Home

Bekendmaking van een wijzigingsaanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

Bekendmaking van een wijzigingsaanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

12.5.2010

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 123/18


Bekendmaking van een wijzigingsaanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

2010/C 123/09

Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006(1) van de Raad bezwaar aan te tekenen tegen de wijzigingsaanvraag. Bezwaarschriften moeten de Commissie bereiken binnen zes maanden te rekenen vanaf de datum van deze bekendmaking.

WIJZIGINGSAANVRAAG

VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD

Wijzigingsaanvraag overeenkomstig artikel 9

„FONTINA”

EG-Nr.: IT-PDO-0117-0008-17.02.2005

BGA ( ) BOB ( X )

1. Rubriek van het productdossier waarop de wijziging betrekking heeft:

Naam van het product

Image

Beschrijving van het product

Geografisch gebied

Image

Bewijs van de oorsprong

Image

Werkwijze voor het verkrijgen van het product

Verband

Image

Etikettering

Nationale eisen

Image

Overige (Voedingsmiddelen)

2. Aard van de wijziging(en):

Wijziging van het enige document of de samenvatting

Image

Wijziging van het productdossier voor een geregistreerde BOB of BGA waarvoor geen enig document en ook geen samenvatting is bekendgemaakt

Wijziging van het productdossier waarbij geen wijziging van het bekendgemaakte enige document nodig is (artikel 9, lid 3, van Verordening (EG) nr. 510/2006)

Tijdelijke wijziging van het productdossier als gevolg van een verplichte gezondheids- of fytosanitaire maatregel die is opgelegd door de overheid (artikel 9, lid 4, van Verordening (EG) nr. 510/2006)

3. Wijzigingen:

3.1. Beschrijving van het product:

De kenmerken van het eindproduct worden nauwkeuriger omschreven, en dan met name de volgende elementen:

de diameter van de kazen wordt met 5 cm vergroot, zodat de automatische verdeling in porties wordt vergemakkelijkt. Gebleken is dat de verschillende diameters van de vorm geen invloed hebben op de bijzondere kenmerken en de commerciële herkenbaarheid van het eindproduct;

de informatie dat de dikte van de korst minder dan 2 mm moet bedragen wordt geschrapt, aangezien de dikte van de korst moeilijk precies te meten is.

de vermelding „van rauwe melk” wordt om zuiver tekstuele redenen aan het vorige productdossier toegevoegd. Die wijziging heeft namelijk geen enkel effect op de kenmerken van het eindproduct. Fontina is altijd al een rauwmelkse kaas geweest, zoals blijkt uit de beschrijving van de productietechniek, namelijk dat geen warmtebehandelingen als pasteurisatie of thermisatie worden toegepast. Daardoor wordt een product verkregen met dezelfde kenmerken als de melk die als grondstof diende, hetgeen mede bepalend is voor de organoleptische eigenschappen van Fontina.

3.2. Bewijs van de oorsprong:

In het productdossier blijven de elementen ongewijzigd waaruit blijkt dat Fontina van oorsprong uit de regio Valle d’Aosta komt, zoals aangegeven in de in 1993 opgestuurde documentatie, maar zijn de volgende nieuwe elementen betreffende het bewijs van oorsprong toegevoegd:

a)

op elke geproduceerde kaas wordt een plaatje van caseïne aangebracht met daarop een alfanumerieke code en een gestileerde afbeelding van een berg, waarmee elke afzonderlijke Fontina-kaas eenduidig wordt geïdentificeerd;

b)

er wordt een stempel aangebracht met de afkorting „CTF” (Consorzio Tutela Fontina) en een cijfercode waarmee de producent wordt geïdentificeerd. Deze worden tijdens de persfase op iedere kaas aangebracht op een van de vlakke zijden. De bovengenoemde stempels worden door het „Consorzio” uitgedeeld aan alle partijen die het productdossier van Fontina BOB naleven.

3.3. Werkwijze voor het verkrijgen van het product:

De beschrijving van de werkwijze voor het verkrijgen van het product wordt uitgebreid, en wel als volgt:

In het productdossier wordt het gebruik van culturen van inheemse fermenten toegestaan. Het gebruik van inheemse fermenten wordt tegenwoordig namelijk beschouwd als een vaste praktijk die noodzakelijk is geworden als gevolg van de voortschrijdende verarming van de melk wat betreft het totaal aan microbiologische flora, en derhalve ook van de microbiologische melkflora. Dat dit probleem zich voordoet, wordt ook op Europees niveau breed erkend. De afname van het totaalgehalte aan kiemen is een gevolg van de technologische en hygiënisch-sanitaire modernisering van de gebouwen (stallen, kaasmakerijen), die er weliswaar enerzijds voor heeft gezorgd dat de hygiënestandaard van melk aanzienlijk is verbeterd, maar er anderzijds ook toe heeft geleid dat de voor de kaasbereiding nuttige microbiologische flora is verarmd. De gebruikte fermenten bestaan uit speciaal geselecteerde inheemse cultures van melkzuurbacteriën die reeds van nature in de melk in Valle d’Aosta en in Fontina voorkomen. In de jaren 70 is begonnen met het oogsten, selecteren en toepassen van deze fermenten, waarna het onderzoek in 1992 en in 2003 is voortgezet en verbeterd met moderne selectie- en vriesdroogtechnieken. Het gebruik van dergelijke inheemse melkfermenten (het gaat daarbij niet om starters die het stremmingsproces van de melk in aanzienlijke mate beïnvloeden) kan helpen bij het kaasmaken, zonder dat de typische kenmerken van het product daardoor worden beïnvloed.

Men is tot de ontdekking gekomen dat het pekelen in de tekst van 1993 niet correct is beschreven. Daarom moeten enkele details van het pekelen duidelijker worden omschreven. De kazen mogen tot 24 uur nadat ze uit de pers zijn gehaald, gedurende maximaal 12 uur worden gepekeld. Door de toepassing van deze techniek, waarmee de verwerkingsfase wordt afgesloten, ondergaan de kazen een eerste microbiologische stabilisatie. De uiteindelijke kenmerken van het product worden op geen enkele manier door deze praktijk beïnvloed, aangezien de kazen slechts zeer korte tijd in de pekel worden ondergedompeld, en aangezien de kazen in de volgende rijpingsfase het kenmerkende „droog zouten” ondergaan. In artikel 4, onder e), van de tekst van 1993 staat dat het droog zouten „binnen enkele dagen na de verwerking” moet beginnen, waarbij de hierboven beschreven praktijk van het pekelen is opgevat als onderdeel van de verwerking.

Punt f) van het document, op grond waarvan het product destijds geregistreerd, is nu opnieuw is geformuleerd. De paragraaf die begint met „Andere elementen waardoor het product Fontina met het geografische gebied is verbonden”, was bedoeld om verdere informatie te geven over het gebied, aan de hand waarvan een beeld kon worden opgeroepen dat de kaas duidelijk verband hield met de cultuur van de mensen die de kaas maken en de streek waar die mensen wonen, compleet met historische, en in veel gevallen nog steeds geldende verwijzingen naar de productiemethode. Ook werd een beeld geschetst waaruit zou kunnen worden afgeleid dat de rijping van Fontina uitsluitend zou plaatsvinden in ruimten die in de granieten rotsen zijn uitgehouwen, maar in werkelijkheid klopt dat niet. In werkelijkheid werden reeds vóór de registratie van de benaming ook rijpingsruimten gebruikt die, omdat zij binnenin dezelfde temperatuur en vochtigheidsgraad hadden als de oorspronkelijke grotten, nooit van invloed zijn geweest op de traditionele productiemethoden, noch op de kenmerken van het eindproduct.

Deze ruimten, waarin technologieën zijn toegepast die voor de rijping ideale omstandigheden scheppen, vormen een onvermijdelijke modernisering en zijn derhalve een vast onderdeel van de productiemethoden en –technologieën geworden, zodat de andere elementen die van oudsher de band tussen de streek, het milieu en het gebied kenmerken, zoals de melk en de overige productiemethoden, geenszins door het gebruik van die ruimten worden ontkracht. De melk wordt namelijk uitsluitend in Valle d’Aosta geproduceerd en komt van koeien van het ras „Valdostana”. Deze melk draagt de geuren en aroma’s van de weidegronden en de veevoeders die uit het geografische gebied afkomstig zijn, en wordt vervolgens in Fontina verwerkt, waarbij strikt de hand wordt gehouden aan de mettertijd ontstane en vastgelegde methoden en verwerkingsparameters.

Bepaald is dat het in stukken snijden en het verpakken van het product in het productiegebied moeten plaatsvinden, om ervoor te zorgen dat de kenmerken van het product behouden blijven tot bij de uiteindelijke consument. Fontina heeft een vochtige korst en het vochtgehalte van de kaasmassa is ook van dien aard dat de rijping, de opslag en de verpakking bijzonder delicate fasen in de productie zijn, die snel moeten plaatsvinden bij ideale omgevingsomstandigheden qua temperatuur en vochtigheid, waarbij bijzondere aandacht moet worden geschonken aan de behandeling van de kaas door de marktdeelnemers. Door de snelheid waarmee deze verschillende productiefasen worden doorlopen, wordt het risico op de ontwikkeling van schimmels op de korst en in de kaasmassa tot een minimum beperkt. De ontwikkeling van schimmels veroorzaakt namelijk niet alleen abnormale verkleuring van de korst als gevolg van de ontwikkeling van mycelium, maar schaadt ook gemakkelijk de integriteit van de dunne korst, waardoor de eigenschappen van de kaasmassa veranderen, de kaas abnormaal verkleurt en een sterke en onaangename smaak krijgt, hetgeen de uiteindelijke consument niet waardeert.

3.4. Etikettering:

Aan het productdossier is toegevoegd dat op het etiket van het verpakte product de vermeldingen „Prodotto di montagna” en „Produit de montagne” mogen worden aangebracht, zodat het betrokken berggebied waar de kaas wordt geproduceerd, ook beter tot zijn recht komt.

3.5. Overige:

Voeder

Aan het productdossier is een nieuw artikel met de bepalingen betreffende het voeder van de runderen toegevoegd. In dat artikel wordt aangegeven dat de basis daarvan bestaat uit hooi en groen gras dat in Valle d’Aosta is geproduceerd. Met de toevoeging van dit specifieke artikel heeft men in het productdossier op dit punt meer in detail willen regelen wat in de vorige versie nog te veel in algemene termen werd aangeduid.

SAMENVATTING

VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD

„FONTINA”

EG-Nr.: IT-PDO-0117-0008-17.02.2005

BOB ( X ) BGA ( )

Deze samenvatting bevat de belangrijkste gegevens uit het productdossier ter informatie.

1. Bevoegde dienst van de lidstaat:

Naam:

Ministero delle Politiche Agricole e Forestali

Adres:

Via XX Settembre 20

00187 Roma RM

ITALIA

Tel.

+39 0646655104

Fax

+39 0646655306

E-mail:

saco7@politicheagricole.gov.it

2. Groepering:

Naam:

Consorzio Produttori e Tutela della DOP Fontina

Adres:

Reg. Borgnalle 10/l

11100 Aosta AO

ITALIA

Tel.

+39 016544091

Fax

+39 0165262159

E-mail:

info@consorzioproduttorifontina

Samenstelling:

Van het consortium maken zowel producenten als verwerkers van Fontina deel uit.

3. Productcategorie:

Categorie 1.3. —

Kazen

4. Productdossier:

(samenvatting van de in artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 voorgeschreven gegevens)

4.1. Naam:

„Fontina”

4.2. Beschrijving:

Bij het in het vrije verkeer brengen moet Fontina de volgende fysische, chemische, microbiologische en organoleptische eigenschappen bezitten:

1.

Fysische kenmerken:

Vorm

a)

typisch afgeplatte cilindervorm;

b)

platte boven- en onderkant;

c)

zijkant oorspronkelijk holrond, hetgeen na rijping niet altijd meer zichtbaar is.

Grootte

a)

diameter van 35 tot 45 cm;

b)

hoogte variërend van 7 tot 10 cm;

c)

gewicht variërend van 7,5 tot 12 kg.

Korst

a)

compact, licht- tot donkerbruin van kleur, afhankelijk van de omstandigheden waaronder de rijping heeft plaatsgevonden en de duur daarvan;

b)

zacht tot halfhard, naarmate de kaas langer rijpt;

c)

dun.

Kaasmassa

a)

elastisch en zacht, afhankelijk van de productieperiode;

b)

de kenmerkende gaatjes zijn over de hele kaas verspreid;

c)

kleur variërend van ivoorwit tot min of meer duidelijk strogeel.

2.

Chemische kenmerken: het vetpercentage moet ten minste 45 % bedragen, berekend op de droge stof.

3.

Microbiologische kenmerken: hoog gehalte aan levende melkzuurbacteriën.

4.

Organoleptische kenmerken: de kaasmassa smelt in de mond en is zacht en delicaat van smaak, en intenser naarmate de kaas verder gerijpt is.

4.3. Geografisch gebied:

Het gebied waar Fontina wordt geproduceerd, rijpt en in porties wordt versneden, omvat het hele grondgebied van Valle d’Aosta.

4.4. Bewijs van de oorsprong:

Het bewijs van oorsprong bestaat uit de volgende elementen:

a)

op elke geproduceerde kaas wordt een plaatje van caseïne aangebracht met daarop een alfanumerieke code en een schets van een berg, die eenduidig elke afzonderlijke Fontina-kaas identificeert;

b)

er wordt een stempel aangebracht met de afkorting „CTF” (Consorzio Tutela Fontina) en een cijfercode waarmee de producent wordt geïdentificeerd. Deze worden tijdens de persfase op iedere kaas aangebracht op een van de vlakke zijden.

De bovengenoemde stempels worden door het „Consorzio” uitgedeeld aan alle partijen die het productdossier van Fontina BOB naleven.

4.5. Werkwijze voor het verkrijgen van het product:

De melk die bestemd is voor het maken van Fontina moet in Valle d’Aosta geproduceerd zijn en aan de volgende eisen voldoen: het moet rauwe, volle koemelk zijn die van één enkele melkbeurt afkomstig is, van runderen die behoren tot het ras Valdostana (roodbont, zwartbont en kastanjebruin vee).

Die koeien moeten worden gevoederd met hooi en groen gras dat in Valle d’Aosta is geproduceerd. Naast dat voeder (gras en hooi) mag krachtvoer worden gebruikt. Dat krachtvoer bestaat voornamelijk uit granen en eiwitrijk voeder. Het gebruik van ingekuild of gefermenteerd gras en van ander voeder dat kenmerken heeft die de melk ongeschikt maken voor de productie van Fontina, is verboden. Het gaat daarbij om meel en eiwit van dierlijke oorsprong, meel en olie van dierlijke en plantaardige oorsprong, zaden, wortels van tuinbouwproducten en vruchten, industriële nevenproducten, stikstofbronnen, antibiotica, hormonen en/of stimulerende middelen, voedingsbodems voor fermenten, kwarts, chemisch behandeld hooi, droog en vers brood.

De melk mag voorafgaand aan de toevoeging van stremsel niet tot meer dan 36 °C worden verwarmd. Aan de melk mogen melkzuurbacterieculturen (fermenten) worden toegevoegd; deze culturen worden bewaard onder de verantwoordelijkheid van het Consorzio Produttori e Tutela dalla DOP Fontina, dat deze vrij verstrekt aan alle producenten van Fontina BOB.

Het stremmen van de melk vindt plaats in koperen of stalen ketels, door toevoeging van kalfsleb. Dit stremmen moet bij een temperatuur van 34 °C tot 36 °C plaatsvinden en moet ten minste 40 minuten duren. Daarna wordt de wrongel gebroken, en vervolgens gesneden op een vuur, waarbij deze tot een temperatuur van 46 °C tot 48 °C wordt verwarmd. Na een rustfase die echter ten minste 10 minuten moet duren, wordt de wrongel van de wei gescheiden en wordt de kaasmassa in doeken gewikkeld. Vervolgens wordt de kaasmassa in de typische vormen met holronde zijkant gestopt waarna deze vormen worden opgestapeld en onder een pers worden gezet. Wanneer de kazen voor het eerst worden gekeerd, moet er een plaatje van caseïne op worden aangebracht waarop de identificatiecode van de kaas en het logo van het product worden aangebracht, zodat de traceerbaarheid van het product en de controle van de oorsprong is gegarandeerd. Voorafgaand aan de laatste fase van het persen moet het plaatje met het door het Consorzio aan de producent toegekende identificatienummer worden aangebracht. De kazen blijven onder de pers totdat het tijd is om de volgende bewerking uit te voeren. Ondertussen moeten de kazen van tijd tot tijd worden gekeerd om het uitlekken van de kaasmassa te bevorderen. Na afloop van het persen mogen de kazen binnen 24 uur en voor een periode van niet meer dan 12 uur worden gepekeld door onderdompeling in grote kuipen met een zoutoplossing.

Tijdens de rijping wordt de kaas uit het rek genomen en gekeerd om de zijde die op de plank lag met een dun laagje zout te bestrooien. Wanneer het zout eenmaal is opgelost, wordt de kaas nogmaals uit het rek gehaald om de eerder ingezouten zijde en de zijkant met een borstel en met een oplossing van zout in water af te wassen; daarna wordt de kaas weer op zijn oorspronkelijke plaats gelegd.

De rijping moet plaatsvinden in magazijnen met een vochtigheidsgraad van ten minste 90 % en een temperatuur van 5 tot 12 °C.

Tot slot is het belangrijk dat het in porties verdelen en de verpakking in het in punt 4.3 bedoelde gebied plaatsvinden, om te garanderen dat de kenmerken van het product tot het stadium van de uiteindelijke consument bewaard blijven. Fontina heeft een vochtige korst en het vochtgehalte van de kaasmassa is ook van dien aard dat de rijping, de opslag en de verpakking bijzonder delicate fasen in de productie zijn, die snel moeten plaatsvinden bij ideale omgevingsomstandigheden qua temperatuur en vochtigheid, waarbij bijzondere aandacht moet worden geschonken aan de behandeling van de kaas door de marktdeelnemers. Door de snelheid waarmee deze verschillende productiefasen worden doorlopen, wordt het risico op de ontwikkeling van schimmels op de korst en in de kaasmassa tot een minimum beperkt. De ontwikkeling van schimmels veroorzaakt namelijk niet alleen abnormale verkleuring van de korst als gevolg van de ontwikkeling van mycelium, maar schaadt ook gemakkelijk de integriteit van de dunne korst waardoor de eigenschappen van de kaasmassa veranderen, de kaas abnormaal verkleurt en een sterke en onaangename smaak krijgt, hetgeen de uiteindelijke consument niet waardeert.

4.6. Verband:

Het geografische gebied, waar Fontina zijn oorsprong vindt en waar deze wordt geproduceerd, is het zeer bijzondere berggebied van Valle d’Aosta: een alpenvallei met een bijzonder klimaat en een bijzondere flora en fauna. In die regio wordt een inheems runderras, Valdostana, gehouden. Kenmerkend voor dat runderras zijn de volgende drie aspecten: de gespierde en compacte morfologische structuur, waardoor de dieren zich op alpenweiden kunnen verplaatsen om zo rechtstreeks toegang te hebben tot hun voeder; het vermogen om het plaatselijke voeder met onder meer hooi zo efficiënt mogelijk te gebruiken; de productie van specifieke melk die geschikt is voor de productie van deze typische kaas. Het inheemse runderras Valdostana maakt het op die manier mogelijk om gras, de hulpbron bij uitstek van het gebergte, om te zetten in een oorspronkelijk type kaas. Deze onderlinge afhankelijkheid van ras en gebied wordt nog eens versterkt door het feit dat alle koeien in de zomer naar de alpenweiden gaan en ook in de herfst worden geweid. Het Valdostana-ras en de Fontina-kaas zijn uitdrukkingsvormen van het milieu waar ze uit voortkomen: het verband tussen de drie elementen milieu-ras-kaas is niet-hiërarchisch, maar deze drie zijn wel nauw met elkaar verbonden in een uniek geheel. Het ras Valdostana en Fontina zijn in feite belangrijke ambassadeurs voor de streek. De botanische samenstelling van de weiden (die wordt bepaald door het droge klimaat van het alpendal in de zomer) en de biochemische bijzonderheid van de melk die door het ras Valdostana wordt verkregen, staan derhalve aan de basis van Fontina als oorsprongsbenaming.

Behalve door de eenvoud van de inheemse rassen en het gebruik van plaatselijk voeder, wordt de band met de regio ook nog eens door de volgende factoren bepaald:

de techniek van de kaasmakerij die onderdeel uitmaakt van de plaatselijke traditie;

het gebruik van rauwe volle melk van één enkele melkbeurt (er wordt tweemaal per dag kaas gemaakt) die zo snel mogelijk moet worden verzameld;

de natuurlijke aanwezigheid van de benodigde bacterieflora en van de specifieke aroma’s (daarom wordt de melk bij het begin van de kaasproductie niet gethermiseerd);

de bijzonderheid van de rijping die plaatsvindt bij temperaturen tussen 5 en 12 °C en bij een vochtigheid van ten minste 90 % tot volledig verzadigde lucht.

4.7. Controlestructuur:

Naam:

CSQA Certificazioni Srl

Adres:

Via s. Gaetano 74

36016 Thiene VI

ITALIA

Tel.

+39 0445366094

Fax

+39 0445382672

E-mail:

csqa@csqa.it

4.8. Etikettering:

Het logo van Fontina bestaat uit een cirkel met in het midden een gestileerde afbeelding van een berg, met daarop de vermelding Fontina; onderaan staan de letters „D.O.P.” (BOB) in een ellips; langs de rand van de cirkel is te lezen „Zona di produzione — Regione Autonoma Valle d’Aosta” (Productiegebied: Autonome Regio Valle d’Aosta).

Op het etiket op verpakkingen met porties Fontina moet het volgende staan:

het logo van Fontina, zoals hierboven beschreven;

het communautaire logo;

de vermeldingen „Prodotto di montagna” en „Produit de montagne”.