Advies van het Comité van de Regio's — Het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV)
Advies van het Comité van de Regio's — Het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV)
18.12.2012 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | C 391/84 |
Advies van het Comité van de Regio's — Het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (EFMZV)
2012/C 391/10
HET COMITE VAN DE REGIO'S
— | staat achter de oprichting van het nieuwe Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij (EFMZV), dat gericht is op de tenuitvoerlegging van het GVB, en wijst erop dat het van groot belang is dat de nodige middelen worden vrijgemaakt om de door het GVB opgelegde koers te kunnen volgen; |
— | is ingenomen met het feit dat het nieuwe EFMZV het merendeel van de financiële instrumenten van het GVB en het geïntegreerd maritiem beleid (GMB), die voorheen over verschillende fondsen verdeeld waren, samenvoegt; dat is nl. een welkome vereenvoudiging; |
— | pleit ervoor dat het EFMZV prioritair gericht blijft op de visserij, en zich niet gaat toeleggen op de vervanging van de visserij door andere activiteiten, iets waarop het overigens al herhaaldelijk heeft gewezen; zaak is juist het beroep van visser weer aantrekkelijker te maken; |
— | is verontrust over de inkrimping van het budget voor gegevensverzameling, net nu er extra middelen nodig zijn; de beschikbaarheid van volledige en voor beheersdoeleinden verwerkte gegevens zou enerzijds ten grondslag moeten liggen aan het GVB en anderzijds moeten worden uitgeroepen tot begrotingsprioriteit van het EFMZV; |
— | is ten zeerste gekant tegen de afschaffing van de maatregelen voor de aanpassing van de vloot; de nieuwe GVB-doelstellingen en m.n. het geleidelijke streven naar de MDO, zullen immers tot gevolg hebben dat vaartuigen aan de vloot moeten worden onttrokken en dat steun moet worden verleend voor het tijdelijk stopzetten van de activiteiten; |
— | wijst erop dat mocht de teruggooi geleidelijk worden beperkt, de vaartuigen moeten worden aangepast en gemoderniseerd en een aantal passende investeringen nodig zijn in de havens; |
— | verbaast zich erover dat geen middelen worden uitgetrokken voor de uitwerking van de meerjarenplannen; |
— | verzoekt om daadkrachtige steun voor technologische innovatie en investeringen die zijn gericht op een sterkere selectiviteit van het vistuig; |
— | meent dat uitfasering van de opslagsteun een verkeerde keuze is. |
Rapporteur | Pierre MAILLE (FR/PSE), voorzitter van de Algemene Raad van de Finistère |
Referentiedocument | Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake het Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij [tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad, Verordening (EG) nr. 861/2006 van de Raad, en Verordening (EU) nr. xxxx/2011 van de Raad inzake het geïntegreerd maritiem beleid] COM(2011) 804 final |
I. BELEIDSAANBEVELINGEN
HET COMITÉ VAN DE REGIO'S,
1. | is ingenomen met het voornemen van de Commissie om het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB) in stand te houden; visserij is immers voor tal van EU-regio's belangrijk. |
2. | Het Comité staat achter de oprichting van het nieuwe Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij (EFMZV), dat gericht is op de tenuitvoerlegging van het GVB. Het is daarbij van groot belang dat de nodige middelen worden vrijgemaakt om de door het GVB opgelegde koers te kunnen volgen. |
3. | Het GVB moet op de eerste plaats trachten om via een ecosysteemgerichte aanpak opnieuw tot een duurzaam economisch visserijklimaat te komen. Dat houdt in dat wordt gestreefd naar de maximale duurzame opbrengst (MDO). Daarnaast moet het GVB de voedselbevoorrading van de Europese consumenten veiligstellen, die in de richting moet gaan van zelfvoorziening. |
4. | Het is een goede zaak dat het nieuwe EFMZV het merendeel van de financiële instrumenten van het GVB en het geïntegreerd maritiem beleid (GMB), die voorheen over verschillende fondsen verdeeld waren, samenvoegt. Dat is een welkome vereenvoudiging. |
5. | Ook de integratie van het GMB in het EFMZV is een pluspunt. Economische activiteiten, milieubewustzijn, kennisverwerving, gegevensverzameling, toezicht en controle zijn immers kwesties die niet los van elkaar kunnen worden gezien. |
6. | Wel zou het Comité graag zien dat nauwkeurig wordt aangegeven hoe het directe beheer van het GMB moet verlopen: zo zijn nadere details nodig over de bestemming van de middelen en de begunstigde instanties. |
7. | Het voorgestelde gemeenschappelijk strategisch kader voor de cohesiefondsen (EFRO, ESF, Cohesiefonds, ELFPO en EFMZV) maakt een gedeeld beheer mogelijk, wat neerkomt op vereenvoudiging en betere coherentie. |
8. | Het EU-budget moet omvangrijk genoeg zijn om een efficiënt cohesiebeleid mogelijk te maken en tegemoet te komen aan de ambities van de Europa 2020-strategie. |
9. | Het is een goede zaak dat de lidstaten en de regio's voor de financiering van maatregelen voor de visserij en de ontwikkeling van visserijgemeenschappen een beroep kunnen doen op het EFRO, het Cohesiefonds, het ESF en het EFMZV. |
10. | Overeenkomstig de beginselen van multilevel governance en met inachtneming van de nationale bevoegdhedenverdeling moeten de lokale en regionale overheden in elke lidstaat ten volle worden betrokken bij de onderhandelingen over en de uitwerking, uitvoering en herziening van de verschillende strategische documenten, o.m. inzake het geïntegreerd maritiem beleid. |
11. | Het Comité verwerpt de voorstellen om het cohesiebeleid te koppelen aan de naleving van het stabiliteits- en groeipact: met de macro-economische criteria worden immers heel andere doelstellingen nagestreefd dan met het cohesiebeleid. |
12. | Het voorafstellen van randvoorwaarden draagt wel de goedkeuring van het Comité weg: het gaat immers om de voorwaarden waaraan moet worden voldaan om de GVB-doelstellingen te kunnen behalen; hierbij wordt rekening gehouden met ervaringen uit het verleden. |
13. | Er moet worden nagegaan wat de gevolgen zijn van de nieuwe criteria voor de verdeling van de middelen over de lidstaten; deze verschillen nl. van de voorheen gehanteerde EVF-criteria. |
14. | Het Comité herinnert aan zijn advies over de hervorming van het GVB, waarin het zich verzet tegen het voorstel om de lidstaten te verplichten overdraagbare visserijconcessies in te voeren, en waarin het pleit voor een geleidelijke vermindering van de teruggooi. |
15. | Positief is dat de Commissie aandacht besteedt aan verbetering van kennis en gegevensverzameling; het Comité wil in dit verband de nadruk leggen op het belang van samenwerking tussen vissers en wetenschappers. De beschikbaarheid van volledige en voor beheersdoeleinden verwerkte gegevens zou enerzijds ten grondslag moeten liggen aan het GVB en anderzijds moeten worden uitgeroepen tot begrotingsprioriteit van het EFMZV. |
16. | Het Comité is ten zeerste gekant tegen de afschaffing van de maatregelen voor de aanpassing van de vloot; de nieuwe GVB-doelstellingen en m.n. het geleidelijke streven naar de MDO, zullen immers tot gevolg hebben dat vaartuigen aan de vloot moeten worden onttrokken en dat steun moet worden verleend voor het tijdelijk stopzetten van de activiteiten. Dit moet op zijn minst voor bepaalde visserijtakken mogelijk worden gemaakt door een strikt kader, m.n. voor de visserijrechten; eventueel kan de steun geleidelijk aan worden verminderd, afhankelijk van de evolutie van de bestanden. |
17. | Het beroep van visser moet weer aantrekkelijker worden. Dat kan door de arbeidsvoorwaarden en de veiligheid en gezondheid aan boord te verbeteren en de nodige investeringen te doen, waarbij het mogelijk moet zijn per vaartuig meerdere maatregelen te treffen. |
18. | Het Comité neemt kennis van het feit dat de invoering van overdraagbare visserijconcessies facultatief is. Ter aanvulling op de invoering van dergelijke systemen dienen adviesraden, uitwisselingen van ervaringen en overgangsmaatregelen uit het EFMZV te worden gefinancierd. |
19. | Het Comité verbaast zich erover dat geen middelen worden uitgetrokken voor de uitwerking van de meerjarenplannen, toch een van de belangrijkste instrumenten die bij de basisverordening betreffende het GVB in het leven zijn geroepen met het oog op een goed beheer van de bestanden en het mariene milieu. |
20. | Het Comité staat achter het verminderen van de teruggooi en ongewenste vangsten en verzoekt om daadkrachtige steun voor technologische innovatie en investeringen die zijn gericht op een sterkere selectiviteit van het vistuig. |
21. | De technologische ontwikkeling maakt het mogelijk eenzelfde vaartuig steun te verlenen om zowel de selectiviteit te verbeteren, de impact op het mariene milieu te beperken en de veiligheid van de bemanning te vergroten, op voorwaarde dat de betrokken uitrusting niet overbodig is en een vooruitgang vormt die de visserij-inspanning niet verhoogt. |
22. | Ook is het zinvol dat vissers steun krijgen als ze bijdragen tot de bescherming en het herstel van de biodiversiteit en de mariene ecosystemen. Deze steun moet hun in staat stellen om een bijdrage te leveren aan beheersmaatregelen voor de visserij, m.n. in de Natura 2000-gebieden en de beschermde mariene gebieden, zoals tijdelijke stopzetting, het invoeren van vergunningen, enz. Aangezien de bescherming van het mariene milieu niet alleen een zaak is van de vissers, kan het niet de bedoeling zijn dat het EFMZV rechtstreeks financiële steun verleent voor het beheer van deze gebieden of de milieumonitoring. |
23. | De visserijsector moet zijn steentje bijdragen aan de strijd tegen de klimaatopwarming en verontreiniging. Het EFMZV moet steun verlenen aan onderzoeks- en innovatieprojecten die gericht zijn op het verbeteren van de energie-efficiëntie en het terugdringen van de CO2-uitstoot, m.n. tegen de achtergrond van brandstofprijzen die nadelig zijn voor het concurrentievermogen. Het moet dus mogelijk zijn steun te verlenen aan het vervangen van de motoren van vaartuigen en ervoor te zorgen dat de visserij mee de vruchten plukt van de technologische vooruitgang op dit gebied. |
24. | Wordt er bepaald dat de teruggooi geleidelijk wordt beperkt, dan moeten de vaartuigen worden aangepast en gemoderniseerd en zijn een aantal passende investeringen nodig in de havens. |
25. | Er moeten innoverende inspanningen worden gedaan om de verschillende teruggegooide soorten in kaart te brengen, zodat maatregelen kunnen worden genomen om de teruggooi te beperken en de soorten op een gepaste manier te exploiteren. |
26. | Het Comité verheugt zich over de inzet van de Commissie voor de lokale ontwikkeling van de visserijgemeenschappen. Wel is het zaak erop toe te zien dat het EFMZV prioritair gericht blijft op de visserij, en zich niet gaat toeleggen op de vervanging van de visserij door andere activiteiten, iets waarop al herhaaldelijk is gewezen. Er moet worden uitgegaan van een evenwichtiger aanpak, waarbij diversificatie niet wordt losgekoppeld van het behoud van directe en indirecte werkgelegenheid en aandacht wordt besteed aan de noodzakelijke verjonging. Zo moet in de verordening met name worden voorzien in steun voor jongeren om visserijactiviteiten op te starten, naar analogie van de regelingen voor de landbouwsector, zeker nu de geplande invoering van overdraagbare visserijconcessies de toegang tot het beroep nog moeilijker dreigt te maken. |
27. | Voor het welslagen van de lokale ontwikkeling zijn de inzet en actieve medewerking nodig van de lokale betrokkenen, de lokale bestuurders en overheden, beroepsorganisaties, vissersverenigingen, enz. Met het oog op de oprichting van dergelijke partnerschappen zouden er meer plaatselijke visserijgroepen (FLAG's) moeten komen of zouden de in het kader van het ELFPO opgerichte lokale actiegroepen (LAG's) moeten worden uitgebreid tot de visserij. Het bestuur van de plaatselijke visserijgroepen moet uitgaan van de lokale en regionale overheden, die een belangrijke stem in het kapittel moeten krijgen bij de afbakening van de strategische doelstellingen voor lokale ontwikkeling, de uitvoering daarvan en het beheer van de middelen. |
28. | Het Comité pleit voor meer steun voor de vishandel en de verwerkende bedrijven om opwaardering van de producten aan te moedigen en de structuur van de downstreamketen te versterken: er moeten stimulansen komen voor technologische innovatie en verhoging van de productiviteit; dergelijke steun hoeft niet noodzakelijk eenmalig te zijn. |
29. | De Commissie zou meer ambitie aan de dag moeten leggen bij het streven naar de invoering van een Europees keurmerk voor producten uit zee. De consument moet Europese visserijproducten kunnen herkennen en zich bewust zijn van de inspanningen om de biodiversiteit te respecteren en de door het GVB opgelegde gezondheidsvoorschriften na te leven. |
30. | De GMO-maatregelen moeten de GVB-doelstellingen dichterbij brengen. Het Comité zou dan ook graag zien dat marktinstrumenten worden ingesteld om de impact van de overgang naar de MDO af te zwakken en de lokale afzetmarkten voor Europese visserijproducten in stand te houden. |
31. | Uitfasering van de opslagsteun is in de ogen van het Comité een verkeerde keuze, gezien de grote onzekerheid op het vlak van productie en afzet waar beroepsvissers mee te maken krijgen. |
32. | De Commissie stelt een groot aantal belangrijke stimulerende maatregelen voor de aquacultuur voor, die de goedkeuring van het Comité kunnen wegdragen. Het gaat o.m. om de vestiging van jongeren, innovatie, investeringen, beheers-, verzorgings- en adviesdiensten, verzekeringen, enz. |
33. | Er moet streng worden toegezien op de naleving van de milieuvoorschriften, de kennis over de input in de aquacultuur en de berekening van de impact op het milieu. |
34. | De aquacultuur moet een nettoproducent van viseiwit blijven en mag niet leiden tot overbevissing van de soorten die bestemd zijn voor de voeding van kweekvissen, waardoor het evenwicht in de voedselketen zou worden verstoord en de biodiversiteit in gevaar zou komen. |
35. | Het Comité staat achter de steun voor de productie van zeewier, of dit nu bedoeld is als voedsel of niet. |
36. | Voor het Comité staat het vast dat de ultraperifere regio's het moeilijker hebben dan de rest van Europa. Afzetsteun volstaat dan ook niet om de hogere kosten te dekken waarmee de visserij- en aquacultuursector in deze gebieden te maken heeft. |
37. | Daarnaast dringt het Comité erop aan dat het EFMZV daadwerkelijk rekening houdt met de behoefte van de ultraperifere regio's aan een sterker ontwikkelde visserij door steun aan de vernieuwing van de vloot mogelijk te maken. |
38. | De invoering van steunmaatregelen voor het plaatsen van visconcentratievoorzieningen is van groot belang voor de ontwikkeling van een duurzame kustvisserij in de ultraperifere gebieden. |
39. | Het Comité stelt voor een regionale adviesraad op te richten voor de ultraperifere gebieden, naar analogie van de raden die al bestaan op het Europese vasteland. |
40. | Het Comité vraagt aandacht voor de noodzaak van doeltreffendere controles, zodat alle partijen de GVB-voorschriften naleven. Dit houdt ook in dat het budget voor controles wordt opgetrokken en dat er naar nieuwe, doeltreffendere controlemethodes wordt gezocht, anders dreigt de regeling haar geloofwaardigheid te verliezen. |
41. | De inkrimping van het budget voor gegevensverzameling is verontrustend, nu er juist bijkomende middelen nodig zijn omdat het streven naar de MDO voor alle bestanden extra gegevens vereist; over heel wat bestanden is immers nog te weinig bekend. Het Comité stelt dan ook voor de desbetreffende bijdrage van het EFMZV op te trekken tot 80 % van de subsidiabele uitgaven. |
42. | De regionale adviesraden moeten terdege en op vaste basis worden ondersteund, m.n. bij het voorstellen van wetenschappelijke studies of beheersmaatregelen die zijn afgestemd op de verschillende visserijtakken, zodat de regionalisatiedoelstellingen ten volle kunnen worden gerealiseerd. |
43. | Het Comité acht het van zeer groot belang dat de Europese burgers en consumenten worden voorgelicht over het beleid van de EU en het gebruik van de financiële middelen. Het staat dan ook achter het voorstel voor de oprichting van websites met informatie over de resultaten, de opgestarte acties en de begunstigden van het EFMZV; een en ander zou de transparantie immers ten goede komen. |
44. | Potentiële begunstigden moeten uitvoerig worden geïnformeerd over de nieuwe mechanismen van het EFMZV, zodat er op de juiste manier gebruik zal worden gemaakt van het fonds. |
45. | Het gebruik van gedelegeerde handelingen door de Commissie zou te ver gaan; het Comité is veeleer voorstander van een toepassingverordening waarin de meeste, of zelfs alle uitvoeringsvoorschriften worden vastgelegd. |
46. | Het tijdschema voor de goedkeuring van de diverse besluiten die betrekking hebben op het EFMZV, brengt een aantal problemen mee:
|
47. | In het licht van het bovenstaande is het Comité van mening dat het huidige voorstel voor een verordening betreffende het EFMZV nog ingrijpend moet worden gewijzigd voor het kan worden goedgekeurd. |
II. AANBEVELINGEN VOOR WIJZIGINGEN
Wijzigingsvoorstel 1
Overweging 9
Door de Commissie voorgestelde tekst | Wijzigingsvoorstel van het CvdR | ||||
|
|
Motivering
In de basisverordening voor het GVB wordt bepaald dat de MDO indien mogelijk in 2015 moet worden behaald. Die nuancering moet hier worden overgenomen.
Wijzigingsvoorstel 2
Overweging 37
Door de Commissie voorgestelde tekst | Wijzigingsvoorstel van het CvdR | ||||
|
|
Motivering
De lidstaten moeten zelf kunnen beslissen of zij overdraagbare visserijconcessies willen invoeren.
Wijzigingsvoorstel 3
Overweging 38
Door de Commissie voorgestelde tekst | Wijzigingsvoorstel van het CvdR | ||||
|
|
Motivering
De lidstaten moeten zelf kunnen beslissen of zij overdraagbare visserijconcessies willen invoeren.
Steun voor de vestiging van jonge vissers is noodzakelijk om de verjonging van de sector mogelijk te maken en nieuwe, beter opgeleide zeelieden aan te trekken die zich bewust zijn van het belang van een visserijbeheer dat beter rekening houdt met de hulpbronnen.
Wijzigingsvoorstel 4
Overweging 39
Door de Commissie voorgestelde tekst | Wijzigingsvoorstel van het CvdR | ||||
|
|
Motivering
Plannen voor de aanpassing van de visserij-inspanning die gepaard gaan met steun voor de buitenbedrijfstelling van vaartuigen, mogen niet worden stopgezet. De steun voor de buitenbedrijfstelling van vaartuigen maakt het mogelijk om de visserijcapaciteit in moeilijke situaties (schaarste van de bestanden …) te beperken, teneinde te voorkomen dat wordt uitgeweken naar gezonde visserijtakken. Er moet dus worden vastgehouden aan deze steun, waarbij echter wel de nodige aandacht moet uitgaan naar een daadwerkelijke beperking van de visserij-inspanning door de steun te koppelen aan een intrekking van visserijconcessies.
Wijzigingsvoorstel 5
Overweging 41
Door de Commissie voorgestelde tekst | Wijzigingsvoorstel | ||||
|
| ||||
Motivering
Het is belangrijk de rol van meren en rivieren als milieucorridors te versterken, onder meer door hindernissen in rivieren weg te nemen en er zo voor te zorgen dat migrerende vissoorten hun volledige levenscyclus kunnen voltooien.
Wijzigingsvoorstel 6
Overweging 62
Door de Commissie voorgestelde tekst | Wijzigingsvoorstel van het CvdR | ||||
|
|
Motivering
De uitfasering van de opslagsteun is in de ogen van het Comité een verkeerde keuze, aangezien de vaartuigen volgens art. 15 van de basisverordening van het GVB geleidelijk zullen worden verplicht om alle vangsten, met inbegrip van de bijvangst, aan te landen. Opslagsteun kan nuttig zijn met het oog op het beheer van de aangelande volumes.
Wijzigingsvoorstel 7
Artikel 3
Door de Commissie voorgestelde tekst | Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
Artikel 3 Definities | Artikel 3 Definities |
1. Voor de toepassing van de onderhavige verordening en onverminderd lid 2 gelden de definities van artikel 5 van de [GVB verordening] , artikel 5 van de [verordening inzake de gemeenschappelijke marktordening voor visserijproducten en aquacultuurproducten], artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en artikel 2 van de [verordening inzake gemeenschappelijke bepalingen]. | 1. Voor de toepassing van de onderhavige verordening en onverminderd lid 2 gelden de definities van artikel 5 van de [GVB verordening] , artikel 5 van de [verordening inzake de gemeenschappelijke marktordening voor visserijproducten en aquacultuurproducten], artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en artikel 2 van de [verordening inzake gemeenschappelijke bepalingen]. |
2. Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder: | 2. Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder: |
(1) "gemeenschappelijke gegevensuitwisselingsstructuur" (CISE - Common Information Sharing Environment): een gedecentraliseerd opgezet netwerk van systemen voor de uitwisseling van informatie tussen gebruikers uit verschillende sectoren met als doel het situationele bewustzijn inzake activiteiten op zee te verbeteren; | (1) "gemeenschappelijke gegevensuitwisselingsstructuur" (CISE - Common Information Sharing Environment): een gedecentraliseerd opgezet netwerk van systemen voor de uitwisseling van informatie tussen gebruikers uit verschillende sectoren met als doel het situationele bewustzijn inzake activiteiten op zee te verbeteren; |
(2) "sectoroverschrijdende concrete acties": initiatieven die verschillende sectoren en/of sectorale beleidsgebieden zoals bedoeld in het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie ten goede komen en die niet hun volledige rendement halen indien ze ten uitvoer worden gelegd aan de hand van maatregelen binnen de grenzen van één bepaald beleidsgebied; | (2) "sectoroverschrijdende concrete acties": initiatieven die verschillende sectoren en/of sectorale beleidsgebieden zoals bedoeld in het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie ten goede komen en die niet hun volledige rendement halen indien ze ten uitvoer worden gelegd aan de hand van maatregelen binnen de grenzen van één bepaald beleidsgebied; |
(3) "elektronisch registratie- en meldsysteem" (ERS - electronic recording and reporting system): een systeem voor de elektronische registratie en melding van gegevens zoals bedoeld in de artikelen 15, 24 en 63 van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad; | (3) "elektronisch registratie- en meldsysteem" (ERS - electronic recording and reporting system): een systeem voor de elektronische registratie en melding van gegevens zoals bedoeld in de artikelen 15, 24 en 63 van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad; |
(4) "Europees marien observatie- en datanetwerk": een netwerk waarin nationale programma's voor mariene observatie en data worden geïntegreerd tot een gemeenschappelijk en toegankelijk Europees instrument; | (4) "Europees marien observatie- en datanetwerk": een netwerk waarin nationale programma's voor mariene observatie en data worden geïntegreerd tot een gemeenschappelijk en toegankelijk Europees instrument; |
(5) "visserijgebied": een door de lidstaat als zodanig aangemerkt gebied aan de kust van een zee of een meer of met vijvers of een riviermonding, en met een belangrijke werkgelegenheid in de visserijsector of de aquacultuursector; | (5) "visserijgebied": een door de lidstaat als zodanig aangemerkt gebied aan de kust van een zee of een meer of met vijvers of een riviermonding, en met een belangrijke werkgelegenheid in de visserijsector of de aquacultuursector; |
(6) "visser": een door de lidstaat als zodanig erkend persoon die de beroepsvisserij uitoefent aan boord van een in bedrijf zijnd vissersvaartuig of een door de lidstaat als zodanig erkend persoon die beroepsmatig mariene organismen oogst zonder vaartuig; | (6) "visser": een door de lidstaat als zodanig erkend persoon die de beroepsvisserij uitoefent aan boord van een in bedrijf zijnd vissersvaartuig of een door de lidstaat als zodanig erkend persoon die beroepsmatig mariene organismen oogst zonder vaartuig; |
(7) "geïntegreerd maritiem beleid" (GMB): een EU beleid dat erop gericht is een gecoördineerde en coherente besluitvorming tot stand te brengen teneinde middels coherente beleidslijnen op het gebied van maritieme zaken en middels ter zake relevante internationale samenwerking te komen tot een optimale duurzame ontwikkeling, economische groei en sociale cohesie in de lidstaten, met name in de kust-, eiland- en ultraperifere gebieden van de Unie en in de maritieme sectoren; | (7) "geïntegreerd maritiem beleid" (GMB): een EU beleid dat erop gericht is een gecoördineerde en coherente besluitvorming tot stand te brengen teneinde middels coherente beleidslijnen op het gebied van maritieme zaken en middels ter zake relevante internationale samenwerking te komen tot een optimale duurzame ontwikkeling, economische groei en sociale cohesie in de lidstaten, met name in de kust-, eiland- en ultraperifere gebieden van de Unie en in de maritieme sectoren; |
(8) "geïntegreerde maritieme bewaking": een EU initiatief om de bewaking van de Europese zeeën efficiënter en doeltreffender te maken middels sector- en grensoverschrijdende informatie-uitwisseling en samenwerking; | (8) "geïntegreerde maritieme bewaking": een EU initiatief om de bewaking van de Europese zeeën efficiënter en doeltreffender te maken middels sector- en grensoverschrijdende informatie-uitwisseling en samenwerking; |
(9) "onregelmatigheid": een onregelmatigheid zoals gedefinieerd in artikel 1, lid 2, van Verordening (EG) nr. 2988/95 van de Raad; | (9) "onregelmatigheid": een onregelmatigheid zoals gedefinieerd in artikel 1, lid 2, van Verordening (EG) nr. 2988/95 van de Raad; |
(10) "binnenvisserij": visserij voor commerciële doeleinden die wordt verricht hetzij door vaartuigen die uitsluitend actief zijn in de binnenwateren hetzij met andere voorzieningen die voor het vissen op het ijs worden gebruikt; | (10) "binnenvisserij": visserij voor commerciële doeleinden die wordt verricht hetzij door vaartuigen die uitsluitend actief zijn in de binnenwateren hetzij met andere voorzieningen die voor het vissen op het ijs worden gebruikt; |
(11) "geïntegreerd beheer van kustgebieden": strategieën en maatregelen zoals omschreven in Aanbeveling 2002/413/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2002 betreffende de uitvoering van een geïntegreerd beheer van kustgebieden in Europa; | (11) "geïntegreerd beheer van kustgebieden": strategieën en maatregelen zoals omschreven in Aanbeveling 2002/413/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2002 betreffende de uitvoering van een geïntegreerd beheer van kustgebieden in Europa; |
(12) "geïntegreerd maritiem bestuur": het gecoördineerde beheer van alle sectorale beleidsgebieden van de EU die gevolgen hebben voor de zeeën, oceanen en kustgebieden; | (12) "geïntegreerd maritiem bestuur": het gecoördineerde beheer van alle sectorale beleidsgebieden van de EU die gevolgen hebben voor de zeeën, oceanen en kustgebieden; |
(13) "mariene regio's": geografische gebieden zoals omschreven in bijlage I bij Besluit 2004/585/EG van de Raad en de door de regionale organisaties voor visserijbeheer ingestelde gebieden; | (13) "mariene regio's": geografische gebieden zoals omschreven in bijlage I bij Besluit 2004/585/EG van de Raad en de door de regionale organisaties voor visserijbeheer ingestelde gebieden; |
(14) "maritieme ruimtelijke ordening": een proces in het kader waarvan de openbare autoriteiten de verdeling van menselijke activiteiten in mariene gebieden in ruimte en tijd analyseren en organiseren om zo ecologische, economische en sociale doelstellingen te verwezenlijken; | (14) "maritieme ruimtelijke ordening": een proces in het kader waarvan de openbare autoriteiten de verdeling van menselijke activiteiten in mariene gebieden in ruimte en tijd analyseren en organiseren om zo ecologische, economische en sociale doelstellingen te verwezenlijken; |
(15) "maatregel": een samenstel van concrete acties; | (15) "maatregel": een samenstel van concrete acties; |
(16) "overheidsuitgaven": een bijdrage tot de financiering van een concrete actie uit de begroting van de lidstaten, van de regionale of plaatselijke overheden of van de Europese Unie, alsmede vergelijkbare uitgaven; elke bijdrage aan de financiering van concrete acties die afkomstig is uit de begroting van publiekrechtelijke instellingen of verenigingen van een of meer regionale of plaatselijke overheden of publiekrechtelijke instellingen die handelen overeenkomstig Richtlijn 2004/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten wordt beschouwd als een overheidsbijdrage; | (16) "overheidsuitgaven": een bijdrage tot de financiering van een concrete actie uit de begroting van de lidstaten, van de regionale of plaatselijke overheden of van de Europese Unie, alsmede vergelijkbare uitgaven; elke bijdrage aan de financiering van concrete acties die afkomstig is uit de begroting van publiekrechtelijke instellingen of verenigingen van een of meer regionale of plaatselijke overheden of publiekrechtelijke instellingen die handelen overeenkomstig Richtlijn 2004/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten wordt beschouwd als een overheidsbijdrage; |
(17) "zeegebiedstrategie": een gestructureerd samenwerkingskader voor een bepaald geografisch gebied, dat wordt ontwikkeld door de Europese instellingen, de lidstaten, de regio's van de lidstaten en, in voorkomend geval, derde landen, met name wanneer het gaat om een met derde landen gedeeld zeegebied; in de strategie wordt rekening gehouden met de specifieke geografische, klimatologische, economische en politieke kenmerken van het betrokken zeegebied; | (17) "zeegebiedstrategie": een gestructureerd samenwerkingskader voor een bepaald geografisch gebied, dat wordt ontwikkeld door de Europese instellingen, de lidstaten, de regio's van de lidstaten en, in voorkomend geval, derde landen, met name wanneer het gaat om een met derde landen gedeeld zeegebied; in de strategie wordt rekening gehouden met de specifieke geografische, klimatologische, economische en politieke kenmerken van het betrokken zeegebied; |
(18) "kleinschalige kustvisserij": de visserij door vissersvaartuigen met een lengte over alles van minder dan 12 meter die geen gebruikmaken van gesleept vistuig zoals bedoeld in tabel 3 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 26/2004 van de Commissie van 30 december 2003 betreffende het communautaire gegevensbestand over de vissersvloot; | (18) "kleinschalige kustvisserij": de visserij door vissersvaartuigen met een lengte over alles van minder dan 12 meter die geen gebruikmaken van gesleept vistuig zoals bedoeld in tabel 3 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 26/2004 van de Commissie van 30 december 2003 betreffende het communautaire gegevensbestand over de vissersvloot; |
(19) "vaartuigen die uitsluitend in de binnenwateren actief zijn": vaartuigen voor de commerciële visserij in binnenwateren die niet in het EU gegevensbestand over de vissersvloot zijn opgenomen. | (19) "vaartuigen die uitsluitend in de binnenwateren actief zijn": vaartuigen voor de commerciële visserij in binnenwateren die niet in het EU gegevensbestand over de vissersvloot zijn opgenomen |
: | |
: | |
: |
Wijzigingsvoorstel 8
Artikel 6, lid 4
Door de Commissie voorgestelde tekst | Wijzigingsvoorstel van het CvdR | ||||
(4) Bevordering van een duurzame en hulpbronefficiënte visserij door de nadruk te leggen op: | (4) Bevordering van een duurzame en hulpbronefficiënte visserij door de nadruk te leggen op: | ||||
|
| ||||
|
| ||||
Motivering
Bij buitensporige uitputting van visbestanden is het soms nodig om een beroep te doen op visteeltactiviteiten.
Wijzigingsvoorstel 9
Artikel 13
Door de Commissie voorgestelde tekst | Wijzigingsvoorstel van het CvdR | ||||
De volgende concrete acties komen niet in aanmerking voor steun in het kader van het EFMZV: | De volgende concrete acties komen niet in aanmerking voor steun in het kader van het EFMZV: | ||||
|
| ||||
|
| ||||
| |||||
| |||||
| |||||
|
|
Motivering
De bouw van nieuwe vaartuigen in de ultraperifere gebieden moet in aanmerking komen voor steun; zij moeten immers hun vaartuigen aanpassen, zodat wordt voldaan aan de vereisten van een goed beheer van de bestanden en de gezondheidsvoorschriften.
Dankzij de buitenbedrijfstelling van vaartuigen kan de visserijcapaciteit in moeilijke situaties (schaarste van de bestanden …) worden beperkt, teneinde te voorkomen dat wordt uitgeweken naar gezonde visserijtakken. Er moet dus worden vastgehouden aan deze steun, waarbij echter wel de nodige aandacht moet uitgaan naar een daadwerkelijke beperking van de visserij-inspanning door een beter beheer van de visserijconcessies.
Door tijdelijke stopzetting te financieren wordt compensatie geboden aan vaartuigen die hun activiteiten moeten stopzetten omdat er sprake is van verontreiniging of omdat een biologische rustperiode is ingesteld voor bepaalde soorten (zoals al is gebeurd voor ansjovis). Blijft steunverlening uit, dan zullen de betrokken vaartuigen naar alle waarschijnlijkheid op andere soorten gaan vissen, zodat die bestanden in gevaar komen.
Wijzigingsvoorstel 10
Artikel 15
Door de Commissie voorgestelde tekst | Wijzigingsvoorstel van het CvdR | ||||
1. De gedeeld beheerde middelen die in het kader van het EFMZV beschikbaar zijn voor vastleggingen voor de periode 2014 – 2020, bedragen overeenkomstig de in bijlage II vastgestelde jaarlijkse verdeling 5 520 000 000 euro, uitgedrukt in huidige prijzen. | 1. De gedeeld beheerde middelen die in het kader van het EFMZV beschikbaar zijn voor vastleggingen voor de periode 2014 – 2020, bedragen overeenkomstig de in bijlage II vastgestelde jaarlijkse verdeling 5 520 000 000 euro, uitgedrukt in huidige prijzen. | ||||
2. Van het in lid 1 genoemde bedrag wordt 4 535 000 000 euro toegewezen voor de duurzame ontwikkeling van de visserij, de aquacultuur en de aquacultuurgebieden, zoals bedoeld in respectievelijk hoofdstuk I, hoofdstuk II en hoofdstuk III van titel V. | 2. Van het in lid 1 genoemde bedrag wordt 4 535 000 000 euro toegewezen voor de duurzame ontwikkeling van de visserij, de aquacultuur en de aquacultuurgebieden, zoals bedoeld in respectievelijk hoofdstuk I, hoofdstuk II hoofdstuk III van titel V. | ||||
3. Van het in lid 1 genoemde bedrag wordt 477 000 000 euro toegewezen voor in artikel 78 bedoelde controle- en handhavingsmaatregelen. | 3. Van het in lid 1 genoemde bedrag wordt 477 000 000 euro toegewezen voor in artikel 78 bedoelde controle- en handhavingsmaatregelen. | ||||
4. Van het in lid 1 genoemde bedrag wordt 358 000 000 euro toegewezen voor in artikel 79 bedoelde maatregelen inzake gegevensverzameling. | 4. Van het in lid 1 genoemde bedrag wordt 358 000 000 euro toegewezen voor in artikel 79 bedoelde maatregelen inzake gegevensverzameling. | ||||
5. De financiële middelen die worden toegewezen voor in titel V, hoofdstuk V, bedoelde compensatie ten bate van de ultraperifere gebieden, mogen jaarlijks niet meer bedragen dan: | 5. De financiële middelen die worden toegewezen voor in titel V, hoofdstuk V, bedoelde compensatie ten bate van de ultraperifere gebieden, mogen jaarlijks niet meer bedragen dan: | ||||
|
| ||||
|
| ||||
|
| ||||
| |||||
6. Van het in lid 1 genoemde bedrag wordt 45 000 000 euro toegewezen voor in artikel 72 bedoelde opslagsteun die wordt verleend vanaf begin 2014 tot eind 2018. | 6. Van het in lid 1 genoemde bedrag wordt 45 000 000 euro toegewezen voor in artikel 72 bedoelde opslagsteun die wordt verdeeld vanaf begin 2014 tot eind 2018. |
Motivering
De Commissie vergeet hier te verwijzen naar de financiering van de in titel V van de verordening vermelde maatregelen voor afzet en verwerking. Conform de GVB-basisverordening moet in het kader van de compensatiesteun rekening worden gehouden met alle ultraperifere gebieden. Er moet dan ook een specifiek bedrag worden vastgelegd voor Guadeloupe, Martinique en Mayotte.
Wijzigingsvoorstel 11
Artikel 26
Door de Commissie voorgestelde tekst | Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
De in dit hoofdstuk bedoelde steun draagt bij tot de verwezenlijking van de in artikel 6, leden 2 en 4, bedoelde EU prioriteiten. | De in dit hoofdstuk bedoelde steun draagt bij tot de verwezenlijking van de in artikel 6, leden 2 en 4, bedoelde EU prioriteiten. |
Motivering
In lid 1 van artikel 6 wordt verwezen naar de bevordering van de werkgelegenheid en de territoriale cohesie. Deze doelstelling mag niet ontbreken in het hoofdstuk over duurzame ontwikkeling van visserijgebieden.
Wijzigingsvoorstel 12
Artikel 31
Door de Commissie voorgestelde tekst | Wijzigingsvoorstel van het CvdR | ||||
1. Om het menselijk kapitaal en de sociale dialoog te verbeteren, kan uit het EFMZV steun worden verleend voor: | 1. Om het menselijk kapitaal en de sociale dialoog te verbeteren, kan uit het EFMZV steun worden verleend voor: | ||||
|
| ||||
|
| ||||
|
| ||||
2. De in lid 1 bedoelde steun wordt ook verleend aan de echtgenoten of, mits en voor zover erkend in het nationale recht, levenspartners van zelfstandige vissers, die, anders dan als werknemer of als vennoot, gewoonlijk en onder de in het nationale recht bepaalde voorwaarden deelnemen aan de uitoefening van de activiteit van de zelfstandige vissers of ondersteunende taken verrichten. | 2. De in lid 1 bedoelde steun wordt ook verleend aan de echtgenoten of, mits en voor zover erkend in het nationale recht, levenspartners van zelfstandige vissers, die werknemer of vennoot , gewoonlijk en onder de in het nationale recht bepaalde voorwaarden deelnemen aan de uitoefening van de activiteit van de zelfstandige vissers of ondersteunende taken verrichten. |
Wijzigingsvoorstel 13
Artikel 32
Door de Commissie voorgestelde tekst | Wijzigingsvoorstel van het CvdR | ||||
1. Om de diversifiëring en de werkgelegenheidcreatie buiten de visserijsector te bevorderen, kan uit het EFMZV steun worden verleend voor: | 1. Om de diversifiëring en de werkgelegenheidcreatie te bevorderen, kan uit het EFMZV steun worden verleend voor: | ||||
| |||||
| |||||
| |||||
| |||||
2. De in lid 1, onder a), bedoelde steun wordt verleend aan vissers die: | 2. De in lid 1, onder , bedoelde steun wordt verleend aan vissers die: | ||||
|
| ||||
|
| ||||
3. De in lid 1, onder b), bedoelde steun wordt verleend aan kleinschalige kustvissers die eigenaar zijn van een EU vissersvaartuig dat als actief is geregistreerd en die in de twee jaar voorafgaand aan de datum van indiening van de aanvraag gedurende ten minste 60 dagen visserijactiviteiten op zee hebben verricht. De aan het vissersvaartuig gekoppelde visvergunning wordt definitief ingetrokken. | 3. De in lid 1, onder , bedoelde steun wordt verleend aan kleinschalige kustvissers die eigenaar zijn van een EU vissersvaartuig dat als actief is geregistreerd en die in de twee jaar voorafgaand aan de datum van indiening van de aanvraag gedurende ten minste 60 dagen visserijactiviteiten op zee hebben verricht. De aan het vissersvaartuig gekoppelde visvergunning wordt definitief ingetrokken. | ||||
4. Begunstigden van de in lid 1 bedoelde steun mogen gedurende vijf jaar na de ontvangst van de laatste steunbetaling beroepsmatig geen visserijactiviteiten uitoefenen. | 4. egunstigden van de in lid 1 bedoelde steun gedurende vijf jaar na de ontvangst van de laatste steunbetaling beroepsmatig geen visserijactiviteiten uitoefenen. | ||||
5. De in het kader van lid 1, onder b), subsidiabele kosten mogen niet meer bedragen dan de kosten van de aanpassing die het vaartuig heeft ondergaan om voor een ander doel dan visserij te worden ingezet. | 5. De in het kader van lid 1, onder , subsidiabele kosten mogen niet meer bedragen dan de kosten van de aanpassing die het vaartuig heeft ondergaan om voor een ander doel dan visserij te worden ingezet. | ||||
6. De in lid 1, onder a), bedoelde steun bedraagt niet meer dan 50 % van de begroting die in het bedrijfsplan voor elke concrete actie is geoormerkt, met dien verstande dat dit bedrag per concrete actie niet hoger mag zijn dan 500 000 euro. | |||||
| |||||
| |||||
| |||||
| |||||
| |||||
De in lid 1, onder ), bedoelde steun bedraagt niet meer dan 50 % van de begroting die in het bedrijfsplan voor elke concrete actie is geoormerkt, met dien verstande dat dit bedrag per concrete actie niet hoger mag zijn dan 500 000 euro. |
Motivering
Omschakelingssteun moet worden aangevuld met een slooppremie, zoals die ook uit het oude fonds (EVF) werd verleend. Als de desbetreffende visserijrechten daadwerkelijk worden ingetrokken zal dankzij deze maatregelen de algemene visserijcapaciteit afnemen.
Ook steun voor de vestiging van jonge vissers is noodzakelijk om de verjonging van de sector mogelijk te maken en nieuwe, beter opgeleide zeelieden aan te trekken die zich bewust zijn van het belang van een visserijbeheer dat rekening houdt met de hulpbronnen.
Wijzigingsvoorstel 14
Artikel 33
Door de Commissie voorgestelde tekst | Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
1. Om de arbeidsomstandigheden van de vissers aan boord te verbeteren, mag uit het EFMZV steun worden verleend voor investeringen aan boord of in afzonderlijke voorzieningen, op voorwaarde dat deze investeringen verder gaan dan wat op grond van het nationale of het EU-recht vereist is. | 1. Om de arbeidsomstandigheden van de vissers aan boord te verbeteren, mag uit het EFMZV steun worden verleend voor investeringen aan boord of in afzonderlijke voorzieningen, op voorwaarde dat deze investeringen verder gaan dan wat op grond van het EU-recht vereist is. |
2. De steun wordt verleend aan vissers of aan eigenaren van vissersvaartuigen. | 2. De steun wordt verleend aan vissers of aan eigenaren van vissersvaartuigen. |
3. Wanneer de concrete actie een investering aan boord behelst, wordt maximaal één keer per programmeringsperiode steun voor het betrokken vaartuig verleend. Wanneer de concrete actie een investering in afzonderlijke voorzieningen behelst, wordt maximaal één keer per programmeringsperiode steun aan de betrokken begunstigde verleend. | 3. |
4. De Commissie wordt ertoe gemachtigd overeenkomstig artikel 150 gedelegeerde handelingen aan te nemen met betrekking tot de omschrijving van de soorten concrete acties die subsidiabel zijn krachtens lid 1. | De Commissie wordt ertoe gemachtigd overeenkomstig artikel 150 gedelegeerde handelingen aan te nemen met betrekking tot de omschrijving van de soorten concrete acties die subsidiabel zijn krachtens lid 1. |
Motivering
Vissers die al moeten voldoen aan strenge nationale veiligheids- en gezondheidsvoorschriften zouden op deze manier steun mislopen. Met het oog op een gelijke behandeling van alle vissers is het logisch hier enkel naar het EU-recht te verwijzen.
Als we de veiligheid van de bemanning echt willen verbeteren, heeft het geen zin de steun uit het EFMZV te beperken tot één keer in de zeven jaar.
Wijzigingsvoorstel 15
Artikel 33 bis
Door de Commissie voorgestelde tekst | Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
1. 2. |
Motivering
Door tijdelijke stopzetting te financieren wordt compensatie geboden aan vaartuigen die hun activiteiten moeten stopzetten omdat er sprake is van verontreiniging of omdat een biologische rustperiode is ingesteld voor bepaalde soorten (zoals al is gebeurd voor ansjovis). Blijft steunverlening uit, dan zullen de betrokken vaartuigen naar alle waarschijnlijkheid op andere soorten gaan vissen. Een dergelijke maatregel heeft tijdens de looptijd van het EVF zijn nut al ruimschoots bewezen.
Wijzigingsvoorstel 16
Artikel 35
Door de Commissie voorgestelde tekst | Wijzigingsvoorstel van het CvdR | ||||
Met het oog op de doeltreffende tenuitvoerlegging van in de artikelen 17 en 21 van [GVB verordening] bedoelde instandhoudingsmaatregelen kan uit het EFMZV steun worden verleend voor: | Met het oog op de doeltreffende tenuitvoerlegging van in de artikelen 17 en 21 van [GVB verordening] bedoelde instandhoudingsmaatregelen kan uit het EFMZV steun worden verleend voor: | ||||
|
| ||||
|
| ||||
2. De in lid 1 bedoelde steun wordt slechts verleend aan overheidsinstanties. | 2. De in lid 1 bedoelde steun wordt slechts verleend aan overheidsinstanties. |
Motivering
De hier bedoelde steun moet al worden verleend tijdens de uitwerking van de meerjarenplannen en andere instandhoudingsmaatregelen (artt. 17 en 21 basisverordening); de adviesraden zijn een cruciale schakel in de regionalisatie en verdienen eveneens steun.
Wijzigingsvoorstel 17
Artikel 36
Door de Commissie voorgestelde tekst | Wijzigingsvoorstel van het CvdR | ||||
1. Om de impact van de visserij op het mariene milieu te beperken, de afschaffing van de teruggooi te bevorderen en de overgang te vergemakkelijken naar een exploitatie van de levende mariene biologische hulpbronnen op een niveau dat het mogelijk maakt de populaties van de gevangen soorten boven een peil te brengen en te houden dat de MSY kan opleveren, kan uit het EFMZV steun worden verleend voor investeringen in voorzieningen die: | 1. Om de impact van de visserij op het mariene milieu te beperken, de afschaffing van de teruggooi te bevorderen en de overgang te vergemakkelijken naar een exploitatie van de levende mariene biologische hulpbronnen op een niveau dat het mogelijk maakt de populaties van de gevangen soorten boven een peil te brengen en te houden dat de MSY kan opleveren, kan uit het EFMZV steun worden verleend voor investeringen in voorzieningen die: | ||||
|
| ||||
|
| ||||
|
| ||||
| |||||
2. Gedurende de programmeringsperiode mag slechts één keer steun worden verleend voor een bepaald EU vissersvaartuig of voor een specifiek type vistuig. | 2. | ||||
3. Er mag slechts steun worden verleend voor vistuigen of in lid 1 bedoelde voorzieningen die aantoonbaar beter selecteren op grootte of een geringere impact op de niet doelsoorten hebben dan de standaard vistuigen of andere voorzieningen die zijn toegestaan op grond van het EU recht of het nationale recht van de lidstaten dat is vastgesteld in het kader van de regionalisering zoals bedoeld in [GVB verordening]. | Er mag slechts steun worden verleend voor vistuigen of in lid 1 bedoelde voorzieningen die aantoonbaar beter selecteren op grootte of een geringere impact op de niet doelsoorten hebben dan de standaard vistuigen of andere voorzieningen die zijn toegestaan op grond van het EU recht of het nationale recht van de lidstaten dat is vastgesteld in het kader van de regionalisering zoals bedoeld in [GVB verordening]. | ||||
4. De steun wordt verleend aan: | De steun wordt verleend aan: | ||||
|
| ||||
|
| ||||
|
|
Motivering
Om de ontwikkeling van de visserijtechnieken in een stroomversnelling te brengen, zodat de MDO zo snel mogelijk kan worden bereikt, moeten stimulansen worden verleend voor de modernisering van het vistuig en de vaartuigen en de tenuitvoerlegging van de in de GVB-basisverordening vastgelegde technische maatregelen. Als we de visserijtechnieken echt duurzaam willen maken, heeft het geen zin de steun uit het EFMZV te beperken tot één keer in de zeven jaar.
Wijzigingsvoorstel 18
Artikel 38
Door de Commissie voorgestelde tekst | Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
2. In dit artikel bedoelde concrete acties worden uitgevoerd door publiekrechtelijke instanties met medewerking van vissers, door de lidstaten erkende vissersorganisaties of niet-gouvernementele organisaties, in partnerschap met vissersorganisaties of plaatselijke visserijgroepen zoals bedoeld in artikel 62. | 2. In dit artikel bedoelde concrete acties worden uitgevoerd door publiekrechtelijke instanties met medewerking van vissers, door de lidstaten erkende vissersorganisaties of niet-gouvernementele organisaties, in partnerschap met vissersorganisaties of plaatselijke visserijgroepen zoals bedoeld in artikel 62. |
Motivering
In de artt. 52 e.v. van de GVB-basisverordening wordt bepaald dat de regionale adviesraden nauwer moeten worden betrokken bij de beheersmaatregelen; ook krijgen deze raden nu meer speelruimte voor het indienen van voorstellen. Het zou dus logisch zijn dat de regionale adviesraden ook EFMZV-steun krijgen.
Wijzigingsvoorstel 19
Artikel 39
Door de Commissie voorgestelde tekst | Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
2. De steunverlening mag niet bijdragen tot de vervanging of de modernisering van hoofd- of hulpmotoren. De steun wordt slechts verleend aan eigenaren van vissersvaartuigen en gedurende de programmeringsperiode mag slechts een keer steun worden verleend voor een bepaald vissersvaartuig. |
Motivering
Steun voor de vervanging van een motor moet mogelijk zijn; het is verbazingwekkend en zelfs tegenstrijdig dat de vernieuwing van motoren zou worden uitgesloten van EFMZV-steun. Als het erom gaat verontreinigende emissies terug te dringen of het brandstofverbruik te beperken, dan is de motor immers van primordiaal belang.
Wijzigingsvoorstel 20
Artikel 40
Door de Commissie voorgestelde tekst | Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
3. Gedurende de programmeringsperiode mag op grond van dit artikel slechts één keer steun worden verleend voor een bepaald vissersvaartuig of een bepaalde begunstigde. |
Motivering
Om innovatie te stimuleren en de kwaliteit van de producten daadwerkelijk te verbeteren, moeten de vaartuigen worden aangepast om een beter beheer van de hulpbronnen en het mariene milieu mogelijk te maken. Als we de visserijtechnieken echt duurzaam willen maken, heeft het geen zin de steun uit het EFMZV te beperken tot één keer in de zeven jaar.
Wijzigingsvoorstel 21
Artikel 41
Door de Commissie voorgestelde tekst | Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
4. Er mag geen steun worden verleend voor de aanleg van nieuwe havens, nieuwe aanlandingsplaatsen of nieuwe afslagen. |
Motivering
Financiering van dergelijke infrastructuur moet mogelijk zijn op plaatsen waar de uitrusting nog niet is aangepast aan de voor de hand liggende en onafwendbare ontwikkelingen.
Wijzigingsvoorstel 22
Artikel 42
Door de Commissie voorgestelde tekst | Wijzigingsvoorstel van het CvdR | ||||
Artikel 42 Binnenvisserij | Artikel 42 Binnenvisserij | ||||
1. Om de impact van de binnenvisserij op het milieu te verminderen en de energie efficiency, de kwaliteit van de aangelande vis en de veiligheids- en arbeidsomstandigheden te verbeteren, kan uit het EFMZV steun worden verleend voor: | 1. Om de impact van de binnenvisserij op het milieu te verminderen en de energie efficiency, de kwaliteit van de aangelande vis en de veiligheids- en arbeidsomstandigheden te verbeteren, kan uit het EFMZV steun worden verleend voor: | ||||
|
| ||||
|
| ||||
|
| ||||
|
| ||||
2. Voor de toepassing van lid 1: | 2. Voor de toepassing van lid 1: | ||||
|
| ||||
|
| ||||
3. Om de diversifiëring door binnenvissers te ondersteunen, kan uit het EFMZV steun worden verleend voor de aanpassing van vaartuigen die in de binnenvisserij actief zijn naar andere activiteiten buiten de visserij, overeenkomstig de in artikel 32 vastgestelde voorwaarden. | 3. Om de diversifiëring door binnenvissers te ondersteunen, kan uit het EFMZV steun worden verleend voor de aanpassing van vaartuigen die in de binnenvisserij actief zijn naar andere activiteiten buiten de visserij, overeenkomstig de in artikel 32 vastgestelde voorwaarden. | ||||
4. Voor de toepassing van lid 3 gelden verwijzingen die in de artikel 32 naar vissersvaartuigen worden gemaakt, als verwijzingen naar vaartuigen die uitsluitend in binnenwateren actief zijn. | 4. Voor de toepassing van lid 3 gelden verwijzingen die in de artikel 32 naar vissersvaartuigen worden gemaakt, als verwijzingen naar vaartuigen die uitsluitend in binnenwateren actief zijn. | ||||
5. Om de aquatische flora en fauna te beschermen en te ontwikkelen, kan uit het EFMZV steun worden verleend voor de participatie van binnenvissers bij het beheren, herstellen en monitoren van de NATURA 2000 sites die rechtstreeks in verband staan met visserijactiviteiten, en bij het rehabiliteren van binnenwateren, met inbegrip van paaigronden en migratieroutes voor migrerende soorten, onverminderd artikel 38, lid 1, onder d). | 5. Om de aquatische flora en fauna te beschermen en te ontwikkelen, kan uit het EFMZV steun worden verleend voor de participatie van binnenvissers bij het beheren, herstellen en monitoren van de NATURA 2000 sites die rechtstreeks in verband staan met visserijactiviteiten, en bij het rehabiliteren van binnenwateren, met inbegrip van paaigronden en migratieroutes voor migrerende soorten, onverminderd artikel 38, lid 1, onder d). | ||||
6. De lidstaten zorgen ervoor dat vaartuigen die krachtens dit artikel steun ontvangen, hun activiteiten uitsluitend in binnenwateren blijven ontplooien. | |||||
. De lidstaten zorgen ervoor dat vaartuigen die krachtens dit artikel steun ontvangen, hun activiteiten uitsluitend in binnenwateren blijven ontplooien. |
Motivering
Het is nuttig de particuliere visserijrechten af te schaffen: het gaat hier om oude zakelijke rechten die het beheer van wateren door de overheid bemoeilijken en de opbrengst van de vissers verminderen. Daarnaast is het belangrijk de rol van rivieren en meren als milieucorridors te versterken, onder meer door hindernissen in rivieren weg te nemen en er zo voor te zorgen dat migrerende vissoorten hun volledige levenscyclus kunnen voltooien.
Wijzigingsvoorstel 23
Artikel 45
Door de Commissie voorgestelde tekst | Wijzigingsvoorstel van het CvdR | ||||
1. Om innovatie in de aquacultuur te stimuleren, kan uit het EFMZV steun worden verleend ten bate van concrete acties: | 1. Om innovatie in de aquacultuur te stimuleren, kan uit het EFMZV steun worden verleend ten bate van concrete acties: | ||||
|
| ||||
|
| ||||
2. In dit artikel bedoelde concrete acties worden uitgevoerd in samenwerking met een op grond van het nationale recht van de lidstaten erkende wetenschappelijke of technische organisatie die de resultaten van deze concrete acties evalueert. | 2. In dit artikel bedoelde concrete acties worden uitgevoerd in samenwerking met een op grond van het nationale recht van de lidstaten erkende wetenschappelijke of technische organisatie die de resultaten van deze concrete acties evalueert. | ||||
3. De lidstaten geven overeenkomstig artikel 143 voldoende ruchtbaarheid aan de resultaten van op grond van het onderhavige artikel gefinancierde concrete acties. | 3. De lidstaten geven overeenkomstig artikel 143 voldoende ruchtbaarheid aan de resultaten van op grond van het onderhavige artikel gefinancierde concrete acties. | ||||
Motivering
In bepaalde installaties is het gebruik van nieuwe kennis of technische middelen niet mogelijk omdat zij zich daar fysiek niet toe lenen of omdat er juridische obstakels zijn. De formulering moet daarom de mogelijkheid openlaten dat een nieuwe installatie wordt opgezet waarin wel plaats is voor deze meer geavanceerde en innovatieve middelen.
Officiële aquacultuurcentra zijn belangrijk voor de aquacultuur. Daarmee moet bij het noemen van potentiële begunstigden rekening worden gehouden.
Wijzigingsvoorstel 24
Artikel 46
Door de Commissie voorgestelde tekst | Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
Artikel 46 Investeringen in de offshore aquacultuur en de non-food aquacultuur | Artikel 46 Investeringen in de offshore aquacultuur de non-food aquacultuur |
1. Om aquacultuurmethoden met een groot groeipotentieel te bevorderen, kan uit het EFMZV steun worden verleend voor investeringen in de ontwikkeling van offshore aquacultuur en non-food aquacultuur. | 1. Om aquacultuurmethoden met een groot groeipotentieel te bevorderen, kan uit het EFMZV steun worden verleend voor investeringen in de ontwikkeling van offshore aquacultuur non-food aquacultuur. |
2. De Commissie wordt ertoe gemachtigd overeenkomstig artikel 150 gedelegeerde handelingen aan te nemen met betrekking tot de omschrijving van de soorten concrete acties en de subsidiabele kosten in dit verband. | 2. De Commissie wordt ertoe gemachtigd overeenkomstig artikel 150 gedelegeerde handelingen aan te nemen met betrekking tot de omschrijving van de soorten concrete acties en de subsidiabele kosten in dit verband. |
Motivering
Door "en" door "of" te vervangen opent zich een scala aan mogelijkheden voor aquacultuuractiviteiten met een groot groeipotentieel die niet offshore plaatsvinden.
Wijzigingsvoorstel 25
Artikel 48
Door de Commissie voorgestelde tekst | Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
4. Voor elk van de in lid 2, onder a) tot en met e) bedoelde adviesdiensten wordt gedurende de programmeringsperiode slechts één keer steun aan de betrokken aquacultuurbedrijven verleend. |
Motivering
Als we tot een echt duurzame aquacultuur willen komen, heeft het geen zin de steun voor adviesdiensten uit het EFMZV te beperken tot één keer in de zeven jaar.
Wijzigingsvoorstel 26
Artikel 62
Door de Commissie voorgestelde tekst | Wijzigingsvoorstel van het CvdR | ||||
Plaatselijke visserijgroepen | Plaatselijke visserijgroepen | ||||
1. Met het oog op de toepassing van het EFMZV worden de in artikel 28, lid 1, onder b) van [Verordening (EU) nr. […] inzake gemeenschappelijke bepalingen] bedoelde plaatselijke groepen aangewezen als plaatselijke visserijgroepen. | 1. Met het oog op de toepassing van het EFMZV worden de in artikel 28, lid 1, onder b) van [Verordening (EU) nr. […] inzake gemeenschappelijke bepalingen] bedoelde plaatselijke groepen aangewezen als plaatselijke visserijgroepen. | ||||
2. De plaatselijke visserijgroepen stellen op basis van ten minste de in artikel 61 genoemde elementen een geïntegreerde plaatselijke ontwikkelingsstrategie voor, en zijn verantwoordelijk voor de uitvoering daarvan. | 2. De plaatselijke visserijgroepen stellen op basis van ten minste de in artikel 61 genoemde elementen een geïntegreerde plaatselijke ontwikkelingsstrategie voor, en zijn verantwoordelijk voor de uitvoering daarvan. | ||||
3. De plaatselijke visserijgroepen: | 3. De plaatselijke visserijgroepen: | ||||
|
| ||||
|
| ||||
4. Indien voor de plaatselijke ontwikkelingsstrategie naast EFMZV steun nog steun uit andere fondsen wordt verleend, wordt voor de uit het EFMZV gefinancierde projecten een specifiek selectieorgaan opgericht overeenkomstig de in lid 3 opgenomen criteria. | 4. Indien voor de plaatselijke ontwikkelingsstrategie naast EFMZV-steun nog steun uit andere fondsen wordt verleend, wordt voor de uit het EFMZV gefinancierde projecten een specifiek selectieorgaan opgericht overeenkomstig de in lid 3 opgenomen criteria. | ||||
5. De plaatselijke visserijgroepen voeren ten minste de in artikel 30, lid 3, van [Verordening (EU) nr. […] inzake gemeenschappelijke bepalingen] vastgestelde taken uit. | 5. De plaatselijke visserijgroepen voeren ten minste de in artikel 30, lid 3, van [Verordening (EU) nr. […] inzake gemeenschappelijke bepalingen] vastgestelde taken uit. | ||||
6. De plaatselijke visserijgroepen kunnen extra taken uitvoeren die aan hen worden gedelegeerd door de beheersautoriteit en/of het betaalorgaan. | 6. De plaatselijke visserijgroepen kunnen extra taken uitvoeren die aan hen worden gedelegeerd door de beheersautoriteit en/of het betaalorgaan. | ||||
7. In het operationele programma wordt een beschrijving gegeven van de taken van respectievelijk de plaatselijke visserijgroepen, de beheersautoriteit/het betaalorgaan bij de tenuitvoerlegging van de strategie. | 7. In het operationele programma wordt een beschrijving gegeven van de taken van respectievelijk de plaatselijke visserijgroepen, de beheersautoriteit/het betaalorgaan bij de tenuitvoerlegging van de strategie. | ||||
Motivering
Het is denkbaar dat plaatselijke visserijgroepen voortkomen uit andere groepen voor plattelandsontwikkeling, die daarmee hun geografische reikwijdte vergroten. Zo kunnen meer geïntegreerde ontwikkelingsprojecten worden opgezet en kunnen de kosten voor beheer, toezicht en follow-up worden teruggedrongen.
Wijzigingsvoorstel 27
Artikel 69
Door de Commissie voorgestelde tekst | Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
1. Uit het EFMZV kan steun worden verleend door de voorbereiding en de uitvoering van productie- en afzetprogramma's zoals bedoeld in artikel 32 van [Verordening (EU) nr. inzake de gemeenschappelijke marktordening voor visserijproducten en aquacultuurproducten]. | 1. Uit het EFMZV steun verleend door de voorbereiding en de uitvoering van productie- en afzetprogramma's zoals bedoeld in artikel 32 van [Verordening (EU) nr. inzake de gemeenschappelijke marktordening voor visserijproducten en aquacultuurproducten]. |
Motivering
Alle producentenorganisaties leggen de bevoegde nationale autoriteiten een werkprogramma betreffende het visseizoen voor. Dankzij deze programma's worden de bestanden beter beheerd en wordt de visserij-inspanning afgestemd op de behoeften van de consument; steun is hier dus zeker op zijn plaats.
Wijzigingsvoorstel 28
Artikel 70
Door de Commissie voorgestelde tekst | Wijzigingsvoorstel van het CvdR | ||||
1. Uit het EFMZV kan steun worden verleend voor erkende producentenorganisaties en unies van producentenorganisaties die in bijlage II bij Verordening (EU) nr. [inzake de gemeenschappelijke marktordening voor visserijproducten en aquacultuurproducten] vermelde producten opslaan, op voorwaarde dat die producten worden opgeslagen overeenkomstig de artikelen 35 en 36 van die verordening: | 1. Uit het EFMZV kan steun worden verleend voor erkende producentenorganisaties en unies van producentenorganisaties die in bijlage II bij Verordening (EU) nr. [inzake de gemeenschappelijke marktordening voor visserijproducten en aquacultuurproducten] vermelde producten opslaan, op voorwaarde dat die producten worden opgeslagen overeenkomstig de artikelen 35 en 36 van die verordening: | ||||
|
| ||||
|
| ||||
|
| ||||
|
| ||||
|
| ||||
|
| ||||
|
| ||||
|
| ||||
2. De in lid 1 bedoelde steun wordt tegen 2019 geleidelijk uitgefaseerd. | . |
Motivering
De uitfasering van de opslagsteun is in de ogen van het Comité een verkeerde keuze, aangezien de vaartuigen volgens art. 15 van de basisverordening van het GVB geleidelijk zullen worden verplicht om alle vangsten, met inbegrip van de bijvangst, aan te landen. Opslagsteun kan nuttig zijn met het oog op het beheer van de aangelande volumes.
Wijzigingsvoorstel 29
Artikel 71
Door de Commissie voorgestelde tekst | Wijzigingsvoorstel van het CvdR | ||||
Artikel 71 Afzetmaatregelen | Artikel 71 Afzetmaatregelen | ||||
1. Uit het EFMZV kan steun worden verleend voor afzetmaatregelen ten bate van visserij- en aquacultuurproducten die gericht zijn op: | 1. Uit het EFMZV kan steun worden verleend voor afzetmaatregelen ten bate van visserij- en aquacultuurproducten die gericht zijn op: | ||||
|
| ||||
|
| ||||
|
| ||||
|
| ||||
|
| ||||
|
| ||||
|
| ||||
|
| ||||
|
| ||||
|
| ||||
|
| ||||
|
| ||||
2. In lid 1, onder b), bedoelde concrete acties kunnen onder meer betrekking hebben op de integratie van productie-, verwerkings- en afzetactiviteiten die in de leveringsketen plaatsvinden. | 2. In lid 1, onder b), bedoelde concrete acties kunnen onder meer betrekking hebben op de integratie van productie-, verwerkings- en afzetactiviteiten die in de leveringsketen plaatsvinden. |
Motivering
Het aanlanden van alle vangsten vormt geen echte oplossing voor het probleem van de teruggooi en dient hier dus niet te worden vermeld. Het enige alternatief voor het aanlanden van alle vangsten is het aanmoedigen van de ontwikkeling en toepassing van selectievere vaartuigen. Dit strookt tevens met het advies van het Comité van de Regio's over de GVB-verordening waarin het Comité artikel 15 over het aanlanden van alle vangsten heeft gewijzigd.
Wijzigingsvoorstel 30
Titel hoofdstuk V
Door de Commissie voorgestelde tekst | Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
Wijzigingsvoorstel 31
Artikel 73
Door de Commissie voorgestelde tekst | Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
1. Uit het EFMZV kan steun worden verleend ten bate van de compensatieregeling die is ingevoerd bij Verordening (EG) nr. 791/2007 van de Raad tot instelling van een regeling ter compensatie van de extra kosten voor de afzet van bepaalde visserijproducten van de ultraperifere gebieden van de Azoren, Madeira, de Canarische Eilanden, Frans Guyana en Réunion. | 1. Uit het EFMZV ter compensatie van de extra kosten voor de afzet van bepaalde visserijproducten van de ultraperifere gebieden . |
Motivering
Verordening (EG) nr. 791/2007 wordt eind 2013 - op het moment dat de EFMZV-verordening in werking treedt - ingetrokken. Er moet rekening worden gehouden met de specifieke kenmerken van alle ultraperifere gebieden zonder onderscheid, zoals dat ook het geval is in de basisverordening voor het GVB; al deze gebieden bevinden zich immers in een vergelijkbare situatie.
Wijzigingsvoorstel 32
Artikel 75 bis
Door de Commissie voorgestelde tekst | Wijzigingsvoorstel van het CvdR | ||||
Motivering
De ultraperifere regio's zijn sterk afhankelijk van de visserij, waarbij het vaak om zeer kleine vaartuigen gaat. Steun voor de vernieuwing van de uitrusting en de bouw van nieuwe vaartuigen is belangrijk, omdat de vaartuigen moeten voldoen aan de vereisten van een goed beheer van de bestanden en de gezondheidsvoorschriften.
Met het oog op de beperking van de visserij-inspanning aan de kust moet steunverlening voor dergelijke infrastructuur op volle zee mogelijk zijn, op voorwaarde dat een en ander plaatsvindt in overleg met een wetenschappelijk orgaan.
Wijzigingsvoorstel 33
Artikel 85
Door de Commissie voorgestelde tekst | Wijzigingsvoorstel van het CvdR | ||||
Artikel 85 Wetenschappelijk advies en wetenschappelijke kennis | Artikel 85 Wetenschappelijk advies en wetenschappelijke kennis | ||||
1. Uit het EFMZV kan steun worden verleend voor de aanlevering van de wetenschappelijke informatie die nodig is voor een goede en doeltreffende besluitvorming op het gebied van het beheer van het GVB, met name via projecten op het gebied van toegepast onderzoek die rechtstreeks verband houden met de verstrekking van wetenschappelijke standpunten en wetenschappelijk advies. | 1. Uit het EFMZV kan steun worden verleend voor de aanlevering van de wetenschappelijke informatie die nodig is voor een goede en doeltreffende besluitvorming op het gebied van het beheer van het GVB, met name via projecten op het gebied van toegepast onderzoek die rechtstreeks verband houden met de verstrekking van wetenschappelijke standpunten en wetenschappelijk advies. | ||||
2. Met name de volgende soorten concrete acties komen in aanmerking voor steun: | 2. Met name de volgende soorten concrete acties komen in aanmerking voor steun: | ||||
|
| ||||
|
| ||||
|
| ||||
|
| ||||
|
|
Motivering
In het kader van het GVB wordt uitgebreid aandacht besteed aan de problemen die de zeevisserij ondervindt door de uitputting van de visgronden, de brandstofprijs en administratieve rompslomp. In de studies en proefprojecten die nodig zijn voor de uitvoering en ontwikkeling van het GVB moet daarom niet alleen naar de visserij worden gekeken, maar ook naar de aquacultuur als veelbelovende bron van levensmiddelen in de EU.
Wijzigingsvoorstel 34
Artikel 88
Door de Commissie voorgestelde tekst | Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
1. Uit het EFMZV kan steun worden verleend voor de werkingskosten van de adviesraden die krachtens artikel 52 van [GVB-verordening] zijn opgericht. | 1. Uit het EFMZV verleend voor de werkingskosten van de adviesraden die krachtens artikel 52 van [GVB-verordening] zijn opgericht. |
Motivering
De algemene regels en richtsnoeren van het gemeenschappelijk visserijbeleid vallen onder de medebeslissingsprocedure van het EP en de Raad (milieudoelstellingen, steunmechanismen voor de sector, gemeenschappelijke marktordening, enz.). Specifieke verordeningen moeten echter op maat van de visserijgebieden worden gesneden (specifieke technische maatregelen en meerjarige beheersplannen). Daarom ook wordt in de basisverordening bepaald dat de adviesraden nauwer bij de besluitvorming moeten worden betrokken.
Dit zou heel wat voordelen meebrengen. Een dergelijke benadering houdt immers rekening met de ecosystemen, maakt een aanpassingsgericht beheer mogelijk, brengt een rangorde van prioriteiten aan, maakt de verdeling van de bevoegdheden transparanter en bevordert de participatie van alle betrokkenen.
Ook een versterkte adviesraad zou nog steeds een kleinschalig orgaan met 4 à 5 vaste posten zijn.
Wijzigingsvoorstel 35
Artikel 100
Door de Commissie voorgestelde tekst | Wijzigingsvoorstel van het CvdR |
Doorhaling | Doorhaling |
Het gedeelte van een vastlegging voor een operationeel programma dat uiterlijk op 31 december van het tweede jaar na het jaar van de vastlegging niet is gebruikt voor de voorfinanciering of voor tussentijdse betalingen of waarvoor uiterlijk op deze datum geen uitgavendeclaratie bij haar is ingediend die voldoet aan de in artikel 98, lid 3, genoemde eisen, wordt door de Commissie doorgehaald. | Het gedeelte van een vastlegging voor een operationeel programma dat uiterlijk op 31 december van het jaar na het jaar van de vastlegging niet is gebruikt voor de voorfinanciering of voor tussentijdse betalingen of waarvoor uiterlijk op deze datum geen uitgavendeclaratie bij haar is ingediend die voldoet aan de in artikel 98, lid 3, genoemde eisen, wordt door de Commissie doorgehaald. |
Motivering
Het zal waarschijnlijk nog heel wat tijd in beslag nemen voor het EFMZV echt van start gaat, gezien de trage uitvoeringsgraad van het huidige EVF en het feit dat nog tot 2015 vastleggingen en betalingen in het kader van het EVF mogelijk zijn. Behalve deze overlappingen mogen we niet vergeten dat de economische en financiële situatie in de lidstaten en het feit dat banken particuliere investeerders maar mondjesmaat krediet verlenen, ertoe leiden dat de economische ontwikkeling niet volgens de "n+2"-regel zal verlopen. Er moet dus meer flexibiliteit aan de dag worden gelegd en worden overgestapt op de "n+3"-regel, tenminste voor de eerste drie jaarperiodiciteiten (2014-2016), tot het programma op de juiste kruissnelheid zit.
Brussel, 9 oktober 2012
De voorzitter van het Comité van de Regio's
Ramón Luis VALCÁRCEL SISO