Home

Madagascar Resolutie van het Europees Parlement van 9 juni 2011 over de situatie in Madagaskar

Madagascar Resolutie van het Europees Parlement van 9 juni 2011 over de situatie in Madagaskar

11.12.2012

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CE 380/129


Donderdag 9 juni 2011
Madagascar

P7_TA(2011)0270

Resolutie van het Europees Parlement van 9 juni 2011 over de situatie in Madagaskar

2012/C 380 E/17

Het Europees Parlement,

gezien de artikelen 8 en 9 van de Overeenkomst van Cotonou over respectievelijk politieke dialoog en de eerbiediging van de mensenrechten,

gezien zijn eerdere resoluties over Madagaskar, met name die van 7 mei 2009(1) en van 11 februari 2010(2), en de enquêtemissie die de Paritaire Parlementaire Vergadering ACS-EU naar Madagaskar heeft gezonden van 10-11 juli 2010,

gezien de verklaring van de hoge vertegenwoordiger van de EU, Catherine Ashton, van 19 november 2010,

gezien het Swaziland-communiqué van 30 maart 2009 en het Livingstone-besluit van 31 maart 2011 waarin, in paragraaf 6 wordt verklaard dat de oplossing in Madagaskar democratisch, op consensus berustend, inclusief en transparant dient te zijn,

gezien de overeenkomsten van Maputo van 8 en 9 augustus 2009 en de aanvullende akte van Addis Abeba van 6 november 2009, die door de leiders van vier politieke groeperingen in Madagaskar zijn ondertekend, daar deze overeenkomsten grondwettelijke waarde hebben zoals uitdrukkelijk overeengekomen is door de belanghebbenden en zoals erkend is door de internationale gemeenschap,

gezien de schorsing van Madagaskar als lid van de Ontwikkelingsgemeenschap van Zuidelijk Afrika (SADC) en de Afrikaanse Unie (AU),

gezien de sancties die door de Afrikaanse Unie op 17 maart 2010 zijn opgelegd, en die op 31 januari 2011 zijn bevestigd, aan de heer Rajoelina en meer dan 100 van zijn aanhangers,

gezien de recente routekaart die is voorgesteld door het bemiddelingsteam van de SADC,

gezien de buitengewone topontmoeting van de SADC op 20 mei 2011,

gezien artikel 122, lid 5, van zijn Reglement,

A.

overwegende dat er sinds de staatsgreep een blijvende politieke instabiliteit heerst, waardoor Madagaskar op sociaaleconomisch, humanitair vlak en op het vlak van de mensenrechten in een hachelijke situatie is beland,

B.

overwegende de afspraken die gemaakt zijn in Maputo en Addis Abeba over de verdeling van de macht met de andere politieke stromingen in Madagaskar; overwegende dat deze overeenkomsten een Handvest van waarden bevatten dat gebaseerd is op de eerbiediging van de grondbeginselen en de bevordering, gedurende de overgangsperiode, van geweldloosheid, verzoening en wederzijds respect,

C.

overwegende dat het huidige regime de grondwettelijke, democratische en fundamentele rechten die zijn verankerd in de Overeenkomst van Cotonou en in internationale overeenkomsten met voeten treedt,

D.

overwegende dat er een open en onafhankelijk onderzoek naar de sterfgevallen en het buitensporig gebruik van geweld tijdens de demonstraties in 2009 moet worden ingesteld,

E.

overwegende dat het heersende illegale regime de uitvoerende, wetgevende en rechterlijke macht alsook de media monopoliseert,

F.

overwegende dat het huidige onderhandelingsproces met internationale bemiddeling op inclusieve wijze moet worden voortgezet,

G.

overwegende dat de huidige machthebber op 17 november 2010 een oneerlijk constitutioneel referendum heeft georganiseerd dat terecht geboycot werd door de oppositie en dat over het algemeen genegeerd werd door de internationale gemeenschap, en dat geleid heeft tot de aanneming van een zogenaamde nieuwe grondwet,

H.

overwegende dat de Europese Unie op maandag 6 juli 2009 overeenkomstig artikel 96 van de Overeenkomst van Cotonou een raadplegingsproces met Madagaskar is gestart, waarmee een dialoog is aangegaan om naar oplossingen voor de politieke problemen van het land te zoeken,

I.

overwegende dat de Europese Unie op 7 juni 2010 heeft besloten het raadplegingsproces met de Republiek Madagaskar af te sluiten en passende maatregelen heeft getroffen overeenkomstig artikel 96 van de Overeenkomst van Cotonou - in dit geval opschorting van de hulp,

J.

overwegende dat bovengenoemde manifeste aanslagen op de democratie tevens geleid hebben tot opschorting van de steun van het IMF, de Wereldbank, tot de opschorting van de voordelen van de AGOA (African Growth and Opportunity Act), alsmede tot gerichte sancties van de Afrikaanse Unie,

K.

overwegende dat de covoorzitters van de Paritaire Parlementaire Vergadering ACS-EU op 17 mei 2011 hebben aangedrongen op de installering van een neutrale, op consensus berustende en inclusieve overgangsregering met als taak om een transparant en onafhankelijk verkiezingsproces op gang te brengen dat zou moeten leiden tot democratische verkiezingen onder toezicht van de internationale gemeenschap, als eerste stap naar een duurzaam herstel van de grondwettelijke orde,

L.

overwegende dat de bevolking minder dan 1 USD per dag verdient en dat de huishoudens door hun geringe inkomsten amper toegang hebben tot de eerste levensbehoeften, water, sanitaire voorzieningen, gezondheidszorg en onderwijs; overwegende dat de situatie sinds het begin van de politieke crisis aanzienlijk is verslechterd; en gezien de droogte en de talrijke natuurrampen waar het land de afgelopen twee jaar door geteisterd is,

1.

veroordeelt nogmaals ten zeerste de wijze waarop de heer Rajoelina de macht heeft gegrepen en de wijze waarop zijn illegale en illegitieme regime aan de macht blijft, en is nog steeds bezorgd over huidige situatie in Madagaskar;

2.

veroordeelt de veelvuldige schendingen van de mensenrechten en de veelvuldige gewelddaden van de huidige Malagassische veiligheidsdiensten tegen hun eigen bevolking en dringt aan op ontbinding van alle politieke milities, op volledige eerbiediging van de burgerrechten, de politieke, sociale en economische rechten van alle burgers en het herstel van de rechtsstaat in Madagaskar; eist de onmiddellijke vrijlating van alle politieke gevangenen; eist een veilige terugkeer van ballingen en politieke leiders;

3.

dringt aan op een onafhankelijk onderzoek naar deze wandaden, om de plegers van schendingen van de mensenrechten voor de rechter te brengen;

4.

geeft uiting aan zijn ernstige bezorgdheid over de aanhoudende illegale plundering en export van kostbaar hardhout, mineralen en fauna uit nationale reservaten en beschermde gebieden, en de toenemende bedreiging van de biodiversiteit door de ineenstorting van de maatschappelijke orde en steunt natuurbehoudgroepen en het maatschappelijk middenveld om te voorkomen dat het land afglijdt naar milieuverschraling en sociale ontwrichting;

5.

betreurt het mislukken van de onderhandelingen van Gaborone en dringt aan op een bevredigende exit-strategie uit de huidige impasse om een werkelijk neutrale, op consensus berustende en inclusieve overgangsregering te installeren; neemt kennis van de opmerkingen en aanbevelingen in het verslag van de buitengewone topontmoeting van de SADC; dringt er op aan dat op de volgende topontmoeting van de SADC op 11 juni 2011 definitief een einde wordt gemaakt aan de politieke impasse en dat er geopereerd wordt in het belang van de bevolking van Madagaskar; spoort alle partijen die betrokken zijn bij de ondertekende overeenkomsten aan zich te houden aan hun afspraken;

6.

benadrukt dat de grondwettelijke orde moet worden hersteld omdat dat een voorwaarde is voor de institutionele normaliteit in Madagaskar en dringt erop aan dat snel overgegaan wordt tot vrije, open en transparante verkiezingen die voldoen aan democratische normen, onder toezicht van de internationale gemeenschap;

7.

benadrukt dat geloofwaardigheid, met inbegrip van de legitimiteit van het verkiezingsproces, inhoudt dat alle politieke bewegingen en leiders vrij en onvoorwaardelijk deel kunnen nemen aan deze verkiezingen en onbeperkte toegang hebben tot de media;

8.

ontzegt de autoriteiten die op ongrondwettige wijze de macht gegrepen hebben het recht om verkiezingen te houden;

9.

herinnert eraan dat de heer Rajoelina heeft aangekondigd dat hij niet zal deelnemen aan de toekomstige presidentsverkiezingen;

10.

benadrukt dat het noodzakelijk is dat het Malagassische volk zijn eigen toekomst kiest en dat het ook in staat is om zijn zelfbeschikkingsrecht onvoorwaardelijk uit te oefenen;

11.

benadrukt dat de Afrikaanse Unie op haar top van 31 januari 2011 de reeds op haar top van 17 maart 2010 overeengekomen individuele en selectieve sancties jegens de heer Rajoelina en meer dan honderd aanhangers die de hoge autoriteit van de overgangsregering steunen, heeft bevestigd;

12.

dringt er bij de Europese Unie en de VN-Veiligheidsraad op aan sancties te blijven opleggen - en uit te breiden - aan het regime totdat de politieke crisis is opgelost met inachtneming van bovenstaande overwegingen en met name het door de Afrikaanse Unie ingestelde visaverbod uit te breiden tot al hun lidstaten;

13.

benadrukt dat de heer Rajoelina's regering niet erkend wordt door de EU noch door enig andere lidstaat van de internationale contactgroep-Madagaskar;

14.

steunt de huidige inspanningen van de SADC en verzoekt de AU, de SADC en de internationale contactgroep het overgangsproces tot een goed einde te brengen;

15.

steunt de passende maatregelen die de EU op 7 juni 2010 heeft genomen na de afsluiting van het raadplegingsproces, overeenkomstig artikel 96 van de Overeenkomst van Cotonou, volledig;

16.

dringt er bij de internationale gemeenschap en de Europese Unie op aan hun humanitaire hulp aan de Malagassische bevolking op te voeren; herinnert eraan dat de samenwerkingsprogramma's met Madagaskar alleen geleidelijk kunnen worden hervat als alle democratische beginselen en fundamentele vrijheden volledig worden geëerbiedigd;

17.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de vicevoorzitter van de Commissie/hoge vertegenwoordiger van de Unie, de Europese Commissie, de Raad van de Europese Unie, de ACS-EU-Raad, de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, de SADC, president Joaquim Chissano en de Commissie van de Afrikaanse Unie.