Home

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in het Gemengd Comité dat is opgericht bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, over het vrije verkeer van personen, inzake de vervanging van bijlage II bij die Overeenkomst betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in het Gemengd Comité dat is opgericht bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, over het vrije verkeer van personen, inzake de vervanging van bijlage II bij die Overeenkomst betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in het Gemengd Comité dat is opgericht bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, over het vrije verkeer van personen, inzake de vervanging van bijlage II bij die Overeenkomst betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels /* COM/2011/0671 definitief - 2011/0291 (NLE) */


TOELICHTING

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Op 1 juni 2002 is de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, over het vrije verkeer van personen (hierna "de Overeenkomst" genoemd) in werking getreden. Bijlage II bij deze Overeenkomst voorziet in de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels.

Volgens artikel 18 van de Overeenkomst kan het Gemengd Comité EU-Zwitserland over het vrije verkeer van personen wijzigingen van bijlage II bij de Overeenkomst vaststellen. Artikel 2 van Besluit 2002/309/EG, Euratom van de Raad en, wat betreft de Overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking, van de Commissie van 4 april 2002 betreffende de sluiting van zeven overeenkomsten met de Zwitserse Bondsstaat, bepaalt dat de Raad op voorstel van de Commissie het standpunt vaststelt dat de Unie ten aanzien van besluiten van het Gemengd Comité moet innemen.

Om een coherente en correcte toepassing van de EU-wetgeving te garanderen en administratieve en eventueel juridische problemen te vermijden, dient bijlage II bij de Overeenkomst betrekking te hebben op alle relevante EU-wetgeving en besluiten van de Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels. Bijgevolg moet bijlage II bij de Overeenkomst worden geactualiseerd, meer bepaald om het gemoderniseerde systeem voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels te integreren, dat binnen de EU van kracht werd op 1 mei 2010, nl. Verordening (EG) nr. 883/2004, gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 988/2009, de uitvoeringsverordening (EG) nr. 987/2009 en de besluiten en aanbevelingen van de Administratieve Commissie. De Verordeningen (EG) nr. 883/2004, (EG) nr. 988/2009 en (EG) nr. 987/2009 zijn van toepassing op Zwitserland.

Tot dit doel diende de Commissie een voorstel in voor een besluit van de Raad over het door de Unie in te nemen standpunt in het Gemengd Comité dat bij de Overeenkomst van 28 juni 2010 is opgericht. Het voorstel van de Commissie werd vervolgens gewijzigd om te verwijzen naar artikel 48 VWEU (coördinatie van de socialezekerheidsstelsels) in samenhang met artikel 218, lid 9, VWEU, als juridische grondslag.

Op 6 december 2010 heeft de Raad zijn besluit vastgesteld. Het besluit van de Raad werd vastgesteld op basis van artikel 79 VWEU, in samenhang met artikel 218, lid 9, VWEU. De Commissie gaf een verklaring uit waarin zij zich voorstander verklaarde van artikel 48 VWEU als de correcte juridische grondslag. De Commissie herinnerde er meer bepaald aan dat krachtens artikel 48 VWEU de verworvenheden van de Unie op het gebied van de sociale zekerheid kunnen worden uitgebreid tot onderdanen van derde landen en dat de doelstellingen en bepalingen van de Overeenkomst over het vrije verkeer van personen ertoe strekken de EU-wetgeving, meer bepaald de bepalingen inzake het vrije verkeer van werknemers, uit te breiden tot onderdanen van Zwitserland in de EU.

Artikel 79 VWEU valt onder titel V (ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid) en vereist de toepassing van de protocollen 21 en 22. Het besluit van de Raad was bijgevolg niet bindend voor het Verenigd Koninkrijk, Ierland of Denemarken.

Ierland en Denemarken sloten zich vervolgens aan bij het standpunt van de Unie, het Verenigd Koninkrijk echter niet. De vertegenwoordiger van de EU in het Gemengd Comité heeft aan Zwitserland voorgesteld om het ontwerp-besluit van het Gemengd Comité goed te keuren op basis van het standpunt van de Raad, namens de EU en haar lidstaten, met inbegrip van Ierland en Denemarken (die zich immers bij het standpunt van de Unie hadden aangesloten), maar met uitzondering van het Verenigd Koninkrijk. Het Verenigd Koninkrijk presenteerde zijn eigen specifieke standpunt. Het Verenigd Koninkrijk stelde concreet voor de voorschriften voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels niet toe te passen op economisch niet-actieve personen die sinds de inwerkingtreding van Verordening (EG) nr. 883/2004 in de betrekkingen tussen Zwitserland en het Verenigd Koninkrijk vallen onder de EU-voorschriften voor coördinatie.

Bij schrijven van 2 september 2011 stelde Zwitserland de vertegenwoordiger van de EU in het Gemengd Comité ervan in kennis dat het voorgestelde besluit van het Gemengd Comité en het voorstel van het Verenigd Koninkrijk als zodanig voor Zwitserland niet aanvaardbaar zijn. In de eerste plaats betreurt Zwitserland dat de EU de tekst die reeds in maart 2011 door de Zwitserse regering was goedgekeurd, niet heeft aanvaard. Deze tekst komt overeen met het initiële voorstel van de Commissie. Ten tweede geeft Zwitserland te kennen dat het alleen dan een dergelijk voorbehoud voor het Verenigd Koninkrijk zou kunnen aanvaarden, indien voor niet-actieve personen vergelijkbare afwijkingen worden ingevoerd die van toepassing zouden zijn op alle EU-lidstaten.

De weigering van Zwitserland betekent dat een nieuw besluit van de Raad noodzakelijk is omtrent het door de EU in te nemen standpunt in het Gemengd Comité voor de herziening van bijlage II. Dit voorstel voor een nieuw besluit van de Raad is gebaseerd op artikel 48 VWEU, in samenhang met artikel 218, lid 9, VWEU, aangezien de Commissie ervan overtuigd blijft dat dit de correcte juridische grondslag is. Daarnaast houdt dit voorstel rekening met de tekst van het ontwerp-besluit van het Gemengd Comité dat in maart 2011 door de Zwitserse regering was goedgekeurd, en tegelijk het best een daadwerkelijke homogene en coherente toepassing van de EU-wetgeving inzake de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels in de betrekkingen tussen de EU en Zwitserland garandeert.

2. RESULTATEN VAN DE RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDE PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELING

De herziene versie van bijlage II bij dit voorstel is het resultaat van technische discussies met socialezekerheidsdeskundigen, meer bepaald van de Zwitserse socialezekerheidsadministratie en van de Europese Unie. Het resultaat werd ter informatie medegedeeld op de 318e vergadering van de Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels op 16 december 2009 en werd door de delegaties gunstig onthaald. De herziening van bijlage II bij de Overeenkomst betekent een vereenvoudiging en modernisering van de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels tussen Zwitserland en de lidstaten van de EU, meer bepaald door invoering van Verordening (EG) nr. 883/2004, gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 988/2009 en Verordening (EG) nr. 987/2009. Dit zal een positief effect hebben, in vergelijking met de bestaande wetgeving, en zal de administratieve procedures verbeteren voor alle gebruikers van de verordeningen: nationale socialezekerheidsorganen, werkgevers, met name kleine en middelgrote ondernemingen, en individuele burgers.

3. JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL

DEEL A: BESLUITEN WAARNAAR WORDT VERWEZEN

Met betrekking tot Verordening (EG) nr. 883/2004 zijn de redenen voor vermelding van Zwitserland in de bijlagen de volgende:

– Met betrekking tot bijlage I (I) bij Verordening (EG) nr. 883/2004 ("Voorschotten op de onderhoudsverplichtingen") behoudt Zwitserland zich het recht voor de voorschotten op de onderhoudsverplichtingen vrij te stellen van de toepassing van Verordening (EG) nr. 883/2004 bij wege van een speciale vermelding.

– Met betrekking tot bijlage I (II) bij Verordening (EG) nr. 883/2004 ("Bijzondere uitkeringen bij geboorte of adoptie") is er geen inhoudelijke wijziging en deze vermelding stemt overeen met de huidige vermelding in bijlage II, deel II, bij Verordening (EEG) nr. 1408/71.

– Met betrekking tot bijlage II bij Verordening (EG) nr. 883/2004 ("Bepalingen van bilaterale verdragen die van toepassing blijven"):

De vermeldingen die betrekking hebben op bijlage III, deel A en deel B, bij Verordening (EEG) nr. 1408/71, en die de betaling betreffen van uitkeringen aan personen die in een derde land woonachtig zijn, komen in deze bijlage niet meer voor. EU-onderdanen die in een derde land woonachtig zijn, kunnen een beroep doen op artikel 4 van Verordening (EG) nr. 883/2004; deze clausule van gelijke behandeling heeft immers niet langer betrekking op verblijf in de EU (hetgeen overeenstemt met artikel 3, lid 1, gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 647/2005).

Zwitserland moet de betaling van pensioenen in het buitenland uitvoeren op basis van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 883/2004 (gelijke behandeling), aangezien de Zwitserse nationale wetgeving garandeert dat Zwitserse pensioenen aan Zwitserse onderdanen wereldwijd worden uitbetaald.

De rechten van EU-onderdanen die momenteel niet worden gedekt door een bilaterale overeenkomst, zullen worden verbeterd (dit geldt onder meer voor onderdanen van Estland, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Roemenië en Slowakije), aangezien Zwitserland nu verplicht is voor alle onderdanen van EU-landen de betaling van pensioenen in derde landen uit te voeren, zoals het dat voor zijn eigen onderdanen doet.

Wat de vermelding voor Duitsland-Zwitserland betreft, zijn er twee overeenkomsten die reeds worden vermeld in de bestaande bijlage III bij Verordening (EEG) nr. 1408/71:

De overeenkomst biedt onder a) de mogelijkheid aan niet-actieve inwoners van Büsingen die verder niet in Duitsland zijn verzekerd, zich aan te sluiten bij het Zwitserse ziekteverzekeringsstelsel (punt i) en vergemakkelijkt de toegang tot het Duitse ziekteverzekeringsstelsel voor werknemers die naar Duitsland terugkeren (punt ii).

Onder b) betreft de overeenkomst de werkloosheidsverzekering en biedt zij grensarbeiders uit Büsingen de mogelijkheid onder bepaalde voorwaarden werkloosheidsuitkeringen te ontvangen alsof zij in Zwitserland woonachtig waren. Artikel 8, lid 5, van deze overeenkomst voorziet in de betaling door Duitsland (gemeente Büsingen) van een bedrag gelijk aan de kantonnale bijdrage volgens Zwitsers recht als deel van de kosten van de arbeidsplaatsen die in het kader van werkgelegenheidsmaatregelen door onder deze bepaling vallende werknemers daadwerkelijk worden bezet. De vermelding voor Spanje-Zwitserland stemt overeen met de bestaande vermelding in bijlage III bij Verordening (EEG) nr. 1408/71. De vermelding heeft betrekking op de Spaanse "Convenio especial", volgens welke buitenlandse werknemers die naar Spanje terugkeren, zich bij het Spaanse ziekteverzekeringsstelsel kunnen aansluiten en niet langer verplicht als gepensioneerden onder het Zwitserse ziekteverzekeringsstelsel vallen.

De vermelding voor Italië-Zwitserland heeft betrekking op de samentelling van tijdvakken die vervuld zijn in derde landen, waardoor de verzekeringstijdvakken van Zwitserse of Italiaanse burgers in derde landen in aanmerking kunnen worden genomen om de voorwaarden voor het verkrijgen van een Italiaans pensioen te vervullen (unilaterale regeling). Deze vermelding is noodzakelijk aangezien Zwitserland aanbeveling P1 in verband met de zaak-Gottardo niet kan toepassen omdat deze rechtstreeks stoelt op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (ex-EG-Verdrag).

– Met betrekking tot bijlage III bij Verordening (EG) nr. 883/2004 ("Beperking van het recht op verstrekkingen van gezinsleden van een grensarbeider") is er geen vermelding betreffende Zwitserland.

– Met betrekking tot bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 883/2004 ("Meer rechten voor pensioengerechtigden die naar de bevoegde lidstaat terugkeren") wordt Zwitserland aan deze lijst toegevoegd.

– Met betrekking tot de bijlagen V, VI en VII bij Verordening (EG) nr. 883/2004 is er geen vermelding betreffende Zwitserland.

– Met betrekking tot bijlage VIII, deel 1, bij Verordening (EG) nr. 883/2004 ("Gevallen waarin de onafhankelijke prestatie even hoog of hoger is dan de prestatie pro rata (artikel 52, lid 4)") wordt Zwitserland vermeld in verband met zijn regeling als reeds bedoeld in bijlage IV, deel C, bij Verordening (EEG) nr. 1408/71, nl. wanneer de berekening van een pensioen volgens Zwitsers recht overeenkomstig artikel 52, lid 1, onder a), leidt tot een autonoom pensioen dat gelijk is aan of hoger dan de overeenkomstig artikel 52, lid 1, onder b), berekende pro rata-uitkering.

– Met betrekking tot bijlage VIII, deel 2, bij Verordening (EG) nr. 883/2004 ("Gevallen waarin artikel 52, lid 5, van toepassing is") worden de Zwitserse ouderdoms-, nabestaanden- en invaliditeitsuitkeringen van het wettelijke beroepsgebonden verzekeringsstelsel opgesomd. Deze regeling wordt momenteel genoemd in bijlage IV, deel C, bij Verordening (EEG) nr. 1408/71. Deze regeling wordt genoemd in deel 2 van bijlage VIII bij Verordening (EG) nr. 883/2004, aangezien de volgens deze regeling uitgekeerde pensioenen worden berekend op basis van gecumuleerde en gekapitaliseerde individuele spaartegoeden, d.w.z. tijdvakken zijn niet relevant voor de berekening.

– Met betrekking tot bijlage IX, deel II, bij Verordening (EG) nr. 883/2004 ("Uitkeringen als bedoeld in artikel 54, lid 2, onder b), waarvan het bedrag wordt bepaald op basis van een fictief tijdvak dat geacht wordt te zijn vervuld tussen de datum waarop de verzekerde gebeurtenis is ingetreden en een latere datum") is er een vermelding betreffende de Zwitserse nabestaanden- en invaliditeitsuitkeringen van het wettelijke beroepsgebonden verzekeringsstelsel. Deze vermelding stemt overeen met de bestaande vermelding in bijlage IV, deel D, onderdeel 2, bij Verordening (EEG) nr. 1408/71.

– Met betrekking tot bijlage X bij Verordening (EG) nr. 883/2004 ("Bijzondere, niet op premie- of bijdragebetaling berustende prestaties") beantwoorden de vermeldingen 1, 2 en 3 aan de bestaande vermeldingen van bijlage II bis. Indien men echter rekening houdt met het feit dat deze vermeldingen werden ingebracht vóór de strengere criteria van bijlage II bis bij Verordening (EEG) nr. 1408/71 werden ingevoerd bij Verordening (EG) nr. 647/2005 (die beantwoorden aan de criteria van bijlage X bij Verordening (EG) nr. 883/2004), is het voor het handhaven van de vermeldingen in bijlage X nodig dat deze vermeldingen overeenstemmen met de vereisten volgens bijlage X. In dit verband kunnen deze vermeldingen als volgt worden verantwoord:

Met betrekking tot vermelding 1 inzake aanvullende uitkeringen (federale wet inzake aanvullende uitkeringen van 19 maart 1965) en vergelijkbare uitkeringen waarin de kantonnale wetgeving voorziet:

Met het oog op Verordening (EG) nr. 883/2004 verzocht de Zwitserse delegatie om handhaving in de lijst van bijzondere, niet op premie- of bijdragebetaling berustende prestaties van de aanvullende uitkeringen als bedoeld in de bestaande bijlage II bis bij Verordening (EEG) nr. 1408/71. Dit werd als volgt verantwoord:

1. Omschrijving van de uitkering

Federale uitkeringen worden toegekend indien de ouderdoms-, nabestaanden- en invaliditeitspensioenen de fundamentele behoeften niet dekken. De voorwaarden tot toekenning van deze uitkeringen zijn de volgende. De aanvrager moet:

– onder het minimuminkomen vallen dat is vastgesteld voor het dekken van de fundamentele behoeften (huisvesting, ziekteverzekering, levensmiddelen);

– recht hebben op een ouderdoms-, nabestaanden- en invaliditeitspensioen;

– gedomicilieerd en effectief woonachtig zijn in Zwitserland.

De uitkeringen dekken het verschil tussen het minimuminkomen en het reële inkomen van de betrokkene (pensioen, inkomen van de partner, activa). De uitkeringen worden uitsluitend gefinancierd door algemene belastingen van de Bondsstaat en de kantons.

De volgende bedragen gelden momenteel als minimuminkomen:

– ongehuwd: CHF 18 720/jaar

– gehuwd: CHF 28 080/jaar

De kantons kunnen vergelijkbare aanvullende kantonnale uitkeringen toekennen naast de ouderdoms-, nabestaanden- en invaliditeitspensioenen bovenop de federale aanvullende uitkeringen.

Momenteel beschikken acht kantons over een dergelijk parallelsysteem van aanvullende uitkeringen bij de ouderdoms-, nabestaanden- en invaliditeitspensioenen. In de regel moet de betrokkene een federale aanvullende uitkering genieten om recht te hebben op een kantonnale uitkering.

2. Criteria voor niet op premie- of bijdragebetaling berustende uitkeringen

De federale en kantonnale aanvullende uitkeringen voldoen aan alle noodzakelijke criteria om te worden beschouwd als niet op premie- of bijdragebetaling berustende prestaties overeenkomstig artikel 70, lid 2, van Verordening (EG) nr. 883/2004, rekening houdend met de relevante jurisprudentie van het Europese Hof van Justitie inzake niet op premie- of bijdragebetaling berustende uitkeringen:

a) Het zijn bijzondere (gemengde) uitkeringen: Enerzijds zijn zij gerelateerd aan de sociale zekerheid omdat de betreffende personen een duidelijk wettelijk recht erop hebben. Zij beogen een aanvullend pensioen te bieden om een minimuminkomen te garanderen en zijn daarom gerelateerd aan de basispensioenen en de risico's van ouderdom en invaliditeit. Anderzijds houden zij verband met sociale bijstand omdat zij slechts worden toegekend aan gepensioneerden wier totale inkomen niet het door de wet vastgestelde minimuminkomen bereikt. Dit houdt nauw verband met de sociaaleconomische situatie in Zwitserland aangezien het betrekking heeft op de minimale fundamentele behoeften in Zwitserland. Deze uitkeringen hangen niet af van tijdvakken waarin is gewerkt of premie betaald;

b) Zij berusten niet op premie- of bijdragebetaling: Zij worden uitsluitend gefinancierd door belastingen en hangen niet van bijdragen af.

Met betrekking tot vermelding 2 inzake pensioenen bij precaire sociale situaties in het kader van de invaliditeitsverzekering (artikel 28, alinea 1a, van de federale wet inzake de invaliditeitsverzekering van 19 juni 1959, gewijzigd op 7 oktober 1994), verzocht de Zwitserse delegatie om handhaving van deze vermelding in de lijst in de bestaande bijlage II bis bij Verordening (EEG) nr. 1408/71, om de volgende redenen:

1. Omschrijving van de uitkering

De pensioenen bij precaire sociale situaties werden per 1 januari 2004 afgeschaft. Dit type pensioen werd vervangen door aanvullende uitkeringen, maar wordt in sommige gevallen op basis van overgangsregels toch nog toegekend (momenteel aan ongeveer 500 personen) en moet bijgevolg worden genoemd in de lijst van bijlage X bij Verordening (EG) nr. 833/2004.

Dit pensioen bij precaire sociale situaties is een extra bedrag dat wordt toegekend aan personen die recht hebben op een kwart van een invaliditeitspensioen (invaliditeit tussen 40% en 49%), die persoonlijk in een precaire situatie verkeren en geen aanvaardbaar minimuminkomen hebben ("precaire gevallen"). Het bedoelde supplement stemt overeen met een kwart van een pensioen. Dit betekent dat de begunstigde de tegenwaarde van een half pensioen zal krijgen. Dit pensioen bij precaire sociale situaties wordt alleen binnen Zwitserland uitbetaald.

De voorwaarden tot toekenning van deze uitkeringen zijn de volgende. De aanvragers moeten:

– recht hebben op een invaliditeitspensioen;

– niet beschikken over voldoende inkomen;

– gedomicilieerd en effectief woonachtig zijn in Zwitserland.

2. Criteria voor niet op premie- of bijdragebetaling berustende uitkeringen

Het invaliditeitspensioen bij precaire sociale situaties voldoet aan alle noodzakelijke criteria om te worden beschouwd als een niet op premie- of bijdragebetaling berustende prestatie overeenkomstig artikel 70, lid 2, van Verordening (EG) nr. 883/2004, rekening houdend met de relevante jurisprudentie van het Europese Hof van Justitie inzake niet op premie- of bijdragebetaling berustende uitkeringen, meer bepaald het arrest van het Hof van Justitie van 29 april 2004 in zaak C-160/02 Skalka:

a) Het zijn bijzondere (gemengde) uitkeringen: Enerzijds zijn zij gerelateerd aan de sociale zekerheid omdat de betreffende personen een duidelijk wettelijk recht erop hebben. Zij hebben tot doel de gewone pensioenen aan te vullen om een minimuminkomen te garanderen. Zij houden verband met basisinvaliditeitspensioenen en het risico van invaliditeit. Anderzijds houden zij verband met sociale bijstand omdat zij slechts worden toegekend aan gepensioneerden die in een moeilijke economische situatie verkeren. Dit hangt nauw samen met de sociaaleconomische situatie in Zwitserland aangezien het bedrag is gebaseerd op het gewone pensioen. Deze uitkeringen hangen niet af van tijdvakken waarin is gewerkt of premie betaald;

b) De uitkering is een niet op premie- of bijdragebetaling berustende prestatie, aangezien zij wordt gefinancierd uit belastingen en niet van bijdragen afhangt.

Met betrekking tot vermelding 3 inzake niet op premie- of bijdragebetaling berustende uitkeringen bij werkloosheid, waarin de kantonnale wetgeving voorziet, om de volgende redenen:

1. Omschrijving van de uitkering

Acht kantons hebben dergelijke uitkeringen ingevoerd: Basel-Stadt, Genève, Jura, Neuchâtel, Schaffhausen, Tessin, Uri, Zug. Deze uitkeringen worden toegekend aan werkzoekenden die geen recht meer hebben op een federale werkloosheidsuitkering, om hen opnieuw in de arbeidsmarkt te integreren en sociale bijstand en sociale uitsluiting te voorkomen.

De voorwaarden voor toekenning zijn de volgende. De aanvrager moet:

– over minder dan het minimuminkomen beschikken dat door het kanton is vastgesteld;

– geen verder recht hebben op federale werkloosheidsuitkeringen;

– werkzoekend zijn en bereid zijn een baan aan te nemen;

– gedomicilieerd en effectief woonachtig zijn in het kanton.

De typen uitkeringen zijn: daguitkeringen en/of -vergoedingen voor diverse reïntegratiemaatregelen (opleidingscursussen enz.).

Zij worden exclusief uit belastingen gefinancierd.

2. Criteria voor niet op premie- of bijdragebetaling berustende uitkeringen

Deze kantonnale uitkeringen voor werkzoekenden voldoen aan alle noodzakelijke criteria om te worden beschouwd als niet op premie- of bijdragebetaling berustende prestaties overeenkomstig artikel 70, lid 2, van Verordening (EG) nr. 883/2004, rekening houdend met de relevante jurisprudentie van het Europese Hof van Justitie inzake niet op premie- of bijdragebetaling berustende uitkeringen:

a) Het zijn bijzondere (gemengde) uitkeringen: Enerzijds zijn zij gerelateerd aan de sociale zekerheid omdat de betreffende personen een duidelijk wettelijk recht erop hebben. Zij beogen de federale werkloosheidsuitkeringen aan te vullen om een minimuminkomen te garanderen en houden duidelijk verband met het risico van werkloosheid. Anderzijds houden zij verband met sociale bijstand omdat zij slechts worden toegekend aan werkzoekenden wier totale inkomen niet het door de wet vastgestelde minimuminkomen bereikt. Deze uitkeringen houden nauw verband met de sociaaleconomische situatie in Zwitserland aangezien zij betrekking hebben op het minimuminkomen in het kanton waar de betrokkene woont en op de lokale arbeidsmarkt. Deze uitkeringen hangen niet af van tijdvakken waarin is gewerkt of premie betaald;

b) Zij berusten niet op premie- of bijdragebetaling: Zij worden uitsluitend gefinancierd door belastingen en hangen niet van bijdragen af.

Met betrekking tot vermelding 4 inzake niet op premie- of bijdragebetaling berustende buitengewone invaliditeitspensioenen voor jonge gehandicapten (artikel 39 van de federale wet op de invaliditeitsverzekering van 19 juni 1959), verantwoordde Zwitserland de vermelding als volgt:

Met het oog op Verordening (EG) nr. 883/2004, die ook op niet-actieven van toepassing is, verzocht de Zwitserse delegatie om vermelding in de lijst van bijzondere, niet op premie- of bijdragebetaling berustende prestaties van de buitengewone pensioenen voor niet-actieve gehandicapten. Dit werd als volgt verantwoord:

1. Omschrijving van de uitkering

Om in aanmerking te komen voor een regelmatig Zwitsers invaliditeitspensioen moet de verzekerde persoon gedurende ten minste drie jaar tijdens de arbeidsongeschiktheid (invaliditeit) bijdragen hebben betaald. Wie sinds zijn geboorte of kinderjaren gehandicapt is, voldoet niet aan deze voorwaarde, aangezien hij of zij reeds arbeidsongeschikt is vóór het bereiken van de leeftijd waarop bijdragen worden geïnd.

Deze personen hebben recht op een speciale uitkering die overeenstemt met het gewone minimuminvaliditeitspensioen. De uitkering wordt toegekend aan personen die ouder zijn dan 18 jaar zolang zij in Zwitserland wonen.

Aangezien deze uitkering niet wordt berekend aan de hand van bijdragen, heet zij "buitengewoon invaliditeitspensioen".

2. Criteria voor niet op premie- of bijdragebetaling berustende uitkeringen

Het buitengewone invaliditeitspensioen voldoet aan alle noodzakelijke criteria om te worden beschouwd als een niet op premie- of bijdragebetaling berustende prestatie overeenkomstig artikel 4, lid 1408, van Verordening (EEG) nr. 2/71, rekening houdend met de relevante jurisprudentie van het Europese Hof van Justitie inzake niet op premie- of bijdragebetaling berustende uitkeringen:

a) Het zijn bijzondere (gemengde) uitkeringen: Enerzijds zijn zij gerelateerd aan de sociale zekerheid omdat de betreffende personen een duidelijk wettelijk recht erop hebben en het risico van invaliditeit ermee wordt gedekt. Anderzijds houden zij nauw verband met sociale bijstand omdat de toekenning ervan niet afhankelijk is van tijdvakken van werk of bijdragen en zij beogen nood te lenigen door een minimuminkomen te garanderen aan een sociaal achtergestelde groep (jonge gehandicapten);

b) Het zijn bijzondere uitkeringen: Het is een vervangingsuitkering die bedoeld is voor wie niet voldoet aan de voorwaarden voor verzekering in verband met een regelmatig invaliditeitspensioen. Dit houdt nauw verband met de sociaaleconomische situatie in Zwitserland aangezien het betrekking heeft op het minimumpensioen in Zwitserland;

c) Zij berusten niet op premie- of bijdragebetaling: Zij worden niet gefinancierd door bijdragen. De federale regering draagt alle kosten van deze uitkering.

In zaak C-154/05 Kersbergen-Lap en Dams-Schipper oordeelde het Europese Hof van Justitie dat de Nederlandse Wajong-uitkering een niet op premie- of bijdragebetaling berustende uitkering is. In zaak C-287/05 Hendrix bevestigde het Hof dit vonnis. Net als het Zwitserse buitengewone invaliditeitspensioen voorziet de Nederlandse Wajong-regeling in de betaling van een uitkering aan jongeren die langdurig arbeidsongeschikt zijn, maar niet aan de voorwaarden voor een regelmatig invaliditeitspensioen voldoen.

Om niet te komen tot een ongunstigere situatie vergeleken met de huidige toestand, wordt de door Zwitserland voorgestelde vermelding beperkt tot personen die vóór zij arbeidsongeschikt werden, niet onderworpen waren aan de Zwitserse arbeidswetgeving als werknemer (ook leerling) of zelfstandige.

– Met betrekking tot bijlage XI bij Verordening (EG) nr. 883/2004 ("Bijzondere bepalingen voor de toepassing van de wetgeving van de lidstaten"):

– Met betrekking tot de vermeldingen 1 en 2 verantwoordde Zwitserland zijn voorstellen als volgt:

Zwitserland stelt voor de twee vermeldingen in bijlage VI bij Verordening (EEG) nr. 1408/71 te handhaven, betreffende de toelating tot de Zwitserse vrijwillige pensioenverzekering (punt 1) en de optionele voortzetting daarvan (punt 2) voor personen die buiten het grondgebied leven dat wordt bestreken door de Overeenkomst EU-Zwitserland over het vrije verkeer van personen. Deze vermeldingen worden ingevoegd in de bijlage XI bij Verordening (EG) nr. 883/2004. Motivering van deze vermeldingen:

Betreffende vermelding 1 (vrijwillige verzekering):

Onderdanen van Zwitserland en de EU-lidstaten kunnen optioneel intekenen op de Zwitserse ouderdoms-, nabestaanden- en invaliditeitsverzekering.

Aangezien deze vrijwillige verzekering gedeeltelijk wordt gefinancierd door de Zwitserse overheid, komen hiervoor alleen personen in aanmerking die een nauwe band met Zwitserland hebben. Dit betekent dat zij, alvorens in aanmerking te komen, gedurende vijf jaar verzekerd moeten zijn geweest in een Zwitserse ouderdoms-, nabestaanden- of invaliditeitsverzekering. Deze vereiste is gelijkelijk van toepassing op Zwitserse en EU-onderdanen die buiten het grondgebied woonachtig zijn dat wordt bestreken door de Overeenkomst EU-Zwitserland over het vrije verkeer van personen.

Betreffende vermelding 2 (voortzetting van de verzekering bij werkzaamheid voor een Zwitserse werkgever in het buitenland):

Personen die werkzaam zijn voor een Zwitserse werkgever in het buitenland kunnen verder bijdragen blijven betalen voor de ouderdoms-, nabestaanden- of invaliditeitsverzekering. De werkgever, die de helft van de bijdragen voor zijn rekening moet nemen, moet het daarmee echter eens zijn. Aangezien deze voortgezette verzekering gedeeltelijk wordt gefinancierd door de Zwitserse overheid, komen hiervoor alleen personen in aanmerking die een nauwe band met Zwitserland hebben. Dit betekent dat zij, alvorens in aanmerking te komen, gedurende vijf jaar verzekerd moeten zijn geweest in een Zwitserse ouderdoms-, nabestaanden- of invaliditeitsverzekering. Deze vereiste is gelijkelijk van toepassing op Zwitserse en EU-onderdanen die buiten het grondgebied woonachtig zijn dat wordt bestreken door de Overeenkomst EU-Zwitserland over het vrije verkeer van personen.

Vermelding 3 stemt overeen met de bestaande vermelding 3 in bijlage VI bij Verordening (EEG) nr. 1408/71. Deze optie biedt meer rechten aan migrerende werknemers en hun gezinsleden. Hierom was gevraagd door migrerende werknemers omdat zij op die manier kunnen vermijden in Zwitserland hogere ziekteverzekeringspremies te moeten betalen dan in hun respectieve lidstaat het geval zou zijn.

Zwitserland stelt voor vermelding 4 te handhaven, die overeenstemt met punt 3a van bijlage VI bij Verordening (EEG) nr. 1408/71 inzake niet-arbeidsongevallen. Deze vermelding wordt ingevoegd in de bijlage XI bij Verordening (EG) nr. 883/2004.

Personen die werkzaam zijn in Zwitserland en wonen in Oostenrijk, Duitsland, Frankrijk of Italië, kunnen kiezen of zij zich aansluiten bij de ziekteverzekering in het land waar zij wonen of eerder in Zwitserland ("vrijstelling"; punt 3b van bijlage VI, Zwitserland, bij Verordening (EEG) nr. 1408/71).

In dergelijke gevallen kan een gelijktijdige verantwoordelijkheid ontstaan bij niet-arbeidsongevallen tussen het Zwitserse ongevallenverzekeringsorgaan en het ziekteverzekeringsorgaan van de staat waar de betrokkene woont. Niet-arbeidsongevallen worden in het Zwitserse recht immers beschouwd als arbeidsongevallen en beroepsziekten, terwijl volgens de wetgeving van de betrokken EU-lidstaten uitkeringen in natura op grond van de ziekteverzekering worden verstrekt.

Een duidelijke bepaling over de kostenverdeling is noodzakelijk.

Vermelding 5 stemt overeen met de bestaande vermelding 3b in bijlage VI bij Verordening (EEG) nr. 1408/71. Dit geval betreft personen die in Zwitserland werken en in een andere lidstaat wonen en ervoor gekozen hebben in het woonland verzekerd te zijn. In deze situatie garandeert deze vermelding dat artikel 19 van Verordening (EG) nr. 883/2004 zo wordt toegepast dat de betrokken persoon de nodige geneeskundige zorgen krijgt tijdens zijn verblijf in Zwitserland (dat financieel niet bevoegd is).

De formulering werd aangepast om te garanderen dat ook gezinsleden eronder vallen.

De vermeldingen 4 en 6 van bijlage VI bij Verordening (EEG) nr. 1408/71 zijn niet langer nodig omdat deze situaties nu worden bestreken door de artikelen 18 en 27, lid 2, van Verordening (EG) nr. 883/2004.

Vermelding 6 stemt overeen met de bestaande vermelding 5 in bijlage VI bij Verordening (EEG) nr. 1408/71. Daarin wordt bepaald dat overeenkomstig artikel 62, lid 1, van de nieuwe uitvoeringsverordening (EG) nr. 987/2009 de bevoegde autoriteit aan het betaalorgaan dat in Zwitserland uitkeringen heeft toegekend, het reële bedrag terugbetaalt dat in de rekeningen van dat orgaan wordt vermeld. Dit is ook van toepassing op de uitkeringen die in Zwitserland worden toegekend aan personen die ervoor hebben gekozen verzekerd te zijn in hun woonland overeenkomstig vermelding 3a van bijlage XI.

Vermelding 7 stemt overeen met de bestaande vermelding 7 van bijlage VI bij Verordening (EEG) nr. 1408/71 en Zwitserland stelt voor punt 7 van bijlage VI bij Verordening (EEG) nr. 1408/71 inzake prestaties bij ziekte te handhaven.

In Zwitserland is de verzekering voor prestaties bij ziekte optioneel. Iedereen die in Zwitserland is verzekerd voor financiële uitkeringen bij ziekte, mag op deze aanvullende verzekeringsregeling intekenen.

Verzekerde personen kunnen te allen tijde van verzekeringsmaatschappij veranderen. In dit geval mag de nieuwe verzekeraar betalingen voor risico's en ziekten die reeds bestonden voor de betrokkene tot de verzekering toetrad, uitsluiten.

Indien echter de betrokkene verplicht was van verzekeraar te veranderen vanwege een nieuwe baan of omdat hij naar een plaats is verhuisd waar de vroegere verzekeraar niet werkzaam is, moet de nieuwe verzekeraar de betrokkene aanvaarden zonder enige verdere restrictie. In dergelijke gevallen moet de vroegere verzekeraar een certificaat afgeven waaruit blijkt dat de verandering van verzekeringsmaatschappij niet vrijwillig is geschied. De nieuwe verzekeraar is gebonden door dit document dat drie maanden geldig is. Zolang de vroegere verzekeraar dit document niet heeft afgegeven aan de betrokkene, blijft hij verantwoordelijk voor alle prestaties bij ziekte die niet door de nieuwe verzekeraar worden gedekt.

Indien een persoon eerst bij een verzekeringsmaatschappij in een EU-lidstaat was verzekerd, kan geen certificaat worden afgegeven waaruit blijkt dat aan de voorwaarden voor toelating zonder restricties is voldaan. Om dergelijke personen te beschermen wordt rekening gehouden met eerdere tijdvakken van ziekteverzekering in een andere lidstaat en wordt de uitsluiting van dekking voor reeds bestaande ziekten of risico's niet toegepast. Zoals in Zwitserland moet de verandering van verzekeringsmaatschappij binnen drie maanden zijn doorgevoerd.

Punt 8 van bijlage VI bij Verordening (EEG) nr. 1408/71 wordt niet overgenomen in bijlage XI bij Verordening (EG) nr. 883/2004. In Zwitserland is de verzekering voor invaliditeit afhankelijk van hetzij de woonplaats of winstgevende werkzaamheid in Zwitserland. Personen die buiten Zwitserland leven (bv. grensarbeiders) en die niet langer kunnen werken ten gevolge van ziekte of ongeval, zijn niet langer verzekerd en kunnen geen bijdragen betalen. Indien dergelijke personen minder dan één jaar in Zwitserland hebben gewerkt, hebben zij geen recht op een invaliditeitspensioen, aangezien zij niet voldoen aan de minimumperiode voor de betaling van bijdragen. Tot eind 2007 bedroeg de minimumperiode voor de betaling van bijdragen slechts één jaar. Om vroegere grensarbeiders in staat te stellen aan deze minimumperiode voor de betaling van bijdragen te voldoen, worden zij in punt 8 van bijlage VI verplicht gedurende één jaar vanaf hun arbeidsongeschiktheid bijdragen te betalen aan de Zwitserse pensioenverzekering, zolang zij niet onderworpen zijn aan de wetgeving van een andere lidstaat op grond van een nieuwe activiteit.

Op 1 januari 2008 werd de minimumperiode voor de betaling van bijdragen voor de Zwitserse invaliditeitspensioenen opgetrokken naar drie jaar. Deze vermelding is thans overbodig. Een persoon verzekerd laten en verplichten tot het betalen van bijdragen is niet langer verantwoord aangezien dit extra jaar in vele gevallen geen gevolgen zou hebben om in aanmerking te komen en het bovendien onverenigbaar is met de bevoegdheidsregels van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 883/2004.

Vermelding 8 stemt overeen met vermelding 9 van bijlage VI bij Verordening (EEG) nr. 1408/71. De redenen voor deze vermelding zijn de volgende: Volgens de Zwitserse wetgeving inzake invaliditeitsverzekering wordt een revalidatieprogramma alleen toegekend aan personen zolang zij verzekerd zijn. In Zwitserland is de verzekering voor invaliditeit afhankelijk van hetzij de woonplaats of winstgevende werkzaamheid in Zwitserland. Personen die buiten Zwitserland leven (bv. grensarbeiders) en die niet langer kunnen werken ten gevolge van ziekte of ongeval, zijn niet langer verzekerd. De vermelding in bijlage XI garandeert dat deze personen toch een beroep kunnen doen op een revalidatieprogramma, ook al is Zwitserland niet langer de bevoegde staat. Het betreft hier voornamelijk maatregelen voor beroepsopleiding die erop gericht zijn, de betrokkene weer in zijn werkomgeving te integreren. De voortzetting van de verzekering tijdens het revalidatieprogramma kan de betrokkene ook helpen indien nodig het minimale verzekeringstijdvak voor een invaliditeitspensioen te bereiken.

De bestaande vermelding werd gewijzigd omdat de situaties waarop deze bepaling betrekking heeft, op een preciezere manier moeten worden gedefinieerd. Alleen de periode die onmiddellijk volgt op het beëindigen van de werkzaamheid in Zwitserland, zal worden bestreken; daarom is de formulering "tot aan de betaling van een invaliditeitspensioen" ingevoegd, zodat gepensioneerden geen recht hebben op deze uitkeringen.

Met betrekking tot de toepassing van Verordening (EG) nr. 987/2009 worden de vermeldingen in de bijlagen voor Zwitserland als volgt verantwoord:

– Met betrekking tot bijlage I bij Verordening (EG) nr. 987/2009 ("toepassingsbepalingen van bilaterale overeenkomsten") worden de bilaterale overeenkomsten met Frankrijk en Italië voor speciale procedures voor de terugbetaling van verstrekkingen van de ziekteverzekering opgesomd;

– Met betrekking tot de bijlagen 3 en 5 bij Verordening (EG) nr. 987/2009 is er geen vermelding betreffende Zwitserland.

DEEL B: BESLUITEN WAARVAN DE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN GOEDE NOTA NEMEN

Dit deel bevat de nieuwe reeks besluiten van de Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels.

DEEL C: BESLUITEN WAARVAN DE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN NOTA NEMEN

Dit deel bevat de nieuwe reeks aanbevelingen van de Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels.

PROTOCOL

Het protocol bij bijlage II betreft drie kwesties:

Ten eerste werd het punt inzake de werkloosheidsverzekering voor werknemers die een Zwitserse verblijfsvergunning hebben voor een periode van minder dan één jaar, geactualiseerd voor EU-8- en EU-2-onderdanen, op wie het huidige systeem voor terugbetaling van toepassing blijft. Het terugbetalingsstelsel blijft van toepassing op EU-8-onderdanen tot en met 30 april 2011, zie het huidige punt 4 van het protocol bij bijlage II bij de Overeenkomst EU-Zwitserland, en op EU-2-onderdanen tot en met 31 mei 2016, zie punt 5 van bijlage II bij het protocol bij de Overeenkomst EU-Zwitserland inzake de deelname van Bulgarije en Roemenië.

Ten tweede kunnen de Zwitserse uitkeringen voor steunbehoevenden (federale wet van 19 juni 1959 inzake de invaliditeitsverzekering (LAI) en federale wet van 20 december 1946 inzake de ouderdoms- en nabestaandenpensioenen (LAVS), gewijzigd op 8 oktober 1999), niet worden opgesomd in bijlage X bij Verordening (EG) nr. 883/2004 aangezien zij niet voldoen aan de strengere voorwaarden als bepaald in Verordening (EG) nr. 647/2005. Rekening houdend met het feit dat ettelijke jaren vóór de inwerkingtreding van Verordening (EG) nr. 647/2005 was overeengekomen deze uitkering op te nemen in bijlage II bis bij Verordening (EEG) nr. 1408/71, met het feit dat Zwitserland in verband hiermee om een status quo verzoekt op grond van het permanente karakter van de Overeenkomst, alsmede met het feit dat Zwitserland in het algemeen de strengere voorwaarden betreffende bijlage X bij Verordening (EG) nr. 883/2004 aanvaardt, wordt de niet-exporteerbaarheid van deze uitkering echter als een afzonderlijk punt in het protocol bij deze Overeenkomst behandeld.

Ten derde liep de overgangsregeling voor de ouderdoms-, nabestaanden- en invaliditeitspensioenen van het beroepsgebonden verzekeringsstelsel af op 31 mei 2007, vijf jaar na de inwerkingtreding van de Overeenkomst. Er kunnen echter nog oude gevallen zijn die door deze regeling worden bestreken (personen die Zwitserland voor 31 mei 2007 hebben verlaten, maar deze uitkering nog niet hebben aangevraagd) en om deze reden wordt de vermelding gehandhaafd.

In deze context werd artikel 3, lid 1, aangepast ("onderdanen van bepaalde EU-lidstaten") aangezien de overgangsregelingen in verband met de werkloosheidsverzekering voor personen met een Zwitserse verblijfsvergunning die minder dan één jaar geldig is, alleen van toepassing zijn voor onderdanen van EU-8 en EU-2; zie de uitbreidingsprotocollen: protocol van 26 oktober 2004 bij de Overeenkomst (PB L 89 van 28.3.2006, blz. 30) en protocol van 27 mei 2008 (PB L 124 van 20.5.2009, blz. 53).

Artikel 3, lid 1, werd ook vervolledigd door opname van een verwijzing naar het protocol voor de punten die de Zwitserse uitkeringen voor steunbehoevenden en uitkeringen van het beroepsgebonden verzekeringsstelsel betreffen.

4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de EU.

2011/0291 (NLE)

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in het Gemengd Comité dat is opgericht bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, over het vrije verkeer van personen, inzake de vervanging van bijlage II bij die Overeenkomst betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 48, in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien Besluit 2002/309/EG, Euratom van de Raad en, wat betreft de Overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking, van de Commissie van 4 april 2002 betreffende de sluiting van zeven overeenkomsten met de Zwitserse Bondsstaat[1], en met name artikel 2,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) De Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, over het vrije verkeer van personen (hierna: "de Overeenkomst" genoemd) is op 1 juni 2002 in werking getreden.

(2) Artikel 18 van de Overeenkomst voorziet in de mogelijkheid dat het Gemengd Comité per besluit wijzigingen kan goedkeuren van de Overeenkomst, onder meer van bijlage II bij de Overeenkomst, betreffende de coördinatie van socialezekerheidsregelingen.

(3) Ten einde een coherente en correcte toepassing van de EU-wetgeving te garanderen en administratieve en eventueel ook juridische problemen te vermijden, dient bijlage II bij de Overeenkomst te worden gewijzigd, om de nieuwe wetsbesluiten van de Unie, waarnaar in de Overeenkomst thans niet wordt verwezen, te integreren.

(4) Ter wille van de duidelijkheid en een rationele ordening van de tekst dient tot codificatie van bijlage II en van het daarbij aangehechte protocol te worden overgegaan,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het standpunt van de Unie in het Gemengd Comité dat is ingesteld bij artikel 14 van de Overeenkomst van 21 juni 1999 tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, over het vrije verkeer van personen, wordt gebaseerd op het in bijlage I bij dit besluit opgenomen ontwerp-besluit van het Gemengd Comité.

Artikel 2

De verklaring opgenomen in bijlage II bij dit besluit wordt goedgekeurd en geschiedt namens de Unie in het Gemengd Comité wanneer dit zijn goedkeuring hecht aan het in artikel 1 bedoelde besluit.

Gedaan te Brussel,

Voor de Raad

De voorzitter

BIJLAGE I

Ontwerp

BESLUIT nr. …/… VAN HET GEMENGD COMITE

ingesteld krachtens de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, over het vrije verkeer van personen

van ….

tot vervanging van bijlage II bij die Overeenkomst betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels

HET GEMENGD COMITÉ,

Gezien de Overeenkomst van 21 juni 1999 tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, over het vrije verkeer van personen (hierna "de Overeenkomst" genoemd), en met name artikel 18,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) De Overeenkomst werd ondertekend op 21 juni 1999 en is op 1 juni 2002 in werking getreden.

(2) Bijlage II bij de Overeenkomst betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels dient te worden bijgewerkt om rekening te houden met nieuwe wetgeving van de Europese Unie, met name Verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels[2] en de uitvoeringsbepalingen daarvan.

(3) Verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad van 14 juni 1971 betreffende de toepassing van de socialezekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen, alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen, werd vervangen door Verordening (EG) nr. 883/2004[3].

(4) Ter wille van de duidelijkheid en een rationele ordening van de tekst dient tot codificatie van bijlage II en van het daarbij aangehechte protocol in een juridisch bindende versie te worden overgegaan.

(5) Bijlage II bij de Overeenkomst dient te worden gehandhaafd overeenkomstig de wijzigingen van de relevante wetgeving in de Europese Unie,

BESLUIT:

Artikel 1

Bijlage II bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, over het vrije verkeer van personen (hierna: "de Overeenkomst" genoemd) wordt vervangen door de bijlage bij dit besluit.

Artikel 2

Dit besluit is opgesteld in de volgende talen: Bulgaars, Deens, Duits, Engels, Ests, Fins, Frans, Grieks, Hongaars, Italiaans, Lets, Litouws, Maltees, Nederlands, Pools, Portugees, Roemeens, Slowaaks, Sloveens, Spaans, Tsjechisch en Zweeds, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de dag volgende op die waarop het wordt aangenomen.

Gedaan te …, …

Voor het Gemengd Comité

De voorzitter

De secretarissen

BIJLAGE

'BIJLAGE II

Coördinatie van de socialezekerheidsstelsels

Artikel 1

(1) De overeenkomstsluitende partijen komen overeen ten aanzien van de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels onderling de EU-besluiten toe te passen zoals vermeld in en gewijzigd bij deel A van deze bijlage, of daarmee gelijkwaardige regels.

(2) In de in deel A van deze bijlage genoemde besluiten omvat de uitdrukking "lidstaat/lidstaten" niet alleen de staten die vallen onder de desbetreffende EU-besluiten, maar tevens Zwitserland.

Artikel 2

(1) Voor de toepassing van deze bijlage nemen de overeenkomstsluitende partijen goede nota van de EU-besluiten vermeld in deel B van deze bijlage.

(2) Voor de toepassing van deze bijlage nemen de overeenkomstsluitende partijen nota van de EU-besluiten vermeld in deel C van deze bijlage.

Artikel 3

(1) Bijzondere bepalingen betreffende de overgangsregelingen voor de werkloosheidsverzekering voor onderdanen van bepaalde EU-lidstaten die beschikken over een Zwitserse verblijfsvergunning van minder dan één jaar, betreffende de Zwitserse uitkeringen voor steunbehoevenden, alsook betreffende de ouderdoms-, nabestaanden- en invaliditeitsuitkeringen van het wettelijke beroepsgebonden verzekeringsstelsel worden in het protocol bij deze bijlage opgesomd.

(2) Het protocol maakt integrerend deel uit van deze bijlage.

DEEL A: BESLUITEN WAARNAAR WORDT VERWEZEN

1. Verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels[4] (PB L 166 van 30.4.2004), gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 988/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 883/2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels, en tot vaststelling van de inhoud van de bijbehorende bijlagen[5].

Voor de toepassing van deze Overeenkomst wordt Verordening (EG) nr. 883/2004 als volgt aangepast:

a) Aan bijlage I, deel I, wordt het volgende toegevoegd:

'Zwitserland

Kantonnale wetgeving betreffende de voorschotten op de onderhoudsverplichtingen gebaseerd op de artikelen 131, lid 2, en 293, lid 2, van de federale burgerlijke wetgeving.'

b) Aan bijlage I, deel II, wordt het volgende toegevoegd:

'Zwitserland

Geboortetoelagen en adoptietoelagen krachtens de relevante kantonnale wetgeving gebaseerd op artikel 3, lid 2, van de federale wet inzake familiale uitkeringen."

c) Het volgende wordt toegevoegd aan bijlage II:

'Duitsland–Zwitserland

a) Verdrag betreffende de sociale zekerheid van 25 februari 1964, zoals gewijzigd bij de Aanvullende Overeenkomsten nr. 1 van 9 september 1975 en nr. 2 van 2 maart 1989:

i) punt 9b, lid 1, nrs. 1-4, van het finale protocol (toepasselijke wetgeving en recht op verstrekkingen bij ziekte voor inwoners van de Duitse exclave Büsingen);

ii) punt 9e, lid 1b), eerste, tweede en vierde zin, van het finale protocol (recht op vrijwillige ziekteverzekering in Duitsland bij vestiging in Duitsland).

b) Overeenkomst inzake de werkloosheidsverzekering van 20 oktober 1982, als gewijzigd bij het aanvullende protocol van 22 december 1992:

i) Artikel 8, lid 5, voorziet in de betaling door Duitsland (gemeente Büsingen) van een bedrag gelijk aan de kantonnale bijdrage volgens Zwitsers recht als deel van de kosten van de arbeidsplaatsen die in het kader van werkgelegenheidsmaatregelen door onder deze bepaling vallende werknemers daadwerkelijk worden bezet.

Spanje–Zwitserland

Artikel 17 van het finale protocol bij het Verdrag betreffende de sociale zekerheid van 13 oktober 1969, zoals gewijzigd bij de aanvullende overeenkomst van 11 juni 1982; personen die aangesloten zijn bij de Spaanse verzekering op grond van deze bepaling zijn vrijgesteld van de vereiste om toe te treden tot de Zwitserse ziekteverzekering.

Italië–Zwitserland

Artikel 9, lid 1, van het Verdrag betreffende de sociale zekerheid van 14 december 1962, gewijzigd bij Aanvullende Overeenkomst nr. 1 van 18 december 1963, de aanvullende overeenkomst van 4 juli 1969, het aanvullende protocol van 25 februari 1974 en Aanvullende Overeenkomst nr. 2 van 2 april 1980.'

d) Het volgende wordt toegevoegd aan bijlage IV:

'Zwitserland'

e) Aan bijlage VIII, deel 1, wordt het volgende toegevoegd:

'Zwitserland

Alle aanvragen om ouderdoms-, nabestaanden- en invaliditeitspensioenen van het basisstelsel (federale wet inzake ouderdoms- en nabestaandenverzekering en federale wet inzake invaliditeitsverzekering), alsmede de ouderdomspensioenen van het beroepsgebonden verzekeringsstelsel (federale wet inzake ouderdoms-, nabestaanden- en invaliditeitspensioenen van het beroepsgebonden verzekeringsstelsel).'

f) Aan bijlage VIII, deel 2, wordt het volgende toegevoegd:

'Zwitserland

Ouderdoms-, nabestaanden- en invaliditeitspensioenen van het beroepsgebonden verzekeringsstelsel (federale wet inzake ouderdoms-, nabestaanden- en invaliditeitspensioenen van het beroepsgebonden verzekeringsstelsel).'

g) Aan bijlage IX, deel II, wordt het volgende toegevoegd:

'Zwitserland

Nabestaanden- en invaliditeitspensioenen van het beroepsgebonden verzekeringsstelsel (federale wet inzake ouderdoms-, nabestaanden- en invaliditeitspensioenen van het beroepsgebonden verzekeringsstelsel).'

h) Het volgende wordt toegevoegd aan bijlage X:

'1. Aanvullende uitkeringen (federale wet inzake aanvullende uitkeringen van 19 maart 1965) en vergelijkbare uitkeringen waarin de kantonnale wetgeving voorziet.

2. Pensioenen bij precaire sociale situaties in het kader van de invaliditeitsverzekering (artikel 28, alinea 1a, van de federale wet inzake de invaliditeitsverzekering van 19 juni 1959, als gewijzigd op 7 oktober 1994).

3. Niet op premie- of bijdragebetaling berustende uitkeringen bij werkloosheid, waarin de kantonnale wetgeving voorziet.

4. Niet op premie- of bijdragebetaling berustende buitengewone invaliditeitspensioenen voor gehandicapten (artikel 39 van de federale wet op de invaliditeitsverzekering van 19 juni 1959) die vóór zij arbeidsongeschikt werden, niet onderworpen waren aan de Zwitserse arbeidswetgeving als werknemer of zelfstandige.'

i) Het volgende wordt toegevoegd aan bijlage XI:

'Zwitserland

1. Artikel 2 van de federale wet op de ouderdoms- en nabestaandenverzekering alsmede artikel 1 van de federale wet op de invaliditeitsverzekering, die de vrijwillige verzekering in deze takken regelen voor Zwitserse onderdanen die in een staat woonachtig zijn waarop deze Overeenkomst niet van toepassing is, zijn tevens van toepassing op personen die buiten Zwitserland woonachtig zijn en onderdaan zijn van de andere staten waarop deze Overeenkomst van toepassing is, alsmede op vluchtelingen en staatlozen die op het grondgebied van deze staten wonen, wanneer deze personen ten laatste één jaar gerekend vanaf de dag waarop de Zwitserse ouderdoms-, nabestaanden- en invaliditeitsverzekering is stopgezet na ten minste vijf jaar ononderbroken verzekerd te zijn geweest, toetreden tot de vrijwillige verzekering.

2. Wanneer iemand, na ten minste vijf jaar ononderbroken verzekerd te zijn geweest, ophoudt verzekerd te zijn bij de Zwitserse ouderdoms-, nabestaanden- en invaliditeitsverzekering, dan heeft die persoon het recht om met instemming van de werkgever die verzekering voort te zetten wanneer hij voor rekening van een werkgever in Zwitserland in een staat werkt waarop deze Overeenkomst niet van toepassing is, op voorwaarde dat het verzoek daartoe ingediend wordt binnen een termijn van zes maanden, gerekend vanaf de dag waarop de verzekering werd stopgezet.

3. Verplichte verzekering bij de Zwitserse ziekteverzekering en vrijstellingsmogelijkheden

a) De Zwitserse wettelijke bepalingen betreffende de verplichte ziekteverzekering zijn van toepassing op de volgende personen die niet in Zwitserland woonachtig zijn:

i) personen die uit hoofde van Titel II van de verordening aan de Zwitserse wettelijke bepalingen onderworpen zijn;

ii) personen voor wie Zwitserland overeenkomstig de artikelen 24, 25 en 26 van de verordening de kosten draagt;

iii) personen die in het genot zijn van een werkloosheidsuitkering van de Zwitserse verzekering;

iv) de gezinsleden van de in i) en iii) genoemde personen of van een werknemer of zelfstandige die in Zwitserland woonachtig en bij de Zwitserse ziekteverzekering aangesloten is, tenzij deze gezinsleden in een van de volgende staten woonachtig zijn: Denemarken, Spanje, Hongarije, Portugal, Zweden of het Verenigd Koninkrijk;

v) de gezinsleden van de in ii) genoemde personen of van een gepensioneerde die in Zwitserland woonachtig en bij de Zwitserse ziekteverzekering aangesloten is, tenzij deze gezinsleden in een van de volgende staten woonachtig zijn: Denemarken, Portugal, Zweden of het Verenigd Koninkrijk.

"Gezinsleden" zijn personen die als gezinsleden worden beschouwd door de wetgeving van de staat waar de woonplaats is gevestigd.

b) De onder a) genoemde personen kunnen op verzoek van de verplichte verzekering worden vrijgesteld indien en zolang zij in een van de volgende staten wonen en aantonen dat zij daar tegen ziekte verzekerd zijn: Duitsland, Frankrijk, Italië, Oostenrijk, en, in de onder a), nrs. iv) en v), bedoelde gevallen, Finland, en, in de onder a), nr. ii), bedoelde gevallen, Portugal.

Dit verzoek

aa) moet worden ingediend binnen drie maanden na ingang van de verzekeringsplicht in Zwitserland; wordt het verzoek in een gerechtvaardigd geval na deze termijn ingediend, dan gaat de vrijstelling in vanaf het begin van de verzekeringsplicht;

bb) is van toepassing op alle gezinsleden die in dezelfde staat woonachtig zijn.

4. Wanneer een persoon op wie uit hoofde van Titel II van de verordening de Zwitserse wettelijke bepalingen van toepassing zijn, uit hoofde van punt 3, letter b), bij de ziekteverzekering aangesloten is van een andere staat waarvoor deze Overeenkomst geldt, dan worden de kosten van de verstrekkingen bij niet-arbeidsongevallen gelijkelijk verdeeld tussen het orgaan van de Zwitserse verzekering voor arbeidsongevallen, niet-arbeidsgebonden ongevallen en beroepsziekten, en het bevoegd orgaan van de ziekteverzekering van de andere staat, als er aanspraak is op prestaties van beide organen. Wanneer er bij een arbeidsongeval, een ongeval op weg van of naar het werk, of bij een beroepsziekte, ook recht zou bestaan op prestaties van het orgaan van de ziekteverzekering van het woonland, dan worden deze kosten niettemin betaald door de Zwitserse verzekeraar tegen (arbeids)ongevallen en beroepsziekten.

5. Op de personen die in Zwitserland werken, maar er niet woonachtig zijn en die op grond van punt 3, onder b), aangesloten zijn bij de wettelijke ziekteverzekering van hun woonland, alsmede op hun gezinsleden, zijn de bepalingen van artikel 19 van de verordening van toepassing tijdens een verblijf in Zwitserland.

6. Voor de toepassing van de artikelen 18, 19, 20 en 27 van de verordening in Zwitserland draagt de bevoegde verzekeraar alle gefactureerde kosten.

7. De verzekeringstijdvakken voor daguitkeringen die zijn vervuld bij een verzekering in een andere staat waarop deze Overeenkomst van toepassing is, worden meegeteld om een eventuele reserve in de daguitkeringsverzekering in geval van moederschap of ziekte te verkleinen of op te heffen wanneer de persoon zich binnen drie maanden na stopzetting van de buitenlandse verzekering bij een Zwitserse verzekeraar verzekert.

8. Een werknemer of zelfstandige die niet langer valt onder de Zwitserse wetgeving inzake invaliditeitsverzekering omdat hij zijn winstgevende bezigheid in Zwitserland, die hem de noodzakelijke bestaansmiddelen bezorgde, heeft moeten opgeven als gevolg van een ongeval of ziekte, wordt beschouwd als verzekerd krachtens deze verzekering voor wat de toekenning van revalidatiemaatregelen betreft, alsook tijdens de duur van deze revalidatiemaatregelen, tot aan de betaling van een invaliditeitspensioen, voor zover hij buiten Zwitserland geen nieuwe baan heeft.'

2. Verordening (EG) nr. 987/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 tot vaststelling van de wijze van toepassing van Verordening (EG) nr. 883/2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels[6].

Voor de toepassing van deze Overeenkomst wordt Verordening (EG) nr. 987/2009 als volgt aangepast:

a) Het volgende wordt toegevoegd aan bijlage 1:

'Regeling tussen Zwitserland en Frankrijk van 26 oktober 2004 tot vaststelling van de bijzondere procedures voor de terugbetaling van verstrekkingen van de ziekteverzekering

'Regeling tussen Zwitserland en Italië van 17 november 2005 tot vaststelling van de bijzondere procedures voor de terugbetaling van verstrekkingen van de ziekteverzekering'

3. Verordening (EEG) nr. 1408/71 van de Raad van 14 juni 1971 betreffende de toepassing van de socialezekerheidsregelingen op loontrekkenden en hun gezinnen, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 592/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008[7] en wanneer ernaar wordt verwezen in de Verordeningen (EG) nr. 883/2004 of (EG) nr. 987/2009 of indien het gevallen uit het verleden betreft.

4. Verordening (EEG) nr. 574/72 van de Raad van 21 maart 1972 tot vaststelling van de wijze van toepassing van Verordening (EEG) nr. 1408/71, betreffende de toepassing van de sociale zekerheidsregelingen op loontrekkenden en hun gezinnen, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 120/2009 van de Commissie van 9 februari 2009[8] en wanneer ernaar wordt verwezen in de Verordeningen (EG) nr. 883/2004 of (EG) nr. 987/2009 of indien het gevallen uit het verleden betreft.

5. 398 L 49 Richtlijn 98/49/EG van de Raad van 29 juni 1998[9] betreffende de bescherming van de rechten op aanvullend pensioen van werknemers en zelfstandigen die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen.

DEEL B: BESLUITEN WAARVAN DE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN GOEDE NOTA NEMEN

(1) Besluit nr. A1 van de Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels van 12 juni 2009 betreffende de instelling van een dialoog- en bemiddelingsprocedure met betrekking tot de geldigheid van documenten, het bepalen van de toepasselijke wetgeving en het verlenen van prestaties uit hoofde van Verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad[10].

(2) Besluit nr. A2 van de Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels van 12 juni 2009 betreffende de interpretatie van artikel 12 van Verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad inzake de wetgeving die van toepassing is op gedetacheerde werknemers en zelfstandigen die tijdelijk buiten de bevoegde lidstaat werken[11].

(3) Besluit nr. A3 van de Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels van 17 december 2009 betreffende de samentelling van ononderbroken vervulde detacheringstijdvakken op grond van de Verordeningen (EEG) nr. 1408/71 en (EG) nr. 883/2004[12].

(4) Besluit nr. E1 van de Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels van 12 juni 2009 betreffende de praktische regelingen voor de overgangsperiode voor de elektronische uitwisseling van gegevens als bedoeld in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 987/2009 van het Europees Parlement en de Raad[13].

(5) Besluit nr. F1 van de Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels van 12 juni 2009 betreffende de interpretatie van artikel 68 van Verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot prioriteitsregels bij samenloop van gezinsuitkeringen[14].

(6) Besluit nr. H1 van de Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels van 12 juni 2009 betreffende het kader voor de overgang van de Verordeningen (EEG) nr. 1408/71 en (EEG) nr. 574/72 van de Raad naar de Verordeningen (EG) nr. 883/2004 en (EG) nr. 987/2009 van het Europees Parlement en de Raad en de toepassing van besluiten en aanbevelingen van de Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels[15].

(7) Besluit nr. H2 van de Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels van 12 juni 2009 betreffende de werkmethodes en de samenstelling van de Technische Commissie voor gegevensverwerking van de Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels[16].

(8) Besluit nr. H3 van de Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels van 15 oktober 2009 betreffende de in aanmerking te nemen datum voor het bepalen van de omrekeningskoersen als bedoeld in artikel 90 van Verordening (EG) nr. 987/2009 van het Europees Parlement en de Raad[17].

(9) Besluit nr. H4 van de Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels van 22 december 2009 betreffende de samenstelling en de werkmethoden van de Rekencommissie van de Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels[18].

(10) Besluit nr. H5 van de Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels van 18 maart 2010 betreffende de samenwerking bij de bestrijding van fraude en fouten in het kader van de Verordeningen (EG) nr. 883/2004 en (EG) nr. 987/2009 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels[19].

(11) Besluit nr. P1 van de Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels van 12 juni 2009 betreffende de interpretatie van artikel 50, lid 4, artikel 58, en artikel 87, lid 5, van Verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad voor de toekenning van invaliditeitsuitkeringen en ouderdoms- en nabestaandenpensioenen[20].

(12) Besluit nr. S1 van de Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels van 12 juni 2009 betreffende de Europese ziekteverzekeringskaart[21].

(13) Besluit nr. S2 van de Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels van 12 juni 2009 betreffende de technische specificaties voor de Europese ziekteverzekeringskaart[22].

(14) Besluit nr. S3 van de Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels van 12 juni 2009 tot vaststelling van de verstrekkingen die onder artikel 19, lid 1, en artikel 27, lid 1, van Verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad en artikel 25, onder A) 3, van Verordening (EG) nr. 987/2009 van het Europees Parlement en de Raad vallen[23].

(15) Besluit nr. S4 van de Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels van 2 oktober 2009 betreffende vergoedingsprocedures voor de toepassing van de artikelen 35 en 41 van Verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad[24].

(16) Besluit nr. S5 van de Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels van 2 oktober 2009 betreffende de interpretatie van het begrip verstrekkingen zoals gedefinieerd in artikel 1, onder va), van Verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad, bij ziekte en moederschap, zoals bedoeld in de artikelen 17, 19, 20 en 22, artikel 24, lid 1, de artikelen 25 en 26, artikel 27, leden 1, 3, 4 en 5, de artikelen 28 en 34, en artikel 36, leden 1 en 2, van Verordening (EG) nr. 883/2004 en de vaststelling van de ingevolge de artikelen 62, 63 en 64 van Verordening (EG) nr. 987/2009 van het Europees Parlement en de Raad te vergoeden bedragen[25].

(17) Besluit nr. S6 van de Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels van 22 december 2009 betreffende de inschrijving in de lidstaat van de woonplaats krachtens artikel 24 van Verordening (EG) nr. 987/2009 en de opstelling van de inventarissen, als bedoeld in artikel 64, lid 4, van Verordening (EG) nr. 987/2009[26].

(18) Besluit nr. S7 van de Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels van 22 december 2009 betreffende de overgang van de Verordeningen (EEG) nr. 1408/71 en (EEG) nr. 574/72 naar de Verordeningen (EG) nr. 883/2004 en (EG) nr. 987/2009 en de toepassing van de vergoedingsprocedures[27].

(19) Besluit nr. U1 van de Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels van 12 juni 2009 betreffende artikel 54, lid 3, van Verordening (EG) nr. 987/2009 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot verhoging van werkloosheidsuitkeringen wegens gezinsleden ten laste[28].

(20) Besluit nr. U2 van de Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels van 12 juni 2009 betreffende de werkingssfeer van artikel 65, lid 2, van Verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad inzake het recht op werkloosheidsuitkeringen van volledig werklozen die geen grensarbeiders zijn en die tijdens het verrichten van hun laatste werkzaamheden, al dan niet in loondienst, op het grondgebied van een andere dan de bevoegde lidstaat woonden[29].

(21) Besluit nr. U3 van de Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels van 12 juni 2009 betreffende de draagwijdte van het begrip gedeeltelijke werkloosheid zoals dat van toepassing is op de in artikel 65, lid 1, van Verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad bedoelde werklozen[30].

DEEL C: BESLUITEN WAARVAN DE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN NOTA NEMEN

1 Aanbeveling nr. U1 van de Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels van 12 juni 2009 betreffende de wetgeving welke van toepassing is op werklozen die in deeltijd beroeps- of handelsactiviteiten verrichten op het grondgebied van een andere lidstaat dan die op het grondgebied waarvan zij wonen[31].

2 Aanbeveling nr. U2 van de Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels van 12 juni 2009 betreffende de toepassing van artikel 64, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr. 883/2004 op werklozen die hun echtgeno(o)t(e) of partner vergezellen die een beroepswerkzaamheid uitoefent in een andere dan de bevoegde staat[32].

PROTOCOL BIJ BIJLAGE II BIJ DE OVEREENKOMST

I. Werkloosheidsverzekering

De volgende regelingen gelden voor werknemers die onderdaan zijn van Tsjechië, Estland, Letland, Litouwen, Hongarije, Polen, Slovenië en Slowakije tot en met 30 april 2011 en voor werknemers die onderdaan zijn van Bulgarije en Roemenië tot en met 31 mei 2016.

1. Ten aanzien van de werkloosheidsverzekering van werknemers in loondienst die in het bezit zijn van een verblijfsvergunning voor minder dan een jaar, is de volgende regeling van toepassing:

1.1 Alleen de werknemers die in Zwitserland premies hebben betaald gedurende de minimumperiode als voorgeschreven door de federale wet inzake de verplichte werkloosheidsverzekering en de vergoeding in geval van insolvabiliteit (LACI)[33] en die voldoen aan de overige voorwaarden om aanspraak te maken op een werkloosheidsuitkering, hebben recht op de uitkeringen van de werkloosheidsverzekering onder de in de wet vastgestelde voorwaarden.

1.2 Een gedeelte van de ontvangen premies voor de werknemers die gedurende een te korte periode premies hebben betaald om in Zwitserland overeenkomstig punt 1.1 recht te hebben op een werkloosheidsuitkering, wordt overeenkomstig het bepaalde in punt 1.3 aan hun landen van herkomst terugbetaald als bijdrage in de kosten van de uitkeringen aan deze werknemers bij volledige werkloosheid; deze werknemers hebben bijgevolg geen recht op de uitkeringen van de werkloosheidsverzekering bij volledige werkloosheid in Zwitserland. Zij hebben echter recht op de vergoedingen bij weerverlet en insolvabiliteit van de werkgever. De uitkeringen bij volledige werkloosheid worden door het land van herkomst uitbetaald op voorwaarde dat de werknemers zich ter beschikking van de diensten voor arbeidsvoorziening stellen. De in Zwitserland vervulde tijdvakken van verzekering worden in aanmerking genomen alsof zij in het land van herkomst waren vervuld.

1.3 Het gedeelte van de voor de werknemers volgens punt 1.2 ontvangen premies wordt jaarlijks terugbetaald overeenkomstig de onderstaande bepalingen.

a) Het totaal van de premies van deze werknemers wordt per land berekend op grond van het jaarlijkse aantal in dienst genomen werknemers en het gemiddelde van de voor elke werknemer betaalde jaarlijkse premies (werkgevers- en werknemerspremies).

b) Van het aldus berekende bedrag zal een met het percentage van de werkloosheidsuitkeringen ten opzichte van alle andere soorten uitkeringen, als vermeld in punt 1.2, overeenkomend gedeelte worden terugbetaald aan de landen van herkomst van de werknemers en voor Zwitserland zal een reserve voor latere uitkeringen worden aangelegd[34].

c) Zwitserland verstrekt elk jaar een afrekening van de terugbetaalde premies. Op verzoek van het land van herkomst worden de berekeningsbases en het bedrag van de terugbetalingen medegedeeld. De landen van herkomst delen jaarlijks aan Zwitserland het aantal personen mee die in aanmerking komen voor werkloosheidsuitkeringen volgens punt 1.2.

2. Mochten er zich voor een lidstaat moeilijkheden met het einde van het terugbetalingsstelsel of voor Zwitserland met het samentellingssysteem voordoen, dan kan een van de overeenkomstsluitende partijen het Gemengd Comité inschakelen.

II. Uitkeringen voor steunbehoevenden

Uitkeringen voor steunbehoevenden die worden toegekend op grond van de Zwitserse federale wet inzake de invaliditeitsverzekering van 19 juni 1959 (LAI) en op grond van de federale wet van 20 december 1946 op de ouderdoms- en nabestaandenverzekering (LAVS) zoals gewijzigd op 8 oktober 1999, worden uitsluitend toegekend indien de betrokken persoon in Zwitserland woonachtig is.

III. Beroepsverzekering voor ouderdoms-, nabestaanden- en invaliditeitsuitkeringen

Niettegenstaande artikel 10, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 1408/71 zal de vertrekuitkering, als bedoeld in de federale wet van 17 december 1993 inzake de vrije overgang in de beroepsverzekering voor ouderdoms-, nabestaanden- en invaliditeitsuitkeringen, worden uitbetaald op verzoek van een werknemer of een zelfstandige die voornemens is Zwitserland definitief te verlaten en die niet meer onderworpen zal zijn aan de Zwitserse wetgeving overeenkomstig de bepalingen van Titel II van de verordening, op voorwaarde dat deze persoon Zwitserland verlaat binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van deze Overeenkomst.'

BIJLAGE II

VERKLARING

over de verklaring over het bijwonen door Zwitserland van vergaderingen van comités

De in het tweede streepje van de verklaring over het bijwonen door Zwitserland van vergaderingen van comités en commissies (PB L 114 van 30.4.2002, blz. 72) genoemde Administratieve Commissie voor de sociale zekerheid van migrerende werknemers wordt voortaan genoemd de Administratieve Commissie voor de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels als opgericht bij artikel 71 van Verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad.

[1] PB L 114 van 30.4.2002, blz. 1.

[2] PB L 166 van 30.4.2004, blz. 1.

[3] PB L 149 van 5.7.1971, blz. 2.

[4] PB L 166 van 30.4.2004, blz. 1.

[5] PB L 284 van 30.10.2009, blz. 43.

[6] PB L 284 van 30.10.2009, blz. 1.

[7] PB L 177 van 4.7.2008, blz. 1.

[8] PB L 39 van 10.2.2009, blz. 29.

[9] PB L 209 van 25.7.1998, blz. 46.

[10] PB C 106 van 24.4.2010, blz. 1.

[11] PB C 106 van 24.4.2010, blz. 5.

[12] PB C 149 van 8.6.2010, blz. 3.

[13] PB C 106 van 24.4.2010, blz. 9.

[14] PB C 106 van 24.4.2010, blz. 11.

[15] PB C 106 van 24.4.2010, blz. 13.

[16] PB C 106 van 24.4.2010, blz. 17.

[17] PB C 106 van 24.4.2010, blz. 56.

[18] PB C 107 van 27.4.2010, blz. 3.

[19] PB C 149 van 8.6.2010, blz. 5.

[20] PB C 106 van 24.4.2010, blz. 21.

[21] PB C 106 van 24.4.2010, blz. 23.

[22] PB C 106 van 24.4.2010, blz. 26.

[23] PB C 106 van 24.4.2010, blz. 40.

[24] PB C 106 van 24.4.2010, blz. 52.

[25] PB C 106 van 24.4.2010, blz. 54.

[26] PB C 107 van 27.4.2010, blz. 6.

[27] PB C 107 van 27.4.2010, blz. 8.

[28] PB C 106 van 24.4.2010, blz. 42.

[29] PB C 106 van 24.4.2010, blz. 43.

[30] PB C 106 van 24.4.2010, blz. 45.

[31] PB C 106 van 24.4.2010, blz. 49.

[32] PB C 106 van 24.4.2010, blz. 51.

[33] Momenteel 12 maanden.

[34] Terugbetaalde premies voor de werknemers die hun recht op een werkloosheidsuitkering in Zwitserland zullen uitoefenen na premies te hebben betaald gedurende ten minste 12 maanden - tijdens verscheidene verblijven - over een periode van twee jaar.