Home

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT overeenkomstig artikel 294, lid 6, van hetVerdrag betreffende de werking van de Europese Unieinzake hetstandpunt van de Raad in eerste lezing met het oog op de aanneming vaneen richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 78/660/EEG van de Raad betreffende de jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen wat micro-entiteiten betreft

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT overeenkomstig artikel 294, lid 6, van hetVerdrag betreffende de werking van de Europese Unieinzake hetstandpunt van de Raad in eerste lezing met het oog op de aanneming vaneen richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 78/660/EEG van de Raad betreffende de jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen wat micro-entiteiten betreft

2009/0035 (COD)

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT

overeenkomstig artikel 294, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie inzake het standpunt van de Raad in eerste lezing met het oog op de aanneming van een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 78/660/EEG van de Raad betreffende de jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen wat micro-entiteiten betreft

(Voor de EER relevante tekst)

ACHTERGROND

Toezending van het voorstel aan het Europees Parlement en de Raad (document COM(2009) 83 definitief - 2009/0035 COD): | 26/02/2009. |

Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité: | 15/07/2009. |

Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing: | 10/03/2010. |

Toezending van het gewijzigde voorstel: | niet van toepassing. |

Vaststelling van het standpunt van de Raad: | 12/09/2011. |

DOEL VAN HET VOORSTEL VAN DE COMMISSIE

Het voorstel van de Commissie is goedgekeurd in de context van het initiatief "Betere regelgeving". Doel van dit voorstel is lidstaten de mogelijkheid te bieden micro-entiteiten van de vereisten van de vierde richtlijn vennootschapsrecht[1] vrij te stellen en aldus het bestaande regelgevingskader te vereenvoudigen en te verbeteren door de uit de verslagleggingsvoorschriften voortvloeiende informatieverplichtingen voor EU-micro-entiteiten te beperken teneinde:

- de administratieve lasten te verminderen; en

- de voor micro-entiteiten geldende verslagleggingsvoorschriften op de werkelijke behoeften van gebruikers en opstellers van jaarrekeningen af te stemmen.

OPMERKINGEN OVER HET STANDPUNT VAN DE RAAD

3.1 Algemene opmerkingen

Deze volgens een versnelde procedure te behandelen wijziging, die een hoofdprioriteit van de agenda voor betere regelgeving vormt, is in februari 2009 voorgesteld en was bedoeld om op korte termijn een aanzienlijke vereenvoudiging te bewerkstelligen.

Het Europees Parlement had de Commissie in december 2008 opgeroepen de verslagleggingsvoorschriften verder te vereenvoudigen. In zijn wetgevingsresolutie van maart 2010 toonde het Parlement zich dan ook ingenomen met het onderhavige voorstel. Het is echter onder meer een wijziging overeengekomen die inhield dat vennootschappen krachtens EU-wetgeving nog steeds verplicht zouden zijn een boekhouding bij te houden die hun handelstransacties en hun financiële toestand weergeeft.

De Raad was onverdeeld verheugd over de doelstelling van de Commissie om de bestaande wetgeving voor micro-entiteiten te vereenvoudigen. Hoewel een meerderheid van de Raad het Commissievoorstel toejuichte, was een blokkerende minderheid echter van oordeel dat het voorstel niet helemaal de juiste manier was om de aangegeven doelstellingen te verwezenlijken. Het standpunt van de Raad is dan ook een compromis tussen deze gezichtspunten. Krachtens het standpunt geldt voor micro-entiteiten met name nog steeds een EU-verplichting om een jaarrekening op te stellen.

3.2 Follow-up van de door het Europees Parlement aangebrachte wijzigingen

1. Wijziging waarbij micro-entiteiten nog steeds onderworpen zijn aan de verplichting een boekhouding bij te houden die hun handelstransacties en hun financiële toestand weergeeft: deze wijziging is in essentie overgenomen in overweging 5 van het standpunt van de Raad (laatste zin).

2. Diverse wijzigingen die inhouden dat lidstaten de vrije keuze moeten hebben om micro-entiteiten al dan niet vrij te stellen, met name rekening houdend met de situatie op nationaal niveau wat het aantal ondernemingen betreft dat onder de drempels van de richtlijn valt: deze wijzigingen zijn in essentie gehandhaafd in de overwegingen 6 en 7 en artikel 2 van het standpunt van de Raad.

3.3 Door het standpunt van de Raad ingevoerde nieuwe maatregelen

Met het Commissievoorstel werd beoogd Richtlijn 78/660/EEG betreffende de jaarrekening van vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid als volgt te wijzigen:

3. invoering van een nieuwe categorie vennootschappen, namelijk micro-entiteiten, die worden omschreven als vennootschappen die op de balansdatum twee van de volgende drie criteria niet overschrijden:

4. balanstotaal: 500 000 EUR;

5. netto-omzet: 1 000 000 EUR;

6. gemiddeld personeelsbestand gedurende het boekjaar: 10;

7. de lidstaten zouden onder hun rechtsbevoegdheid vallende micro-entiteiten van alle verplichtingen uit hoofde van Richtlijn 78/660/EEG kunnen vrijstellen.

In zijn standpunt staat de Raad achter de invoering van een aparte categorie vennootschappen (micro-entiteiten), maar stelt hij een nieuwe definitie daarvan voor met lagere drempels voor het balanstotaal en de netto-omzet, namelijk respectievelijk 250 000 EUR en 500 000 EUR. Volgens schattingen van de Commissie zouden deze lagere drempels ertoe leiden dat in vergelijking met het Commissievoorstel ongeveer 15% minder vennootschappen zouden kunnen profiteren van de vereenvoudigingsmaatregelen waarin het standpunt van de Raad voorziet.

Overeenkomstig het standpunt van de Raad zouden lidstaten micro-entiteiten geen algemene vrijstelling van EU-verslagleggingsvoorschriften kunnen verlenen, maar in plaats daarvan een aantal vereenvoudigingen kunnen toestaan, zoals onder meer:

- de mogelijkheid om de in de jaarrekening voorkomende informatie in een vereenvoudigd schema van de balans en de winst-en-verliesrekening te presenteren en om micro-entiteiten tevens voor sommige categorieën uitgaven vrij te stellen van de verplichting om overlopende posten te berekenen;

- de mogelijkheid om de gewoonlijk in de toelichting verstrekte informatie aanzienlijk te verminderen en toe te staan dat deze informatie onder de balans wordt vermeld;

- de mogelijkheid om micro-entiteiten vrij te stellen van de verplichting hun jaarrekening te publiceren, op voorwaarde dat deze wordt ingediend bij een bevoegde autoriteit, die op haar beurt ten minste de balansinformatie aan het nationale register moet verstrekken.

Om zekerheid te verschaffen en ervoor te zorgen dat jaarrekeningen van micro-entiteiten beter onderling vergelijkbaar zijn, stelt de Raad ook voor verslaglegging op basis van de waarde in het economisch verkeer (reële waarde) voor deze categorie vennootschappen te verbieden.

In vergelijking met het Commissievoorstel zou het standpunt van de Raad evenwel een aantal verslagleggingsverplichtingen op EU-niveau blijven opleggen, zoals onder meer algemene waarderingsregels, verplichte schema's voor de balans en de winst-en-verliesrekening en minimumtransparantievereisten.

CONCLUSIE

De Raad heeft zijn standpunt in eerste lezing bij gekwalificeerde meerderheid vastgesteld. Hoewel het in aanzienlijke wijzigingen in het Commissievoorstel (met name in de definitie van micro-entiteiten) voorziet, blijft de strekking van het Commissievoorstel behouden, namelijk de lidstaten de mogelijkheid bieden micro-entiteiten van een aanzienlijk aantal belastende verslagleggingsverplichtingen op EU-niveau vrij te stellen. Doel van het Commissievoorstel was volledige vrijstelling te verlenen, terwijl het standpunt van de Raad de vrijstelling zou beperken tot een bepaald aantal terreinen, hetgeen echter nog steeds een aanzienlijke vooruitgang in de richting van vereenvoudiging mogelijk zou maken.

De Commissie meent daarom het standpunt van de Raad te kunnen onderschrijven. Gezien het advies van het Europees Parlement in eerste lezing verbindt de Commissie zich ertoe de interinstitutionele onderhandelingen te vergemakkelijken om een voor beide medewetgevers aanvaardbaar compromis te bereiken.

[1] Richtlijn 78/660/EEG van de Raad van 25 juli 1978 op de grondslag van artikel 54, lid 3, onder g), van het Verdrag betreffende de jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen, PB L 222 van 14.8.1978, blz. 11.