betreffende machtigingen voor visserijactiviteiten van communautaire vissersvaartuigen buiten de communautaire wateren en de toegang van vaartuigen van derde landen tot de communautaire wateren[5] van toepassing.
10. Als met de aanvragen voor vismachtigingen van de in lid 1 vermelde lidstaten niet alle in het protocol vastgestelde vangstmogelijkheden worden benut, neemt de Commissie overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1006/2008 vismachtigingsaanvragen van andere lidstaten in overweging.
11. Als blijkt dat de in lid 1 vastgestelde vangstmogelijkheden niet volledig worden benut, stelt de Commissie de betrokken lidstaten daarvan in kennis en verzoekt zij hen te bevestigen dat zij van die vangstmogelijkheden geen gebruik maken. Als binnen een termijn van tien werkdagen geen antwoord wordt gegeven, wordt dit beschouwd als een bevestiging dat de vaartuigen van de betrokken lidstaat hun vangstmogelijkheden in de gegeven periode niet volledig benutten. Na bevestiging door de betrokken lidstaat worden de vangstmogelijkheden ter beschikking gesteld van de lidstaten.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie .
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel,
Voor de Raad
De voorzitter
[1] Besluit nr. 8627/10 van 21 april 2010.
[2] PB L 205 van 7 augustus 2007, blz. 59.
[3] PB C van , blz. .
[4] PB C van , blz. .
[5] PB L 286 van 29.10.2008, blz. 33.