Home

VERSLAG VAN DE COMMISSIE over de toepassing van Verordening (EG) nr. 1049/2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie in 2010

VERSLAG VAN DE COMMISSIE over de toepassing van Verordening (EG) nr. 1049/2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie in 2010

VERSLAG VAN DE COMMISSIE over de toepassing van Verordening (EG) nr. 1049/2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie in 2010 /* COM/2011/0492 definitief */


VERSLAG VAN DE COMMISSIE

over de toepassing van Verordening (EG) nr. 1049/2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie in 2010

WOORD VOORAF

Dit verslag is opgesteld krachtens artikel 17, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1049/2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie[1] en bestrijkt het jaar 2010. Het is gebaseerd op de statistische gegevens waarvan in de bijlage een samenvatting wordt gegeven.

De statistische gegevens betreffen het aantal verzoeken, niet het aantal gevraagde documenten. In de praktijk kan een verzoek zowel één enkel document betreffen als een volledig dossier voor een specifieke procedure. Verzoeken om toegang tot documenten die op het moment van indiening van het verzoek al publiekelijk toegankelijk waren, zijn niet meegerekend.

1. HERZIENING VAN VERORDENING (EG) NR. 1049/2001

2. Het voorstel voor een herschikking van de verordening, dat de Commissie op 30 april 2008 heeft ingediend, verkeert nog steeds in het stadium van eerste lezing. Het Parlement heeft op 11 maart 2009 een verslag met amendementen aangenomen, maar de stemming over de wetgevingsresolutie uitgesteld. Na de verkiezingen van juni 2009 heeft het nieuwe Parlement de behandeling van het voorstel van de Commissie hervat. De commissies Constitutionele zaken (AFCO) en Verzoekschriften (PETI) hebben op respectievelijk 30 november 2010 en 1 december 2010 hun advies uitgebracht. De commissie Burgerlijke vrijheden (LIBE) heeft nog niet over een nieuw ontwerpverslag gestemd. Bij de Raad is het voorstel op werkgroepsniveau behandeld.

3. Na de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon op 1 december 2009 heeft de Commissie op 21 maart 2011 een nieuw voorstel ingediend tot aanpassing van Verordening (EG) nr. 1049/2001 aan de eisen van het Verdrag van Lissabon. Met dit voorstel wordt overeenkomstig artikel 15, lid 3, van het geconsolideerde Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie beoogd de institutionele werkingssfeer van de Verordening uit te breiden tot alle instellingen, organen en instanties van de Europese Unie, met enige beperkingen ten aanzien van het Hof van Justitie van de Europese Unie, de Europese Centrale Bank en de Europese Investeringsbank.

4. REGISTERS EN WEBSITES

5. In 2010 zijn 18 661 nieuwe documenten toegevoegd aan het documentenregister van de Commissie (zie de tabel in de bijlage).

6. Op grond van artikel 17, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1049/2001 moet de Commissie in haar jaarverslagen vermelden hoeveel documenten zij bezit die “gevoelig” zijn in de zin van artikel 9, lid 1, van de verordening[2] en daarom niet in het register zijn opgenomen. In het openbare register van de Commissie zijn documenten van de COM-, C-, PB-, PV- en SEC-reeksen opgenomen. In 2010 zijn door de Commissie geen gevoelige documenten opgesteld of ontvangen die onder een van de genoemde categorieën vallen.

7. Onderstaande tabel bevat gegevens betreffende het bezoek aan de site “Openness and access to documents” (Transparantie en toegang tot documenten) op EUROPA in 2010.

Aantal bezoekers | Aantal sessies | Bekeken pagina’s |

Totaal | 48 557 | 61 308 | 452 695 |

Maandgemiddelde | 4 046 | 5 109 | 37 725 |

8. SAMENWERKING MET DE ANDERE INSTELLINGEN WAAROP DE VERORDENING VAN TOEPASSING IS

Het krachtens artikel 15, lid 2, van de verordening opgerichte interinstitutionele comité is in 2010 niet bijeengekomen. De drie instellingen (Europees Parlement, Raad en Commissie) hebben op administratief niveau regelmatig contact gehouden om een consistente toepassing van de verordening te waarborgen.

9. ANALYSE VAN DE VERZOEKEN OM TOEGANG

10. Het aantal initiële verzoeken op grond van Verordening (EG) nr. 1049/2001 is in 2010 aanzienlijk gestegen (6127 verzoeken vergeleken met 5055 in 2009, dus 21% meer).

11. Het aantal materiële besluiten inzake confirmatieve verzoeken is in 2010 stabiel gebleven: 122 materiële besluiten in 2010 tegen 120 in 2009. Het totale aantal antwoorden op confirmatieve verzoeken was 152. De overige 30 zaken zijn afgesloten zonder dat een formeel besluit is genomen uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1049/2001. Deze zaken betreffen verzoeken die ongegrond waren of werden afgehandeld volgens een passender rechtsgrondslag, zoals Verordening (EG) nr. 45/2001 inzake de bescherming van persoonsgegevens bij verzoeken om toegang tot de persoonsgegevens van de verzoeker zelf. Het aantal ontvangen confirmatieve verzoeken nam toe van 140 in 2009 tot 181 in 2010. Het verschil tussen het aantal ontvangen confirmatieve verzoeken en het aantal besluiten stemt overeen met het aantal aan het einde van het jaar nog niet afgesloten zaken (68).

12. Bovenaan op de lijst van belangstellingsgebieden staat het mededingingsbeleid met 9,07% van de initiële verzoeken, op de voet gevolgd door andere belangrijke beleidsgebieden van de EU, zoals justitie en binnenlandse zaken, vervoer en energie, interne markt, belastingen en douane-unie, gezondheid en consumentenbescherming, milieu en ondernemingenbeleid.

13. Met 23,24% van de initiële verzoeken waren ook in 2010 de meeste verzoekers afkomstig uit de academische wereld, gevolgd door advocatenkantoren met 10,69% en maatschappelijke organisaties (ngo’s, belangengroepen) met 8,18%. Bij 32,68% van de verzoeken was het sociaalprofessionele profiel onbekend.

14. Ook de geografische uitsplitsing van de initiële verzoeken kwam sterk overeen met die in de voorgaande jaren. Hoewel om begrijpelijke redenen de meeste verzoeken (17,95%) afkomstig waren van personen of organisaties uit België, kwamen echter vrijwel evenveel verzoeken (16,62%) uit Duitsland. Geen van de andere lidstaten had een groter aandeel in de verzoeken dan 10%; de meeste verzoeken kwamen uit de lidstaten met de grootste bevolking, d.w.z. Frankrijk, Italië, Spanje, het Verenigd Koninkrijk en Nederland, die samen goed waren voor 36,45% van de verzoeken. Het aandeel van de verzoeken uit de nieuwe lidstaten is licht gestegen: 4,23% uit Tsjechië en 2,76% uit Polen.

15. UITZONDERINGEN OP HET TOEGANGSRECHT

16. Het percentage volledig toegewezen initiële verzoeken is in 2010 boven de 80% gebleven (82,16%), terwijl naar aanleiding van 5,37% van de initiële verzoeken gedeeltelijke toegang is verleend. In 82,16% van de gevallen (84,23% in 2009) zijn de documenten volledig openbaar gemaakt en in 5,37% van de gevallen (4,11% in 2009) is gedeeltelijke toegang tot de gevraagde documenten verleend. Net als in 2009 is het percentage verzoeken dat in eerste instantie (om uiteenlopende redenen) volledig werd afgewezen dus rond 12% gestabiliseerd.

17. Nadat het in 2009 was gedaald, kwam het percentage besluiten waarbij het initiële standpunt werd bevestigd in 2010 weer terug op een met 2008 vergelijkbaar niveau: 50% in 2010, 48,08% in 2008, maar slechts 22,5% in 2009.

Het percentage gevallen waarin na initiële weigering volledige toegang werd verleend, keerde eveneens terug naar een met 2008 vergelijkbaar niveau: 15,57% in 2010, 50% in 2009, maar 18,59% in 2008. Het percentage gevallen waarin na een initiële weigering gedeeltelijke toegang werd verleend, is daarentegen aanzienlijk gestegen: 34,43% in 2010 tegen 27,5% in 2009.

18. In de initiële fase waren de twee belangrijkste redenen tot weigering nog steeds dezelfde:

19. bescherming van het doel van inspecties, onderzoeken en audits (artikel 4, lid 2 , derde streepje), waarbij zich een lichte daling ten opzichte van 2009 voordeed (26,63% weigeringen in 2010 tegen 27,61% in 2009);

20. bescherming van het besluitvormingsproces van de Commissie (artikel 4, lid 3): 16,80% voor gevallen waarin het besluit nog niet was genomen en 9,66% voor adviezen voor intern gebruik, d.w.z. in totaal 26,42% weigeringen, tegen 25,61% in 2009.

Het percentage weigeringen met het oog op de bescherming van commerciële belangen nam iets af ten opzichte van het voorgaande jaar: 11,84% in 2010 tegen 13,99% in 2009.

21. De belangrijkste redenen voor bevestiging van weigering van toegang waren:

22. bescherming van het doel van onderzoeken: 32%, vergeleken met 25,91% in 2009;

23. bescherming van commerciële belangen: 16,67%, tegenover 17,52% in 2009;

24. bescherming van het besluitvormingsproces van de Commissie: 11,33% voor de gevallen waarin nog geen besluit is genomen en 8% voor adviezen die voor intern gebruik zijn bestemd. Het totale percentage weigeringen is dus 19,33% (vergeleken met 26,64% in 2009);

25. KLACHTEN BIJ DE EUROPESE OMBUDSMAN

26. In 2010 heeft de Ombudsman de volgende 23 klachtendossiers afgesloten die betrekking hadden op de behandeling door de Commissie van verzoeken om toegang tot documenten:

1 geval afgesloten waarbij geen wanbeheer werd vastgesteld |

2953/2008/FOR |

13 gevallen afgesloten met kritische en/of andere opmerkingen |

3699/2006/ELB | 355/2007/TN(FOR) | 671/2007/PB | 2502/2007/RT |

3163/2007/BEH | 676/2008/RT[3] | 1039/2008/FOR | 1438/2008/DK |

1202/2009/GG | 1207/2009/GG | 1302/2009/TS | 100/2010/GG |

465/2010/FOR |

9 gevallen afgesloten zonder verdere actie |

301/2008/IP | 2219/2008/(JMA)MHZ | 2643/2008(TN)RT | 3052/2008(BB)FOR |

966/2009/JMA | 2647/2009/IP | 172/2010/ANA | 1195/2010/OV |

1357/2010/MHZ |

27. De Ombudsman heeft in de loop van het jaar 22 nieuwe onderzoeken geopend waarbij toegang tot documenten het hoofdonderwerp of een onderdeel van de klacht was.

28. RECHTERLIJKE TOETSING

2010 was een zeer druk jaar wat nieuwe jurisprudentie betreft[4].

29. Het Hof van Justitie heeft in 2010 in beroepszaken vier arresten gewezen:

C-362/08 P Internationaler Hilfsfonds / Commissie, arrest van 26.1.2010 | C-139/07 P Commissie / Technische Glaswerke Ilmenau, arrest van 29.6.2010 (TGI) |

C-28/08 P Commissie / Bavarian Lager, arrest van 29.6.2010 | Gevoegde zaken C-514/07 P, C-528/07 P, C-532/07 P, API, Zweden en Commissie, arrest van 21.9.2010 |

Deze vier arresten bieden belangrijke verduidelijkingen voor de interpretatie van zowel inhoudelijke als procedurele aspecten van Verordening (EG) nr. 1049/2001.

Wat de inhoudelijke aspecten betreft, gaf het Hof van Justitie in twee arresten van 2 juni 2010 ( Bavarian Lager en TGI ) een verduidelijking van de interpretatie van de uitzonderingsbepalingen van artikel 4, lid 1, onder b), en artikel 4, lid 2, derde streepje. In het arrest betreffende API gaf het Hof van Justitie een interpretatie van de uitzonderingsbepaling in artikel 4, lid 2, tweede streepje.

In de zaak Bavarian Lager oordeelde het Hof van Justitie dat wanneer een verzoek wordt ingediend om toegang voor het publiek tot documenten die persoonsgegevens bevatten, de bepalingen van de verordening inzake gegevensbescherming in volle omvang van toepassing worden, met inbegrip van de bepaling dat de ontvanger van de persoonsgegevens de noodzaak van de bekendmaking ervan moet aantonen en de bepaling dat de betrokkene het recht heeft om, op grond van zwaarwegende en gerechtvaardigde redenen die met zijn bijzondere situatie verband houden, te allen tijde bezwaar aan te tekenen tegen de verwerking van gegevens die hem betreffen.

In het arrest in de zaak TGI oordeelde het Hof van Justitie dat voor documenten van het administratieve dossier van de Commissie met betrekking tot onderzoeken inzake staatssteun de algemene aanname geldt dat openbaarmaking van deze documenten in beginsel zou leiden tot ondermijning van de bescherming van het doel van onderzoeken. De verordening inzake staatssteun voorziet voor belanghebbenden niet in een recht op toegang tot het administratieve dossier. Indien belanghebbenden op basis van Verordening (EG) nr. 1049/2001 toegang zouden kunnen krijgen tot het administratieve dossier, zou afbreuk worden gedaan aan het stelsel van controle op staatssteun. Het Hof oordeelde voorts dat de algemene aanname kan worden weerlegd indien de belanghebbende aantoont dat een gevraagd document “niet onder die aanname valt” of indien er een hoger openbaar belang is dat openbaarmaking gebiedt.

In de zaak API formuleerde het Hof van Justitie de aanname dat memories die een instelling bij de rechterlijke instanties van de EU heeft ingediend, ontoegankelijk moeten zijn zolang de procedure aanhangig is. Volgens dezelfde logica als in de beslissing betreffende TGI is deze interpretatie van de uitzonderingsbepaling afgeleid uit het juridische kader voor gerechtelijke procedures en uit het feit dat het publiek geen recht heeft op toegang tot justitiële activiteiten.

Wat de zaak Internationaler Hilfsfonds betreft, verduidelijkte het Hof dat te allen tijde een nieuw verzoek kan worden ingediend om toegang te verkrijgen tot een document waartoe de toegang eerder was geweigerd, en dat de betrokken instelling moet nagaan of de eerdere weigering van inzage, gelet op een mogelijk inmiddels ingetreden wijziging van de situatie, rechtens of feitelijk nog steeds gerechtvaardigd is.

30. Het Gerecht heeft ten aanzien van beslissingen van de Commissie vijf arresten gewezen:

Gevoegde zaken T 355/04 en T-446/04, Co-Frutta Soc. coop. / Commissie, arrest van 19.1.2010 | T-237/05, Editions Odile Jacob SAS / Commissie, arrest van 9.6.2010 | T-111/07, Agrofert / Commissie, arrest van 7.7.2010 |

T-474/08, D. Umbach / Commissie, arrest van 21.10.2010 | Gevoegde zaken T-494/08 tot en met T-500/08 en T-509/08, Ryanair / Commissie, arrest van 10.12.2010 |

In twee zaken betreffende toegang tot het onderzoeksdossier van de Commissie op het gebied van de controle op concentraties, Editions Odile Jacob en Agrofert , zijn de beslissingen van de Commissie uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1049/2001 door het Gerecht nietig verklaard, met name vanwege het ontbreken van concreet en individueel onderzoek naar de documenten[5].

In de zaken betreffende Ryanair volgde het Gerecht het oordeel van het Hof van Justitie in de zaak TGI en wees het de verzoeken af.

In de overige twee zaken werden de beslissingen van de Commissie uit hoofde van Verordening (EG) nr. 1049/2001 door het Gerecht bevestigd.

In het arrest van 21.10.2010 in zaak T-439/08, Agapiou Joséphidès / Commissie en EACEA , waar de Commissie een van de verwerende partijen was (hoewel het bestreden besluit door EACEA was genomen), werd het verzoek eveneens afgewezen.

Tot slot moeten drie zaken worden vermeld die zijn doorgehaald nadat de verzoeker zich had teruggetrokken:

T-245/09, Shell Hellas / Commissie, beschikking van 5.1.2010 | T-251/09, Soc. des Pétroles Shell / Commissie, beschikking van 5.1.2010 | T-170/03, BAT / Commissie, beschikking van 6.9.2010 |

31. In 2010 zijn tegen beslissingen van de Commissie op grond van Verordening (EG) nr. 1049/2001 veertien nieuwe zaken aanhangig gemaakt:

T-17/10, Gerald Steinberg / Commissie | T-36/10, Internationaler Hilfsfonds e.V. / Commissie | T-120/10, ClientEarth e.a. / Commissie |

T-167/10, Evropaïki Dynamiki / Commissie | T-180/10, Nickel Institute / Commissie | T-181/10, Reagens SpA / Commissie |

T-267/10, Land Wien / Commissie | T-291/10, Anne Martin / Commissie | T-300/10, Internationaler Hilfsfonds e.V. / Commissie |

T-301/10, Sophie in ’t Veld / Commissie | T-359/10, Ecologistas en Acción-CODA / Commissie | T-395/10, Stichting Corporate Europe Observatory / Commissie |

T-449/10, ClientEarth e.a. / Commissie | T-511/10, Evropaïki Dynamiki / Commissie |

32. Voorts is in drie zaken bij het Hof van Justitie hogere voorziening ingesteld tegen arresten van het Gerecht.

Hogere voorziening ingesteld door de Commissie (zie punt 7.2):

C-404/10 P, Commissie / Editions Odile Jacob SAS, Lagardère SCA | C-477/10 P, Commission / Agrofert Holding a.s., andere partijen: Zweden, Finland, Denemarken, Polski Koncern Naftowy Orlen SA |

Hogere voorziening ingesteld door de verzoekende partij in eerste aanleg:

C-609/10 P, Dieter C. Umbach / Commissie |

33. CONCLUSIES

34. Het aantal verzoeken om toegang tot documenten is in 2010 weer aanzienlijk gestegen. Terwijl het aantal in 2009 op hetzelfde peil was gebleven als het voorgaande jaar, namelijk omstreeks 5 000, werden in 2010 meer dan 6 000 verzoeken ingediend. Ondanks deze verhoging met 20% is het aandeel toegewezen verzoeken dus niet veranderd: vier op de vijf verzoeken wordt positief beantwoord. Het is opmerkelijk dat het aantal toegangsverzoeken op tien jaar tijd is gestegen van 500 tot 6 000 per jaar. Gezien het totale aantal verzoeken is het aantal confirmatieve verzoeken, klachten bij de ombudsman en beroepen bij het Hof zeer bescheiden gebleven.

De meeste toegangsverzoeken worden nog steeds ingediend door de academische sector, ngo’s, belangengroepen en advocatenkantoren, hoewel het percentage door individuele burgers ingediende verzoeken is gestegen. Veel van deze verzoeken hebben betrekking op inbreukprocedures, antitrustzaken, concentraties van ondernemingen, staatssteun of antidumping. Evenals de voorgaande jaren betroffen de toegangsverzoeken voornamelijk de rol van de Commissie bij de handhaving van het EU-recht, waarbij overeenkomstig de toepasselijke voorschriften een evenwicht moet worden gehandhaafd tussen openheid en andere legitieme belangen. Ten aanzien van initiatieven van de Commissie voor nieuwe wetgeving is er al een hoge mate van openheid, want veel documenten worden proactief openbaar gemaakt.

35. Tien jaar na de goedkeuring van de verordening is door de uitvoering ervan een vaste administratieve werkwijze tot stand gekomen om het recht van de burger op toegang tot documenten van de Commissie gestalte te geven. Daaraan hebben het Hof van Justitie en het Gerecht een aanzienlijke bijdrage geleverd. De Commissie blijft er dan ook van overtuigd dat de herziening van de verordening dient voort te bouwen op wat er de afgelopen tien jaar is bereikt.

BIJLAGE

Statistieken betreffende de toepassing van Verordening (EG) nr. 1049/2001

AANTAL IN HET REGISTER OPGENOMEN DOCUMENTEN

INITIËLE VERZOEKEN

AANTAL ONTVANGEN EN BEHANDELDE VERZOEKEN

2008[6] | 2009 | 2010 |

Ontvangen verzoeken | – | 5 401 | 6 361 |

Antwoorden[7],[8] | – | 6 636 | 7 148 |

Antwoorden op grond van Verordening (EG) nr. 1049/2001 | 5 197 | 5 055 | 6 127 |

RESULTAAT

2008 | 2009 | 2010 |

aantal | % | aantal | % | aantal | % |

CONFIRMATIEVE VERZOEKEN

AANTAL ONTVANGEN EN BEHANDELDE VERZOEKEN

2008 | 2009 | 2010 |

Ontvangen verzoeken | – | 140 | 181 |

Antwoorden | – | 134 | 152 |

Besluiten inzake confirmatieve verzoeken op grond van Verordening (EG) nr. 1049/2001 | 156 | 120 | 122 |

RESULTAAT

2008 | 2009 | 2010 |

aantal | % | aantal | % | aantal | % |

WEIGERINGEN VOLGENS TOEGEPASTE UITZONDERINGSBEPALING (%)

INITIËLE VERZOEKEN

2008 | 2009 | 2010 |

4.1.a) bescherming van het openbaar belang: 1e streepje – openbare veiligheid | 0,18 | 1,36 | 1,94 |

4.1.a) bescherming van het openbaar belang: 2e streepje – defensie en militaire aangelegenheden | 0,82 | 0,54 | 0,14 |

4.1.a) bescherming van het openbaar belang: 3e streepje – internationale betrekkingen | 10,24 | 8,17 | 9,83 |

4.1.a) bescherming van het openbaar belang: 4e streepje – financieel, monetair of economisch beleid | 2,9 | 2,09 | 2,15 |

4.1.b) bescherming van de persoonlijke levenssfeer en integriteit van het individu | 5,98 | 6,99 | 9,76 |

4.2. 1e streepje – bescherming commerciële belangen | 14,4 | 13,99 | 11,84 |

4.2. 2e streepje – bescherming gerechtelijke procedures en juridisch advies | 6,52 | 9,81 | 7,32 |

4.2. 3e streepje – bescherming doel inspecties, onderzoeken en audits | 26,63 | 27,61 | 26,63 |

4.3. 1e alinea – besluitvormingsproces, besluit nog niet genomen | 13,5 | 17,80 | 16,80 |

4.3. 2e alinea – besluitvormingsproces, besluit reeds genomen: adviezen voor intern gebruik in het kader van beraadslagingen en overleg vooraf | 15,22 | 7,81 | 9,62 |

4.5. weigering lidstaat (auteur is derde) | 3,62 | 3,81 | 3,94 |

Totaal | 100 | 100 | 100 |

CONFIRMATIEVE VERZOEKEN

2008 | 2009 | 2010 |

4.1.a) bescherming van het openbaar belang: 1e streepje – openbare veiligheid | 0,42 | 2,55 | 2,67 |

4.1.a) bescherming van het openbaar belang: 2e streepje – defensie en militaire aangelegenheden | 0,42 | 0 | 0 |

4.1.a) bescherming van het openbaar belang: 3e streepje – internationale betrekkingen | 5,91 | 4,38 | 6,67 |

4.1.a) bescherming van het openbaar belang: 4e streepje – financieel, monetair of economisch beleid | 0,84 | 3,28 | 3,33 |

4.1.b) bescherming van de persoonlijke levenssfeer en integriteit van het individu | 5,06 | 14,23 | 9,33 |

4.2. 1e streepje – bescherming commerciële belangen | 24,89 | 17,52 | 16,67 |

4.2. 2e streepje – bescherming gerechtelijke procedures en juridisch advies | 3,8 | 5,47 | 10 |

4.2. 3e streepje – bescherming doel inspecties, onderzoeken en audits | 27,85 | 25,91 | 32 |

4.3. 1e alinea – besluitvormingsproces, besluit nog niet genomen | 17,3 | 12,77 | 11,33 |

4.3. 2e alinea – besluitvormingsproces, besluit reeds genomen: adviezen voor intern gebruik in het kader van beraadslagingen en overleg vooraf | 12,24 | 13,87 | 8 |

4.5. weigering lidstaat | 1,27 | - | - |

Totaal | 100 | 100 | 100 |

UITSPLITSING VAN DE VERZOEKEN

NAAR BEROEP EN SOCIALE ACHTERGROND VAN DE VERZOEKER (%)

2008 | 2009 | 2010 |

Academische wereld | 31,03 | 21,29 | 23,24 |

Overheden (andere dan EU-instellingen) | 14,19 | 7,33 | 13,56 |

Advocaten | 11,01 | 10,24 | 10,69 |

Andere EU-instellingen | 6,3 | 3,77 | 8,32 |

Maatschappelijk middenveld (belangengroepen, industrie, ngo’s, enz.) | 18,26 | 9,85 | 8,18 |

Journalisten | 2,46 | 2,02 | 3,35 |

Niet nader aangegeven | 16,75 | 45,5 | 32,68 |

Totaal | 100 | 100 | 100 |

NAAR GEOGRAFISCHE OORSPRONG (%)

2008 | 2009 | 2010 |

België | 18,93 | 18,26 | 17,95 |

Duitsland | 16,89 | 16,61 | 16,62 |

Frankrijk | 8 | 8,01 | 9,05 |

Italië | 8,54 | 7,18 | 8,85 |

Verenigd Koninkrijk | 6,34 | 6,23 | 7,24 |

Spanje | 5,29 | 6,27 | 6,86 |

Nederland | 4,83 | 5,45 | 4,43 |

Tsjechië | 1,26 | 1,11 | 4,23 |

Polen | 2,57 | 2,86 | 2,76 |

Zweden | 1,44 | 2,13 | 2,18 |

Oostenrijk | 2,11 | 1,98 | 2,08 |

Luxemburg | 2,61 | 1,71 | 1,99 |

Denemarken | 2,45 | 1,63 | 2,02 |

Ierland | 1,28 | 0,72 | 1,49 |

Griekenland | 1,93 | 1,06 | 1,22 |

Portugal | 1,5 | 1,61 | 1,16 |

Roemenië | 0,58 | 0,93 | 1,11 |

Finland | 1,08 | 0,78 | 0,81 |

Hongarije | 0,86 | 0,70 | 0,89 |

Bulgarije | 0,36 | 0,56 | 0,69 |

Slowakije | 0,24 | 0,50 | 0,56 |

Slovenië | 0,32 | 0,39 | 0,52 |

Litouwen | 0,62 | 0,35 | 0,31 |

Malta | 0,2 | 0,30 | 0,22 |

Cyprus | 0,22 | 0,20 | 0,20 |

Letland | 0,28 | 0,06 | 0,13 |

Estland | 0,1 | 0,17 | 0,09 |

Europese landen buiten de EU | 2,12 | 0,83 | 0,50 |

Noord-Amerika | 1,16 | 0,37 | 0,11 |

Australië en Nieuw-Zeeland | 0,14 | 0,07 | 0,09 |

Afrika | 0,04 | 0,20 | 0,05 |

Zuid-Amerika | 0,06 | 0,09 | 0,05 |

Azië | 0,46 | 0,19 | 0,04 |

Niet nader aangegeven | 5,24 | 10,57 | 3,49 |

Totaal | 100 | 100 | 100 |

NAAR BELEIDSGEBIED (%)

Directoraat-generaal/Dienst | 2008 | 2009 | 2010 |

SG – Secretariaat-generaal | 9,38 | 10,10 | 11,64 |

COMP – Concurrentie | 7,18 | 7,03 | 9,07 |

JUST – Justitie + HOME – Binnenlandse zaken (voorheen JLS) | 6,69 | 7,74 | 8,38 |

MOVE – Mobiliteit en vervoer + ENER – Energie (voorheen TREN) | 8,18 | 8,02 | 7,14 |

MARKT – Interne markt | 7,28 | 7,27 | 6,14 |

ENV – Milieu + CLIMA – Klimaat | 6,07 | 8,37 | 6,07 |

SANCO – Gezondheid en consumentenbescherming | 5,74 | 4,69 | 5,44 |

TAXUD – Belastingen en douane-unie | 5,17 | 6,20 | 5,30 |

ENTR – Ondernemingen | 5,91 | 4,55 | 4,48 |

RELEX – Buitenlandse betrekkingen | 2,39 | 2,25 | 3,29 |

AGRI – Landbouw | 3,6 | 4,07 | 3,15 |

REGIO – Regionaal beleid | 3,42 | 3,67 | 3,06 |

TRADE – Handel | 2,72 | 2,08 | 3,06 |

DEVCO – Ontwikkeling en samenwerking — EuropeAid (voorheen DEV + AIDCO) | 3,22 | 2,75 | 2,77 |

EMPL – Werkgelegenheid en sociale zaken | 3,72 | 3,28 | 2,74 |

SJ – Juridische dienst | 1,75 | 1,80 | 2,68 |

ECFIN – Economische en financiële zaken | 1,23 | 1,87 | 2,32 |

HR – Personele middelen en beveiliging (voorheen ADMIN) + OIB + OIL – Bureaus infrastructuur en logistiek Brussel en Luxemburg + PMO – Bureau beheer en afwikkeling van individuele rechten | 4,54 | 3,15 | 2,29 |

RTD – Onderzoek + JRC – Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek | 1,36 | 1,74 | 1,82 |

INFSO – Informatiemaatschappij | 2,3 | 2,29 | 1,79 |

ELARG – Uitbreiding | 1,5 | 1,74 | 1,47 |

BUDG – Begroting | 1,07 | 1,07 | 1,24 |

EAC – Onderwijs en cultuur | 1,4 | 1,44 | 1,13 |

COMM – Communicatie | 0,85 | 0,41 | 0,74 |

MARE – Maritieme zaken en visserij | 1,13 | 0,79 | 0,66 |

DGT – Vertaling | 0,32 | 0,13 | 0,36 |

ESTAT – Eurostat | 0,22 | 0,11 | 0,31 |

CAB – Kabinetten van de commissarissen | 0,43 | 0,30 | 0,28 |

ECHO – Humanitaire hulp | 0,15 | 0,24 | 0,28 |

OLAF – Europees Bureau voor fraudebestrijding | 0,62 | 0,24 | 0,27 |

OPOCE – Publicatiebureau | 0,05 | 0,19 | 0,19 |

EPSO – Europees Bureau voor personeelsselectie | 0,23 | 0,26 | 0,14 |

IAS – Interne audit | 0,07 | 0,02 | 0,09 |

DIGIT – Informatica | 0 | 0,07 | 0,09 |

SCIC – Tolken | 0,02 | 0,02 | 0,08 |

BEPA – Bureau van Europese beleidsadviseurs | 0,07 | 0,06 | 0,03 |

Totaal | 100 | 100 | 100 |

[1] PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43.

[2] “Gevoelige documenten zijn documenten die afkomstig zijn van de instellingen of van de agentschappen hiervan, van lidstaten, van derde landen of van internationale organisaties, en die op grond van de regels van de betrokken instelling ter bescherming van wezenlijke belangen van de Europese Unie, of van één of meer van haar lidstaten, op de gebieden van artikel 4, lid 1, onder a) – in het bijzonder openbare veiligheid, defensie en militaire aangelegenheden – als “TRÈS SECRET/TOP SECRET”, “SECRET” of “CONFIDENTIEL” zijn gerubriceerd.” (artikel 9, lid 1).

[3] Over dit geval is tevens een speciaal verslag van de Europese Ombudsman uitgebracht.

[4] Zie http://curia.europa.eu/jurisp/cgi-bin/form.pl?lang=nl voor nadere details over de onderstaande zaken.

[5] Zie ook punt 7.4 van dit verslag.

[6] Voor 2008 kan de Commissie voor de categorieën “Ontvangen verzoeken” en “Antwoorden” geen vergelijkbare statistische gegevens verstrekken betreffende initiële of confirmatieve verzoeken.

[7] Een verzoek kan betrekking hebben op meer dan één document en derhalve aanleiding geven tot een aantal verschillende antwoorden.

[8] De categorie “Antwoorden” omvat tevens de antwoorden die niet onder Verordening (EG) nr. 1049/2001 vallen, maar bijvoorbeeld op grond van Verordening (EG) nr. 45/2001 zijn gegeven.