Home

/* COM/2012/07 definitief */

/* COM/2012/07 definitief */

GROENBOEK

Herstructurering en anticipatie opveranderingen: uit de recente ervaring te trekken lessen

1. Inleiding: Proactieve herstructurering voor concurrentievermogen engroei in de toekomst

Het centraleonderwerp van dit groenboek is de herstructurering van ondernemingen en desociale gevolgen daarvan die terecht een oorzaak zijn van zorg voor veelEuropese burgers. Herstructurering is een cruciale factor voor werkgelegenheiden voor het concurrentievermogen van de Europese economie.

Dit Groenboek wilsuccesvolle praktijken en beleidsmaatregelen op het gebied van deherstructurering en de aanpassing aan veranderingen aangeven ter bevorderingvan de werkgelegenheid, de groei en het concurrentievermogen als onderdeel vande Europa 2020-strategie[1],en met name het vlaggenschipinitiatief inzake industriebeleid van oktober 2010[2] en de "Agenda voor nieuwevaardigheden en banen", die in november 2010 is goedgekeurd[3]. Het Groenboek wil ookbijdragen aan de verbetering van de synergie tussen alle relevante actoren doorhet aanpakken van de uitdagingen in verband met de herstructurering en deaanpassing aan veranderingen en houdt rekening met het belangrijke werk dat delaatste jaren door de Europese Commissie, de sociale partners, de regio's, delidstaten en veel andere belanghebbenden is verricht[4].

De Commissie wildit beleidsdebat heroriënteren in het licht van de uit de economische crisisgetrokken lessen, de grondige veranderingen in de economische en deconcurrentiesituatie wereldwijd en de momenteel in de EU uitgevoerde agendavoor structurele hervormingen[5].

In dat licht zalde Commissie voortbouwen op de resultaten van deze raadpleging om na te denkenover nieuwe wegen om goede praktijken beter te verspreiden en effectief toe tepassen, ook op EU-niveau, met het oog op de aanpak van de onmiddellijkeproblemen in verband met de economische crisis en de doelstellingen voor deverbetering van het concurrentievermogen op de lange termijn, zoals aangegevenin het vlaggenschipinitiatief inzake industriebeleid. De Commissie zal deresultaten van de raadpleging over dit groenboek gebruiken voor degereactiveerde flexizekerheidsagenda, ook met het oog op de aansturing van eenhernieuwd debat op EU-niveau over een mogelijke aanpak van en een kader voorherstructurering.

In hetvlaggenschipinitiatief inzake industriebeleid stelde de Commissie met name dat"geactualiseerde richtsnoeren voor herstructurering zeer nuttig kunnenzijn voor het versterken van het vermogen van het bedrijfsleven en dewerknemers om zich aan te passen aan een snel veranderende economischecontext". Een dergelijke actualisering kan ook "eenaccentverschuiving van een puur reactief beleid naar meer anticiperendestrategieën aanmoedigen"[6].

Het Groenboek gaat vergezeld van en wordtondersteund door het werkdocument van de diensten van de Commissie"Herstructurering in Europa 2011". Dit werkdocument beschrijfthet effect van de economische en financiële crisis op de arbeidsmarkten en dereacties van de verschillende belanghebbenden; het illustreert de EU-actie ophet gebied van de anticipatie op vaardigheidsbehoeften en de ontwikkeling vancompetenties; het belicht de rol van de EU-fondsen bij de ondersteuning van deherstructureringsprocessen, het effect van de herstructurering in de EU-regio'sen de rol van "slimme specialisatie"-strategieën[7]; het analyseert de rol van desociale dialoog, de rechtsinstrumenten en de ondersteunende maatregelen van delidstaten op dit gebied; het beschrijft de uitdagingen en de EU-reactiesdaarop; en het belicht enkele voorlopige lessen die de laatste jaren zijngetrokken wat de anticipatie op en het beheer van veranderingen enherstructureringen betreft.

Uit de crisis getrokken lessen

De Europese economie kruipt met moeite uitde diepste recessie van de laatste decennia. Derecessie veroorzaakte een aanzienlijke daling van de economische activiteit inde EU, waarbij miljoenen banen verloren gingen en die hoge kosten op menselijkvlak veroorzaakte, en zette de overheidsfinanciën onder zware druk, waardoor delidstaten met meer stringente financiële randvoorwaarden werden geconfronteerd.

De vooruitzichten voor de EU-arbeidsmarkt, dietijdens de recessie in 2008-2009 vrij veerkrachtig bleek te zijn en eind 2010opnieuw banen begon te scheppen, zijn sterk verslechterd en blijvenaanzienlijke verschillen tussen de landen vertonen. In veel geavanceerdeeconomieën is het scheppen van banen tot nu toe ontoereikend geweest om detijdens de crisis ontslagen werknemers opnieuw in dienst te nemen en degevolgen van de recessie baren steeds meer zorgen wat de mogelijkheid vanduurzame effecten op de werkloosheidscijfers betreft.

Naast deuiteenlopende ontwikkelingen in verband met het bbp zijn andere relevantefactoren die de verschillen in de werkloosheidscijfers tussen de lidstatenkunnen verklaren de verschillen in de aanpassing van de arbeidstijden,verschillende behoeften in verband met de herverdeling van arbeidskrachten overde verschillende sectoren, bv. om het aantal werknemers in de bouw teverminderen, verschillende onderwijs- en opleidingsstelsels, met nameleerplaatsregelingen, verschillende economische en institutioneleuitgangsvoorwaarden en uiteenlopende beleidsreacties op de recessie.

Ondanks de uiterstongunstige markt- en financiële situaties hebben de bedrijven en hun werknemersin heel Europa op creatieve wijze sterk bijgedragen tot deherstructureringsprocessen die op constructieve, effectieve en instrumentelewijze hebben geholpen om het banenverlies via innovatieve regelingen tebeperken, vaak met steun van de overheidsinstanties en de Europese Commissie.

De in november 2008 goedgekeurde mededelingvan de Europese Commissie "Een Europees economisch herstelplan"(COM(2008) 800 definitief) bood een kader voor een gecoördineerde actie opEU-niveau, dat betrekking had op de diverse beleidsmaatregelen en waarvoorgebruik werd gemaakt van de beschikbare insturmenten voor de ondersteuning vande Europese economie. In deze context is het cohesiebeleid van bijzonder belangals het belangrijkste instrument op EU-niveau voor investeringen inconcurrentievermogen, groei en banen[8].

Een analyse vande adequaatheid van deze reactie is dringendnoodzakelijk in het licht van de onzekerheid over de richting van het huidigeherstel en de nieuwe aan de horizon opdoemende risico's.

De concurrentie-uitdagingen

In een meer op de middellange termijn gerichtperspectief verkorten de technologische vooruitgang en innovatie delevenscyclus van een product en dwingen zij de bedrijven en de werknemersvoortdurend om zich aan te passen. Bovendien verhogen de veranderingen in deinternationale arbeidsverdeling en het aantreden van sterke ondernemingenuit opkomende landen, met name die welke in de bovenste segmenten van de marktzijn gespecialiseerd, verder de concurrentiedruk op de Europese bedrijven. Hetconcurrentievermogen van de Europese economie, het behoud van haar activiteitenen banen en de ontwikkeling van nieuwe producten met bijbehorendearbeidsplaatsen zullen steeds meer afhangen van de capaciteit van deEuropese ondernemingen om hun concurrentiebasis te vergroten via innovatie eneen snelle, maar soepele aanpassing aan veranderingen. In die zin kunnentechnologische veranderingen en innovatie aanpassingsstrategieën voorondernemingen en arbeidskrachten noodzakelijk maken, maar er zijn ook aanwijzingendat innovatie, gecombineerd met onderzoek en onderwijs, een effectief middelkan vormen om Europa uit de crisis te halen. De Commissie heeft in 2010 hetvlaggenschipinitiatief Innovatie-Unie gelanceerd en in 2011 verslag uitgebrachtover de stand van de innovatie. [9]

Bedrijven hevelen middelen van industrieën ensectoren die traditionele goederen en diensten produceren, gewoonlijk met eenlage elasticiteit van de vraag ten opzichte van het wereldinkomen, over naarsectoren en industrieën met een hoger technologie- en kennisgehalte, gewoonlijkmet een hoge elasticiteit van de vraag ten opzichte van het wereldinkomen. Hetconcurrentievermogen van de EU hangt af van haar capaciteit om derandvoorwaarden te bevorderen voor innovatieve, snelgroeiende bedrijven, diebelangrijk zijn voor duurzame groei en het scheppen van banen[10]. Het zal ook afhangen van haarvermogen om een productieve basis in Europa in stand te houden en verder teontwikkelen, wat op zijn beurt de diensteneconomie zal versterken.

De ondernemingen moeten in staat zijn zich aande internationalisering van de wereldproductie aan te passen en op deconcurrentie-uitdaging te reageren. Obstakels die een dergelijke aanpassing inde weg staan, kunnen het concurrentievermogen en de werkgelegenheid op de langetermijn negatief beïnvloeden. De randvoorwaarden zijn, zoals benadrukt in hetvlaggenschipinitiatief inzake industriebeleid, van cruciaal belang voor eensuccesvolle economische aanpassing. Een vroegtijdige betrokkenheid van allerelevante belanghebbenden is nodig voor het welslagen van deaanpassingsmaatregelen. Passende toegang tot financiering is bijzonderrelevant, aangezien investeringen kunnen worden uitgesteld of helemaal wordenstopgezet wegens gebrek aan krediet en beperkte toegang tot financiering. Goedepraktijken op dit gebied moeten worden geïdentificeerd en verspreid.

De uitdagingvan het aanpassingsvermogen van de bedrijven en de inzetbaarheid van dewerknemers - ondernemingen in het middelpunt van het herstructureringsproces

De ontwikkeling van het menselijke potentieelen de verbetering van de vaardigheden zijn in deze context van het grootstebelang. Daarom moet de EU gebruik maken van de recente ervaring om haarmondiaal concurrentievermogen te vergroten, zodat zij sterker wordt en zichomvormt tot een slimme, duurzame en inclusieve economie die zorgt voor hogeniveaus van werkgelegenheid, productiviteit, concurrentievermogen en socialesamenhang.

De positieve uitvoerprestaties van sommigelidstaten laten zien dat succes op de wereldmarkten niet alleen opprijsconcurrentie maar ook op andere factoren berust, zoals sectoraleproductspecialisatie, innovatie en vaardigheidsniveaus. Op deze gebieden zijnde zwakke punten van vóór de crisis overduidelijk geworden.

De EU heeft de laatste decennia een sterksysteem van werkgelegenheid en sociale bescherming opgebouwd dat, gecombineerdmet een relatief hoog onderwijsniveau, de basis is geweest voor haareconomische en sociale voorspoed tot nu toe. Het verschijnen van nieuwe actorenin de wereldeconomie en het snel veranderende ondernemingsklimaat vormen echtereen uitdaging voor dit systeem, dat tot nu toe zeer doeltreffend was voor detotstandbrenging van groei en banen. Het wordt steeds duidelijker dat ditsysteem, zonder veranderingen, niet geschikt is om ervoor te zorgen dat demiddelen, met name de menselijke hulpbronnen, snel en soepel worden herverdeeldvan afnemende naar nieuwe opkomende activiteiten. Het is ook steeds minder instaat om de werknemers een reële kans op beroepsontwikkeling te bieden wanneerhun banen in gevaar komen, omdat het hun vermogen om zich aan veranderingen aante passen niet bevordert.

Door de recente economische en financiëlecrisis en de daarmee gepaard gaande noodzaak van structurele hervormingen ishet meer dan ooit belangrijk geworden dat dergelijke zwakke punten wordenaangepakt. In lijn met de flexizekerheidsaanpak en de Europa 2020-strategie[11] wil de Commissie depermanente aanpassing van de bedrijven aan de snel veranderende economischeomstandigheden aanmoedigen door het nastreven van een hoog niveau vanwerkgelegenheid en sociale bescherming via passende ondersteuningsmaatregelen.Er bestaat een grote behoefte aan maatregelen ter ondersteuning van deherverdeling van de middelen tussen bedrijven en beroepen. Deze omvattenveranderingen in de arbeidsbeschermingswetgeving en de bedrijfspraktijken inverband met bedrijfsherstructureringen die de reallocatie van middelen naaractiviteiten met een hogere meerwaarde en een snellere groei niet belemmeren, enook een passend beleid op het gebied van scholings- en activeringsmaatregelendie tezamen met goed opgezette werkloosheidsuitkeringssystemen ontslagenwerknemers op weg helpen naar andere banen en beroepen.

Herstructureringenmaken deel uit van het dagelijkse leven van ondernemingen, werknemers,overheidsinstanties en andere belanghebbenden. De laatste jaren heeft de EUzich veel moeite getroost bij het nastreven van de beleidsdoelstellingen die deaanpassing aan veranderingen en herstructureringen vergemakkelijken. Ondankshet prijzenswaardige werk van de Europese sociale partners op dit gebied naaraanleiding van vorige raadplegingen van de Commissie moet hetaanpassingsvermogen van ondernemingen, werknemers en regio's verder wordenversterkt.

De rol vande nationale, regionale en lokale autoriteiten bij de economische en socialeomschakeling

De crisis heefthele industriële sectoren en daardoor hele regio's ongeacht de nationalegrenzen getroffen. Deze ontwikkeling kwam nog bovenop de hardnekkige geografischeongelijkheden, zowel tussen als binnen regio's, die de interne marktondermijnen.

Proactieve endynamische herstructureringen zullen worden aangemoedigd wanneeroverheidsinstanties een ondersteunende rol spelen bij deherstructureringswerkzaamheden en -processen doordat zij daarop anticiperendoor het vergemakkelijken van de coördinatie tussen de externe belanghebbendenen de ondernemingen.

De rol van de regio's, naast die van delanden, bij de bevordering van een slimme specialisatie is van het grootstebelang en er moet verder worden bestudeerd hoe die rol kan worden versterkt.

Overheidsdienst, een anderebelangrijke werkgever

Hoewel dit Groenboek op de industriële sector is gericht, moet heteffect van de crisis op de overheidssector ook worden bekeken, waarbij debelangrijke rol van de overheidssector als zowel werkgever en dienstverlenermoet worden erkend.

De werkgelegenheid in de overheidsdiensten (waaronderoverheidsadministratie, onderwijs, gezondheidszorg en maatschappelijk werk) isde laatst drie jaar in vergelijking met andere sectoren aanzienlijk toegenomenmet ongeveer 2 miljoen extra banen. In het najaar 2010 nam de groei af en werdin de eerste helft van 2011 negatief. Het effect van de vermindering van deuitgaven in de overheidssector verklaart waarschijnlijk deze verandering[12]. Het snoeien in de uitgavenvan de overheidssector zal vooral vrouwen treffen in hun rol van zowelwerknemer als hoofdgebruiker van diensten zoals bijvoorbeeld de opvang vankinderen en ouderen.

De productie van veel overheidsdiensten kan waardevoller zijn voor hetconcurrentievermogen van de economie dan uit de kosten en de productiviteitdaarvan afgeleid zou kunnen worden (bv. omdat zij aanleiding geeft tot hogereconsumentenoverschotten of tot verbeteringen van de totale factorproductiviteitin andere sectoren). Dit zal met name het geval zijn bij dienstensectoren zoalsgezondheidszorg, onderwijs, opvang van kinderen en ouderen of vervoer.

De overheidsinstanties zijn via overheidsbedrijven of de toekenning vanconcessies direct of indirect verantwoordelijk voor een groot gedeelte van dewerkgelegenheid in de dienstensectoren. Naast hun algemene verantwoordelijkheidvoor de economie moeten zij ook zorgen voor de voorwaarden voor de soepeleoverdracht van kennis en het beste gebruik van de bestaande arbeidskrachten inde sectoren waarmee zij zijn belast. Tezelfdertijd is de noodzaak om deoverheidsfinanciën te blijven consolideren duidelijk van invloed op deactiviteiten en de werkgelegenheid in de overheidssector. Herstructureringendie de efficiëntie verbeteren, zijn ook in de overheidssector van steeds groterbelang. Dit onderstreempt het belang van herstructureringsstrategieën in deoverheidssector die op passende wijze rekening houden met de specifieke rol vande overheidsdiensten, onder meer door bij te dragen aan de productiviteit in deprivésector.

Men kan zich ook afvragen hoe anticipatieve en strategischebenaderingen op de lange termijn van het beheer van veranderingen enherstrucuteringen op de overheidssector kunnen worden toegepast in het kadervan de huidige consoladatiemaatregelen. Er moet ook rekening worden gehoudenmet de noodzaak van de herstructurering van belangrijke overheidsdiensten zoalsde gezondheidszorg en er moet worden gezorgd voor de duurzaamheid daarvan op delange termijn bij een groeiende vraag.

2. Uit de crisis getrokken lessen

Het effect van de financiële crisis op dereële economie deed zich volledig voelen vanaf 2009, toen het bbp aanweerszijden van de Atlantische Oceaan per jaar met ongekende percentages afnam.De werkgelegenheid bleek in Europa onmiddellijk na de recessie zeerveerkrachtig te zijn, met name door de sterke aanpassing van de gewerkte uren.Sinds de tweede helft van 2009 gingen echter steeds meer banen verloren en steegde werkloosheid in de meeste EU-landen, zij het met grote verschillen. Hetherstel trok in de eerste helft van 2010 aan maar stabiliseerde zich in de restvan het jaar, wat ook te wijten was aan de uitwerking van het effect vantijdelijke factoren zoals de uitzonderlijke stimulerende maatregelen. Ondankshet herstel van de productie begon de werkgelegenheid pas eind 2010 te groeienen bleef de werkloosheid stabiel op de in 2009 bereikte hoge niveaus[13].

De algemene trend van de werkgelegenheidvertoonde uiteenlopende patronen op sectoraal niveau. Hoewel de toename van dewerkloosheid oorspronkelijk vooral industrieën trof die het meest blootgesteldwaren aan de bedrijfscyclus en alleen in beperkte mate gebruik konden maken vande aanpassing van de arbeidstijd, met name in de bouw, blijkt dat deel van dezetoename zich nu te bestendigen. Ondanks het wijdverbreide gebruik vanarbeidstijdverkortingsregelingen nam de werkgelegenheid ook in de be- enverwerkende industrie af en bleef zij tijdens het herstel een neerwaartse trendvolgen. Deze patronen kunnen te wijten zijn aan de aanpassing die door dewereldwijde recessie is veroorzaakt als gevolg van het capaciteitsoverschot inbepaalde sectoren en aan het feit dat de daling van het bbp tijdens de recessiepermanent dreigt te worden.

De noodzaak om werknemers uit sectoren met eenlage productiviteit over te hevelen naar sectoren met een hoge productiviteitkan inderdaad leiden tot langere perioden van werkloosheid en een hogestructurele werkloosheid, wat op zijn beurt negatieve effecten op hetmenselijke kapitaal zal hebben en aldus verder zal bijdragen tot aanhoudendewerkloosheid[14].

De snelheid waarmee de werkloosheid zal dalennaar de niveaus van vóór de crisis zal niet alleen afhangen van degroeivooruitzichten en de verschillende economische en institutioneleuitgangsvoorwaarden, maar ook van de noodzaak van een sectorale herverdeling ende capaciteit van de bedrijven om de arbeidskosten direct of via een wijzigingvan de arbeidstijd aan te passen. Die snelheid zal ook afhangen van deaanwezigheid van ondersteunende beleidskaders, waaronderwerkloosheidsuitkeringssystemen en activeringsmaatregelen die werklozenstimuleren om weer aan het werk te gaan; loonvormingskaders ter ondersteuningvan de loonaanpassing; belastingsystemen die het scheppen van banenaanmoedigen; doelgericht actief arbeidsmarkt- en scholingsbeleid tervergemakkelijking van de overgangen op de arbeidsmarkt en de herintreding vanlangdurig werklozen in het arbeidsleven.

Uit de tijdens deeconomische crisis opgedane ervaring blijkt dat ondanks de uiterst ongunstigemarkt- en financiële situaties de bedrijven en hun werknemers in heel Europa insterke mate hebben bijgedragen tot de herstructureringsprocessen die opconstructieve, effectieve en instrumentele wijze hebben geholpen om hetbanenverlies via innovatieve regelingen te beperken.

Zoals aangegevenin het verslag 2009 van de European Restructuring Monitor (ERM)"Restructuring in recession" (Herstructurering tijdens recessie)[15] hebben veel ondernemingen inheel Europa in reactie op de crisis initiatieven genomen tot behoud van hetaantal banen - het meest in het oog springend zijn verschillende maatregelenom de arbeidstijd te verkorten (zie kader). Deze omvatten stilleggingen vande productie, verplichting om vakantiedagen op te nemen, kortere werkweken ofwerkdagen, groter gebruik van arbeidstijdrekeningen, verlofrotatie ensabbatjaren. In sommige bedrijven zijn de lonen naar beneden aangepast, waarbijtijdelijke loonsverlagingen met 10-20% niet ongewoon waren. De meesteondernemingen hebben gebruik gemaakt van verschillende combinaties van dezemaatregelen en intense onderhandelingen hebben geleid tot een grootaantal overeenkomsten - bijvoorbeeld lagere lonen in ruil voorbedrijfsaandelen. Ontslagvergoedingen, vaak in combinatie met vervroegdeuittreding, zijn ook wijdverbreid.

Meer dan ooithebben de sociale dialoog en de collectieve onderhandelingen eencruciale rol gespeeld bij de aanpassing van de productie, de werkorganisatie ende arbeidsvoorwaarden aan de snel veranderende en veeleisende omstandighedentijdens de crisis.

Van hun kanthebben de overheidsinstanties de overheidsinstrumenten uitgebreid terbevordering van de reïntegratie op de arbeidsmarkt van degenen die tijdens decrisis werkloos zijn geworden. In een vroege fase van de crisis hebben delidstaten de capaciteit van de openbare diensten voor arbeidsvoorziening enhun dienstenaanbod uitgebreid. De lange duur van de crisis heeft ertoe geleiddat sommige regeringen hun uitgaven hebben verminderd en de middelen voor dehele overheidsadministratie, waaronder de openbare diensten voorarbeidsvoorziening (ODA's), hebben teruggeschroefd[16]. Sommige lidstaten hebbenspecifieke outplacementdiensten opgericht of bestaande diensten versterkt. Dezediensten hebben gewoonlijk veel belanghebbenden, zoals de staat, regionaleautoriteiten, de sociale partners en andere lokale actoren. Hun efficiëntie -een gevolg van specialisatie in outplacementwerkzaamheden - tezamen met hetgrote vertrouwen dat zij genieten en dat inherent is aan het bestuur van eenorgaan dat voor verschillende belanghebbenden werkt, maakt van hen eenwaardevol instrument om het hoofd te bieden aan de gevolgen van de crisis.

Korterewerkweken zijn waarschijnlijk de meest innovatieve reactie op de crisisgeweest, vaak met omvangrijke overheidssteun voor deze regelingen. Over het algemeen zijn de werknemers voor de verloren uren vergoed inlanden met overheidsregelingen en in landen waar arbeidstijdverkorting isgeregeld in collectieve overeenkomsten, waarbij de overheidsinstanties ineerste instantie optreden om de collectief overeengekomen vergoeding aan tevullen. De mate waarin een opleiding wordt verstrekt tijdens de beschikbaargekomen vrije tijd varieert ook aanzienlijk, evenals de hoogte van de socialepremies tijdens de periode van arbeidstijdverkorting.

Tijdens derecessie in 2008-2009 was de arbeidstijdverkorting de belangrijkstekostenbesparingsstrategie voor de ondernemingen. Arbeidstijdverkorting alsreactie op de crisis is echter niet altijd mogelijk. Binnen bedrijven is eentijdelijke arbeidstijdverkorting mogelijk wanneer positieve balansen inarbeidstijdrekeningen beschikbaar zijn. Bovendien zullen dezearbeidstijdverkortingsregelingen waarschijnlijk hun doeltreffendheid verliezenwanneer een zwakke vraag naar arbeid blijft bestaan. Een te late intrekking vandeze regelingen kan aanzienlijke kosten met zich brengen door het feit datarbeidskrachten voor afnemende activiteiten in dienst worden gehouden, waardoorde noodzakelijke herverdeling van middelen wordt voorkomen, de toekomstigegroeiperspectieven worden beschadigd en de concurrentie wordt vervalst. Tenslotte hangt de beschikbaarheid van door de overheid ondersteunde regelingen afvan haar financiële situatie, die in verscheidene landen is verslechterd.

Bij de analyse vandeze mechanismen is het van belang dat rekening wordt gehouden met het feit datde efficiëntie en het effect daarvan uit zowel economisch als sociaal oogpuntaanzienlijke verschillen hebben vertoond in diverse nationale en sectoralecontexten. Conclusies over hun geschiktheid en/of overdraagbaarheid op anderecontexten moeten daarom een analyse van de succesfactoren omvatten.

Arbeidstijdverkortingsregelingen - enkele feiten Uit de analyse van de veranderingen op het gebied van de werkgelegenheid en de arbeidstijd in reactie op de vermindering van de productie blijkt dat de aanpassing van de arbeidsmarkten van de lidstaten tijdens het dieptepunt van de crisis aanzienlijk verschilde. Terwijl in sommige landen onmiddellijk banenverlies optrad, verkortten in andere landen de werkgevers, hierin in sommige gevallen gesteund door de overheid in de vorm van arbeidstijdverkortingsregelingen, eerst de arbeidstijd van hun werknemers in plaats van hen te ontslaan. Uit de onderstaande figuur blijkt dat in het eerste kwartaal 2009 toen de productie in de be- en verwerkende sector haar conjunctureel dieptepunt bereikte, in de EU op zeer grote schaal gebruik werd gemaakt van de verkorting van de arbeidstijd. Na het herstel van de productie namen de gemiddelde arbeidstijden ook toe, wat erop wijst dat de arbeidstijdverkorting werd ingetrokken en in sommige gevallen de personeelssterkte werd aangepast. Tabel: Groei per kwartaal van de werkgelegenheid en de gemiddelde arbeidstijd in de be- en verwerkende sector in de EU (voor seizoensinvloeden gecorrigeerd) Bron: Eurostat Uit de ontwikkelingen in de lidstaten blijkt dat in het eerste kwartaal van 2009 in verscheidene landen in grote mate gebruik werd gemaakt van arbeidstijdverkorting. Arbeidstijdverkorting speelde met name een belangrijke rol in Duitsland, België en Oostenrijk, die erin zijn geslaagd om de werkgelegenheid op ongeveer hetzelfde peil te houden als het jaar daarvoor. Tabel: Verandering in het niveau van de werkgelegenheid en het gemiddelde aantal werkuren in de be- en verwerkende sector in Q12009 in vergelijking met Q12008 (voor seizoensinvloeden gecorrigeerd) Bron: Eurostat (de gegevens voor Italië zijn niet beschikbaar) Een en ander lijkt erop te wijzen dat de arbeidstijdverkortingsregelingen hebben gediend om het banenverlies en de bijbehorende stijging van de werkloosheid in deze economieën te beperken. Bovendien zijn dergelijke regelingen gunstig voor de bedrijven, die aldus in staat worden gesteld om hooggeschoolde of speciaal opgeleide werknemers tijdens een periode van economische neergang in dienst te houden. Een analyse van de Commissie[17] gaf aan dat deze regelingen doeltreffend waren om het effect van de economische crisis op het banenverlies te verminderen en benadrukte dat een tijdige intrekking van dergelijke maatregelen na afloop van de economische crisis noodzakelijk was. De studie wijst op het risico dat een langdurig gebruik van arbeidstijdverkorting de vraag in afnemende sectoren ondersteunt, wat de herstructurering daarvan kan vertragen, vooral wanneer de kosten van de arbeidsherverdeling laag en de prikkels voor herstructurering hoog zijn. Door het uitstellen van de herverdeling hielden arbeidstijdverkortingsregelingen de productiviteitsgroei en als gevolg daarvan loonstijgingen tegen. Om zo doeltreffend mogelijk te zijn, moeten deze regelingen worden gekoppeld aan een efficiënt werkloosheidsuitkeringssysteem dat de herverdeling van arbeid bevordert. Deze analyse wordt ondersteund door een recente studie van de OESO[18] die erop wijst dat de arbeidstijdverkortingsregelingen een economisch belangrijk effect op het behoud van de banen tijdens de economische crisis hebben gehad en dat deze effecten het grootst waren in Duitsland en Japan voor werknemers met vaste arbeidscontracten. Dergelijke regelingen hebben met groot succes bijgedragen aan het behoud van de werkgelegenheid in deze economieën.

In lijn met deaanbevelingen van het Europees economisch herstelplan hebben de lidstatenomvattende anticrisismaatregelen genomen om het effect van de financiëlecrisis op de totale vraag te beperken en een excessief banenverlies in reactieop een tijdelijke inkrimping van de productie te voorkomen. Naast dearbeidstijdverkortingsregelingen zijn de dekking en de hoogte van dewerkloosheidsuitkeringen in verscheidene lidstaten verbeterd. Maatregelen op dekorte termijn omvatten ook directe steunverlening aan ondernemingen, zoalsleningen of garanties om de toegang tot financiering te vergemakkelijken;verlaging van socialezekerheidspremies; regelingen voor het scheppen van banenin de overheidssector; versterkte actieve-arbeidsmarkt- enopleidingsmaatregelen, vaak gericht op ontslagen werknemers.

Vanaf 2010 heeft het inzettende herstel,gekoppeld aan meer stringente fiscale randvoorwaarden, tot een herziening vande beleidsprioriteiten geleid. De hervormingen zullen aangepast moeten wordenaan een context waarin de groei zich geleidelijk herstelt maar arbeid nog nietvolledig bijdraagt aan het groeipotentieel wegens de hoge en voortdurendewerkloosheid. De aandacht moet worden gericht op belasting- enuitkeringssystemen die ervoor zorgen dat werken loont; een activeringsbeleiddat werklozen beloont die opnieuw aan het werk gaan; arbeidsbeschermingssystemendie zorgen voor een goed evenwicht tussen zekerheid en flexibiliteit;loonontwikkelingen die sporen met de herbalancerings- en aanpassingsbehoeftenvan de economie. Veel van de urgente arbeidsmarktmaatregelen die aan het beginvan de financiële crisis zijn genomen, zijn geleidelijk afgelopen. Deactieve-arbeidsmarkt- en scholingsmaatregelen zijn versterkt en sommige landenzijn begonnen met de hervorming van hun arbeidsbeschermingswetgeving om hetscheppen van banen te bevorderen en de segmentatie van de arbeidsmarkt tebestrijden.

Zijn de hierboven vermelde beleidsmaatregelen enpraktijken geschikt voor herstructureringen, speciaal wat dearbeidstijdverkortingsregelingen tijdens de crisis betreft? In welke specifiekecontexten? Kunnen zij het hoofd bieden aan een blijvend zwakke vraag? Watkunnen de lidstaten, de Commissie of de sociale partners ten slotte doen om debeste praktijken op dit gebied uit te wisselen en te verspreiden en een grotergebruik daarvan aan te moedigen?

3. De concurrentie-uitdaging: het belang van de bevordering vaneconomische en industriële aanpassingen

Ondernemingen kunnen zich op verschillendemanieren aanpassen

Aanpassing maakt deel uit van hetconcurrentieproces van de ondernemingen. Het is een middel waarmee deondernemingen hun productiviteit kunnen verbeteren. De noodzaak van eenconstante aanpassing vloeit voort uit technologische veranderingen, innovatie,fellere concurrentie en opkomst van nieuwe concurrenten, verschuiving in devoorkeur van consumenten, wijziging van de wetgeving, beschikbaarheid en prijsvan middelen en andere inputs, markttoegang enz.[19] De druk om veranderingen doorte voeren, die zich ook in normale tijden kan voordoen, wordt sterker tijdenseen langdurige periode van zwakke economische activiteit. Ondernemingen die erniet in slagen zich aan de veranderende omstandigheden aan te passen, zullen opden duur geen gelijke tred kunnen houden met hun concurrenten.

Aanpassing kan daarom worden beschouwd in decontext van een proces van herverdeling van middelen, waarbij bestaandeproductiestructuren ter discussie worden gesteld en eventueel worden vervangendoor nieuwe, meer efficiënte en concurrerende structuren en bedrijven. Met eensteeds meer geschoolde en in toenemende mate kapitaal- en technologie-intensieveindustriële basis, zal de EU-industrie nog meer geïntegreerd worden ininternationale waardeketens naarmate de inkooptransacties (global sourcing)complexer worden, en om de mondiale groeimarkten te bedienen.

Sommige aanpassingen kunnen de vorm aannemen vanveranderingen in de activiteiten van de onderneming, bv. een breder of smallerbereik, verandering van haar positie in de waardeketen, spin-offs en internondernemerschap, nieuw gebruik van activa, clearing van de balansen,verbetering van vaardigheden en opleiding, en/of organisatorische veranderingenin het beheer van de onderneming. Concreet gezien ontstaan nieuwebedrijfsmodellen die productie nauwer aan dienstverlening koppelen. Deontwikkeling van innovatieve oplossingen zoals meer middelenefficiënteproductiemethoden of nieuwe technologieën, zoals geavanceerde materialen ennanotechnologie, kan gevolgen hebben voor "outsourcing"-besluitenenz. Dergelijke activiteiten maken deel uit van de dagelijkse bedrijfsdynamiekom een gezonde onderneming concurrerend te houden.

Randvoorwaarden voor een efficiënteaanpassing

De ondernemingen en de sectoren zelf kennennormaliter het best hun herstructureringsbehoeften. Om te zorgen voor eenefficiënte aanpassing moeten de bedrijven functioneren in een omgeving waarpassende randvoorwaarden een dergelijke aanpassing mogelijk maken.Obstakels die een dergelijke aanpassing in de weg staan, zullen hetconcurrentievermogen en de werkgelegenheid op de lange termijn negatiefbeïnvloeden.

De interne markt moet de randvoorwaardenhelpen creëren en in heel Europa kansen helpen bieden. De werking van dearbeidsmarkt en mobiliteit zijn een belangrijk aspect. Andere belangrijkegebieden, voor de ondernemingen en de maatschappij in haar geheel, omvatten dewerking van de kapitaalmarkten (toegang tot financiering), de concurrentie opde productmarkten, de efficiëntie van O&O- en innovatiesystemen, hetondernemingsklimaat, de mechanismen voor kennisoverdracht en invoering vantechnologie, een doeltreffend onderwijs- en opleidingssysteem en de brederemaatschappelijke uitdagingen. Dit zijn niet alleen regelgevende aspecten. Hetbesluit Interne markt ("Single Market Act") en hetvlaggenschipinitiatief Innovatie-Unie zijn bedoeld om deze obstakelssystematisch uit de weg te ruimen om de ondernemingen in staat te stellen omgoede ideeën sneller op de markt te brengen, zich aan te passen en te groeien.In hoge mate innovatieve mkb's en innovatieclusters worden een sleutelkanaalvan het innovatie- en productieproces. Daardoor ontstaat een toenemendebehoefte aan een clusterbeleid en een slimme specialisatie, een ruimer aanbodvan vaardigheden en een doelgerichte kennis van de toekomstige markten en derelevante sleuteltechnologieën.

Herstructurering

Herstructurering kan betrekking hebben op éénbedrijf, gekoppeld zijn aan zijn lopende bedrijfsontwikkeling of verband houdenmet de mislukking van vroegere investeringen. Zij kan een hele sector ofsommige segmenten van deze sector betreffen. Bovendien zijn er duidelijkeverschillen tussen de sectoren, waarbij sommige meer dan andere onderhevig zijnaan de hierboven vermelde druk. Industrietakken zoals uitrustingsgoederen,chemicaliën, motorvoertuigen of elektrische machines, kunnen worden omschrevenals sectoren die zwaar door de mondiale concurrentie en de technologischeontwikkeling zijn getroffen. Dit heeft gevolgen voor hun behoefte aan eenefficiënte herstructurering.

Een recent voorbeeld van de wijze waaropondernemingen en sectoren in een veeleisende economische en sociale omgevingmet herstructureringen omgaan, wordt door de auto-industrie gegeven in hettussentijdse verslag van de groep op hoog niveau CARS 21, dat op2 december 2011 is goedgekeurd (zie begeleidend werkdocument van dediensten van de Commissie "Herstructurering in Europa 2011"[20]);

Sommige herstructureringsactiviteiten (bv.sluiten van delen van de leveringsketens, tijdelijk ontslag van sommigewerknemers) zullen negatieve gevolgen voor de omringende economie hebben. Datbetekent dat hier een rol voor de beleidsmakers is weggelegd, maar eenefficiënte beleidsreactie mag de noodzakelijke efficiëntievergrotendeherstructurering niet vertragen of blokkeren. Zij moet veeleer worden gerichtop beleidsmaatregelen die de herverdeling van middelen in verschillendeondernemingen/sectoren vergemakkelijken.

De toegang tot financiering is met name vanvitaal belang voor de economische activiteiten, aangezien de noodzakelijkeaanpassingen die investeringen vergen, kunnen worden vertraagd of stopgezetdoor een beperkte toegang tot externe financiële middelen. De toegang totfinanciering wordt niet alleen beïnvloed door de kapitaalmarkten of definanciële steun van de overheid, maar ook door andere regelgevende factoren,zoals bedrijfsbelastings- of failissementsvoorschriften. Langdurige enlastige faillissementsprocedures kunnen eerlijke, failliet gegane ondernemerser daadwerkelijk van weerhouden om opnieuw een zaak te beginnen en daardoorbestaande banen te redden en nieuwe banen te creëren, ondanks ervaringenwaaruit blijkt dat "tweedekans"-bedrijven sneller groeien enveerkrachtiger zijn dan traditionele startende bedrijven[21].

De mededeling van de Commissie "Denkeerst klein- Een "Small Business Act" voor Europa" van 2008[22] en de vervolgmededeling "Evaluatie van de "Small BusinessAct" voor Europa" van 2011[23] verzoekende lidstaten om twee specifieke acties te ondernemen om deze kwestie aan tepakken. Met name verzocht de mededeling van 2008 de lidstaten om "ernaarte streven dat alle juridische procedures voor het liquideren van een bedrijfin geval van een niet-frauduleus faillissement binnen een jaar afgehandeldzijn" en de mededeling van 2011 verzocht de lidstaten om "tweedekansen voor ondernemers te bevorderen door tegen 2013 de kwijting enschuldvereffening voor een eerlijke ondernemer na een bankroet tot maximaaldrie jaar te beperken".

Staatssteunregels[24] spelen een rol bij sommigeherstructureringen. Dit soort steun is toegelaten voor ondernemingen dielevensvatbaar worden geacht, maar zich in moeilijkheden bevinden en zonderoverheidssteun failliet zouden gaan, aangezien geen particuliere entiteitenbereid zijn om hun kapitaal te verstrekken. Daarom wordt deze steun alleentoegekend in extreme situaties waarin de ondernemingen mogelijk niet tijdig opeen veranderende omgeving hebben gereageerd.

De Commissie zou graag het standpunt vanbelanghebbenden leren kennen over de volgende vragen:

- Welke soorten randvoorwaarden zijn het meestgeschikt voor een succesvolle industriële aanpassing?

- Welke bestaande maatregelen betreffende de toegangtot financiering ter begeleiding van structurele aanpassingen vormen een goedepraktijk?

- Welke verdere maatregelen moeten worden genomenom de faillissementsprocedures te verbeteren?

4. De uitdaging van het aanpassingsvermogen van de bedrijven en de inzetbaarheidvan de werknemers - ondernemingen in het middelpunt van hetherstructureringsproces

De EU is erin geslaagd de productieve basisvan haar economie tijdens de ergste jaren van de economische crisis tevrijwaren. In het licht van de huidige onzekere macro-economischeomstandigheden zal het vermogen van de Europese industrie om concurrerend teblijven en haar banen te behouden meer en meer afhangen van haar capaciteitom te innoveren en zich snel en soepel aan veranderingen aan te passen.Deze veranderingen zijn het gevolg van de technologische vooruitgang, deverschuiving van de handelspatronen, het zich verder ontwikkelende regelgevendekader, veranderende bedrijfsmodellen en het gedrag van de consumenten. De EUmoet via haar acties op verschillende beleidsterreinen haar bedrijven in ditverband ondersteunen. De omvang van de economische herstructureringen ensociale veranderingen die worden veroorzaakt door de grondige aanpassing die isvereist door de milieu-, markt-, economische, technologische enmaatschappelijke uitdagingen en die door de grote recessie zijn versneld, isimmens. Uit werkgelegenheidsoogpunt omvat de aanpassing zowel het scheppenals het vernietigen van banen en vooral het omvormen van banen (intermen van nieuwe taken, nieuwe vaardigheidsprofielen en nieuwewerkregelingen). De beschikking over geschoolde arbeidskrachten wordt beschouwdals een van de belangrijkste concurrentiefactoren van de Europeseindustrie; dit gegeven is echter niet vanzelfsprekend en voor de instandhoudingvan deze factor is een proactieve aanpak vereist.

Een soepele aanpassing aan veranderingenvereist duidelijk een investering in vaardigheden en adequaat menselijkkapitaal. Om een slimme, duurzame en inclusieve groei te handhaven, is het vanessentieel belang dat ervoor wordt gezorgd dat de bedrijven beschikken overpassend geschoolde arbeidskrachten om vaardigheidstekorten en niet op debehoeften afgestemde vaardigheden te vermijden. De anticipatie optoekomstige vaardigheidsvereisten (bijvoorbeeld de behoefte aan groenevaardigheden en vaardigheden op gebieden zoals gezondheids- en sociale zorg) ende consequente aanpassing van de onderwijs- en opleidingsstelsels, curricula enkwalificaties in samenwerking met de sociale partners, de ontwikkeling van hoogwaardigeleerplaatsen en de herscholing in de context van het een leven lang leren vanreeds in de sector werkzame werknemers zijn ook van cruciaal belang voor deinstandhouding van een hoge werkgelegenheid. Wat de vaardigheidstekortenbetreft, moeten de bedrijven bereid zijn om in het buitenland naar talent tezoeken. In dit verband zijn investeringen in ICT-vaardigheden en in digitalegeletterdheid absoluut noodzakelijk. Er wordenbanen gegenereerd bij de productie van nieuwe energie-efficiënte halfgeleiders,de verlening van cloud-computerdiensten, cyberveiligheid en de verstrekking vanvirtualisatietoepassingen. Als gevolg daarvan zal een grote vraag bestaan naarmensen met vaardigheden in deze sectoren en moeten initiatieven op het gebiedvan e-vaardigheden worden aangemoedigd.

Door de economische en financiële crisis en dedaarmee gepaard gaande versnelling van de veranderingen met de daaruitvoortvloeiende noodzaak van herstructurering in bepaalde sectoren en sectoraleherverdeling van arbeid is het meer dan ooit belangrijk dat Europa de bestaandezwakke punten in verband met het aanpassingsvermogen van de bedrijven en deinzetbaarheid van de werknemers aanpakt.

De Commissie wil de permanente aanpassingvan de bedrijven aan de snel veranderende economische omstandighedenaanmoedigen en daarbij een hoog niveau van werkgelegenheid en socialebescherming via passende ondersteuningsmaatregelen nastreven. Er bestaat eengrote behoefte aan maatregelen ter ondersteuning van de herverdeling vanmiddelen tussen bedrijven en sectoren en maatregelen ter benutting van hetpotentieel van hooggeschoolde maar in toenemende mate werkloos zijnde jongeren. Het beter anticiperen op en beheren van herstructureringen zouwerknemers en ondernemingen helpen om zich aan te passen aan overgangen dienoodzakelijk worden door overcapaciteit en door modernisering en structureleaanpassing.

Het management en dewerknemersvertegenwoordigers zijn de hoofdrolspelers bij de discussies over opde toekomst gerichte herstructureringsstrategieën op het niveau van deondernemingen. Beleidsmaatregelen ondersteunendergelijke herstructureringen om schrijnende sociale toestanden te vermijden ennieuwe vaardigheden en banen te bevorderen door het vergemakkelijken van deeconomische omschakeling en de beroepsmobiliteit. Om zo nodig de reallocatievan factoren te vergemakkelijken, moet het beleid erop zijn gericht tevoorkomen dat rigiditeiten op de arbeidsmarkt en haar vaardighedenstructuur eenhinderpaal worden voor aanpassing en economische groei.

Tezelfdertijd moet aandacht worden besteed aande sociale en gezondheidseffecten van arbeidsonzekerheid, aanpassing,baanverlies en langdurige werkloosheid met behulp van effectieve benaderingendie de werknemers in staat stellen zich aan de veranderingen op de werkplek aante passen, snel terug te keren op de arbeidsmarkt en de gezondheidseffecten vanovergangen te verzachten. Er zij gewezen op de opkomst van nieuwe praktijken ophet niveau van de bedrijven en sectoren op dit gebied, zelfs in tijden van crisis.

De versterking van de factoren die veranderingaandrijven, heeft een diepgaand effect op de wijze waarop de sociale partnersen de overheidsinstanties met deze kwestie omgaan. In verscheidene lidstatenheeft de laatste jaren een duidelijke trend plaatsgevonden, waarbij deaandacht is verschoven van een louter correctieve strategie naar preventieveactie, d.w.z. een verschuiving naar een meer proactieve strategie die de aanhet herstructureringsproces verbonden sociale effecten tot een minimum helpt tebeperken. Preventieve strategieën integreren de risico's die inherent zijnaan herstructurering, zodat zij kunnen bijdragen aan zowel de bevordering vaneen positieve beroepsmobiliteit van de getroffen werknemers als een vergrotingvan het concurrentievermogen van de ondernemingen.

De observatie van deherstructureringsprocessen in Europa suggereert echter dat de praktijken op ditgebied soms eerder reactief dan anticipatief en proactief zijn; het gebeurt datdeze praktijken te laat in het besluitvormingsproces worden toegepast enexterne entiteiten daarbij niet vroeg genoeg worden betrokken om nog een rol tekunnen spelen bij de verlichting van de sociale gevolgen van deherstructurering.

Passieve attitudes en verzet tegenverandering veroorzaken zeer hoge economische kosten en vormen een bedreigingvoor de investeringen en de groei van de werkgelegenheid. Het is daarom belangrijk dat het vertrouwen wordt gekweekt dat allesegmenten van de maatschappij (ondernemingen, werknemers en hunvertegenwoordigers, overheidsinstanties enz.) in staat stelt om de toekomst opdynamische wijze tegemoet te zien.

Is de anticipatieve aanpak haalbaar wat hetmanagement van veranderingen en herstructureringen betreft?

Hoe kunnen de bestaande oriëntaties enrichtsnoeren inzake herstructureringen worden verbeterd in het licht van de uitde crisis getrokken lessen en de nieuwe economische en sociale uitdagingen? Hoekunnen de lessen uit de crisis worden verspreid en toegepast?

5. Het creëren van synergie in het proces van industriële verandering

De Commissie zou graag het standpunt van allebelanghebbenden leren kennen over goede praktijken en de mogelijke synergie ophet gebied van: a) anticipatie op herstructureringsprocessen; b) voorbereidingen beheer van herstructureringsprocessen; c) evaluatie en verslaglegging; d) derol van de sociale dialoog; en e) de herziening van de passieve bescherming,als hieronder uiteengezet.

a)       Anticipatie opherstructureringsprocessen

Strategische planning op delange termijn

De anticipatie op veranderingen issuccesvoller als zij effectief wordt geïntegreerd in de langetermijnstrategieënvan de ondernemingen en regio's om hun duurzaamheid en concurrentievermogen opde lange termijn veilig te stellen en te versterken, en als een op innovatiegerichte cultuur wordt bevorderd. Door te anticiperen op veranderingen in hunstrategische planning op de lange termijn kunnen ondernemingen enoverheidsinstanties de zich aandienende nieuwe kansen aangrijpen en groei enwerkgelegenheid creëren. Een positief voorbeeld hiervan is de ontwikkeling vankoolstofarme en middelenefficiënte technologieën, die een bron van duurzamegroei en banen in verschillende regio's in de hele EU is gebleken.

De strategische bedrijfsplanning op de langetermijn omvat doelstellingen op het gebied van menselijke hulpbronnen,werkgelegenheid en vaardigheden met het oog op de verdere ontwikkeling van devaardigheden en competenties van de arbeidskrachten. Dit kan de productiviteiten als gevolg daarvan het concurrentievermogen en de winstgevendheid van deonderneming verbeteren, alsook haar vermogen om zich aan te passen eninnovatief te zijn. Het kan ook helpen om de inzetbaarheid van de werknemers tevergroten en hun mobiliteit binnen en buiten de onderneming aan te moedigen.

Lokale en regionale autoriteiten kunnen ookeen belangrijke rol spelen bij de verbetering van het concurrentievermogen vanhun regio's op de langere termijn, met name via de ontwikkeling vanslimme-specialisatiestrategieën.

Wat kan worden gedaan om strategische langetermijn- en innovatievebenaderingen van het beheer van veranderingen, waaronder werkgelegenheids- envaardigheidskwesties, aan te moedigen? Hoe kan de synergie tussenondernemingen, lokale autoriteiten en andere lokale actoren worden verbeterd?

Hoe moeten de specifieke verantwoordelijkheden en rollen op dit gebiedworden verdeeld tussen de ondernemingen, sociale partners enoverheidsinstanties?

Vroege anticipatie op werkgelegenheids-en vaardigheidsbehoeften

Sommige ondernemingen ontwikkelen in samenwerkingmet werknemersvertegenwoordigers en/of verstrekkers van beroepsonderwijs en-opleidingen mechanismen voor de toekomstgerichte planning van werkgelegenheiden vaardigheden. Openbare diensten voor arbeidsvoorziening en sectoraleorganisaties spelen ook een belangrijke rol bij de herscholing van werknemersdie van beroep of sector moeten veranderen en zij vergemakkelijken aldus deherverdeling van arbeid tussen bedrijven en sectoren.

De identificatie van de juiste soortopleidingen en vaardigheden die in de toekomst nodig zijn en de plaats waar zijkunnen worden gevonden, ook om zich op de demografische veranderingen voor tebereiden, vereist de volledige samenwerking van alle betrokken partners. Desamenwerking tussen ondernemingen en beroepsscholen blijkt terzake zeersuccesvol te zijn, als zij goed wordt gestructureerd en begeleid. Er kan ookhier een belangrijke rol worden gespeeld door plaatselijke initiatieven zoalsvaardigheidspartnerschappen met regionale en lokale autoriteiten in nauwesamenwerking met externe organen, waaronder universiteiten en andere onderwijs-en opleidingsverstrekkers, technologie-instituten, innovatiecentra enontwikkelingsagentschappen, alsook gezondheidszorg- ensocialezekerheidsverstrekkers. Ondernemingen kunnen ook bijdragen aanwaarnemingsposten voor werkgelegenheid en vaardigheden en deelnemen aan andererelevante initiatieven in de betrokken regio en/of sector.

Hoe kunnen doeltreffende praktijken voor de anticipatie opwerkgelegenheids- en vaardigheidsbehoeften binnen ondernemingen wordenaangemoedigd? Hoe kan opleiding worden ontwikkeld als een permanent element vanhet beheer van de menselijke hulpbronnen?

Hoe kan de synergie tussen de door de ondernemingen ondernomen actie ende initiatieven van de overheidssector worden bevorderd om een passendwerkgelegenheids- en vaardigheidsbeleid te vergemakkelijken?

b)      Voorbereiding enbeheer van herstructureringsprocessen

Vroege voorbereiding

De tijd is een belangrijke factor voor hetgoed beheer van herstructureringen. Herstructureringsacties moeten, voor zovermogelijk, worden voorafgegaan door een goede voorbereiding waarbij allerelevante belanghebbenden worden betrokken om nadelige economische, sociale enregionale gevolgen daarvan te voorkomen of op te vangen. Op sectoraal niveauzijn goede voorbeelden daarvan de industriewijde acties die in de defensie-, deauto-onderdelen- en de telecomindustrieën zijn ondernomen.

Deze voorbereiding moet idealiter zo vroegmogelijk plaatsvinden en starten zodra de noodzaak van de herstructureringwordt erkend, rekening houdend met de methoden en procedures waarover eventueelop het niveau van de sector, regio of onderneming is onderhandeld. Een vroegbegin zal het gemakkelijker maken om maatregelen te nemen om de economische,sociale en regionale gevolgen van de herstructurering tot een minimum tebeperken.

Hoe kunnen ondernemingen en hun arbeidskrachten worden aangemoedigd omde herstructureringsprocessen vroeg en adequaat voor te bereiden door hetbevorderen van de acceptatie van veranderingen? Welke beste praktijken bestaanop dit gebied?

Kweken van wederzijdsvertrouwen en stellen van gedeelde diagnose

Het is belangrijk dat wederzijds vertrouwenwordt gekweekt en een gedeelde diagnose wordt gesteld door een continue enhoogwaardige communicatie tussen alle relevante belanghebbenden. Destrategische doelen en vereisten van de ondernemingen op de lange termijn enhun moeilijkheden op de korte termijn moeten zo veel mogelijk wordentoegelicht, evenals de beoogde maatregelen en andere mogelijke opties in hetlicht van alle betrokken belangen.

Een beleid van maatschappelijk verantwoordondernemen en een transparante aanpak kunnen alle belanghebbenden, met name dewerknemersvertegenwoordigers, aanmoedigen samen te werken bij het zoeken naaroplossingen die de belangen van beide partijen dienen zonder dat onnodigevertragingen en onzekerheden worden gecreëerd.

In welke mate kunnen wederzijds vertrouwen en gedeelde diagnose een rolspelen bij het goed beheer van herstructureringen? Hoe kan dit binnenondernemingen en in een bredere context worden bevorderd?

Minimalisering van desociale gevolgen

Om hun concurrentievermogen en welslagen op delange termijn te verzekeren, denken ondernemingen die met de noodzaak van eenherstructurering worden geconfronteerd, gewoonlijk pas aan ontslagen nadat zijalle mogelijke alternatieve opties in beschouwing hebben genomen. Ondernemingentrachten vaak ook passende ondersteunende maatregelen te vinden en toe tepassen. De vertegenwoordigers van de werknemers moeten open staan vooronderhandelingen over flexibele oplossingen als alternatief voor ontslagen.

Zoals de economische crisis heeft aangetoond,is flexibiliteit inherent aan het bestaande systeem. Veel ondernemingen in heelEuropa hebben tijdelijke initiatieven genomen tot behoud van dewerkgelegenheid, onder meer door arbeidstijdverkorting, productiestops,verplichting om vakantiedagen op te nemen, kortere werkweken of werkdagen,groter gebruik van arbeidstijdrekeningen, verlofrotatie en sabbatjaren.

Wanneer ontslagen niet kunnen worden vermeden,of als onderdeel van het pakket alternatieve opties, kunnen de ondernemingen,lokale autoriteiten en alle relevante belanghebbenden worden aangemoedigd omsamen te werken bij de opstelling van regelingen om de betrokken werknemers instaat te stellen hun inzetbaarheid te verbeteren en zo spoedig mogelijk terugte keren op de arbeidsmarkt.

Het is gebleken dat slecht beheerdeherstructureringen door de menselijke en psychologische gevolgen daarvan eensignificant negatief langetermijneffect op de menselijke hulpbronnen vanondernemingen kunnen hebben en daardoor dit sleutelmiddel voor hetconcurrentievermogen verzwakken. De ondernemingen en sociale partners uitsommige sectoren die bijzonder sterke veranderingen ondergaan, zijn het daaromeens geworden over richtsnoeren voor het beheer van geestelijkegezondheidsproblemen op de werkplek en engageren zich steeds meer in het beheervan deze uitdagingen.

Wat kunnen ondernemingen en werknemers doen om de werkgelegenheids- ensociale gevolgen van herstructureringen tot een minimum te beperken? Welke rolkan het overheidsbeleid spelen om deze veranderingen te vergemakkelijken?

Minimalisering van deexterne economische, sociale, regionale en milieugevolgen

De noodzaak om aandacht te besteden aan hetterritoriale effect van herstructureringen is vermeld tijdens de werkzaamhedenvan de sociale partners. Wanneer een herstructurering belangrijke gevolgen vooreen regio heeft, trachten de ondernemingen in veel gevallen hun voorbereidendeactiviteiten af te stemmen op die van alle andere actoren, met als doel deherplaatsingskansen van hun werknemers te maximaliseren, de economische ensociale omschakeling van de getroffen regio aan te moedigen en nieuweeconomische activiteiten te ontwikkelen die banen creëren.

Daarom praten de ondernemingen vaak met deregionale of lokale autoriteiten en andere relevante belanghebbenden, waarondergezondheidszorg- en socialezekerheidsverstrekkers, over de maatregelen dieworden voorbereid. Zij nemen soms ook deel en/of dragen bij aan dewerkzaamheden van taakgroepen of netwerken die op regionaal of sectoraal niveauzijn opgericht om de gevolgen van de herstructurering tot een minimum tebeperken.

In sommige gevallen omvatten de hierbovenvermelde maatregelen ook de werknemers van andere ondernemingen, waarondermkb's, in de regio die is getroffen door de herstructurering van grotereondernemingen. Het verstrekken van informatie en het verlenen van bijstand aanmkb's zal hen waarschijnlijk helpen om hun bedrijven aan te passen en hetherstructureringsproces te beheren.

Wat kunnen ondernemingen, lokale autoriteiten en alle anderebelanghebbenden doen om de regionale gevolgen van een herstructurering tot eenminimum te beperken?

Hoe kunnen door de gevolgen van de herstructurering van een andereonderneming getroffen ondernemingen in hun eigen aanpassingsproces wordengesteund? Hoe kunnen met name mkb's beter worden geïnformeerd en bijgestaan inhet herstructureringsproces?

c)       Evaluatie enverslaglegging

Instrumenten voor de regelmatige evaluatie vanen verslaglegging over herstructureringen in samenwerking met dewerknemersvertegenwoordigers en de externe organisaties die bij deze processenbetrokken zijn, kunnen in sommige gevallen nuttig blijken te zijn, met name omeen leerproces te vergemakkelijken.

Welke rol kunnen de evaluatie van en de verslaglegging over afgelopenherstructureringen spelen bij het vergroten van de kennis en het verbeteren vande praktijken van belanghebbenden?

d)      De rol van de sociale partners

Aangezien het management en devertegenwoordigers van de werknemers tot de hoofdrolspelers behoren bij dediscussies over herstructureringsstrategieën, zou het nuttig zijn als aan desociale dialoog een prominente rol werd toegekend bij het verspreiden enaanmoedigen van beste praktijken.

Welke rol kan de sociale dialoog spelen bij het beter verspreiden enaanmoedigen van beste praktijken voor de anticipatie op en het beheer vanherstructureringen?

e)       Herziening vanpassieve bescherming

De verschuiving van een passieve beschermingvan de werkgelegenheid naar een actieve bescherming staat centraal in hetflexizekerheidsbegrip. Een mogelijke manier om dit begrip toe te passen is devervanging van de bescherming van specifieke banen door de bescherming van dewerknemers tijdens hun hele arbeidsleven. Een andere mogelijkheid is deversterking van de zogenaamde interne flexibiliteit, die tot doel heeft banente beschermen via maatregelen die zorgen voor een flexibele aanpassing aan deveranderende omstandigheden. In sommige gevallen ging een dergelijkeverandering echter niet altijd vergezeld van een herziening van het bestaandewerkgelegenheidsbeschermingssysteem, met name wat lasten en kosten betreft.

Zoals elke andere functie in ondernemingenkosten de anticipatie op veranderingen en de proactieve herstructering zekergeld, maar leveren zij voor alle betrokkenen ook een voordeel op: ondernemingenverbeteren hun vermogen om zich aan te passen, werknemers worden meer inzetbaaren regio's versterken hun economische dynamiek.

Zich volledig bewust van de zeer grote verschillen die in dit verbandtussen de lidstaten bestaan, zou de Commissie graag het standpunt vanbelanghebbenden (met name nationale autoriteiten en organisaties van socialepartners) leren kennen over de vraag of sommige aspecten van dewerkgelegenheidsbeschermingssystemen moeten worden herzien in het licht vandeze beoogde overgang naar anticipatie en proactieve bescherming van dewerkgelegenheid.

6. De rol van regionale en lokale autoriteiten

Een proactieve en dynamische herstructureringwordt vaak aangemoedigd wanneer overheidsinstanties een ondersteunende rolspelen bij de herstructureringswerkzaamheden en -processen doordat zij daaropanticiperen door het vergemakkelijken van de coördinatie tussen de externebelanghebbenden en de ondernemingen. Zij creëren, bevorderen en ondersteunenook vaak mechanismen om midden- en kleinbedrijven aan te moedigen om het nodigete doen om bij dit soort maatregelen betrokken te worden. Ten slotte steunenoverheidsinstanties ook anticipatieprocessen en herstructureringsactiviteitenom de economische, regionale en sociale gevolgen daarvan te verlichten.Hieronder worden enkele van de beste praktijken in Europa vermeld.

Enkele bestepraktijken in Europa:

· Overheidsinstanties, waaronder ODA's, spelen eenbelangrijke rol in door structurele veranderingen getroffen regio's: zijrichten permanente organen, netwerken of waarnemingsposten op om deveranderingsprocessen te monitoren; zij bevorderen territoriale werkgelegenheidspactenvoor het scheppen en aanpassen van de werkgelegenheid; zij bevorderen ofcreëren mechanismen om overgangen op de arbeidsmarkt te vergemakkelijken; zijorganiseren opleidingen voor midden- en kleinbedrijven en hun werknemers en zijondersteunen de dialoog en de samenwerking tussen deze bedrijven en grotebedrijven; zij bevorderen de regionale werkgelegenheid en de economische ensociale omschakeling.

· In sommige gevallen zetten overheidsinstanties insamenwerking met ondernemingen snellereactiediensten op en ondersteunen zijregelingen om werknemers te helpen die met beroepsovergangen of ontslagenworden geconfronteerd. Onverminderd de verplichtingen van de ondernemingen dievoortvloeien uit de nationale wetgeving en/of praktijken, medefinancieren overheidsinstantiessoms inzetbaarheidsmaatregelen, waaronder de verwerving van overdraagbarevaardigheden.

"Strategieënvoor slimme specialisatie" kunnen ook een belangrijk instrument zijndat de regio's in hun herstructureringsproces kunnen gebruiken[25].

Op EU-niveau verlenen ook het cohesiebeleid,met name het Europees Sociaal Fonds, en het Europees Fonds voor aanpassing aande globalisering steun aan zowel anticipatieve acties als maatregelen omwerknemers te helpen wier banen worden bedreigd door bijzondereherstructureringsactiviteiten, inclusief opkomende arbeidsmarktbehoeften alsgevolg van de overgang naar een koolstofarme en middelenefficiënte economie.

Hoe kan een ondersteunende rol voor overheidsinstanties, met name opregionaal niveau, worden aangemoedigd in anticipatieprocessen en bij bijzondereherstructureringsactiviteiten, rekening houdend met de verschillende nationaletradities wat de betrokkenheid van overheidsinstanties bij processen op hetniveau van de bedrijven betreft?

RAADPLEGING

De Commissie verzoekt alle belangstellende partijen om uiterlijk 30maart 2012 op de in dit Groenboek gestelde vragen te antwoorden en eventueleandere opmerkingen in te dienen.

Het groenboek en de template voor de antwoorden zijn te vinden op deEuropawebsite: http://ec.europa.eu/social/main.jsp?catId=333&langId=en

De antwoorden kunnen per e-mail worden toegezonden aan:

EMPL-GREEN-PAPER-RESTRUCTURING@ec.europa.eu

hetzij per post naar:

EuropeseCommissie

Directoraat-generaalWerkgelegenheid, sociale zaken en inclusie

Groenboekinzake herstructurering

EenheidC2

JozefII-straat 27

Kamer06/044

B-1000Brussel

[1]               COM(2010) 2020.

[2]               Mededeling van de Commissie van 27 oktober 2010 getiteld"Een geïntegreerd industriebeleid in een tijd van mondialisering -Concurrentievermogen en duurzaamheid centraal stellen" (COM(2010) 614definitief).

[3]               Mededeling van de Commissie "Een agenda voor nieuwevaardigheden en banen", COM(2010) 682 definitief.

[4]               Waaronder het raadplegingsdocument van de Commissie vanjanuari 2002 over herstructurering, de resultaten van de werkzaamheden die inaansluiting daarop door de Europese sociale partners zijn verricht en eenaantal andere verslagen en studies die de laatste jaren zijn uitgevoerd, metname in de herstructureringsfora die door de Commissie sinds 2005 wordengeorganiseerd. Een nuttige samenvatting van de door alle belanghebbendengetrokken lessen in verband met herstructureringen staat vermeld in de"Checklist voor herstructureringsprocessen" die door de Commissie isgepresenteerd in haar mededeling van 3 juni 2009, getiteld "Eengezamenlijke inzet voor de werkgelegenheid".

[5]               COM(2011) 815 - Jaarlijkse groeianalyse 2012,http://ec.europa.eu/europe2020/reaching-the-goals/monitoring-progress/annual-growth-surveys/index_en.htm.

[6]               Mededeling van de Commissie "Een agenda voor nieuwevaardigheden en banen", COM(2010) 682 definitief, punt 1.2.

[7]               Slimme specialisatie is een voorwaarde voor goedpresterende nationale en regionale onderzoek- en innovatiesystemen in het kadervan het zelfevaluatie-instrument van de Innovatie-Unie en een sleutelelementvan het hervormde cohesiebeleid en wordt voorgesteld als een voorwaarde voorafvoor het gebruik van het Eyropees Fonds voor Regionale Ontwikkeling in devolgende programmeringsperiode 2014-2020 van de Structuurfondsen. Een platformvoor slimme specialisatie is in juni 2011 gelanceerd en zal de regio's en delidstaten bijstaan bij de ontwikkeling van RIS3 strategieën.

[8]               Cohesiebeleid: Reactie op de economische crisis. Eenoverzicht van de uitvoering van cohesiebeleidsmaatregelen die ter ondersteuningvan het Europees economisch herstelplan zijn genomen (SEC(2010) 1291definitief).

[9]               EU 2020 - Vlaggenschipinitiatief Innovatie-Unie,mededeling van de Commissie SEC(2010) 1161 en verslag over de stand van de IU2011 (2011) 849.

[10]             "Innovation Union Competitiveness report 2011",ec.europa.eu/iuc2011.

[11]             Het begrip flexizekerheid staat centraal in eengeïntegreerde strategie die door de Commissie en de lidstaten is ontwikkeld opgrond van een brede overeenstemming over het feit dat Europa nieuwe en beterewegen moet vinden om haar arbeidsmarkten flexibeler te maken, waarbijtezelfdertijd voor nieuwe en betere vormen van zekerheid moet worden gezorgd. Hetis een omvattende reactie op de uitdagingen waarmee de Europese arbeidsmarktenen samenlevingen in de context van globalisering en technologische endemografische veranderingen wordt geconfronteerd. Het vormt een integraalonderdeel van de Europa 2020-strategie en het vlaggenschipinitiatief"Nieuwe vaardigheden en nieuwe banen".

[12]             EU Employment and social situation report quarterlyreview September 2011" - ESTAT.

[13]             Bron: Labour market developments in Europe 2011, EuropeanCommission, European Economy 2/2011.

[14]             De late reactie van de werkgelegenheid op het herstel wasook het gevolg van de arbeidsoppotting tijdens de recessie en ging hand in handmet een aanzienlijke toename van de arbeidsproductiviteit.

[15]             http://www.eurofound.europa.eu/publications/htmlfiles/ef0973.htm.Zie ook jaarverslag ERM 2011: http://www.eurofound.europa.eu/publications/htmlfiles/ef1165.htm.

[16]             In een EG-onderzoek naar de aanpassing van de openbarediensten aan de crisis 2011 hebben 13 van de 21 respondenten verklaard dat hunfinanciële middelen de komende 12 maanden zouden worden verlaagd. In 9 van die13 gevallen bedroeg die verlaging 10 %.

[17]             Alfonso Arpaia et al., "Short time workingarrangements as response to cyclical fluctuations", Europese Commissie,European Economy Occasional Paper No 64, juli 2010.

[18]             Alexander Hijzen and Danielle Venn, 'The role ofshort-time work schemes during the 2008-09 recession' OECD Working Paper 115, januari2011.

[19]             Zie bijvoorbeeld de studie van DG ENTR "Measuring andBenchmarking the Structural Adjustment Performance of EU Industry", tevinden op http://ec.europa.eu/enterprise/policies/industrial-competitiveness/industrial-policy/future-of-manufacturing/files/key_findings_measuring_and_benchmarking_en.pdf.

[20]             Zie punt 4.3.2 van het werkdocument van de diensten van deCommissie. Voor het verslag zie http://ec.europa.eu/enterprise/sectors/automotive/competitiveness-cars21/cars21/index_en.htm.

[21]             De studie naar de dynamiek van bedrijven (http://ec.europa.eu/enterprise/policies/sme/business-environment/files/business_dynamics_final_report_en.pdf) verzamelt dit bewijsmateriaal tezamen metuitgebreide informatie over de faillissementswetgeving van delidstaten en een analyse vande effecten van verschillende faillissementsprocedures op ondernemers enbedrijven. Nadereinformatie, waaronder voorbeelden van "beste praktijken" ter ondersteuningvan eerlijke, failliet gegane ondernemers is te vinden op het"tweedekans"-portaal: http://ec.europa.eu/enterprise/policies/sme/business-environment/failure-new-beginning/index_en.htm

[22]             COM(2008) 394 definitief van 25.06.2008.

[23]             COM(2011) 78 definitief van 23.2.2011.

[24]             Richtsnoeren voor reddings- en herstructureringssteun aanondernemingen in moeilijkheden: http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=OJ:C:2004:244:0002:0017:EN:PDF.

[25]             Zie werkdocument van de diensten van de Commissie'Herstructurering in Europa 2011", punt 4.1.3.