Conclusies van de Raad over het Europees cinematografisch erfgoed, met inbegrip van de uitdagingen van het digitale tijdperk
Conclusies van de Raad over het Europees cinematografisch erfgoed, met inbegrip van de uitdagingen van het digitale tijdperk
1.12.2010 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | C 324/1 |
Conclusies van de Raad over het Europees cinematografisch erfgoed, met inbegrip van de uitdagingen van het digitale tijdperk
2010/C 324/01
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
1. OVERWEGENDE HETGEEN VOLGT:
— | In de Aanbeveling van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2005 over cinematografisch erfgoed en het concurrentievermogen van verwante industriële activiteiten(1) (Aanbeveling over het cinematografisch erfgoed) wordt onderstreept dat cinematografische werken een essentiële getuigenis afleggen van de rijkdom en de verscheidenheid van de Europese culturen, en dat zij een cultureel erfgoed vormen dat voor de toekomstige generaties moet worden veiliggesteld; |
2. HERINNERT AAN:
— | de politieke context van dit onderwerp, zoals die blijkt uit de bijlage bij deze conclusies; |
3. NEEMT NOTA VAN:
— | de Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's „Een digitale agenda voor Europa”(2), en ONDERKENT met name het feit dat dankzij een grootschaliger en efficiënter gebruik van digitale technologieën de Europeanen hun levenskwaliteit zullen zien verbeteren door nieuwe mediamogelijkheden en vlottere toegang tot culturele inhoud; |
4. IS ZICH ERVAN BEWUST DAT:
— | de instellingen die belast zijn met het cinematografisch erfgoed zowel geconfronteerd worden met de nog steeds actuele uitdagingen uit het analoge tijdperk als met de nieuwe uitdagingen van het digitale tijdperk; |
— | de voortdurende ontwikkeling van de technologieën en van de distributie- en gebruiksmiddelen van culturele inhoud van invloed kan zijn op de traditionele concepten film, cinema en erfgoed; |
— | de digitale omgeving de gelegenheid biedt het cinematografisch erfgoed toegankelijker te maken voor scheppers, beroepsbeoefenaren uit de filmwereld, onderzoekers, scholen en burgers in het algemeen, zonder gebondenheid aan grenzen. Aldus kan creativiteit worden ontwikkeld, kunnen de culturele uitwisselingen toenemen en kan de toegang tot de culturele en taalkundige diversiteit in de Europese Unie worden verruimd; |
— | het digitale tijdperk tevens nieuwe vragen opwerpt met betrekking tot het bijeenbrengen, het projecteren en het conserveren op lange termijn van gedigitaliseerd analoog materiaal alsmede van oorspronkelijk digitaal materiaal; |
— | de digitalisering van analoog materiaal een complexe, kostbare en langdurige operatie is, en dat daarom prioriteiten moeten worden vastgesteld, waarbij in het bijzonder rekening moet worden gehouden met de waarde van het materiaal en het risico op verval; |
— | het juridische kader met betrekking tot de intellectuele-eigendomsrechten en de uitvoering ervan in het contractuele kader voldoende rechtszekerheid moet bieden, opdat de instellingen die belast zijn met het cinematografisch erfgoed hun taken van algemeen belang, met name de conservering en de restauratie van de bij hen gedeponeerde werken, en in voorkomend geval het toegankelijk maken van deze werken voor culturele en educatieve doeleinden, kunnen vervullen; |
— | de bewustwording van de politieke beleidsmakers, de betrokken partijen en meer in het algemeen de burgers ten aanzien van de essentiële behoeften op het gebied van het bijeenbrengen, restaureren en conserveren van het cinematografisch erfgoed, met inbegrip van het digitale materiaal moet worden vergroot; |
— | het mediaonderricht en de beroepsopleiding verbeterd moeten worden, in verband met het toenemend gebruik van nieuwe technologieën in de instellingen die belast zijn met het cinematografisch erfgoed; |
— | naast het digitaliseren van het cinematografisch erfgoed het conserveren van de originelen van de informatiedragers van fundamenteel belang blijft. In dit verband onderkent de Raad tevens het belang van laboratoria die in staat zijn analoog materiaal succesvol te restaureren en te kopiëren; |
— | het bijbehorende materiaal van films een waardevol onderdeel van het cinematografisch erfgoed vormt; |
5. BENADRUKT DAT:
— | hij zich actief zal inzetten ten behoeve van de instellingen die belast zijn met het cinematografisch erfgoed bij de uitvoering van al hun taken, met name in het kader van de ontwikkeling naar een digitale omgeving; |
— | publiek-private partnerschappen een aanvullende rol kunnen spelen bij het verwezenlijken van de taken van deze instellingen, met name door, voor culturele en educatieve doeleinden en met inachtneming van de intellectuele-eigendomsrechten, een brede toegang tot gedeponeerde werken voor het publiek te bevorderen; |
6. NEEMT MET BELANGSTELLING KENNIS VAN:
— | het eerste(3) en het tweede(4) verslag van de Commissie over de uitvoering van de Aanbeveling over cinematografisch erfgoed; |
— | de kaderovereenkomst tussen de International Federation of Cinema Producers Associations (FIAPF) en de Association des Cinémathèques Européennes (ACE) over vrijwillig depot van films in conserveringsarchieven(5); |
— | het voornemen van de Commissie om voor eind 2010 een richtlijn voor te stellen over verweesde werken, zoals aangekondigd in haar mededeling „Een digitale agenda voor Europa”; |
7. VERZOEKT DE LIDSTATEN:
— | de bestaande instrumenten die voorzien in een verplicht, wettelijk of contractueel depot van cinematografische werken die deel uitmaken van hun audiovisueel erfgoed aan te passen, en daarbij rekening te houden met de overgang naar digitale productie en distributie, en zorg te dragen voor een passende toepassing van deze instrumenten; |
— | vrijwillig depot van films te bevorderen, evenals de toepassing van de kaderovereenkomst tussen de International Federation of Cinema Producers Associations (FIAPF) en de Association des Cinémathèques Européennes (ACE) over vrijwillig depot van films in conserveringsarchieven; |
— | rekening te houden met het cinematografisch erfgoed bij het bepalen van hun cultureel beleid; |
— | erop toe te zien dat in hun nationaal of regionaal cinematografisch beleid rekening wordt gehouden met de conservering van het cinematografisch erfgoed, en daarbij met name:
|
— | met inachtneming van intellectuele-eigendomsrechten, het verkeer en de promotie van het cinematografisch erfgoed te bevorderen door middel van, onder meer:
|
— | de digitalisering van het cinematografisch erfgoed te intensiveren en de toegankelijkheid ervan, met name via Europeana, te vergroten, overeenkomstig de beginselen van de digitale agenda voor Europa; |
— | te trachten het onderricht en de beroepsopleiding op het gebied van cinematografische archieven te ontwikkelen, bijvoorbeeld door in onderwijs- en opleidingsstelsels specifieke cursussen op te nemen en door de tijdelijke uitwisseling van beroepsbeoefenaren tussen instellingen die belast zijn met het cinematografisch erfgoed te intensiveren met het oog op een continue beroepsopleiding; |
— | conserveringsbeleid voor de lange termijn te ontwikkelen voor gedigitaliseerde kopieën van analoog materiaal of van oorspronkelijk digitaal materiaal, overeenkomstig de Aanbeveling van de Commissie van 24 augustus 2006 betreffende de digitalisering en online-toegankelijkheid van cultureel materiaal en digitale bewaring(7) en de desbetreffende conclusies van de Raad van 13 november 2006(8); |
— | de samenwerking en de uitwisseling van goede praktijken ter zake voort te zetten; |
8. VERZOEKT DE COMMISSIE:
— | voort te gaan met het onderzoeken van mogelijkheden om een afdoende niveau van rechtszekerheid ten aanzien van intellectuele-eigendomsrechten te waarborgen voor de instellingen die belast zijn met het behoud van het cinematografisch erfgoed, opdat deze hun taken van algemeen belang gemakkelijker kunnen uitvoeren; |
— | voort te gaan met de uitwisseling van ervaringen en goede praktijken in de door de Commissie(9) ingestelde groep filmdeskundigen, en aan de Raad verslag te doen over de geboekte vorderingen; |
— | steun te blijven bieden voor onderzoek naar de conservering op lange termijn van digitaal materiaal en de toegankelijkheid van dit digitale materiaal in een meertalige context, met name wat de duurzaamheid van digitale informatiedragers en het dataformaat betreft; |
— | in de context van de lopende werkzaamheden inzake verweesde werken de vragen met betrekking tot de audiovisuele sector te onderzoeken; |
9. VERZOEKT DE LIDSTATEN EN DE COMMISSIE IN HET KADER VAN HUN RESPECTIEVE BEVOEGDHEDEN:
— | de toepassing van Europese standaarden inzake de interoperabiliteit van cinematografische databases(10) te bevorderen, en indien nodig, gemeenschappelijke normen met betrekking tot het depot van digitale bestanden bij de instellingen die belast zijn met het cinematografisch erfgoed vast te stellen; |
— | de uitdagingen en kansen die het digitale tijdvak biedt aan instellingen die belast zijn met het behoud van het cinematografisch erfgoed zorgvuldig te bestuderen; |
— | de maatregelen te steunen die deze instellingen naar aanleiding van deze uitdagingen en kansen nemen, met name door hun verzamelingen met behulp van de nieuwe technologieën toegankelijker te maken. |
BIJLAGE
Politieke context
— | Resolutie van de Raad van 26 juni 2000 inzake de conservering en opwaardering van het Europese cinematografische erfgoed(1) |
— | Mededeling van de Commissie van 26 september 2001 over bepaalde juridische aspecten in verband met cinematografische en andere audiovisuele werken(2) |
— | Overeenkomst van de Raad van Europa van 8 november 2001 voor de bescherming van het audiovisueel erfgoed(3) |
— | Resolutie van het Europees Parlement van 2 juli 2002 over de mededeling van de Commissie over bepaalde juridische aspecten in verband met cinematografische en andere audiovisuele werken(4) |
— | Resolutie van de Raad van 24 november 2003 betreffende het depot van cinematografische werken in de Europese Unie(5) |
— | Aanbeveling van de Commissie van 24 augustus 2006 betreffende de digitalisering en online-toegankelijkheid van cultureel materiaal en digitale bewaring(6) |
— | Conclusies van de Raad van 13 november 2006 betreffende de digitalisering en online-toegankelijkheid van cultureel materiaal en digitale bewaring(7) |
— | Aanbeveling van 23 september 2009 van het Comité van Ministers van de Raad van Europa aan de lidstaten over het nationaal cinematografisch beleid en de verscheidenheid van de culturele uitingen(8) |
— | Conclusies van de Raad van 10 mei 2010 over Europeana: volgende stappen(9) |