Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake het op de markt aanbieden van en de controle op explosieven voor civiel gebruik
Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake het op de markt aanbieden van en de controle op explosieven voor civiel gebruik
TOELICHTING
1. Achtergrond van het voorstel
Algemene context, motivering en doel van het voorstel
Dit voorstel wordt ingediend in het kader van de tenuitvoerlegging van het "goederenpakket", dat in 2008 is vastgesteld. Het maakt deel uit van een pakket voorstellen om tien productrichtlijnen op één lijn te brengen met Besluit nr. 768/2008/EG betreffende een gemeenschappelijk kader voor het verhandelen van producten.
De harmonisatiewetgeving van de Unie om het vrije verkeer van goederen te waarborgen heeft aanzienlijk bijgedragen tot de voltooiing en functionering van de eengemaakte markt. De wetgeving is op een hoog beschermingsniveau gebaseerd, biedt marktdeelnemers de middelen om conformiteit aan te tonen en waarborgt aldus door vertrouwen in de producten het vrije verkeer.
Richtlijn 93/15/EEG van de Raad betreffende de harmonisatie van de bepalingen inzake het in de handel brengen van en de controle op explosieven voor civiel gebruik is een voorbeeld van deze harmonisatiewetgeving van de Unie en waarborgt het vrije verkeer van explosieven. In deze richtlijn zijn de essentiële veiligheidseisen vastgelegd waaraan explosieven moeten voldoen om op de EU-markt te mogen worden aangeboden. Fabrikanten moeten aantonen dat een explosief in overeenstemming met de essentiële veiligheidseisen is ontworpen en vervaardigd, en moeten de CE-markering op het explosief aanbrengen.
Uit ervaring met de harmonisatiewetgeving van de Unie zijn in de uitvoering en handhaving van deze wetgeving – in meerdere sectoren – bepaalde zwakke punten en inconsistenties gebleken, die hebben geleid tot:
– de aanwezigheid op de markt van niet-conforme of gevaarlijke producten en dientengevolge een zeker gebrek aan vertrouwen in de CE-markering;
– concurrentienadelen voor marktdeelnemers die aan de wetgeving voldoen, ten opzichte van marktdeelnemers die de regels omzeilen;
– ongelijke behandeling in geval van niet-conforme producten en verstoring van de concurrentie tussen marktdeelnemers als gevolg van verschillende handhavingspraktijken;
– uiteenlopende praktijken bij de aanwijzing van conformiteitsbeoordelingsinstanties door nationale autoriteiten;
– problemen met de kwaliteit van bepaalde aangemelde instanties.
Bovendien is het regelgevingskader steeds ingewikkelder geworden, aangezien vaak verschillende wetgeving gelijktijdig op een en hetzelfde product van toepassing is. Inconsistenties in deze wetgeving maken het voor marktdeelnemers en autoriteiten steeds moeilijker om die wetgeving op de juiste wijze te interpreteren en toe te passen.
Om deze horizontale tekortkomingen in de harmonisatiewetgeving van de Unie, die in verschillende industriesectoren zijn waargenomen, te verhelpen, is in 2008 als onderdeel van het goederenpakket het nieuwe wetgevingskader vastgesteld. Dit heeft ten doel de bestaande regels aan te scherpen en aan te vullen en de praktische aspecten van de uitvoering en handhaving te verbeteren. Het nieuwe wetgevingskader (NWK) bestaat uit twee elkaar aanvullende instrumenten: Verordening (EG) nr. 765/2008 inzake accreditatie en markttoezicht en Besluit nr. 768/2008/EG betreffende een gemeenschappelijk kader voor het verhandelen van producten.
In de NWK-verordening zijn regels voor accreditatie (een instrument voor de beoordeling van de bekwaamheid van conformiteitsbeoordelingsinstanties) en eisen voor de organisatie en de goede uitvoering van het markttoezicht en de controle van producten uit derde landen vastgelegd. Deze regels zijn sinds 1 januari 2010 rechtstreeks in alle lidstaten van toepassing.
Het NWK-besluit omvat een gemeenschappelijk kader voor de productharmonisatiewetgeving van de EU. Dit kader bestaat uit vaak gebruikte bepalingen in de EU-productwetgeving (bv. definities, verplichtingen voor marktdeelnemers, aangemelde instanties, vrijwaringsmechanismen enz.). Deze gemeenschappelijke bepalingen zijn aangescherpt om te waarborgen dat de richtlijnen in de praktijk doeltreffender kunnen worden toegepast en gehandhaafd. Er zijn nieuwe elementen toegevoegd, zoals verplichtingen voor importeurs, die cruciaal zijn om de veiligheid van producten op de markt te verbeteren.
De bepalingen van het NWK-besluit en de NWK-verordening vullen elkaar aan en hangen nauw samen. Het NWK-besluit bevat de overeenkomstige verplichtingen voor marktdeelnemers en aangemelde instanties, zodat markttoezichtautoriteiten en autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor aangemelde instanties, de hun door de NWK-verordening opgelegde taken naar behoren kunnen verrichten en zodat de EU-productwetgeving doeltreffend en consistent kan worden gehandhaafd.
In tegenstelling tot de NWK-verordening zijn de bepalingen van het NWK-besluit niet rechtstreeks van toepassing. Om te waarborgen dat alle economische sectoren die onder de harmonisatiewetgeving van de Unie vallen, van de verbeteringen van het NWK profiteren, moeten de bepalingen van het NWK-besluit in de bestaande productwetgeving worden opgenomen.
Uit een enquête na de vaststelling van het goederenpakket in 2008 is gebleken dat de harmonisatiewetgeving van de Unie betreffende producten binnen de daaropvolgende drie jaar grotendeels moest worden herzien, niet alleen om de problemen aan te pakken die zich in alle sectoren voordeden, maar ook om sectorspecifieke redenen. Een dergelijke herziening zou automatisch ook stroomlijning van de desbetreffende wetgeving met het NWK-besluit omvatten, aangezien het Parlement, de Raad en de Commissie zich ertoe hebben verplicht de bepalingen ervan zo veel mogelijk in toekomstige productwetgeving te gebruiken om het regelgevingskader optimale samenhang te geven.
Voor een aantal andere harmonisatierichtlijnen van de Unie, waaronder Richtlijn 93/15/EEG van de Raad betreffende de harmonisatie van de bepalingen inzake het in de handel brengen van en de controle op explosieven voor civiel gebruik, was binnen deze periode geen revisie om sectorspecifieke redenen voorzien. Om ervoor te zorgen dat de problemen in verband met niet-conformiteit en aangemelde instanties desalniettemin in deze sectoren worden aangepakt, en in het belang van de samenhang van het totale regelgevingskader voor producten, is besloten deze richtlijnen in één pakket op één lijn te brengen met het NWK-besluit.
Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de Unie
Dit initiatief is in overeenstemming met de Akte voor de interne markt[1], waarin de nadruk is gelegd op de noodzaak om het vertrouwen van de consument in de kwaliteit van producten op de markt te herstellen en op het belang van aanscherping van het markttoezicht.
Bovendien ondersteunt het initiatief het beleid van de Commissie inzake betere regelgeving en vereenvoudiging van het regelgevingskader.
2. Raadpleging van belanghebbende partijen en effectbeoordeling
Raadpleging van belanghebbende partijen
Het op één lijn brengen van Richtlijn 93/15/EEG van de Raad betreffende de harmonisatie van de bepalingen inzake het in de handel brengen van en de controle op explosieven voor civiel gebruik met het NWK-besluit is besproken met nationale deskundigen die voor de uitvoering van deze richtlijn verantwoordelijk zijn in de werkgroep explosieven, met het forum van aangemelde instanties en in bilaterale vergaderingen met brancheorganisaties.
Van juni tot oktober 2010 is onder alle sectoren die bij dit initiatief betrokken zijn, een openbare raadpleging georganiseerd. Deze bestond uit vier specifieke vragenlijsten voor marktdeelnemers, autoriteiten, aangemelde instanties en gebruikers; de diensten van de Commissie hebben 300 antwoorden ontvangen. De resultaten zijn bekendgemaakt op:
http://ec.europa.eu/enterprise/policies/single-market-goods/regulatory-policies-common-rules-for-products/new-legislative-framework/index_en.htm
Naast de algemene raadpleging is er een specifieke raadpleging van de kleine en middelgrote ondernemingen uitgevoerd. Via het Enterprise Europe Network zijn in mei-juni 2010 603 kleine en middelgrote ondernemingen geraadpleegd. De resultaten zijn beschikbaar op http://ec.europa.eu/enterprise/policies/single-market-goods/files/new-legislative-framework/smes_statistics_en.pdf
Uit het raadplegingsproces is gebleken dat het initiatief breed wordt gedragen. Men is unaniem van oordeel dat het markttoezicht en het systeem voor beoordeling van en toezicht op aangemelde instanties moeten worden verbeterd. De autoriteiten ondersteunen deze maatregel volledig, omdat het bestaande systeem hierdoor wordt versterkt en de samenwerking op EU-niveau wordt verbeterd. Het bedrijfsleven verwacht een gelijker speelveld als gevolg van doeltreffender optreden tegen producten die niet aan de wetgeving voldoen, alsmede een vereenvoudigingseffect door stroomlijning van de wetgeving. Er was enige bezorgdheid over sommige verplichtingen, die echter noodzakelijk zijn om de doeltreffendheid van het markttoezicht te vergroten. Deze maatregelen zullen geen significante kosten voor het bedrijfsleven met zich brengen en de voordelen die uit het verbeterde markttoezicht voortvloeien, zouden de kosten ruimschoots moeten compenseren.
Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid
De effectbeoordeling van dit uitvoeringspakket bouwt grotendeels voort op de effectbeoordeling die voor het nieuwe wetgevingskader is uitgevoerd. Naast de deskundigheid die in die context is bijeengebracht en geanalyseerd, heeft er nadere raadpleging van sectorspecifieke deskundigen en belangengroepen, alsmede van horizontale deskundigen op het gebied van technische harmonisatie, conformiteitsbeoordeling, accreditatie en markttoezicht plaatsgevonden.
Effectbeoordeling
Op basis van de verzamelde informatie heeft de Commissie een effectbeoordeling uitgevoerd waarin drie opties zijn onderzocht en vergeleken.
Optie 1 - geen wijzigingen in de huidige situatie
Deze optie houdt in dat er geen wijzigingen van de huidige richtlijn worden voorgesteld en dat er uitsluitend van wordt uitgegaan dat de NWK-verordening tot bepaalde verbeteringen zal leiden.
Optie 2 - op één lijn brengen met het NWK-besluit door middel van niet-wetgevende maatregelen
In optie 2 wordt de mogelijkheid overwogen vrijwillige stroomlijning met de bepalingen van het NWK-besluit te stimuleren, bv. door ze als beste praktijken in richtsnoeren te presenteren.
Optie 3 - op één lijn brengen met het NWK-besluit door middel van wetgevende maatregelen
Deze optie bestaat uit het opnemen van de bepalingen van het NWK-besluit in de bestaande richtlijnen.
Optie 3 heeft de voorkeur, omdat:
– hiermee het concurrentievermogen van ondernemingen en aangemelde instanties die hun verplichtingen serieus nemen, ten opzichte van degenen die zich niet aan het systeem houden, wordt verbeterd;
– hiermee de werking van de interne markt wordt verbeterd door gelijke behandeling van alle marktdeelnemers te waarborgen, met name van importeurs en distributeurs, alsmede van aangemelde instanties;
– hiermee geen significante kosten voor marktdeelnemers en aangemelde instanties gemoeid zijn en geen extra kosten of slechts verwaarloosbare kosten worden verwacht voor degenen die al verantwoordelijk handelen;
– deze optie doeltreffender wordt geacht dan optie 2: gezien de gebrekkige handhavingsmogelijkheden van optie 2 is het twijfelachtig of de positieve gevolgen zich met die optie werkelijk zullen voordoen;
– opties 1 en 2 geen oplossing bieden voor het probleem van inconsistenties in het regelgevingskader en derhalve geen positieve uitwerking hebben op de vereenvoudiging van het regelgevingskader.
3. Belangrijkste elementen van het voorstel
Horizontale definities
In het voorstel worden geharmoniseerde definities vastgelegd van termen die in de harmonisatiewetgeving van de Unie vaak worden gebruikt en derhalve in die wetgeving een consistente betekenis moeten krijgen.
3.1. Verplichtingen van marktdeelnemers en traceerbaarsheidseisen
In het voorstel worden de verplichtingen van fabrikanten en gemachtigden verduidelijkt en worden verplichtingen voor importeurs en distributeurs vastgelegd. Importeurs moeten controleren of de fabrikant de toepasselijke conformiteitsbeoordelingsprocedure heeft uitgevoerd en technische documentatie heeft opgesteld. Zij moeten er ook bij de fabrikant op toezien dat deze technische documentatie op verzoek aan de autoriteiten kan worden verstrekt. Bovendien moeten importeurs controleren of de explosieven de juiste markering dragen en van de vereiste instructies en informatie aangaande de veiligheid vergezeld gaan. Zij moeten een kopie van de conformiteitsverklaring bewaren en ervoor zorgen dat de explosieven van een unieke identificatie zijn voorzien overeenkomstig Richtlijn 2008/43/EG. Distributeurs moeten controleren of de explosieven van de CE-markering en de unieke identificatie zijn voorzien en of zij van de vereiste documentatie en instructies vergezeld gaan.
Importeurs en distributeurs moeten met markttoezichtautoriteiten samenwerken en passende maatregelen nemen wanneer zij niet-conforme explosieven hebben geleverd.
3.2. Geharmoniseerde normen
Overeenstemming met geharmoniseerde normen vestigt het vermoeden van conformiteit met de essentiële eisen. Op 1 juni 2011 heeft de Commissie een voorstel voor een verordening betreffende Europese normalisatie[2] goedgekeurd waarin een horizontaal rechtskader voor Europese normalisatie wordt vastgelegd. Dat voorstel voor de verordening bevat onder andere bepalingen over normalisatieverzoeken van de Commissie aan Europese normalisatie-instellingen, over de procedure voor bezwaar tegen een geharmoniseerde norm en over deelname van belanghebbenden aan het normalisatieproces. Derhalve zijn de bepalingen van Richtlijn 93/15/EEG die dezelfde aspecten betreffen, met het oog op de rechtszekerheid uit het onderhavige voorstel geschrapt.
De bepaling dat overeenstemming met geharmoniseerde normen het vermoeden van conformiteit vestigt, is gewijzigd om de reikwijdte van het vermoeden van conformiteit te verduidelijken wanneer normen slechts een deel van de essentiële eisen bestrijken.
3.3. Conformiteitsbeoordeling en CE-markering
In Richtlijn 93/15/EEG van de Raad betreffende de harmonisatie van de bepalingen inzake het in de handel brengen van en de controle op explosieven voor civiel gebruik zijn de conformiteitsbeoordelingsprocedures gekozen die fabrikanten moeten toepassen om aan te tonen dat hun explosieven aan de essentiële veiligheidseisen voldoen. Het voorstel brengt deze procedures op één lijn met de geactualiseerde versies die in het NWK-besluit zijn vastgelegd.
De algemene beginselen van de CE-markering zijn in artikel 30 van Verordening (EG) nr. 765/2008 vastgelegd, terwijl de gedetailleerde bepalingen voor het aanbrengen van de CE-markering op explosieven in dit voorstel zijn opgenomen.
3.4. Aangemelde instanties
In het voorstel worden de aanmeldingscriteria voor aangemelde instanties aangescherpt. Er wordt verduidelijkt dat dochterondernemingen of onderaannemers ook aan de aanmeldingseisen moeten voldoen. Er worden specifieke eisen voor aanmeldende autoriteiten vastgelegd en de procedure voor de aanmelding van aangemelde instanties wordt herzien. De bekwaamheid van een aangemelde instantie moet door een accreditatiecertificaat worden aangetoond. Wanneer geen accreditatie is gebruikt om de bekwaamheid van een aangemelde instantie te beoordelen, moet de aanmelding de documentatie bevatten waaruit blijkt op welke wijze de bekwaamheid van die instantie is beoordeeld. De lidstaten hebben de mogelijkheid tegen een aanmelding bezwaar te maken.
3.5. Markttoezicht en de vrijwaringsprocedure
In het voorstel wordt de bestaande vrijwaringsprocedure herzien. Er wordt een periode ingevoerd gedurende welke de lidstaten informatie kunnen uitwisselen wanneer wordt vastgesteld dat een niet-conform explosief in de handel is gebracht, en er wordt gespecificeerd welke stappen de betrokken autoriteiten moeten nemen. Een echte vrijwaringsprocedure (die leidt tot een besluit op het niveau van de Commissie over de vraag of een maatregel al dan niet gerechtvaardigd is) wordt alleen ingeleid wanneer een andere lidstaat bezwaar maakt tegen een maatregel die tegen een explosief is genomen. Wanneer er overeenstemming is over de beperkende maatregel, moeten alle lidstaten op hun grondgebied passende maatregelen nemen.
3.6. Comitéprocedure
De bepalingen inzake de werking van het Comité Explosieven zijn aangepast aan de nieuwe bepalingen inzake uitvoeringshandelingen die zijn vastgelegd in Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren[3].
4. Juridische elementen van het voorstel
Rechtsgrondslag
Het voorstel is gebaseerd op artikel 114 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
Subsidiariteitsbeginsel
De Unie en de lidstaten zijn samen bevoegd voor de interne markt. Het subsidiariteitsbeginsel is met name aan de orde bij de nieuwe bepalingen die bedoeld zijn om de effectieve handhaving van Richtlijn 93/15/EEG van de Raad betreffende de harmonisatie van de bepalingen inzake het in de handel brengen van en de controle op explosieven voor civiel gebruik te verbeteren, namelijk de verplichtingen voor importeurs en distributeurs, de traceerbaarheidsbepalingen, de bepalingen over de beoordeling en aanmelding van aangemelde instanties en de aangescherpte samenwerkingsverplichtingen in het kader van de herziene procedures voor markttoezicht en vrijwaring.
Uit ervaring met de handhaving van de wetgeving is gebleken dat maatregelen die op nationaal niveau werden genomen, tot uiteenlopende benaderingswijzen en een verschillende behandeling van marktdeelnemers in de EU hebben geleid, hetgeen het doel van deze richtlijn ondermijnt. Als er op nationaal niveau maatregelen worden getroffen om de problemen aan te pakken, houdt dit het risico in dat belemmeringen voor het vrije verkeer van goederen worden opgeworpen. Bovendien zijn nationale maatregelen beperkt tot de territoriale bevoegdheid van een lidstaat. Gezien de toenemende internationalisatie van de handel stijgt het aantal grensoverschrijdende gevallen voortdurend. De gestelde doelen en met name een doeltreffender markttoezicht kunnen veel beter worden bereikt door gecoördineerd optreden op EU-niveau. Daarom is het zinvoller op EU-niveau maatregelen te treffen.
Ook het probleem van inconsistenties tussen de verschillende richtlijnen kan alleen door de EU-wetgever worden opgelost.
Evenredigheidsbeginsel
Overeenkomstig het evenredigheidsbeginsel gaan de voorgestelde wijzigingen niet verder dan nodig is om de beoogde doelstellingen te verwezenlijken.
De nieuwe of gewijzigde verplichtingen leiden niet tot onnodige lasten en kosten voor het bedrijfsleven, en in het bijzonder kleine en middelgrote ondernemingen, of voor overheidsinstanties. Voor wijzigingen met negatieve gevolgen kon op basis van de analyse van de gevolgen van de optie de meest evenredige oplossing voor de geconstateerde problemen worden gekozen. Bij een aantal wijzigingen wordt de duidelijkheid van de bestaande richtlijn vergroot, zonder dat belangrijke nieuwe eisen worden opgelegd waaraan extra kosten verbonden zijn.
Gebruikte wetgevingstechniek
Om de richtlijn met het NWK-besluit op één lijn te brengen zijn een aantal materiële wijzigingen van Richtlijn 93/15/EEG van de Raad noodzakelijk. Met het oog op de leesbaarheid van de gewijzigde tekst is voor de herschikkingstechniek gekozen overeenkomstig het Interinstitutioneel Akkoord van 28 november 2001 over een systematischer gebruik van de herschikking van besluiten[4].
De wijzigingen van Richtlijn 93/15/EEG van de Raad betreffen: de definities, de verplichtingen van marktdeelnemers, het vermoeden van conformiteit dat door geharmoniseerde normen wordt geboden, de conformiteitsverklaring, de CE-markering, de aangemelde instanties, de vrijwaringprocedure en de conformiteitsbeoordelingsprocedures.
Het voorstel wijzigt niet het toepassingsgebied van Richtlijn 93/15/EEG van de Raad en de essentiële veiligheidseisen.
5. Gevolgen voor de begroting
Dit voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de EU.
6. Aanvullende informatie
Intrekking van bestaande wetgeving
De vaststelling van het voorstel heeft de intrekking van Richtlijn 93/15/EEG van de Raad betreffende de harmonisatie van de bepalingen inzake het in de handel brengen van en de controle op explosieven voor civiel gebruik tot gevolg.
Europese Economische Ruimte
Het voorstel betreft een onderwerp dat onder de EER-overeenkomst valt en moet daarom worden uitgebreid tot de Europese Economische Ruimte.
ê 93/15/EEG (aangepast)
ð nieuw
NIEUW WETGEVINGSKADER (NWK) – STROOMLIJNINGSPAKKET (Tenuitvoerlegging van het goederenpakket)
2011/0349 (COD)
Voorstel voor een
RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
betreffende de harmonisatie van de bepalingen Ö wetgevingen van de lidstaten Õ inzake het in de handel brengen ð op de markt aanbieden ï van en de controle op explosieven voor civiel gebruik
(Herschikking)
(Voor de EER relevante tekst)
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op Gezien het Verdrag Ö betreffende de werking van de Europese Unie Õ tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid en met name op artikel Ö 114 Õ 100 A,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité[5],
Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure,
Overwegende hetgeen volgt:
ò nieuw
(1) Richtlijn 93/15/EEG van de Raad van 5 april 1993 betreffende de harmonisatie van de bepalingen inzake het in de handel brengen van en de controle op explosieven voor civiel gebruik[6] is herhaaldelijk en ingrijpend gewijzigd. Aangezien nieuwe wijzigingen nodig zijn, dient ter wille van de duidelijkheid tot herschikking van deze richtlijn te worden overgegaan.
(2) Verordening (EG) nr. 765/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 tot vaststelling van de eisen inzake accreditatie en markttoezicht betreffende het verhandelen van producten en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 339/93[7] stelt regels vast inzake de accreditatie van conformiteitsbeoordelingsinstanties, verschaft een kader voor het markttoezicht op producten en voor de controle van producten uit derde landen, en voorziet in de algemene beginselen inzake CE-markering.
(3) Besluit nr. 768/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende een gemeenschappelijk kader voor het verhandelen van producten en tot intrekking van Besluit 93/465/EEG van de Raad[8] stelt gemeenschappelijke beginselen en referentiebepalingen vast die bedoeld zijn om in alle wetgeving tot harmonisatie van de voorwaarden voor het verhandelen van producten te worden toegepast, zodat een coherente basis voor de herziening of herschikking van die wetgeving wordt gelegd. Richtlijn 93/15/EEG moet aan dat besluit worden aangepast.
ê 93/15/EEG overweging 1 (aangepast)
Overwegende dat in artikel 8 A is bepaald dat de interne markt ten laatste op 31 december 1992 tot stand moet zijn gebracht en dat deze een ruimte zonder binnengrenzen omvat waarin het vrije verkeer van goederen, personen, diensten en kapitaal is gewaarborgd volgens de bepalingen van het Verdrag;
ê 93/15/EEG overweging 2 (aangepast)
Overwegende dat in artikel 100 A, lid 3, van het EEG-Verdrag is bepaald dat de Commissie bij haar voorstellen op het gebied van de veiligheid uitgaat van een hoog beschermingsniveau;
ê 93/15/EEG overweging 9 (aangepast)
ð nieuw
(4) ð De veiligheid tijdens de opslag is geregeld in Richtlijn 96/82/EG van de Raad van 9 december 1996 betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken[9]. In die richtlijn worden veiligheidseisen vastgesteld voor bedrijven waar explosieven aanwezig zijn. ï Overwegende op beveiligingsgebied dat het vervoer Ö De veiligheid Õ van explosieven Ö tijdens het vervoer is geregeld Õ in internationale verdragen en overeenkomsten is geregeld; dat op internationaal niveau Ö , waaronder de Õ "Aaanbevelingen" van de Verenigde Naties met betrekking tot Ö inzake Õ het vervoer van gevaarlijke goederen., waaronder explosieven, bestaan waarvan de draagwijdte verder reikt dan het communautaire kader; dat Ö Deze aspecten vallen derhalve niet binnen de draagwijdte van Õ deze richtlijn. derhalve geen betrekking heeft op de vervoersreglementering;
ê 93/15/EEG overweging 12 (aangepast)
(5) Overwegende dat Mmunitie Ö dient Õ binnen de werkingssfeer van deze richtlijn Ö te vallen Õ valt, doch enkel wat betreft de reglementering inzake het toezicht op de overbrenging ervan, alsmede de desbetreffende bepalingen.; dat Vvoor de overbrenging van munitie die in soortgelijke omstandigheden als de overbrenging van wapens geschiedt, bepalingen moeten Ö bepalingen Õ gelden die vergelijkbaar zijn met de bepalingen die van toepassing zijn op de overbrenging van wapens, zoals vervat in Richtlijn 91/477/EEG van de Raad van 18 juni 1991 inzake de controle op de verwerving en het voorhanden hebben van wapens[10].;
ê 93/15/EEG overweging 10 (aangepast)
(6) Overwegende dat Mmet betrekking tot de pyrotechnische artikelen Ö zijn Õ, ter bescherming van de consument en voor de veiligheid van het publiek in het algemeen, specifieke maatregelen zijn vereist.; dat een aanvullende richtlijn ter zake zal worden opgesteld; Ö Pyrotechnische artikelen vallen onder Richtlijn 2007/23/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 mei 2007 betreffende het in de handel brengen van pyrotechnische artikelen[11]. Onderhavige richtlijn dient derhalve niet van toepassing te zijn op pyrotechnische artikelen. Õ
ê 93/15/EEG overweging 11 (aangepast)
(7) Overwegende dat Dde omschrijving van de onder deze richtlijn vallende produkten Ö explosieven dient Õ bij die in de bovengenoemde Aaanbevelingen Ö van de Verenigde Naties inzake het vervoer van gevaarlijke goederen Õ dient aan te sluiten.;
ê 93/15/EEG overweging 3 (aangepast)
ð nieuw
(8) Ö Om het Õ Overwegende dat vrij verkeer van goederen eerst mogelijk is wanneer aan bepaalde basisvoorwaarden is voldaan; dat met name vrije verkeer van explosieven Ö te waarborgen, moeten Õ harmonisatie van de wetgevingen betreffende het ð op de markt aanbieden ï in de handel brengen van explosieven Ö worden geharmoniseerd Õ vereist.;
ê 93/15/EEG overweging 4
Overwegende dat explosieven voor civiel gebruik het voorwerp zijn van gedetailleerde nationale regelgeving, voornamelijk wat de vereisten inzake veiligheid en beveiliging betreft; dat in die regelgeving met name is bepaald dat vergunningen voor het in de handel brengen slechts worden verleend, indien de betrokken explosieven met goed gevolg aan bepaalde proeven zijn onderworpen;
ê 93/15/EEG overweging 5 (aangepast)
Overwegende dat het voor het waarborgen van het vrije verkeer van produkten noodzakelijk is de uiteenlopende nationale bepalingen te harmoniseren, zonder dat dit een verlaging van de optimale beveiligings- en veiligheidsniveaus inhoudt;
ê 93/15/EEG overweging 6 (aangepast)
Overwegende dat bij deze richtlijn slechts de fundamentele eisen worden omschreven waaraan de conformiteitsproeven voor explosieven dienen te beantwoorden; dat het, om het aantonen van de conformiteit met deze fundamentele eisen te vergemakkelijken, zeer nuttig is over op Europees niveau geharmoniseerde normen te kunnen beschikken, met name wat de beproevingsmethoden voor explosieven betreft; dat dergelijke normen thans nog niet bestaan;
ê 93/15/EEG overweging 7 (aangepast)
Overwegende dat deze op Europees niveau geharmoniseerde normen, die door particuliere instellingen worden opgesteld, hun niet-verbindend karakter dienen te behouden; dat te dien einde de Europese Commissie voor Normalisatie (CEN) is erkend als een van de beide lichamen die bevoegd zijn om geharmoniseerde normen vast te stellen overeenkomstig de op 13 november 1984 bekrachtigde algemene beleidslijnen inzake de samenwerking tussen de Commissie, het CEN en het Cenelec; dat, overeenkomstig Richtlijn 83/189/EEG van de Raad van 28 maart 1983 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften[12], en krachtens de eerder genoemde algemene beleidslijnen, in de onderhavige richtlijn met "geharmoniseerde norm" een geheel van door het CEN, in het kader van een mandaat van de Commissie goedgekeurde technische specificaties wordt bedoeld;
ê 93/15/EEG overweging 13
Overwegende dat voor de bescherming van de gezondheid en de veiligheid van de werknemers die explosieven produceren of gebruiken, eveneens zorg dient te worden gedragen; dat een aanvullende richtlijn in voorbereiding is die met name de bescherming van de gezondheid en de veiligheid van de werknemers bij de fabricage, de opslag en het gebruik van explosieven ten doel heeft;
ò nieuw
(9) Het is de verantwoordelijkheid van de marktdeelnemers dat explosieven conform zijn met de gestelde eisen, in overeenstemming met de respectieve rol die zij vervullen in de toeleveringsketen, teneinde algemene belangen zoals gezondheid en veiligheid van personen of de openbare veiligheid in grote mate te beschermen en eerlijke mededinging op de markt van de Unie te waarborgen.
(10) Alle marktdeelnemers die een rol vervullen in de toeleverings- en distributieketen moeten passende maatregelen nemen om te waarborgen dat zij uitsluitend explosieven op de markt aanbieden die aan deze richtlijn voldoen. Er moet worden gezorgd voor een duidelijke en evenredige verdeling van de verplichtingen overeenkomstig de rol van alle marktdeelnemers in de toeleverings- en distributieketen.
(11) De fabrikant, die op de hoogte is van de details van het ontwerp- en productieproces, is het best geplaatst om de conformiteitsbeoordelingsprocedure volledig uit te voeren. De verplichting voor de conformiteitsbeoordeling moet daarom uitsluitend op de fabrikant blijven rusten.
(12) Er moet worden gewaarborgd dat explosieven die vanuit derde landen in de Unie in de handel komen, aan de eisen van deze richtlijn voldoen, en met name dat de fabrikanten adequate beoordelingsprocedures met betrekking tot deze explosieven hebben uitgevoerd. Bijgevolg moet worden bepaald dat importeurs erop toezien dat de explosieven die zij in de handel brengen aan de eisen van deze richtlijn voldoen en dat zij geen explosieven in de handel brengen die niet aan deze eisen voldoen of een risico inhouden. Er moet eveneens worden bepaald dat importeurs erop toezien dat er conformiteitsbeoordelingsprocedures hebben plaatsgevonden en dat markering en documenten die de fabrikanten met betrekking tot de explosieven opstellen ter beschikking staan van de toezichthoudende autoriteiten.
(13) De distributeur biedt een explosief pas aan op de markt nadat het door de fabrikant of de importeur in de handel is gebracht, en hij moet de nodige zorgvuldigheid betrachten om ervoor te zorgen dat de wijze waarop hij met het explosief omgaat geen negatieve invloed heeft op de conformiteit van het explosief.
(14) Wanneer een marktdeelnemer een explosief onder zijn eigen naam of handelsmerk in de handel brengt of een explosief zodanig wijzigt dat de conformiteit met de eisen van deze richtlijn in het gedrang kan komen, moet hij als fabrikant worden beschouwd en de verplichtingen van de fabrikant op zich nemen.
(15) Omdat distributeurs en importeurs dicht bij de markt staan, moeten zij worden betrokken bij de markttoezichttaken van de bevoegde nationale autoriteiten, en moeten zij bereid zijn actief medewerking te verlenen door die autoriteiten alle nodige informatie over het explosief te verstrekken.
(16) Om in alle stadia van de toeleveringsketen correcte en volledige registers te kunnen bijhouden, is een unieke identificatie van explosieven van essentieel belang. Zo kunnen explosieven worden geïdentificeerd en getraceerd van de plaats van productie en het moment dat zij in de handel worden gebracht tot de eindgebruiker en het gebruik, teneinde misbruik en diefstal te voorkomen en de rechtshandhavingsinstanties te helpen bij het traceren van de oorsprong van zoekgeraakte of gestolen explosieven. Een efficiënt traceringssysteem verlicht ook de taak van de markttoezichtautoriteiten wanneer zij marktdeelnemers dienen op te sporen die niet-conforme producten op de markt hebben aangeboden.
(17) De bepalingen van deze richtlijn inzake het op de markt aanbieden moeten gebaseerd zijn op het formuleren van essentiële veiligheidseisen voor explosieven teneinde de gebruikers te beschermen en ongevallen te voorkomen. Om de beoordeling van de conformiteit met die eisen te vergemakkelijken, moet worden voorzien in een vermoeden van conformiteit voor explosieven die voldoen aan geharmoniseerde normen die overeenkomstig Verordening (EU) nr. [../..] van het Europees Parlement en de Raad van […..] betreffende Europese normalisatie en tot wijziging van de Richtlijnen 89/686/EEG en 93/15/EEG van de Raad alsmede de Richtlijnen 94/9/EG, 94/25/EG, 95/16/EG, 97/23/EG, 98/34/EG, 2004/22/EG, 2007/23/EG, 2009/105/EG en 2009/23/EG van het Europees Parlement en de Raad[13] zijn vastgesteld om gedetailleerde technische specificaties te geven voor het ontwerp, de fabricage en de beproeving van explosieven.
(18) Verordening (EU) nr. [../..] [normalisatieverordening] voorziet in een procedure voor bezwaren tegen geharmoniseerde normen die niet volledig aan de eisen van deze richtlijn voldoen.
ê 93/15/EEG overweging 8 (nieuw)
Overwegende dat de Raad, bij Beschikking 90/683/EEG van 13 december 1990 betreffende de modules voor de verschillende fasen van de conformiteitsbeoordelingsprocedures die in de richtlijnen voor technische harmonisatie moeten worden gebruikt[14] de geharmoniseerde middelen heeft vastgesteld ter zake van de conformiteitsbeoordelingsprocedure; dat door toepassing van deze modules op explosieven, de verantwoordelijkheid bepaald kan worden van fabrikanten en instanties die belast zijn met de uitvoering van de procedures voor conformiteitsbeoordeling, waarbij rekening gehouden wordt met de aard van de betrokken explosieven;
ò nieuw
(19) Er moet worden gezorgd voor conformiteitsbeoordelingsprocedures waarmee marktdeelnemers kunnen aantonen en de bevoegde autoriteiten kunnen waarborgen dat op de markt aangeboden explosieven aan de essentiële veiligheidseisen voldoen. Besluit nr. 768/2008/EG stelt modules voor conformiteitsbeoordelingsprocedures vast, uiteenlopend van de minst tot de meest stringente procedure, afhankelijk van de hoogte van het risico en het vereiste veiligheidsniveau. Om voor coherentie tussen de sectoren te zorgen en ad-hocvarianten te voorkomen, moeten conformiteitsbeoordelingsprocedures uit die modules worden gekozen. Gezien de specifieke kenmerken van explosieven en de gevaren die ermee verbonden zijn, moeten explosieven altijd aan verificatie door derde parijen (EU-typeonderzoek) worden onderworpen. Fabrikanten moeten een EU-conformiteitsverklaring opstellen waarin zij gedetailleerde informatie verstrekken over de conformiteit van een explosief met de eisen van de relevante harmonisatiewetgeving van de Unie.
(20) De CE-markering, waarmee de conformiteit van een product wordt aangegeven, is de zichtbare uitkomst van het proces van conformiteitsbeoordeling in brede zin. In Verordening (EG) nr. 765/2008 zijn algemene beginselen voor het gebruik van de CE-markering vastgesteld. In deze richtlijn moeten voorschriften met betrekking tot het aanbrengen van de CE-markering worden vastgesteld.
(21) Bij de in deze richtlijn beschreven conformiteitsbeoordelingsprocedures spelen conformiteitsbeoordelingsinstanties, die door de lidstaten bij de Commissie worden aangemeld, een rol.
(22) De ervaring heeft geleerd dat de in Richtlijn 93/15/EEG vastgestelde criteria waaraan conformiteitsbeoordelingsinstanties moeten voldoen om bij de Commissie te kunnen worden aangemeld, ontoereikend zijn om een uniform, hoog prestatieniveau van aangemelde instanties in de hele Unie te waarborgen. Het is echter essentieel dat alle aangemelde instanties hun functies op hetzelfde niveau en onder eerlijke concurrentievoorwaarden uitoefenen. Hiertoe moeten verplichte eisen worden vastgesteld voor conformiteitsbeoordelingsinstanties die willen worden aangemeld met het oog op het verlenen van conformiteitsbeoordelingsdiensten.
(23) Om bij de uitvoering van de conformiteitsbeoordeling een samenhangend kwaliteitsniveau te kunnen waarborgen, moeten ook eisen worden vastgesteld voor de aanmeldende autoriteiten en andere instanties die bij de beoordeling en aanmelding van en bij het toezicht op aangemelde instanties betrokken zijn.
(24) Wanneer een conformiteitsbeoordelingsinstantie aantoont dat zij voldoet aan de criteria vastgelegd in geharmoniseerde normen, dient zij te worden geacht te voldoen aan de overeenkomstige eisen van deze richtlijn.
(25) Het in deze richtlijn beschreven systeem moet worden aangevuld door het accreditatiesysteem van Verordening (EG) nr. 765/2008. Omdat accreditatie een essentieel middel is om te controleren of de conformiteitsbeoordelingsinstanties bekwaam zijn, moet accreditatie ook met het oog op aanmelding worden gebruikt.
(26) Accreditatie die zoals bepaald in Verordening (EG) nr. 765/2008 op transparante wijze georganiseerd is en het nodige vertrouwen in conformiteitscertificaten waarborgt, moet door de nationale autoriteiten in de hele Unie beschouwd worden als het geschiktste middel waarmee de technische bekwaamheid van conformiteitsbeoordelingsinstanties kan aangetoond worden. De nationale autoriteiten kunnen evenwel van oordeel zijn dat zij over de passende middelen beschikken om deze beoordeling zelf te verrichten. In dit geval moeten zij, om te waarborgen dat de beoordeling door andere nationale autoriteiten voldoende betrouwbaar is, aan de Commissie en de andere lidstaten het nodige bewijsmateriaal overleggen waaruit blijkt dat de beoordeelde conformiteitsbeoordelingsinstanties aan de relevante regelgevingseisen voldoen.
(27) Conformiteitsbeoordelingsinstanties besteden veelal een deel van hun conformiteitsbeoordelingsactiviteiten uit of maken gebruik van een ondergeschikte instantie. Om het beschermingsniveau te kunnen garanderen dat nodig is voor producten die in de Unie in de handel worden gebracht, is het essentieel dat onderaannemers en dochterondernemingen bij de uitvoering van conformiteitsbeoordelingstaken aan dezelfde eisen voldoen als aangemelde instanties. Daarom is het belangrijk dat ook de activiteiten die door onderaannemers en dochterondernemingen worden verricht, worden betrokken in de beoordeling van de bekwaamheid en de prestaties van instanties die worden aangemeld en in het toezicht op reeds aangemelde instanties.
(28) De aanmeldingsprocedure moet efficiënter en transparanter worden, en met name worden aangepast aan nieuwe technologie, zodat de aanmelding online kan worden verricht.
(29) Omdat aangemelde instanties hun diensten in de gehele Unie kunnen aanbieden, moeten de andere lidstaten en de Commissie in staat worden gesteld bezwaren in te brengen tegen een aangemelde instantie. Daarom is het belangrijk te voorzien in een termijn waarbinnen twijfels of bedenkingen omtrent de bekwaamheid van conformiteitsbeoordelingsinstanties kunnen worden weggenomen alvorens zij als aangemelde instantie gaan functioneren.
(30) Uit concurrentieoogpunt is het cruciaal dat de aangemelde instanties bij de toepassing van de conformiteitsbeoordelingsprocedures geen onnodige lasten voor marktdeelnemers creëren. Bij de technische uitvoering van de conformiteitsbeoordelingsprocedures moet om dezelfde reden worden gezorgd voor consistentie, zodat de marktdeelnemers gelijk worden behandeld. Dit kan het best worden bereikt door passende coördinatie en samenwerking tussen de aangemelde instanties.
(31) Om rechtszekerheid te waarborgen, moet duidelijk worden gemaakt dat de in Verordening (EG) nr. 765/2008 vastgestelde voorschriften inzake markttoezicht in de Unie en controle van producten die de markt van de Unie binnenkomen, op explosieven van toepassing zijn. Deze richtlijn mag de lidstaten niet beletten te kiezen welke autoriteiten voor de uitvoering van die taken bevoegd zijn.
(32) Het bestaande systeem moet worden aangevuld met een procedure om belanghebbenden te informeren over voorgenomen maatregelen tegen producten die een risico meebrengen voor de gezondheid en veiligheid van personen of voor andere aspecten van de bescherming van algemene belangen. Deze procedure moet ook markttoezichtautoriteiten in staat stellen samen met de betrokken marktdeelnemers eerder tegen dergelijke producten op te treden.
(33) Indien de lidstaten en de Commissie het eens zijn dat een maatregel van een lidstaat gerechtvaardigd is, is nadere betrokkenheid van de Commissie hierbij niet nodig, behalve wanneer de niet-conformiteit kan worden toegeschreven aan tekortkomingen van een geharmoniseerde norm.
ê 93/15/EEG overweging 14 (aangepast)
(34) Overwegende dat, Iindien de veiligheid ernstig in gevaar wordt gebracht of dreigt te worden gebracht Ö ten gevolge van Õ door het ongeoorloofde in bezit hebben of gebruik van onder deze richtlijn vallende explosieven of munitie, Ö moeten Õ de lidstaten Lid-Staten de mogelijkheid moeten krijgen om onder bepaalde omstandigheden af te wijken van de bepalingen van deze richtlijn inzake Ö voor wat betreft de Õ overbrenging Ö van explosieven en munitie om voornoemd ongeoorloofd in bezit hebben of gebruik te voorkomen Õ.;
ê 93/15/EEG overweging 15 (aangepast)
(35) Overwegende dat Ö Er dienen Õ administratieve samenwerkingsmechanismen Ö tussen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten Õ dienen te worden opgezet.; Ö Derhalve moeten Õ dat de bevoegde autoriteiten zich in dat verband zouden moeten laten leiden door Verordening (EEG) nr. 1468/81 Ö (EG) nr. 515/97 Õ van de Raad van 19 mei 1981 Ö 13 maart 1997 Õ betreffende Ö de Õ wederzijdse bijstand tussen de administratieve autoriteiten van de lidstaten Lid-Staten en Ö de Õ samenwerking tussen deze autoriteiten en de Commissie, met het oog op de juiste toepassing van de douane- en landbouwvoorschriften[15].;
ê 93/15/EEG overweging 16 (aangepast)
(36) Overwegende dat Ddeze richtlijn Ö mag Õ de lidstaten Lid-Staten Ö niet beletten Õ belet om maatregelen te nemen ter voorkoming van het illegale verkeer van explosieven en munitie.,
ò nieuw
(37) Om eenvormige voorwaarden te waarborgen voor de uitvoering van deze richtlijn, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren[16].
(38) Voor de vaststelling van de uitvoeringshandelingen moet de onderzoeksprocedure worden toegepast teneinde de voorwaarden te creëren voor een systeem waarmee explosieven kunnen worden gevolgd en geïdentificeerd.
(39) Teneinde de doelstellingen van deze richtlijn te bereiken, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie handelingen van de Unie vast te stellen ten aanzien van maatregelen inzake aanpassing van deze richtlijn aan aanbevelingen van de Verenigde Naties inzake het vervoer van gevaarlijke goederen. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadpleging overgaat, onder meer op deskundigenniveau.
(40) De Commissie moet bij de voorbereiding en opstelling van de gedelegeerde handelingen ervoor zorgen dat de desbetreffende documenten tijdig en op gepaste wijze gelijktijdig worden toegezonden aan het Europees Parlement en de Raad.
(41) De lidstaten moeten regels voor sancties op overtredingen van ingevolge deze richtlijn vastgestelde nationale bepalingen vaststellen en ervoor zorgen dat zij worden toegepast. Deze sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn.
(42) Daar de doelstelling van deze richtlijn, namelijk waarborgen dat explosieven op de markt aan de eisen voldoen die een hoog niveau van bescherming van de gezondheid en veiligheid en van andere algemene belangen bieden zonder dat afbreuk wordt gedaan aan de werking van de interne markt, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt en derhalve vanwege de omvang en gevolgen ervan beter op Unieniveau kan worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze richtlijn niet verder dan nodig is om deze doelstelling te verwezenlijken.
(43) Er moet in een overgangsregeling worden voorzien waardoor explosieven die op grond van Richtlijn 93/15/EEG al in de handel zijn gebracht, op de markt kunnen worden aangeboden.
(44) De verplichting tot omzetting van deze richtlijn in nationaal recht dient te worden beperkt tot de bepalingen die ten opzichte van Richtlijn 93/15/EEG materieel zijn gewijzigd. De verplichting tot omzetting van de ongewijzigde bepalingen vloeit voort uit Richtlijn 93/15/EEG.
(45) Deze richtlijn dient de verplichtingen van de lidstaten met betrekking tot de termijnen voor omzetting in nationaal recht van de aldaar genoemde Richtlijn 93/15/EEG en voor toepassing ervan onverlet te laten,
ê 93/15/EEG (aangepast)
HEEFT Ö HEBBEN Õ DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
HOOFDSTUK 1I
Algemene bepalingen
Artikel 1 Ö Toepassingsgebied Õ
1. Deze richtlijn is van toepassing op: explosieven als omschreven in lid 2.
ò nieuw
(a) explosieven voor civiel gebruik;
(b) de overbrenging van munitie en de uitwisseling van gegevens over dergelijke overbrengingen zoals bepaald in de artikelen 12, 13 en 14.
ê 93/15/EEG
32. Deze richtlijn is niet van toepassing op:
ê 93/15/EEG (aangepast)
(a) explosieven Ö en Õ , met inbegrip van munitie, die bestemd zijn om overeenkomstig de nationale wetgeving te worden gebruikt door de strijdkrachten of de politie;
(b) pyrotechnische artikelen Ö die onder het toepassingsgebied van Richtlijn 2007/23/EG vallen. Õ
ê 93/15/EEG
– munitie, behalve wat betreft het bepaalde in de artikelen 10, 11, 12, 13, 17, 18 en 19.
ê 93/15/EEG (aangepast)
ð nieuw
53. Deze richtlijn vormt voor de lidstaten Lid-Staten geen beletsel om bepaalde stoffen die niet onder deze richtlijn vallen, krachtens een nationale wet of regeling als explosieven aan te merken.
Artikel 2 [artikel R1 van Besluit nr. 768/2008/EG] Ö Definities Õ
4. In Ö Voor de toepassing van Õ deze richtlijn wordt verstaan onder:
1) 2. Onder "explosieven": wordt verstaan, alle stoffen en voorwerpen die in de Ö aanbevelingen van de Verenigde Naties inzake het vervoer van gevaarlijke goederen Õ "United Nations Recommendations on the transport of dangerous goods" als dusdanig worden omschreven en aldaar zijn ingedeeld in klasse 1;.
2) "Aaanbevelingen van de Verenigde Naties": de door de Commissie van Ddeskundigen inzake het Vvervoer van Ggevaarlijke Sstoffen van de Verenigde Naties vastgestelde aanbevelingen zoals die door die organisatie zijn gepubliceerd (Oranjeboek), en zoals die op de datum van aanneming van deze richtlijn zijn gewijzigd;
3) "veiligheid": voorkoming van ongevallen en, indien zulks onmogelijk is, het beperken van de gevolgen daarvan;
4) "beveiliging": voorkoming van gebruik voor doeleinden die strijdig zijn met de openbare orde;
5) "wapenhandelaar": iedere natuurlijke of rechtspersoon wiens beroepswerkzaamheden geheel of ten dele bestaan uit de vervaardiging, handel, uitwisseling, verhuur, reparatie of transformatie van vuurwapens en munitie;
6) "overbrengingsvergunning": het besluit dat wordt genomen na de controle op geplande overbrengingen van explosieven binnen de Ö Unie Õ Gemeenschap;
7) "onderneming uit de sector explosieven" ð "marktdeelnemers" ï : ð de fabrikant, de gemachtigde, de importeur, de distributeur en ï elke natuurlijke of rechtspersoon die houder is van een licentie of vergunning inzake de vervaardiging, de opslag, het gebruik en het overbrengen van, respectievelijk bij de handel in explosieven Ö opslaat, gebruikt, overbrengt Õ ð , uitvoert ï Ö of verhandelt Õ ;
8) "overbrenging": materiële verplaatsing van explosieven binnen Ö de Unie Õ het grondgebied van de Gemeenschap, met uitzondering van verplaatsingen die op hetzelfde terrein worden uitgevoerd;.
9) "in de handel brengen ð op de markt aanbieden ï": het voor de eerste keer ð in het kader van een handelsactiviteit ï , al dan niet tegen betaling, beschikbaar stellen ð verstrekken ï van Ö een explosief Õ explosieven die onder deze richtlijn vallen, met het oog op distributie en/of gebruik ervan op de markt van de Gemeenschap Ö Unie Õ ;
ò nieuw
10) "in de handel brengen": het voor het eerst in de Unie op de markt aanbieden van een explosief;
11) "fabrikant": een natuurlijke of rechtspersoon die een explosief vervaardigt of laat ontwerpen of vervaardigen, en het onder zijn naam of handelsmerk verhandelt;
12) "gemachtigde": een in de Unie gevestigde natuurlijke of rechtspersoon die schriftelijk door een fabrikant is gemachtigd om namens hem specifieke taken te vervullen;
13) "importeur": een in de Unie gevestigde natuurlijke of rechtspersoon die explosieven uit een derde land in de Unie in de handel brengt;
14) "distributeur": een natuurlijke of rechtspersoon in de toeleveringsketen, verschillend van de fabrikant of de importeur, die explosieven op de markt aanbiedt;
15) "technische specificatie": een document dat de technische eisen voorschrijft waaraan een explosief moet voldoen;
16) "geharmoniseerde norm": geharmoniseerde norm zoals gedefinieerd in artikel 2, lid 1, onder c), van Verordening (EU) nr. [../..] [normalisatieverordening];
17) "accreditatie": accreditatie zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 10, van Verordening (EG) nr. 765/2008;
18) "nationale accreditatie-instantie": accreditatie-instelling zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 11, van Verordening (EG) nr. 765/2008;
19) "conformiteitsbeoordeling": het proces waarin wordt aangetoond of voldaan is aan de essentiële veiligheidseisen voor een explosief;
20) "conformiteitsbeoordelingsinstantie": een instantie die conformiteitsbeoordelingsactiviteiten verricht, zoals onder meer ijken, testen, certificeren en inspecteren;
21) "terugroepen": maatregel waarmee wordt beoogd een explosief te doen terugkeren dat al aan de eindgebruiker ter beschikking is gesteld;
22) "uit de handel nemen": maatregel waarmee wordt beoogd te voorkomen dat een explosief dat zich in de toeleveringsketen bevindt, op de markt wordt aangeboden;
23) "CE-markering": een markering waarmee de fabrikant aangeeft dat het explosief in overeenstemming is met alle toepasselijke eisen van de harmonisatiewetgeving van de Unie die in het aanbrengen ervan voorziet;
24) "harmonisatiewetgeving van de Unie": alle wetgeving van de Unie die de voorwaarden voor het verhandelen van producten harmoniseert.
ê 93/15/EEG (aangepast)
ð nieuw
HOOFDSTUK II
Harmonisatie van de wetgevingen inzake explosieven
Artikel 32 Ö Vrij verkeer Õ
1. De lidstaten Lid-Staten mogen het ð op de markt aanbieden ï in de handel brengen van explosieven die tot de werkingssfeer van deze richtlijn behoren en aan de eisen van deze richtlijn voldoen, niet verbieden, beperken of belemmeren.
Artikel 4 Ö Het op de markt aanbieden Õ
2. De lidstaten Lid-Staten nemen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat explosieven die tot de werkingssfeer van deze richtlijn behoren, in de Ö Unie Õ Gemeenschap alleen ð op de markt ï in de handel kunnen worden ð aangeboden ï gebracht indien zij voldoen aan alle bepalingen van deze richtlijn, voorzien zijn van het EG-merkteken beschreven in artikel 7, en volgens de procedures van bijlage II op hun conformiteit zijn beoordeeld.
3. Wanneer explosieven die tot de werkingssfeer van deze richtlijn behoren, ook onder de toepassing vallen van andere richtlijnen betreffende andere aspecten, die voorzien in het aanbrengen van het EG-merkteken, geeft dit teken te kennen dat die produkten geacht worden ook aan de desbetreffende bepalingen van die andere richtlijnen te voldoen.
Artikel 3
Explosieven die tot de werkingssfeer van deze richtlijn behoren, moeten voldoen aan de in bijlage I opgenomen fundamentele veiligheidseisen ð alle eisen ï Ö van deze richtlijn Õ die erop van toepassing zijn.
HOOFDSTUK 2
Ö Verplichtingen van marktdeelnemers Õ
Artikel 514 Ö Vergunning en machtiging Õ
De Lid-Staten houden de bijgewerkte informatie betreffende de in artikel 1, lid 4, bedoelde ondernemingen uit de sector explosieven die in het bezit zijn van een vergunning of een machtiging, ter beschikking van de andere Lid-Staten en van de Commissie.
ò nieuw
Marktdeelnemers zijn houder van een vergunning of machtiging voor de vervaardiging, de opslag, het gebruik, de invoer, de uitvoer of het overbrengen van, respectievelijk de handel in explosieven.
De eerste alinea is niet van toepassing op de werknemers van een marktdeelnemer die houder is van een vergunning of machtiging.
Artikel 6 [artikel R2 van Besluit nr. 768/2008/EG] Verplichtingen van fabrikanten
1. Wanneer zij explosieven in de handel brengen of zelf explosieven gebruiken, waarborgen fabrikanten dat deze werden ontworpen en vervaardigd overeenkomstig de essentiële veiligheidseisen beschreven in bijlage I.
2. Fabrikanten stellen de in bijlage II genoemde technische documentatie op en voeren de in artikel 19 genoemde conformiteitsbeoordelingsprocedure uit of laten deze uitvoeren.
Wanneer met die procedure is aangetoond dat het explosief aan de toepasselijke eisen voldoet, stellen fabrikanten een EU-conformiteitsverklaring op en brengen zij de CE-markering aan.
De CE-markering hoeft niet te worden aangebracht op explosieven die voor eigen gebruik worden vervaardigd, op explosieven die onverpakt of in pompwagens worden vervoerd en geleverd om rechtstreeks in het schietgat te worden gelost, en op explosieven die worden vervaardigd op de plaats waar zij tot ontploffing worden gebracht en die nadat zij geproduceerd zijn, onmiddellijk worden geladen (zogenaamde productie ter plaatse).
3. Fabrikanten bewaren de technische documentatie en de EU-conformiteitsverklaring gedurende ten minste tien jaar nadat het explosief in de handel is gebracht.
4. Fabrikanten zorgen ervoor dat zij beschikken over procedures om de conformiteit van hun serieproductie te blijven waarborgen. Er wordt terdege rekening gehouden met veranderingen in het ontwerp of in de kenmerken van het explosief en met veranderingen in de geharmoniseerde normen of technische specificaties waarnaar in de conformiteitsverklaring van het explosief is verwezen.
5. Fabrikanten zorgen ervoor dat op hun explosieven een unieke identificatie is aangebracht overeenkomstig Richtlijn 2008/43/EG van de Commissie[17].
6. Fabrikanten zien erop toe dat hun explosieven vergezeld gaan van instructies en informatie aangaande de veiligheid, in een door de betrokken lidstaat bepaalde taal die de eindgebruikers gemakkelijk kunnen begrijpen.
7. Fabrikanten die van mening zijn of redenen hebben om aan te nemen dat een door hen in de handel gebracht explosief niet conform is met deze richtlijn, nemen onmiddellijk de nodige corrigerende maatregelen om het explosief conform te maken of zo nodig uit de handel te nemen of terug te roepen. Bovendien brengen fabrikanten, indien het explosief een risico vertoont, de bevoegde nationale autoriteiten van de lidstaten waar zij het explosief op de markt hebben aangeboden hiervan onmiddellijk op de hoogte, waarbij zij in het bijzonder de niet-conformiteit en alle genomen corrigerende maatregelen uitvoerig beschrijven.
8. Fabrikanten verstrekken op een met redenen omkleed verzoek van een bevoegde nationale autoriteit aan deze autoriteit alle benodigde informatie en documentatie om de conformiteit van het explosief aan te tonen, in een taal die deze autoriteit gemakkelijk kan begrijpen. Op verzoek van deze autoriteit verlenen zij medewerking aan alle genomen maatregelen ter uitschakeling van de risico’s van de door hen in de handel gebrachte explosieven.
Artikel 7 [artikel R3 van Besluit nr. 768/2008/EG] Gemachtigden
1. Een fabrikant kan via een schriftelijk mandaat een gemachtigde aanstellen.
De verplichtingen uit hoofde van artikel 6, lid 1, en de opstelling van technische documentatie maken geen deel uit van het mandaat van de gemachtigde.
2. Een gemachtigde voert de taken uit die gespecificeerd zijn in het mandaat dat hij van de fabrikant heeft ontvangen. Het mandaat laat de gemachtigde toe ten minste de volgende taken te verrichten:
(a) hij houdt de EU-conformiteitsverklaring en de technische documentatie ten minste gedurende tien jaar nadat het explosief in de handel is gebracht ter beschikking van de nationale toezichtautoriteiten;
(b) hij verstrekt een bevoegde nationale autoriteit op grond van een met redenen omkleed verzoek alle benodigde informatie en documentatie om de conformiteit van het explosief aan te tonen;
(c) hij verleent op verzoek van de bevoegde nationale autoriteiten medewerking aan eventueel genomen maatregelen ter uitschakeling van de risico’s van explosieven die onder het mandaat van de gemachtigde vallen.
Artikel 8 [artikel R4 van Besluit nr. 768/2008/EG] Verplichtingen van importeurs
1. Importeurs brengen alleen explosieven in de handel die aan de gestelde eisen voldoen.
2. Alvorens een explosief in de handel te brengen, zien importeurs erop toe dat de fabrikant de juiste conformiteitsbeoordelingsprocedure heeft uitgevoerd. Zij zorgen ervoor dat de fabrikant de technische documentatie heeft opgesteld en dat het explosief voorzien is van de CE-markering en vergezeld gaat van de vereiste documenten.
Wanneer een importeur van mening is of redenen heeft om aan te nemen dat een explosief niet conform is met de essentiële veiligheidseisen in bijlage I, mag hij het explosief niet in de handel brengen alvorens het conform is gemaakt. Wanneer het explosief een risico vertoont, brengt de importeur de fabrikant en de markttoezichtautoriteiten hiervan bovendien op de hoogte.
3. Importeurs zien erop toe dat op de door hen geïmporteerde explosieven een unieke identificatie is aangebracht overeenkomstig Richtlijn 2008/43/EG.
4. Importeurs zien erop toe dat het explosief vergezeld gaat van instructies en informatie aangaande de veiligheid, in een door de betrokken lidstaat bepaalde taal die de eindgebruikers gemakkelijk kunnen begrijpen.
5. Importeurs zorgen gedurende de periode dat zij voor het explosief verantwoordelijk zijn, voor zodanige opslag- en vervoersomstandigheden dat de conformiteit van het explosief met de essentiële veiligheidseisen in bijlage I niet in het gedrang komt.
6. Importeurs die van mening zijn of redenen hebben om aan te nemen dat een door hen in de handel gebracht explosief niet conform is met de eisen van deze richtlijn, nemen onmiddellijk de nodige corrigerende maatregelen om het explosief conform te maken of zo nodig uit de handel te nemen of terug te roepen. Bovendien brengen importeurs, indien het explosief een risico vertoont, de bevoegde nationale autoriteiten van de lidstaten waar zij het explosief op de markt hebben aangeboden hiervan onmiddellijk op de hoogte, waarbij zij in het bijzonder de niet-conformiteit en alle genomen corrigerende maatregelen uitvoerig beschrijven.
7. Importeurs houden ten minste gedurende tien jaar nadat het explosief in de handel is gebracht, een kopie van de EU-conformiteitsverklaring ter beschikking van de markttoezichtautoriteiten en zorgen ervoor dat de technische documentatie op verzoek aan die autoriteiten kan worden verstrekt.
8. Importeurs verstrekken op een met redenen omkleed verzoek van een bevoegde nationale autoriteit aan deze autoriteit alle benodigde informatie en documentatie om de conformiteit van een explosief aan te tonen, in een taal die deze autoriteit gemakkelijk kan begrijpen. Op verzoek van deze autoriteit verlenen zij medewerking aan alle genomen maatregelen ter uitschakeling van de risico’s van de door hen in de handel gebrachte explosieven.
Artikel 9 [artikel R5 van Besluit nr. 768/2008/EG] Verplichtingen van distributeurs
1. Distributeurs die een explosief op de markt aanbieden, betrachten de nodige zorgvuldigheid in verband met de eisen van deze richtlijn.
2. Alvorens een explosief op de markt aan te bieden, controleren distributeurs of het explosief voorzien is van de CE-markering en vergezeld gaat van de vereiste documenten en van instructies en informatie aangaande de veiligheid, in een taal die de eindgebruikers in de lidstaat waar het explosief op de markt wordt aangeboden, gemakkelijk kunnen begrijpen, en of de fabrikant en de importeur aan de eisen in Richtlijn 2008/43/EG hebben voldaan.
Wanneer een distributeur van mening is of redenen heeft om aan te nemen dat een explosief niet conform is met de essentiële veiligheidseisen in bijlage I, mag hij het explosief pas op de markt aanbieden nadat het conform is gemaakt. Wanneer het explosief een risico vertoont, brengt de distributeur de fabrikant of de importeur hiervan bovendien op de hoogte, evenals de markttoezichtautoriteiten.
3. Distributeurs zorgen gedurende de periode dat zij voor het explosief verantwoordelijk zijn, voor zodanige opslag- en vervoersomstandigheden dat de conformiteit van het explosief met de essentiële veiligheidseisen in bijlage I niet in het gedrang komt.
4. Distributeurs die van mening zijn of redenen hebben om aan te nemen dat een door hen op de markt aangeboden explosief niet conform is met deze richtlijn, zien erop toe dat de nodige corrigerende maatregelen worden genomen om het explosief conform te maken of zo nodig uit de handel te nemen of terug te roepen. Bovendien brengen distributeurs, indien het explosief een risico vertoont, de bevoegde nationale autoriteiten van de lidstaten waar zij het explosief op de markt hebben aangeboden hiervan onmiddellijk op de hoogte, waarbij zij in het bijzonder de niet-conformiteit en alle genomen corrigerende maatregelen uitvoerig beschrijven.
5. Distributeurs verstrekken op een met redenen omkleed verzoek van een bevoegde nationale autoriteit aan deze autoriteit alle benodigde informatie en documentatie om de conformiteit van een explosief aan te tonen. Op verzoek van deze autoriteit verlenen zij medewerking aan alle genomen maatregelen ter uitschakeling van de risico’s van de door hen op de markt aangeboden explosieven.
Artikel 10 Gevallen waarin de verplichtingen van fabrikanten van toepassing zijn op importeurs en distributeurs
Een importeur of distributeur wordt voor de toepassing van deze richtlijn als een fabrikant beschouwd en hij moet aan de in artikel 6 vermelde verplichtingen van de fabrikant voldoen wanneer hij een explosief onder zijn eigen naam of merknaam in de handel brengt of een reeds in de handel gebracht explosief zodanig wijzigt dat de conformiteit met deze richtlijn in het gedrang kan komen.
ê 93/15/EEG (aangepast)
HOOFDSTUK 3III
Ö Beveiligingsbepalingen Õ Bepalingen betreffende het verkeer van en de controle op explosieven in de Gemeenschap
Artikel 119 Ö Overbrenging van explosieven Õ
1. Explosieven die onder deze richtlijn vallen, mogen alleen volgens de procedure van de volgende leden Ö 2 tot en met 8 Õ worden overgebracht.
ê 93/15/EEG
2. Het toezicht dat krachtens het Gemeenschaps- of het nationale recht wordt uitgeoefend op de overbrenging van de in deze richtlijn bedoelde explosieven waarop dit artikel van toepassing is, geschiedt niet meer als controle aan de binnengrenzen, doch uitsluitend in het kader van het normale toezicht dat op niet-discriminerende wijze over het gehele grondgebied van de Gemeenschap plaatsvindt.
ê 93/15/EEG (aangepast)
ð nieuw
23. Om explosieven te mogen overbrengen moet de verwerver van de bevoegde autoriteit van de Ö lidstaat Õ plaats van bestemming een overbrengingsvergunning hebben gekregen. De bevoegde autoriteit gaat na of degene voor wie de explosieven bestemd zijn, wettelijk bevoegd is explosieven te verwerven en of hij in het bezit is van de vereiste licenties of vergunningen Ö of machtigingen Õ . De doorvoer van explosieven over het grondgebied van een of meer lidstaten Lid-Staten wordt door de voor de overbrenging verantwoordelijke persoon gemeld aan de bevoegde autoriteiten van die lidsta(a)t(en) Lid-Sta(a)t(en), die de overbrenging Ö voorafgaandelijk Õ moeten goedkeuren.
34. Indien een lidstaat Lid-Staat van mening is dat de in lid 23 bedoelde controle op de machtiging tot verwerving problemen oplevert, zendt die lidstaat Lid-Staat ter zake de beschikbare gegevens aan de Commissie, die ð de andere lidstaten daarvan in kennis stelt ï deze kwestie onverwijld aan het in artikel 13 bedoelde Comité voorlegt.
45. Indien de bevoegde autoriteit van de Ö lidstaat Õ plaats van bestemming de overbrenging toestaat, verstrekt hzij degene voor wie de explosieven zijn bestemd een vergunning waarin alle in lid 57 opgesomde inlichtingen zijn vermeld. Dat document vergezelt de explosieven tot aan de beoogde plaats van bestemming van de explosieven. Het wordt op verzoek van de bevoegde autoriteiten overgelegd. Een kopie van Ö dat Õ dit document wordt bewaard door degene voor wie de explosieven zijn bestemd en deze legt het aan de bevoegde autoriteit van de Ö lidstaat Õ plaats van bestemming voor indien deze het wenst te onderzoeken.
ê 93/15/EEG (aangepast)
57. Wanneer de overbrengingen van explosieven specifieke controles vergen om na te gaan of zij voldoen aan bijzondere beveiligingseisen op het grondgebied van een lidstaat Lid-Staat of op een gedeelte daarvan, worden, vóór de overbrenging plaatsvindt, de volgende gegevens door degene voor wie de zending is bestemd verstrekt aan de bevoegde autoriteit van de Ö lidstaat Õ plaats van bestemming:
(a) naam en adres van de betrokkenen;.Deze gegevens dienen voldoende gedetailleerd te zijn om het mogelijk te maken met de betrokkenen contact op te nemen enerzijds en zich ervan te vergewissen dat de betrokken personen officieel gemachtigd zijn om de zending in ontvangst te nemen anderzijds;
ê 93/15/EEG
(b) aantal en hoeveelheid van de overgebrachte explosieven;
(c) een volledige beschrijving van de betrokken explosieven en de middelen waarmee deze kunnen worden geïdentificeerd, met inbegrip van het identificatienummer van de Verenigde Naties;
(d) de gegevens met betrekking tot de inachtneming van de voorwaarden voor het in de handel brengen, voor zover de explosieven in de handel worden gebracht;
(e) de wijze van overbrenging en de route;
(f) de geplande data van vertrek en aankomst;
(g) zo nodig, de precieze plaats waar de explosieven in de lidstaten Lid-Staten worden binnengebracht, respectievelijk de lidstaten Lid-Staten verlaten.
ê 93/15/EEG (aangepast)
ð nieuw
Ö De in de eerste alinea, onder a), bedoelde gegevens dienen voldoende gedetailleerd te zijn om het mogelijk te maken met de betrokkenen contact op te nemen enerzijds en zich ervan te vergewissen dat de betrokken personen gemachtigd zijn om de zending in ontvangst te nemen anderzijds. Õ
De bevoegde autoriteiten van de Ö lidstaat Õ plaats van bestemming onderzoeken de voorwaarden waaronder de overbrenging moet geschieden, met name wat de bijzondere beveiligingseisen betreft. In de gevallen waarin aan de bijzondere eisen is voldaan, wordt de overbrenging toegestaan. In geval van doorvoer over het grondgebied van andere lidstaten Lid-Staten worden de gegevens betreffende de overbrenging Ö eveneens Õ door deze lidstaten Lid-Staten onder dezelfde voorwaarden onderzocht en goedgekeurd.
6. Indien de bevoegde autoriteit van een lidstaat Lid-Staat van oordeel is dat er geen bijzondere beveiligingseisen als bedoeld in Ö de leden Õ lid 74 ð en 5 ï nodig zijn, mag de overbrenging van explosieven op het grondgebied van die lidstaat Lid-Staat of op een deel daarvan zonder voorafgaande kennisgeving als bedoeld in lid 57 plaatsvinden. De bevoegde autoriteit van de Ö lidstaat Õ plaats van bestemming geeft dan een overbrengingsvergunning van bepaalde duur af die te allen tijde bij een met redenen omkleed besluit kan worden geschorst of ingetrokken. Het in lid 45 bedoelde document dat de explosieven tot op de plaats van bestemming vergezelt, maakt dan uitsluitend van Ö die Õ deze overbrengingsvergunning melding.
78. Onverminderd de normale controles die de lidstaat Lid-Staat van vertrek overeenkomstig deze richtlijn op zijn grondgebied uitoefent, zenden degenen voor wie de explosieven bestemd zijn of de Ö marktdeelnemers Õ ondernemingen uit de sector explosieven op verzoek van de betrokken bevoegde autoriteiten alle te hunner beschikking staande relevante gegevens over overbrengingen van explosieven toe aan de lidstaten Lid-Staten van vertrek en aan de lidstaten Lid-Staten van doorvoer.
89. Geen enkele leverancier mag explosieven overbrengen zolang degene voor wie de explosieven bestemd zijn, niet in het bezit is van de vergunningen die daartoe op grond van de bepalingen van de leden 23, 45, 56 en 67 vereist zijn.
Artikel 1210 Ö Overbrenging van munitie Õ
1. Munitie mag slechts van een lidstaat Lid-Staat naar een andere worden overgebracht indien de in de volgende leden Ö 2 tot en met 5 Õ omschreven procedure wordt gevolgd. Deze Ö Die Õ bepalingen Ö leden Õ gelden ook voor overbrenging van munitie door middel van postorderverkoop.
ê 93/15/EEG
2. Wat de overbrenging van munitie naar een andere lidstaat Lid-Staat betreft, doet de belanghebbende voor iedere verzending de lidstaat Lid-Staat waar de munitie zich bevindt, mededeling van:
(a) naam en adres van de verkoper of overdrager en van de koper of verwerver of, in voorkomend geval, van de eigenaar;,
(b) het adres waarnaar de munitie zal worden verzonden of vervoerd;,
(c) de hoeveelheid munitie die van de zending of het vervoer deel uitmaakt;,
(d) de identificatiegegevens betreffende deze munitie, en bovendien de vermelding dat zij is gecontroleerd volgens de bepalingen van het Verdrag van 1 juli 1969 inzake wederzijdse erkenning van keurmerken van handvuurwapens;,
(e) de wijze van overbrenging;,
(f) de datum van vertrek en de vermoedelijke datum van aankomst.
ê 93/15/EEG
Bij overbrenging tussen wapenhandelaars behoeven de in de eerste alinea, onder e) en f), bedoelde gegevens bedoeld in de laatste twee streepjes niet te worden meegedeeld. De lidstaat Lid-Staat onderzoekt onder welke omstandigheiden de overbrenging zal geschieden, met name met het oog op de beveiligingseisen. Indien de lidstaat Lid-Staat deze overbrenging toestaat, verleent hij daarvoor een vergunning waarin alle in de eerste alinea genoemde gegevens zijn vermeld. Dit document dient de munitie tot aan de bestemming te vergezellen en dient op elk verzoek van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten Lid-Staten te worden overgelegd.
ê 93/15/EEG
3. Iedere lidstaat Lid-Staat kan aan wapenhandelaars het recht toekennen om, zonder voorafgaande vergunning in de zin van lid 2, munitie van zijn grondgebied naar een in een andere lidstaat Lid-Staat gevestigde wapenhandelaar over te brengen. Hij verleent daartoe een machtiging voor drie jaar, die te allen tijde bij een gemotiveerd besluit kan worden geschorst of ingetrokken. De munitie moet tot de bestemming vergezeld blijven van een document waarin die machtiging wordt vermeld.; dat Dat document moet op verzoek van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten Lid-Staten worden voorgelegd.
Alvorens de overbrenging plaatsvindt, delen de wapenhandelaars aan de autoriteiten van de lidstaat Lid-Staat van waaruit de overbrenging zal geschieden, alle in de eerste alinea van lid 2 vermelde gegevens mee.
4. Iedere lidstaat Lid-Staat verstrekt de andere lidstaten Lid-Staten een lijst van munitie waarvoor de vergunning om deze naar zijn grondgebied over te brengen, zonder zijn voorafgaande toestemming mag worden verleend.
Deze lijsten met munitie worden meegedeeld aan wapenhandelaars die overeenkomstig lid 3 een machtiging hebben verkregen om munitie zonder voorafgaande toestemming over te brengen.
5. Iedere lidstaat Lid-Staat zendt alle nuttige gegevens waarover hij betreffende definitieve overbrengingen van munitie beschikt, toe aan de lidstaat Lid-Staat naar het grondgebied waarvan de overbrenging geschiedt.
ê 93/15/EEG (aangepast)
De gegevens die de lidstaten Lid-Staten Ö overeenkomstig de leden 2 en 3 Õ krachtens de procedure van dit artikel ontvangen, worden, uiterlijk tijdens de overbrenging, aan de lidstaat Lid-Staat van bestemming en, in voorkomend geval, uiterlijk tijdens de overbrenging aan de lidstaten Lid-Staten van doorvoer meegedeeld.
ê 93/15/EEG (aangepast)
ð nieuw
Artikel 1311 Ö Afwijkingen om veiligheidsredenen Õ
In afwijking van artikel 119, leden 3, 5, 6 en 7, en artikel 1210, kan een lidstaat Lid-Staat, indien de veiligheid ernstig in gevaar wordt gebracht of dreigt te worden gebracht Ö ten gevolge van Õ door het ongeoorloofde in bezit hebben of gebruik van onder deze richtlijn vallende explosieven of munitie, alle noodzakelijke maatregelen inzake het ð overbrengen ï in bezit hebben of gebruik van explosieven of munitie treffen om voornoemd ongeoorloofd in bezit hebben of gebruik te voorkomen.
ê 93/15/EEG (aangepast)
Deze Ö in de eerste alinea bedoelde Õ maatregelen worden genomen met inachtneming van het evenredigheidsbeginsel. Zij mogen noch een middel tot willekeurige discriminatie noch een verkapte beperking van de handel tussen de lidstaten Lid-Staten vormen.
ê 93/15/EEG
Elke lidstaat Lid-Staat die dergelijke maatregelen treft, stelt de Commissie daarvan onverwijld in kennis. De Commissie stelt de andere lidstaten Lid-Staten op de hoogte.
ê 93/15/EEG (aangepast)
HOOFDSTUK IV
Overige bepalingen
Artikel 1412 Ö Gegevensuitwisseling Õ
1. De lidstaten Lid-Staten zetten gegevensuitwisselingsnetten voor de toepassing van de artikelen 119 en 1210 op. Zij delen de andere lidstaten Lid-Staten en de Commissie mee welke nationale autoriteiten met het verstrekken en in ontvangst nemen van deze gegevens en met het vervullen van de in Ö die Õ de artikelen 9 en 10 genoemde formaliteiten zijn belast.
ò nieuw
De lidstaten houden bijgewerkte informatie betreffende de in artikel 5 bedoelde marktdeelnemers die houder zijn van een vergunning of machtiging, ter beschikking van de andere lidstaten en van de Commissie.
ê 93/15/EEG (aangepast)
2. Bij de toepassing van deze richtlijn Ö is Õ zijn de bepalingen van Verordening (EEG) nr. 1468/81 Verordening (EG) nr. 515/97, inzonderheid die Ö de eisen Õ betreffende het vertrouwelijke karakter van gegevens, mutatis mutandis van toepassing.
ê (EG) 219/2009 (aangepast)
ð nieuw
Artikel 15 Ö Identificatie en traceerbaarheid van explosieven Õ
De lidstaten gaan na of deze ondernemingen uit de sector explosieven ð marktdeelnemers ï over een systeem van trajectcontrole beschikken waardoor te allen tijde de houder van bepaalde explosieven kan worden geïdentificeerd.
ê (EG) 219/2009
ð nieuw
De Commissie kan maatregelen ð uitvoeringsbesluiten ï inzake de toepassingsvoorwaarden van dit lid de eerste alinea vaststellen ð om een systeem voor de unieke identificatie en de traceerbaarheid op het niveau van de Unie in te stellen ï. Deze maatregelen, die niet-essentiële onderdelen van deze richtlijn beogen te wijzigen door haar aan te vullen, ð uitvoeringsbesluiten ï worden vastgesteld volgens de in artikel 1347, lid 42, bedoelde ð onderzoeksprocedure ï regelgevingsprocedure met toetsing.
ê 93/15/EEG (aangepast)
ð nieuw
De betrokken ondernemingen uit de sector explosieven ð De marktdeelnemers ï houden een register van hun transacties bij om aan de in de eerste alineadit artikel bedoelde verplichtingen te kunnen voldoen.
De in de eerste en tweede alineadit artikel bedoelde documenten moeten worden bewaard gedurende een periode van ten minste drie ð tien ï jaar vanaf het einde van het kalenderjaar waarin de geregistreerde transactie is geschied, zelfs wanneer de onderneming ð marktdeelnemer ï haar Ö zijn Õ activiteiten heeft stopgezet. Zij moeten op verzoek van de bevoegde autoriteiten onmiddellijk beschikbaar zijn voor een eventuele controle.
ê 93/15/EEG
Artikel 15
De Lid-Staten zorgen ervoor dat de explosieven worden voorzien van een passend merkteken.
ê 93/15/EEG (aangepast)
ð nieuw
Artikel 16 Ö Vergunning van fabricageactiviteiten Õ
Iedere Lid-Staat stelt het uitoefenen door een persoon van werkzaamheden in de sector explosieven op zijn grondgebied afhankelijk van ð Wanneer een lidstaat ï een vergunning of een machtiging. Hij ð voor de vervaardiging van explosieven verleent als bedoeld in artikel 5, ï controleert ten minste de integriteit van de betrokken persoon. Wanneer het een rechtspersoon betreft, heeft de controle betrekking op de persoon (personen) die het bedrijf leidt (leiden) ð hij met name of de verantwoordelijke personen in staat zijn te voldoen aan de technische verplichtingen die zij op zich nemen ï.
ê 93/15/EEG (aangepast)
Artikel 1718 Ö Inbeslagnames Õ
Elke lidstaat Lid-Staat treft, in het kader van zijn nationale recht, de nodige maatregelen om de bevoegde autoriteiten in staat te stellen elk Ö explosief Õ produkt dat onder de werkingssfeer van deze richtlijn valt, in beslag te nemen indien er voldoende bewijzen bestaan dat dit Ö explosief Õ produkt op illegale wijze zal worden verworven, gebruikt of verhandeld.
ê 93/15/EEG (aangepast)
Hoofdstuk 4
Ö Conformiteit van het explosief Õ
Artikel 184 [Artikel R8 van Besluit nr. 768/2008/EG] Ö Vermoeden van conformiteit Õ
1.De Lid-Staten gaan uit van het vermoeden dat eExplosieven die tot de werkingssfeer van deze richtlijn behoren, aan de in artikel 3 bedoelde fundamentele veiligheidseisen voldoen wanneer zij in overeenstemming Ö conform Õ zijn met de desbetreffende nationale normen welke zijn vastgesteld overeenkomstig de geharmoniseerde normen Ö of delen daarvan Õ waarvan de referentienummers in het Publikcatieblad van de Europese Gemeenschappen Ö Unie Õ zijn bekendgemaakt Ö , worden geacht in overeenstemming te zijn met de essentiële veiligheidseisen Õ . De Lid-Staten maken de referentienummers van de bedoelde nationale Ö die door die Õ normen bekend Ö of delen daarvan worden bestreken, zoals beschreven in bijlage I Õ.
ò nieuw
ð Wanneer een geharmoniseerde norm voldoet aan de eisen die zij bestrijkt en die worden beschreven in bijlage I of artikel 27, maakt de Commissie het referentienummer van die norm bekend in het Publicatieblad van de Europese Unie. ï
ê 93/15/EEG
2. De Commissie zal de op het gebied van de geharmoniseerde normen verrichte werkzaamheden nader toelichten in het in artikel 11, lid 2, van Richtlijn 83/189/EEG bedoelde verslag aan het Europees Parlement en de Raad over de toepassing van die richtlijn.
Artikel 5
Wanneer een Lid-Staat of de Commissie van oordeel is dat de in artikel 4 bedoelde geharmoniseerde normen niet geheel voldoen aan de in artikel 3 bedoelde fundamentele eisen, legt de Commissie of de betrokken Lid-Staat onder opgave van redenen de zaak voor aan het Permanent Comité ingesteld bij Richtlijn 83/189/EEG. Dit Comité brengt onverwijld advies uit.
Vervolgens stelt de Commissie, na kennisname van het advies van het Comité, de Lid-Staten in kennis van de te nemen maatregelen op het stuk van de in artikel 4 bedoelde normen en bekendmaking.
ê 93/15/EEG (aangepast)
ð nieuw
Artikel 196 Ö Conformiteitsbeoordelingsprocedures Õ
1.De procedures voor conformiteitsverklaring Ö conformiteitsbeoordeling Õ van explosieven zijn de volgende:
(a) ofwel of wel het EC Ö EU Õ-type-onderzoek (module B) Ö , beschreven Õ bedoeld in bijlage II, rubriek 1), en naar keuze van de fabrikant Ö een van de volgende procedures Õ:
i) of wel de overeenstemming conformiteit ð met het type op basis van interne productiecontrole plus productcontroles onder toezicht met willekeurige tussenpozen ï (module C2), Ö beschreven Õ bedoeld in bijlage II, rubriek 2);
ii) of wel de procedure betreffende Ö conformiteit met het type op basis van Õ produktiekwaliteitsbewaking Ö van het productieproces Õ (module D), Ö beschreven Õ bedoeld in bijlage II, rubriek 3);
iii) of wel de procedure betreffende de Ö conformiteit met het type op basis van Õ produkctkwaliteitsbewaking (module E), Ö beschreven Õ bedoeld in bijlage II, rubriek 4);
iv) of wel de Ö conformiteit met het type op basis van Õ produkctkeuring (module F), Ö beschreven Õ bedoeld in bijlage II, rubriek 5); or
(b) ofwel of wel Ö conformiteit op basis van Õ eenheidskeuring (module G), Ö beschreven Õ bedoeld in bijlage II, rubriek 6).
ò nieuw
Artikel 20 [artikel R10 van Besluit nr. 768/2008/EG] EU-conformiteitsverklaring
1. In de EU-conformiteitsverklaring wordt vermeld dat aangetoond is dat aan de essentiële veiligheidseisen in bijlage I is voldaan.
2. De EU-conformiteitsverklaring komt qua structuur overeen met het model in bijlage III bij Besluit nr. 768/2008/EG, bevat de in de desbetreffende modules van bijlage II bij deze richtlijn vermelde elementen en wordt voortdurend bijgewerkt. Zij wordt vertaald in de taal of talen zoals gevraagd door de lidstaat waar het explosief in de handel wordt gebracht of op de markt wordt aangeboden.
3. Wanneer voor een explosief uit hoofde van meer dan één handeling van de Unie een EU-conformiteitsverklaring vereist is, wordt één EU-conformiteitsverklaring met betrekking tot al die handelingen van de Unie opgesteld. In die verklaring moet duidelijk worden aangegeven om welke handelingen het gaat, met vermelding van de publicatiereferenties.
4. Door de EU-conformiteitsverklaring op te stellen, neemt de fabrikant de verantwoordelijkheid voor de conformiteit van het explosief op zich.
ê 93/15/EEG (aangepast)
ð nieuw
BIJLAGE IV
MERKTEKEN VAN OVEREENSTEMMING
Artikel 21 [Artikel R11 van Besluit nr. 768/2008/EG] Ö Algemene beginselen van de CE-markering Õ
Het EG-merkteken van overeenstemming Ö De CE-markering Õ ð is onderworpen aan de algemene beginselen die zijn vastgesteld in artikel 30 van Verordening (EG) nr. 765/2008. ï wordt gevormd door de letters "CE" volgens onderstaande afbeelding:
Bij verkleining of vergroting van het merkteken moeten dezelfde verhoudingen als in bovenstaande gegradueerde afbeelding aangehouden worden.
Artikel 227 [Artikel R12 van Besluit nr. 768/2008/EG] Ö Voorschriften en voorwaarden voor het aanbrengen van de CE-markering Õ
1. Het EG-merkteken van overeenstemming moet Ö De CE-markering wordt Õ zichtbaar, gemakkelijk leesbaar en onuitwisbaar Ö op het explosief Õ worden aangebracht. op de explosieven of, indien dat Ö Wanneer dit Õ ð gezien de aard van het explosief ï niet mogelijk ð of niet gerechtvaardigd ï is, ð wordt de CE-markering aangebracht ï op een daarop bevestigde opschriftplaat, of, indien deze twee methoden onbruikbaar zijn, op de verpakking ð en in de begeleidende documenten ï. De opschriftplaat moet zodanig zijn ontworpen dat zij niet opnieuw kan worden gebruikt.
ò nieuw
2. De CE-markering wordt aangebracht voordat het explosief in de handel wordt gebracht.
3. De CE-markering wordt gevolgd door het identificatienummer van de aangemelde instantie wanneer een dergelijke instantie betrokken is bij de productiecontrolefase.
4. Het identificatienummer van de aangemelde instantie wordt aangebracht door die instantie zelf dan wel overeenkomstig haar instructies door de fabrikant of diens gemachtigde.
5. De CE-markering en, in voorkomend geval, het in lid 3 bedoelde identificatienummer kunnen worden gevolgd door een pictogram of een ander teken dat een bijzonder risico of gebruik aanduidt.
ê 93/15/EEG (nieuw)
Het voor het EG-merkteken te gebruiken model is weergegeven in bijlage IV.
2. Het is verboden op de explosieven merktekens en dergelijke aan te brengen die bij derden verwarring zouden kunnen stichten met betrekking tot de betekenis en de grafische vormgeving van het EG-merkteken. Elk ander merkteken mag op de explosieven worden aangebracht, op voorwaarde dat de zichtbaarheid en de leesbaarheid van het EG-merkteken er niet door verminderd worden.
3. Onverminderd artikel 8:
a) ontstaat wanneer een Lid-Staat constateert dat het EG-merkteken ten onrechte is aangebracht, voor de fabrikant, zijn gemachtigde of, bij gebreke daarvan, degene die verantwoordelijk is voor het in de Gemeenschap in de handel brengen van het betrokken produkt, de verplichting de conformiteit ten aanzien van de voorschriften inzake het merken van het produkt te herstellen en aan de inbreuk een einde te maken onder de door de Lid-Staat gestelde voorwaarden;
b) neemt de Lid-Staat, indien de niet-conformiteit blijft voortduren, alle passende maatregelen om het in de handel brengen van het betrokken produkt te beperken of te verbieden of om het uit de handel te nemen volgens de procedures van artikel 8.
ê 93/15/EEG (aangepast)
ð nieuw
HOOFDSTUK 5
Ö Aanmelding van conformiteitsbeoordelingsinstanties Õ
Artikel 23 [Artikel R13 van Besluit nr. 768/2008/EG] Ö Aanmelding Õ
2. De Lid-Staten delen de Commissie en de andere Lid-Staten mee welke Ö De Õ instanties Ö die Õ ð bevoegd zijn om conformiteitsbeoordelingstaken van derden uit hoofde van deze richtlijn te verrichten, ï Ö worden door de lidstaten bij de Commissie en de andere lidstaten Õ ð aangemeld ï zij met bovenbedoelde procedures inzake conformiteitsbeoordeling hebben belast, met welke specifieke taken deze instanties belast zijn en welke identificatienummers de Commissie hun vooraf heeft toegekend.
ò nieuw
Artikel 24 [artikel R14 van Besluit nr. 768/2008/EG] Aanmeldende autoriteiten
1. De lidstaten wijzen een aanmeldende autoriteit aan die verantwoordelijk is voor de instelling en uitvoering van de nodige procedures voor de beoordeling en aanmelding van conformiteitsbeoordelingsinstanties en het toezicht op de aangemelde instanties, met inbegrip van de naleving van artikel 29.
2. De lidstaten kunnen de beoordeling en het toezicht als bedoeld in lid 1 overeenkomstig Verordening (EG) nr. 765/2008 laten uitvoeren door een nationale accreditatie-instantie, zoals gedefinieerd in die verordening.
Artikel 25 [artikel R15 van Besluit nr. 768/2008/EG] Eisen voor aanmeldende autoriteiten
1. Een aanmeldende autoriteit is zodanig opgericht dat zich geen belangenconflicten met conformiteitsbeoordelingsinstanties voordoen.
2. Een aanmeldende autoriteit is zodanig georganiseerd en functioneert zodanig dat de objectiviteit en onpartijdigheid van haar activiteiten gewaarborgd zijn.
3. Een aanmeldende autoriteit is zodanig georganiseerd dat elk besluit in verband met de aanmelding van een conformiteitsbeoordelingsinstantie wordt genomen door bekwame personen die niet de beoordeling hebben verricht.
4. Een aanmeldende autoriteit verricht geen activiteiten die worden uitgevoerd door conformiteitsbeoordelingsinstanties en verleent geen adviesdiensten op commerciële basis of in concurrentie en biedt evenmin aan dergelijke activiteiten te verrichten of dergelijke adviezen te verlenen.
5. Een aanmeldende autoriteit waarborgt dat de verkregen informatie vertrouwelijk wordt behandeld.
6. Een aanmeldende autoriteit beschikt over een voldoende aantal bekwame personeelsleden om haar taken naar behoren uit te voeren.
Artikel 26 [artikel R16 van Besluit nr. 768/2008/EG] Informatieverplichting voor aanmeldende autoriteiten
De lidstaten brengen de Commissie op de hoogte van hun procedures voor de beoordeling en aanmelding van conformiteitsbeoordelingsinstanties en voor het toezicht op aangemelde instanties, en van alle wijzigingen daarin.
De Commissie maakt deze informatie openbaar.
ê 93/15/EEG (nieuw)
De Commissie publiceert in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen de lijst van aangemelde instanties met hun identificatienummers en de taken waarvoor zij aangemeld zijn. Zij zorgt voor de bijwerking van deze lijst.
Voor de beoordeling van de aan te wijzen instanties passen de Lid-Staten de minimumcriteria van bijlage III toe. Instanties die voldoen aan de in de desbetreffende geharmoniseerde normen vermelde beoordelingscriteria worden geacht aan de relevante minimumcriteria te voldoen.
Een Lid-Staat die een instantie heeft aangewezen, dient deze aanwijzing in te trekken indien hij constateert dat die instantie niet langer voldoet aan in de derde alinea bedoelde criteria. Hij stelt de Commissie en de overige Lid-Staten hiervan onverwijld in kennis.
ê 93/15/EEG (aangepast)
BIJLAGE III
DOOR DE LID-STATEN IN ACHT TE NEMEN MINIMUMCRITERIA VOOR DE AANMELDING VAN INSTANTIES
Artikel 27 [Artikel R17 van Besluit nr. 768/2008/EG] Ö Eisen in verband met aangemelde instanties Õ
ò nieuw
1. Om te kunnen worden aangemeld moeten conformiteitsbeoordelingsinstanties aan de eisen in de leden 2 tot en met 11 voldoen.
2. Een conformiteitsbeoordelingsinstantie is naar nationaal recht opgericht en heeft rechtspersoonlijkheid.
3. Een conformiteitsbeoordelingsinstantie is een derde partij die onafhankelijk is van de door haar beoordeelde organisaties of explosieven.
Een instantie die lid is van een organisatie van ondernemers en/of van een vakorganisatie die ondernemingen vertegenwoordigt die betrokken zijn bij het ontwerp, de vervaardiging, de levering, de montage, het gebruik of het onderhoud van explosieven, kan als een dergelijke instantie worden beschouwd op voorwaarde dat haar onafhankelijkheid en de afwezigheid van belangenconflicten aangetoond worden.
ê 93/15/EEG (aangepast)
ð nieuw
41. De instantie Ö Een conformiteitsbeoordelingsinstantie Õ , Ö haar hoogste leidinggevenden Õ de directeur daarvan en het met de keuring belaste personeel Ö dat de conformiteitsbeoordelingstaken verricht, Õ mogen Ö zijn Õ niet de ontwerper, de fabrikant, de leverancier, of de installateur ð , koper, eigenaar, gebruiker of onderhouder ï zijn van de explosieven die zij keuren, noch de gemachtigde van een der genoemde personen Ö van deze partijen Õ . ð Dit belet echter niet het gebruik van explosieven die nodig zijn voor de activiteiten van de conformiteitsbeoordelingsinstantie of het gebruik van dergelijke producten voor persoonlijke doeleinden. ï
ZijÖ Een conformiteitsbeoordelingsinstantie, haar hoogste leidinggevenden en het personeel dat de conformiteitsbeoordelingstaken verricht Õ mogen bij het ontwerpen, de bouw, de verkoop of het onderhoud van deze explosieven noch Ö zijn niet Õ rechtstreeks, noch Ö of Õ als gemachtigden Ö vertegenwoordiger Õ van de betrokken partijen optreden Ö betrokken bij het ontwerpen, Õ ð vervaardigen of ï Ö bouwen, verhandelen Õ ð , installeren, gebruiken ï Ö of onderhouden van deze explosieven Õ . Een eventuele uitwisseling van technische informatie tussen fabrikant en instantie wordt door deze bepaling niet uitgesloten. ð Zij oefenen geen activiteiten uit die hun onafhankelijk oordeel of hun integriteit met betrekking tot conformiteitsbeoordelingsactiviteiten waarvoor zij zijn aangemeld in het gedrang kunnen brengen. Dit geldt met name voor adviesdiensten. ï
ð Conformiteitsbeoordelingsinstanties zorgen ervoor dat de activiteiten van hun dochterondernemingen of onderaannemers geen afbreuk doen aan de vertrouwelijkheid, objectiviteit of onpartijdigheid van hun conformiteitsbeoordelingsactiviteiten. ï
52. De instantie Ö Conformiteitsbeoordelingsinstanties Õ en het Ö hun Õ personeel dat met de keuringen is belast, dienen de keuring uit te voeren Ö de conformiteitsbeoordelingsactiviteiten uit Õ met de grootste mate van beroepsintegriteit en Ö met de vereiste Õ technische bekwaamheid Ö op het specifieke gebied en Õ ; zij dienen vrij te zijn Ö vrij Õ van elke pressie Ö druk Õ en beïnvloeding, met name van financiële aard, die hun beoordeling Ö oordeel Õ of de uitslagen Ö resultaten Õ van hun keuring kan Ö conformiteitsbeoordelingsactiviteiten kunnen Õ beïnvloeden, inzonderheid van personen of groepen van personen die bij de resultaten van de keuring belang hebben Ö bij de resultaten van deze activiteiten Õ.
ò nieuw
6. Een conformiteitsbeoordelingsinstantie is in staat alle conformiteitsbeoordelingstaken te verrichten die in artikel 19 aan haar zijn toegewezen en waarvoor zij is aangemeld, ongeacht of deze taken door de conformiteitsbeoordelingsinstantie zelf of namens haar en onder haar verantwoordelijkheid worden verricht.
De conformiteitsbeoordelingsinstantie beschikt te allen tijde, voor elke conformiteitsbeoordelingsprocedure en voor elke soort of elke categorie explosieven waarvoor zij is aangemeld over:
(a) het benodigde personeel met technische kennis en voldoende passende ervaring om de conformiteitsbeoordelingstaken te verrichten;
(b) beschrijvingen van de procedures voor de uitvoering van de conformiteitsbeoordeling, waarbij de transparantie en de mogelijkheid tot reproductie van deze procedures worden gewaarborgd. Zij beschikt over een gepast beleid en geschikte procedures om een onderscheid te maken tussen taken die zij als aangemelde instantie verricht en andere activiteiten;
(c) procedures voor de uitoefening van haar activiteiten die naar behoren rekening houden met de omvang van een onderneming, de sector waarin zij actief is, haar structuur, de relatieve complexiteit van de producttechnologie in kwestie en het massa- of seriële karakter van het productieproces.
ê 93/15/EEG (aangepast)
ð nieuw
3.Ö Zij beschikt Õ De instantie dient te beschikken over het nodige personeel en de nodige middelen te bezitten Ö die nodig zijn Õ om de met de uitvoering van de keuringen verbonden technische en administratieve taken Ö in verband met de conformiteitsbeoordelingsactiviteiten Õ op passende wijze Ö uit te voeren Õ te vervullen; tevens dient de instantie Ö en heeft Õ toegang te hebben tot Ö alle vereiste apparatuur en faciliteiten Õ het nodige materiaal voor bijzondere keuringen.
74. Het Ö voor de uitvoering van de conformiteitsbeoordelingsactiviteiten verantwoordelijke Õ personeel dat met de keuringen is belast, dient Ö beschikt over Õ :
a) een goede Ö gedegen Õ technische en beroepsopleiding te hebben genoten ð die alle relevante conformiteitsbeoordelingsactiviteiten omvat waarvoor de conformiteitsbeoordelingsinstantie is aangemeld ï;
b) een behoorlijke Ö bevredigende Õ kennis te bezitten van de voorschriften betreffende de keuringen Ö eisen inzake de beoordelingen Õ die het verricht en voldoende Ö bevoegdheden om deze beoordelingen uit te voeren Õ ervaring met deze keuringen te hebben;
ò nieuw
c) ð voldoende kennis over en inzicht in de in bijlage I opgenomen essentiële veiligheidseisen, de toepasselijke geharmoniseerde normen en de relevante bepalingen van de harmonisatiewetgeving van de Unie en de nationale wetgeving; ï
ê 93/15/EEG (aangepast)
ð nieuw
d) de vereiste bekwaamheid te bezitten om op grond van de verrichte keuringen verklaringen, processen-verbaal Ö certificaten, dossiers Õ en rapporten op te stellen Ö die aantonen dat de beoordelingen zijn verricht Õ.
85. De onafhankelijkheid Ö onpartijdigheid Õ van het personeel dat met de keuringen is belast, dient te zijn Ö de conformiteitsbeoordelingsinstanties, hun hoogste leidinggevenden en het beoordelingspersoneel moet worden Õ gewaarborgd.
De bezoldiging Ö beloning Õ van elke functionaris mag Ö de hoogste leidinggevenden en het beoordelingspersoneel van een conformiteitsbeoordelingsinstantie hangt Õ niet afhangen Ö af Õ van het aantal keuringen dat hij verricht, noch van de uitslagen van deze keuringen Ö uitgevoerde beoordelingen of van de resultaten daarvan Õ.
96. De instantie dient Ö Conformiteitsbeoordelingsinstanties sluiten Õ een verzekering tegen wettelijke aansprakelijkheid te sluiten Ö aansprakelijkheidsverzekering af Õ, tenzij deze wettelijke Ö de Õ aansprakelijkheid op basis van het nationale recht door de Sstaat wordt gedekt of de Ö lidstaat zelf Õ keuringen rechtstreeks Ö verantwoordelijk is voor de conformiteitsbeoordeling Õ door de Lid-Staten worden verricht.
107. Het personeel van Ö een conformiteitsbeoordelingsinstantie Õ de instantie is gebonden aan het beroepsgeheim ten aanzien van Ö alle informatie waarvan het kennisneemt Õ al hetgeen het bij de uitoefening van Ö haar taken uit hoofde Õ zijn taak in het kader van Ö bijlage II Õ de richtlijn of van de bepalingen van Ö nationaal Õ intern recht die daaraan uitvoering geven, ter kennis is gekomen (behalve tegenover de ter zake bevoegde overheidsinstanties van de Staat waarin de instantie haar werkzaamheden uitoefent) ð behalve ten opzichte van de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waarin de werkzaamheden plaatsvinden. De eigendomsrechten worden beschermd ï.
ò nieuw
11. Conformiteitsbeoordelingsinstanties nemen deel aan, of zorgen ervoor dat hun beoordelingspersoneel op de hoogte is van de desbetreffende normalisatieactiviteiten en de activiteiten van de coördinatiegroep van aangemelde instanties die is opgericht uit hoofde van de desbetreffende harmonisatiewetgeving van de Unie, en hanteren de door die groep genomen administratieve beslissingen en geproduceerde documenten als algemene richtsnoeren.
Artikel 28 [artikel R18 van Besluit nr. 768/2008/EG] Vermoeden van conformiteit
Wanneer een conformiteitsbeoordelingsinstantie aantoont dat zij voldoet aan de criteria in de ter zake doende geharmoniseerde normen of delen ervan, waarvan de referentienummers in het Publicatieblad van de Europese Unie zijn bekendgemaakt, wordt zij geacht aan de eisen in artikel 27 te voldoen, op voorwaarde dat de van toepassing zijnde geharmoniseerde normen deze eisen dekken.
Artikel 29 [artikel R20 van Besluit nr. 768/2008/EG] Dochterondernemingen en uitbesteding door aangemelde instanties
1. Wanneer de aangemelde instantie specifieke taken in verband met de conformiteitsbeoordeling uitbesteedt of door een dochteronderneming laat uitvoeren, waarborgt zij dat de onderaannemer of dochteronderneming aan de eisen in artikel 27 voldoet, en brengt zij de aanmeldende autoriteit hiervan op de hoogte.
2. Aangemelde instanties nemen de volledige verantwoordelijkheid op zich voor de taken die worden verricht door onderaannemers of dochterondernemingen, ongeacht waar deze gevestigd zijn.
3. Activiteiten mogen uitsluitend met instemming van de klant worden uitbesteed of door een dochteronderneming worden uitgevoerd.
4. Aangemelde instanties houden alle relevante documenten over de beoordeling van de kwalificaties van de onderaannemer of de dochteronderneming en over de door de onderaannemer of dochteronderneming uit hoofde van bijlage II uitgevoerde werkzaamheden ter beschikking van de aanmeldende autoriteit.
Artikel 30 [artikel R22 van Besluit nr. 768/2008/EG] Verzoek om aanmelding
1. Een conformiteitsbeoordelingsinstantie dient een verzoek om aanmelding in bij de aanmeldende autoriteit van de lidstaat waar zij gevestigd is.
2. Het verzoek gaat vergezeld van een beschrijving van de conformiteitsbeoordelingsactiviteiten, de conformiteitsbeoordelingsmodule(s) en het explosief of de explosieven waarvoor de instantie verklaart bekwaam te zijn en, indien dit bestaat, van een accreditatiecertificaat dat is afgegeven door een nationale accreditatie-instantie, waarin wordt verklaard dat de conformiteitsbeoordelingsinstantie voldoet aan de eisen in artikel 27.
3. Wanneer de betrokken conformiteitsbeoordelingsinstantie geen accreditatiecertificaat kan overleggen, verschaft zij de aanmeldende autoriteit alle bewijsstukken die nodig zijn om haar conformiteit met de eisen in artikel 27 te verifiëren en te erkennen en daar geregeld toezicht op te houden.
Artikel 31 [artikel R23 van Besluit nr. 768/2008/EG] Aanmeldingsprocedure
1. Aanmeldende autoriteiten mogen uitsluitend conformiteitsbeoordelingsinstanties aanmelden die aan de eisen in artikel 27 hebben voldaan.
2. Zij verrichten de aanmelding bij de Commissie en de andere lidstaten door middel van het door de Commissie ontwikkelde en beheerde elektronische aanmeldingssysteem.
3. Bij de aanmelding worden de conformiteitsbeoordelingsactiviteiten, de conformiteitsbeoordelingsmodule(s), het explosief of de explosieven en de bekwaamheidsattestatie uitvoerig beschreven.
4. Wanneer een aanmelding niet gebaseerd is op een accreditatiecertificaat als bedoeld in artikel 30, lid 2, verschaft de aanmeldende autoriteit de Commissie en de andere lidstaten de bewijsstukken waaruit de bekwaamheid van de conformiteitsbeoordelingsinstantie blijkt, evenals de regeling die waarborgt dat de instantie regelmatig wordt gecontroleerd en zal blijven voldoen aan de eisen van artikel 27.
5. De betrokken instantie mag de activiteiten van een aangemelde instantie alleen verrichten als de Commissie en de andere lidstaten binnen twee weken na een aanmelding indien een accreditatiecertificaat wordt gebruikt en binnen twee maanden na een aanmelding indien geen accreditatiecertificaat wordt gebruikt, geen bezwaren hebben ingediend.
Alleen een dergelijke instantie wordt voor de toepassing van deze richtlijn als aangemelde instantie beschouwd.
6. De Commissie en de andere lidstaten worden in kennis gesteld van alle relevante latere wijzigingen in de aanmelding.
Artikel 32 [artikel R24 van Besluit nr. 768/2008/EG] Identificatienummers en lijsten van aangemelde instanties
1. De Commissie kent aan aangemelde instanties een identificatienummer toe.
Zij kent per instantie slechts één nummer toe, ook als de instantie uit hoofde van diverse handelingen van de Unie is aangemeld.
2. De Commissie maakt de lijst van uit hoofde van deze richtlijn aangemelde instanties openbaar, onder vermelding van de toegekende identificatienummers en de activiteiten waarvoor zij zijn aangemeld.
De Commissie zorgt voor de bijwerking van deze lijst.
Artikel 33 [artikel R25 van Besluit nr. 768/2008/EG] Wijzigingen van de aanmelding
1. Wanneer een aanmeldende autoriteit heeft geconstateerd of vernomen dat een aangemelde instantie niet meer aan de eisen in artikel 27 voldoet of haar verplichtingen niet nakomt, wordt de aanmelding door de aanmeldende autoriteit beperkt, geschorst of ingetrokken, afhankelijk van de ernst van het niet-voldoen aan die eisen of het niet-nakomen van die verplichtingen. Zij brengt de Commissie en de andere lidstaten daarvan onmiddellijk op de hoogte.
2. Wanneer de aanmelding wordt beperkt, geschorst of ingetrokken, of de aangemelde instantie haar activiteiten heeft gestaakt, doet de aanmeldende lidstaat het nodige om ervoor te zorgen dat de dossiers van die instantie hetzij door een andere aangemelde instantie worden behandeld, hetzij aan de verantwoordelijke aanmeldende autoriteiten en markttoezichtautoriteiten op hun verzoek ter beschikking kunnen worden gesteld.
Artikel 34 [artikel R26 van Besluit nr. 768/2008/EG] Betwisting van de bekwaamheid van aangemelde instanties
1. De Commissie onderzoekt alle gevallen waarin zij twijfelt of in kennis wordt gesteld van twijfels over de bekwaamheid van een aangemelde instantie of over de vraag of een aangemelde instantie nog aan de eisen voldoet en haar verantwoordelijkheden nakomt.
2. De aanmeldende lidstaat verstrekt de Commissie op verzoek alle informatie over de grondslag van de aanmelding of het op peil houden van de bekwaamheid van de betrokken instantie.
3. Alle gevoelige informatie die de Commissie in het kader van haar onderzoek ontvangt, wordt door haar vertrouwelijk behandeld.
4. Wanneer de Commissie vaststelt dat een aangemelde instantie niet of niet meer aan de aanmeldingseisen voldoet, brengt zij de aanmeldende lidstaat daarvan op de hoogte en verzoekt zij deze lidstaat de nodige corrigerende maatregelen te nemen, en zo nodig de aanmelding in te trekken.
Artikel 35 [artikel R27 van Besluit nr. 768/2008/EG] Operationele verplichtingen van aangemelde instanties
1. Aangemelde instanties voeren conformiteitsbeoordelingen uit volgens de conformiteitsbeoordelingsprocedures in bijlage II.
2. De conformiteitsbeoordelingen worden op evenredige wijze uitgevoerd, waarbij voorkomen wordt de marktdeelnemers onnodig te belasten. De conformiteitsbeoordelingsinstantie houdt bij de uitoefening van haar activiteiten naar behoren rekening met de omvang van een onderneming, de sector waarin zij actief is, haar structuur, de relatieve technologische complexiteit van de producten en het massa- of seriële karakter van het productieproces.
Hierbij eerbiedigt zij echter de striktheid en het beschermingsniveau die nodig zijn opdat het explosief voldoet aan deze richtlijn.
3. Wanneer een aangemelde instantie vaststelt dat een fabrikant niet heeft voldaan aan de essentiële veiligheidseisen in bijlage I of aan de overeenkomstige geharmoniseerde normen of technische specificaties, verlangt zij van die fabrikant dat hij passende corrigerende maatregelen neemt en verleent zij geen conformiteitscertificaat.
4. Wanneer een aangemelde instantie bij het toezicht op de conformiteit na verlening van een certificaat vaststelt dat een explosief niet meer conform is, verlangt zij van de fabrikant dat hij passende corrigerende maatregelen neemt; zo nodig schorst zij het certificaat of trekt zij dit in.
5. Wanneer geen corrigerende maatregelen worden genomen of de genomen maatregelen niet het vereiste effect hebben, worden de certificaten door de aangemelde instantie naargelang het geval beperkt, geschorst of ingetrokken.
Artikel 36 Beroep tegen besluiten van aangemelde instanties
De lidstaten voorzien in een beroepsprocedure tegen besluiten van de aangemelde instanties.
Artikel 37 [artikel R28 van Besluit nr. 768/2008/EG] Informatieverplichting voor aangemelde instanties
1. Aangemelde instanties brengen de aanmeldende autoriteit op de hoogte van:
(a) elke weigering, beperking, schorsing of intrekking van certificaten;
(b) omstandigheden die van invloed zijn op de werkingssfeer van en de voorwaarden voor aanmelding;
(c) informatieverzoeken over conformiteitsbeoordelingsactiviteiten die zij van markttoezichtautoriteiten ontvangen;
(d) op verzoek, de binnen de werkingssfeer van hun aanmelding verrichte conformiteitsbeoordelingsactiviteiten en andere activiteiten, waaronder grensoverschrijdende activiteiten en uitbesteding.
2. Aangemelde instanties verstrekken de andere uit hoofde van deze richtlijn aangemelde instanties die soortgelijke conformiteitsbeoordelingsactiviteiten voor dezelfde producten verrichten, relevante informatie over negatieve conformiteitsbeoordelingsresultaten, en op verzoek ook over positieve conformiteitsbeoordelingsresultaten.
Artikel 38 [artikel R29 van Besluit nr. 768/2008/EG] Uitwisseling van ervaringen
De Commissie voorziet in de organisatie van de uitwisseling van ervaringen tussen de nationale autoriteiten van de lidstaten die verantwoordelijk zijn voor het aanmeldingsbeleid.
Artikel 39 [artikel R30 van Besluit nr. 768/2008/EG] Coördinatie van aangemelde instanties
De Commissie zorgt voor passende coördinatie en samenwerking tussen instanties die zijn aangemeld uit hoofde van deze richtlijn in de vorm van een sectorale groep van aangemelde instanties.
De lidstaten zorgen ervoor dat de door hen aangemelde instanties rechtstreeks of via aangestelde vertegenwoordigers aan de werkzaamheden van die groep deelnemen.
HOOFDSTUK 6
Markttoezicht in de Unie, controle van producten die de markt van de Unie binnenkomen en vrijwaringsprocedures
Artikel 40 Markttoezicht in de Unie en controle van producten die de markt van de Unie binnenkomen
Artikel 15, lid 3, en de artikelen 16 tot en met 29 van Verordening (EG) nr. 765/2008 zijn van toepassing op explosieven.
ê 93/15/EEG (aangepast)
Artikel 418 [Artikel R31 van Besluit nr. 768/2008/EG] Ö Procedure voor explosieven die op nationaal niveau een risico vertonen Õ
ê 93/15/EEG
1. Wanneer een Lid-Staat constateert dat een explosief waarop het EG-merkteken van overeenstemming is aangebracht en dat overeenkomstig zijn bestemming wordt gebruikt de veiligheid in gevaar kan brengen, neemt hij alle passende voorlopige maatregelen om dit explosief uit de handel te nemen en het in de handel brengen of het vrije verkeer ervan te verbieden.
De Lid-Staat stelt de Commissie onverwijld van deze maatregel in kennis, deelt de redenen van dit besluit mee, en met name of de niet-conformiteit het gevolg is van:
– niet-naleving van de fundamentele eisen,
– verkeerde toepassing van de normen,
– een leemte in deze normen.
ò nieuw
1. Wanneer de markttoezichtautoriteiten van een lidstaat maatregelen hebben genomen krachtens artikel 20 van Verordening (EG) nr. 765/2008 of voldoende redenen hebben om aan te nemen dat een explosief een risico voor de gezondheid of veiligheid van personen of voor de openbare veiligheid vormt, voeren zij een beoordeling van het explosief uit in het licht van alle in deze richtlijn vastgestelde eisen. De desbetreffende marktdeelnemers werken op elke vereiste wijze met de markttoezichtautoriteiten samen.
2. Wanneer de markttoezichtautoriteiten bij deze beoordeling vaststellen dat het explosief niet aan de eisen van deze richtlijn voldoet, verlangen zij onverwijld van de betrokken marktdeelnemer dat hij passende corrigerende maatregelen neemt om het explosief met deze eisen conform te maken of binnen een door hen vast te stellen redelijke termijn, die evenredig is met de aard van het risico, uit de handel te nemen of terug te roepen.
De markttoezichtautoriteiten brengen de desbetreffende aangemelde instantie hiervan op de hoogte.
Artikel 21 van Verordening (EG) nr. 765/2008 is van toepassing op de in de tweede alinea genoemde maatregelen.
3. Wanneer de markttoezichtautoriteiten van mening zijn dat de niet-conformiteit niet tot hun nationale grondgebied beperkt is, brengen zij de Commissie en de andere lidstaten op de hoogte van de resultaten van de beoordeling en van de maatregelen die zij van de marktdeelnemer hebben verlangd.
4. De marktdeelnemer zorgt ervoor dat alle passende corrigerende maatregelen worden toegepast op alle betrokken explosieven die hij in de Unie op de markt heeft aangeboden.
5. Wanneer de desbetreffende marktdeelnemer niet binnen de in lid 1, tweede alinea, bedoelde termijn doeltreffende corrigerende maatregelen neemt, nemen de markttoezichtautoriteiten alle passende voorlopige maatregelen om het op hun nationale markt aanbieden van het explosief te verbieden of te beperken, dan wel het explosief in de betrokken lidstaat uit de handel te nemen of terug te roepen.
De markttoezichtautoriteiten brengen de Commissie en de andere lidstaten onverwijld van deze maatregelen op de hoogte.
6. De in lid 4 bedoelde informatie omvat alle bekende bijzonderheden, met name de gegevens die nodig zijn om het niet-conforme explosief te identificeren en om de oorsprong van het explosief, de aard van de beweerde niet-conformiteit en van het risico, en de aard en de duur van de nationale maatregelen vast te stellen, evenals de argumenten die worden aangevoerd door de desbetreffende marktdeelnemer. De markttoezichtautoriteiten vermelden met name of de niet-conformiteit een van de volgende redenen heeft:
(a) het explosief voldoet niet aan de in deze richtlijn vastgestelde eisen ten aanzien van de gezondheid of veiligheid van personen of andere aspecten van de bescherming van algemene belangen;
(b) tekortkomingen in de geharmoniseerde normen waarnaar wordt verwezen in artikel 18 als normen die een vermoeden van conformiteit vestigen.
7. De andere lidstaten dan die welke de procedure in gang heeft gezet, brengen de Commissie en de andere lidstaten onverwijld op de hoogte van door hen genomen maatregelen en van aanvullende informatie over de niet-conformiteit van het explosief waarover zij beschikken, en van hun bezwaren indien zij het niet eens zijn met de aangemelde nationale maatregel.
8. Indien binnen zes maanden na de ontvangst van de in lid 4 bedoelde informatie geen bezwaar tegen een voorlopige maatregel van een lidstaat is ingebracht door een lidstaat of de Commissie, wordt die maatregel geacht gerechtvaardigd te zijn.
9. De lidstaten zorgen ervoor dat ten aanzien van het betrokken explosief onmiddellijk de passende beperkende maatregelen worden genomen.
ê 93/15/EEG
2. De Commissie treedt zo spoedig mogelijk in overleg met de betrokken partijen. Wanneer de Commissie, na dit overleg, constateert dat de maatregel gerechtvaardigd is, stelt zij de Lid-Staat die het initiatief heeft genomen en de andere Lid-Staten daarvan onmiddellijk in kennis. Wanneer de Commissie, na het overleg, constateert dat de maatregel niet gerechtvaardigd is, stelt zij de Lid-Staat die het besluit heeft genomen, daarvan onverwijld in kennis.
In het bijzondere geval dat de in lid 1 bedoelde maatregelen ingegeven zijn door een leemte in de normen, legt de Commissie het, na raadpleging van de betrokken partijen, binnen twee maanden voor aan het Permanent Comité ingesteld bij Richtlijn 83/189/EEG indien de Lid-Staat die de maatregelen heeft genomen voornemens is deze te handhaven, en leidt zij de procedures van artikel 5 in.
ò nieuw
Artikel 42 [artikel R32 van Besluit nr. 768/2008/EG] Vrijwaringsprocedure van de Unie
1. Wanneer na voltooiing van de procedure in artikel 41, leden 3 en 4, bezwaren tegen een maatregel van een lidstaat worden ingebracht of de Commissie van mening is dat de nationale maatregel in strijd is met de wetgeving van de Unie, treedt de Commissie onverwijld in overleg met de lidstaten en de betrokken marktdeelnemer(s) en voert zij een evaluatie van de nationale maatregel uit. Aan de hand van die evaluatie besluit de Commissie of de nationale maatregel al dan niet gerechtvaardigd is.
De Commissie richt haar besluit tot alle lidstaten en brengt de lidstaten en de betrokken marktdeelnemer(s) er onmiddellijk van op de hoogte.
2. Indien de nationale maatregel gerechtvaardigd wordt geacht, nemen alle lidstaten de nodige maatregelen om het niet-conforme product uit de handel te nemen, en zij stellen de Commissie daarvan in kennis. Indien de nationale maatregel niet gerechtvaardigd wordt geacht, trekt de betrokken lidstaat de maatregel in.
3. Indien de nationale maatregel gerechtvaardigd wordt geacht en de niet-conformiteit van het explosief wordt toegeschreven aan tekortkomingen in de geharmoniseerde normen als bedoeld in artikel 18 van deze richtlijn, past de Commissie de procedure toe van artikel 8 van Verordening (EU) nr. [../..] [normalisatieverordening].
Artikel 43 [artikel R33 van Besluit nr. 768/2008/EG] Conforme explosieven die toch een risico voor de gezondheid en veiligheid meebrengen
1. Wanneer een lidstaat na uitvoering van een beoordeling overeenkomstig artikel 41, lid 1, vaststelt dat een explosief dat conform is met deze richtlijn toch een risico voor de gezondheid of veiligheid van personen of voor andere aspecten van de bescherming van algemene belangen meebrengt, verlangt deze lidstaat van de desbetreffende marktdeelnemer dat hij alle passende maatregelen neemt om ervoor te zorgen dat het explosief dat risico niet meer meebrengt wanneer het in de handel wordt gebracht, of om het explosief binnen een door de lidstaat vast te stellen redelijke termijn, die evenredig is met de aard van het risico, uit de handel te nemen of terug te roepen.
2. De marktdeelnemer zorgt ervoor dat de door hem genomen corrigerende maatregelen worden toegepast op alle betrokken explosieven die hij in de Unie op de markt heeft aangeboden.
3. De lidstaat brengt de Commissie en de andere lidstaten onmiddellijk op de hoogte. Die informatie omvat alle bekende bijzonderheden, met name de gegevens die nodig zijn om het explosief te identificeren en om de oorsprong en de toeleveringsketen van het explosief, de aard van het risico en de aard en de duur van de nationale maatregelen vast te stellen.
4. De Commissie treedt onverwijld in overleg met de lidstaten en de betrokken marktdeelnemer(s) en beoordeelt de nationale maatregelen die zijn genomen. Aan de hand van die beoordeling besluit de Commissie of de maatregel al dan niet gerechtvaardigd is, en stelt zij zo nodig passende maatregelen voor.
5. De Commissie richt haar besluit tot alle lidstaten en brengt de lidstaten en de betrokken marktdeelnemer(s) er onmiddellijk van op de hoogte.
ê 93/15/EEG (aangepast)
Artikel 44 [Artikel R34 van Besluit nr. 768/2008/EG] Ö Formele niet-conformiteit Õ
3. Wanneer een niet-conform explosief is voorzien van een EG-merkteken van overeenstemming, neemt de bevoegde Lid-Staat passende maatregelen tegen degene die het merkteken heeft aangebracht en stelt hij de Commissie en de andere Lid-Staten daarvan in kennis.
ò nieuw
1. Onverminderd artikel 41 verlangt een lidstaat, wanneer hij een van de volgende feiten vaststelt, van de betrokken marktdeelnemer dat deze een einde maakt aan de niet-conformiteit:
(a) de conformiteitsmarkering is in strijd met artikel 30 van Verordening (EG) nr. 765/2008 of artikel 22 van deze richtlijn aangebracht;
(b) de conformiteitsmarkering is niet aangebracht;
(c) de EU-conformiteitsverklaring is niet opgesteld;
(d) de EU-conformiteitsverklaring is niet correct opgesteld;
(e) technische documentatie is niet beschikbaar of onvolledig.
2. Wanneer de in lid 1 bedoelde niet-conformiteit voortduurt, neemt de betrokken lidstaat alle passende maatregelen om het op de markt aanbieden van het explosief te beperken of te verbieden, of het explosief terug te roepen of uit de handel te nemen.
HOOFDSTUK 7
Gedelegeerde bevoegdheden en Comité
Artikel 45 Gedelegeerde bevoegdheid
De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 46 gedelegeerde handelingen vast te stellen met betrekking tot de identificatie van de in artikel 1, lid 2, onder b), bedoelde pyrotechnische artikelen en van bepaalde in artikel 1, lid 1, onder b), bedoelde munitie aan de hand van de aanbevelingen van de Verenigde Naties inzake het vervoer van gevaarlijke goederen.
Artikel 46 Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie
1. De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.
2. De in artikel 45 bedoelde bevoegdheidsdelegatie wordt toegekend voor onbepaalde tijd met ingang van [een datum invullen – de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn].
3. Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 45 bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.
4. Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.
5. Een overeenkomstig artikel 45 vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement of de Raad binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad daartegen geen bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van de termijn van twee maanden de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd.
ê (EG) 219/2009 (aangepast)
ð nieuw
Artikel 4713 Ö Comitéprocedure Õ
1. De Commissie wordt bijgestaan door Ö het Õ een Ccomité Ö inzake explosieven voor civiel gebruik Õ. ð Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011. ï
ê (EG) 219/2009
2. Het comité behandelt elke kwestie met betrekking tot de toepassing van deze richtlijn.
ê (EG) 219/2009 (aangepast)
ð nieuw
23. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, Ö is Õ zijn de artikelen ð 5 ï 4 en 7 van ð Verordening (EU) nr. 182/2011 ï Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 8 daarvan.
ê (EG) 219/2009
4. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn artikel 5 bis, leden 1 tot en met 4, en artikel 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 8 daarvan.
5. De Commissie stelt volgens de in lid 3 omschreven procedure de uitvoeringsmaatregelen vast om met name rekening te houden met de toekomstige wijzigingen van de Aanbevelingen van de Verenigde Naties.
ê 93/15/EEG (aangepast)
HOOFDSTUK 8V
Ö Overgangs- en Õ slotbepalingen
Artikel 4817 Ö Sancties Õ
Elke Lid-Staat stelt Ö De lidstaten stellen regels vast voor Õ de sancties vast voor inbreuken op de bepalingen die krachtens Ö overtredingen van ingevolge Õ deze richtlijn zijn aangenomen Ö vastgestelde nationale bepalingen en nemen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat zij worden toegepast Õ. Deze sancties moeten zwaar genoeg zijn om aan te zetten tot inachtneming van deze bepalingen.
Ö De vastgestelde sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn. Õ
ò nieuw
De lidstaten delen deze bepalingen uiterlijk op [de in artikel 50, lid 1, bedoelde datum invullen] aan de Europese Commissie mede en stellen haar onverwijld in kennis van eventuele latere wijzigingen.
ê 93/15/EEG (aangepast)
ð nieuw
Artikel 4919 Ö Overgangsbepalingen Õ
1. De lidstaten Lid-Staten ð belemmeren niet dat explosieven die onder Richtlijn 93/15/EG vallen en met die richtlijn in overeenstemming zijn, op de markt worden aangeboden wanneer die explosieven vóór [datum invoegen – de in artikel 48, lid 1, tweede alinea, bedoelde datum] in de handel zijn gebracht ï doen de nodige bepalingen in werking treden om vóór 30 september 1993 aan de artikelen 9, 10, 11, 12, 13 en 14 te voldoen.
ð Uit hoofde van Richtlijn 93/15/EEG verstrekte conformiteitscertificaten blijven uit hoofde van deze richtlijn geldig. ï
Artikel 50 Ö Omzetting Õ
12. Vóór 30 juni 1994 nemen de Lid-Staten Ö De lidstaten dienen uiterlijk op [datum invoegen – twee jaar na de vaststelling van deze richtlijn] Õ de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen Ö vast te stellen en bekend te maken Õ aan om aan de andere dan de in lid 1 bedoelde bepalingen Ö artikel 2, lid 7, artikel 2, leden 9 tot en met 24, de artikelen 3 tot en met 10, artikel 14, lid 1, artikel 19, lid 1, onder a), punt i), de artikelen 20 tot en met 26, artikel 27, leden 1 tot en met 4, artikel 27, leden 6 en 7, artikel 27, leden 10 en 11, de artikelen 28 tot en met 44, de artikelen 48 en 49 en bijlage II Õ te voldoen, en maken zij deze bekend. Zij Ö delen Õ stellen de Commissie Ö de tekst van die bepalingen Õ daarvan onverwijld Ö mede Õ in kennis Ö , alsmede een tabel ter weergave van het verband tussen die bepalingen en deze richtlijn Õ .
Zij passen Ö die Õ deze bepalingen toe Ö vanaf [de dag na de in de eerste alinea vermelde datum] Õ met ingang van 1 januari 1995.
3. Wanneer de lidstaten Lid-Staten de in de leden 1 en 2 bedoelde Ö die Õ bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen Ö zelf of bij de officiële bekendmaking ervan Õ naar de onderhavige Ö deze Õ richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen. Ö In de bepalingen wordt tevens vermeld dat verwijzingen in bestaande wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen naar de bij deze richtlijn ingetrokken richtlijn, gelden als verwijzingen naar de onderhavige richtlijn. Õ De regels voor die verwijzing Ö en de formulering van die vermelding Õ worden vastgesteld door de lidstaten Lid-Staten.
4. Tot 31 december 2002 staan de Lid-Staten echter het in de handel brengen toe van explosieven die beantwoorden aan de nationale wetgeving die tot 31 december 1994 op hun grondgebied van kracht is.
25. De lidstaten Lid-Staten delen de Commissie de tekst mee van de Ö belangrijkste Õ voornaamste bepalingen van intern recht Ö mede Õ die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.
ê
Artikel 51 Intrekking
Richtlijn 93/15/EEG, zoals gewijzigd bij de in bijlage III genoemde verordeningen, wordt met ingang van [de dag na de in artikel 48, lid 1, tweede alinea, van deze richtlijn vastgestelde datum] ingetrokken.
Verwijzingen naar Richtlijn 93/15/EEG gelden als verwijzingen naar de onderhavige richtlijn en worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage IV.
Artikel 52 Inwerkingtreding
Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 1, artikel 2, leden 1 tot en met 6, artikel 2, lid 8, de artikelen 11 tot en met 13, artikel 14, lid 2, de artikelen 15 tot en met 18, artikel 19, lid 1, onder a), punten ii) tot en met iv), artikel 19, lid 1, onder b), artikel 27, lid 5, artikel 27, lid 8, artikel 27, lid 9, de artikelen 45 tot en met 47 en de bijlagen I, III en IV zijn van toepassing met ingang van [de dag na de in artikel 48, lid 1, tweede alinea, vastgestelde datum].
ê 93/15/EEG
Artikel 5320
Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten Lid-Staten.
Gedaan te [...].
Voor het Europees Parlement Voor de Raad
De voorzitter De voorzitter
ê 93/15/EEG (aangepast)
BIJLAGE I
Ö ESSENTIËLE Õ FUNDAMENTELE VEILIGHEIDSEISEN
ê 93/15/EEG
I. Algemene eisen
1. Elk explosief moet zodanig ontworpen, vervaardigd en geleverd worden dat het voor de veiligheid en gezondheid van personen slechts een minimaal gevaar oplevert en dat schade aan eigendommen of aan het milieu kan worden voorkomen in normale of redelijkerwijze te verwachten omstandigheden, met name gelet op de veiligheidsvoorschriften en de regels van vakmanschap met inbegrip van de periode die aan het gebruik van het explosief voorafgaat.
2. Elk explosief moet het daaraan door de fabrikant toegeschreven prestatievermogen bezitten, ten einde een maximale veiligheid en beveiliging te garanderen.
3. Elk explosief moet zodanig ontworpen en vervaardigd worden dat, wanneer de juiste technieken worden gebruikt, het op de meest milieuvriendelijke manier kan worden verwijderd.
II. Bijzondere eisen
ê 93/15/EEG (aangepast)
1. Voor zover van toepassing, moeten ten minste de volgende gegevens en eigenschappen in aanmerking worden genomen of gecontroleerd:. Deze controle moet onder realistische omstandigheden worden uitgevoerd. Als dat niet in een laboratorium kan gebeuren, moeten de proeven worden verricht onder reële omstandigheden die overeenstemmen met het beoogde gebruik:
ê 93/15/EEG (aangepast)
a) de bouw en de kenmerkende eigenschappen van het explosief, waaronder chemische samenstelling, mate van menging, en waar van toepassing, afmetingen en korrelgrootteverdeling;
b) de fysische en chemische stabiliteit van het explosief in alle omstandigheden waaraan het kan worden blootgesteld;
c) de schok- en wrijvingsgevoeligheid;
d) de compatibiliteit van alle bestanddelen uit het oogpunt van hun chemische en fysische stabiliteit;
e) de chemische zuiverheid van het explosief;
f) de bestendigheid van het explosief tegen de invloed van water wanneer het bestemd is voor gebruik in een vochtige of natte omgeving en de werkingseigenschappen ervan door water kunnen worden aangetast;
g) de bestendigheid tegen lage en hoge temperaturen wanneer het explosief bestemd is voor opslag of gebruik bij dergelijke temperaturen en de veiligheid of betrouwbaarheid ervan kan worden aangetast door verwarming of afkoeling van een bestanddeel van het explosief of van het explosief in zijn geheel;
h) de geschiktheid van het explosief voor gebruik in een gevaarlijke omgeving (bijvoorbeeld bij voorbeeld in aanwezigheid van mijngas Ö of Õ, van hete voorwerpen, enz.) wanneer het explosief bestemd is voor gebruik in dergelijke omstandigheden;
i) de veiligheid bij ontijdige of onopzettelijke ontploffing of inleiding;
j) de correcte werking en lading van het explosief wanneer het wordt gebruikt overeenkomstig zijn bestemming;
k) de nodige instructies, en waar nodig, merktekens betreffende veiligheid bij behandeling, opslag, gebruik en verwijdering, in de officiële ta(a)1(en) van het land van bestemming;
l) het vermogen van het explosief, zijn omhulsel of andere bestanddelen om achteruitgang tijdens de opslag tot aan de door de fabrikant opgegeven uiterste gebruiksdatum tegen te gaan;
m) de aanduiding van alle inrichtingen of onderdelen die nodig zijn voor de betrouwbare en veilige werking van het explosief.
ê 93/15/EEG (aangepast)
2. Ö Elk explosief moet onder realistische omstandigheden worden gecontroleerd. Als dat niet in een laboratorium kan gebeuren, moeten de proeven worden verricht onder reële omstandigheden die overeenstemmen met het beoogde gebruik. Õ
32. De verschillendeÖ Eisen voor de Õ groepen explosieven moeten ten minste ook voldoen aan de volgende eisen:
3.1A. Mijnexplosieven Ö moeten ook aan de volgende eisen voldoen: Õ
ê 93/15/EEG
a) de voorgestelde inleidingsmethode moet borg staan voor een veilige en betrouwbare en volledige ontbinding van het mijnexplosief. In het bijzondere geval van zwart buskruit moet het deflagratievermogen worden gecontroleerd;
b) bij brisante explosieven in de vorm van patronen moet de betrouwbaarheid en veiligheid van de detonatie in de gehele patronenreeks gewaarborgd zijn;
c) mijnexplosieven die bestemd zijn voor ondergronds gebruik mogen geen koolstofmonoxide, nitreuze gassen, andere gassen of dampen of vaste deeltjes in de lucht produceren in hoeveelheden die onder normale gebruiksomstandigheden de gezondheid kunnen aantasten.
ê 93/15/EEG (aangepast)
ð nieuw
3.2B. Slagsnoeren (detonating cords), veiligheidslonten ð , andere lonten ï en ontstekingssnoeren (igniter cords) en "shock tubes" Ö moeten ook aan de volgende eisen voldoen: Õ
a) het omhulsel van slagsnoeren, veiligheidslonten en ð andere lonten ï ontstekingssnoeren moet mechanisch voldoende stevig zijn en moet de explosieve vulling bij normale mechanische belasting afdoende beschermen;
ê 93/15/EEG
b) de parameters voor de brandtijd van veiligheidslonten moeten worden vermeld en moeten betrouwbaar zijn;
c) slagsnoeren moeten op veilige wijze kunnen worden ingeleid, voldoende inleidend vermogen bezitten en voldoen aan bepaalde eisen inzake opslag, zelfs onder bijzondere klimatologische omstandigheden.
ê 93/15/EEG (aangepast)
3.3C. Ontstekers (met inbegrip van ontstekers met vertraagde werking voor slagsnoeren Ö moeten ook aan de volgende eisen voldoen: Õ
ê 93/15/EEG
a) oOntstekers moeten de detonatie van de brisante explosieven die zijn bestemd om ermee te worden gebruikt, onder alle te verwachten omstandigheden op betrouwbare wijze inleiden;.
b) oOntstekers met vertraagde werking voor detonatiesnoeren moeten op betrouwbare wijze kunnen worden ingeleid;.
c) hHet inleidend vermogen mag niet worden aangetast door vochtigheid;.
d) dDe vertragingstijd van ontstekers met vertraagde werking moet voldoende uniform zijn om te garanderen dat de vertragingstijden van aangrenzende tijdstappen elkaar normaliter niet overlappen;.
ê 93/15/EEG (aangepast)
e) dDe elektrische kenmerken van elektrische ontstekers moeten op de verpakking worden vermeld (bij voorbeeld bijvoorbeeld minimuminleidingsstroom, of weerstand, enz.);.
ê 93/15/EEG
f) dDe draden van de elektrische ontstekers moeten geïsoleerd en mechanisch voldoende sterk zijn, met inbegrip van de verbinding van de ontsteker, gelet op het te verwachten gebruik.
ê 93/15/EEG (aangepast)
3.4D. Stuwstoffen en vaste brandstoffen voor raketten Ö moeten ook aan de volgende eisen voldoen: Õ
ê 93/15/EEG
a) dDeze materialen mogen bij gebruik overeenkomstig hun gebruiksdoel niet detoneren;.
b) mMaterialen van dit type moeten indien nodig (en met name wanneer zij op nitrocellulose zijn gebaseerd) beschermd zijn tegen uiteenvallen;.
c) vVaste brandstoffen, in samengeperste of gegoten vorm, voor raketten mogen geen onopzettelijke scheuren of ongewenste gasbellen bevatten, waardoor het gebruik ervan gevaar zou kunnen opleveren.
ê 93/15/EEG (aangepast)
BIJLAGE II
Ö Conformiteitsbeoordelingsprocedures Õ
1. MODULE B:
EG Ö EU Õ-typeonderzoek
1. In deze module wordt dat deel van de procedure beschreven in het kader waarvan een aangemelde instantie vaststelt en verklaart dat een representatief exemplaar van de betrokken produktie voldoet aan de bepalingen ter zake van deze richtlijn.
ò nieuw
1. Met "EU-typeonderzoek" wordt dat gedeelte van een conformiteitsbeoordelingsprocedure bedoeld waarin de aangemelde instantie het technisch ontwerp van een product onderzoekt om te controleren of het aan de toepasselijke eisen van deze richtlijn voldoet, en een verklaring hierover verstrekt.
2. Het EU-typeonderzoek wordt verricht in de vorm van een onderzoek van een voor de betrokken productie representatief monster van het volledige product (productietype).
ê 93/15/EEG (aangepast)
23. De Ö fabrikant dient een Õ aanvraag Ö voor het EU-typeonderzoek Õ om een EG-typeonderzoek Ö in Õ wordt door de fabrikant of zijn in de Gemeenschap gevestigde gemachtigde ingediend bij een aangemelde instantie van zijn keuze.
De aanvraag omvat:
a) naam en adres van de fabrikant, alsmede naam en adres van de gemachtigde Ö en, Õ indien de aanvraag door laastgenoemde wordt ingediend Ö door zijn gemachtigde, ook diens naam en adres Õ;
b) een schriftelijke verklaring dat er geen gelijkluidende aanvraag is ingediend bij een andere aangemelde instantie Ö is ingediend Õ;
ê 93/15/EEG (aangepast)
ð nieuw
c) de technische documentatie als omschreven in punt 3. De aanvrager stelt een voor de betrokken produktie representatief exemplaar, dat hierna "type" wordt genoemd, ter beschikking van de aangemelde instantie. De aangemelde instantie kan om meer exemplaren verzoeken indien dit nodig is voor het keuringsprogramma.3. Op basis Ö Aan de hand Õ van de technische documentatie moet beoordeeld kunnen worden Ö beoordeeld Õ of het produkt Ö explosief Õ in overeenstemming is met de voorschriften van de richtlijn Ö aan de toepasselijke eisen van deze richtlijn voldoet; zij omvat een adequate risicoanalyse en ‑beoordeling Õ. Voor zover dat voor deze beoordeling nodig is, dient Ö In Õ de technische documentatie inzicht te verschaffen in ð worden de toepasselijke eisen vermeld; zij heeft, voor zover relevant voor de beoordeling, betrekking op ï het ontwerp, het Ö de Õ fabricageproces en de werking van het Ö explosief. Õ produkt en het Ö De technische documentatie bevat, indien van toepassing, ten minste de Õ volgende Ö elementen Õ te omvatten:
i) een algemene beschrijving van het type Ö explosief Õ;
ii) ontwerp- en fabricagetekeningen, alsmede schema’s van Ö bijvoorbeeld Õ delen Ö componenten Õ, onderdelen, leidingen Ö en circuits Õ, enz.;
iii) beschrijvingen en toelichtingen die nodig zijn voor het begrijpen van genoemde Ö die Õ tekeningen en schema's en van de werking van het Ö explosief Õ produkt;
iv) een lijst van de in artikel 4 bedoelde normen die geheel of gedeeltelijk zijn toegepast Ö toegepaste geharmoniseerde normen en/of andere relevante technische specificaties waarvan de referenties in het Publicatieblad van de Europese Unie zijn bekendgemaakt, Õ en Ö indien de geharmoniseerde normen niet zijn toegepast, Õ een beschrijving van de Ö wijze waarop aan de essentiële eisen van deze richtlijn is voldaan Õ oplossingen die zijn gekozen om aan de fundamentele voorschriften van de richtlijn te voldoen ingeval de in het artikel bedoelde normen niet zijn toegepast.; ð Bij gedeeltelijk toegepaste geharmoniseerde normen wordt in de technische documentatie gespecificeerd welke delen zijn toegepast; ï
v) de resultaten van de verrichte ontwerp-berekeningen Ö voor ontwerpen, uitgevoerde controles, enz. Õ en van de onderzoeken;
vi) de keuringsrapporten Ö testrapporten Õ;.
ò nieuw
d) de monsters, die representatief zijn voor de betrokken productie. De aangemelde instantie kan meer monsters verlangen als dit voor het testprogramma nodig is;
e) het bewijsmateriaal voor de geschiktheid van het technisch ontwerp. Hierin worden de gevolgde documenten vermeld, in het bijzonder wanneer de desbetreffende geharmoniseerde normen en/of technische specificaties niet volledig zijn toegepast. Zo nodig worden ook de resultaten vermeld van tests die door een geschikt laboratorium van de fabrikant of namens hem en onder zijn verantwoordelijkheid door een ander laboratorium zijn verricht.
ê 93/15/EEG (aangepast)
ð nieuw
4. De aangemelde instantie Ö verricht de volgende handelingen: Õ
Ö Voor het explosief: Õ
4.1. bestudeert Ö onderzoekt zij Õ de technische documentatie ð en het bewijsmateriaal om te beoordelen of het technisch ontwerp van het explosief geschikt is ï .,
Ö Voor het monster/de monsters: Õ
4.2. controleert Ö zij Õ of Ö zij overeenkomstig de technische documentatie zijn Õ het type in overeenstemming daarmee vervaardigd is en Ö stelt zij vast welke elementen Õ identificeert de onderdelen die ontworpen zijn overeenkomstig de Ö toepasselijke Õ relevante bepalingen van de Ö relevante geharmoniseerde Õ in artikel 4 bedoelde normen Ö en/of technische specificaties zijn ontworpen Õ , alsook Ö welke elementen Õ de onderdelen die zijn ontworpen zonder Ö toepassing van de relevante Õ dat de desbetreffende bepalingen van die normen in acht werden genomen;
4.3.4.2. verricht Ö zij de nodige onderzoeken en tests, Õ of geeft opdracht tot het Ö laat zij die Õ verrichten van de passende controles en de noodzakelijke proeven om Ö , ingeval Õ na te gaan of de door de fabrikant Ö heeft Õ gekozen Ö voor de Õ oplossingen Ö uit de relevante geharmoniseerde normen en/of technische specificaties, te controleren of deze op de juiste wijze Õ aan de fundamentele voorschriften van de richtlijn voldoen ingeval de in artikel 4 bedoelde normen niet zijn toegepast;
4.4.4.3. verricht Ö zij de nodige onderzoeken en tests, Õ of geeft opdracht tot het Ö laat zij die Õ verrichten van de passende controles en de noodzakelijke proeven om, ingeval Ö de oplossingen uit de relevante geharmoniseerde Õ de fabrikant heeft besloten de desbetreffende normen Ö en/of technische specificaties niet Õ toe te passen, na te gaan of deze ook werkelijk zijn toegepast Ö , te controleren of Õ ð de door de fabrikant gekozen oplossingen aan de desbetreffende essentiële veiligheidseisen van deze richtlijn voldoen ï;
4.5.4.4. stelt Ö zij Õ in overleg met de aanvrager Ö fabrikant Õ de plaats vast waar de noodzakelijke controles en proeven Ö onderzoeken en tests Õ zullen worden uitgevoerd.
ò nieuw
5. De aangemelde instantie stelt een evaluatieverslag op over de overeenkomstig punt 4 verrichte activiteiten en de resultaten daarvan. Onverminderd haar verplichtingen jegens de aanmeldende autoriteiten maakt de aangemelde instantie de inhoud van het verslag uitsluitend met instemming van de fabrikant geheel of gedeeltelijk openbaar.
ê 93/15/EEG (aangepast)
ð nieuw
65. Indien het type voldoet aan de Ö voor het desbetreffende explosief toepasselijke eisen Õ desbetreffende bepalingen van deze richtlijn, verstrekt de aangemelde instantie Ö de fabrikant Õ een Ö certificaat Õ verklaring van EG Ö EU Õ-typeonderzoek aan de aanvrager. De verklaring Ö Het certificaat Õ bevat naam en adres van de fabrikant, de conclusies van Ö het onderzoek, de eventuele voorwaarden voor de geldigheid van het certificaat Õ de controle en de noodzakelijke gegevens voor de identificatie van het goedgekeurde type. ð Het certificaat kan vergezeld gaan van een of meer bijlagen. ï
ò nieuw
Het certificaat en de bijlagen bevatten alle informatie die nodig is om de conformiteit van de gefabriceerde producten met het onderzochte type te kunnen toetsen en controles tijdens het gebruik te kunnen verrichten.
Wanneer het type niet aan de toepasselijke eisen van deze richtlijn voldoet, weigert de aangemelde instantie een certificaat van EU-typeonderzoek te verstrekken en brengt zij de aanvrager hiervan op de hoogte met vermelding van de precieze redenen voor de weigering.
ê 93/15/EEG
Een lijst van de belangrijke onderdelen van de technische documentatie wordt als bijlage bij de verklaring gevoegd en een afschrift daarvan wordt door de aangemelde instantie bewaard.
Indien aan de fabrikant of aan zijn in de Gemeenschap gevestigde gemachtigde een typeverklaring wordt geweigerd, dan geeft de aangemelde instantie de gedetailleerde redenen voor een dergelijke weigering op.
Er moet in een beroepsprocedure worden voorzien.
ò nieuw
7. De aangemelde instantie volgt de ontwikkeling van de algemeen erkende stand van de techniek; indien het goedgekeurde type vanwege deze ontwikkeling mogelijk niet meer aan de toepasselijke eisen van deze richtlijn voldoet, beoordeelt zij of nader onderzoek nodig is. Als dit het geval is, stelt de aangemelde instantie de fabrikant daarvan in kennis.
ê 93/15/EEG (aangepast)
6. De Ö fabrikant brengt de Õ aangemelde instantie die in het bezit is van de technische documentatie betreffende Ö het certificaat Õ de verklaring van EG Ö EU Õ-typeonderzoek Ö bewaart op de hoogte Õ , wordt door de aanvrager in kennis gesteld van alle in het goedgekeurde produkt aangebrachte wijzigingen Ö van het goedgekeurde type Õ ; voor de betrokken wijzigingen moet aanvullende goedkeuring worden verleend Ö die Õ indien zij van invloed kunnen zijn op de Ö conformiteit van het explosief Õ overeenstemming met de Ö essentiële eisen van deze richtlijn Õ fundamentele voorschriften of de Ö voorwaarden Õ voor Ö de geldigheid van het certificaat Õ het produkt voorgeschreven gebruiksomstandigheden. Deze Ö Dergelijke wijzigingen vereisen een Õ aanvullende goedkeuring wordt gegeven in de vorm van een aanvulling op Ö het Õ de oorspronkelijke Ö certificaat Õ verklaring van EG Ö EU Õ-typeonderzoek.
ò nieuw
8. Elke aangemelde instantie brengt de autoriteiten die haar hebben aangemeld op de hoogte van de door haar verstrekte of ingetrokken certificaten van EU-typeonderzoek en aanvullingen daarop en verstrekt deze autoriteiten op gezette tijden of op verzoek een lijst van geweigerde, geschorste of anderszins beperkte certificaten en aanvullingen daarop.
ê 93/15/EEG (aangepast)
ð nieuw
7. Iedere Ö Elke Õ aangemelde instantie Ö brengt Õ verstrekt de andere aangemelde instantie Ö instanties op de hoogte van Õ de nuttige gegevens omtrent de ð door haar geweigerde, ï verstrekte en ingetrokken ð , geschorste of anderszins beperkte ï Ö certificaten Õ verklaringen van EG Ö EU Õ-typeonderzoek en bijbehorende aanvullingen ð daarop alsmede, op verzoek, van de door haar verstrekte certificaten en aanvullingen daarop ï.
8. De ð Commissie, de lidstaten en de ï overige Ö andere Õ aangemelde instanties kunnen Ö op verzoek een kopie Õ afschriften van de Ö certificaten Õ verklaringen van EG Ö EU Õ-typeonderzoek en/of de aanvullingen Ö daarop ontvangen Õ krijgen. De bijlagen bij de verklaringen worden ter beschikking van de overige aangemelde instanties gehouden. ð De Commissie en de lidstaten kunnen op verzoek een kopie van de technische documentatie en de resultaten van het door de aangemelde instantie verrichte onderzoek ontvangen. De aangemelde instantie bewaart een kopie van het certificaat van EU-typeonderzoek, de bijlagen en aanvullingen, alsook het technisch dossier, met inbegrip van de door de fabrikant overgelegde documentatie, tot het einde van de geldigheidsduur van het certificaat. ï
9. Ö De fabrikant houdt tot Õ Gedurende ten minste tien jaar na ð het in de handel brengen van het explosief ï de vervaardiging van het laatste produkt bewaart de fabrikant of zijn in de Gemeenschap gevestigde gemachtigde naast de technische documentatie ook een Ö kopie Õ afschrift van Ö het certificaat Õ de verklaring van EG Ö EU Õ-typeonderzoek Ö , de bijlagen Õ en van de aanvullingen daarop Ö , samen met de technische documentatie, ter beschikking van de nationale autoriteiten Õ.
ò nieuw
10. De gemachtigde van de fabrikant kan de in punt 3 bedoelde aanvraag indienen en de in de punten 7 en 9 vermelde verplichtingen vervullen, op voorwaarde dat dit in het mandaat gespecificeerd is.
ê 93/15/EEG
Indien noch de fabrikant noch zijn gemachtigde in de Gemeenschap is gevestigd, is de persoon die verantwoordelijk is voor het in de handel brengen van het produkt in de Gemeenschap, degene die de technische documentatie ter beschikking moet houden.
2. MODULE C2:
ê 93/15/EEG (aangepast)
ð nieuw
Overeenstemming Ö Conformiteit Õ met het type ð op basis van interne productiecontrole plus productcontroles onder toezicht met willekeurige tussenpozen ï
1. In deze module wordt dat deel van de procedure beschreven in het kader waarvan ð Met "conformiteit met het type op basis van interne productiecontrole plus productcontroles onder toezicht met willekeurige tussenpozen" wordt het gedeelte van een conformiteitsbeoordelingsprocedure bedoeld waarin ï de fabrikant of zijn in de Gemeenschap gevestigde gemachtigde ð de verplichtingen in de punten 2, 3 en 4 nakomt en ï Ö op eigen verantwoording Õ garandeert en verklaart dat de betrokken explosieven in overeenstemming Ö conform Õ zijn met het type Ö als Õ beschreven in Ö het certificaat Õ de verklaring van EG Ö EU Õ-typeonderzoek en voldoen aan de desbetreffende voorschriften Ö toepasselijke eisen Õ van deze richtlijn. De fabrikant brengt op ieder explosief het EG-merkteken aan en stelt een schriftelijke verklaring van overeenstemming op.
2. Ö Fabricage Õ
De fabrikant neemt alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat het Ö fabricage- en controleproces Õ fabricageproces waarborgt dat de vervaardigde produckten Ö conform Õ in overeenstemming zijn met het type Ö als Õ beschreven in Ö het certificaat Õ de verklaring van EG Ö EU Õ-typeonderzoek en met de Ö toepasselijke Õ eisen van deze richtlijn.
ò nieuw
3. Productcontroles
Met willekeurige, door de instantie te bepalen tussenpozen worden productcontroles uitgevoerd om de kwaliteit van de interne productcontroles te verifiëren, waarbij onder meer rekening wordt gehouden met de technologische complexiteit van de explosieven en de geproduceerde hoeveelheid; deze controles worden uitgevoerd door of namens een door de fabrikant gekozen aangemelde instantie. Voordat de producten in de handel worden gebracht, trekt de aangemelde instantie op de plaats van fabricage een adequate steekproef van de eindproducten, die aan een onderzoek wordt onderworpen en waarop passende tests als omschreven in de relevante delen van de geharmoniseerde normen of technische specificaties, of gelijkwaardige tests worden verricht om te controleren of het explosief met het type als beschreven in het certificaat van EU-typeonderzoek en met de toepasselijke eisen van deze richtlijn overeenstemt. Indien een monster geen aanvaardbaar kwaliteitsniveau heeft, neemt de instantie passende maatregelen.
De monsternameprocedure is bedoeld om te beoordelen of de prestaties van het fabricageproces van het betrokken explosief binnen aanvaardbare marges vallen, teneinde de conformiteit van het explosief te waarborgen.
Wanneer de tests door een aangemelde instantie worden uitgevoerd, brengt de fabrikant, onder verantwoordelijkheid van de aangemelde instantie, tijdens het fabricageproces het identificatienummer van deze instantie aan.
4. Conformiteitsmarkering en conformiteitsverklaring
4.1. De fabrikant brengt overeenkomstig deze richtlijn de vereiste conformiteitsmarkering aan op elk afzonderlijk product dat conform is met het type als beschreven in het certificaat van EU-typeonderzoek en voldoet aan de toepasselijke eisen van deze richtlijn.
ê 93/15/EEG (aangepast)
ð nieuw
4.2.3. Gedurende een periode van ten minste tien jaar na de vervaardiging van het laatste produkt bewaart dDe fabrikant of zijn gemachtigde ð stelt voor het explosief een conformiteitsverklaring op en houdt deze ï een afschrift van de verklaring van overeenstemming Ö tot tien jaar na Õ ð het in de handel brengen van het explosief ter beschikking van de nationale autoriteiten. In de conformiteitsverklaring wordt het explosief beschreven ï.
ò nieuw
5. Gemachtigde
De in punt 4 vervatte verplichtingen van de fabrikant kunnen namens hem en onder zijn verantwoordelijkheid worden vervuld door zijn gemachtigde, op voorwaarde dat dit in het mandaat gespecificeerd is.
ê 93/15/EEG (nieuw)
Indien noch de fabrikant noch zijn gemachtigde in de Gemeenschap is gevestigd, is de persoon die verantwoordelijk is voor het in de handel brengen van het produkt in de Gemeenschap, degene die de technische documentatie ter beschikking moet houden.
4. Een door de fabrikant uitgekozen aangemelde instantie verricht op willekeurige tijdstippen controles op het produkt of laat dergelijke controles uitvoeren. Een geschikt monster van het eindprodukt, dat ter plaatse door de aangemelde instantie is genomen, wordt gecontroleerd en er worden relevante proeven uitgevoerd die zijn omschreven in de norm die van toepassing is of de normen die van toepassing zijn, als bedoeld in artikel 4 of er worden gelijkwaardige proeven uitgevoerd om na te gaan of de produktie voldoet aan de eisen van deze richtlijn. De aangemelde instantie treft passende maatregelen indien een of meer exemplaren van de gecontroleerde produkten niet in overeenstemming zijn.
De fabrikant brengt tijdens het fabricageproces onder de verantwoordelijkheid van de aangemelde instantie het identificatiesymbool van deze instantie aan.
3. MODULE D:
ê 93/15/EEG (aangepast)
ð nieuw
Ö Conformiteit met het type op basis van kwaliteitsborging van het productieproces Õ Produktiekwaliteitsbewaking
1. In deze module wordt de procedure beschreven in het kader waarvan ð Met "conformiteit met het type op basis van kwaliteitsborging van het productieproces" wordt het gedeelte van een conformiteitsbeoordelingsprocedure bedoeld waarin ï de fabrikant die aan de eisen van punt 2 voldoet, Ö de verplichtingen in de punten 2 en 5 nakomt en op eigen verantwoording Õ garandeert en verklaart dat de betrokken toestellen in overeenstemming Ö explosieven conform Õ zijn met het type Ö als Õ beschreven in Ö het certificaat Õ de verklaring van EG Ö EU Õ-typeonderzoek en voldoent aan de voorschriften Ö toepasselijke eisen Õ van de Ö deze Õ richtlijn. De fabrikant brengt op ieder toestel het EG-merkteken aan en stelt een schriftelijke verklaring van overeenstemming op. Het EG-merkteken gaat vergezeld van het identificatiesymbool van de aangemelde instantie die belast is met het toezicht als omschreven in punt 4.
2. Ö Fabricage Õ
De fabrikant hanteert een goedgekeurd produktiekwaliteitssysteem, verricht een Ö past op de productie, de Õ eindproducktcontrole en Ö de beproeving van de betrokken explosieven een goedgekeurd kwaliteitssysteem Õ keuring als Ö bedoeld Õ omschreven in punt 3 Ö toe, waarop overeenkomstig punt 4 Õ en is onderworpen aan het toezicht Ö wordt uitgeoefend Õ als omschreven in punt 4.
3. Kwaliteitssysteem
3.1. De fabrikant dient voor de betrokken Ö explosieven Õ toestellen bij een aangemelde instantie van zijn keuze een aanvraag Ö tot Õ voor beoordeling van zijn kwaliteitssysteem in.
De aanvraag behelst Ö omvat Õ:
ò nieuw
(a) naam en adres van de fabrikant en, indien de aanvraag wordt ingediend door zijn gemachtigde, ook diens naam en adres;
(b) een schriftelijke verklaring dat er geen gelijkluidende aanvraag bij een andere aangemelde instantie is ingediend;
ê 93/15/EEG (aangepast)
c) alle relevante informatie voor de bedoelde categorie produckten;
d) de documentatie over het kwaliteitssysteem;
e) de technische documentatie betreffende het goedgekeurde type en een Ö kopie Õ afschrift van Ö het certificaat Õ de verklaring van EG Ö EU Õ-typeonderzoek.
3.2. Het kwaliteitssysteem Ö waarborgt Õ moet waarborgen dat de Ö explosieven conform Õ toestellen in overeenstemming zijn met het type als beschreven in Ö het certificaat Õ de verklaring van EG Ö EU Õ-typeonderzoek en met de voorschriften Ö toepasselijke eisen Õ van de Ö deze Õ richtlijn die daarop van toepassing zijn.
Alle door de fabrikant Ö vastgestelde gegevens, eisen Õ gevolgde beginselen, voorschriften en bepalingen Ö dienen Õ moeten systematisch en Ö geordend bijeen te Õ ordelijk worden Ö gebracht Õ aangegeven in een Ö document met Õ documentatie van schriftelijk vastgestelde Ö beleidsmaatregelen Õ beleidslijnen, procedures en instructies. Deze Ö Aan de hand van de Õ documentatie Ö van Õ over het kwaliteitssysteem Ö moeten Õ dient ervoor te zorgen dat de kwaliteitsprogramma's, -plannen, Ö handboeken en dossiers eenduidig kunnen Õ -handleidingen en -rapporten door iedereen op dezelfde manier worden geïnterpreteerd.
Zij dient met name een Ö behoorlijke Õ adequate beschrijving te bevatten van:
a) de kwaliteitsdoelstellingen, het organisatieschema en de verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de bedrijfsleiding met betrekking tot de producktkwaliteit;
b) de Ö daarbij gebruikte fabricage-, kwaliteitsbeheersings- en kwaliteitsborgingstechnieken en -procedés Õ fabricageprocédés, de kwaliteitscontrole- en de kwaliteitsbewakingstechnieken, alsmede de in dat verband systematisch toe te passen technieken en maatregelen;
c) de onderzoeken en Ö tests Õ proeven die vooóór, tijdens en na de fabricage worden verricht en de frequentie waarmee dat zal gebeuren;
d) de Ö kwaliteitsdossiers Õ kwaliteitsrapporten, zoals controleverslagen, Ö test- en Õ keuringsgegevens, ijkgegevens, en rapporten betreffende de kwalificatie van het betrokken personeel, enz.;
e) de middelen om Ö toezicht Õ controle uit te oefenen op het bereiken van de vereiste producktkwaliteit en de doeltreffende werking van het kwaliteitssysteem.
3.3. De aangemelde instantie beoordeelt het kwaliteitssysteem om na te Ö controleren Õ gaan of Ö het Õ dit voldoet aan de in punt 3.2 bedoelde eisen Ö voldoet Õ.
ê 93/15/EEG (aangepast)
ð nieuw
Zij veronderstelt dat aan deze eisen wordt voldaan Ö voor elementen van het kwaliteitssysteem die Õ wanneer het gaat om kwaliteitssystemen waarbij ð voldoen aan de desbetreffende specificaties van de nationale norm ter uitvoering van ï de Ö relevante Õ desbetreffende geharmoniseerde norm Ö en/of technische specificaties Õ wordt toegepast.
Ö Het auditteam Õ ð moet ervaring hebben met kwaliteitsmanagementsystemen; bovendien moet ï tTen minste één lid van het beoordelingsteam dient ervaring te hebben met Ö beoordelingen Õ het beoordelen van Ö het betrokken productgebied en Õ de Ö betrokken Õ produckttechnologie in kwestie ð en op de hoogte zijn van de toepasselijke eisen van deze richtlijn ï. De Ö audit Õ beoordelingsprocedure omvat een Ö inspectiebezoek Õ evaluatiebezoek aan de installaties van de fabrikant. ð Het auditteam evalueert de in punt 3.1, vijfde streepje, bedoelde technische documentatie om te controleren of de fabrikant zich bewust is van de toepasselijke eisen van deze richtlijn en het vereiste onderzoek kan verrichten om te waarborgen dat het explosief aan deze eisen voldoet. ï
ê 93/15/EEG (aangepast)
De fabrikant wordt van de beslissing in kennis gesteld. De Ö In deze Õ kennisgeving bevat Ö zijn Õ de conclusies van Ö de audit opgenomen, evenals de Õ het onderzoek en het met redenen omklede Ö beoordelingsbeslissing Õ beoordelingsbesluit.
ê 93/15/EEG (aangepast)
3.4. De fabrikant verbindt zich ertoe de verplichtingen die voortvloeien uit het goedgekeurde kwaliteitssysteem na te komen en ervoor te zorgen dat het passend en doeltreffend blijft.
ê 93/15/EEG (aangepast)
3.5. Ö De fabrikant brengt Õ Dde aangemelde instantie die het kwaliteitssysteem heeft goedgekeurd, wordt door de fabrikant of zijn gemachtigde op de hoogte gebracht van elke voorgenomen wijziging van het kwaliteitssysteem.
De aangemelde instantie beoordeelt de voorgestelde wijzigingen en beslist of het gewijzigde kwaliteitssysteem Ö blijft voldoen Õ nog steeds voldoet aan de in punt 3.2 bedoelde eisen dan wel of een nieuwe beoordeling noodzakelijk is.
Zij stelt de fabrikant van haar beslissing in kennis. De Ö In deze Õ kennisgeving bevat Ö zijn Õ de conclusies van het onderzoek Ö opgenomen, evenals de Õ en het met redenen omklede Ö beoordelingsbeslissing Õ beoordelingsbesluit.
ê 93/15/EEG
4. Toezicht onder verantwoordelijkheid van de aangemelde instantie
ê 93/15/EEG (aangepast)
4.1. Het toezicht heeft tot doel Ö te controleren of Õ ervoor te zorgen dat de fabrikant naar behoren voldoet aan de verplichtingen die voortvloeien uit het goedgekeurde kwaliteitssysteem.
4.2. De fabrikant verleent de aangemelde instantie voor Ö inspectiedoeleinden Õ controledoeleinden toegang tot de fabricage-, controle-, Ö test- Õ beproevings- en opslagruimten en verstrekt haar alle nodige informatie, met name:
ê 93/15/EEG
a) de documentatie over het kwaliteitssysteem;
ê 93/15/EEG (aangepast)
b) de Ö kwaliteitsdossiers Õ kwaliteitsrapporten, zoals controleverslagen, Ö test- en Õ keuringsgegevens, ijkgegevens, en rapporten betreffende de kwalificatie van het betrokken personeel, enz.
4.3. De aangemelde instantie verricht periodieke Ö audits Õ controles om erop toe te Ö controleren of Õ zien dat de fabrikant het kwaliteitssysteem onderhoudt en toepast en Ö verstrekt Õ bezorgt de fabrikant een Ö auditverslag Õ controleverslag.
4.4. De aangemelde instantie kan bovendien onaangekondigde bezoeken brengen aan de fabrikant Ö brengen Õ. Bij die bezoeken kan de aangemelde instantie zo nodig Ö producttests Õ proeven verrichten of laten verrichten om Ö te controleren of Õ zich van de goede werking van het kwaliteitssysteem Ö goed functioneert Õ te vergewissen. Zij Ö De aangemelde instantie Õ verstrekt de fabrikant een verslag van het bezoek en, Ö indien tests zijn verricht Õ voor zover van toepassing, een Ö testverslag Õ keuringsverslag.
ò nieuw
5. Conformiteitsmarkering en conformiteitsverklaring
5.1. De fabrikant brengt overeenkomstig deze richtlijn de vereiste conformiteitsmarkering en, onder verantwoordelijkheid van de in punt 3.1 bedoelde aangemelde instantie, het identificatienummer van die instantie aan op elk afzonderlijk product dat conform is met het type als beschreven in het certificaat van EU-typeonderzoek en met de toepasselijke eisen van deze richtlijn.
5.2. De fabrikant stelt voor elk productmodel een conformiteitsverklaring op en houdt deze verklaring tot tien jaar na het in de handel brengen van het explosief ter beschikking van de nationale autoriteiten. In de conformiteitsverklaring wordt het explosief beschreven.
Een kopie van de conformiteitsverklaring wordt op verzoek aan de relevante autoriteiten verstrekt.
ê 93/15/EEG (aangepast)
ð nieuw
65. De fabrikant houdt gedurende een periode van ten minste tien jaar ð nadat het explosief in de handel is gebracht ï na de vervaardiging van het laatste produkt de volgende gegevens ter beschikking van de nationale autoriteiten:
a) de in punt 3.1, tweede streepje, bedoelde documentatie;
b) de in punt Ö 3.5 Õ 3.4, tweede alinea, bedoelde Ö wijzigingen zoals deze zijn goedgekeurd Õ aanpassingen;
c) de in punt 3.4, laatste alinea, en in de punten Ö 3.5, Õ 4.3 en 4.4 bedoelde beslissingen en verslagen van de aangemelde instantie.
ò nieuw
7. Elke aangemelde instantie brengt de autoriteiten die haar hebben aangemeld op de hoogte van de door haar verstrekte of ingetrokken goedkeuringen voor kwaliteitssystemen en verstrekt deze autoriteiten op gezette tijden of op verzoek een lijst van geweigerde, geschorste of anderszins beperkte goedkeuringen voor kwaliteitssystemen.
ê 93/15/EEG (aangepast)
ð nieuw
6. Iedere Ö Elke Õ aangemelde instantie Ö brengt Õ stelt de andere aangemelde instanties Ö op de hoogte Õ in kennis van de ter zake dienende informatie over afgifte en intrekking van Ö door haar Õ ð geweigerde, geschorste, ï Ö ingetrokken Õ ð of anderszins beperkte ï kwaliteitssysteemgoedkeuringen Ö voor kwaliteitssystemen Õ ð alsmede, op verzoek, van de door haar verleende goedkeuringen voor kwaliteitssystemen ï.
ò nieuw
8. Gemachtigde
De in de punten 3.1, 3.5, 5 en 6 vervatte verplichtingen van de fabrikant kunnen namens hem en onder zijn verantwoordelijkheid worden vervuld door zijn gemachtigde, op voorwaarde dat dit in het mandaat gespecificeerd is.
ê 93/15/EEG (aangepast)
ð nieuw
4. MODULE E:
Ö Conformiteit met het type op basis van productkwaliteitsborging Õ Produktkwaliteitsbewaking
1. In deze module wordt de procedure beschreven in het kader waarvan ð Met "conformiteit met het type op basis van productkwaliteitsborging" wordt het gedeelte van een conformiteitsbeoordelingsprocedure bedoeld waarin ï de fabrikant die aan de eisen van punt 2 voldoet, Ö de verplichtingen in de punten 2 en 5 nakomt en op eigen verantwoording Õ garandeert en verklaart dat de Ö betrokken Õ explosieven in overeenstemming Ö conform Õ zijn met het type Ö als Õ beschreven in Ö het certificaat Õ de verklaring van EG Ö EU Õ-typeonderzoek ð en voldoen aan de toepasselijke eisen van deze richtlijn ï. De fabrikant brengt op ieder explosief het EG-merkteken aan en stelt een schriftelijke verklaring van overeenstemming op. Het EG-merkteken gaat vergezeld van het identificatiesymbool van de aangemelde instantie die belast is met het toezicht als omschreven in punt 4.
2. Ö Fabricage Õ
De fabrikant Ö past op de eindproductcontrole en de beproeving van de betrokken explosieven Õ maakt gebruik van een goedgekeurd kwaliteitssysteem voor de eindcontrole van en de proeven met de explosieven, zoals omschreven Ö als bedoeld Õ in punt 3 Ö toe Õ, en is onderworpen aan het toezicht omschreven in Ö waarop overeenkomstig Õ punt 4 Ö toezicht wordt uitgeoefend Õ.
3. Kwaliteitssysteem
3.1. De fabrikant dient voor de Ö betrokken Õ explosieven bij een aangemelde instantie van zijn keuze een aanvraag Ö tot Õ voor beoordeling van zijn kwaliteitssysteem in.
Deze aanvraag omvat:
ò nieuw
(a) naam en adres van de fabrikant en, indien de aanvraag wordt ingediend door zijn gemachtigde, ook diens naam en adres;
(b) een schriftelijke verklaring dat er geen gelijkluidende aanvraag bij een andere aangemelde instantie is ingediend;
ê 93/15/EEG (aangepast)
ð nieuw
c) alle relevante informatie voor de bedoelde categorie explosieven Ö producten Õ;
d) de documentatie over het kwaliteitssysteem;
e) de technische documentatie Ö betreffende Õ over het goedgekeurde type en een Ö kopie Õ afschrift van Ö het certificaat Õ de verklaring van EG Ö EU Õ-typeonderzoek.
3.2. In het kader van Hhet kwaliteitssysteem wordt ieder explosief onderzocht en er worden passende proeven als omschreven in de in artikel 4 bedoelde relevante norm(en) of daarmee gelijkstaande proeven verricht, ten einde de overeenstemming ð waarborgt dat de producten conform zijn met het type als beschreven in het certificaat van EU-typeonderzoek en ï met de desbetreffende voorschriften Ö toepasselijke eisen Õ van de Ö deze Õ richtlijn te controleren.
Alle door de fabrikant Ö vastgestelde gegevens, eisen Õ gevolgde beginselen, voorschriften en bepalingen Ö dienen Õ moeten systematisch en Ö geordend bijeen te Õ ordelijk worden Ö gebracht Õ aangegeven in een Ö document met Õ documentatie van schriftelijk vastgestelde Ö beleidsmaatregelen Õ beleidslijnen, procedures en instructies. Deze Ö Aan de hand van de Õ documentatie Ö van Õ over het kwaliteitssysteem Ö moeten Õ dient ervoor te zorgen dat de kwaliteitsprogramma's, -plannen, Ö handboeken en dossiers eenduidig kunnen Õ -handleidingen en -rapporten door iedereen op dezelfde manier worden geïnterpreteerd.
Zij dient met name een Ö behoorlijke Õ adequate beschrijving te bevatten van:
ê 93/15/EEG
a) de kwaliteitdsdoelstellingen, het organisatieschema en de verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de bedrijfsleiding met betrekking tot de producktkwaliteit;
ê 93/15/EEG (aangepast)
b) de onderzoeken en Ö tests Õ proeven die na de fabricage worden Ö uitgevoerd Õ verricht;
c) Ö de kwaliteitsdossiers, zoals controleverslagen, test- en ijkgegevens en rapporten betreffende de kwalificatie van het betrokken personeel; Õ
d) de middelen om Ö toezicht Õ controle uit te oefenen op de doeltreffende werking van het kwaliteitssysteem.;
3.3. De aangemelde instantie beoordeelt het kwaliteitssysteem om na te Ö controleren Õ gaan of Ö het Õ dit voldoet aan de in punt 3.2 bedoelde eisen Ö voldoet Õ.
ê 93/15/EEG (aangepast)
ð nieuw
Zij veronderstelt dat aan deze eisen wordt voldaan Ö voor elementen van het kwaliteitssysteem die Õ wanneer het gaat om kwaliteitssystemen waarbij ð voldoen aan de desbetreffende specificaties van de nationale norm ï Ö ter uitvoering van Õ de Ö relevante Õ desbetreffende geharmoniseerde norm Ö en/of technische specificatie Õ wordt toegepast.
Ö Het auditteam Õ ð moet ervaring hebben met kwaliteitsmanagementsystemen; bovendien moet ï tTen minste één lid van het beoordelingsteam dient, als beoordelaar, ervaring te hebben met Ö beoordelingen Õ het beoordelen van Ö het betrokken productgebied en Õ de Ö betrokken Õ produckttechnologie in kwestie ð en op de hoogte zijn van de toepasselijke eisen van deze richtlijn ï. De Ö audit Õ beoordelingsprocedure omvat een Ö inspectiebezoek Õ evaluatiebezoek aan de installaties van de fabrikant. ð Het auditteam evalueert de in punt 3.1, vijfde streepje, bedoelde technische documentatie om te controleren of de fabrikant zich bewust is van de toepasselijke eisen van deze richtlijn en het vereiste onderzoek kan verrichten om te waarborgen dat het explosief aan deze eisen voldoet. ï
ê 93/15/EEG (aangepast)
De fabrikant wordt van de beslissing in kennis gesteld. De Ö In deze Õ kennisgeving bevat Ö zijn Õ de conclusies van Ö de audit opgenomen, evenals de Õ het onderzoek en het met redenen omklede Ö beoordelingsbeslissing Õ beoordelingsbesluit.
ê 93/15/EEG (aangepast)
3.4. De fabrikant verbindt zich ertoe de verplichtingen die voortvloeien uit het goedgekeurde kwaliteitssysteem na te komen en ervoor te zorgen dat het passend en doeltreffend blijft.
ê 93/15/EEG (aangepast)
3.5. Ö De fabrikant brengt Õ Dde aangemelde instantie die het kwaliteitssysteem heeft goedgekeurd, wordt door de fabrikant of zijn gemachtigde op de hoogte gebracht van elke voorgenomen wijziging van het kwaliteitssysteem.
De aangemelde instantie beoordeelt de voorgestelde wijzigingen en beslist of het gewijzigde kwaliteitssysteem Ö blijft voldoen Õ nog steeds voldoet aan de in punt 3.2 bedoelde eisen dan wel of een nieuwe beoordeling noodzakelijk is.
Zij stelt de fabrikant van haar beslissing in kennis. De Ö In deze Õ kennisgeving bevat Ö zijn Õ de conclusies van het onderzoek Ö opgenomen, evenals de Õ en het met redenen omklede Ö beoordelingsbeslissing Õ beoordelingsbesluit.
ê 93/15/EEG
4. Toezicht onder verantwoordelijkheid van de aangemelde instantie
ê 93/15/EEG (aangepast)
4.1. Het toezicht heeft tot doel Ö te controleren of Õ ervoor te zorgen dat de fabrikant naar behoren voldoet aan de verplichtingen die voortvloeien uit het goedgekeurde kwaliteitssysteem.
ê 93/15/EEG (aangepast)
ð nieuw
4.2. De fabrikant verleent de aangemelde instantie voor Ö inspectiedoeleinden Õ controledoeleinden toegang tot de ð fabricage-, ï controle-, Ö test- Õ beproevings- en opslagruimten en verstrekt haar alle nodige informatie, met name:
ê 93/15/EEG
a) de documentatie over het kwaliteitssysteem;
– de technische documentatie;
ê 93/15/EEG (aangepast)
b) de Ö kwaliteitsdossiers Õ kwaliteitsrapporten, zoals controleverslagen, Ö test- en Õ keuringsgegevens, ijkgegevens, en rapporten betreffende de kwalificatie van het betrokken personeel, enz.
4.3. De aangemelde instantie verricht periodieke Ö audits Õ controles om erop toe te Ö controleren of Õ zien dat de fabrikant het kwaliteitssysteem onderhoudt en toepast en Ö verstrekt Õ bezorgt de fabrikant een Ö auditverslag Õ controleverslag.
4.4. De aangemelde instantie kan bovendien onaangekondigde bezoeken brengen aan de fabrikant Ö brengen Õ. Bij die bezoeken kan de aangemelde instantie zo nodig Ö producttests Õ proeven verrichten of laten verrichten om Ö te controleren of Õ zich van de goede werking van het kwaliteitssysteem Ö goed functioneert Õ te vergewissen. Zij Ö De aangemelde instantie Õ verstrekt de fabrikant een verslag van het bezoek en, Ö indien tests zijn verricht Õ voor zover van toepassing, een Ö testverslag Õ keuringsverslag.
ò nieuw
5. Conformiteitsmarkering en conformiteitsverklaring
5.1. De fabrikant brengt overeenkomstig deze richtlijn de vereiste conformiteitsmarkering en, onder verantwoordelijkheid van de in punt 3.1 bedoelde aangemelde instantie, het identificatienummer van die instantie aan op elk afzonderlijk product dat conform is met het type als beschreven in het certificaat van EU-typeonderzoek en met de toepasselijke eisen van deze richtlijn.
5.2. De fabrikant stelt voor elk productmodel een conformiteitsverklaring op en houdt deze verklaring tot tien jaar na het in de handel brengen van het explosief ter beschikking van de nationale autoriteiten. In de conformiteitsverklaring wordt het explosief beschreven.
Een kopie van de conformiteitsverklaring wordt op verzoek aan de relevante autoriteiten verstrekt.
ê 93/15/EEG (aangepast)
ð nieuw
65. De fabrikant houdt gedurende een periode van ten minste tien jaar ð nadat het explosief in de handel is gebracht ï na de vervaardiging van het laatste produkt de volgende gegevens ter beschikking van de nationale autoriteiten:
a) de in punt 3.1, tweede streepje, bedoelde documentatie;
b) de in punt 3.53.4, tweede alinea, bedoelde aanpassingen Ö wijzigingen zoals deze zijn goedgekeurd Õ;
c) de in punt 3.4, laatste alinea, en in de punten Ö 3.5, Õ 4.3 en 4.4 bedoelde beslissingen en verslagen van de aangemelde instantie.
ò nieuw
7. Elke aangemelde instantie brengt de autoriteiten die haar hebben aangemeld op de hoogte van de verleende en ingetrokken goedkeuringen voor kwaliteitssystemen en verstrekt deze autoriteiten op gezette tijden of op verzoek een lijst van geweigerde, geschorste of anderszins beperkte goedkeuringen voor kwaliteitssystemen.
ê 93/15/EEG (aangepast)
ð nieuw
6. Iedere Ö Elke Õ aangemelde instantie Ö brengt Õ stelt de andere aangemelde instanties Ö op de hoogte Õ in kennis van de ter zake dienende informatie over afgifte en intrekking van Ö door haar Õ ð geweigerde, geschorste of ï Ö ingetrokken Õ kwaliteitssysteemgoedkeuringen Ö voor kwaliteitssystemen Õ ð alsmede, op verzoek, van de door haar verleende goedkeuringen voor kwaliteitssystemen ï.
ò nieuw
8. Gemachtigde
De in de punten 3.1, 3.5, 5 en 6 vervatte verplichtingen van de fabrikant kunnen namens hem en onder zijn verantwoordelijkheid worden vervuld door zijn gemachtigde, op voorwaarde dat dit in het mandaat gespecificeerd is.
ê 93/15/EEG (aangepast)
ð nieuw
5. MODULE F:
Ö Conformiteit met het type op basis van Õ pProducktkeuring
1. In deze module wordt de procedure beschreven in het kader waarvan ð Met "conformiteit met het type op basis van productkeuring" wordt het gedeelte van een conformiteitsbeoordelingsprocedure bedoeld waarin ï de fabrikant of zijn in de Gemeenschap gevestigde gemachtigde ð de verplichtingen in de punten 2, 5.1 en 6 nakomt en op eigen verantwoording ï garandeert en verklaart dat de Ö betrokken Õ aan de bepalingen van punt 3 onderworpen explosieven Ö waarop de bepalingen van punt 3 zijn toegepast, conform Õ in overeenstemming zijn met het type als beschreven in Ö het certificaat Õ de verklaring van EG Ö EU Õ-typeonderzoek en voldoen aan de desbetreffende Ö toepasselijke Õ eisen van deze richtlijn.
2. Ö Fabricage Õ
De fabrikant neemt alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat het Ö fabricage- en controleproces Õ fabricageproces waarborgt dat de Ö vervaardigde producten conform Õ explosieven in overeenstemming zijn met het Ö goedgekeurde Õ type als beschreven in Ö het certificaat Õ de verklaring van EG Ö EU Õ-typeonderzoek en met de Ö toepasselijke Õ eisen van deze richtlijn. Hij brengt op elk explosief het EG-merk aan en stelt een verklaring van overeenstemming op.
3. De Ö Een door de fabrikant gekozen Õ aangemelde instantie verricht Ö de nodige Õ passende onderzoeken en Ö tests om Õ proeven ten einde na te Ö controleren Õ gaan of dehet explosiefven in overeenstemming is met ð het goedgekeurde type als beschreven in het certificaat van EU-typeonderzoek en met de toepasselijke eisen van deze richtlijn ï Ö overeenstemmen Õ.
ð De onderzoeken en tests om te controleren of de explosieven aan de passende ï de desbetreffende eisen van de richtlijn; dit geschiedt via onderzoek en beproeving van ieder afzonderlijk explosief zoals aangegeven in ð voldoen, worden naar keuze van de fabrikant hetzij overeenkomstig ï punt 4 Ö op elk product, Õ ð hetzij overeenkomstig punt 5 op een steekproef van producten verricht ï.
ê 93/15/EEG
De fabrikant of zijn gemachtigde bewaart gedurende een periode van ten minste tien jaar na de vervaardiging van het laatste explosief een afschrift van de verklaring van overeenstemming.
ê 93/15/EEG (aangepast)
ð nieuw
4. Ö Productkeuring Õ Keuring door Ö elk product te onderzoeken en testen Õ onderzoek en beproeving van ieder afzonderlijk explosief
4.1. Alle Ö producten Õ explosieven worden afzonderlijk onderzocht en er worden passende Ö tests Õ proeven als omschreven in de in artikel 4 bedoelde relevante Ö geharmoniseerde Õ norm(en) Ö en/of technische specificaties Õ of Ö gelijkwaardige tests Õ daarmee gelijkstaande proeven verricht, ten einde na Ö om Õ te Ö controleren Õ gaan of zij in overeenstemming zijn met het Ö goedgekeurde Õ type als beschreven in Ö het certificaat Õ de verklaring van EG Ö EU Õ-typeonderzoek en met de Ö toepasselijke Õ eisen van deze richtlijn Ö overeenstemmen Õ die op die explosieven van toepassing zijn. ð Indien er geen geharmoniseerde normen zijn, beslist de aangemelde instantie over de te verrichten passende tests. ï
4.2. De aangemelde instantie Ö geeft een conformiteitscertificaat af voor de verrichte onderzoeken en tests, en Õ brengt op ieder goedgekeurd explosief haar Ö identificatienummer Õ identificatiesymbool aan Ö op elk goedgekeurd product Õ of laat dit Ö onder haar verantwoordelijkheid aanbrengen Õ doen; tevens stelt zij ten aanzien van de verrichte proeven een schriftelijke verklaring van overeenstemming op.
ò nieuw
De fabrikant houdt de conformiteitscertificaten voor inspectiedoeleinden tot tien jaar na het in de handel brengen van het product ter beschikking van de nationale autoriteiten.
ê 93/15/EEG
4.3. De fabrikant of zijn gemachtigde moet in staat zijn de verklaringen van overeenstemming van de aangemelde instantie over te leggen indien daarom wordt verzocht.
ò nieuw
5. Steekproefsgewijze productkeuring
5.1. De fabrikant neemt alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat het fabricage- en controleproces de homogeniteit van elke geproduceerde partij waarborgt, en biedt zijn producten in homogene partijen ter keuring aan.
5.2. Van elke partij wordt overeenkomstig deze richtlijn een aselecte steekproef getrokken. Alle producten in een steekproef worden afzonderlijk onderzocht en er worden passende tests als omschreven in de relevante geharmoniseerde norm(en) en/of technische specificaties of gelijkwaardige tests verricht om te controleren of zij met het goedgekeurde type als beschreven in het certificaat van EU-typeonderzoek en met de toepasselijke eisen van deze richtlijn overeenstemmen en om te bepalen of de partij wordt goed- of afgekeurd. Indien er geen geharmoniseerde normen zijn, beslist de aangemelde instantie over de te verrichten passende tests.
5.3. Indien een partij wordt goedgekeurd, worden alle producten van de partij geacht te zijn goedgekeurd, behalve de in de steekproef betrokken producten die de tests niet hebben doorstaan.
De aangemelde instantie geeft een conformiteitscertificaat af voor de verrichte onderzoeken en tests, en brengt haar identificatienummer aan op elk goedgekeurd product of laat dit onder haar verantwoordelijkheid aanbrengen.
De fabrikant houdt de conformiteitscertificaten tot tien jaar na het in de handel brengen van het explosief ter beschikking van de nationale autoriteiten.
5.4. Indien een partij wordt afgekeurd, neemt de aangemelde instantie of de bevoegde autoriteit passende maatregelen om te voorkomen dat die partij in de handel wordt gebracht. Ingeval het vaak voorkomt dat partijen worden afgekeurd, kan de aangemelde instantie de steekproefkeuring schorsen en passende maatregelen nemen.
6. Conformiteitsmarkering en conformiteitsverklaring
6.1. De fabrikant brengt overeenkomstig deze richtlijn de vereiste conformiteitsmarkering en, onder verantwoordelijkheid van de in punt 3 bedoelde aangemelde instantie, het identificatienummer van die instantie aan op elk afzonderlijk product dat conform is met het goedgekeurde type als beschreven in het certificaat van EU-typeonderzoek en met de toepasselijke eisen van deze richtlijn.
6.2. De fabrikant stelt voor elk productmodel een conformiteitsverklaring op en houdt deze verklaring tot tien jaar na het in de handel brengen van het explosief ter beschikking van de nationale autoriteiten. In de conformiteitsverklaring wordt het explosief beschreven.
Een kopie van de conformiteitsverklaring wordt op verzoek aan de relevante autoriteiten verstrekt.
Mits de in punt 3 bedoelde aangemelde instantie daarmee akkoord gaat, brengt de fabrikant onder verantwoordelijkheid van deze aangemelde instantie tevens het identificatienummer van deze instantie op de explosieven aan.
7. Mits de aangemelde instantie daarmee akkoord gaat, kan de fabrikant onder verantwoordelijkheid van de aangemelde instantie tijdens het fabricageproces het identificatienummer van deze instantie op de explosieven aanbrengen.
8. Gemachtigde
De verplichtingen van de fabrikant kunnen namens hem en onder zijn verantwoordelijkheid worden vervuld door zijn gemachtigde, op voorwaarde dat dit in het mandaat gespecificeerd is. De gemachtigde mag de in de punten 2 en 5.1 vervatte verplichtingen van de fabrikant niet vervullen.
ê 93/15/EEG (aangepast)
ð nieuw
6. MODULE G:
Ö Conformiteit op basis van Õ eEenheidskeuring
1. In deze module wordt de procedure beschreven in het kader waarvan ð Met "conformiteit op basis van eenheidskeuring" wordt de conformiteitsbeoordelingsprocedure bedoeld waarbij ï de fabrikant ð de verplichtingen in de punten 2, 3 en 5 nakomt en ï Ö op eigen verantwoording Õ garandeert en verklaart dat het betrokken explosief Ö waarop Õ waarvoor de Ö bepalingen van Õ in punt 42 Ö zijn toegepast aan Õ bedoelde verklaring is afgegeven, in overeenstemming is met de Ö toepasselijke eisen Õ desbetreffende bepalingen ter zake van deze richtlijn Ö voldoen Õ. De fabrikant brengt op het explosief het EG-merk aan en stelt een verklaring van overeenstemming op.
ê 93/15/EEG (nieuw)
2. De aangemelde instantie onderzoekt het explosief en voert passende proeven als omschreven in de in artikel 4 bedoelde relevante norm(en) of daarmee gelijkstaande proeven uit ten einde de overeenstemming van het apparaat of beveiligingssystemen met de desbetreffende eisen van deze richtlijn te controleren.
De aangemelde instantie brengt haar identificatiesymbool op het goedgekeurde explosief aan of laat dit doen; tevens stelt zij ten aanzien van de verrichte proeven een verklaring van overeenstemming op.
ê 93/15/EEG (aangepast)
ð nieuw
2. Ö Technische documentatie Õ
3. Op basis van ð De fabrikant stelt ï de technische documentatie ð samen en stelt deze ter beschikking van de in punt 4 bedoelde aangemelde instantie. Aan de hand van deze documentatie ï moet kunnen worden beoordeeld of het explosief Ö aan Õ in overeenstemming is met de Ö relevante Õ eisen Ö voldoet Õ ð ; zij omvat een adequate risicoanalyse en -beoordeling. In de technische documentatie worden de toepasselijke eisen vermeld; zij heeft, voor zover relevant voor de beoordeling, betrekking op ï van de richtlijn, en inzicht kan worden verkregen in het ontwerp, Ö de fabricage Õ het fabricageproces en de werking van het explosief. De Ö technische Õ documentatie Ö bevat, indien van toepassing, ten minste de volgende elementen Õ omvat, voor zover dat voor de beoordeling noodzakelijk is:
a) een algemene beschrijving van het type Ö explosief Õ;
b) ontwerp- en fabricagetekeningen, alsmede schema's van Ö componenten Õ delen, onderdelen, Ö circuits Õ leidingen, enz.;
c) beschrijvingen en toelichtingen die nodig zijn voor het begrijpen van Ö die Õ genoemde tekeningen en schema's en van de werking van het explosief;
d) een lijst van de in artikel 4 bedoelde normen die geheel of gedeeltelijk zijn toegepast Ö toegepaste geharmoniseerde normen Õ ð en/of andere relevante technische specificaties waarvan de referenties in het Publicatieblad van de Europese Unie zijn bekendgemaakt, ï en Ö indien de geharmoniseerde normen niet zijn toegepast, Õ een beschrijving van de Ö wijze waarop Õ oplossingen die zijn gekozen om te voldoen aan de essentiële eisen Ö van deze richtlijn is voldaan Õ ingeval de in artikel 6 bedoelde normen niet zijn toegepast.; ð Bij gedeeltelijk toegepaste geharmoniseerde normen wordt in de technische documentatie gespecificeerd welke delen zijn toegepast; ï
e) de resultaten van de verrichte ontwerp-berekeningen Ö voor ontwerpen, uitgevoerde controles Õ , onderzoeken, enz.;, en
f) Ö testverslagen Õ de keuringsrapporten.
ò nieuw
De fabrikant houdt tot tien jaar na het in de handel brengen van het explosief de technische documentatie ter beschikking van de relevante nationale autoriteiten.
3. Fabricage
De fabrikant neemt alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat het fabricage- en controleproces waarborgt dat de vervaardigde producten aan de toepasselijke eisen van deze richtlijn voldoen.
4. Keuring
Een door de fabrikant gekozen aangemelde instantie verricht de nodige onderzoeken en tests als omschreven in de relevante geharmoniseerde normen en/of technische specificaties, of gelijkwaardige tests of laat die verrichten, om te controleren of het explosief met de toepasselijke eisen van deze richtlijn overeenstemt. Indien er geen geharmoniseerde normen en/of technische specificaties zijn, beslist de aangemelde instantie over de te verrichten passende tests.
De aangemelde instantie geeft een conformiteitscertificaat af voor de verrichte onderzoeken en tests, en brengt haar identificatienummer aan op het goedgekeurde product of laat dit onder haar verantwoordelijkheid aanbrengen.
De fabrikant houdt de conformiteitscertificaten tot tien jaar na het in de handel brengen van het explosief ter beschikking van de nationale autoriteiten.
5. Conformiteitsmarkering en conformiteitsverklaring
5.1. De fabrikant brengt overeenkomstig deze richtlijn de vereiste conformiteitsmarkering en, onder verantwoordelijkheid van de in punt 4 bedoelde aangemelde instantie, het identificatienummer van die instantie aan op elk product dat aan de toepasselijke eisen van deze richtlijn voldoet.
5.2. De fabrikant stelt een conformiteitsverklaring op en houdt deze verklaring tot tien jaar na het in de handel brengen van het explosief ter beschikking van de nationale autoriteiten. In de conformiteitsverklaring wordt het explosief beschreven.
Een kopie van de conformiteitsverklaring wordt op verzoek aan de relevante autoriteiten verstrekt.
6. Gemachtigde
De in de punten 2 en 5 vervatte verplichtingen van de fabrikant kunnen namens hem en onder zijn verantwoordelijkheid worden vervuld door zijn gemachtigde, op voorwaarde dat dit in het mandaat gespecificeerd is.
é
BIJLAGE III
Ingetrokken richtlijn met overzicht van de achtereenvolgende wijzigingen ervan (als bedoeld in artikel 51)
Richtlijn 93/15/EEG van de Raad || (PB L 121 van 15.5.1993, blz. 20)
Verordening (EG) nr. 1882/2003 (PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1) || Uitsluitend punt 13) van bijlage II.
Verordening (EG) nr. 219/2009 (PB L 87 van 31.3.2009, blz. 109) || Uitsluitend punt 2.2 van de bijlage.
BIJLAGE IV
Concordantietabel
Richtlijn 93/15/EEG || Deze richtlijn
Artikel 1, lid 1 || Artikel 1, lid 1
Artikel 1, lid 2 || Artikel 2, lid 1
Artikel 1, lid 3 || Artikel 1, lid 2
Artikel 1, lid 4 || Artikel 2, leden 2 tot en met 10
Artikel 1, lid 5 || Artikel 1, lid 3
Artikel 2, lid 1 || Artikel 3
Artikel 2, lid 2 || Artikel 4
- || Artikel 21
- || Artikel 21
Artikel 2, lid 3 || Artikel 21
- || Artikel 21
Artikel 3 || Artikel 4 en artikel 6, lid 1
- || Artikel 6, leden 2 tot en met 8
- || Artikel 7
- || Artikel 8
- || Artikel 9
- || Artikel 10
Artikel 4, lid 1 || Artikel 18
Artikel 4, lid 2 || -
Artikel 5 || Artikel 19
Artikel 6, lid 1 || Artikel 19
Artikel 6, lid 2 || Artikelen 23 tot en met 26
- || Artikelen 28 tot en met 39
Artikel 7, lid 1 || Artikelen 21 en 22
Artikel 7, lid 2 || Artikel 21
Artikel 7, lid 3 || Artikel 21
- || Artikel 40
Artikel 8, lid 1 || Artikelen 41 en 43
Artikel 8, lid 2 || Artikel 42
Artikel 8, lid 3 || Artikel 44
Artikel 9, lid 1 || Artikel 11, lid 1
Artikel 9, lid 2 || -
Artikel 9, lid 3 || Artikel 11, lid 2
Artikel 9, lid 4 || Artikel 11, lid 3
Artikel 9, lid 5 || Artikel 11, lid 4
Artikel 9, lid 6 || Artikel 11, lid 6
Artikel 9, lid 7 || Artikel 11, lid 5
Artikel 9, lid 8 || Artikel 11, lid 7
Artikel 9, lid 9 || Artikel 11, lid 8
Artikel 10, lid 1 || Artikel 12, lid 1
Artikel 10, lid 2 || Artikel 12, lid 2
Artikel 10, lid 3 || Artikel 12, lid 3
Artikel 10, lid 4 || Artikel 12, lid 4
Artikel 10, lid 5 || Artikel 12, lid 5
Artikel 11 || Artikel 13
Artikel 12, lid 1 || Artikel 14, lid 1
Artikel 12, lid 2 || Artikel 14, lid 2
Artikel 13, lid 1 || Artikel 47, lid 1
Artikel 13, lid 2 || -
Artikel 13, lid 3 || Artikelen 45 en 46
Artikel 13, lid 4 || Artikel 47, lid 2
Artikel 13, lid 5 || Artikelen 45 en 46
Artikel 14, eerste alinea || Artikel 5
Artikel 14, tweede alinea || Artikel 15, eerste alinea
Artikel 14, derde alinea || Artikel 15, tweede alinea
Artikel 14, vierde alinea || Artikel 15, derde alinea
Artikel 15 || -
Artikel 16 || Artikel 16
Artikel 17 || Artikel 48
Artikel 18 || Artikel 17
Artikel 19 || Artikelen 49 en 50
- || Artikel 51
- || Artikel 52
Artikel 20 || Artikel 53
Bijlage I || Bijlage I
Bijlage II || Bijlage II
Bijlage III || Artikel 27
Bijlage IV || Artikel 21
- || Bijlage III
- || Bijlage IV
[1] Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's, COM(2011) 206 definitief.
[2] COM(2011) 315 definitief – voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende Europese normalisatie en tot wijziging van de Richtlijnen 89/686/EEG en 93/15/EEG van de Raad alsmede de Richtlijnen 94/9/EG, 94/25/EG, 95/16/EG, 97/23/EG, 98/34/EG, 2004/22/EG, 2007/23/EG, 2009/105/EG en 2009/23/EG van het Europees Parlement en de Raad.
[3] Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz.13).
[4] PB C 77 van 28.3.2002, blz. 1.
[5] PB C [ ] van [ ], blz. [ ].
[6] PB L 121 van 15.5.1993, blz. 20.
[7] PB L 218 van 13.8.2008, blz. 30.
[8] PB L 218 van 13.8.2008, blz. 82.
[9] PB L 10 van 14.1.1997, blz. 13.
[10] PB L 256 van 13.9.1991, blz. 51.
[11] PB L 154 van 14.6.2007, blz. 1.
[12] PB nr. L 109 van 26. 4. 1983, blz. 8. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Besluit 90/230/EEG van de Commissie (PB nr. L 128 van 18. 5. 1990, blz. 15).
[13] PB C [ ] van [ ], blz. [ ].
[14] PB nr. L 380 van 31. 12. 1990, blz. 13.
[15] PB L 144 van 2.6.198182 van 22.3.1997, blz. 1.
[16] PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13.
[17] PB L 94 van 5.4.2008, blz. 8.