Home

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT overeenkomstig artikel 294, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie over het standpunt van de Raad in eerste lezing met het oog op de aanneming van een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot toekenning van verdere macrofinanciële bijstand aan Georgië

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT overeenkomstig artikel 294, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie over het standpunt van de Raad in eerste lezing met het oog op de aanneming van een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot toekenning van verdere macrofinanciële bijstand aan Georgië

2010/0390 (COD)

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HETEUROPEES PARLEMENTovereenkomstig artikel 294, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking vande Europese Unieover het

standpunt van de Raad in eerste lezing methet oog op de aanneming vaneen besluit van het Europees Parlement en de Raad tot toekenning vanverdere macrofinanciële bijstand aan Georgië

1.           Achtergrond

Indiening van het voorstel bij het Europees Parlement    en de Raad       (document COM(2010) 804 definitief - 2010/0390 COD): || 13 januari 2011

Advies van het Comité van de Regio's: || niet van toepassing.

Advies van het Europees Parlement in eerste lezing: || 10 mei 2011

Indiening van het gewijzigd voorstel: || niet van toepassing.

Goedkeuring van het gemeenschappelijk standpunt van de Raad: || 10 mei 2012

2.           Doelstelling van hetvoorstel van de Commissie

Het voorstel maakte deel uit van detoezeggingen die de EU op de donorconferentie in 2008 heeft gedaan. Met devoorgenomen macrofinanciële bijstand (MFB) worden de volgende doelstellingennagestreefd:

· bijdragen aan de dekking van de externefinancieringsbehoeften van Georgië en aan de leniging van de budgettairefinancieringsbehoeften;

· ondersteunen van de budgettaireconsolidatie-inspanning en van de externe stabilisatie in de context van eenprogramma van het Internationaal Monetair Fonds;

· ondersteunen van structurelehervormingsinspanningen die erop gericht zijn een hogere duurzame groei terealiseren en het beheer van de overheidsfinanciën transparanter en efficiënterte maken;

· faciliteren en aanmoedigen van de door deGeorgische autoriteiten geleverde inspanningen om de maatregelen ten uitvoer teleggen die in het kader van het ENB-actieplan EU-Georgië en het oostelijkpartnerschap zijn vastgesteld met de bedoeling een nauwere economische en financiëleintegratie met de EU te bevorderen, onder meer in overeenstemming met het planom een "diepe en brede vrijhandelsruimte" tussen beide partijen totstand te brengen.

3.           Opmerkingenover het standpunt van de Raad

3.1.      Algemeneopmerkingen over het standpunt van de Raad in eerste lezing

Het uitgebreide EU-pakket van maximaal 500miljoen EUR ter ondersteuning van het economische herstel in Georgië, dat op deinternationale donorconferentie in oktober 2008 te Brussel is toegezegd na hetconflict met Rusland in augustus 2008, omvatte twee mogelijkeMFB-operaties (macrofinanciële bijstand) ten belope van elk 46 miljoen EUR. Deeerste operatie is succesvol afgerond in 2009-2010. Wat de tweede operatiebetreft, heeft de Commissie op 13 januari 2011 een voorstel tot toekenningvan verdere MFB aan Georgië goedgekeurd.

Op 10 mei 2011 heeft de plenaire vergaderingvan het Europees Parlement over het voorstel gestemd en een wetgevingsresolutieaangenomen met amendementen die volledig door de Commissie zijn aanvaard en inde tekst zijn opgenomen. Deze amendementen waren hoofdzakelijk bedoeld om deinwerkingtreding in maart 2011 van de nieuwe comitologieverordening[1] te weerspiegelen. De Commissieerkent dat als gevolg van de nieuwe comitologieverordening amendementen op hetoorspronkelijke voorstel noodzakelijk waren en staat achter het standpunt vanhet Europees Parlement dat voor de vaststelling van het memorandum vanovereenstemming voor het MFB-programma de raadplegingsprocedure moet wordengevolgd, en niet de onderzoeksprocedure zoals de Raad voorstelt.

Op 15 december 2011 heeft het Coreper metgekwalificeerde meerderheid van stemmen een gemeenschappelijk standpuntingenomen, waarin werd benadrukt dat voor de vaststelling van het memorandumvan overeenstemming voor de MFB de onderzoeksprocedure moet gelden. Dezezienswijze werd bevestigd in het op 23 januari 2012 door de Raad bereiktepolitieke akkoord.

Tijdens eerdere besprekingen in de Groepfinanciële raden heeft de Commissie ervoor gepleit om voor de vaststelling vanhet memorandum van overeenstemming de raadplegingsprocedure te volgen. Ookheeft zij haar steun uitgesproken voor de compromisoplossing die door hetvoorzitterschap is voorgesteld. Deze oplossing bestond erin dat in de regel deonderzoeksprocedure wordt gevolgd, maar dat op grond van artikel 2, lid 3,tweede zin, van de comitologieverordening soms toch de raadplegingsprocedurekan gelden. Krachtens de genoemde bepaling kan immers om naar behorengemotiveerde redenen voor de vaststelling van uitvoeringshandelingen deraadplegingsprocedure van toepassing zijn in gevallen waarin in beginsel deonderzoeksprocedure toepasselijk is. In de voorgestelde compromistekst werdaangevoerd dat aangezien de voorgestelde MFB i) aansluit op de in 2009goedgekeurde operatie, en ii) slechts een bescheiden bedrag betreft (46 miljoen EUR),er reden is om de raadplegingsprocedure toe te passen. Het voorzitterschap wistechter geen consensus te bereiken en zijn compromisoplossing werd nietgoedgekeurd.

De Commissie maakt zich zorgen over hetuitstel dat een tweede lezing met zich mee zal brengen voor de voorgenomenbijstand. Het is immers van belang dat de voorgestelde MFB voor Georgië zospoedig mogelijk wordt goedgekeurd. Er is inmiddels ruim een jaar verstrekensinds de Commissie in januari 2011 het voorstel heeft aangenomen. Zij betreurtdeze opgelopen vertraging, te meer omdat beide medewetgevers het eens zijn overde inhoud van het voorstel, dat, zoals gezegd, voortvloeit uit een in 2008aangegane verbintenis.

De Commissie acht het van cruciaal belang dater spoedig een antwoord komt op de vraag of een raadplegings- dan wel eenonderzoeksprocedure moet worden gevolgd voor de vaststelling van het memorandumvan overeenstemming. Tevens zij erop gewezen dat indien de kwestie van hetvoorstel voor Georgië niet opgelost geraakt, het gevaar van een blokkering vanelk toekomstig MFB-voorstel niet denkbeeldig is. Dat scenario moet wordenvermeden, te meer omdat het verslechterende mondiale financiële klimaat en deeconomische en financiële gevolgen van de Arabische lente in de zuidelijkebuurlanden van de EU tot nieuwe aanvragen voor complementaire MFB van deEuropese Unie kunnen leiden.

3.2.      Akkoordin het stadium van het standpunt van de Raad

Sinds het Europees Parlement zijn standpunt ineerste lezing heeft vastgesteld, zijn alle interinstitutionele besprekingentussen de Raad en het Parlement vruchteloos gebleken. Het Parlement geeftnadrukkelijk de voorkeur aan de raadplegingsprocedure voor de vaststelling vanhet memorandum van overeenstemming, terwijl de Raad van oordeel is dat volgensde nieuwe comitologieverordening de onderzoeksprocedure dient te wordengehanteerd. Informelevergaderingen hebben geen compromis over deze kwestie opgeleverd.

4.           Conclusie

De Commissie is voorstander van de toepassingvan de raadplegingsprocedure voor de vaststelling van het memorandum vanovereenstemming. Zij kan derhalve niet instemmen met het gemeenschappelijkstandpunt van de Raad zoals dat op 10 mei 2012 is vastgesteld. Zoals gezegd,acht de Commissie het echter van cruciaal belang dat spoedig een oplossingwordt gevonden. Zij staat dan ook klaar om ertoe bij te dragen dat snel eencompromis tussen beide medewetgevers wordt bereikt in verband met deze kwestie.

[1]               Verordening (EG) nr. 182/2011van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011.