Home

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD over het door de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt inzake een wijziging van bijlage XX (Milieu) bij de EERovereenkomst

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD over het door de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt inzake een wijziging van bijlage XX (Milieu) bij de EERovereenkomst

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD over het door de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt inzake een wijziging van bijlage XX (Milieu) bij de EERovereenkomst /* COM/2012/0232 final - 2012/0115 (NLE) */


TOELICHTING

1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Met het oog op de nodige rechtszekerheid en homogeniteit van de interne markt moet het Gemengd Comité van de EER alle relevante EU-wetgeving zo spoedig mogelijk na de vaststelling ervan in de EER-overeenkomst opnemen.

2. RESULTATEN VAN DE RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDE PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELINGEN

Het ontwerpbesluit van het Gemengd Comité van de EER (dat aan het voorstel voor een besluit van de Raad is gehecht) beoogt een wijziging van bijlage XX (Milieu) bij de EER‑overeenkomst.

Meer concreet beoogt deze wijzging de opneming van bepaalde verordeningen van de Commissie tot uitvoering van Richtlijn 2007/2/EG tot oprichting van een infrastructuur voor ruimtelijke informatie in de Gemeenschap (Inspire).

Richtlijn 2007/2/EG werd in de Overeenkomst opgenomen bij Besluit nr. 55/2010 van het Gemengd Comité van de EER van 30 april 2010[1]. Dat besluit trad in werking op 1 juli 2011.

Beschikking 2009/442/EG van de Commissie ter uitvoering van Richtlijn 2007/2/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft toezicht en verslaglegging en Verordening (EG) nr. 1205/2008 van de Commissie ter uitvoering van Richtlijn 2007/2/EG betreffende metagegevens werden in de Overeenkomst opgenomen bij Besluit nr. 124/2010 van het Gemengd Comité van 10 november 2010[2]. Dat besluit trad ook in werking op 1 juli 2011.

Besluit nr. 55/2010 van het Gemengd Comité van de EER bevat aanpassingen in verband met bepaalde termijnen die in Richtlijn 2007/2/EG zijn vastgesteld. Volgens die aanpassingen zullen die termijnen lopen ofwel vanaf de datum van inwerkingtreding van het besluit van het Gemengd Comité van de EER waarbij de uitvoeringsbepalingen waarnaar in die artikelen wordt verwezen, worden opgenomen (Besluit nr. 124/2010 van het Gemengd Comité van de EER), ofwel vanaf de datum van inwerkingtreding van Besluit nr.55/2010 van het Gemengd Comité van de EER.

De EVA‑staten legden uit dat als de aanpassing waarin Besluit nr. 55/2010 van het Gemengd Comité van de EER voorziet, behouden wordt en er voor de nieuwe EU‑besluiten die moeten worden opgenomen, in een soortgelijke aanpassing wordt voorzien, de door de EVA‑staten uit te voeren maatregelen niet langer dezelfde chronologische en logische volgorde zouden volgen als die van de EU‑lidstaten.

Om die situatie te verhelpen, achten de EVA‑staten het noodzakelijk dat er wordt verwezen naar alle data en termijnen die in de relevante EU‑besluiten zijn vastgesteld, in plaats van naar de datum van inwerkingtreding van de besluiten van het Gemengd Comité van de EER. Om rekening te houden met het feit dat Besluit nr. 55/2010 van het Gemengd Comité van de EER drie jaar na de richtlijn zelf werd aangenomen, achten de EVA‑staten het passend dat bij alle daarmee verband houdende data en termijnen die in de relevante EU‑besluiten zijn genoemd, een extra periode van drie jaar wordt gevoegd.

3. JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL

In artikel 1, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2894/94 van de Raad houdende bepaalde wijzen van toepassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte wordt bepaald dat de Raad voor dit soort besluiten het standpunt van de Unie vaststelt, op voorstel van de Commissie.

Het ontwerpbesluit van het Gemengd Comité van de EER wordt door de Commissie als het standpunt van de Unie ter goedkeuring voorgelegd aan de Raad. De Commissie hoopt dit standpunt zo spoedig mogelijk in het Gemengd Comité van de EER te kunnen uiteenzetten.

2012/0115 (NLE)

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

over het door de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt inzake een wijziging van bijlage XX (Milieu) bij de EER‑overeenkomst

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 192, lid1, in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien Verordening (EG) nr. 2894/94 van de Raad van 28 november 1994 houdende bepaalde wijzen van toepassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte[3], en met name artikel 1, lid 3,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Verordening (EG) nr. 976/2009 van de Commissie van 19 oktober 2009 tot uitvoering van Richtlijn 2007/2/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de netwerkdiensten[4] moet in de EER‑overeenkomst worden opgenomen.

(2) Verordening (EU) nr. 268/2010 van de Commissie van 29 maart 2010 ter uitvoering van Richtlijn 2007/2/EG van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de toegang, overeenkomstig geharmoniseerde voorwaarden, van instellingen en organen van de Gemeenschap tot verzamelingen ruimtelijke gegevens en ruimtelijkegegevensdiensten van de lidstaten[5] moet in de Overeenkomst worden opgenomen.

(3) Verordening (EU) nr. 1088/2010 van de Commissie van 23 november 2010 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 976/2009 wat betreft downloaddiensten en transformatiediensten[6] moet in de Overeenkomst worden opgenomen.

(4) Verordening (EU) nr. 1089/2010 van de Commissie van 23 november 2010 tot uitvoering van Richtlijn 2007/2/EG van het Europees Parlement betreffende de interoperabiliteit van verzamelingen ruimtelijke gegevens en van diensten met betrekking tot ruimtelijke gegevens[7] moet in de Overeenkomst worden opgenomen.

(5) Verordening (EU) nr. 102/2011 van de Commissie van 4 februari 2011 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1089/2010 ter uitvoering van Richtlijn 2007/2/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de interoperabiliteit van verzamelingen ruimtelijke gegevens en van diensten met betrekking tot ruimtelijke gegevens[8] moet in de Overeenkomst worden opgenomen,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het door de Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt met betrekking tot de voorgestelde wijziging van bijlage XX (Milieu) bij de EER‑overeenkomst is gebaseerd op het aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit van het Gemengd Comité van de EER.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel,

Voor de Raad

De voorzitter

BIJLAGE

BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER Nr.

van

tot wijziging van bijlage XX (Milieu) bij de EER-overeenkomst

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, gewijzigd bij het Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, hierna „de Overeenkomst” genoemd, en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Bijlage XX bij de Overeenkomst werd gewijzigd bij Besluit nr. .../... van het Gemengd Comité van de EER van …[9].

(2) Verordening (EG) nr. 976/2009 van de Commissie van 19 oktober 2009 tot uitvoering van Richtlijn 2007/2/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de netwerkdiensten[10] moet in de Overeenkomst worden opgenomen.

(3) Verordening (EU) nr. 268/2010 van de Commissie van 29 maart 2010 ter uitvoering van Richtlijn 2007/2/EG van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de toegang, overeenkomstig geharmoniseerde voorwaarden, van instellingen en organen van de Gemeenschap tot verzamelingen ruimtelijke gegevens en ruimtelijkegegevensdiensten van de lidstaten[11] moet in de Overeenkomst worden opgenomen.

(4) Verordening (EU) nr. 1088/2010 van de Commissie van 23 november 2010 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 976/2009 wat betreft downloaddiensten en transformatiediensten[12] moet in de Overeenkomst worden opgenomen.

(5) Verordening (EU) nr. 1089/2010 van de Commissie van 23 november 2010 tot uitvoering van Richtlijn 007/2/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de interoperabiliteit van verzamelingen ruimtelijke gegevens en van diensten met betrekking tot ruimtelijke gegevens[13] moet in de Overeenkomst worden opgenomen.

(6) Verordening (EU) nr. 102/2011 van de Commissie van 4 februari 2011 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1089/2010 ter uitvoering van Richtlijn 2007/2/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de interoperabiliteit van verzamelingen ruimtelijke gegevens en van diensten met betrekking tot ruimtelijke gegevens[14] moet in de Overeenkomst worden opgenomen,

BESLUIT:

Artikel 1

Bijlage XX bij de Overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:

1. In punt 1j (Richtlijn 2007/2/EG van het Europees Parlement en de Raad) worden de aanpassingen a) en b) vervangen door:

„a) Voor de EVA‑staten worden de in artikel 6, onder a) en b), en in artikel 7, lid 3, vastgestelde termijnen geacht een extra periode van drie jaar te omvatten.

b) Voor de EVA‑staten gelden de in artikel 21, leden 2 en 3, en in artikel 24, lid 1, genoemde data met een extra periode van drie jaar.”.

2. In punt 1jb (Beschikking 2009/442/EG van de Commissie) wordt de volgende aanpassing toegevoegd:

„Voor de toepassing van deze Overeenkomst worden de bepalingen van de beschikking als volgt aangepast:

a) Voor de EVA‑staten is het in artikel 11, lid 2, tweede alinea, genoemde jaar hetzelfde jaar als het in artikel 18 genoemde jaar, zoals dit voor de EVA‑staten is aangepast.

b) Voor de EVA‑staten geldt de in artikel 18 genoemde datum met een extra periode van drie jaar.”.

3. Na punt 1jb (Beschikking 2009/442/EG van de Commissie) wordt het volgende ingevoegd:

„1jc. 32009 R 0976: Verordening (EG) nr. 976/2009 van de Commissie van 19 oktober 2009 tot uitvoering van Richtlijn 2007/2/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de netwerkdiensten (PB L 274 van 20.10.2009, blz. 9), gewijzigd bij:

– 32010 R 1088: Verordening (EU) nr. 1088/2010 van de Commissie van 23 november 2010 (PB L 323 van 8.12.2010, blz. 1).

Voor de toepassing van de Overeenkomst worden de bepalingen van de verordening als volgt aangepast:

Voor de EVA‑staten gelden de in artikel 4 genoemde data met een extra periode van drie jaar.

1jd. 32010 R 0268: Verordening (EU) nr. 268/2010 van de Commissie van 29 maart 2010 ter uitvoering van Richtlijn 2007/2/EG van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de toegang, overeenkomstig geharmoniseerde voorwaarden, van instellingen en organen van de Gemeenschap tot verzamelingen ruimtelijke gegevens en ruimtelijkegegevensdiensten van de lidstaten (PB L 83 van 30.3.2010, blz. 8).

Voor de toepassing van de Overeenkomst worden de bepalingen van de verordening als volgt aangepast:

Voor de EVA‑staten worden de in artikel 8 vastgestelde termijnen geacht een extra periode van drie jaar te omvatten.

1je. 32010 R 1089: Verordening (EG) nr. 1089/2010 van de Commissie van 23 november 2010 tot uitvoering van Richtlijn 2007/2/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de interoperabiliteit van verzamelingen ruimtelijke gegevens en van diensten met betrekking tot ruimtelijke gegevens (PB L 323 van 8.12.2010, blz. 11), gewijzigd bij:

– 32011 R 0102: Verordening (EU) nr. 102/2011 van de Commissie van 4 februari 2011 (PB L 31 van 5.2.2011, blz. 13).”.

Artikel 2

De in het EER‑supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van de Verordeningen (EG) nr. 976/2009, (EU) nr. 268/2010, (EU) nr. 1088/2010, (EU) nr. 1089/2010 en (EU) nr. 102/2011 van de Commissie zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de Overeenkomst bedoelde kennisgevingen aan het Gemengd Comité van de EER hebben plaatsgevonden[15].

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER‑gedeelte van en in het EER‑supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, .

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter De secretarissen van het Gemengd Comité van de EER

[1] PB L 181 van 15.7.2010, blz. 23.

[2] PB L 58 van 3.3.2011, blz. 82.

[3] PB L 305 van 30.11.1994, blz. 6.

[4] PB L 274 van 20.10.2009, blz. 9.

[5] PB L 83 van 30.3.2010, blz. 8.

[6] PB L 323 van 8.12.2010, blz. 1.

[7] PB L 323 van 8.12.2010, blz. 11.

[8] PB L 31 van 5.2.2011, blz. 13.

[9] PB L …

[10] PB L 274 van 20.10.2009, blz. 9.

[11] PB L 83 van 30.3.2010, blz. 8.

[12] PB L 323 van 8.12.2010, blz. 1.

[13] PB L 323 van 8.12.2010, blz. 11.

[14] PB L 31 van 5.2.2011, blz. 13.

[15] [Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.] [Grondwettelijke vereisten aangegeven.]