Home

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende regelingen voor de heronderhandeling over de monetaire overeenkomst met het Vorstendom Monaco

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende regelingen voor de heronderhandeling over de monetaire overeenkomst met het Vorstendom Monaco




[pic] | EUROPESE COMMISSIE |

Brussel, 31.1.2011

COM(2011) 23 definitief

Aanbeveling voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

betreffende regelingen voor de heronderhandeling over de monetaire overeenkomst met het Vorstendom Monaco

TOELICHTING

Tussen de Europese Unie en Monaco, San Marino en Vaticaanstad zijn monetaire overeenkomsten gesloten teneinde de juridische continuïteit te verzekeren van de regelingen die vóór de invoering van de euro bestonden tussen deze landen enerzijds en Frankrijk en Italië anderzijds.

Tien jaar nadat de door Monaco, San Marino en Vaticaanstad gebruikte oude munteenheden van Frankrijk en Italië door de euro werden vervangen, heeft de Raad de Commissie verzocht de werking van de bestaande monetaire overeenkomsten te evalueren[1]. De resultaten van de evaluatie zijn goedgekeurd in de mededeling van de Commissie over de werking van de monetaire overeenkomsten met Monaco, San Marino en Vaticaanstad[2].

De Commissie heeft geconcludeerd dat de monetaire overeenkomsten in hun huidige vorm dienden te worden gewijzigd om tot een consequentere benadering te komen van de betrekkingen tussen de Unie en de landen die de overeenkomsten hebben ondertekend. Op deze basis heeft de Raad op 16 oktober 2009 twee besluiten aangenomen waarbij de Europese Commissie en de Italiaanse Republiek is opgedragen over de bestaande overeenkomsten te heronderhandelen. Op 17 december 2009 is een nieuwe monetaire overeenkomst met de Staat Vaticaanstad gesloten[3], terwijl de besprekingen met de Republiek San Marino nog aan de gang zijn.

De onderhavige ontwerpaanbeveling voor een besluit van de Raad bepaalt de regelingen voor de heronderhandeling over de overeenkomst met het Vorstendom Monaco.

Terwijl een belangrijk aantal wijzigingen in de met Vaticaanstad en San Marino getroffen regelingen noodzakelijk waren, moet de reikwijdte van de heronderhandeling over de monetaire overeenkomst met het Vorstendom Monaco veel beperkter zijn aangezien het Vorstendom Monaco alle toepasselijke bancaire en financiële wetgeving van de Unie reeds toepast. De Commissie stelt bijgevolg voor de wijziging na te streven van de volgende bepalingen:

- Plafond voor de uitgifte van euromunten

Om historische redenen werden de plafonds voor de jaarlijkse uitgiften van Monaco, San Marino en Vaticaanstad op twee verschillende wijzen vastgesteld (Monaco mag momenteel een jaarlijkse hoeveelheid munten uitgeven die maximaal 1/500 bedraagt van de hoeveelheid munten die per jaar in Frankrijk worden geslagen, terwijl voor Vaticaanstad en San Marino vaste quota golden/gelden), hetgeen tot zeer uiteenlopende resultaten heeft geleid.

Teneinde een billijke behandeling van alle landen met een monetaire overeenkomst te garanderen, heeft de Commissie voorgesteld een nieuwe uniforme methode voor de berekening van de plafonds voor de uitgifte van euromunten in te voeren, die ook in alle overeenkomsten moet worden gehanteerd. Teneinde een zekere circulatie van hun munten mogelijk te maken, had de Commissie ook een verhoging voorgesteld van de uitgifteplafonds van de landen die een monetaire overeenkomst hebben ondertekend. Munten die in een kleine oplage worden geslagen, zijn erg in trek bij muntverzamelaars. Dit heeft tot gevolg dat de munten niet hun oorspronkelijke doel als betaalinstrument dienen, maar uitsluitend als verzamelobjecten worden gebruikt.

In overeenstemming met de nieuwe overeenkomst met Vaticaanstad en de overeenkomst waarover met San Marino wordt onderhandeld, zouden de nieuwe plafonds voor Monaco uit een vast en een variabel deel bestaan:

1. het vaste deel dient erop gericht te zijn aan de vraag van muntverzamelaars te voldoen. Volgens de gangbare ramingen zou een totale waarde van ongeveer 2 340 000 EUR moeten volstaan om aan de vraag van de verzamelaarsmarkt te voldoen;

2. het variabele deel zou in het geval van Monaco gebaseerd zijn op de gemiddelde uitgifte per hoofd van de bevolking van Frankrijk. De gemiddelde hoeveelheid munten die in jaar n-1 in Frankrijk per hoofd van de bevolking wordt uitgegeven, zou worden vermenigvuldigd met het aantal inwoners van het Vorstendom Monaco.

3. Aanwijzing van de bevoegde rechterlijke instantie

De monetaire overeenkomsten in hun huidige vorm verschaffen de Unie geen enkel drukkingsmiddel ingeval de landen die een monetaire overeenkomst hebben ondertekend, hun verplichtingen niet vervullen (bv. de toepasselijke Uniewetgeving niet tijdig omzetten), afgezien van de ultieme – en daarom onwaarschijnlijke – mogelijkheid om de overeenkomst unilateraal op te zeggen. De Commissie stelt bijgevolg voor het Hof van Justitie van de Europese Unie aan te wijzen als de rechterlijke instantie die bevoegd is voor het beslechten van de geschillen die uit de toepassing van de monetaire overeenkomsten kunnen rijzen.

- Vorm van de overeenkomst

De vorm van de monetaire overeenkomst moet worden aangepast.

- Aanbeveling voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

betreffende de regelingen voor de heronderhandeling over de monetaire overeenkomst met het Vorstendom Monaco

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 219, lid 3,

Gezien de aanbeveling van de Commissie[4],

Gezien het advies van de Europese Centrale Bank[5],

Overwegende hetgeen volgt:

4. Met ingang van de datum van de invoering van de euro is de Unie bevoegd voor monetaire en wisselkoersaangelegenheden.

5. De Raad dient de besluiten te nemen over de regelingen voor de onderhandelingen over en de sluiting van overeenkomsten inzake aangelegenheden betreffende het monetaire of wisselkoersregime.

6. Op 26 december 2001 heeft de Franse Republiek, namens de Europese Gemeenschap, een monetaire overeenkomst met het Vorstendom Monaco gesloten.

7. Frankrijk heeft al lang bestaande monetaire banden met het Vorstendom Monaco, die in uiteenlopende rechtsinstrumenten tot uitdrukking komen. De in het Vorstendom Monaco gevestigde financiële instellingen hebben recht op toegang tot de herfinancieringsfaciliteiten van de Banque de France en kunnen op dezelfde voorwaarden als Franse banken deelnemen aan een aantal Franse betalingssystemen.

8. Op 10 februari 2009 heeft de Raad in zijn conclusies de Commissie verzocht de werking van de bestaande overeenkomsten te evalueren en te bezien of de maxima voor de uitgifte van munten kunnen worden verhoogd.

9. In de mededeling over de werking van de monetaire overeenkomsten met Monaco, San Marino en Vaticaanstad[6] heeft de Commissie geconcludeerd dat de monetaire overeenkomst met het Vorstendom Monaco in zijn huidige vorm dient te worden gewijzigd om tot een consequentere benadering te komen van de betrekkingen tussen de Unie en de landen die een monetaire overeenkomst hebben ondertekend.

10. Over de monetaire overeenkomst met Monaco moet bijgevolg worden heronderhandeld om het plafond voor de uitgifte van munten aan te passen, een rechterlijke instantie aan te wijzen voor de beslechting van geschillen en de vorm van de overeenkomst aan de nieuwe gemeenschappelijke vorm aan te passen. De huidige overeenkomst moet worden behouden totdat een nieuwe overeenkomst tussen de partijen wordt gesloten,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De Franse Republiek stelt het Vorstendom Monaco ervan in kennis dat het noodzakelijk is de bestaande monetaire overeenkomst tussen de Franse Republiek, namens de Europese Unie, en het Vorstendom Monaco zo spoedig mogelijk te wijzigen en biedt aan te heronderhandelen over de desbetreffende bepalingen van de overeenkomst.

Artikel 2

Bij de heronderhandeling over de overeenkomst met het Vorstendom Monaco streeft de Unie de volgende wijzigingen na:

11. De overeenkomst wordt gesloten tussen de Unie, vertegenwoordigd door de Franse Republiek en de Europese Commissie, en het Vorstendom Monaco.

12. De methode voor de berekening van de plafonds voor de uitgifte van euromunten door Monaco wordt herzien. Voor de berekening van het nieuwe uitgifteplafond wordt een methode gehanteerd waarbij een vast en een variabel deel worden gecombineerd: met het vaste deel wordt beoogd buitensporige speculatie door muntverzamelaars met muntstukken van Monaco te vermijden door aan de vraag van de verzamelaarsmarkt te voldoen, terwijl het variabele deel wordt berekend op basis van de gemiddelde muntuitgifte per hoofd van de bevolking van Frankrijk in het jaar n-1, vermenigvuldigd met het aantal inwoners van Monaco. Zonder afbreuk te doen aan de uitgifte van munten voor verzamelaars, wordt het minimumaandeel van de euromunten van Monaco dat tegen nominale waarde in omloop zal worden gebracht, in de overeenkomst op 80% vastgesteld.

13. Het Hof van Justitie van de Europese Unie wordt aangewezen als de instantie die verantwoordelijk is voor het beslechten van geschillen die uit de toepassing van de overeenkomst kunnen rijzen. Indien de Unie of Monaco van mening is dat de andere partij een uit de monetaire overeenkomst voortvloeiende verplichting niet is nagekomen, kan de zaak aanhangig worden gemaakt bij het Hof van Justitie. Het arrest van het Hof is bindend voor de partijen, die gehouden zijn de maatregelen te nemen welke nodig zijn ter uitvoering van het arrest binnen de termijn die het Hof in zijn arrest heeft vastgesteld. Ingeval de Unie of Monaco nalaat om binnen de gestelde termijn de maatregelen te nemen welke nodig zijn ter uitvoering van het arrest, kan de andere partij de overeenkomst onmiddellijk opzeggen.

14. De vorm van de overeenkomst wordt aangepast.

Artikel 3

De onderhandelingen met het Vorstendom Monaco worden namens de Unie gevoerd door de Franse Republiek en de Commissie. De Europese Centrale Bank dient volledig bij de onderhandelingen te worden betrokken en akkoord te gaan met kwesties die binnen haar bevoegdheidssfeer vallen. De Franse Republiek en de Commissie leggen de ontwerpovereenkomst ter advies voor aan het Economisch en Financieel Comité.

Artikel 4

De Franse Republiek en de Commissie zijn bevoegd de overeenkomst namens de Unie te sluiten, tenzij het Economisch en Financieel Comité of de ECB van oordeel is dat de overeenkomst aan de Raad dient te worden voorgelegd.

Dit besluit is gericht tot de Franse Republiek, de Commissie en de ECB.

Gedaan te Brussel,

Voor de Raad

De voorzitter

[1] Conclusies van de Raad over de "Gemeenschappelijke richtsnoeren voor de nationale zijden en de uitgifte van voor omloop bestemde euromunten", 2922e zitting van de Raad Economische en Financiële Zaken van 10 februari 2009.

[2] COM(2009) 359 van 14 juli 2009.

[3] PB C 28 van 4.2.2010, blz. 13-18.

[4] PB C … van …, blz. …

[5] PB C … van …, blz. …

[6] COM(2009) 359.