Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1927/2006 tot oprichting van het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering
Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1927/2006 tot oprichting van het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering
Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1927/2006 tot oprichting van het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering /* COM/2011/0336 def. - COD 2011/0147 */
TOELICHTING
1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL
· Motivering en doel van het voorstel
Het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG) is in 2006 bij Verordening (EG) nr. 1927/2006[1] opgericht met als belangrijkste doel blijk te geven van solidariteit met en steun te verlenen aan werknemers die ontslagen zijn als gevolg van veranderingen in de wereldhandelspatronen. Door medefinanciering van actieve arbeidsmarktbeleidsmaatregelen beoogde het EFG werknemers in regio's, bedrijfstakken, gebieden of arbeidsmarktregio's die door een ernstige economische ontwrichting zijn getroffen, te helpen bij hun re‑integratie op de arbeidsmarkt. Om voor steun uit het EFG in aanmerking te komen, moesten minstens 1 000 gedwongen ontslagen zijn gevallen binnen een periode van vier maanden in een onderneming en bij haar leveranciers en downstreamproducenten, of binnen een periode van negen maanden in een NACE Rev. 2-afdeling in een regio of in twee aan elkaar grenzende regio’s volgens de NUTS II‑indeling. De maximale bijdrage uit het EFG werd vastgesteld op 50% van de totale kosten van de actieve arbeidsmarktmaatregelen en de implementatieperiode voor de door het EFG gesteunde maatregelen liep maximaal 12 maanden, te rekenen vanaf de datum van de aanvraag.
Gezien de omvang van de financiële en economische crisis van 2008 en de snelheid waarmee deze toesloeg, overwoog de Commissie in haar Europees economisch herstelplan[2] Verordening (EG) nr. 1927/2006 te herzien. Deze herziening, die bij Verordening (EG) nr. 546/2009[3] werd doorgevoerd, had tot doel de werkingssfeer van het EFG als onderdeel van de reactie van Europa op de crisis uit te breiden en van het EFG een instrument van te maken om, overeenkomstig de basisbeginselen van solidariteit en sociale gerechtigheid, vroegtijdig en doeltreffend op de crisis te reageren. In Verordening (EG) nr. 1927/2006 werden permanente wijzigingen aangebracht, zoals de verlaging van het vereiste aantal ontslagen voor een aanvraag voor EFG-steun van 1 000 tot 500, en de verlenging van de implementatieperiode voor maatregelen die door het EFG worden gesteund van 12 tot 24 maanden. Er werd een tijdelijke afwijking ingevoerd om 1) de werkingssfeer van het EFG uit te breiden tot werknemers die worden ontslagen als rechtstreeks gevolg van de wereldwijde financiële en economische crisis (artikel 1, lid 1 bis, van Verordening (EG) nr. 1927/2006) en 2) de medefinanciering uit het EFG van 50 tot 65% te verhogen (artikel 10, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1927/2006). De tijdelijke afwijking vervalt op 30 december 2011 en kan worden herzien overeenkomstig artikel 20, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 1927/2006.
Tussen 1 januari 2007 en 30 april 2009 (d.w.z. vóór in de afwijking was voorzien) heeft de Commissie 15 aanvragen voor EFG-steun ontvangen voor 18 430 werknemers en een totale gevraagde EFG-bijdrage van 78 776 367 euro.
Sinds de inwerkingtreding van Verordening (EG) nr. 546/2009 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1927/2006 op 1 mei 2009 is het aantal aanvragen, zoals blijkt uit de onderstaande tabel, aanzienlijk gestegen.
Aanvragen voor EFG-steun die in het kader van de tijdelijke afwijking in het licht van de crisis zijn ingediend
Jaar || Aantal aanvragen || Aantal werknemers voor wie steun wordt aangevraagd || Som van de gevraagde EFG-bijdragen in euro's
2009 || 22 || 19 381 || 99 396 898
2010 || 24 || 25 083 || 115 353 865
Totaal || 46 || 44 464 || 214 750 763
Aanvragen voor EFG-steun die in het kader van het handelsgerelateerde criterium zijn ingediend
Jaar || Aantal aanvragen || Aantal werknemers voor wie steun wordt aangevraagd || Som van de gevraagde EFG-bijdragen in euro's
2009 || 4 || 6 569 || 25 990 290
2010 || 6 || 3 074 || 17 126 749
Totaal || 10 || 9 643 || 43 117 039
Bij een raadpleging die de Commissie heeft georganiseerd, meldden de lidstaten dat het zonder de tijdelijke afwijking onmogelijk zou zijn geweest de meeste crisisgerelateerde aanvragen in te dienen, waardoor ongeveer 45 000 werknemers die onder de gevolgen van de economische en financiële crisis leden geen EFG-steun zouden hebben gekregen. Bovendien verminderde het verhoogde medefinancieringspercentage van 65% de financieringslast voor de lidstaten van de door het EFG gesteunde maatregelen in totaal met ongeveer 60 miljoen euro voor alle aanvragen die tussen 1 mei 2009 en 31 december 2010 werden ingediend[4].
De beslissing omtrent het vervallen van de tijdelijke afwijking in het licht van de crisis is in 2009 genomen. Op dat ogenblik leken de recentste economische vooruitzichten van de Commissie[5] (najaar 2008) voor de hele Europese Unie (EU) te duiden op een geleidelijk herstel vanaf midden 2009, met een verwachte groei van het bbp van 0,2% in 2009 en 1,1% in 2010. Volgens de vooruitzichten zou de werkgelegenheid in 2009 met 0,5% dalen en in 2010 met 0,1% stijgen. Verwacht werd dat de werkloosheid in 2009 en 2010 respectievelijk 7,8% en 8,1% van de beroepsbevolking zou bedragen. De situatie in 2009 viel echter aanzienlijk slechter uit. Het bbp van de EU daalde met 4,2%, de werkgelegenheid daalde met 1,9% en er heerste een werkloosheid van 8,9%. Ondanks het feit dat de groei van het bbp in 2010 met 1,8% naar verwachting hoger zal uitvallen dan voorspeld, daalde de werkgelegenheid met nog eens 0,6% en bereikte de werkloosheid een recordhoogte van 9,6%.
Volgens de recentste economische prognoses van de Commissie (voorjaar 2011) zijn de vooruitzichten voor het economisch herstel en in het bijzonder voor het herstel van de arbeidsmarkt voor 2011 en 2012 bovendien slechter dan algemeen verwacht in het najaar van 2008. Dat geldt in het bijzonder voor het scheppen van nieuwe banen en de werkloosheid. Voor 2011 voorzien de ramingen van het voorjaar in een kleine stijging van de werkgelegenheid met 0,4% en een stabiele werkloosheid van 9,5%. Voor 2012 voorzien dezelfde ramingen in een stijging van de werkgelegenheid die beperkt blijft tot 0,7% en een werkloosheid van nog steeds 9,1%. Dat wijst erop dat het herstel van de werkgelegenheid gewoonlijk achter loopt op het herstel van het bbp. Het feit dat de arbeidsmarkt ondanks een geleidelijke verbetering van de groeiprognoses voor het bbp (bruto binnenlands product) relatief zwak is[6], wijst erop dat er ondanks het effect van de beleidsmaatregelen in reactie op de crisis om de gevolgen voor de werkloosheid te temperen, in tal van sectoren en ondernemingen nog steeds structurele aanpassingen als gevolg van de crisis plaatsvinden, en dat bijgevolg moet worden verwacht dat nog gedurende enige tijd banen verloren gaan door de sluiting van ondernemingen. Bijgevolg kan pas vanaf 2013 een substantiëlere verbetering van de werkgelegenheidssituatie worden verwacht.
In haar jaarlijkse groeianalyse: naar een krachtiger alomvattend antwoord van de EU op de crisis[7] bevestigt de Commissie de verwachting dat het herstel niet veel werkgelegenheid zal genereren. Om te voorkomen dat bij een conjunctuurherstel de banengroei niet fors genoeg zal zijn, wordt het essentieel geacht de werkloosheid aan te pakken en langdurige uitsluiting van de arbeidsmarkt te voorkomen. Het herstel van de belangrijkste groeibevorderende factoren vereist een reallocatie van arbeid en kapitaal over de verschillende sectoren en ondernemingen, alsook betere financiële prikkels om de stap van werkloosheid naar werk te zetten.
Zoals reeds vermeld, heeft de crisis geleid tot een zwaar verlies aan economische activiteit, een aanzienlijke stijging van de werkloosheid, een sterke daling van de productiviteit, en erg verzwakte overheidsfinanciën. Voor de lidstaten is het bijzonder moeilijk om in deze situatie werknemers die als gevolg van de crisis massaal zijn ontslagen gepersonaliseerde steun te verlenen. Een verhoging van de EFG-medefinanciering tot 65% zou de lasten voor de overheidsfinanciën van de lidstaten enigermate verlichten.
Aangezien wordt verwacht dat er als gevolg van de crisis nog ondernemingen zullen sluiten en aangezien de lidstaten hun overheidsfinanciën moeten consolideren, is een verlenging van de crisisgerelateerde afwijking in Verordening (EG) nr. 1927/2006 gerechtvaardigd.
Bijgevolg wordt voorgesteld om de tijdelijke crisisgerelateerde afwijking, die op 30 december 2011 afloopt, tot 31 december 2013, d.w.z. tot het eind van de implementatieperiode van Verordening (EG) nr. 1927/2006, te verlengen. Zo kunnen de lidstaten aanvragen voor EFG-steun blijven indienen voor werknemers die nog steeds als gevolg van de financiële en economische crisis worden ontslagen, en kunnen zij een medefinanciering uit het EFG van 65% ontvangen.
· Algemene context
Sinds de invoering van de tijdelijke crisisgerelateerde afwijking is het aantal aanvragen voor EFG-steun sterk gestegen en is ook het aantal lidstaten dat EFG-steun aanvraagt toegenomen. Dat wijst erop dat het EFG algemeen wordt erkend als crisisinterventie-instrument bij massaontslagen ingevolge de financiële en economische crisis.
In haar resolutie van 7 September 2010 inzake de financiering en de werking van het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering[8] heeft het Europees Parlement aangedrongen op de verlenging van de crisisgerelateerde afwijking. Het Europees Parlement is van mening "dat het, naast deze verbeteringen van de procedure, ook noodzakelijk is de in 2009 ingestelde afwijking ten behoeve van de werknemers die hun baan kwijtraken door de economische en financiële crisis, te verlengen tot het eind van het huidige MFK [meerjarig financieel kader], en het cofinancieringspercentage daarom te handhaven op 65%, aangezien de factoren die aan de basis van de maatregel lagen nog steeds aanwezig zijn".
· Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied
Het Europees Sociaal Fonds[9] (ESF) is opgericht om bij te dragen aan de prioriteiten van de Gemeenschap wat betreft de versterking van de economische en sociale samenhang door verbetering van de werkgelegenheids- en arbeidskansen, en door bevordering van een hoog werkgelegenheidsniveau en meer en betere banen. Het ondersteunt de Europese Werkgelegenheidsstrategie en ook de beleidsmaatregelen van de lidstaten die gericht zijn op totstandbrenging van volledige werkgelegenheid en kwaliteit van en productiviteit op het werk, op bevordering van de sociale integratie, met inbegrip van de toegang van kansarmen tot werk, en de terugdringing van nationale, regionale en lokale verschillen in werkgelegenheid.
Het grootste verschil met het EFG is dat het ESF opereert op basis van meerjarenprogramma's ter ondersteuning van strategische doelen op langere termijn, met name het anticiperen op en aansturen van verandering en herstructurering, met activiteiten als een leven lang leren. Het EFG daarentegen biedt eenmalige, in de tijd beperkte, individuele steun die rechtstreeks bedoeld is voor werknemers die zijn ontslagen als gevolg van de globalisering van de handel of de financiële en economische crisis. Om een doeltreffende ondersteuning van ontslagen werknemers te bevorderen, zijn de duur van de EFG‑steunmaatregelen en de keuze van het instrument gebaseerd op een beoordeling van het feit of de ontslagen veroorzaakt zijn door een mogelijk tijdelijke teruggang van de activiteiten van de desbetreffende onderneming en haar leveranciers of van de economische sector, dan wel door permanente structurele factoren.
· Samenhang met andere beleidsgebieden van de EU
Het EFG draagt bij tot de doelstellingen van de Europa 2020-strategie, die het de Unie mogelijk moet maken om sterker uit de crisis te komen en haar economie te sturen in de richting van slimme, duurzame en inclusieve groei, die gepaard gaat met een hoog niveau van werkgelegenheid, productiviteit en sociale cohesie. In de mededeling Europa 2020 – Een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei[10] is volgens de Commissie in het kader van het vlaggenschipinitiatief "Industriebeleid in een tijd van mondialisering" voor het EFG een duidelijke rol weggelegd, met name met het oog op het snel herinzetten van vaardigheden in opkomende snelgroeiende sectoren en markten.
Het EFG beoogt een snelle re-integratie op de arbeidsmarkt van werknemers die zijn ontslagen als gevolg van de globalisatie of van de economische en financiële crisis en draagt aldus bij tot de onderstaande richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten[11]:
– Richtsnoer 7: de arbeidsmarktparticipatie van vrouwen en mannen opvoeren, de structurele werkloosheid terugdringen en arbeidskwaliteit bevorderen;
– Richtsnoer 8: een geschoolde beroepsbevolking ontplooien die in de behoeften van de arbeidsmarkt voorziet, en een leven lang leren bevorderen;
– Richtsnoer 10: sociale integratie bevorderen en armoede bestrijden.
Tot slot heeft de Commissie er in haar mededeling "Nieuwe vaardigheden voor nieuwe banen — Anticipatie op en onderlinge afstemming van de arbeidsmarkt- en vaardigheidsbehoeften"[12] de aandacht op gevestigd dat de EU, indien zij een weg wil banen voor het herstel, haar menselijk kapitaal en de inzetbaarheid moet bevorderen door enerzijds de vaardigheden te verbeteren en anderzijds het aanbod van vaardigheden en de vraag de arbeidsmarkt beter op elkaar af te stemmen. Activeringsmaatregelen, herscholing en verbetering van vaardigheden werden gezien als maatregelen ter bevordering van de werkgelegenheid en de re-integratie op de arbeidsmarkt. Medefinanciering van activiteiten ter verbetering van vaardigheden is één van de belangrijkste doelstellingen van het EFG.
· Gevolgen voor de grondrechten
Het voorstel heeft geen gevolgen voor de grondrechten.
2. RESULTATEN VAN DE RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDE PARTIJEN
· Raadpleging van belanghebbende partijen
Wijze van raadpleging, belangrijkste geraadpleegde sectoren en algemeen profiel van de respondenten
De Commissie heeft de lidstaten twee maal geraadpleegd: de eerste keer op 26 augustus 2010 via een vragenlijst, en de tweede keer tijdens een vergadering in Porto op 29 en 30 september 2010. Het belangrijkste doel van deze raadplegingen was om meningen in te winnen over de doeltreffendheid van de crisisgerelateerde wijzigingen die in 2009 bij artikel 1, lid 1 bis, en bij artikel 10, lid 1, in Verordening (EG) nr. 1927/2006 zijn ingevoerd en op 30 december 2011 vervangen, alsook over de noodzaak om deze tot 31 december 2013 te verlengen.
Samenvatting van de reacties en hoe daarmee rekening is gehouden
Wat de mogelijkheid betreft om aanvragen in te dienen voor werknemers die zijn ontslagen als rechtstreeks gevolg van de wereldwijde financiële en economisch crisis (artikel 1, lid 1 bis, van Verordening (EG) nr. 1927/2006), is uit de raadpleging gebleken dat de lidstaten hierdoor inderdaad EFG-steun konden aanvragen voor werknemers die hun werk hadden verloren door toedoen van de crisis en EFG-steun konden verstrekken met het oog op hun re-integratie op de arbeidsmarkt.
Een grote meerderheid van de lidstaten wees erop dat deze werknemers geen EFG-steun hadden kunnen genieten op grond van de handelsgerelateerde globaliseringscriteria. Uit de raadpleging bleek voorts dat het over het algemeen gemakkelijker werd gevonden om bewijsmateriaal te verzamelen en om het verband aan te tonen tussen de ontslagen en de financiële en economische crisis, dan tussen de ontslagen en de veranderingen in de wereldhandelspatronen ingevolge de globalisering.
Wat de noodzaak betrof om de crisisgerelateerde afwijking tot eind 2013 te verlengen, was een grote meerderheid van de lidstaten die hebben gereageerd voor het behoud van de mogelijkheid om aanvragen in te dienen voor ontslagen als gevolg van de wereldwijde financiële en economische crisis. De argumenten voor een dergelijk verlenging zijn onder meer de opmerkingen over de positieve ervaringen met het effect van de EFG-steun op de capaciteit van de werknemers om zich op de arbeidsmarkt te re-integreren in een situatie waar de gevolgen van de economische crisis nog na 2011 zouden worden gevoeld, de economische crisis de lidstaten op verschillende ogenblikken had getroffen, en de gevolgen ervan voor de werkgelegenheid nog groot zouden zijn. Voorts werd erop gewezen dat een verlenging met twee jaar niet vooruitliep op de toekomst na eind 2013.
Wat de mogelijkheid voor de aanvragers betreft om een medefinanciering van 65% te ontvangen (artikel 10, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1927/2006), bleek uit de raadpleging dat de verhoogde medefinanciering de beslissing om EFG-steun aan te vragen om een aantal redenen gemakkelijker had gemaakt. De extra 15% had het mogelijk gemaakt om het equivalent in de vorm van extra hulp aan de betrokken werknemers ten goede te laten komen. Het verschil tussen het ESF-medefinancieringspercentage en het EFG-medefinancieringspercentage is verkleind voor de lidstaten die van het ESF een hoger percentage konden krijgen; indien dat verschil niet was verkleind, hadden die lidstaten geen EFG-aanvragen ingediend. Nationale medefinanciering bleef een probleem, maar dat was minder acuut toen nog slechts 35% in plaats van 50% aan nationale medefinanciering nodig was. Een grote meerderheid van de lidstaten achtte 65% tijdens de crisis een passend niveau en was voor een verlenging van het hogere medefinancieringspercentage tot eind 2013.
Het resultaat van deze raadplegingen is weergegeven in de voorgestelde wijzigingen van Verordening (EG) nr. 1927/2006.
· Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid
Er behoefde geen beroep te worden gedaan op externe deskundigheid.
· Effectbeoordeling
Voor dit voorstel hoefde geen effectbeoordeling te worden uitgevoerd.
3. JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL
· Samenvatting van de voorgestelde maatregel
Teneinde de tijdelijke afwijking om werknemers te steunen die worden ontslagen als gevolg van de financiële en economische wereldcrisis te verlengen, wordt de datum in artikel 1, lid 1 bis, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 1927/2006 vervangen door 31 december 2013. De verhoogde medefinanciering van 65%, als vastgesteld in artikel 10, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1927/2006, wordt door deze wijziging automatisch tot dezelfde datum verlengd.
· Rechtsgrondslag
Het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 175, derde alinea.
· Subsidiariteitsbeginsel
Het subsidiariteitsbeginsel is van toepassing voor zover het voorstel geen gebieden bestrijkt die onder de exclusieve bevoegdheid van de EU vallen.
De doelstellingen van het voorstel kunnen niet voldoende door de lidstaten worden verwezenlijkt. Zij kunnen uitsluitend worden verwezenlijkt door een wijziging van Verordening (EG) nr. 1927/2006.
Met actie op het niveau van de EU zullen de in het voorstel opgenomen doelstellingen van solidariteit om de onderstaande redenen beter worden verwezenlijkt.
Het EFG, een financieel instrument dat op het niveau van de EU ter beschikking is gesteld, kan uitsluitend aan de behoeften van de huidige economische en financiële situatie worden aangepast door een wetgevingsinitiatief op het niveau van de EU.
Voor het opstellen van dit voorstel heeft de Commissie zich gebaseerd op de behoeften die zijn gebleken uit de huidige beoordeling van de economische en financiële situatie van de lidstaten en de economische vooruitzichten voor de periode 2012–2013. Die verschillen aanzienlijk van de beoordeling en de vooruitzichten van eind 2008 en begin 2009, toen de tijdelijke crisisgerelateerde wijzigingen in Verordening (EG) nr. 1927/2006 werden aangebracht.
Dit voorstel is derhalve in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel.
· Evenredigheidsbeginsel
Het voorstel is om de volgende redenen in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel.
Overeenkomstig het evenredigheidsbeginsel gaan de voorgestelde wijzigingen van Verordening (EG) nr. 1927/2006 niet verder dan wat nodig is om de werking van het EFG aan te passen aan de huidige vooruitzichten inzake de economische en financiële crisis en de gevolgen daarvan voor de werkgelegenheid en de overheidstekorten van de lidstaten door 1) de mogelijkheid te behouden om EFG-steun aan te vragen voor werknemers die worden ontslagen als gevolg van de aanhoudende financiële en economische crisis en 2) 65% mede te financieren in plaats van 50%.
De crisisgerelateerde afwijking biedt lidstaten de mogelijkheid om EFG-steun aan te vragen voor werknemers die worden ontslagen als gevolg van de crisis in gevallen waar een duidelijk en aantoonbaar verband kan worden gelegd tussen deze ontslagen en de crisis. Vanzelfsprekend zal van deze mogelijkheid geen gebruik worden gemaakt indien dergelijke gevallen zich niet voordoen.
Het voorstel legt de lidstaten geen extra administratieve lasten op in vergelijking met de vereisten van de huidige Verordening (EG) nr. 1927/2006.
· Keuze van instrumenten
Voorgesteld instrument: een verordening.
Andere instrumenten zouden om de volgende reden ongeschikt zijn:
een verordening is het geschikte rechtsinstrument om een bestaande verordening te wijzigen.
4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING
Overeenkomstig punt 28 van het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer[13] mag het EFG niet groter zijn dan een jaarlijks maximumbedrag van 500 miljoen euro.
Gezien de aanvragen voor EFG-steun in het verleden[14] wordt niet verwacht dat dat jaarlijkse maximumbedrag door de voorgestelde verlenging van de crisisgerelateerde afwijking in Verordening (EG) nr. 1927/2006 zal worden overschreden. In 2007 werden aanvragen ingediend voor 51,8 miljoen euro en in 2008 voor 20,6 miljoen euro. In 2009 werd in totaal voor 131,7 miljoen euro aan EFG-steun aangevraagd. 75% daarvan betrof crisisgerelateerde aanvragen en 25% handelsgerelateerde aanvragen. In 2010 werd in totaal voor 132,5 miljoen euro aan EFG-steun aangevraagd. 87% daarvan betrof crisisgerelateerde aanvragen en 13% handelsgerelateerde aanvragen.
2011/0147 (COD)
Voorstel voor een
VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1927/2006 tot oprichting van het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 175, derde alinea,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité[15],
Gezien het advies van het Comité van de Regio's[16],
Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) Bij Verordening (EG) nr. 1927/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006[17] is het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (hierna "EFG") opgericht waarmee de Unie steun kan verlenen aan en solidariteit kan betonen met werknemers die worden ontslagen als gevolg van grote structurele veranderingen in de wereldhandelspatronen ingevolge de globalisering.
(2) Een van de reacties op de financiële en economische crisis was de vaststelling van Verordening (EG) nr. 546/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2009[18], waarbij Verordening (EG) nr. 1927/2006 werd gewijzigd door met name te voorzien in een tijdelijke afwijking die bedoeld was om het toepassingsgebied uit te breiden tot crisisgerelateerde ontslagen en het EFG-medefinancieringspercentage tijdelijk te verhogen.
(3) Gezien de huidige economische en financiële situatie in de Unie dient deze afwijking te worden verlengd alvorens zij op 30 december 2011 afloopt.
(4) Verordening (EG) nr. 1927/2006 dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,
HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
In artikel 1, lid 1 bis, van Verordening (EG) nr. 1927/2006
wordt de tweede alinea vervangen door:
"Deze afwijking is van toepassing op alle aanvragen die vóór 31 december 2013 worden ingediend."
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel,
Voor het Europees Parlement Voor de Raad
De voorzitter De voorzitter
FINANCIEEL MEMORANDUM VOOR VOORSTELLEN
1. KADER VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF
1.1. Benaming van het voorstel/initiatief
1.2. Betrokken beleidsterrein(en) in de ABM/ABB-structuur
1.3. Aard van het voorstel/initiatief
1.4. Doelstelling(en)
1.5. Motivering van het voorstel/initiatief
1.6. Duur en financiële gevolgen
1.7. Beheersvorm(en)
2. BEHEERSMAATREGELEN
2.1. Regels inzake het toezicht en de verslagen
2.2. Beheers- en controlesysteem
2.3. Maatregelen ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden
3. GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF
3.1. Rubriek(en) van het meerjarige financiële kader en betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven
3.2. Geraamde gevolgen voor de uitgaven
3.2.1. Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de uitgaven
3.2.2. Geraamde gevolgen voor de beleidskredieten
3.2.3. Geraamde gevolgen voor de administratieve kredieten
3.2.4. Verenigbaarheid met het huidige meerjarige financiële kader
3.2.5. Bijdrage van derden aan de financiering
3.3. Geraamde gevolgen voor de ontvangsten
FINANCIEEL MEMORANDUM VOOR VOORSTELLEN
1. KADER VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF 1.1. Benaming van het voorstel/initiatief
Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1927/2006 tot oprichting van een Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering
1.2. Betrokken beleidsterrein(en) in de ABM/ABB-structuur[19]
ABB-activiteit: Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering zoals opgenomen in het beheersplan 2010 van DG EMPL
1.3. Aard van het voorstel/initiatief
¨ Het voorstel/initiatief betreft een nieuwe actie
¨ Het voorstel/initiatief betreft een nieuwe actie na een proefproject/een voorbereidende actie[20]
X Het voorstel/initiatief betreft de verlenging van een bestaande actie
¨ Het voorstel/initiatief betreft een actie die wordt omgebogen naar een nieuwe actie
1.4. Doelstellingen 1.4.1. De met het voorstel/initiatief beoogde strategische meerjarendoelstelling(en) van de Commissie
Het voorstel valt onder het vlaggenschipinitiatief "Industriebeleid in een tijd van mondialisering", dat deel uitmaakt van de Europa 2020-strategie van de Commissie voor een slimme, duurzame en inclusieve groei.
1.4.2. Specifieke doelstelling(en) en betrokken ABM/ABB-activiteiten
Specifieke doelstelling nr.1: ervoor zorgen dat werknemers die zijn ontslagen als gevolg van veranderingen in de wereldhandelspatronen en de economische en financiële crisis in de arbeidsmarkt blijven participeren.
Specifieke doelstelling nr.2: het grote publiek bekend maken met het EFG als teken van solidariteit.
Betrokken ABM/ABB-activiteit(en): Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering (EFG)
1.4.3. Verwacht(e) resulta(a)t(en) en gevolg(en)
Vermeld de gevolgen die het voorstel/initiatief zou moeten hebben voor de begunstigden/doelgroepen.
Dankzij dit voorstel zal de Europese Unie via medefinanciering uit het EFG ten belope van 65% steun kunnen blijven verlenen voor actieve arbeidsmarktmaatregelen ten gunste van werknemers die zijn ontslagen als gevolg van de wereldwijde financiële en economische crisis. Dit medefinancieringspercentage zal ook ten goede komen aan werknemers die zijn ontslagen ingevolge de globalisering van de handel.
1.4.4. Resultaat- en effectindicatoren
Vermeld de indicatoren aan de hand waarvan kan worden nagegaan in hoeverre het voorstel/initiatief is uitgevoerd.
- Het aantal aanvragen voor EFG-steun dat de Commissie heeft ontvangen
- Het aantal ontslagen werknemers voor wie EFG-steun wordt aangevraagd
- Het aantal ontslagen werknemers dat opnieuw werk heeft gevonden na maatregelen die door het EFG zijn gesteund
1.5. Motivering van het voorstel/initiatief 1.5.1. Behoefte(n) waarin op korte of lange termijn moet worden voorzien
In 2009, in het licht van de economische en financiële crisis, is Verordening (EG) nr. 1927/2006 gewijzigd teneinde te voorzien in een tijdelijke crisisgerelateerde afwijking. Deze afwijking vervalt op 30 december 2011. De meest recente economische vooruitzichten voorspellen evenwel dat de gevolgen van de crisis, en met name de negatieve gevolgen voor het tempo van de herstructureringen, alsook voor de banengroei en de werkloosheid, zich nog ten minste tot eind 2012 zullen laten voelen. Dit voorstel moet het EFG de mogelijkheid bieden om tot 31 december 2013 werknemers te steunen die zijn ontslagen als gevolg van de wereldwijde financiële en economische crisis en te voorzien in een medefinanciering van 65%.
1.5.2. Toegevoegde waarde van de deelname van de EU
EU-steun via het EFG kan een aanvulling vormen op de nationale middelen voor de re‑integratie van werknemers die zijn ontslagen als gevolg van de globalisering van de handel of de wereldwijde economische en financiële crisis. De ervaring met het EFG tot nu toe schijnt erop te wijzen dat dankzij EU-steun meer gepersonaliseerde steun kan worden verleend gedurende langere tijd, en dat die vaak ook maatregelen omvat die zonder EU-steun niet zouden zijn getroffen.
1.5.3. Nuttige ervaring die bij soortgelijke activiteiten in het verleden is opgedaan
Zie de ervaring sinds de herziening van Verordening (EG) nr. 1927/2006 in de memorie van toelichting.
1.5.4. Samenhang en eventuele synergie met andere relevante instrumenten
Er is samenhang en synergie tussen het EFG en het Europees Sociaal Fonds.
1.6. Duur en financiële gevolgen
– X Voorstel/initiatief met een beperkte geldigheidsduur
– X Voorstel/initiatief van kracht van 31 december 2011 tot en met 31 december 2013
– ¨ Financiële gevolgen vanaf JJJJ tot en met JJJJ
¨ Voorstel/initiatief met een onbeperkte geldigheidsduur
– Uitvoering met een opstartperiode vanaf JJJJ tot en met JJJJ,
– gevolgd door een volledige uitvoering.
1.7. Beheersvorm(en)[21]
¨ Direct gecentraliseerd beheer door de Commissie
¨ Indirect gecentraliseerd beheer door delegatie van uitvoeringstaken aan:
– ¨ uitvoerende agentschappen
– ¨ door de Unie opgerichte organen[22]
– ¨ nationale publiekrechtelijke organen of organen met een openbaredienstverleningstaak
– ¨ personen aan wie de uitvoering van specifieke acties in het kader van titel V van het Verdrag betreffende de Europese Unie is toevertrouwd en die worden genoemd in het betrokken basisbesluit in de zin van artikel 49 van het Financieel Reglement
X Gedeeld beheer met lidstaten
¨ Gedecentraliseerd beheer met derde landen
¨ Gezamenlijk beheer met internationale organisaties (geef aan welke)
Verstrek, indien meer dan een beheersvorm is aangekruist, extra informatie onder "Opmerkingen".
Opmerkingen
2. BEHEERSMAATREGELEN 2.1. Regels inzake het toezicht en de verslagen
Vermeld frequentie en voorwaarden.
Overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 moet de Commissie elk jaar een kwantitatief en kwalitatief verslag indienen bij het Europees Parlement en de Raad over de activiteiten die het voorgaande jaar op grond van die verordening zijn ondernomen. Dat verslag bevat onder meer de opmerkingen van de Commissie over de toezichtsactiviteiten tijdens het betrokken jaar.
Overeenkomstig artikel 17 van Verordening (EG) nr. 1927/2006 verricht de Commissie vóór eind 2011 in nauwe samenwerking met de lidstaten een tussentijdse evaluatie van de doeltreffendheid en duurzaamheid van de door het EFG behaalde resultaten. Uiterlijk 31 december 2014 verricht de Commissie een evaluatie achteraf, met steun van externe deskundigen, om het effect en de toegevoegde waarde van het EFG te meten.
2.2. Beheers- en controlesysteem 2.2.1. Mogelijke risico's
De risico's zijn die welke verband houden met het gedeeld beheer van communautaire fondsen.
2.2.2. Controlemiddel(en)
De voorschriften inzake beheer en financiële verslaglegging zijn vastgesteld in artikel 18 van Verordening (EG) nr. 1927/2006.
2.3. Maatregelen ter voorkoming van fraude en onregelmatigheden
Vermeld de bestaande en geplande preventie- en beschermingsmaatregelen.
De maatregelen om onregelmatigheden te voorkomen, op te sporen en te corrigeren zijn vastgelegd in artikel 18, lid 1, onder d), en in artikel 18, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1927/2006.
3. GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF 3.1. Rubriek(en) van het meerjarige financiële kader en betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven
· Bestaande begrotingsonderdelen voor uitgaven
In volgorde van de rubrieken van het meerjarige financiële kader en de begrotingsonderdelen.
Rubriek van het meerjarige financiële kader || Begrotingsonderdeel || Soort krediet || Bijdrage
Nummer [Omschrijving …………………...……….] || GK/NGK[23] || van EVA-landen[24] || van kandidaat-lidstaten[25] || van derde landen || in de zin van artikel 18, lid 1, onder a bis), van het Financieel Reglement
1.1 || 04.0501 Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering 04.010414 Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering – Uitgaven voor administratief beheer 40.0243 Reserve voor het Europees fonds voor aanpassing aan de globalisering || NGK || NEE || NEE || NEE || NEE
· Te creëren nieuwe begrotingsonderdelen
In volgorde van de rubrieken van het meerjarige financiële kader en de begrotingsonderdelen.
Rubriek van het meer-jarige financiële kader || Begrotingsonderdeel || Soort krediet || Bijdrage
Nummer [Omschrijving………………….…………..] || GK/ NGK || van EVA-landen || van kandidaat-lidstaten || van derde landen || in de zin van artikel 18, lid 1, onder a bis), van het Financieel Reglement
n.v.t. || n.v.t. || […] || JA/NEE || JA/NEE || JA/NEE || JA/NEE
3.2. Geraamde gevolgen voor de uitgaven 3.2.1. Samenvatting van de geraamde gevolgen voor de uitgaven
in miljoenen euro's (tot op 3 decimalen)
Rubriek van het meerjarige financiële kader || Nummer ||
DG: EMPL || || || Jaar 2012[26] || Jaar 2013 || TOTAAL
Beleidskredieten p.m. || || ||
Nummer begrotingsonderdeel || Vastleggingen || (1) || || ||
Betalingen || (2) || || ||
Nummer begrotingsonderdeel || Vastleggingen || (1a) || || ||
Betalingen || (2a) || || ||
Uit het budget van specifieke programma's gefinancierde administratieve kredieten[27] || || ||
Nummer begrotingsonderdeel || || (3) || || ||
TOTAAL kredieten voor DG EMPL || Vastleggingen || =1+1a +3 || || ||
Betalingen || =2+2a +3 || || ||
TOTAAL beleidskredieten || Vastleggingen || (4) || || ||
Betalingen || (5) || || ||
TOTAAL uit het budget van specifieke programma's gefinancierde administratieve kredieten || (6) || || ||
TOTAAL kredieten onder RUBRIEK EMPL van het meerjarige financiële kader || Vastleggingen || =4+ 6 || || ||
Betalingen || =5+ 6 || || ||
Wanneer het voorstel/initiatief gevolgen heeft voor meerdere rubrieken:
TOTAAL beleidskredieten || Vastleggingen || (4) || || ||
Betalingen || (5) || || ||
TOTAAL uit het budget van specifieke programma's gefinancierde administratieve kredieten || (6) || || ||
TOTAAL kredieten onder de RUBRIEKEN 1 tot en met 4 van het meerjarige financiële kader (Referentiebedrag ) || Vastleggingen || =4+ 6 || || ||
Betalingen || =5+ 6 || || ||
Rubriek van het meerjarige financiële kader || 5 || "Administratieve uitgaven"
in miljoenen euro's (tot op 3 decimalen)
|| || || Jaar 2012 || Jaar 2013 || TOTAAL
DG: EMPL ||
Personele middelen || Geen ge-volgen || Geen ge-volgen ||
Andere administratieve uitgaven || || ||
TOTAAL DG EMPL || Kredieten || || ||
TOTAAL kredieten onder RUBRIEK 5 van het meerjarige financiële kader || (totaal vastleggingen = totaal betalingen) || || ||
in miljoenen euro's (tot op 3 decimalen)
|| || || Jaar N[28] || Jaar N+1 || TOTAAL
TOTAAL kredieten onder de RUBRIEKEN 1 tot en met 5 van het meerjarige financiële kader || Vastleggingen || || ||
Betalingen || || ||
3.2.2. Geraamde gevolgen voor de beleidskredieten
– X Voor het voorstel/initiatief zijn geen beleidskredieten nodig
– ¨ Voor het voorstel/initiatief zijn beleidskredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:
Vastleggingskredieten, in miljoenen euro's (tot op 3 decimalen)
Vermeld doelstellingen en outputs ò || || || Jaar 2012 || Jaar 2013 || … invullen: zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6) || TOTAAL ||
||
Soort output[29] || Gem. kosten van de output || Aantal ouputs || Kos-ten || Aantal ouputs || Kos-ten || Aantal ouputs || Kos-ten || Aantal ouputs || Kos-ten || Aantal ouputs || Kos-ten || Totaal aantal outputs || Totale kosten ||
SPECIFIEKE DOELSTELLING NR. 1[30]… || || || || || || || || || || || || ||
- Output || || || || || || || || || || || || || || ||
- Output || || || || || || || || || || || || || || ||
- Output || || || || || || || || || || || || || || ||
Subtotaal voor specifieke doelstelling nr. 1 || || || || || || || || || || || || ||
SPECIFIEKE DOELSTELLING NR. 2… || || || || || || || || || || || || ||
- Output || || || || || || || || || || || || || || ||
Subtotaal voor specifieke doelstelling nr. 2 || || || || || || || || || || || || ||
TOTALE KOSTEN || || || || || || || || || || || || ||
3.2.3. Geraamde gevolgen voor de administratieve kredieten 3.2.3.1. Samenvatting
– X Voor het voorstel/initiatief zijn geen administratieve kredieten nodig
– ¨ Voor het voorstel/initiatief zijn administratieve kredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:
in miljoenen euro's (tot op 3 decimalen)
|| Jaar 2012 [31] || Jaar 2013 || … invullen: zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6) || TOTAAL
RUBRIEK 5 van het meerjarige financiële kader || || || ||
Personele middelen || || || ||
Andere administratieve uitgaven || || || ||
Subtotaal RUBRIEK 5 van het meerjarige financiële kader || || || ||
Buiten RUBRIEK 5[32] van het meerjarige financiële kader || || || ||
Personele middelen || || ||
Andere administratieve uitgaven || || ||
Subtotaal buiten RUBRIEK 5 van het meerjarige financiële kader || || ||
TOTAAL || || || || || ||
3.2.3.2. Geraamde personeelsbehoeften
– ¨ Voor het voorstel/initiatief zijn geen personele middelen nodig
– X Voor het voorstel/initiatief zijn personele middelen nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:
Raming in een geheel getal (of met hoogstens 1 decimaal)
|| Jaar 2012 || Jaar 2013 || … invullen: zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)
XX 01 01 01 (zetel en vertegenwoordigingen van de Commissie) || || ||
XX 01 01 02 (delegaties) || ||
XX 01 05 01 (onderzoek door derden) || ||
10 01 05 01 (eigen onderzoek) || ||
XX 01 02 01 (AC, END, INT van de "totale financiële middelen") || ||
XX 01 02 02 (AC, AL, END, INT en JED in de delegaties) || ||
XX 01 04 jj[33] || - zetel[34] || ||
- delegaties || ||
XX 01 05 02 (AC, END, INT – onderzoek door derden) || ||
10 01 05 02 (AC, END, INT – eigen onderzoek) || ||
Ander begrotingsonderdeel (te vermelden) || ||
TOTAAL || || || || ||
XX is het beleidsterrein of de begrotingstitel
De benodigde personele middelen zullen worden gefinancierd uit de middelen die reeds voor het beheer van deze actie zijn toegewezen en/of binnen het DG zijn herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen.
Beschrijving van de uit te voeren taken
Ambtenaren en tijdelijke functionarissen ||
Extern personeel ||
3.2.4. Verenigbaarheid met het huidige meerjarige financiële kader
– X Het voorstel/initiatief is verenigbaar met het huidige meerjarige financiële kader
– ¨ Het voorstel/initiatief vergt herprogrammering van de betrokken rubriek van het meerjarige financiële kader
Zet uiteen welke herprogrammering nodig is, onder vermelding van de betrokken begrotingsonderdelen en de desbetreffende bedragen.
n.v.t.
– ¨ Het voorstel/initiatief vergt toepassing van het flexibiliteitsinstrument of herziening van het meerjarige financiële kader[35]
Zet uiteen wat nodig is, onder vermelding van de betrokken rubrieken en begrotingsonderdelen en de desbetreffende bedragen.
n.v.t.
3.2.5. Bijdrage van derden aan de financiering
– X Het voorstel/initiatief voorziet niet in medefinanciering door derden
– Het voorstel/initiatief voorziet in medefinanciering, zoals hieronder wordt geraamd:
Kredieten in miljoenen euro's (tot op 3 decimalen) Jaar N
|| Jaar 2012 || Jaar 2013 || … invullen: zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6) || Totaal
Medefinancieringsbron || || || || || ||
TOTAAL medegefinancierde kredieten || || || || || ||
3.3. Geraamde gevolgen voor de ontvangsten
– X Het voorstel/initiatief heeft geen financiële gevolgen voor de ontvangsten
– ¨ Het voorstel/initiatief heeft de hieronder beschreven financiële gevolgen:
– ¨ voor de eigen middelen
– ¨ voor de diverse ontvangsten
in miljoenen euro's (tot op 3 decimalen)
Begrotingsonderdeel voor ontvangsten: || Voor het lopende begrotingsjaar beschikbare kredieten || ||
Jaar 2012 || Jaar 2013 || … invullen: zoveel kolommen als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6) ||
Artikel …………. || || || || || || ||
Voor de diverse ontvangsten die worden "toegewezen", vermeld het (de) betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven.
n.v.t.
Vermeld de wijze van berekening van de gevolgen voor de ontvangsten.
n.v.t.
[1] PB L 48 van 22.2.2008, blz. 82.
[2] COM(2008) 800 van 26.11.2008.
[3] PB L 167 van 29.6.2009, blz. 26.
[4] Met uitzondering van ingetrokken of verworpen aanvragen.
[5] http://ec.europa.eu/economy_finance/publications/european_economy/forecasts_en.htm
[6] Ibid.
[7] COM(2011) 11 van 12.1.2011.
[8] Resolutie van het Europees Parlement (2010/2072/INI).
[9] Verordening (EG) nr. 1081/2006 (PB L 210 van 31.7.2006, blz. 12).
[10] COM(2010) 2020 van 3.3.2010.
[11] Besluit van de Raad van 21 oktober 2010 betreffende de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten. PB L 308 van 24.11.2010, blz. 46.
[12] COM(2008) 868 van 16.12.2008.
[13] PB C 139 van 14.6.2006, blz. 1.
[14] Met uitzondering van ingetrokken of verworpen aanvragen.
[15] PB C […] van […], blz.. […].
[16] PB C […] van […], blz.. […].
[17] PB L 48 van 22.2.2008, blz. 82.
[18] PB L 167 van 29.6.2009, blz. 26.
[19] ABM: Activity Based Management – ABB: Activity Based Budgeting.
[20] In de zin van artikel 49, lid 6, onder a) of b), van het Financieel Reglement.
[21] Nadere gegevens over de beheersvormen en verwijzingen naar het Financieel Reglement zijn beschikbaar op BudgWeb: http://www.cc.cec/budg/man/budgmanag/budgmanag_en.html
[22] In de zin van artikel 185 van het Financieel Reglement.
[23] GK = gesplitste kredieten/NGK = niet-gesplitste kredieten.
[24] EVA: Europese Vrijhandelsassociatie.
[25] Kandidaat-lidstaten en, in voorkomend geval, potentiële kandidaat-lidstaten van de Westelijke Balkan.
[26] Het jaar N is het jaar waarin met de uitvoering van het voorstel/initiatief wordt begonnen.
[27] Technische en/of administratieve bijstand en uitgaven ter ondersteuning van de uitvoering van programma's en/of acties van de EU (vroegere "BA"-onderdelen), onderzoek door derden, eigen onderzoek.
[28] Het jaar N is het jaar waarin met de uitvoering van het voorstel/initiatief wordt begonnen.
[29] Outputs zijn de te verstrekken producten en diensten (bv. aantal gefinancierde studentenuitwisselingen, aantal km aangelegde wegen, enz.).
[30] Zoals beschreven in punt 1.4.2. "Specifieke doelstelling(en)…".
[31] Het jaar N is het jaar waarin met de uitvoering van het voorstel/initiatief wordt begonnen.
[32] Technische en/of administratieve bijstand en uitgaven ter ondersteuning van de uitvoering van programma's en/of acties van de EU (vroegere "BA"-onderdelen), onderzoek door derden, eigen onderzoek.
[33] Onder het maximum voor extern personeel uit beleidskredieten (vroegere "BA"-onderdelen).
[34] Vooral voor structuurfondsen, Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) en Europees Visserijfonds (EVF).
[35] Zie de punten 19 en 24 van het Interinstitutioneel Akkoord.