/* COM/2012/0249 final */
/* COM/2012/0249 final */
VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEESPARLEMENT EN DE RAAD
over de uitvoering van Verordening (EG) nr.716/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2007 betreffende decommunautaire statistiek van de structuur en de activiteit van buitenlandsefilialen
1. Inleiding
Het belangrijkste doel van Verordening (EG)nr. 716/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2007 betreffendede communautaire statistiek van de structuur en de activiteit van buitenlandsefilialen (FATS-verordening) is de vaststelling van een gemeenschappelijk kaderen statistische kwaliteitsnormen voor de systematische productie vanvergelijkbare statistieken over buitenlandse filialen.
In artikel 12 van Verordening (EG) nr.716/2007 is bepaald dat de Commissie het Europees Parlement en de Raaduiterlijk op 19 juli 2012 een verslag over de uitvoering van de verordeningmoet voorleggen. In dit verslag, dat door Eurostat moet worden opgesteld, moethet met name gaan om:
1) een beoordeling van de kwaliteit vande geproduceerde statistieken;
2) een beoordeling van de voordelen diede Unie, de lidstaten en de verstrekkers en gebruikers van de statistischeinformatie van de geproduceerde statistieken hebben, in verhouding tot dekosten;
3) een beoordeling van de voortgang ende uitvoering van de proefstudies;
4) de aanwijzing van gebieden waaropgezien de verkregen resultaten en de gemaakte kosten verbeteringen enwijzigingen nodig worden geacht.
Artikel 2 van de FATS-verordening geeftdefinities van de statistieken van buitenlandse filialen, waarbij statistiekenvan buitenlandse filialen in het binnenland (FATS-binnenland) statistiekenzijn die de activiteit van in de registrerende economie gevestigde buitenlandsefilialen beschrijven[1]en statistieken van buitenlandse filialen in het buitenland (FATSbuitenland) statistieken die de activiteit in het buitenland beschrijvenvan buitenlandse filialen die in handen zijn van een in de registrerendeeconomie gevestigde institutionele eenheid[2].
In overeenstemming met artikel 7 vanVerordening (EG) nr. 716/2007, dat van de Commissie de publicatie verlangt vaneen "handboek met aanbevelingen, dat de van toepassing zijnde definitiesalsmede aanvullende richtsnoeren voor de ingevolge deze verordeninggeproduceerde communautaire statistieken bevat", werd de eerste editie vaneen dergelijk handboek (FATS Recommendations Manual, FATS-handboek) in 2007gepubliceerd; sindsdien is dit handboek tweemaal herzien door Eurostat, insamenwerking met deskundigen uit de lidstaten[3]. Met het handboek wordt beoogd de methodenen een aantal richtsnoeren voor de verzameling en opstelling vanEU-statistieken van buitenlandse filialen in binnen- en buitenland vast teleggen.
In de definitie van "buitenlandsfiliaal" in artikel 2 van Verordening (EG) nr. 716/2007 worden drie termengebruikt: zeggenschap, institutionele eenheid en gevestigd. Omdat dit zeeralgemene termen zijn, moesten ze nader worden gedefinieerd om ervoor te zorgendat geharmoniseerde gegevens worden opgesteld. Het FATS-handboek bevat eenspecifiekere definitie van deze termen en geeft een uitleg van het begrip"institutionele eenheid die de uiteindelijke zeggenschap heeft" (IUZ)dat de nationale bureaus voor de statistiek moeten toepassen bij de opstellingvan FATS-statistieken.
De institutionele eenheid die deuiteindelijke zeggenschap heeft over een buitenlands filiaal is deinstitutionele eenheid die, hogerop in de zeggenschapsketen waarvan hetbuitenlandse filiaal deel uitmaakt, niet in handen is van een andereinstitutionele eenheid.
De EU-lidstaten moeten Eurostat de informatieverstrekken die verlangd wordt door Verordening (EG) nr. 716/2007, deverordeningen van de Commissie ter uitvoering of tot wijziging van dieverordening en de richtsnoeren in het FATS-handboek.
In dit verslag wordt onderzoek gedaan naar debelangrijkste aspecten van de uitvoering van Verordening (EG) nr. 716/2007,zoals gemeld door de lidstaten, en naar de maatregelen die de Commissie heeftgenomen om te zorgen voor Europese statistieken van hoge kwaliteit over deactiviteiten van buitenlands filialen.
2. Uitvoeringsmaatregelen
De FATS-verordening bevat het gemeenschappelijke kader voorde opstelling van FATS-statistieken. Om vergelijkbare, tussen de lidstatengeharmoniseerde gegevens te produceren en het gevaar van fouten bij detransmissie van de gegevens te verminderen, was het evenwel noodzakelijk hettechnische formaat van de gegevens en de transmissieprocedure te specificeren.Daarnaast moest aan sommige lidstaten een ontheffing of afwijking wordentoegestaan om hen in staat te stellen de noodzakelijke aanpassingen in hunnationale statistische systeem aan te brengen. Na de goedkeuring van deverordening inzake de herziene statistische classificatie van economischeactiviteiten NACE Rev. 2[4]moesten ook de niveaus van de indeling naar economische activiteit voor de FATSworden aangepast.
Om al deze wijzigingen te verwerken, werden de volgendewijzigingsverordeningen goedgekeurd:
1) Verordening (EG) nr. 364/2008 van deCommissie van 23 april 2008 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 716/2007van het Europees Parlement en de Raad, wat de technische opmaak voor deindiening van de statistieken van buitenlandse filialen en de aan lidstatentoegestane ontheffingen en afwijkingen betreft;
2) Verordening (EG) nr. 747/2008 van deCommissie van 30 juli 2008 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 716/2007 vanhet Europees Parlement en de Raad betreffende de communautaire statistiek vande structuur en de activiteit van buitenlandse filialen, wat de definities vankenmerken en de tenuitvoerlegging van de NACE Rev. 2 betreft;
3) Verordening (EG) nr. 834/2009 van deCommissie van 11 september 2009 tot uitvoering van Verordening (EG) nr.716/2007 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de communautairestatistiek van de structuur en de activiteit van buitenlandse filialen, wat dekwaliteitsverslagen betreft.
Eurostat heeft ook bovengenoemd FATS-handboekuitgegeven (dat ten tijde van het schrijven van dit verslag wordt herzien) metprecieze definities en instructies voor de lidstaten over de wijze waarop degegevens moeten worden samengesteld.
3. De belangrijkste betrokken datasets
De statistieken van buitenlands filialen(FATS) zijn van groot belang voor een correcte beoordeling van het effect datondernemingen in buitenlandse handen op de economie van de Europese Uniehebben. Met behulp van de FATS is het ook gemakkelijker toezicht te houden opde doeltreffendheid van de interne markt en de geleidelijke integratie vaneconomieën in het kader van de mondialisering. Bijlage I, sectie 2, vanVerordening (EG) nr. 716/2007 noemt de kenmerken waarvoor statistieken moetenworden opgesteld.
FATS binnenland:
De 11hoofdkenmerken (variabelen) die door de statistieken voor FATS binnenlandworden bestreken, zijn:
· variabelen inzake de bedrijvendemografie (bv.aantal ondernemingen);
· variabelen in verband met de output (bv. omzet,toegevoegde waarde tegen factorkosten);
· variabelen in verband met de input: arbeidsinput(bv. aantal werkzame personen, personeelskosten); input van goederen endiensten (bv. totale aankoop van goederen en diensten).
FATS buitenland:
Er moeten gegevens worden verstrekt voor drieverplichte en acht vrijwillige variabelen. De verplichte variabelen zijn:
· variabelen inzake de bedrijvendemografie - aantalondernemingen;
· variabelen in verband met de output - omzet;
· variabelen in verband met de input: arbeidsinput -aantal werkzame personen.
Het FATS-handboek bevat een gedetailleerdelijst van de vrijwillige variabelen.
De variabelen moeten worden verstrekt met eenindeling naar land waar het buitenlands filiaal gevestigd is en de activiteitdie het uitvoert, zoals gespecificeerd in bijlage III bij de FATS-verordening.
4. Kwaliteit van de geproduceerdestatistieken
De lidstaten moeten de Commissie jaarlijks eenkwaliteitsverslag verstrekken zodat deze de kwaliteit van de bij Eurostatingediende gegevens kan beoordelen[5].
Eurostat en de nationale bureaus voor destatistiek werken nauw samen om de tijdigheid, nauwkeurigheid, betrouwbaarheiden samenhang van de FATS-statistieken te waarborgen. Bovendien bevordert hetFATS-handboek, het referentiedocument voor technische details, devergelijkbaarheid van de gegevens en weerspiegelt het de laatstemethodologische ontwikkelingen.
De volgende analyse heeft betrekking op de resultatenvan de meest recente verslagen over de kwaliteit van de FATS-gegevens voor hetreferentiejaar 2009, waarvoor voor het eerst de volledige dataset beschikbaarmoest zijn, voor alle 27 lidstaten. Hieruit kan worden afgeleid dat niet allelidstaten in elk opzicht aan de FATS-wetgeving voldoen.
Kwaliteits-aspecten || FATS binnenland || FATS buitenland
Tijdigheid || 21 van de 27 || 23 van de 27
Dekking || 81% || 94%
Nauwkeurigheid || Aanvaardbaar || Aanvaardbaar
Samenhang || 25 van de 27 - 2 lidstaten produceren de FATS binnenland onafhankelijk van de SBS (zie punt 4.7) || 20 van de 27 - 7 lidstaten moeten nog overeenstemmende classificatiecodes invoeren voor BDI (zie punt 4.7) en FATS
Vergelijkbaar-heid tussen landen || 27 van de 27 || 26 van de 27 (Griekenland paste op het moment waarop dit verslag werd geschreven, het begrip IUZ nog niet toe)
4.1. Tijdigheid
De termijnen zijn vastgesteld in sectie 5 vande bijlagen I en II bij Verordening (EG) nr. 716/2007, en nader gespecificeerdin het FATS-handboek van 2009. De termijnen voor de indiening van deFATS-gegevens binnen- en buitenland bij Eurostat worden uitgedrukt in maandenna het eind van het referentiejaar:
t+20.
De naleving van de termijn voor de indieningvan het verslag over het referentiejaar 2009 kan als volgt worden samengevat:
· 21 landen dienden hun dataset voor FATS binnenlandop tijd in;
· 23 landen dienden hun dataset voor FATS buitenlandop tijd in.
Enkele lidstaten kregen een afwijking van debepalingen in de FATS-verordening om hen in staat te stellen de noodzakelijkeaanpassingen in hun nationale statistische systeem aan te brengen. Dit betreftmet name de ontwikkeling van nieuwe statistische registers en de methode voorhet verzamelen van de gegevens. Voor FATS buitenland kregen Frankrijk,Luxemburg, Spanje, het Verenigd Koninkrijk en Noorwegen een volledige afwijkingvoor de referentiejaren 2007 en 2008. Bovendien kreeg Luxemburg een volledigeafwijking voor de referentiejaren 2007 en 2008 voor de indiening van gegevensvoor FATS binnenland.
Samenvattend kan worden gesteld dat denaleving van de indieningstermijn voor 2009 bevredigend was en dat depunctualiteit verbeterd is ten opzichte van de indiening van de gegevens voorhet referentiejaar 2007, toen slechts 18 landen de gegevens voor FATSbinnenland en slechts 16 landen die voor FATS buitenland binnen de gesteldetermijn indienden. Er is een procedure voor toezicht op de naleving opgezet enEurostat werkt samen met de lidstaten die de termijnen nog niet volledig inacht nemen.
4.2. Toegankelijkheid van de FATS-gegevens
Alle FATS-gegevens en ookeen omvangrijke, gerichte en gedetailleerde toelichting op methodologischeaspecten (metagegevens) zijn gratis beschikbaar op de website van Eurostatonder het onderwerp "Industry, trade and services"[6] of via dezoekfunctie. FATS-statistieken worden onder verantwoordelijkheid van denationale bureaus voor de statistiek ook gepubliceerd op nationaal niveau, watde toegankelijkheid van de gegevens nog vergroot.
De database "FATS - foreign affiliates statistics" bevatgedetailleerde informatie over statistische procedures, juridischevraagstukken, regels inzake de vertrouwelijkheid en beschrijvingen van demethoden die de lidstaten voor het verzamelen van gegevens gebruiken[7]. In eennieuw wiki-achtig online-woordenboek en als antwoorden op "Vaak gesteldevragen" worden korte toelichtingen op statistische begrippen gepubliceerd.Voor de definitieve FATS-gegevens binnen- en buitenland voor 2009 zullenEU-aggregaten worden berekend op basis van de door de lidstaten verstrekte definitievegegevens en, in het geval van ontbrekende gegevens, van schattingen. In 2012worden niet-vertrouwelijke EU-aggregaten op de website van Eurostat geplaatst;deze kunnen gratis worden gedownload.
4.3. Dekking van de naar Eurostatgezonden gegevens
De dekking van de gegevens wordt gemeten als het aantalverstrekte gegevenswaarden als percentage van het totale aantal gevraagdewaarden.
De indiening van volledige datasets is van wezenlijk belangvoor de productie van EU-aggregaten. Ontbrekende gegevens bemoeilijken deinterpretatie en de informatieve waarde van de FATS-statistieken.
In de eerste verslagronde, voor hetreferentiejaar 2007, konden slechts 3 EU-lidstaten een volledige dataset voorFATS binnenland leveren en 13 lidstaten voor FATS buitenland.
Voor het referentiejaar 2009 is devolledigheid van de gegevens aanzienlijk verbeterd. Voor FATS buitenland daaldehet aandeel van de ontbrekende waarden van 21 % naar 6 %; slechts 5landen meldden ontbrekende gegevens, terwijl 22 lidstaten een volledige datasetleverden. Voor FATS binnenland daalde het aandeel van de ontbrekende gegevensvan 47 % in 2007 naar 19 % in 2009 en leverden 9 EU-lidstaten alleverlangde gegevens.
Tabel 2: Dekking en vertrouwelijkegegevens, FATS binnen- en buitenland, 2009, in %
Landen[8] || Totaal aantal ingezonden velden in % van door FATS-verordening verlangde velden || Aandeel van ingezonden velden die vertrouwelijk zijn (in %)
|| FATS binnenland || FATS buitenland || FATS binnenland || FATS buitenland
Grote landen || 85 || 96 || 26 || 14
Middelgrote landen || 78 || 87 || 14 || 21
Kleine landen || 84 || 100 || 18 || 20
ALLE || 81 || 94 || 17 || 20
4.4. Vertrouwelijkheid
Er is een verbandtussen het percentage vertrouwelijke gegevens en de relevantie van destatistieken. Als een groot percentage gegevens vertrouwelijk is, zullen de statistiekenniet in voldoende mate tegemoet komen aan de behoeften van de gebruikers. Demate waarin de vertrouwelijkheid de beschikbaarheid van de gegevens voor FATSbinnen- en buitenland vermindert, wordt in tabel 2 aangegeven. De totalevertrouwelijkheidspercentages zijn respectievelijk 17 % en 20 %.
4.5. Relevantie voor de gebruikers
De FATS-gegevens worden steeds vaker gebruikt omdiverse aspecten en effecten van de mondialisering te meten.
Een indicator voor de relevantie van deFATS-gegevens voor de gebruikers van Eurostat is het aantal gegevens ofpublicaties die tot 2011 van de website van Eurostat werden gedownload.
De cijfers in onderstaande tabel betreffen de opde sectie van de Eurostat-website voor publicaties beschikbare gegevens die in2010 en 2011 door gebruikers zijn geraadpleegd.
Tabel 3: Aantal opgevraagde gegevens, 2010 en2011
Gedownloade gratis datasets, totaal || 8 128
Jaar 2010 || 3 616
Jaar 2011 || 4 512
Voor 2011 bedroeg de stijging bijna 25 %tot een totaal van 4 512 downloads. Dit was ook verwacht omdat het om eennieuw gebied ging waarvoor de interesse van de gebruikers gestaag toeneemt.
De belangrijkste gebruikers van FATS-gegevenszijn de Commissie (de directoraten-generaal Handel, Interne Markt en Diensten,en Ondernemingen en Industrie), internationale organisaties (OESO, WTO, VN),ministeries, kamers van koophandel, vakverenigingen, journalisten,onderzoekers, ambassades, federaties, instanties ter bevordering van hetbedrijfsleven enz.
4.6. Nauwkeurigheid
De nauwkeurigheid wordt gecontroleerd doorafwijkingen van de FATS-verordening en het FATS-handboek vast te stellen endoor een regelmatige validering van de kwaliteit.
4.6.1. Onjuiste indeling
Bij een onjuiste indeling worden statistischeeenheden in een verkeerde klasse van een bepaalde classificatie ingedeeld,wanneer bijvoorbeeld een onderneming onder handel in plaats van onder industriewordt ingedeeld.
In de eerste plaats gaat het in dit verband omde juiste codering van de economische activiteit van de filialen. Deze informatiekan ontbreken, dubbelzinnig of onjuist zijn, terwijl een kruiscontrole met eenondernemingsregister wellicht niet mogelijk is. Er wordenplausibiliteitscontroles uitgevoerd om onjuiste codes op te sporen.
Voor FATS buitenland is een te geringe dekkingvan de meldende eenheden een ander punt dat de aandacht verdient. De hoofdredenvoor een te geringe dekking betreft de door sommige lidstaten toegepastedrempel voor de omvang van de ondernemingen. Een andere reden is de juridischeof reële onmogelijkheid om natuurlijke personen te enquêteren. Ten slotte kande tijdsspanne tussen de oprichting van een nieuwe ondernemingsgroep en hetverschijnen ervan in de beschikbare registers en andere databanken ertoe leidendat deze meldende eenheid niet in de populatie wordt opgenomen.
4.6.2. Non-respons
Er is sprake van unit-non-respons wanneer nietalle meldende eenheden in de steekproef aan de enquête deelnemen.
Bijna allelidstaten wezen erop dat grote ondernemingen, die in belangrijke mate aan heteindresultaat bijdragen, in het algemeen veel meer gemotiveerd zijn om aan deenquête mee te doen dan kleine ondernemingen. Daaruit volgt dat ook al is hetniet-gewogen non-responspercentage in sommige gevallen hoog, het werkelijk inde statistiek ontbrekende deel veel minder significant is.
Er werdenverschillende methoden toegepast om de non-respons te verkleinen. De meestelanden namen schriftelijk of telefonisch contact op met de non-respondenten.Wanneer er een rechtsgrondslag voor de enquête is en het invullen van devragenlijst verplicht is, staan de samenstellers van de gegevens juridischemaatregelen (bv. boetes) ter beschikking. Dergelijke maatregelen worden evenwelpas in laatste instantie toegepast, want goede contacten met de ondernemingenzijn van belang voor alle toekomstige verzoeken, ook voor andere statistischegebieden.
4.7. Samenhang envergelijkbaarheid
4.7.1. Samenhang
De samenhang van twee of meer statistiekenheeft betrekking op de mate waarin bij hun totstandkoming dezelfde begrippen - classificaties,definities, doelpopulaties en geharmoniseerde methoden - zijn gebruikt[9].
De doelpopulatie is de theoretische populatievan eenheden waarop de enquête is gericht en waarvoor statistieken moetenworden geproduceerd. Voor de FATS buitenland is er een verschil tussen dedoelpopulatie van statistische eenheden (waarover gegevens worden verzameld) ende doelpopulatie van meldende eenheden (waarbij gegevens worden verzameld).Voor FATS binnenland is de populatie van statistische eenheden in de meestegevallen gelijk aan de populatie van meldende eenheden.
De structurele bedrijfsstatistieken (SBS), destatistiek van de buitenlandse directe investeringen (BDI) en de statistiek vanonderzoek en ontwikkeling (O&O) meten elementen van hetzelfde verschijnselals de FATS - de internationalisering van het bedrijfsleven - en zijnnauw met elkaar verwante statistische gebieden. De inhoudelijke overeenkomstenkomen ook tot uitdrukking in de opstellingspraktijk, en de gegevens worden vaakbij dezelfde enquête verzameld. Daarom is het van belang dat de resultaten niette veel van elkaar afwijken.
FATS binnenland
Omdat de definities van de economischekenmerken en de indeling van de economische activiteiten voor de populatie bijde FATS binnenland in overeenstemming zijn met die voor de populatie bij destructurele bedrijfsstatistieken (SBS) (Verordening (EG) nr. 716/2007, bijlageI, sectie 2), moeten de gegevens ook onderling consistent zijn.
Omdat het bij de FATS binnenland gaat om eensubset van de SBS, moeten alle in de SBS beschikbare gegevens worden gebruikt.Twee landen produceren de FATS binnenland evenwel onafhankelijk van de SBS,waardoor de populaties niet kunnen worden vergeleken. In drie landen is depopulatie voor de FATS binnenland kleiner dan het desbetreffende deel van depopulatie van de SBS-enquête, terwijl zes landen bevestigden dat de populatievoor de FATS binnenland uitgebreider is dan het desbetreffende deel van depopulatie van de SBS-enquête. Het feit dat de populaties niet volledig metelkaar in overeenstemming zijn, hoeft niet te betekenen dat de gegevens ookniet coherent zijn. Integendeel, aanpassing van de SBS-populatie aan dedoelstellingen van de FATS zou moeten leiden tot een betere kwaliteit van degegevens.
FATS buitenland
Voor de FATS buitenland wordt in de meestegevallen de enquête naar de stand van de buitenlandse directe investeringen(BDI) of een specifieke FATS-enquête als uitgangsmateriaal genomen. De gegevensworden verzameld bij de in de enquête opgenomen ingezeten ondernemingen. De verzamelingvan de gegevens is gewoonlijk gebaseerd op tellingen. De meeste landenbevestigden dat zij zowel bij de stand van de buitenlandse directeinvesteringen in het buitenland als bij de FATS buitenland voor deniet-ingezeten filialen dezelfde codes voor de economische activiteit haddengebruikt. Zeven landen antwoordden dat zij verschillende codes hadden gebruikt.
4.7.2. Vergelijkbaarheid
a) Vergelijkbaarheid tussen landen
De grondige analyse van de gegevens doorEurostat zorgt voor een voortdurende verbetering van de vergelijkbaarheidtussen de landen. Omdat overal dezelfde definities en classificaties wordengebruikt, is de vergelijkbaarheid van de gegevens tussen de landen vrij hoog.
Verschillen tussen de landen kunnen steedsbeter worden verklaard. Er resteren nog enige problemen omdat één land hetIUZ-begrip niet heeft toegepast. Dit heeft evenwel geen grote gevolgen voor dekwaliteit van de totalen. Vanaf het referentiejaar 2010 wordt het IUZ-begrip inalle EU-lidstaten toegepast.
b) Vergelijkbaarheid in de tijd
Tegenstrijdigheden in de loop van de tijd doenzich voor wanneer de voor een specifieke referentieperiode verzamelde gegevensals gevolg van een aantal bijzonderheden van een bepaalde periode niet volledigcompatibel zijn met de gegevens voor de volgende periode. In dergelijkegevallen spreekt men van een breuk in de tijdreeks.
FATS binnenland
Voor de referentiejaren tot 2006 waren eralleen gegevens beschikbaar voor landen die ze op vrijwillige basis opstuurden.Vanaf het referentiejaar 2007 is de verzameling van de gegevens verplicht.Bovendien begonnen enkele landen de overeengekomen gemeenschappelijke methoden,waaronder het IUZ-begrip, toe te passen. Deze belangrijke verandering in demethodiek resulteerde in een structuurbreuk in de gegevens voor alle landen.
Een andere structuurbreuk vond plaats metbetrekking tot de gegevens voor 2008, het eerste referentiejaar waarvoorgegevens werden opgesteld overeenkomstig de herziene classificatie vaneconomische activiteiten (Verordening (EG) nr. 1893/2006, waarbij destatistische classificatie van de economische activiteiten NACE Rev. 2 werdvastgesteld). Dientengevolge kunnen de gegevens voor de FATS binnenland voor2008 niet direct worden vergeleken met de gegevens voor vroegere referentiejaren.
Daarom werd voor het referentiejaar 2008 endaarna een afzonderlijke tabel voor de FATS binnenland in de onlinedatabank vanEurostat gecreëerd. Een directe vergelijking is alleen mogelijk op het niveauvan de totale economische activiteit en voor secties en afdelingen van de NACEdie niet werden gewijzigd.
FATS buitenland
Enkele landen steldenvanaf 2004 vrijwillig reeksen gegevens voor de FATS buitenland op. Vanaf hetreferentiejaar 2007 is de opstelling en indiening van gegevens voor de FATSbuitenland verplicht. De tenuitvoerlegging van de FATS-verordening leidde toteen structuurbreuk in de beschikbare tijdreeks, met name als gevolg van eenbelangrijke wijziging in de methodiek: het IUZ-begrip. Dit is ook debelangrijkste verklaring waarom gegevens van voor 2007 voor de meeste landenniet kunnen worden vergeleken met de gegevens daarna. In verband hiermee zijnde gegevens voor de FATS buitenland in de onlinedatabank van Eurostat gesplitstin twee afzonderlijke tabellen met gegevens van voor en na 2007.
Wat de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 1893/2006 totvaststelling van de statistische classificatie van economische activiteitenNACE Rev. 2 betreft, moeten de lidstaten deze nieuwe classificatie vanaf hetreferentiejaar 2010 voor gegevens over de FATS buitenland toepassen. Dit zaltot een nieuwe structuurbreuk vanaf 2010 leiden.
Samenvattend kan worden gezegd dat dekwaliteit van de door de lidstaten ingediende gegevens op ruime schaal inovereenstemming is met de eisen en van jaar tot jaar beter wordt. Het door deverordening vastgestelde methodologische kader wordt constant verder ontwikkelddoor onderling overleg en thematische vergaderingen waar spijkers met koppenworden geslagen. Eurostat werkt ook samen met andere internationale organisatiesom de vergelijkbaarheid van de gegevens en methoden met landen buiten deEuropese Unie te verbeteren.
5. Kosten en belasting in verband met destatistieken van buitenlandse filialen
De meeste lidstaten meten de belasting niet inkwantitatieve eenheden en kunnen bijgevolg alleen kwalitatieve beoordelingenleveren. Daarom zijn schattingen van de kosten in verband met het verzamelen enverspreiden van de statistieken van buitenlandse filialen niet gemakkelijkkwantificeerbaar. Er zijn allerlei bronnen voor FATS-gegevens die ook voor deproductie van andere statistieken worden gebruikt of die zijn gekoppeld aan deverslaglegging door financiële instellingen en ondernemingen ten behoeve van deregelgevende autoriteiten. Daarom is het moeilijk de specifieke kosten van hetverzamelen en produceren van gegevens over buitenlandse filialen te scheidenvan de totale kosten voor het verzamelen van gegevens die vaak ook voor anderedoeleinden worden gebruikt. Bovendien worden de gegevens in bepaalde lidstatensoms door twee verschillende instellingen, namelijk de nationale centrale banken het nationale bureau voor de statistiek, verzameld, wat betrouwbareschattingen nog ingewikkelder maakt.
FATS binnenland
Het grootste deel van de arbeidsinput en deresponslast voor de productie van FATS-statistieken binnenland is al nodig voorde productie van een omvangrijke reeks statistieken in verband met destructurele bedrijfsstatistieken (Verordening (EG) nr. 295/2008 betreffendestructurele bedrijfsstatistieken). Gezien de samenvatting van de door delidstaten verstrekte schattingen kan worden geconcludeerd dat de extrawerkzaamheden in verband met de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr.716/2007 voor de FATS binnenland slechts vrij weinig extra werk met zichmeebracht.
FATS buitenland
De buitenlandse directe investeringen (BDI) ende FATS buitenland zijn nauw verwante statistische gebieden omdat beideelementen van de internationalisering van het bedrijfsleven meten. Deinhoudelijke overeenkomsten komen ook tot uitdrukking in deopstellingspraktijk, en de FATS- en de BDI-gegevens worden vaak met behulp vandezelfde enquête verzameld. Daarom is het moeilijk te bepalen wat de extrakosten voor de productie van de FATS- statistieken buitenland zijn.
Toch is er in 2007 een enquête naar dekosteneffectiviteit gehouden; de resultaten daarvan tonen aan dat een grootdeel van de lidstaten de FATS buitenland kunnen produceren tegen lage ofmiddelmatige kosten.
Zowel voor de FATS binnenland als voor de FATSbuitenland bevestigden de nationale bureaus voor de statistiek dat zij opnationaal niveau enige maatregelen gingen invoeren om de belasting teverminderen, in het bijzonder door meer gebruik te maken van administratievegegevens, door een gegevensverzameling via het web te organiseren en door debestaande elektronische vragenlijsten te verbeteren.
6. Vorderingen en uitvoering vanproefstudies
Artikel 5 van Verordening (EG) nr. 716/2007roept op tot de uitvoering van proefstudies voor FATS binnen- en buitenland omde wenselijkheid en de haalbaarheid van het verzamelen van gegevens voor nieuwevariabelen te beoordelen.
Lid 4 van dat artikel geeft aan dat deproefstudies de basis vormen voor besluiten inzake uitvoeringsmaatregelen,onder meer over het toepassingsgebied van de gegevensverzameling voor FATSbinnenland en FATS buitenland. Dit laat zien hoe belangrijk de proefstudieszijn voor het ontwerp van toekomstige FATS-gegevensverzamelingen in de EU.
De eerste ronde van proefstudies ging in 2006van start. De tweede ronde vond plaats in 2007. De deelnemende landen testtende haalbaarheid van de implementatie van nieuwe variabelen en verstrektenvervolgens de opgestelde gegevens aan Eurostat.
Voor de FATSbinnenland lijkt de verzameling van gegevens voor de secties M, N en O en voorde O&O-variabelen voor de secties G, H, I, K, M, N en O van de NACE rev.1.1 (en voor de overeenkomstige rubrieken in de NACE rev. 2) haalbaar met vrijweinig extra inspanning van de kant van de ondernemingen en de nationalebureaus voor de statistiek. Indien de haalbaarheid door alle lidstaten wordtbevestigd en ook de behoeften van de gebruikers nog eens worden bevestigd,wordt de regelmatige gegevensverzameling voor de FATS binnenland tot dezevariabelen uitgebreid.
Voor de FATS buitenland kunnen ten minste drie van deproefvariabelen haalbaar worden genoemd: Personeelskosten, Toegevoegdewaarde tegen factorkosten en Bruto-investeringen in materiële goederen.Een grote meerderheid van de deelnemende lidstaten kwam tot de conclusie datdeze drie variabelen zeer gemakkelijk van de ondernemingen kunnen wordenverkregen omdat zij rechtstreeks of bijna rechtstreeks aan hun boekhoudsysteemkunnen worden ontleend. Anderzijds lijkt de verzameling van handelsgerelateerdevariabelen, die van belang zijn voor een analyse van de mondialisering, minderhaalbaar te zijn, althans voorlopig. Verzameling van deze gegevens zoubijzonder kostbaar zijn en ook vrij lastig, met name bij de grootsteondernemingsgroepen die juist zo belangrijk zijn voor de FATS.
Er zijn kortom diverse proefstudies door dedeelnemende lidstaten uitgevoerd. De resultaten ervan geven zicht op demogelijkheid gegevens te verzamelen voor variabelen voor FATS binnen- enbuitenland die in de FATS-verordening niet verplicht werden gesteld. DeCommissie betwijfelt of het verstandig is voor te stellen dat enige van dezevariabelen verplicht worden gemaakt, aangezien het de belasting voor denationale bureaus voor de statistiek en de respondenten lijkt te vergroten. Welbevestigt de Commissie dat er bij de gebruikers veel vraag naar deze informatieis.
7. Gebieden waarop verbeteringen enwijzigingen mogelijk zijn
Voor de nabije toekomst is Eurostat voornemensde kwaliteit van de FATS-gegevens te vergroten door methoden te ontwikkelen ente harmoniseren met het oog op:
- een soepele overgang naar de NACE rev.2-classificatie voor de FATS buitenland, wat tot een betere internationalevergelijkbaarheid zal leiden;
- deberekening vanaf het referentiejaar 2009 van EU-aggregaten voor FATS binnen- enbuitenland.
Op middellange termijn kunnen de lidstaten bijde samenstelling van de FATS het EuroGroups Register (EGR) alsgemeenschappelijk instrument gebruiken. Het EGR, dat nog in ontwikkeling is,zal gegevens bevatten over ondernemingsgroepen en de eenheden waaruit deze bestaan,alsmede over hun kenmerken. Hierdoor is het mogelijk aan de IUZ waartoe deondernemingen behoren, de juiste landencode toe te kennen, waardoor dekwaliteit van de FATS-statistieken wordt verbeterd.
Eurostat werkt momenteel ook aan dekaderverordening integrerende ondernemingsstatistieken (FRIBS) om eengemeenschappelijk wettelijk kader op te stellen voor de systematischeverzameling, opstelling, indiening en verspreiding van Europese statistiekenbetreffende de economische activiteit, de structuur en de prestaties van deondernemingssector. De FATS-vereisten zullen in het kader van de FRIBS opnieuwonder de loep worden genomen.
[1] Artikel2, onder f), van Verordening (EG) nr. 716/2007.
[2] Artikel2, onder g), van Verordening (EG) nr. 716/2007.
[3] Zie: http://epp.eurostat.ec.europa.eu/cache/ITY_OFFPUB/KS-AR-09-014/EN/KS-AR-09-014-EN.PDF.
[4] Verordening(EG) nr. 1893/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006.
[5] Artikel6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 716/2007.
[6] http://epp.eurostat.ec.europa.eu/portal/page/portal/eurostat/home .
[7] http://circa.europa.eu/Members/irc/dsis/foreignaffiliatesstatistics/library?l=/public&vm=detailed&sb=Title.
[8] CETO-markeringstekenshebben betrekking op de samenvoeging van landen in overeenstemming metVerordening (EG) nr. 295/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 11maart 2008 betreffende structurele bedrijfsstatistieken:
grote landen: DE, FR, IT, UK;
middelgrote landen: BE, DK, ES, GR, IE,NL, AT, PL, PT, FI, SE, NO;
kleine landen: BG, CZ, EE, CY, LV, LT,LU, HU, MT, RO, SI, SK.
[9] FATSRecommendation Manual, version 2009, blz. 42.