Home

Conclusies van de Raad „Innovatieve benaderingen van chronische ziekten in de volksgezondheid en de gezondheidszorgstelsels”

Conclusies van de Raad „Innovatieve benaderingen van chronische ziekten in de volksgezondheid en de gezondheidszorgstelsels”

8.3.2011

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 74/4


Conclusies van de Raad „Innovatieve benaderingen van chronische ziekten in de volksgezondheid en de gezondheidszorgstelsels”

2011/C 74/03

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

1.

MEMOREERT dat overeenkomstig artikel 168 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie het optreden van de Unie, dat het nationale beleid aanvult, gericht moet zijn op verbetering van de volksgezondheid, alsook dat de Unie de samenwerking tussen de lidstaten op het gebied van volksgezondheid moet aanmoedigen, en zo nodig hun optreden moet steunen. Het optreden van de Unie moet tevens de verantwoordelijkheden van de lidstaten met betrekking tot de organisatie en verstrekking van gezondheidsdiensten en geneeskundige verzorging ten volle eerbiedigen;

2.

MEMOREERT dat overeenkomstig artikel 168 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie de lidstaten onderling, in verbinding met de Commissie, hun beleid en programma's moeten coördineren;

3.

ONDERSTREEPT dat de beginselen en de overkoepelende waarden van universaliteit, toegang tot hoogwaardige zorg, rechtvaardigheid en solidariteit, als onderschreven in de Raadsconclusies betreffende de gemeenschappelijke waarden en beginselen van de gezondheidsstelsels van de EU van 2 juli 2006, voor patiënten met chronische ziekten van het allergrootste belang zijn;

4.

MEMOREERT dat de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) onder chronische ziekten langdurige ziekten met doorgaans een trage voortgang verstaat. Chronische ziekten vormen veruit de belangrijkste doodsoorzaak in de wereld; zij vertegenwoordigen 60 % van alle sterfgevallen wereldwijd en leggen een enorme last op het dagelijks leven van patiënten en hun verwanten en op de maatschappij in haar geheel. In het komende decennium zal het aantal chronische ziekten stijgen, onder meer vanwege de vergrijzing van de Europese bevolking;

5.

MEMOREERT dat de Commissie er in haar Witboek: „Samen werken aan gezondheid: een EU-strategie voor 2008-2013” van 23 oktober 2007(1), waarin de gezondheidsstrategie van de EU wordt uiteengezet, op wijst dat gezondheidsbevordering in een vergrijzend Europa en ondersteuning van dynamische gezondheidsstelsels en nieuwe technologieën belangrijke doelstellingen voor de komende jaren zijn;

6.

HERINNERT AAN de Commissiemededeling: „Europa 2020 — Een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei” van 3 maart 2010(2) en met name het vlaggenschipinitiatief „Europees platform tegen armoede”, alsook aan de Commissiemededeling „Europa 2020-kerninitiatief — Innovatie-Unie” van 6 oktober 2010(3) die voorziet in een proef met een Europees innovatiepartnerschap op het gebied van actief en gezond ouder worden;

7.

IS INGENOMEN MET de op 20 oktober 2010 te Brussel gehouden ministeriële conferentie „Innovatieve benaderingen van chronische ziekten in de volksgezondheid en de gezondheidszorgstelsels”, die erop heeft gewezen dat er innovatieve manieren voor een kosteneffectieve preventie van gemeenschappelijke risicofactoren moeten worden gevonden, teneinde de omstandigheden te creëren waarin de burgers gemakkelijker gezonde keuzes kunnen maken, rekening te houden met sociaal-economische ongelijkheden in gezondheidsbevordering en gezondheidszorg, een betere coördinatie van de gezondheidsstelsels gemakkelijker te maken met het oog op een geïntegreerde, op de patiënt afgestemde zorg, alsmede geïntegreerd onderzoek naar gezondheidsbevordering, primaire preventie, secundaire preventie (inclusief vroegtijdige diagnose), behandeling en verzorging van chronische ziekten te stimuleren;

8.

VERZOEKT de lidstaten:

verder werk te maken van op de patiënt afgestemde beleidsmaatregelen voor gezondheidsbevordering, primaire en secundaire preventie, en behandeling en verzorging van chronische ziekten, in samenwerking met de betrokkenen, met name patiëntenorganisaties;

erop toe te zien dat deze beleidsmaatregelen bijdragen tot een afname van de ongelijkheden op gezondheidsgebied, met inachtneming van een aanpak die gezondheid in alle beleidsterreinen integreert;

goede praktijken te onderkennen en uit te wisselen met betrekking tot deze beleidsmaatregelen en inzake bestaande vergelijkbare gegevens over de incidentie en prevalentie van chronische ziekten en de klinische en sociale gevolgen daarvan;

9.

VERZOEKT de lidstaten en de Commissie om:

een denkproces op gang te brengen om na te gaan hoe het best op de problematiek van chronische ziekten kan worden gereageerd en hoe de samenwerking tussen de lidstaten kan worden geoptimaliseerd; alsook om de resultaten van dit proces in 2012 samen te vatten in een reflectienota;

dit denkproces te voeren in nauw overleg met de betrokkenen, waaronder patiënten, gezondheidswerkers, betalers en verstrekkers van gezondheidszorg, en rekening te houden met e-gezondheid en de mogelijke bijdrage van andere relevante beleidsgebieden, meer bepaald werkgelegenheid, gehandicaptenzorg, onderwijs en huisvesting;

in dit denkproces onder meer mogelijkheden tot actie op de volgende gebieden na te gaan:

gezondheidsbevordering en preventie van chronische ziekten: voor alle burgers de keuze voor een gezonde levenswijze vergemakkelijken, voorzien in communicatieve boodschappen en interventies op het gebied van gezondheidsbevordering voor alle chronische ziekten, gezondheid integreren in onderwijsprogramma's; de kwantitatieve analyse van de kosteneffectiviteit en de gezondheidsvoordelen van gezondheidsbevordering en preventie verder verbeteren; op basis van wetenschappelijk bewijs nagaan in hoeverre relevante risicofactoren voor chronische ziekten vroegtijdig kunnen worden opgespoord; preventie versterken door gezondheidsbeginselen in alle beleidsterreinen toe te passen;

gezondheidszorg: goede praktijken onderkennen en uitwisselen over de manier waarop patiënten met een chronische ziekte hun autonomie en levenskwaliteit kunnen optimaliseren; over effectieve en proactieve vroegtijdige interventie; over secundaire preventie; over de betaalbaarheid en toegankelijkheid van de verzorging van chronische ziekten; over de implementatie van innovatieve modellen voor de verzorging van chronische ziekten, met name in de eerstelijns- en gemeenschapszorg; en over manieren waarop ongelijkheid op gezondheidsvlak kan worden weggewerkt;

onderzoek naar chronische ziekten: bestuderen hoe de praktische uitvoering van preventie, vroegtijdige interventie en verzorging kan worden gebaseerd op bestaande wetenschappelijke kennis van chronische ziekten, met als doel de strategieën en technologieën te verbeteren en actief en gezond ouder worden te ondersteunen;

vergelijkbare gegevens op Europees niveau over de incidentie, de prevalentie, de risicofactoren en de afloop van chronische ziekten verzamelen, rekening houdend met verschillende bestaande mechanismen zoals het Europese gezondheidsonderzoek (EHES), met de opstelling van ziektecijfers in het kader van ESTAT en met bestaande registers en overige bronnen, om benchmarking en een empirisch beleid mogelijk te maken;

10.

VERZOEKT de Commissie om:

de lidstaten en de betrokkenen in het denkproces te ondersteunen en de resultaten van dit proces uiterlijk in 2012 samen te vatten in een reflectienota;

waar mogelijk chronische ziekten prioritair te integreren in huidige en toekomstige Europese onderzoeks- en actieprogramma's, en het resultaat van het denkproces mee te nemen in de uitvoering van het Europa 2020-initiatief;

de samenwerking met de WHO en de OESO rond chronische ziekten verder te versterken.