Home

Jaarverslag over belastingen Resolutie van het Europees Parlement van 2 februari 2012 over het jaarverslag over belastingen (2011/2271(INI))

Jaarverslag over belastingen Resolutie van het Europees Parlement van 2 februari 2012 over het jaarverslag over belastingen (2011/2271(INI))

20.8.2013

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CE 239/89


Donderdag 2 februari 2012
Jaarverslag over belastingen

P7_TA(2012)0030

Resolutie van het Europees Parlement van 2 februari 2012 over het jaarverslag over belastingen (2011/2271(INI))

2013/C 239 E/14

Het Europees Parlement,

gezien de mededeling van de Commissie "Dubbele belasting op de interne markt" (COM(2011)0712), en het Voorstel voor een richtlijn van de Raad betreffende uitkeringen van interest en royalty's (herschikking) (COM(2011)0714),

gezien de mededeling van de Commissie over het wegwerken van grensoverschrijdende fiscale obstakels voor EU-burgers (COM(2010)0769),

gezien het werkdocument van de diensten van de Commissie bij de mededeling van de Commissie over het wegwerken van grensoverschrijdende fiscale obstakels voor EU-burgers (SEC(2010)1576),

gezien het document van de Commissie over de antwoorden die de Commissie heeft ontvangen in het kader van de raadpleging inzake verdragen ter voorkoming van dubbele belasting en de interne markt: praktijkvoorbeelden van gevallen van dubbele belasting(1),

gezien de mededeling van de Commissie over de afsluiting van het eerste Europees semester voor economische beleidscoördinatie: richtsnoeren voor nationaal beleid in 2011-2012 (COM(2011)0400),

gezien het gezamenlijk schrijven van 17 augustus 2011 van Nicolas Sarkozy, president van de Franse Republiek, en Angela Merkel, bondskanselier van Duitsland, aan Herman Van Rompuy, voorzitter van de Europese Raad,

gezien de publicatie van de OESO "Corporate Loss Utilisation through Aggressive Tax Planning" van 2011(2),

gezien het document "How effective and legitimate is the European Semester? Increasing the role of the European Parliament"(3),

gezien de publicatie van de Commissie "Taxation Trends in the EU - 2011 edition"(4),

gezien de"Consumption Tax Trends 2010" van de OESO(5),

gezien het verslag-Monti over "Een nieuwe strategie voor de interne markt" uit 2010,

gezien het werkdocument van de diensten van de Commissie over het economische effect van de aanbeveling van de Commissie betreffende procedures voor bronbelastingvermindering en van de FISCO-voorstellen (SEC(2009)1371),

gezien de aanbeveling van de Commissie 2009/784/EG betreffende procedures voor bronbelastingvermindering,

gezien het rapport van Alain Lamassoure "Le citoyen et l'application du droit communautaire" van 8 juni 2008(6),

gezien zijn resolutie van 2 september 2008 over een gecoördineerde strategie ter verbetering van de bestrijding van belastingfraude(7),

gezien de mededeling van de Commissie van 10 december 2007 over antimisbruikmaatregelen op het gebied van de directe belastingen – toepassing in de EU en ten aanzien van derde landen (COM(2007)0785),

gezien de mededeling van de Commissie van 31 mei 2006 over de noodzaak om een gecoördineerde strategie te ontwikkelen ter verbetering van de bestrijding van belastingfraude (COM(2006)0254),

gezien de mededeling van de Commissie van 19 december 2006 over exitheffingen en de behoefte aan coördinatie van het belastingbeleid van de lidstaten (COM(2006)0825),

gezien het rapport van de Eures Channel-adviseurs over obstakels voor de mobiliteit van EU-burgers in grensoverschrijdende regio's van 2002(8),

gezien de mededeling van de Commissie van 23 mei 2001 "Fiscaal beleid in de Europese Unie: prioriteiten voor de komende jaren" (COM(2001)0260),

gezien ontwerpresolutie B7-0531/2011, ingediend overeenkomstig artikel 210 van het Reglement door Cristiana Muscardini en anderen,

gezien artikel 48 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie economische en monetaire zaken (A7-0014/2012),

A.

overwegende dat de interne markt van de EU voor mobiliteit van personen, diensten, goederen en kapitaal niet ten volle functioneert en dat er nog altijd terreinen zijn waarop verbetering moet plaatsvinden;

B.

overwegende dat EU-burgers en ondernemingen die grensoverschrijdend werken en opereren te maken krijgen met fiscale belemmeringen die aanzienlijke obstakels opleveren voor de groei en de werkgelegenheid op de interne markt van de EU, en overwegende dat deze obstakels uit de weg geruimd moeten worden om een concurrerender Europa te bewerkstelligen waar groei en werkgelegenheid gewaarborgd zijn;

C.

overwegende dat de administratieve kosten die de belastingstelsels met zich meebrengen voor middelgrote ondernemingen in sommige lidstaten onnodig belastend en hoog zijn;

D.

overwegende dat de huidige economische en financiële crisis heeft geleid tot een aanzienlijke stijging van de staatschulden in Europa; overwegende dat buitensporige staats- en particuliere schulden in de lidstaten hebben geleid tot de huidige financiële crisis; overwegende dat de automatische stabilisatoren van de welvaartsstaat in dit verband van groter belang zijn dan ooit, voor het waarborgen van groei en sociale samenhang;

E.

overwegende dat een doeltreffende belastingheffing van fundamenteel belang is voor overheden, met name in Europa, om hun taken en verplichtingen te kunnen vervullen en te kunnen voldoen aan de verwachtingen van de burgers; overwegende dat landen met hoge schulden zich momenteel genoodzaakt zien maatregelen te treffen ter verhoging van hun belastingen, waarbij deze maatregelen echter niet ten koste mogen gaan van de groei;

F.

overwegende dat een deugdelijke begrotingsconsolidatie, tezamen met een eerlijker en gerichtere verdeling van de belastingdruk, onontbeerlijk is voor het waarborgen van de budgettaire geloofwaardigheid, en dat de vermindering van schulden zowel beperking van de uitgaven als belastingverhoging vereist, terwijl voorrang moet worden gegeven aan op groei gerichte aanpassingen van het belastingstelsel; overwegende dat hiermee de basis wordt gelegd voor groei op lange termijn;

Algemene overwegingen

Voorkoming van dubbele niet-belasting, belastingfraude en belastingparadijzen en vergroting van de transparantie op belastinggebied

1.

wijst erop dat de kernfuncties van de belastingstelsels bestaan uit het financieren van openbare diensten, zoals onderwijs, gezondheidszorg, openbaar vervoer en infrastructuur, de bescherming van openbare goederen, bijvoorbeeld door stimulansen te bieden voor de productie en consumptie van milieuvriendelijke producten en sociale ongelijkheden te verkleinen, door een rechtvaardiger verdeling van inkomen en welvaart te waarborgen;

2.

wijst erop dat belastingbeleid nog altijd binnen de nationale en soms de lokale bevoegdheid valt en dat de verschillende structuren van de belastingstelsels van de lidstaten daarom moeten worden gerespecteerd; wijst erop dat de besluitvorming inzake het belastingbeleid slechts door middel van een verdragswijziging overgeheveld kan worden van nationaal naar EU-niveau; wijst er daarom op dat een uitbreiding van de controle van begrotingsprocedures door de Commissie gepaard moet gaan met een sterker democratisch toezicht door het Europees Parlement;

3.

wijst erop dat verbetering van de interne markt en mogelijkerwijs enige mate van belastingharmonisatie de voornaamste factoren kunnen zijn voor het stimuleren van groei en werkgelegenheid; wijst erop dat belastingbeleid gericht moet zijn op het stimuleren van het Europese concurrentievermogen en het verlagen van de kosten voor Europese ondernemingen, in het bijzonder voor kleine en middelgrote ondernemingen;

4.

wijst erop dat het gebrek aan coördinatie van het belastingbeleid in de EU aanzienlijke kosten met zich mee kan brengen, alsmede administratieve lasten voor burgers en ondernemingen die grensoverschrijdend actief zijn in de EU;

5.

verzoekt de lidstaten hun belastingstelsels meer groeigericht te maken door de opzet van de stelsels te verbeteren en over te stappen op vormen van belasting die minder verstoring veroorzaken, zonder daarbij het doel van de sociale markt uit het oog te verliezen;

6.

benadrukt dat lering kan worden getrokken uit de voorbeelden van lidstaten die een goede staat van dienst hebben opgebouwd op het gebied van belastingheffing en -inning;

7.

benadrukt dat er behoefte is aan een vereenvoudiging van de BTW-regelingen teneinde dubbele belasting te voorkomen en de bureaucratie voor werkgevers te verminderen;

8.

benadrukt dat een laag belastingniveau van wezenlijk belang is, niet alleen voor het sociale welzijn van gezinnen en huishoudens, maar ook voor het concurrentievermogen en het scheppen van nieuwe banen; benadrukt de noodzaak van gecontroleerde en doeltreffende overheidsuitgaven en stabiele overheidsfinanciën;

9.

benadrukt dat voorstellen van de Commissie op belastinggebied een bijdrage moeten leveren aan het Europese concurrentievermogen door concurrentieverstoringen die het gevolg zijn van verschillen tussen de belastingstelsels uit de weg te ruimen; benadrukt tevens dat voorstellen van de Commissie niet mogen bijdragen aan een verhoging van de belastingdruk;

10.

wijst erop dat lidstaten die hoge schulden hebben of die de ergste daling van hun BBP hebben doorgemaakt grondig onderzoek moeten doen naar de achterliggende oorzaken van hun schulden en hun belastinginkomsten moeten aanvullen door middel van doeltreffende en rechtvaardige belastingen, hun uitgaven op efficiënte wijze moeten verminderen, belastingfraude moeten bestrijden en de overheidsbesparingen moeten verhogen; benadrukt dat belastinghervormingen in eerste instantie gericht moeten zijn op het dichten van mazen in de regelgeving en het verbreden van de belastinggrondslag, zonder de capaciteit van de lidstaten tot het innen van inkomsten aan te tasten;

11.

is van mening dat fiscaal federalisme een nuttig instrument kan zijn om eigen verantwoordelijkheid bij belastingbeheer op regionaal niveau te bereiken en daarmee de economische efficiëntie te verhogen;

12.

neemt kennis van de recente initiatieven van de Commissie op belastinggebied, onder meer inzake een gemeenschappelijke geconsolideerde heffingsgrondslag voor de vennootschapsbelasting, een belasting op financiële transacties en het toekomstige BTW-stelstel van de EU, alsmede op het gebied van energie;

13.

verwelkomt de invoering van het Europees semester als mogelijk instrument voor het genereren van inkomsten voor de lidstaten, door middel van de uitwisseling van optimale werkwijzen met het oog op een beter gecoördineerd en duurzamer begrotingstraject;

14.

verzoekt de Commissie en de lidstaten verder samen te werken op het gebied van hun respectievelijke belastingbeleid ter bestrijding van dubbele belasting, belastingfraude en belastingontduiking, ter verhoging van de transparantie en ter vermindering van leemten en onzekerheden voor ondernemingen en burgers met betrekking tot belastinginning, met name op het gebied van hun respectievelijke administratieve procedures voor het doen van belastingaangifte; is daarom van mening dat de Commissie samen de Raad een krachtig gezamenlijk initiatief moet nemen betreffende rechtsgebieden die geheimhouding betrachten, wat beter zou zijn dan slechts bilaterale overeenkomsten tussen afzonderlijke lidstaten en rechtsgebieden die geheimhouding betrachten;

15.

is van mening dat lidstaten moeten streven naar het verlagen van de kosten van naleving van de belastingregels voor KMO's, waar mogelijk door het stroomlijnen van procedures en het verlagen van de bureaucratische kosten; wijst erop dat de lidstaten verschillende grondslagen van de vennootschapsbelasting hanteren, hetgeen in de praktijk de grensoverschrijdende handel en daarmee de groei en werkgelegenheid kan belemmeren; steunt het voorstel van de Commissie voor de invoering van een gemeenschappelijke geconsolideerde heffingsgrondslag voor de vennootschapsbelasting (CCCTB) in de EU;

16.

benadrukt dat de CCCTB bevorderlijk zou zijn voor de groei en tot meer banen in Europa zou leiden door vermindering van administratieve kosten en bureaucratische rompslomp voor ondernemingen, met name voor kleine bedrijven die in verschillende EU-landen actief zijn;

17.

roept de lidstaten op de bestaande voorstellen snel uit te voeren en verzoekt de Commissie voorstellen te doen, in overeenstemming met de voorstellen van het Europees Parlement inzake belasting op spaartegoeden, groene en consumptieve belasting, bestrijding van belastingfraude, goed bestuur en dubbele belasting;

18.

wijst erop dat de huidige economische en financiële crisis heeft geleid tot een aanzienlijke stijging van de staatsschulden in Europa en dat zowel beperking van de uitgaven als belastingverhogingen nodig zijn om deze enorme schulden te verlagen;

19.

wijst erop dat de lidstaten die met de sterkste daling van de groei van het BBP te maken hadden de lidstaten waren die hun belastingen het sterkst moesten verhogen, terwijl over het algemeen de lidstaten die hun belastingen konden verlagen de lidstaten waren die de inkrimping van hun reële BBP beneden de 4 % konden houden(9);

20.

verzoekt de lidstaten hun belastingstelsels meer groeigericht te maken door de opzet van de stelsels te verbeteren en over te stappen op vormen van belasting die minder verstoring veroorzaken, zonder daarbij het doel van sociale rechtvaardigheid uit het oog te verliezen;

21.

is van mening dat coördinatie van belastingbeleid een belangrijk onderdeel kan vormen van een strategie voor begrotingsconsolidatie op EU-niveau en de doeltreffendheid van het nieuwe belastingbeleid van de lidstaten kan verbeteren;

Wegwerken van grensoverschrijdende fiscale obstakels voor EU-burgers

22.

wijst erop dat het wegwerken van fiscale obstakels belangrijk is ter vergroting van de mogelijkheden en het vertrouwen van de burgers om in de EU werk te zoeken, met pensioen te gaan, te winkelen en, ook voor ondernemingen, te investeren;

23.

verwelkomt het feit dat in de mededeling over het wegwerken van grensoverschrijdende fiscale obstakels voor EU-burgers de relevantste klachten van EU-burgers over grensoverschrijdende fiscale obstakels zijn aangegeven en ziet uit naar voorstellen van de Commissie op dit gebied;

24.

verwelkomt het feit dat de Commissie haar inspanningen wil verhogen om te waarborgen dat alle EU-burgers toegang hebben tot de door hen benodigde informatie en advies inzake belastingregels binnen de EU;

25.

wijst erop dat de lidstaten van mening zijn dat burgers betere toegang moeten hebben tot belastinginformatie;

26.

onderstreept dat het belangrijk is ervoor te zorgen dat er geen fiscale obstakels zijn die burgers beletten de vrijheden van de interne markt uit te oefenen;

27.

verzoekt de Commissie informatie te delen over optimale werkmethodes in de lidstaten van de EU en in andere landen van de OESO betreffende voorlichting aan burgers en ondernemingen op het gebied van belasting, en verzoekt de Commissie doeltreffende instrumenten te ontwikkelen om de uitwisseling van dergelijke informatie en van optimale werkmethodes op het gebied van belastingheffing te vereenvoudigen en te stimuleren, waaronder het opzetten van proefprojecten, teneinde het Europese concurrentievermogen op de lange termijn te stimuleren; benadrukt daarnaast dat de Commissie erop moet toezien dat Eurostat statistieken verzamelt en verifieert inzake belastingontwijking en -ontduiking in de gehele EU;

28.

wijst erop dat sommige lidstaten in het kader van hun overeenkomsten inzake dubbele belastingheffing vereenvoudigde procedures hebben vastgesteld voor het vragen van teruggaaf van belasting en dat een aantal lidstaten voor niet-ingezetenen of buitenlandse belastingbetalers websites heeft opgezet met informatie en formulieren in verschillende talen;

29.

verzoekt de lidstaten de plannen van de Commissie te steunen voor het verbeteren van de coördinatie en de samenwerking met en tussen belastingdiensten van de lidstaten voor het treffen van passende maatregelen om dubbele belastingheffing en andere grensoverschrijdende fiscale obstakels te voorkomen;

30.

wijst erop dat dubbele belasting een belemmering vormt voor grensoverschrijdende activiteiten en investeringen en dat er een gecoördineerde aanpak van dit probleem moet komen;

31.

verzoekt de Commissie manieren voor te stellen om naleving van de belastingwetgeving in grensoverschrijdende situaties te vereenvoudigen;

32.

verwelkomt de openbare raadpleging door de Commissie inzake belastingen op grensoverschrijdende uitbetaling van dividenden aan portefeuille- en individuele beleggers in de EU en de aanpak van fiscale obstakels voor grensoverschrijdende successierechten in de EU, en ziet uit naar voorstellen van de Commissie op dit gebied;

33.

verzoekt de Commissie en de lidstaten manieren te vinden om fiscale obstakels voor grensoverschrijdend werk en transnationale mobiliteit zo snel mogelijk uit de weg te ruimen zodat de doelstellingen van de EU 2020-strategie, met name economische groei en de stijging van de werkgelegenheid, zo snel mogelijk verwezenlijkt kunnen worden;

34.

verzoekt de Commissie zich meer in te zetten voor de behandeling van klachten en voor een grotere transparantie en uitgebreidere informatie ten behoeve van burgers inzake de resultaten van klachten over belastingwetgeving van de lidstaten en van inbreukprocedures op belastinggebied, en de monitoring daarvan;

35.

verzoekt de Commissie haar werkzaamheden binnen de adviesdiensten voor de burgers Europe Direct en Uw Europa voort te zetten en de webportal van Europe Direct verder te ontwikkelen, zodat EU-burgers informatie kunnen vinden van de belastingdiensten van de 27 EU-landen; benadrukt dat deze informatie op gebruikersvriendelijke wijze moet worden gepresenteerd;

36.

verzoekt de Commissie de administratieve samenwerking tussen lidstaten op het gebied van dubbele belasting te versterken, onder meer door meer projecten en middelen van het programma Fiscalis te richten op de aanpak van concrete problemen van belastingbetalers;

Beëindiging van discriminatie en dubbele belasting voor burgers en ondernemingen in de EU

37.

wijst erop dat het van groot belang is problemen op te lossen als dubbele belasting voor ondernemingen en personen, strijdigheden tussen verschillende belastingstelsels en gebrek aan toegang tot informatie over nationale belastingregels;

38.

benadrukt dat ondernemingen en burgers belang hebben bij het verwezenlijken van een duidelijk, transparant en stabiel belastingklimaat op de interne markt, aangezien het ontbreken van transparantie inzake belastingregels een belemmering vormt voor grensoverschrijdende activiteiten en investeringen in de EU;

39.

benadrukt dat dubbele belasting het concurrentievermogen van de ondernemingen die ermee te maken hebben vermindert en een belemmering vormt voor de interne markt als geheel;

40.

verwelkomt de mededeling van de Commissie "Dubbele belasting op de interne markt", betreffende een strategie en maatregelen van de EU inzake grensoverschrijdende dubbele belasting;

41.

is van mening dat het Verdrag betreffende de Europese Unie de lidstaten verplicht om de kwestie van dubbele belasting op te lossen, hetgeen zij moeten doen overeenkomstig de artikelen 4, lid 3, en 26 VWEU inzake de interne markt;

42.

stelt vast dat bilaterale belastingovereenkomsten tussen lidstaten niet alle problemen oplossen op het gebied van discriminatie en dubbele belasting voor burgers en ondernemingen;

43.

verwelkomt het idee van de Commissie om een werkgroep dubbele belasting op te zetten, en daarbij belastinginstanties uit de lidstaten en, waar passend, consumentenorganisaties te betrekken; verzoekt de Commissie het gezamenlijk verrekenprijzenforum (JTPF), de werkgroep van de EU die zich bezighoudt met bepaalde kwesties op het gebied van vennootschapsbelasting, te versterken, en een dialoog aan te gaan met de zakelijke gemeenschap en consumentenrechtenorganisaties;

44.

verzoekt de Commissie een nieuw BTW-forum op te zetten, analoog aan het JTPF, waar ondernemingen kwesties op het gebied van BTW voor het bedrijfsleven en geschillen tussen lidstaten kunnen aankaarten;

45.

verzoekt de lidstaten de procedures voor het terugvragen van betaalde BTW door kleine en middelgrote ondernemingen te versnellen, om zo een kortere terugbetalingsperiode te verwezenlijken;

46.

verzoekt de Commissie een bindend mechanisme voor geschillenbeslechting op het gebied van dubbele belasting voor personen en ondernemingen voor te stellen, zoals aangeraden in het verslag-Monti;

47.

wijst erop dat administratieve belemmeringen en juridische onzekerheden het voor EU-burgers moeilijk maken om gebruik te maken van het recht op vrij verkeer voor personenauto's binnen de interne markt; verzoekt de lidstaten daarom dubbele registratiebelasting voor auto's af te schaffen;

48.

verzoekt de lidstaten om de regels inzake grensoverschrijdende verrekening voor ondernemingen te moderniseren en te actualiseren en de regels voor elektronische facturering te vereenvoudigen en te moderniseren om op termijn een uniform Europees model voor e-facturen in te voeren;

Voorkoming van dubbele niet-belasting en belastingfraude en vergroting van de transparantie op belastinggebied

49.

wijst erop dat een belastingontduiking en een gebrek aan fiscale transparantie een bedreiging vormen voor de overheidsinkomsten en miljarden euro's verlies betekenen;

50.

wijst erop dat een juist evenwicht moet worden gevonden tussen het algemeen belang van misbruikbestrijding, de behoefte om te voorkomen dat grensoverschrijdende activiteiten in de EU disproportioneel worden beperkt, en een betere coördinatie van de toepassing van antimisbruikmaatregelen met betrekking tot derde landen; betreurt dat sommige lidstaten overeenkomsten hebben gesloten met derde landen die het voortduren van belastingontduiking en fiscale geheimhouding mogelijk maken;

51.

verzoekt de lidstaten om:

doeltreffende belastingstelsels op te zetten en in te voeren om te voorkomen dat hun belastinggrondslag door onbedoelde niet-heffing en misbruik wordt uitgehold;

antimisbruikmaatregelen in te zetten tegen kunstmatige constructies die zijn opgezet om nationale wetgeving of communautaire regels die in nationale wetgeving zijn omgezet te omzeilen;

informatie te blijven delen inzake een agressieve fiscale planning voor ondernemingsverliezen en strategieën voor het opsporen en aanpakken daarvan, en manieren om de doeltreffendheid van de gebruikte strategieën te meten en vervolgens openbaar te maken;

de invoering te overwegen van programma's voor vrijwillige medewerking alsmede de invoering of herziening van bekendmakingsinitiatieven gericht op agressieve fiscale planning;

eindelijk over te gaan tot het afronden van de herziening van de richtlijn betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaartegoeden met het oog op de invoering van automatische uitwisseling van informatie, die reeds geruime tijd bij de Raad geblokkeerd is, teneinde een eerlijke en passende belastingheffing op inkomsten uit spaartegoeden in de EU te waarborgen; benadrukt dat alle betroffen rechtsgebieden administratieve samenwerking moeten invoeren die de procedurele rechten en het recht op privacy van de belastingbetalers niet schendt, door automatische uitwisseling van informatie aan te bieden, niet alleen voor individuele personen, maar ook voor ondernemingen en trusts;

belastingbeslissingen van nationale autoriteiten voor ondernemingen die grensoverschrijdend opereren bekend te maken en te publiceren;

fiscale stimulansen te bieden voor KMO's, zoals vrijstellingen en verlagingen, om ondernemerschap, innovatie en het creëren van werkgelegenheid aan te moedigen;

hervormingen te stimuleren om de mogelijkheden voor belastingontduiking te beperken door efficiënte inningsmechanismen in te voeren die de betrekkingen tussen de belastingbetaler en de belastingdienst zoveel mogelijk beperken en zoveel mogelijk gebruik maken van moderne technologieën en e-bestuur voor het registreren en controleren van economische activiteiten;

52.

verzoekt de Commissie om:

gebieden aan te wijzen waarop zowel de EU-wetgeving als de administratieve samenwerking tussen de lidstaten kunnen worden verbeterd met het oog op de vermindering van belastingfraude;

DG TAXUD te voorzien van meer middelen en personeel om EU-beleid en voorstellen te ontwikkelen op het gebied van dubbele niet-belasting, belastingontduiking en -fraude;

schadelijke belastingconcurrentie en dubbele niet-belasting van grote ondernemingen aan te pakken die de winsten kunstmatig verschuiven om de feitelijke belastingtarieven zo laag mogelijk te houden; belastingbeslissingen van nationale autoriteiten voor ondernemingen die grensoverschrijdend opereren bekend te maken en te publiceren;

belastingfraude strenger aan te pakken door middel van strafrechtelijke vervolging;

53.

verzoekt de lidstaten de hoogste prioriteit te geven aan de bestrijding van het gebruik van belastingparadijzen voor illegale doeleinden en verzoekt de Commissie in samenwerking met het Europees Parlement een definitie en lijst van de EU vast te stellen, waarbij in eerste instantie rekening wordt gehouden met de door de OESO opgestelde definitie en lijst van belastingparadijzen of rechtsgebieden die geheimhouding betrachten; dringt erop aan dat er, in afwachting van een akkoord over een mondiale definitie van dit begrip, een Europese definitie wordt overeengekomen;

54.

wijst erop dat het Wereldforum van de OESO inzake transparantie en informatie-uitwisseling voor belastingdoeleinden het belangrijkste internationale forum is voor de bestrijding van belastingontwijking en geeft derhalve zijn volledige steun aan de werkzaamheden van dit forum; wijst op de tekortkomingen van dit forum als forum van kleinste gemene delers; erkent tevens de nuttige initiatieven op nationaal, EU- en mondiaal niveau gericht op het vinden van een uitvoerbare oplossing voor dit aanhoudende probleem;

55.

verzoekt de Commissie sneller op te treden tegen belastingontduiking en -fraude;

56.

verzoekt de lidstaten om met Andorra, Monaco en San Marino overeenkomsten te sluiten betreffende fraudebestrijding en uitwisseling van fiscale informatie en met Zwitserland een nieuwe overeenkomst op dit gebied te sluiten en deze vervolgens regelmatig te actualiseren;

57.

is van mening dat een gebrek aan samenwerking en coördinatie tussen de belastingstelsels van de lidstaten kan leiden tot het onbedoeld achterwege blijven van belastingheffing en tot belastingontduiking, fiscaal misbruik en belastingfraude;

58.

verzoekt de Commissie de fiscale gevolgen van de tenuitvoerlegging van het Europees semester te analyseren en in de loop van 2012 hierover een verslag te publiceren;

59.

roept op tot het waarborgen van afdoende begrotings- en personele middelen voor de Europese Rekenkamer en OLAF, ter ontwikkeling van efficiënte controlemechanismen en een doeltreffend toezicht op de begrotingsprocedures op EU-niveau;

60.

roept de Commissie op tot het aanwijzen van en het toekennen van prioriteit aan beleidsmaatregelen met fiscale gevolgen voor de programma's voor stabiliteit en convergentie van de lidstaten en voor de nationale hervormingsprogramma's;

*

* *

61.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie en de nationale parlementen.