Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van het protocol tussen de Europese Unie en de Islamitische Republiek Mauritanië tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen beide partijen
Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van het protocol tussen de Europese Unie en de Islamitische Republiek Mauritanië tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen beide partijen
TOELICHTING
1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL
Op basis van hetmandaat van de Raad heeft de Europese Commissie met de Islamitische RepubliekMauritanië onderhandeld met het oog op de verlenging van het protocol bij departnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en deIslamitische Republiek Mauritanië. Ter afronding van deze onderhandelingenhebben de onderhandelaars op 26 juli 2012 een ontwerp van het nieuwe protocolgeparafeerd. Het nieuwe protocol bestrijkt een periode van twee jaar vanaf dedatum van ondertekening ervan.
Het voornaamstedoel van het protocol is om de vaartuigen van de Europese Unie in de waterenvan Mauritanië vangstmogelijkheden te bieden binnen de grenzen van hetbeschikbare overschot. De Commissie heeft zich onder meer gebaseerd op hetadvies van het wetenschappelijke comité dat op grond van de hier bedoeldeovereenkomst is ingesteld.
Het algemene doelbestaat erin om in het belang van beide partijen de samenwerking tussen deEuropese Unie en de Islamitische Republiek Mauritanië te verstevigen met hetoog op de instelling van een partnerschapskader voor de ontwikkeling van eenduurzaam visserijbeleid en de verantwoorde exploitatie van de visbestanden inde Mauritaanse visserijzones.
Meer bepaald voorziet het protocol injaarlijkse vangstmogelijkheden voor de volgende categorieën en hoeveelheden:
1. 5 000 ton voor vaartuigen voor de visserij opschaaldieren met uitzondering van langoesten en krab;
2. 4 000 ton voor trawlers (met uitzondering vanvriesschepen) en vaartuigen voor de visserij met de grondbeug op zwarte heek;
3. 2 500 ton voor vaartuigen voor de visserij opandere demersale vissoorten dan zwarte heek met ander vistuig dan trawls;
4. 200 ton krab;
5. 22 vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen;
6. 22 vaartuigen voor de tonijnvisserij met de hengelen met de drijvende beug;
7. 300 000 ton voor vriestrawlers voor depelagische visserij;
8. 15 000 ton voor koelvaartuigen voor depelagische visserij (in mindering te brengen op de toewijzing voor devriestrawlers voor de pelagische visserij).
De Commissie stelt op grond hiervan voor datde Raad toestemming geeft voor de ondertekening en de voorlopige toepassing vandit nieuwe protocol.
2. RESULTATEN VAN DE RAADPLEGING VANBELANGHEBBENDE PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELING
Voorafgaand aan de onderhandelingen zijn debelanghebbende partijen geraadpleegd in het kader van de regionale adviesraadvoor de vollezeevloot in andere dan EU-wateren[1];deze adviesraad bestaat uit vertegenwoordigers van de visserijsector en vanNGO's die actief zijn op het gebied van milieu en ontwikkeling. Ook zijn in hetkader van technische vergaderingen de deskundigen uit de lidstatengeraadpleegd. Uit deze raadplegingen is naar voren gekomen dat het behoud vaneen visserijprotocol met Mauritanië van belang is.
3. JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL
De onderhavige procedure loopt parallel aan deprocedures met betrekking tot het besluit van de Raad betreffende de sluitingvan het protocol zelf, alsmede de verordening van de Raad betreffende deverdeling van de vangstmogelijkheden over de EU-lidstaten.
4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING
De totale financiële tegenprestatie in het kadervan het protocol bedraagt 70 000 000 euro voor de volledige periodedie in het protocol is vastgelegd, en bestaat uit: a) een financiëletegenprestatie als vergoeding voor de toegang tot de visbestanden ten bedragevan 67 000 000 euro en b) steun voor de ontwikkeling van hetsectorale visserijbeleid van de Islamitische Republiek Mauritanië ten bedragevan 3 000 000 euro. Deze steun beantwoordt aan de doelstellingen vanhet nationale visserijbeleid.
5. AANVULLENDE INFORMATIE
2012/0257 (NLE)
Voorstel voor een
BESLUIT VAN DE RAAD
betreffende de ondertekening, namens deEuropese Unie, en de voorlopige toepassing van het protocol tussen de EuropeseUnie en de Islamitische Republiek Mauritanië tot vaststelling van devangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij dePartnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen beide partijen
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking vande Europese Unie, en met name artikel 43 juncto artikel 218, lid 5,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) Op 30 november 2006 heeft deRaad Verordening (EG) nr. 1801/2006 betreffende de sluiting van dePartnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en deIslamitische Republiek Mauritanië goedgekeurd[2].
(2) Het protocol bij dezevigerende partnerschapsovereenkomst is verstreken op 31 juli 2012.
(3) De Raad heeft de Commissiegemachtigd om te onderhandelen over een nieuw protocol waarbij aan devaartuigen van de Europese Unie vangstmogelijkheden worden geboden in dewateren waarover Mauritanië de jurisdictie voor visserijaangelegenheden heeft. Na afloop van de onderhandelingen is op 26 juli 2012een ontwerp van het nieuwe protocol geparafeerd.
(4) Met het oog op degegarandeerde voortzetting van de visserijactiviteiten van de EU-vaartuigenis in artikel 9 van het nieuwe protocol bepaald dat het protocol met ingang vande datum van ondertekening ervan voorlopig wordt toegepast door elk van departijen.
(5) In afwachting van deafronding van de voor de sluiting van dit nieuwe protocol vereiste proceduresdient toestemming te worden gegeven voor de ondertekening en de voorlopigetoepassing van dit protocol,
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
De Commissie wordt ertoe gemachtigd om namensde Europese Unie het ontwerp van het tussen de Europese Unie en de IslamitischeRepubliek Mauritanië overeengekomen protocol tot vaststelling van devangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij dePartnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen beide partijen, teondertekenen en om de persoon of personen aan te wijzen die bevoegd is/zijn hetprotocol te ondertekenen.
De tekst van het te ondertekenen protocol isaan dit besluit gehecht.
Artikel 2
In afwachting van de afronding van de voor desluiting van het protocol vereiste procedures wordt het protocol met ingang vande datum van ondertekening ervan voorlopig toegepast.
Artikel 3
Dit besluittreedt in werking op de datum waarop het wordt ondertekend. Het wordtbekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel,
Voorde Raad
Devoorzitter
PROTOCOL
totvaststelling, voor een periode van twee jaar, van de vangstmogelijkheden en definanciële tegenprestatie in het kader van de Partnerschapsovereenkomst inzakevisserij tussen de Europese Gemeenschap en de Islamitische Republiek Mauritanië
Artikel1Geldigheidsduur en vangstmogelijkheden
1. De vangstmogelijkheden diemet ingang van de datum van voorlopige toepassing van het protocol voor eenperiode van twee jaar op grond van de artikelen 5 en 6 van de overeenkomstworden verleend, worden vastgesteld in de bij dit protocol gevoegde tabel.
2. Buitenlandse vloten krijgentoegang tot de visbestanden in de Mauritaanse visserijzones voor zover een inartikel 62 van het Zeerechtverdrag van de Verenigde Naties[3]bedoeld overschot voorhanden is en rekening is gehouden met deexploitatiecapaciteit van de nationale vloot van Mauritanië.
3. Overeenkomstig de wetgevingvan Mauritanië stelt de nationale overheid van Mauritanië de doelstellingen ophet gebied van duurzame ontwikkeling en duurzaam beheer, alsmede het toegestanevangstvolume voor elke visserijtak vast met inachtneming van het advies van deinstantie die in Mauritanië belast is met oceaanonderzoek en met het advies vande bevoegde regionale visserijorganisaties.
4. Bij dit protocol krijgen devloten van de Europese Unie in de Mauritaanse visserijzones gegarandeerdprioritaire toegang tot de beschikbare overschotten. De in bijlage I bij hetprotocol vastgestelde vangstmogelijkheden die aan de vloten van de EuropeseUnie worden toegewezen, worden op de beschikbare overschotten in minderinggebracht voordat de vangstmogelijkheden in de Mauritaanse visserijzones die aanandere buitenlandse vloten worden toegewezen, op deze overschotten wordenafgeboekt.
5. Alle buitenlandse industriëlevloten die in vergelijkbare technische omstandigheden als de vloten van deEuropese Unie actief zijn in de Mauritaanse visserijzones, moeten zich houdenaan alle in bijlage I bij dit protocol vastgestelde voorwaarden voor de afgiftevan visserijvergunningen, meer bepaald op het gebied van technische maatregelenvoor instandhouding, ontwikkeling en beheer van de betrokken bestanden alsmedefinanciële bepalingen, vergoedingen en andere rechten.
6. Op grond van artikel 6 van deovereenkomst mogen vaartuigen die de vlag van een lidstaat van de Europese Unievoeren, in de Mauritaanse visserijzones alleen visserijactiviteiten uitoefenenindien daarvoor in het kader van dit protocol en overeenkomstig bijlage I bijdit protocol een visserijvergunning is afgegeven.
Artikel2Financiële tegenprestatie - Betalingswijze
1. De in artikel 7 van deovereenkomst bedoelde jaarlijkse financiële tegenprestatie voor de toegang vanEU-vaartuigen tot de Mauritaanse visserijzones bedraagt zevenenzestig (67)miljoen euro.
2. Bovendien wordt financiëlesteun ten bedrage van drie (3) miljoen euro verleend voor de tenuitvoerleggingvan het nationale beleid voor een verantwoorde en duurzame visserij.
3. Lid 1 is van toepassingonverminderd de artikelen 4 , 7 en 10 van dit protocol.
4. De in lid 1 vastgestelde financiëletegenprestatie van de EU voor de toegang van EU-vaartuigen tot deMauritaanse visserijzones wordt voor het eerste jaar uiterlijk drie (3) maandenna de voorlopige toepassing van het protocol betaald en voor de volgende jarenuiterlijk op de datum waarop de inwerkingtreding van het protocol verjaart.
Artikel3Wetenschappelijke samenwerking
1. Beide partijen verbinden zichertoe een verantwoorde visserij in de Mauritaanse visserijzones te bevorderenop basis van de beginselen van een duurzame exploitatie van de visbestanden ende mariene ecosystemen.
2. Tijdens de geldigheidsduurvan dit protocol werken beide partijen samen om de ontwikkeling van de toestandvan de visbestanden en de visserij in de Mauritaanse visserijzones te volgen.Hiertoe wordt ten minste eens per jaar, afwisselend in Mauritanië en in Europa,een vergadering van het gezamenlijke, onafhankelijke wetenschappelijke comitégehouden. Naast de in artikel 4, lid 1, van de overeenkomst bedoelde deelnemerskunnen indien nodig wetenschappers uit derde landen alsmede waarnemers,vertegenwoordigers van de partijen of vertegenwoordigers van de regionaleorganisaties voor visserijbeheer, zoals COPACE, deelnemen aan het gezamenlijke,onafhankelijke wetenschappelijke comité.
3. De taakomschrijving van hetgezamenlijke onafhankelijke wetenschappelijke comité heeft met name betrekkingop de volgende activiteiten:
- een wetenschappelijk jaarverslag opstellen over deonder dit protocol vallende visserijtakken;
- aan de gemengde commissie voorstellen om programma'sof acties betreffende specifieke wetenschappelijke aangelegenheden ten uitvoerte leggen teneinde het inzicht in de dynamiek van de visserij, in de toestandvan de visbestanden en in de evolutie van de mariene ecosystemen te verbeteren,en deze programma's omschrijven;
- de wetenschappelijke kwesties die tijdens deuitvoering van dit protocol aan de orde zijn, analyseren en zo nodig eenwetenschappelijk advies vaststellen volgens een procedure die in het comité viaconsensus wordt goedgekeurd;
- een compilatie en een analyse maken van de gegevensover inspanning en vangst van alle segmenten van de nationale vloten, de vlotenvan de EU en de vloten van buiten de EU die in de Mauritaanse visserijzonesvissen op de bestanden en in de visserijtakken die onder dit protocol vallen;
- de jaarlijkse evaluatiecampagne programmeren in hetkader waarvan de bestanden worden geëvalueerd en de vangstmogelijkheden en deexploitatieopties die de instandhouding van de visbestanden en het ecosysteemervan waarborgen, worden bepaald;
- op eigen initiatief of op verzoek van de gemengdecommissie of van een van de partijen alle wetenschappelijke adviezen over debeheersdoelstellingen, -strategieën en -maatregelen opstellen dienoodzakelijk worden geacht voor de duurzame exploitatie van de onder ditprotocol vallende bestanden en visserijtakken;
- in voorkomend geval in de gemengde commissie eenprogramma voorstellen ter herziening van de vangstmogelijkheden zoals bedoeldin artikel 1 van dit protocol.
Artikel4Herziening van de vangstmogelijkheden
1. De partijen kunnen in eengemengde commissie in artikel 1 van dit protocol bedoelde maatregelen nemen terherziening van de vangstmogelijkheden. In dit geval wordt de financiëletegenprestatie evenredig aangepast pro rata temporis.
2. Voor in artikel 6, lid 2, vande overeenkomst bedoelde visserijcategorieën die niet in het geldende protocolzijn opgenomen, kunnen beide partijen nieuwe vangstmogelijkheden opnemen opbasis van de beste wetenschappelijke adviezen die zijn gevalideerd door hetgezamenlijke onafhankelijke wetenschappelijke comité en zijn vastgesteld in degemengde commissie.
3. De eerste bijeenkomst van degemengde commissie vindt plaats uiterlijk drie (3) maanden na deinwerkingtreding van dit protocol.
Artikel5
Opzeggingvanwege laag niveau van benutting van de vangstmogelijkheden
Wanneer wordt geconstateerd dat het niveau vanbenutting van de vangstmogelijkheden laag is, meldt de Europese Unie per postaan Mauritanië dat zij van plan is het protocol op te zeggen. De opzeggingtreedt in werking uiterlijk vier (4) maanden na de melding ervan.
Artikel 6
Financiële steun voor de bevordering van een verantwoorde en duurzamevisserij
1. De in artikel 2, lid 2, bedoelde financiële steun tenbedrage van drie (3) miljoen euro per jaar draagt bij tot de ontwikkeling vaneen duurzame en verantwoorde visserij in de Mauritaanse visserijzones die inovereenstemming is met de strategische doelstellingen op het gebied vaninstandhouding van de visbestanden en betere integratie van de sector in denationale economie.
2. Deze steun dient te worden beschouwd als een vorm vanopenbare ontwikkelingssteun die los staat van het gedeelte inzake toegang vande EU-vaartuigen tot de Mauritaanse visserijzones en die bijdraagt tot detenuitvoerlegging van de nationale sectorstrategieën voor de duurzameontwikkeling van de visserijsector, tot de bescherming van het milieu van debeschermde mariene kustgebieden en tot het vigerende strategische kader voorarmoedebestrijding.
3. De verlening van de in dit protocol voorziene financiëlesteun gaat van start zodra het bedrag dat is overgebleven van de voor deperiode 2008-2012 uitgetrokken sectorale steun (dat zal worden bepaald naeen evaluatie door beide partijen), door het ministerie van Financiën is overgemaaktop de speciaal voor visserij bestemde rekening "CAS Pêches" van deoverheid van Mauritanië en is opgebruikt overeenkomstig het eerder doorMauritanië meegedeelde benuttingsplan.
4. De financiële steunverlening is gebaseerd op eenresultaatgerichte benadering. Het bedrag wordt in tranches betaald volgens eenin de gemengde commissie vastgesteld kader.
5. Mauritanië verbindt zich ertoe om twee keer per jaar deuitnodigingen voor het indienen van voorstellen en de contracten voor de metdeze steun gefinancierde projecten bekend te maken, en om de zichtbaarheid vande ten uitvoer gelegde acties overeenkomstig het bepaalde in bijlage II tegaranderen.
Artikel7Opschorting van de toepassing van het protocol
1. De partijen plegen in de inartikel 10 van de overeenkomst bedoelde gemengde commissie, zo nodig in eenbijzondere zitting ervan, overleg over elk onderling geschil inzake deinterpretatie en de toepassing van de in dit protocol en de bijlagen ervanvastgestelde bepalingen.
2. De toepassing van het protocolkan op initiatief van een partij worden opgeschort, wanneer het geschil tussende twee partijen als ernstig wordt beschouwd en het overeenkomstig lid 1 in degemengde commissie gevoerde overleg niet is uitgemond in een minnelijkeschikking.
3. De toepassing van hetprotocol kan pas worden opgeschort, indien de betrokken partij haar voornemenhiertoe schriftelijk en ten minste vier (4) maanden vóór de datum vaninwerkingtreding van de opschorting meldt.
4. Bij niet-betaling kandit protocol eveneens worden opgeschort. In dat geval stelt het ministerie deEuropese Commissie in kennis van het feit dat geen betaling heeftplaatsgevonden. De Europese Commissie verricht de nodige controles en gaat zonodig binnen 30 werkdagen, te rekenen vanaf de datum van ontvangst van dekennisgeving, over tot betaling.
Indien binnen de hierboven vastgestelde termijn debetaling niet is gedaan of niet op adequate wijze is gemotiveerd waarom datniet is gebeurd, hebben de bevoegde autoriteiten van Mauritanië het recht om detoepassing van het protocol op te schorten. Zij stellen de Europese Commissiedaarvan onverwijld in kennis.
De toepassing van dit protocol wordt hervat zodrahet betrokken bedrag is betaald.
5. Beide partijen komen overeendat bij een geconstateerde schending van de mensenrechten het protocol kanworden opgeschort op basis van de toepassing van artikel 9 van de Overeenkomstvan Cotonou.
Artikel8Geldend nationaal recht
Onverminderd de bepalingen van het protocol envan bijlage 1 bij het protocol, vallen de activiteiten van de havendiensten ende aankoop van voorraden van de vaartuigen die op grond van dit protocol enbijlage 1 ervan actief zijn, onder de wetgeving en de regelgeving die inMauritanië van toepassing zijn.
Artikel9Looptijd
Behalve in geval van opzegging zijn ditprotocol en de bijlagen ervan geldig gedurende een periode van twee jaar vanafde datum van voorlopige toepassing ervan, die samenvalt met de datum vanondertekening ervan.
Artikel10Opzegging
1. In geval van opzegging vanhet protocol stelt de betrokken partij de andere partij ten minste vier (4)maanden vóór de datum waarop de opzegging in werking treedt, schriftelijk inkennis van haar voornemen om het protocol op te zeggen.
2. Na de in het vorige lidbedoelde kennisgeving treden beide partijen in onderhandeling.
Artikel11Inwerkingtreding
Dit protocol en de bijlagen ervan treden inwerking op de dag waarop de partijen elkaar ervan in kennis stellen dat dedaartoe vereiste procedures zijn voltooid.
BIJLAGE 1
Voorwaarden voor de uitoefeningvan de visserij door vaartuigen van de Europese Unie in de Mauritaansevisserijzones
HOOFDSTUK I - ALGEMENE BEPALINGEN
1. Aanwijzing van de bevoegdeautoriteit
Voor de toepassing van deze bijlage wordt,tenzij anders is bepaald, met elke verwijzing naar de Europese Unie (EU) ofMauritanië als bevoegde autoriteit, het volgende bedoeld:
- voor de Europese Unie: de Europese Commissie, viade delegatie van de Europese Unie in Nouakchott (contactpunt);
- voor Mauritanië: het ministerie van visserij, viahet directoraat dat belast is met programmering en samenwerking (contactpunt),hierna "ministerie" genoemd.
2. Exclusieve economische zone(EEZ) van Mauritanië
Vóór de inwerkingtreding van het protocolmeldt Mauritanië aan de Europese Commissie de geografische coördinaten van zijnEEZ, alsmede de basislijn, i.e. de laagwaterlijn.
3. Identificatie van devaartuigen
3.1. De identificatiemerktekens vanelk vaartuig van de EU moeten in overeenstemming zijn met de EU-regelgevingter zake. Het ministerie moet in kennis worden gesteld van deze regelgevingvoordat dit protocol in werking treedt. Eventuele wijzigingen van de wetgevingworden ten minste één maand vóór de inwerkingtreding ervan aan het ministeriemeegedeeld.
3.2. Elk vaartuig dat zijnmerktekens, naam of registratienummer verhult, kan een sanctie worden opgelegdop grond van de geldende Mauritaanse regelgeving.
4. Bankrekeningen
Mauritanië stelt de EU vóór deinwerkingtreding van het protocol in kennis van de gegevens van debankrekening(en) (BIC- en IBAN-code) waarop de financiële bedragenten laste van de EU-vaartuigen in het kader van het protocol moetenworden overgemaakt. De aan de bankoverdrachten verbonden kosten zijn voorrekening van de reders.
5. Betalingsvoorwaarden
- De betalingen - in euro - geschieden als volgt:
- voor de visrechten: door overschrijving op een vande rekeningen in het buitenland van de Mauritaanse Centrale Bank, ten gunstevan de schatkist van Mauritanië;
- voor de parafiscale heffing: door overschrijving opeen van de rekeningen in het buitenland van de Mauritaanse Centrale Bank, tengunste van de controledienst;
- voor de boetes: door overschrijving op een van derekeningen in het buitenland van de Mauritaanse Centrale Bank, ten gunste vande schatkist van Mauritanië.
- De in punt 1 bedoelde bedragen worden alsdaadwerkelijk geïnd beschouwd wanneer de schatkist of het ministerie, hiervanin kennis gesteld door de Mauritaanse Centrale Bank, de bevestiging vanbetaling geven.
HOOFDSTUK II - Vergunningen
Dit hoofdstuk is van toepassing onverminderdspecifieke bepalingen in hoofdstuk XI inzake de vaartuigen die op over groteafstanden trekkende bestanden vissen.
Krachtens deze bijlage is de vergunning dieMauritanië afgeeft aan de vaartuigen van de Europese Unie, gelijkwaardig aan devismachtiging waarin de geldende EU-wetgeving voorziet.
1. Vereiste documenten voor devergunningsaanvraag
Wanneer voor het eerst een vergunning voorvaartuigen wordt aangevraagd, dient de Europese Unie bij het ministerie voorelk vaartuig afzonderlijk een ingevuld vergunningsaanvraagformulier in volgenshet in aanhangsel 1 van deze bijlage opgenomen model.
1.1. Tevens dient de reder bij deeerste aanvraag van een vergunning de volgende documenten te voegen:
- een door de vlaggenstaat voor eensluidend gewaarmerktekopie van de meetbrief waarop in BT de door de erkende internationaleinstanties gecertificeerde tonnage van het vaartuig is vermeld;
- een door de bevoegde autoriteiten van devlaggenstaat gecertificeerde recente kleurenfoto van het zijaanzicht van hetvaartuig in zijn huidige staat. Deze foto dient ten minste 15 x 10 cm groot tezijn;
- de documenten die nodig zijn voor de inschrijvingin het Mauritaanse nationale scheepsregister. Voor die inschrijving zijn geenregistratierechten verschuldigd. De inspectie in het kader van de registratiein het nationale scheepsregister is strikt administratief.
1.2. Bij iedere wijziging van detonnage van een vaartuig is de reder van het vaartuig verplicht om een door devlaggenstaat voor eensluidend gewaarmerkt afschrift van de nieuwe meetbrief,met daarin de in BT uigedrukte tonnage, in te dienen net als de documenten diedeze wijziging staven, met name een kopie van de door de reder bij zijnbevoegde autoriteiten ingediende aanvraag, het akkoord van deze autoriteiten eneen gedetailleerde opgave van de aan het vaartuig uitgevoerde wijzigingen.Bij veranderingen van de structuur of het uiterlijk van het vaartuig moet ookeen nieuwe, door de bevoegde autoriteiten van de vlaggenstaat gecertificeerdefoto worden verstrekt.
1.3. Aanvragen voor visvergunningenworden alleen ingediend voor vaartuigen waarvoor de in de punten 1.1 en 1.2bedoelde documenten zijn verstrekt.
2. Voorwaarden om voor devisserij in aanmerking te komen
2.1. Vaartuigen dievisserijactiviteiten in het kader van dit protocol wensen uit te oefenen,moeten in het register van vissersvaartuigen van de Europese Unie zijningeschreven en moeten het recht hebben om in de Mauritaanse visserijzones tevissen.
2.2. Om voor dat recht inaanmerking te komen, mag in Mauritanië voor de reder, de kapitein en hetvaartuig zelf geen verbod op visserijactiviteiten gelden. Zij dienen in orde tezijn ten aanzien van de Mauritaanse autoriteiten, in de zin dat zij voldaanmoeten hebben aan al hun vroegere verplichtingen die voortvloeiden uit hunvisserijactiviteiten in Mauritanië.
3. Aanvraag van vergunningen
3.1. Voor alle vergunningen dientde Europese Unie elk kwartaal, ten minste één (1) maand vóór het begin van degeldigheidsduur van de gevraagde vergunningen, bij het ministerie de lijsten invan de naar visserijcategorie opgesplitste vaartuigen waarvoor, metinachtneming van de in de technische notities bij het protocol vastgesteldemaxima, een vergunning wordt aangevraagd voor de uitoefening vanvisserijactiviteiten. Deze lijsten gaan vergezeld van de betalingsbewijzen.Vergunningsaanvragen die niet zijn ingediend binnen de bovenvermelde termijn,worden niet in behandeling genomen.
3.2. In deze lijsten worden voorelke visserijcategorie de volgende gegevens vermeld:
- het aantal vaartuigen;
- per vaartuig: de voornaamste technische kenmerkenzoals vermeld in het EU-gegevensbestand over de vissersvloot;
- het vistuig;
- het bedrag van deverschuldigde, naar rubriek opgesplitste betalingen;
- het aantal Mauritaansezeelieden.
4. Afgifte van de vergunningen
4.1. Het ministerie geeftvergunningen af aan vaartuigen nadat de vertegenwoordiger van de reder, tenminste (tien) 10 dagen vóór het begin van de geldigheidsduur van de gevraagdevergunningen, voor elk vaartuig een afzonderlijk betalingsbewijs heeftvoorgelegd (een door de schatkist van Mauritanië opgestelde kwitantie), zoalsvermeld in hoofdstuk I. De vergunningen zijn te verkrijgen bij de diensten vanhet ministerie in Nouadhibou of in Nouakchott.
4.2. Op de vergunningen wordenvoorts vermeld de geldigheidsduur, de technische kenmerken van het vaartuig,het aantal Mauritaanse zeelieden en de gegevens inzake de betalingen van devisrechten, alsmede de voorwaarden voor het uitoefenen van devisserijactiviteiten zoals bepaald in de desbetreffende technische notities.
4.3. Vaartuigen die een vergunningontvangen, worden ingeschreven in de lijst van tot visserij gerechtigdevaartuigen die vervolgens tegelijkertijd naar de controledienst en naar deEuropese Unie wordt doorgestuurd.
4.4. De Europese Unie wordt ervanin kennis gesteld wanneer vergunningsaanvragen door het ministerie wordenafgewezen. In voorkomend geval verleent het ministerie een tegoed voor deeventueel reeds betaalde bedragen, verminderd met de eventueel uitstaande boetes.
5. Geldigheid en gebruik van devergunningen
5.1. Een vergunning is slechtsgeldig voor de periode waarvoor de verschuldigde visrechten zijn betaaldovereenkomstig de technische notities.
De geldigheidsduur van de vergunningen bedraagt 2maanden voor de garnaalvisserij en 3, 6 of 12 maanden voor de anderecategorieën. Zij kunnen worden verlengd.
De geldigheidsduur van de vergunningen gaat in opde eerste dag van de aangevraagde periode.
Voor het bepalen van de geldigheidstermijn van devergunningen wordt gebruik gemaakt van kalenderjaren; de eerste periode gaat inop de datum van inwerkingtreding van dit protocol en loopt tot en met 31december van hetzelfde jaar. De laatste periode loopt af aan het einde van deperiode van toepassing van dit protocol. De geldigheidstermijn van eenvergunning kan niet beginnen in de loop van een jaarlijkse periode enverstrijken in de loop van de daaropvolgende jaarlijkse periode.
5.2. Een vergunning wordt afgegevenvoor een bepaald vaartuig. Zij is niet overdraagbaar. In geval van verlies oflangdurige immobilisatie van een vaartuig vanwege ernstige technische averijwordt de vergunning van dat vaartuig vervangen door een vergunning voor eenander vaartuig dat tot dezelfde visserijcategorie behoort, mits de voor het eerstbedoeldevaartuig toegestane tonnage niet wordt overschreden.
5.3. Voordat de vervangendevergunning wordt afgegeven, moeten eventueel vereiste extra aanpassingen van debetaalde bedragen worden uitgevoerd.
6. Technische inspecties
6.1. Ieder EU-vaartuig meldtzich eens per jaar en na elke wijziging van de tonnage of elke verandering vande visserijcategorie resulterend in het gebruik van andere soorten vistuig, inde haven van Nouadhibou aan om overeenkomstig de regelgeving te wordengeïnspecteerd. Deze inspecties vinden verplicht plaats binnen 48 uur naaankomst van het schip in de haven.
De wijze waarop de technische inspecties van devaartuigen voor de tonijnvisserij en de vaartuigen voor de visserij met dedrijvende beug dienen te worden uitgevoerd, is vastgelegd in hoofdstuk XI vandeze bijlage.
6.2. Indien de technische inspectieeen gunstig resultaat heeft opgeleverd, wordt aan de kapitein van het vaartuigeen conformiteitsverklaring afgegeven met een geldigheidsduur die gelijk is aandie van de vergunning en die de facto kosteloos wordt verlengd voor vaartuigenwaarvan de vergunning in de loop van het jaar wordt verlengd. Deze verklaringmoet te allen tijde aan boord van het vaartuig worden bewaard. Bovendien moetin deze verklaring worden gepreciseerd of de pelagische vaartuigen in staatzijn overladingen te verrichten.
6.3. Bij de technische inspectiewordt nagegaan of de technische kenmerken van het vaartuig en het aan boordaanwezige vistuig conform zijn en of aan de voorwaarden betreffende de Mauritaansebemanning is voldaan.
6.4. De kosten van de inspectiesworden aan de reder in rekening gebracht volgens de in de Mauritaanse wetgevingvastgestelde tariefregeling die via de EU-delegatie wordt meegedeeld aande Europese Unie. Deze kosten mogen niet hoger zijn dan de gewoonlijk doorandere vaartuigen voor dezelfde diensten betaalde bedragen.
6.5. Als een van de in de punten 1en 2 vastgestelde verplichtingen niet wordt nagekomen, wordt de visvergunningautomatisch geschorst totdat de reder wel aan die verplichting voldoet.
HOOFDSTUK III - Visrechten
1. Visrechten
De visrechten worden voor elk vaartuigberekend aan de hand van de bedragen die voor elk jaar zijn vastgesteld in detechnische notities bij het protocol. Debedragen van de visrechten omvatten alle aan de vergunning verbonden lasten ofheffingen, met uitzondering van de parafiscale heffing, havenrechten ofdienstverleningsheffingen.
2. Parafiscale heffing
Op grond van het decreet tot instelling van deparafiscale heffing zijn de tarieven van deze heffing voor industriëlevisserijvaartuigen, die moet worden betaald in de plaatselijke valuta, alsvolgt:
Categorie visserij op schaaldieren, koppotigen endemersale soorten:
Tonnage (BT) Bedrag perkwartaal (MRO)
<99 50 000100-200 100 000200-400 200 000400-600 400 000> 600 600000
Visserijcategorie (over grote afstanden trekkendebestanden en pelagische bestanden)
Tonnage Bedragper maand (MRO)
<2000 50 0002000-3 000 150 0003000-5 000 500 0005 000-7 000 750 0007 000-9 000 1 000 000>9000 1 300000
Behalve voor de categorieën 5 en 6 is deparafiscale heffing per volledig kwartaal of veelvoud daarvan verschuldigd,ongeacht of er in die periode al dan niet een biologische rustperiode valt.
De voor de betaling van de parafiscale heffingvoor een kalenderjaar toe te passen wisselkoers van euro in MRO is de door deMauritaanse Centrale Bank berekende gemiddelde koers over het voorgaande jaar;het ministerie deelt deze koers mee uiterlijk op 1 december van het jaar vóórhet jaar waarin die koers wordt toegepast.
Onder kwartaal wordt verstaan een periode vandrie maanden beginnende op 1 oktober, 1 januari, 1 april of 1 juli,met uitzondering van de eerste en de laatste periode van het protocol.
3. Heffingen in natura
De EU-reders van de pelagischevaartuigen die in het kader van dit protocol visserijactiviteiten verrichten,leveren 2 % van hun overgeladen pelagische vangst voor verstrekking aanarme bevolkingsgroepen. Bij deze bepaling wordt de heffing van andereverplichte bijdragen uitgesloten.
4. Afrekening van de visrechtenvoor vaartuigen voor de tonijnvisserij en vaartuigen voor de visserij met dedrijvende beug
Op basis van de door de bovenvermeldewetenschappelijke instellingen bevestigde vangstaangiften stelt de EU voor elkvaartuig voor de tonijnvisserij en vaartuig voor de visserij met de drijvendebeug een definitieve afrekening vast van de visrechten die het vaartuigverschuldigd is voor het visseizoen van het voorgaande kalenderjaar of van hetlopende jaar wanneer het protocol zich in zijn laatste toepassingsjaar bevindt.
De Europese Unie presenteert deze definitieveafrekening aan Mauritanië en aan de reder vóór 15 juli van het jaar dat volgtop het jaar waarin de vangsten zijn gedaan. Wanneer de definitieve afrekeningbetrekking heeft op het lopende jaar, wordt Mauritanië uiterlijk één (1) maandna het verstrijken van het protocol in kennis gesteld van deze afrekening.
Mauritanië kan de definitieve afrekening opbasis van bewijsstukken betwisten binnen een termijn van 30 dagen na de datumvan toezending. Bij verschil van mening plegen de partijen overleg in degemengde commissie. Indien Mauritanië binnen de termijn van 30 dagen geenbezwaar aantekent, wordt de definitieve afrekening als goedgekeurd beschouwd.
Valt de definitieve afrekening hoger uit danhet voor het verkrijgen van de visvergunning vooraf betaalde forfaitairevisrecht, dan maakt de reder het saldo over uiterlijk 45 dagen vanaf de datumwaarop Mauritanië de afrekening heeft goedgekeurd. Is het bedrag van dedefinitieve afrekening kleiner dan het vooraf betaalde forfaitaire visrecht,dan wordt het verschil niet aan de reder terugbetaald.
HOOFDSTUK IV - Vangstaangiften
1. Visserijlogboek
1.1. De kapiteins van de vaartuigenregisteren elke dag alle gespecificeerde activiteiten in het visserijlogboek,dat in overeenstemming moet zijn met het model in aanhangsel 2 van deze bijlageen overeenkomstig de Mauritaanse regelgeving kan worden gewijzigd. Dit logboekdient correct en leesbaar te worden ingevuld en door de kapitein van hetvaartuig te worden ondertekend. Voor de vaartuigen die vissen op over groteafstanden trekkende soorten, is het bepaalde in hoofdstuk XI van deze bijlagevan toepassing.
1.2. Aan het einde van elke visreiswordt het originele exemplaar van het visserijlogboek door de kapitein van hetvaartuig ingediend bij de controledienst. De reder is verplicht de nationaleautoriteiten van de lidstaat alsmede de Commissie, via de delegatie, binnen 15werkdagen een kopie van dit logboek toe te zenden.
1.3. Als de in de punten 1.1 en 1.2vermelde verplichtingen niet worden nagekomen, wordt de visvergunningautomatisch geschorst totdat de reder wel aan zijn verplichtingen voldoet, endit onverminderd de sancties waarin de Mauritaanse wetgeving voorziet.
1.4. Mauritanië en de Europese Uniestreven ernaar om uiterlijk na het eerste jaar van toepassing van het protocoleen elektronisch visserijlogboek in te voeren.
2. Aanvullend visserijlogboek(aangiften van aanlanding en overlading)
2.1 Bij elke aanlanding ofoverlading zijn de kapiteins verplicht het aanvullende visserijlogboek volgenshet model in aanhangsel 6 bij deze bijlage correct en leesbaar in te vullen ente ondertekenen.
2.2 Na elke aanlanding zendt dereder het originele exemplaar van het aanvullende visserijlogboek uiterlijkbinnen 30 dagen toe aan de controledienst met een kopie aan het ministerie.Binnen dezelfde termijn dient ook een kopie te worden verzonden aan denationale autoriteiten van de lidstaat en, via de delegatie, aan de Commissie.Voor vaartuigen voor de pelagische visserij is deze termijn vastgesteld op 15dagen.
2.3 Na elke toegestane overladingdient de kapitein het originele exemplaar van het aanvullende visserijlogboekonmiddellijk in bij de controledienst met een kopie voor het ministerie. Binneneen termijn van 15 werkdagen dient ook een kopie te worden verzonden aan denationale autoriteiten van de lidstaat en, via de delegatie, aan de Commissie.
2.4 Als de in de punten 2.1, 2.2en 2.3 vermelde verplichtingen niet worden nagekomen, wordt de visvergunningautomatisch geschorst totdat deze reder wel aan zijn verplichtingen voldoet.
3. Betrouwbaarheid van degegevens
Om bruikbaar te zijn als een grondslag voorhet toezicht op de ontwikkeling van de visbestanden, moeten de gegevens in dedocumenten die in de punten hierboven worden bedoeld, in overeenstemming zijnmet het feitelijke verloop van de visserij.
De geldende Mauritaanse wetgeving over deminimummaten van de aan boord gehouden vangsten is van toepassing en isopgenomen in aanhangsel 4.
Een lijst met de omrekeningsfactoren die vantoepassing zijn op de vangsten voor de omrekening van ontkopte vis/vis ingehele staat en/of gestripte vis/vis in gehele staat is opgenomen in aanhangsel5.
4. Toleranties
Op basis van een representatieve monsternemingmag het verschil tussen de in het visserijlogboek opgegeven vangsten en debeoordeling van deze vangsten tijdens een inspectie of bij aanlanding nietgroter zijn dan:
- 9 % voor de visserij met koelvaartuigen;
- 4% voor de visserij op niet-pelagische soorten metvriesvaartuigen;
- 2 % voor de visserij op pelagische soorten metvriesvaartuigen.
5. Bijvangsten
De bijvangsten worden gespecificeerd in detechnische notities die deel uitmaken van dit protocol. De voorschriften tenaanzien van bijvangsten staan op de afgegeven vergunningen. Elke overschrijdingvan het toegestane percentage bijvangsten kan worden bestraft.
6. Niet-naleving op hetgebied van vangstaangiften
Indien debepalingen inzake de vangstaangiften niet in acht worden genomen, wordt devergunning automatisch geschorst totdat de reder aan zijn verplichtingenvoldoet, en dit onverminderd de sancties waarin het protocol voorziet.
7. Aangifte van de totalevangsten
De Europese Unie stelt Mauritanië vóór heteinde van elk kwartaal elektronisch in kennis van de hoeveelheden die haarvaartuigen in het vorige kwartaal in alle categorieën samen hebben gevangen.
Deze gegevensworden uitgesplitst naar maand, visserijtak, vaartuig en soort.
De voor de pelagische visserij geldendefactoren voor de omrekening van ontkopte vis/vis in gehele staat en/ofgestripte vis/vis in gehele staat zijn opgenomen in aanhangsel 5
HOOFDSTUK V - Aanlandingen en overladingen
1. Aanlandingen
1.1. Voor de demersale vloot geldtde aanlandingsplicht.
1.2. Op verzoek van de reder wordengedurende zeer warme perioden, met name de maanden augustus en september,specifieke afwijkingen voor de garnaalvloot verleend.
1.3. De aanlandingsplicht houdtgeen opslag- of verwerkingsplicht in.
1.4. De vloot koelvaartuigen voorde pelagische visserij is eveneens aan de aanlandingsplicht onderworpen; zijmag niet meer aanlanden dan de verwerkingseenheden in Nouadhibou in ontvangstkunnen nemen en moet bovendien rekening houden met de geconstateerdemarktvraag.
1.5. De aanlandingsplicht geldt nietvoor de laatste visreis (voordat de vaartuigen de Mauritaanse visserijzonesvoor op zijn minst drie maanden verlaten). Voor de garnaalvisserij bedraagtdeze periode twee maanden.
1.6. De kapitein van een EU-vaartuigstelt de havenautoriteiten van Nouadhibou (PAN) en de maritiemecontroledienstper fax of e-mail, met kopie aan de delegatie van de Europese Unie, tenminste 48 uur (24 uur voor koelvaartuigen) vooraf in kennis van de datum vanaanlanding en geeft hierbij de volgende gegevens op:
(a) de naam van het vissersvaartuig dat zal aanlanden;
(b) de verwachte datum en het verwachte tijdstip vanaanlanding;
(c) de in kilogram levend gewicht uitgedruktehoeveelheid van elke aan te landen of over te laden soort (aangeduid met deFAO-drielettercode).
Uiterlijk 12 uur na ontvangst van de hierbovenbedoelde kennisgeving geeft de controledienst via fax of e-mail, metkopie aan de delegatie van de Europese Unie, zijn toestemming aan de kapiteinof diens vertegenwoordiger.
1.7. Hetvaartuig van de Europese Unie dat aanlandt in een Mauritaanse haven, isvrijgesteld van belastingen of heffingen van gelijke werking, met uitzonderingvan havenheffingen en -kosten die, in dezelfde omstandigheden, worden toegepastop Mauritaanse vaartuigen.
Voor visserijproducten geldt een douaneregelingovereenkomstig de vigerende Mauritaanse wetgeving. Visserijproducten zijnbijgevolg bij hun binnenkomst in de Mauritaanse haven of bij uitvoervrijgesteld van alle douaneformaliteiten en douanerechten of -heffingen vangelijke werking en worden beschouwd als goederen onder een regeling van"tijdelijk douanevervoer" ("tijdelijke opslag").
De reder kan vrij beslissen over de bestemming vande productie van zijn vaartuig. Deze productie kan worden verwerkt, opgeslagenonder een douaneregeling, verkocht in Mauritanië of uitgevoerd (tegen vreemdevaluta's).
Op de in Mauritanië verkochte producten diebestemd zijn voor de Mauritaanse markt, worden dezelfde belastingen enheffingen toegepast als op Mauritaanse visserijproducten.
De winst kan worden uitgevoerd zonder extra kosten(vrijstelling van douanerechten en heffingen van gelijke werking).
2. Overladingen
2.1. Pelagische vriesvaartuigen dieovereenkomstig de conformiteitsverklaring overladingsactiviteiten kunnenverrichten, moeten overladen bij boei 10 van de kade van de autonome havenNouadhibou, behalve wanneer het de laatste visreis betreft.
2.2. Vaartuigen van de EuropeseUnie die aanlanden in de autonome haven Nouadhibou, zijn vrijgesteld vanbelastingen of heffingen van gelijke werking, met uitzondering vanhavenheffingen en -kosten die, in dezelfde omstandigheden, worden toegepast opMauritaanse vaartuigen.
2.3. De overladingsplicht geldtniet voor de laatste visreis (voordat de vaartuigen de Mauritaansevisserijzones voor op zijn minst drie maanden verlaten).
2.4. Mauritanië behoudt zich hetrecht voor de overlading te weigeren indien het transportvaartuig zich zowel inde Mauritaanse visserijzones als daarbuiten heeft schuldig gemaakt aanillegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij.
HOOFDSTUK VI - Controle
1. Binnenvarenen verlaten van de Mauritaanse visserijzones
1.1. Metuitzondering van vaartuigen voor de tonijnvisserij, vaartuigen voor de visserijmet de drijvende beug en vaartuigen voor de pelagische visserij (waarvoor determijnen in overeenstemming moeten zijn met hoofdstuk XI van deze bijlage),moeten vaartuigen van de Europese Unie die op grond van deze overeenkomstactief zijn, de onderstaande berichten meedelen.
a) Over het binnenvaren van de visserijzone:
Deze berichten worden ten minste 36 uur vantevoren verstuurd en omvatten de volgende gegevens:
- de positie van het vaartuig op het tijdstip van demededeling;
- de dag, de datum en bij benadering het tijdstipwaarop het vaartuig de Mauritaanse visserijzones zal binnenvaren;
- in het geval van vaartuigen die eerder hebbengemeld in het bezit te zijn van een visvergunning voor een andere visserijzonevan het deelgebied, de naar soort uitgesplitste, op het tijdstip van demededeling aan boord gehouden vangsten. De controledienst heeft in dit gevalhet recht om het met betrekking tot de andere visserijzone bijgehouden logboekin te zien en mag de in punt 4 van dit hoofdstuk vastgestelde controletijd nietoverschrijden.
b) Over het verlaten van de visserijzone:
De berichten worden ten minste 48 uur van tevorenverstuurd en omvatten de volgende gegevens:
- de positie van het vaartuig op het tijdstip van demededeling;
- de dag, de datum en het tijdstip waarop hetvaartuig de Mauritaanse visserijzones zal verlaten;
- de naar soort uitgesplitste, op het tijdstip van demededeling aan boord gehouden vangsten.
1.2. Telkens als hun vaartuigen deMauritaanse visserijzones binnenvaren en verlaten, zenden de reders per fax,per e-mail of per post een bericht aan de controledienst en maken daarvoorgebruik van de faxnummers of de adressen als vermeld in aanhangsel 1 van dezebijlage. Wanneer zich bij de communicatie via deze kanalen problemen voordoen,kan die informatie bij wijze van uitzondering via de Europese Unie wordendoorgestuurd.
Wijzigingen van de nummers of adressen worden 15dagen voordat zij van toepassing worden, via de delegatie van de Europese Unieter kennis van de Commissie gebracht.
1.3. Tijdens hun aanwezigheid in deMauritaanse visserijzones stemmen de EU-vaartuigen voortdurend af op de internationaleomroepfrequenties (VHF-kanaal 16 of HF 2182 KHz).
1.4. De Mauritaanse autoriteitenbehouden zich het recht voor om, na ontvangst van een bericht waarin wordtgemeld dat een vaartuig de visserijzone verlaat, in de haven van Nouadhibou ofvan Nouakchott, vóór het vertrek een controle uit te voeren op basis van eensteekproef.
Deze controles mogen niet meer dan 6 uur in beslagnemen voor vaartuigen voor de pelagische visserij (categorieën 7 en 8) en nietmeer dan 3 uur voor de andere categorieën.
1.5. Niet-naleving van debepalingen van de punten hierboven wordt bestraft met de volgende sancties:
a) bij een eerste overtreding:
- het vaartuig wordt, indien mogelijk, opgebracht;
- de lading aan boord wordt gelost en in beslaggenomen en de opbrengst ervan wordt overgemaakt aan de schatkist;
- het vaartuig betaalt de minimumboete waarin deMauritaanse regelgeving voorziet;
b) bij een tweede overtreding:
- het vaartuig wordt, indien mogelijk, opgebracht;
- de lading aan boord wordt gelost en in beslaggenomen en de opbrengst ervan wordt overgemaakt aan de schatkist;
- het vaartuig betaalt de maximumboete waarin deMauritaanse regelgeving voorziet;
- de vergunning wordt voor de resterende looptijdingetrokken;
c) bij een derde overtreding:
- het vaartuig wordt, indien mogelijk, opgebracht;
- de lading aan boord wordt gelost en in beslaggenomen en de opbrengst ervan wordt overgemaakt aan de schatkist;
- de vergunning wordt definitief ingetrokken;
- de kapitein en het vaartuig krijgen verbod om nogin Mauritanië actief te zijn.
1.6. Indien het vaartuig dat inovertreding is, niet kan worden opgebracht, brengt het ministerie de Commissieen de vlaggenlidstaat hiervan op de hoogte, zodat de in punt 1.5 vermeldesancties kunnen worden toegepast.
2. Inspectieop zee
De op zee, in de Mauritaanse visserijzonesverrichte inspectie van EU-vaartuigen met een visvergunning wordt uitgevoerddoor Mauritaanse vaartuigen en inspecteurs die duidelijk herkenbaar zijn alsvoor visserijcontrole aangewezen vaartuigen en inspecteurs.
Alvorens aan boord te gaan, stellen deMauritaanse inspecteurs de EU-vaartuigen in kennis van hun besluit om eeninspectie uit te voeren. De inspectie wordt door maximaal twee inspecteursuitgevoerd, die hun identiteit en kwalificatie als inspecteur moeten aantonenalvorens met de inspectie te beginnen.
De Mauritaanse inspecteurs blijven niet langeraan boord van de EU-vaartuigen dan nodig is om de met de inspectie verbandhoudende taken te verrichten. Zij voeren de inspectie zo uit dat deze zo weinigmogelijk gevolgen heeft voor de vaartuigen, de visserijactiviteit en de lading.De inspectie mag niet langer duren dan drie uur voor pelagische vaartuigen enanderhalf uur voor de andere categorieën.
De kapiteins van EU-vaartuigen moeten deMauritaanse inspecteurs bij inspecties op zee, bij het overladen en bij hetaanlanden het aan boord gaan vergemakkelijken en hen bijstaan bij het vervullenvan hun taken, met name door opdracht te geven voor het uitvoeren van de doorde inspecteurs noodzakelijk geachte onderhoudswerkzaamheden.
Aan het eind van elke inspectie stellen deMauritaanse inspecteurs een inspectieverslag op. De kapiteins van deEU-vaartuigen mogen opmerkingen toevoegen aan het inspectieverslag. Hetinspectieverslag wordt ondertekend door de inspecteur die het opstelt en doorde kapitein van het betrokken EU-vaartuig.
De Mauritaanse inspecteurs overhandigen eenkopie van het inspectieverslag aan de kapiteins van de EU-vaartuigen alvorensde vaartuigen te verlaten. Mauritanië doet de Europese Unie uiterlijk 4 dagenna de inspectie een kopie van het inspectieverslag toekomen.
3. Inspectiein de haven
De in een haven verrichte inspectie vanEU-vissersvaartuigen die hun in de Mauritaanse visserijzones bovengehaaldevangsten aanlanden of overladen, wordt uitgevoerd door Mauritaanse inspecteursdie duidelijk herkenbaar zijn als voor visserijcontrole aangewezen inspecteurs.
De inspectie wordt door maximaal tweeinspecteurs uitgevoerd, die hun identiteit en kwalificatie als inspecteurmoeten aantonen alvorens met de inspectie te beginnen. De Mauritaanseinspecteurs blijven niet langer aan boord van de EU-vaartuigen dan nodig is omde met de inspectie verband houdende taken te verrichten, en voeren deinspectie zo uit dat deze zo weinig mogelijk gevolgen heeft voor de vaartuigen,het aanlanden of het overladen en de lading. De inspectie mag niet langer durendan het aanlanden of overladen.
Aan het eind van elke inspectie stellen deMauritaanse inspecteurs een inspectieverslag op. De kapiteins van deEU-vaartuigen mogen opmerkingen toevoegen aan het inspectieverslag. Hetinspectieverslag wordt ondertekend door de inspecteur die het opstelt en doorde kapitein van het betrokken EU-vaartuig.
De Mauritaanse inspecteurs overhandigen eenkopie van het inspectieverslag aan de kapiteins van de EU-vaartuigen zodra deinspectie beëindigd is. Mauritanië doet de Europese Unie uiterlijk 24 uur na deinspectie een kopie van het inspectieverslag toekomen.
4. Wederzijdsewaarneming met betrekking tot de controles aan de wal
Beide partijen besluiten tot de invoering vaneen systeem voor wederzijdse waarneming met betrekking tot de controles aan dewal. Zij wijzen hiervoor vertegenwoordigers aan die de door de respectievenationale controlediensten verrichte controles en inspecties bijwonen en opmerkingenkunnen maken over de tenuitvoerlegging van dit protocol.
Dezevertegenwoordigers moeten:
- een vakopleiding hebben genoten;
- passende ervaring hebben op visserijgebied;
- een grondige kennis hebben van de bepalingen van deovereenkomst en van dit protocol.
Wanneer een vertegenwoordiger aanwezig zijnbij de inspecties, worden deze uitgevoerd door de nationale controlediensten enmag hij op eigen initiatief geen inspectiebevoegdheden van de nationaleambtenaren uitoefenen.
Wanneer de vertegenwoordiger de nationaleambtenaren vergezelt, heeft hij toegang tot de vaartuigen, ruimten endocumenten die door deze ambtenaren worden geïnspecteerd, om de gegevens (diegeen naamsverwijzingen bevatten) te verzamelen die noodzakelijk zijn voor hetverrichten van zijn taak.
De vertegenwoordiger vergezelt de nationalecontrolediensten bij hun bezoeken in havens aan boord van vaartuigen aan dekade, in openbare visveilingen, in magazijnen van groothandelaren in vis, inkoelhuizen en in andere ruimten die verband houden met de aanlanding en opslagvan vis vóór de eerste verkoop op het grondgebied waar het product voor heteerst op de markt wordt gebracht.
Devertegenwoordiger stelt elke vier maanden een verslag op over de controleswaaraan hij heeft deelgenomen en dient dit in bij de bevoegde autoriteiten.Deze autoriteiten verstrekken een kopie aan de andere overeenkomstsluitendepartij.
Beide partijenbesluiten op zijn minst twee inspecties per jaar uit te voeren, afwisselend inMauritanië en in Europa.
4.1. Vertrouwelijkheid
De vertegenwoordiger die aanwezig is bij degezamenlijke controle, behandelt de goederen en installaties aan boord van devaartuigen en andere voorzieningen met de vereiste zorgvuldigheid en beschouwtalle documenten die hij ter inzage krijgt, als vertrouwelijk. Beide partijen spreken af om bij detenuitvoerlegging de vertrouwelijkheid strikt in acht te nemen.
Devertegenwoordiger deelt de resultaten van zijn werkzaamheden uitsluitend aanzijn bevoegde autoriteiten mee.
4.2. Geografische afbakening
Dit programma geldt voor de aanlandingshavensvan de Europese Unie en voor de havens van Mauritanië.
4.3. Financiering
Elke overeenkomstsluitende partij neemt allekosten van zijn vertegenwoordiger die deelneemt aan de gezamenlijke controles,voor zijn rekening, met inbegrip van de reis- en verblijfkosten.
HOOFDSTUK VII - Satellietvolgsysteem (VMS)
Om de EU-vaartuigen via satelliet tevolgen, worden op de hieronder weergegeven manier twee boodschappen verstuurdvia een driehoeksysteem dat gedurende de hele looptijd van dit protocol bijwijze van experiment wordt toegepast:
1) EU-vaartuig - VCC van de vlaggenstaat- VCC van Mauritanië,
2) EU-vaartuig - VCC van Mauritanië -VCC van de vlaggenstaat.
1. Versturenvan gegevens
Elk positiebericht moet de volgende gegevensbevatten:
(a) de identificatiegegevens van het vaartuig;
(b) de laatste geografische positie van het vaartuig(lengtegraad, breedtegraad), met een foutenmarge van minder dan 500 meter eneen betrouwbaarheidsinterval van 99 %;
(c) de datum en het tijdstip van de registratie van depositie;
(d) de snelheid en de vaarrichting van het vaartuig.
Het VCC van de vlaggenstaat en het VCC vanMauritanië zorgen ervoor dat de positieberichten automatisch worden verwerkten, in voorkomend geval, elektronisch worden verstuurd. De positieberichtenmoeten op een beveiligde manier worden geregistreerd en drie jaar lang wordenbewaard.
2. Versturen van positieberichtenbij uitval van het VMS-systeem
De kapitein verzekert er zich te allen tijdevan dat het VMS-systeem van zijn vaartuig volledig operationeel is en dat depositieberichten correct worden verstuurd naar het VCC van de vlaggenstaat.
Indien de aan boord van een vissersvaartuigaanwezige satellietapparatuur voor permanente positiebepaling onklaar is, meldtde kapitein van het vaartuig te gelegener tijd per fax de in punt 5 bedoeldegegevens aan het controlecentrum van de vlaggenstaat en aan het VCC vanMauritanië. In dat geval moet om de 4 uur een algemeen positierapport wordenverzonden. Dit algemene positierapport omvat de positierapporten die om het uurdoor de kapitein van het vaartuig zijn geregistreerd overeenkomstig punt 5.
Het controlecentrum van de vlaggenstaatverstuurt deze rapporten onverwijld naar het Mauritaanse VCC. Onklareapparatuur wordt gerepareerd of vervangen binnen maximaal 5 dagen. Wanneer dietermijn verstreken is, moet het betrokken vaartuig de Mauritaanse visserijzonesverlaten of een Mauritaanse haven binnenvaren. In geval van ernstige technischeproblemen die niet binnen 5 dagen kunnen worden opgelost, kan op verzoek van dekapitein een afwijking voor maximaal 15 dagen worden toegestaan. In dat gevalblijven de bepalingen van punt 7 van toepassing en moeten alle vaartuigen, metuitzondering van die voor de tonijnvisserij, een haven binnenvaren om een Mauritaansewetenschappelijke waarnemer aan boord te nemen.
3. Beveiligde communicatie vanpositieberichten tussen het VCC van de vlaggenstaat en het VCC van Mauritanië
Het VCC van de vlaggenstaat stuurt depositieberichten van de betrokken vaartuigen automatisch door naar het VCC vanMauritanië. Het VCC van de vlaggenstaat en het VCC van Mauritanië wisselen hune-mailadres uit en stellen elkaar onverwijld in kennis van iedere wijzigingdaarvan.
Het versturen van de positieberichten tussenhet VCC van de vlaggenstaat en het VCC van Mauritanië gebeurt elektronisch viaeen beveiligd communicatiesysteem.
Het VCC van Mauritanië stelt het VCC van devlaggenstaat en de Europese Unie in kennis van iedere onderbreking in deontvangst van de opeenvolgende positieberichten van een vaartuig met eenvisvergunning dat niet heeft gemeld dat het de Mauritaanse visserijzones zouverlaten.
4. Slechte werking van hetcommunicatiesysteem
Mauritanië verzekert zich ervan dat zijnelektronische uitrusting compatibel is met die van het VCC van de vlaggenstaaten stelt de EU onverwijld in kennis van elk probleem bij de transmissie en deontvangst van positieberichten, met het oog op een zo spoedig mogelijketechnische oplossing. Eventuele geschillen worden door de gemengde commissie beslecht.
De kapitein wordt verantwoordelijk geacht vooriedere bewezen manipulatie van het VMS-systeem van het vaartuig die totdoel heeft de werking ervan te verstoren of de positieberichten te vervalsen.Elke overtreding wordt overeenkomstig het protocol bestraft.
HOOFDSTUK VIII - Overtredingen
1. Inspectieverslag en proces-verbaalvan de overtreding
Het inspectieverslag, met daarin deomstandigheden van en de redenen voor de overtreding, moet worden ondertekenddoor de kapitein van het vaartuig, die er zijn kanttekeningen bij mag plaatsenen een kopie van het verslag krijgt van de controledienst. Deze ondertekeningheeft geen consequenties voor de rechten en de middelen die de kapitein terverdediging kan aanvoeren ten aanzien van de hem ten laste gelegde overtreding.
Het proces-verbaal van de overtreding wordtnaar waarheid door de controledienst opgesteld op basis van eventueelvastgestelde overtredingen die zijn opgenomen in het na de inspectie van hetvaartuig opgestelde inspectieverslag.
Bij de inspectiemoet rekening worden gehouden met de conformiteit van de kenmerken die tijdensde technische inspectie is gecontroleerd (hoofdstuk II).
2. Melding van de overtreding
In geval van een overtreding stelt decontroledienst de vertegenwoordiger van het vaartuig per post in kennis van hetproces-verbaal van de overtreding en van het inspectieverslag. Decontroledienst stelt tevens de Europese Unie onverwijld in kennis hiervan.
In geval van een overtreding die niet op zeekan worden beëindigd, brengt de kapitein zijn vaartuig op verzoek van decontroledienst naar de haven van Nouadhibou. In geval van een overtreding diedoor de kapitein is erkend en die wel op zee kan worden beëindigd, mag hetvaartuig doorgaan met vissen.
In beide gevallen kan het vaartuig nabeëindiging van de overtreding doorgaan met vissen.
3. Afwikkeling van de overtreding
Overeenkomstigdit protocol kan de overtreding worden afgewikkeld hetzij via eenschikkingsprocedure, hetzij via een gerechtelijke procedure.
Alvorens tegen het vaartuig, de kapitein, debemanning of de lading maatregelen te nemen, met uitzondering van maatregelenvoor het veiligstellen van bewijsstukken, belegt Mauritanië op verzoek van deEU uiterlijk drie (3) werkdagen na de kennisgeving van de immobilisatie van hetvaartuig zo nodig een informatievergadering om de feiten die hebben geleid totde immobilisatie van het vaartuig, toe te lichten en de eventuele verderemaatregelen uiteen te zetten. Een vertegenwoordiger van de vlaggenstaat en eenvertegenwoordiger van de reder van het vaartuig moeten de kans krijgen om aandeze informatievergadering deel te nemen.
Vervolgens wordt de schikkingscommissie doorde controledienst bijeengeroepen. Alle gegevens over het verloop van deschikkings- of gerechtelijke procedure met betrekking tot de door de EU-vaartuigenbegane overtredingen worden onverwijld aan de Europese Unie meegedeeld. Zonodig kan de reder in de schikkingscommissie worden vertegenwoordigd door tweepersonen indien de voorzitter van die commissie dat toestaat.
Eventuele boetes moeten uiterlijk 30 dagen nade schikkingsprocedure worden betaald via overschrijving. Vaartuigen die deMauritaanse visserijzones willen verlaten, mogen dat pas nadat de betalingdaadwerkelijk is verricht. Een kwitantie van de schatkist of anders een op niet-werkdagendoor de Mauritaanse Centrale Bank gewaarmerkt SWIFT-bewijs van betalingwordt beschouwd als bewijsstuk van betaling van de boete om de vrijgave van hetvaartuig te bewerkstelligen.
Als deschikkingsprocedure geen resultaat heeft opgeleverd, geeft het ministerie hetdossier onmiddellijk door aan de officier van justitie. Volgens de geldendewetgeving moet de reder een bankgarantie verstrekken om eventuele boetes tedekken. Het vaartuig wordt 72 uur na de datum waarop de bankgarantie isgesteld, vrijgegeven. De bankgarantie wordt niet vrijgegeven voordat degerechtelijke procedure is voltooid. De bankgarantie wordt door het ministerievrijgegeven zodra de procedure is beëindigd zonder veroordeling. Wanneer eenveroordeling tot betaling van een boete volgt, gebeurt die betalingovereenkomstig de geldende regelgeving, waarin met name is bepaald dat debankgarantie wordt vrijgegeven wanneer de boete binnen 30 dagen na deveroordeling wordt betaald.
Het vaartuig wordt vrijgegeven en de bemanningwordt gemachtigd de haven te verlaten:
- zodra aan de bij de schikkingsprocedurevastgestelde verplichtingen is voldaan, of
- zodra, in afwachting van de voltooiing van degerechtelijke procedure, een bankgarantie zoals bedoeld in punt 5, is gestelden door het ministerie is aanvaard.
HOOFDSTUK IX- Aanmonstering van Mauritaanse zeelieden
1. Afgezien van de vaartuigenvoor de tonijnvisserij met de zegen die één (1) Mauritaniër per vaartuig moetenaanmonsteren en de vaartuigen voor de tonijnvisserij met de hengel die drie (3)Mauritaanse zeelieden per vaartuig moeten aanmonsteren, is elk EU-vaartuigverplicht om voor de effectieve duur van zijn aanwezigheid in de Mauritaansevisserijzones 60 % Mauritaniërs - de officieren niet in aanmerking genomen- aan te monsteren die vrij worden gekozen op basis van een door het ministerieopgestelde lijst. Wanneer Mauritaanse leerling-officieren wordenaangemonsterd, wordt hun aantal in mindering gebracht op dat van de Mauritaansezeelieden.
2. De reder of diens vertegenwoordigerdeelt aan het ministerie de naam mee van de op het betrokken vaartuigaangemonsterde Mauritaanse zeelieden, met vermelding van hun inschrijving op debemanningslijst.
3. De verklaring van deInternationale Arbeidsorganisatie (IAO) over de fundamentele beginselen enrechten op het werk is van rechtswege van toepassing op zeelieden die wordenaangemonsterd op EU-vaartuigen. Het gaat daarbij met name om de vrijheid vanvereniging, de effectieve erkenning van het recht op collectieve onderhandelingvan werknemers en de bestrijding van discriminatie op het gebied van werk enberoep.
4. De arbeidsovereenkomsten vande Mauritaanse zeelieden, waarvan de ondertekenende partijen een afschriftontvangen, worden gesloten tussen de vertegenwoordiger(s) van de reders en dezeelieden en/of hun vakverenigingen of vertegenwoordigers, in samenwerking metde bevoegde autoriteit van Mauritanië. Die overeenkomsten garanderen dezeelieden de aansluiting bij de socialezekerheidsregeling die op hen vantoepassing is, met inbegrip van een overlijdens-, ziekte- enongevallenverzekering.
5. Binnen een termijn van tweemaanden na de afgifte van de vergunning bezorgt de reder of diensvertegenwoordiger het ministerie rechtstreeks een kopie van het bedoeldecontract, naar behoren geviseerd door de bevoegde autoriteiten van de betrokkenlidstaat.
6. Het loon van de Mauritaansezeelieden komt ten laste van de reder. Het loon wordt vóór de afgifte van devergunningen vastgesteld in onderling overleg tussen de reders of hun vertegenwoordigersen de betrokken Mauritaanse zeelieden of hun vertegenwoordigers. Debezoldigingsvoorwaarden voor de Mauritaanse zeelieden mogen evenwel nietongunstiger zijn dan die voor Mauritaanse bemanningen en moeten op zijn minstin overeenstemming zijn met de IAO-normen.
7. Indien een of meer aan boordwerkzame zeelieden niet op het voor het vertrek van het vaartuig vastgesteldetijdstip verschijnen, mag het vaartuig de geplande visreis aanvangen na aan debevoegde autoriteiten van de haven van inscheping te hebben gemeld dat eronvoldoende zeelieden aan boord zijn, en na zijn bemanningslijst te hebbenbijgewerkt. Deze autoriteiten brengen de controledienst daarvan op de hoogte.
8. De reder is verplicht denodige maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat zijn vaartuig uiterlijk bijde volgende visreis het op grond van deze overeenkomst vereiste aantalzeelieden aan boord heeft.
9. Bij niet-aanmonstering vanMauritaanse zeelieden om andere redenen dan die welke bedoeld zijn in hetvorige punt, zijn de reders van de betrokken EU-vaartuigen verplicht omuiterlijk na 3 maanden per zeeman een forfaitair bedrag te betalen van 20 europer in de Mauritaanse visserijzones doorgebrachte visdag.
10. De betaling voorniet-aanmonstering van zeelieden gebeurt naar rato van het aantaldaadwerkelijke visdagen, en niet voor de hele geldigheidsduur van devergunning.
11. Dat bedrag wordt gebruikt voorde opleiding van Mauritaanse zeevissers en wordt overgemaakt op de in hoofdstukI (Algemene bepalingen) van deze bijlage bedoelde rekening.
12. De Europese Unie deelt hetministerie halfjaarlijks, op 1 januari en op 1 juli van elk jaar, de lijst meevan de op EU-vaartuigen aangemonsterde Mauritaanse zeelieden, ondervermelding van hun nummer van inschrijving in het register van zeelieden en hetvaartuig waarop zij aangemonsterd zijn.
13. Behoudens het in punt 7bedoelde geval wordt, indien een reder de bepaling inzake de aanmonstering vanhet vooropgestelde aantal Mauritaanse zeelieden niet nakomt, de visvergunningvan het betrokken vaartuig automatisch opgeschort totdat wel aan dieverplichting is voldaan.
HOOFDSTUK X - Wetenschappelijke waarnemers
Er wordt een regeling voor wetenschappelijkewaarneming aan boord van de EU-vaartuigen ingevoerd.
1. Beide partijen wijzen voor elkevisserijcategorie jaarlijks op zijn minst twee vaartuigen aan die eenMauritaanse wetenschappelijke waarnemer aan boord moeten nemen; de uitzonderingop deze regel zijn de vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen die opverzoek van het ministerie een waarnemer aan boord moeten nemen. In geen gevalmag er op een vaartuig meer dan één wetenschappelijke waarnemer aan boord zijn.
Een wetenschappelijke waarnemer blijft gedurendeéén visreis aan boord van het vaartuig. Op expliciet verzoek van één van beidepartijen kan de periode aan boord, naargelang van de verwachte gemiddelde duurvan de visreizen van een bepaald vaartuig, evenwel tot meerdere visreizenworden uitgebreid.
2. Het ministerie stelt deEuropese Unie minstens zeven werkdagen vóór de geplande inschepingsdatum op dehoogte van de naam van de aangewezen wetenschappelijke waarnemers, die in hetbezit zullen zijn van de vereiste documenten.
3. Alle kosten in verband met dewerkzaamheden van de wetenschappelijke waarnemers, inclusief salaris, emolumentenen vergoedingen, zijn voor rekening van het ministerie.
4. Het ministerie neemt denodige maatregelen voor het aan en van boord gaan van de wetenschappelijkewaarnemer.
De wetenschappelijke waarnemer wordt aan boord alseen officier behandeld.
De wetenschappelijke waarnemer krijgt allefaciliteiten die nodig zijn voor de uitoefening van zijn taken. De kapiteinlaat hem de voor de uitoefening van zijn taken vereiste communicatiemiddelengebruiken, staat inzage toe van de rechtstreeks met de visserijactiviteit vanhet vaartuig verband houdende documenten, d.w.z. het visserijlogboek, hetaanvullende visserijlogboek (i.e. de aangiften van aanlanding of overlading) enhet navigatieboek, en verleent hem toegang tot de delen van het vaartuig waarhij dient te zijn voor de uitoefening van zijn waarnemingstaken.
5. De wetenschappelijkewaarnemer dient zich op de dag vóór de voor zijn inscheping vastgestelde datumbij de kapitein van het vaartuig te melden. Indien de wetenschappelijkewaarnemer zich niet bij de kapitein van het vaartuig heeft gemeld, stelt diekapitein het ministerie en de Europese Unie daarvan in kennis. In dat geval maghet vaartuig de haven verlaten. Het ministerie kan er echter wel op eigenkosten voor zorgen dat zo snel mogelijk een andere wetenschappelijke waarnemeraan boord gaat, met dien verstande dat de visserijactiviteiten van het vaartuigniet mogen worden gehinderd.
6. De wetenschappelijkewaarnemer moet:
- een vakopleiding hebben genoten;
- passende ervaring hebben op visserijgebied en eengrondige kennis hebben van de visserij en van de bepalingen van dit protocol.
7. De wetenschappelijkewaarnemer ziet erop toe dat de EU-vaartuigen die in de Mauritaansevisserijzones actief zijn, de bepalingen van dit protocol naleven.
Hij stelt daarover een verslag op. De taken van dewaarnemer zijn met name:
- de visserijactiviteiten van de vaartuigenobserveren;
- de positie van de bij de visserijactiviteitenbetrokken vaartuigen bepalen;
- bemonsteringsactiviteiten voor biologischedoeleinden in het kader van wetenschappelijke programma's verrichten;
- het gebruikte vistuig en de maaswijdte van denetten noteren.
8. De waarnemingstaken zijnbeperkt tot de visserijactiviteiten en de daarmee verband houdendewerkzaamheden die onder dit protocol vallen.
9. De wetenschappelijkewaarnemer
- zorgt ervoor dat zijn inscheping en zijn verblijfaan boord de visserijactiviteiten niet onderbreken of hinderen,
- gebruikt voor het meten van de maaswijdte van de inhet kader van dit protocol gebruikte netten de erkende instrumenten enprocedures,
- behandelt de goederen en installaties aan boord metde vereiste zorgvuldigheid en beschouwt alle documenten betreffende datvaartuig als vertrouwelijk.
10. Aan het einde van dewaarnemingsperiode en voordat hij het vaartuig verlaat, stelt dewetenschappelijke waarnemer een verslag op volgens het model in aanhangsel 9van deze bijlage. Hij ondertekent dat verslag in aanwezigheid van de kapitein,die er de door hem nuttig geachte opmerkingen aan kan toevoegen of latentoevoegen en daarbij zijn handtekening plaatst. De waarnemer geeft bij hetverlaten van het vaartuig een kopie van het verslag aan de kapitein; ook aanhet ministerie en de Europese Unie wordt een kopie bezorgd.
HOOFDSTUK XI - Vaartuigen die vissen op overgrote afstanden trekkende bestanden
1. De vergunningen voorvaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen, met de hengel en met dedrijvende beug worden afgegeven voor een periode die overeenkomt met eenkalenderjaar, behalve voor het eerste en het laatste jaar van toepassing vandit protocol.
Zodra het bewijs van betaling van het voorschot isvoorgelegd, stelt het ministerie de vergunning op en schrijft het het betrokkenvaartuig in op een lijst van tot visserij gemachtigde vaartuigen, dievervolgens wordt ingediend bij de controledienst en bij de Europese Unie.
2. Alvorens hun vergunning tekrijgen, worden alle vaartuigen die voor het eerst in het kader van deovereenkomst actief worden, overeenkomstig de geldende regelgevinggeïnspecteerd. Deze inspecties kunnen worden uitgevoerd in een nader overeen tekomen buitenlandse haven. Alle aan deze inspectie verbonden kosten zijn tenlaste van de reder.
3. Een vaartuig dat in het bezitis van een visvergunning voor een of meer buurlanden van de subregio, kan opzijn vergunningsaanvraag de betrokken buurlanden, de vissoort(en) en degeldigheidsduur van deze vergunning vermelden om het frequente binnen- enbuitenvaren van de visserijzone te vergemakkelijken.
4. De vergunningen wordenafgegeven nadat op de in hoofdstuk I bedoelde rekening een forfaitair bedrag isovergemaakt dat overeenstemt met het in de technische notities bij het protocolvastgestelde voorschot. Voor het eerste en het laatste jaar van toepassing vanhet protocol wordt dit forfaitaire bedrag vastgesteld naar rato van degeldigheidsduur van de vergunning.
De parafiscale heffing wordt betaald naar rato vande in de Mauritaanse visserijzones doorgebrachte tijd. De maandelijksetermijnen worden beschouwd als periodes van 30 dagen daadwerkelijkevisserijactiviteit. Deze bepaling laat het ondeelbare karakter van deze heffingonverlet, en dientengevolge is het bedrag voor iedere begonnen maandelijksetermijn verschuldigd.
Een vaartuig dat gedurende het jaar 1 tot 30 dagenheeft gevist, betaalt een heffing voor één maand. De tweede maandelijksetranche van deze heffing is verschuldigd na de eerste periode van 30 dagen,enzovoorts.
Aanvullende maandelijkse tranches moeten uiterlijk10 dagen na de eerste dag van elke aanvullende periode worden betaald.
5. De vaartuigen moeten voorelke visserijperiode die in de Mauritaanse wateren wordt doorgebracht, eenlogboek bijhouden volgens het model in aanhangsel 3 van deze bijlage. Hetlogboek moet ook worden ingevuld als niets is gevangen.
6. Onder voorbehoud vaneventuele verificaties door Mauritanië dient de Europese Unie vóór 15 juni vanelk jaar bij het ministerie een afrekening in van de rechten die voor hetafgelopen visjaar verschuldigd zijn; de afrekening wordt opgemaakt aan de handvan de door elke reder opgestelde vangstaangiften die zijn gevalideerd door devoor de verificatie van de vangstgegevens bevoegde wetenschappelijkeinstellingen van de lidstaten, zoals het IRD (Institut de Recherche pour leDéveloppement), het IEO (Instituto Español de Oceanografía) en het INIAP (InstitutoNacional de Investigaçao Agraria e das Pescas); een kopie van alle logboekenmoet worden ingediend bij het IMROP (Instituut voor oceanografisch onderzoek envisserij van Mauritanië).
7. De vaartuigen voor detonijnvisserij en de visserij met de drijvende beug voldoen aan alleaanbevelingen van de Internationale Commissie voor de instandhouding vanAtlantische tonijnen (ICCAT).
8. Voor het laatste jaar vantoepassing van het protocol wordt de afrekening van de rechten die voor hetafgelopen visjaar verschuldigd zijn, meegedeeld binnen 4 maanden na hetverstrijken van het protocol.
9. De definitieve afrekeningwordt toegestuurd aan de betrokken reders, die vanaf de kennisgeving en degoedkeuring van de cijfers door het ministerie over een termijn van 30 dagenbeschikken om zich te kwijten van hun financiële verplichtingen ten aanzien vanhun bevoegde autoriteiten. De betaling in euro, ten gunste van de schatkist vanMauritanië op de in hoofdstuk I bedoelde rekening, vindt uiterlijk anderhalvemaand na die kennisgeving plaats.
Als het bedrag van de definitieve afrekening lageris dan het in punt 3 bedoelde voorschot, wordt het verschil evenwel nietterugbetaald aan de reder.
10. De vaartuigen moeten binnendrie uur vóór het binnenvaren en het verlaten van de Mauritaanse visserijzoneshun positie en de aan boord aanwezige vangsten rechtstreeks aan de Mauritaanseautoriteiten meedelen, bij voorkeur elektronisch of anders via de radio.
De adressen en de radiofrequentie worden door decontroledienst meegedeeld.
11. Op verzoek van de Mauritaanseautoriteiten en in overleg met de betrokken reders nemen vaartuigen voor detonijnvisserij met de zegen voor een overeen te komen periode eenwetenschappelijke waarnemer aan boord.
TECHNISCHE NOTITIES
VISSERIJCATEGORIE 1: VAARTUIGEN VOOR DE VISSERIJ OP SCHAALDIEREN MET UITZONDERING VAN LANGOESTEN EN KRAB
1. Visserijzone
a) Ten noorden van 19°00 NB, met als afbakening de lijn die de volgende punten met elkaar verbindt: 20°46'30 NB 17°03'00 WL 20°40'00 NB 17°07'50 WL 20°05'00 NB 17°07'50 WL 19°49'00 NB 17°10'60 WL 19°43'50 NB 16°57'00 WL 19°18'70 NB 16°46'50 WL 19°00'00 NB 16°22'00 WL b) Ten zuiden van 19°00 NB tot 16°04'00 NB, 6 zeemijl gemeten vanaf de laagwaterlijn voor de vaartuigen met een speciale toestemming, en 8 zeemijl vanaf de laagwaterlijn voor de andere vaartuigen.
2. Toegestaan vistuig
- Bodemtrawl voor garnalen, eventueel opgetuigd met een garnaalketting of andere selectiviteitsvoorzieningen. De garnaalketting vormt een integrerend onderdeel van de garnaalboomkornetten. Deze uit schakels van maximaal 12 mm diameter samengestelde enkele ketting is vastgemaakt tussen de borden en vóór de pees. - De gemengde commissie moet op basis van een gezamenlijke wetenschappelijke, technische en economische evaluatie een besluit vaststellen over het verplichte gebruik van selectiviteitsvoorzieningen. - Het gebruik van trawls met dubbele kuil is verboden. - Het gebruik van trawls waarvan de kuil van dubbel garen is vervaardigd, is verboden. - Het gebruik van beschermende sleeplappen is toegestaan.
3. Toegestane minimummaaswijdte
50 mm
4. Minimummaten
De minimummaat van diepzeegarnalen moet worden gemeten van de punt van het rostrum tot de punt van de staart. De punt van het rostrum is de voortzetting van het pantser dat zich aan de voorkant in het midden van de cephalothorax bevindt. - Diepzeegarnalen: · roze diepzeegarnaal of gamba (Parapenaeus longirostrus) 06 cm - Kustgarnalen: · Penaeus notialis en Penaeus kerathurus 200 per kg
De gemengde commissie kan een minimummaat vaststellen voor andere soorten dan de hierboven vermelde.
5. Bijvangst
Toegestaan || Verboden
· 10 % vis · 5 % krabben || · Langoesten · Koppotigen
De gemengde commissie kan een niveau vaststellen voor de bijvangst van andere soorten dan de hierboven vermelde.
6. Vangstmogelijkheden / Visrechten
Periode || Jaar 1 || Jaar 2
Toegestaan vangstvolume (in ton) || 5 000 || 5 000
Visrechten || 620 ?/t || 620 ?/t
|| De visrechten worden na elke periode van twee maanden waarvoor het vaartuig een visvergunning heeft, berekend, met inachtneming van de tijdens die periode gevangen hoeveelheden. De vergunning wordt slechts afgegeven nadat aan het begin van elke periode van twee maanden waarvoor het vaartuig een visvergunning heeft, een voorschot van 1000 euro wordt betaald dat in mindering wordt gebracht op het totaalbedrag van de visrechten. Het maximumaantal vaartuigen dat tegelijkertijd visserijactiviteiten mag uitoefenen, bedraagt 36. · 50 % van alle vaartuigen die op hetzelfde moment in de Mauritaanse visserijzones actief zijn, mag toestemming krijgen om tegelijkertijd in dezelfde visserijperiode te werken in de zone ten westen van de 6-mijlslijn gemeten vanaf de laagwaterlijn ten zuiden van 19°00'00 NB. · Indien die drempel van 50 % overeenkomt met maximaal 10 vaartuigen, mogen al die vaartuigen toestemming krijgen om ten westen van de 6-mijlslijn gemeten vanaf de laagwaterlijn ten zuiden van 19°00'00 NB te vissen. · In de aan een vaartuig afgegeven vergunning voor een bepaalde periode van twee maanden wordt vermeld of dat vaartuig mag vissen buiten de 6-mijlslijn gemeten vanaf de laagwaterlijn ten zuiden van 19°00'00 NB. · Ten noorden van 19°00'00 NB mogen alle vaartuigen met een vergunning voor de garnaalvisserij vissen ten westen van de lijn waarvan de coördinaten zijn vermeld in punt 1 van deze technische notitie.
7. Biologische rustperiode
Twee (2) periodes van twee (2) maanden: mei-juni en oktober-november. Elke wijziging van de biologische rustperiode moet na wetenschappelijk advies onmiddellijk aan de Europese Unie worden gemeld.
8. Opmerkingen
De visrechten worden vastgesteld voor de periode waarin het protocol van toepassing is.
VISSERIJCATEGORIE 2: TRAWLERS (ANDERE DAN VRIESVAARTUIGEN) EN VAARTUIGEN VOOR DE VISSERIJ MET DE GRONDBEUG OP ZWARTE HEEK
1. Visserijzone
(a) Ten noorden van 19°15'60 NB: ten westen van de lijn die de volgende punten met elkaar verbindt: 20°46'30 NB 17°03'00 WL 20°36'00 NB 17°11'00 WL 20°36'00 NB 17°36'00 WL 20°03'00 NB 17°36'00 WL 19°45'70 NB 17°03'00 WL 19°29'00 NB 16°51'50 WL 19°15'60 NB 16°51'50 WL 19°15'60 NB 16°49'60 WL (b) Ten zuiden van 19°15'60 NB tot 17°50'00 NB: ten westen van de 24-mijlslijn gemeten vanaf de laagwaterlijn. (c) Ten zuiden van 17°50'00 NB: ten westen van de 18-mijlslijn gemeten vanaf de laagwaterlijn. Tijdens de biologische rustperioden van de visserij op koppotigen: (a) tussen Cap Blanc en Cap Timiris wordt de zone waarin het verboden is te vissen, afgebakend door de lijn die de volgende punten met elkaar verbindt: 20°46'00NB 17°03'00 WL 20°46'00NB 17°47'00 WL 20°03'00NB 17°47'00 WL 19°47'00NB 17°14'00 WL 19°21'00NB 16°55'00 WL 19°15'60NB 16°51'50 WL 19°15'60NB 16°49'60 WL (b) ten zuiden van 19°15'60 NB (Cap Timiris) tot 17°50'00 NB (Nouakchott) is het verboden te vissen buiten de 24-mijlslijn gemeten vanaf de laagwaterlijn. (c) ten zuiden van 17°50'00 NB (Nouakchott) is het verboden te vissen buiten de 18-mijlslijn gemeten vanaf de laagwaterlijn.
2. Toegestaan vistuig
- Grondbeug. - Bodemtrawl voor de heekvisserij. · Het gebruik van trawls met dubbele kuil is verboden. · Het gebruik van trawls waarvan de kuil van dubbelgaren is vervaardigd, is verboden.
3. Toegestane minimummaaswijdte
70 mm (trawl)
4. Minimummaten
1) De minimummaat van vissen moet worden gemeten van de punt van de snuit tot het uiteinde van de staartvin (totale lengte) (zie aanhangsel 4).
De gemengde commissie kan een minimummaat vaststellen voor andere soorten dan de hierboven vermelde.
5. Bijvangst
Toegestaan || Verboden
Trawlers: 25 % vis Vaartuigen voor de visserij met de beug: 50 % vis || Koppotigen en schaaldieren
De gemengde commissie kan een niveau vaststellen voor de bijvangst van andere soorten dan de hierboven vermelde.
6. Vangstmogelijkheden / Visrechten
Periode || Jaar 1 || Jaar 2
Toegestaan vangstvolume (in ton) || 4 000 || 4 000
Visrechten || 90 ?/t || 90 ?/t
|| De visrechten worden na elke periode van drie maanden waarvoor het vaartuig een visvergunning heeft, berekend, met inachtneming van de tijdens die periode gevangen hoeveelheden. De vergunning wordt slechts afgegeven nadat aan het begin van elke periode van drie maanden waarvoor het vaartuig een visvergunning heeft, een voorschot van 1000 euro wordt betaald dat in mindering wordt gebracht op het totaalbedrag van de visrechten. Het maximumaantal vaartuigen dat tegelijkertijd visserijactiviteiten mag uitoefenen, bedraagt 11.
7. Biologische rustperiode
In voorkomend geval stelt de gemengde commissie een biologische rustperiode vast op basis van het wetenschappelijke advies van het Wetenschappelijke Adviescomité.
8. Opmerkingen
De visrechten worden vastgesteld voor de periode waarin het protocol van toepassing is.
VISSERIJCATEGORIE 3: VAARTUIGEN VOOR DE VISSERIJ OP ANDERE DEMERSALE SOORTEN DAN ZWARTE HEEK, MET ANDER VISTUIG DAN TRAWLS
1. Visserijzone
(a) Ten noorden van 19°48'50 NB vanaf de 3-mijlslijn gemeten vanaf de basislijn Cap Blanc - Cap Timiris. (b) Ten zuiden van 19°48,50 NB tot 19°21'00 NB ten westen van 16°45,00' WL. (c) Ten zuiden van 19°21' 00 NB vanaf de 9-mijlslijn gemeten vanaf de laagwaterlijn. Tijdens de biologische rustperioden van de visserij op koppotigen: (a) tussen Cap Blanc en Cap Timiris: 20°46'00 NB 17°03'00 WL 20°46'00 NB 17°47'00 WL 20°03'00 NB 17°47'00 WL 19°47'00 NB 17°14'00 WL 19°21'00 NB 16°55'00 WL 19°15'60 NB 16°51'50 WL 19°15'60 NB 16°49'60 WL (b) ten zuiden van 19°15'60 NB (Cap Timiris) is het verboden te vissen buiten de 9-mijlslijn gemeten vanaf de laagwaterlijn.
2. Toegestaan vistuig
|| - Beug. - Vast kieuwnet dat maximaal 7 m hoog en maximaal 100 m lang is. Monofilvezels uit polyamide zijn verboden. - Handlijn. - Korven. - Zegennet voor de visserij op aas. ||
3. Toegestane minimummaaswijdte
120 mm voor kieuwnetten. 20 mm voor netten voor de visserij met levend aas.
4. Minimummaten
De minimummaat van vissen moet worden gemeten van de punt van de snuit tot het uiteinde van de staartvin (totale lengte) (zie aanhangsel 4).
De gemengde commissie kan op basis van wetenschappelijk advies een minimummaat vaststellen voor andere soorten dan de hierboven vermelde.
5. Bijvangst
Toegestaan || Verboden
10 % van de toegestane doelsoort of groep doelsoorten (levend gewicht) ||
De gemengde commissie kan een niveau vaststellen voor de bijvangst van andere soorten dan de hierboven vermelde.
6. Vangstmogelijkheden / Visrechten ||
Periode || Jaar 1 || Jaar 2 ||
Toegestaan vangstvolume (in ton) || 2 500 || 2 500 ||
Visrechten || 105 ?/t || 105 ?/t ||
|| De visrechten worden na elke periode van drie maanden waarvoor het vaartuig een visvergunning heeft, berekend, met inachtneming van de tijdens die periode gevangen hoeveelheden. De vergunning wordt slechts afgegeven nadat aan het begin van elke periode van drie maanden waarvoor het vaartuig een visvergunning heeft, een voorschot van 1000 euro wordt betaald dat in mindering wordt gebracht op het totaalbedrag van de visrechten. Het maximumaantal vaartuigen dat tegelijkertijd visserijactiviteiten mag uitoefenen, bedraagt 9. ||
7. Biologische rustperiode ||
In voorkomend geval stelt de gemengde commissie een biologische rustperiode vast op basis van het wetenschappelijke advies van het Wetenschappelijke Adviescomité. ||
8. Opmerkingen ||
De visrechten worden vastgesteld voor de periode waarin het protocol van toepassing is. Zegennetten mogen alleen worden gebruikt voor de visserij op aas dat zal worden gebruikt voor de visserij met handlijnen of korven. Het gebruik van korven is toegestaan voor maximaal 7 vaartuigen met een tonnage per vaartuig van minder dan 135 BT. ||
VISSERIJCATEGORIE 4: KRAB
1. Visserijzone
(a) Ten noorden van 19°15'60 NB: ten westen van de lijn die de volgende punten met elkaar verbindt: 20°46'30 NB 17°03'00 WL 20°36'00 NB 17°11'00 WL 20°36'00 NB 17°36'00 WL 20°03'00 NB 17°36'00 WL 19°45'70 NB 17°03'00 WL 19°29'00 NB 16°51'50WL 19°15'60 NB 16°51'50 WL 19°15'60 NB 16°49'60 WL (b) Ten zuiden van 19°15'60 NB tot 17°50' NB: ten westen van de 18-mijlslijn gemeten vanaf de laagwaterlijn.
2. Toegestaan vistuig
Korven.
3. Toegestane minimummaaswijdte
60 mm (net)
4. Minimummaten
De minimummaat van schaaldieren moet worden gemeten van de punt van het rostrum tot de punt van de staart. De punt van het rostrum is de voortzetting van het pantser dat zich aan de voorkant in het midden van de cephalothorax bevindt (zie aanhangsel 4).
De gemengde commissie kan een minimummaat vaststellen voor andere soorten dan de hierboven vermelde.
5. Bijvangst
Toegestaan || Verboden
- || Vissen, koppotigen en schaaldieren andere dan de doelsoort
De gemengde commissie kan een niveau vaststellen voor de bijvangst van andere soorten dan de hierboven vermelde.
6. Vangstmogelijkheden / Visrechten
Periode || Jaar 1 || Jaar 2
Toegestaan vangstvolume (in ton) || 200 || 200
Visrechten || 310 ?/t || 310 ?/t
|| De visrechten worden na elke periode van drie maanden waarvoor het vaartuig een visvergunning heeft, berekend, met inachtneming van de tijdens die periode gevangen hoeveelheden. De vergunning wordt slechts afgegeven nadat aan het begin van elke periode van drie maanden waarvoor het vaartuig een visvergunning heeft, een voorschot van 1000 euro wordt betaald dat in mindering wordt gebracht op het totaalbedrag van de visrechten. Het toegestane aantal korven bedraagt maximaal 500 per vergunning.
7. Biologische rustperiode
Twee (2) periodes van twee (2) maanden: mei-juni en oktober-november. De biologische rustperiode mag slechts worden gewijzigd indien de gemengde commissie op basis van wetenschappelijk advies hiertoe besluit.
8. Opmerkingen
De visrechten worden vastgesteld voor de periode waarin het protocol van toepassing is.
VISSERIJCATEGORIE 5: VAARTUIGEN VOOR DE TONIJNVISSERIJ MET DE ZEGEN
1. Visserijzone
(a) Ten noorden van 19°21'00 NB: ten westen van de 30-mijlslijn gemeten vanaf de basislijn Cap Blanc-Cap Timiris. (b) ten zuiden van 19°21'00 NB: ten westen van de 30-mijlslijn gemeten vanaf de laagwaterlijn.
2. Toegestaan vistuig
Zegen
3. Toegestane minimummaaswijdte
--
4. Minimummaten
De minimummaat van vissen moet worden gemeten van de punt van de snuit tot het uiteinde van de staartvin (totale lengte).
De gemengde commissie kan een minimummaat vaststellen voor andere dan de in aanhangsel 4 bedoelde soorten.
5. Bijvangst
Toegestaan || Verboden
- || Andere soorten dan de doelsoort of de groep doelsoorten
De gemengde commissie kan een niveau vaststellen voor de bijvangst van andere soorten dan die worden vermeld in het door de ICCAT vastgestelde logboek.
6. Vangstmogelijkheden / Visrechten
Aantal toegelaten vaartuigen || 22 vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen
Jaarlijks forfaitair visrecht || 1 750 euro per vaartuig voor de tonijnvisserij met de zegen, voor de vangst van 5 000 ton over grote afstanden trekkende en aanverwante soorten
Over de vangsten berekend gedeelte || 35 ?/t
7. Biologische rustperiode
--
8. Opmerkingen
De visrechten worden vastgesteld voor de periode waarin het protocol van toepassing is.
VISSERIJCATEGORIE 6: VAARTUIGEN VOOR DE TONIJNVISSERIJ MET DE HENGEL EN MET DE DRIJVENDE BEUG
1. Visserijzone
Vaartuigen voor de tonijnvisserij met de drijvende beug (a) Ten noorden van 19°21'00 NB: ten westen van de 30-mijlslijn gemeten vanaf de basislijn Cap Blanc-Cap Timiris. (b) Ten zuiden van 19°21'00 NB: ten westen van de 30-mijlslijn gemeten vanaf de laagwaterlijn. Vaartuigen voor de tonijnvisserij met de hengel (a) Ten noorden van 19°21'00 NB: ten westen van de 15-mijlslijn gemeten vanaf de basislijn Cap Blanc-Cap Timiris. (b) Ten zuiden van 19°21'00 NB: ten westen van de 12-mijlslijn gemeten vanaf de laagwaterlijn. Visserij met levend aas (a) Ten noorden van 19°48'50 NB: ten westen van de 3-mijlslijn gemeten vanaf de basislijn Cap Blanc-Cap Timiris. (b) Ten zuiden van 19°48'50 NB tot 19°21'00 NB: ten westen van 16°45'00 WL. (c) Ten zuiden van 19°21'00 NB: ten westen van de 3-mijlslijn gemeten vanaf de laagwaterlijn.
2. Toegestaan vistuig
- Vaartuigen voor de tonijnvisserij met de hengel: hengels en netten (voor de visserij met levend aas) - Vaartuigen voor de tonijnvisserij met de drijvende beug: drijvende beug
3. Toegestane minimummaaswijdte
16 mm (visserij met levend aas)
4. Minimummaten
De minimummaat van vissen moet worden gemeten van de punt van de snuit tot het uiteinde van de staartvin (totale lengte) (zie aanhangsel 4).
De gemengde commissie kan een minimummaat vaststellen voor andere dan de in aanhangsel 4 bedoelde soorten.
5. Bijvangst
Toegestaan || Verboden
-- || Andere soorten dan de doelsoort of de groep doelsoorten
De gemengde commissie kan een niveau vaststellen voor de bijvangst van andere soorten dan de hierboven vermelde.
6. Vangstmogelijkheden / Visrechten
Aantal toegelaten vaartuigen || 22 vaartuigen voor de tonijnvisserij met de hengel of met de beug
Jaarlijks forfaitair visrecht || · 2 500 euro per vaartuig voor de tonijnvisserij met de hengel · 3 500 euro per vaartuig voor de tonijnvisserij met de drijvende beug voor de vangst van 10 000 ton over grote afstanden trekkende en aanverwante soorten
Over de vangsten berekend gedeelte || · 25 ?/t voor een vaartuig voor de tonijnvisserij met de hengel · 35 ?/t voor een vaartuig voor de tonijnvisserij met de drijvende beug
7. Biologische rustperiode
--
8. Opmerkingen
De visrechten worden vastgesteld voor de periode waarin het protocol van toepassing is. Visserij met levend aas - Het vissen met levend aas zal beperkt zijn tot een aantal dagen per maand dat wordt vastgesteld door de gemengde commissie. De aanvang en het einde van deze activiteit moeten worden meegedeeld aan de controledienst. - De twee partijen bepalen samen de praktische regelingen om de visserij in deze categorie mogelijk te maken of het levend aas te vangen dat nodig is voor de activiteiten van deze vaartuigen. Wanneer deze activiteiten plaatsvinden in gevoelige zones of met niet-conventioneel tuig, zullen deze regelingen worden vastgesteld op basis van de aanbevelingen van het IMROP en in overleg met de controledienst. Haaien - Gezien de aanbevelingen van de ICCAT en de FAO ter zake, is de visserij op de haaisoorten reuzenhaai (Cetorhinus maximus), witte haai (Carcharodon carcharias), zandtijgerhaai (Carcharias taurus) en ruwe haai (Galeorhinus galeus) verboden. - De aanbevelingen van de ICCAT 04-10 en 05-05 met betrekking tot het behoud van haaien die in het kader van de door de ICCAT beheerde visserij zijn gevangen, worden in acht genomen.
VISSERIJCATEGORIE 7: VRIESTRAWLERS VOOR DE PELAGISCHE VISSERIJ
1. Visserijzone
(a) Ten noorden van 19°00'00 NB, met als afbakening de lijn die de volgende punten met elkaar verbindt: 20°46'30 NB 17°03'00 WL 20°36'00 NB 17°11'00 WL 20°36'00 NB 17°35'00 WL 20°00'00 NB 17°30'00 WL 19°34'00 NB 17°00'00 WL 19°21'00 NB 16°52'00 WL 19°10'00 NB 16°41'00 WL 19°00'00 NB 16°39'50 WL (b) Ten zuiden van 19°00'00 NB tot 16°04'00 NB op 20 zeemijl gemeten vanaf de laagwaterlijn.
2. Toegestaan vistuig
Pelagische trawls: De kuil van de trawls kan worden verstevigd door een netwerk met een minimummaaswijdte van 400 mm (gestrekte mazen) en verstevigingsstroppen met een tussenafstand van minimaal anderhalve (1,5) meter behalve voor die van het achterste gedeelte van de trawl die op ten minste twee (2) meter van het kuilvenster moet worden aangebracht. Het verstevigen of verdubbelen van de kuil met andere middelen is verboden en met de trawl mogen in geen geval andere soorten gericht worden bevist dan de kleine pelagische soorten waarvan de vangst is toegestaan.
3. Toegestane minimummaaswijdte
40 mm
4. Minimummaten
De minimummaat van vissen moet worden gemeten van de punt van de snuit tot het uiteinde van de staartvin (totale lengte) (zie aanhangsel 4).
De gemengde commissie kan een minimummaat vaststellen voor andere soorten dan de hierboven vermelde.
5. Bijvangst
Toegestaan || Verboden
3 % van de toegestane doelsoort of groep doelsoorten (levend gewicht) || Schaaldieren en koppotigen, met uitzondering van inktvis
De gemengde commissie kan een niveau vaststellen voor de bijvangst van andere dan de in aanhangsel 4 bedoelde soorten.
6. Vangstmogelijkheden / Visrechten
Periode || Jaar 1 || Jaar 2
Toegestaan vangstvolume (in ton) || 300 000 || 300 000
Visrechten || 123 ?/t || 123 ?/t
|| De visrechten worden na elke periode van drie maanden waarvoor het vaartuig een visvergunning heeft, berekend, met inachtneming van de tijdens die periode gevangen hoeveelheden. De vergunning wordt slechts afgegeven nadat aan het begin van elke periode van drie maanden waarvoor het vaartuig een visvergunning heeft, een voorschot van 5 000 euro wordt betaald dat in mindering wordt gebracht op het totaalbedrag van de visrechten. Het maximumaantal vaartuigen dat tegelijkertijd visserijactiviteiten mag uitoefenen, bedraagt 19.
7. Biologische rustperiode
Beide partijen kunnen in de gemengde commissie op basis van het wetenschappelijke advies van het Wetenschappelijke Adviescomité in onderling overleg een biologische rustperiode vaststellen.
8. Opmerkingen
De visrechten worden vastgesteld voor de periode waarin het protocol van toepassing is. De omrekeningsfactoren voor de kleine pelagische soorten worden vastgesteld in aanhangsel 5. De niet-benutte vangstmogelijkheden van categorie 8 kunnen worden gebruikt tot maximaal 2 vergunningen per maand.
VISSERIJCATEGORIE 8: KOELVAARTUIGEN VOOR DE PELAGISCHE VISSERIJ
1. Visserijzone
(a) Ten noorden van 19°00'00 NB: ten westen van de lijn die de volgende punten met elkaar verbindt: 20°46'30 NB 17°03'00 WL 20°36'00 NB 17°11'00 WL 20°36'00 NB 17°35'00 WL 20°00'00 NB 17°30'00 WL 19°34'00 NB 17°00'00 WL 19°21'00 NB 16°52'00 WL 19°10'00 NB 16°41'00 WL 19°00'00 NB 16°39'50 WL (b) Ten zuiden van 19°00'00 NB tot 16°04'00 NB op 20 zeemijl gemeten vanaf de laagwaterlijn.
2. Toegestaan vistuig
Pelagische trawl en ringzegen voor de industriële visserij: De kuil van de trawl kan worden verstevigd door een netwerk met een minimummaaswijdte van 400 mm (gestrekte mazen) en verstevigingsstroppen met een tussenafstand van minimaal anderhalve (1,5) meter behalve voor die van het achterste gedeelte van de trawl die op ten minste twee (2) meter van het kuilvenster moet worden aangebracht. Het verstevigen of verdubbelen van de kuil met andere middelen is verboden en met de trawl mogen in geen geval andere soorten gericht worden bevist dan de kleine pelagische soorten waarvan de vangst is toegestaan.
3. Toegestane minimummaaswijdte
40 mm voor trawls en 20 mm voor zegens
4. Minimummaten
De minimummaat van vissen moet worden gemeten van de punt van de snuit tot het uiteinde van de staartvin (totale lengte) (zie aanhangsel 4).
De gemengde commissie kan een minimummaat vaststellen voor andere soorten dan de hierboven vermelde.
5. Bijvangst
Toegestaan || Verboden
3 % van de toegestane doelsoort of groep doelsoorten (levend gewicht) || Schaaldieren en koppotigen, met uitzondering van inktvis
De gemengde commissie kan een niveau vaststellen voor de bijvangst van andere soorten dan de hierboven vermelde.
6. Vangstmogelijkheden / Visrechten
Toegestaan vangstvolume (in ton) || 15 000 ton per jaar Indien deze vangstmogelijkheden worden benut, moeten deze in mindering worden gebracht op de voor categorie 7 toegewezen hoeveelheid van 300 000 ton.
Periode || Jaar 1 || Jaar 2
Visrechten || 123 ?/t || 123 ?/t
|| De visrechten worden na elke periode van drie maanden waarvoor het vaartuig een visvergunning heeft, berekend, met inachtneming van de tijdens die periode gevangen hoeveelheden. De vergunning wordt slechts afgegeven nadat aan het begin van elke periode van drie maanden waarvoor het vaartuig gemachtigd is te vissen, een voorschot van 5 000 euro wordt betaald dat in mindering wordt gebracht op het totaalbedrag van de visrechten. Het maximumaantal vaartuigen dat tegelijkertijd visserijactiviteiten mag uitoefenen, bedraagt 2, wat overeenstemt met 2 kwartaalvergunningen voor de tot categorie 7 behorende vriestrawlers voor de pelagische visserij.
7. Biologische rustperiode
Beide partijen kunnen in de gemengde commissie op basis van het wetenschappelijke advies van het Wetenschappelijke Adviescomité in onderling overleg een biologische rustperiode vaststellen.
8. Opmerkingen
De visrechten worden vastgesteld voor de periode waarin het protocol van toepassing is. De omrekeningsfactoren voor de kleine pelagische soorten worden vastgesteld in aanhangsel 5.
VISSERIJCATEGORIE 9: KOPPOTIGEN
1. Visserijzone
p.m.
2. Toegestaan vistuig
p.m.
3. Toegestane minimummaaswijdte
p.m.
4. Bijvangst
Toegestaan || Verboden
p.m. || p.m.
5. Toegestane tonnage/visrechten
Periode || Jaar 1 || Jaar 2
Toegestaan vangstvolume (in ton) || p.m. || p.m.
Visrechten || p.m. || p.m.
6. Biologische rustperiode
p.m.
7. Opmerkingen
p.m.
Aanhangsel 1
VISSERIJOVEREENKOMST MAURITANIË - EUROPESE UNIE
AANVRAAG VOOR EEN VISVERGUNNING
I-AANVRAGER
1. Naamvan de reder:.....................................................................................................................................................
2. Naamvan de organisatie of van de vertegenwoordiger van de reder: ..........................................................................
3. Adresvan de organisatie of van de vertegenwoordiger van de reder:..........................................................................
...................................................................................................................................................................................
4. Tel.:........................................... Fax:................................... Telex:................................................
5. Naamvan de kapitein:.................................................................................. Nationaliteit:....................................
II-VAARTUIG EN IDENTIFICATIE
1. Naamvan het vaartuig: ..............................................................................................................................................
2. Vlaggenstaat:..............................................................................................................................................................
3. Identificatielettersen -nummers:...............................................................................................................................
4. Havenvan registratie: ................................................................................................................................................
5. Jaarwaarin en plaats waar het vaartuig is gebouwd:..................................................................................................
6. Radioroepnaam:.................................. Radiofrequentie: ........................................................................................
7. Materiaalvan de romp: Staal ¨ Hout¨ Polyester ¨ Andere ¨
III-TECHNISCHE KENMERKEN VAN HET VAARTUIG EN UITRUSTING
1. Lengteover alles: : .................................................. Breedte:..............................................................................
2. Tonnage(in BT): ......................................................................................................................................
3. Vermogenvan de hoofdmotor in pk: : ................ Merk:.............................. Type: ....................
4. Vaartuigtype:.................................................. Visserijcategorie:..........................................................
5. Vistuig:................................................................................................................................................................
6. Totalebemanning aan boord:...........................................................................................................................
7. Conserveringsmethodeaan boord: Vers ¨ Gekoeld¨ Gemengd¨ Bevroren ¨
8. Invriescapaciteitper 24 uur (in ton):.....................................................................................................................
9. Capaciteitvan de ruimen: ................................................. Aantal:...........................................................
Gedaante ...................................................., op.........................................
Handtekeningvan de aanvrager ................
Aanhangsel 2
ONDERDEEL nr. 1 || ISLAMITISCHE REPUBLIEK MAURITANIË || || || || || || || || || || || || ||
VISSERIJLOGBOEK || || || || || || || || Dag || || Maand || || Jaar || Tijdstip || ||
Naam van het vaartuig (1) ......... || Haven van vertrek (4).... || || Datum (6) || || || || || || || || || || || || || || ||
Radioroepnaam (2).......... || || || || || || || || || || || || || || || || ||
Naam van de kapitein (3)......... || Haven van terugkeer (5)..... || || Datum (6) || || || || || || || || || || || || || || ||
|| || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || ||
|| Vistuig (7) Code vistuig (8) || || || Maaswijdte (9) || || || || Afmetingen vistuig (10) || || || || || || || || || || ||
|| || || || || || || || || || || || || || || || || || ||
RUBRIEK nr. 2 || RUBRIEK nr. 3 (het onnodige doorhalen op lijst "A" of "B") || RUBRIEK nr. 4
Datum (12) || Statistische sector (13) || Aantal visserijactiviteiten (14) || Aantal visserijuren (uur) (15) || Schatting van de vangsthoeveelheid per soort : (kg) (16) (of toelichtingen betreffende de onderbrekingen bij het vissen) || Totaal gewicht vangsten (kg) (17) || Totaal gewicht vis (kg) (18) || Totaal gewicht vismeel (kg) (19)
|| || || || Horsmakreel A || Sardines || Sardinella || Ansjovis || Makreel || Haarstaarten || Tonijn- achtigen || Heek || Zeebrasem || Inktvis || Zeekat || Octopus || Garnalen || Langoesten || Andere vissen || || ||
Langoesten B || Gamba's || Astado || Carabineros || Andere garnalen || Witte tonijn || Roze langoest || Andere schaaldieren || Ruwe rog || Heek || Andere vissen || Diverse koppotigen || Diverse schelpdieren || ||
|| || || || || || || || || || || || || || || || || || || || ||
|| || || || || || || || || || || || || || || || || || || || ||
Aanhangsel 3 ICCAT-LOGBOEK VOOR DE VISSERIJ OP TONIJN ||
Naam van het vaartuig: ..................... || Brutotonnage: ................................................ || VERTREK vaartuig: TERUGKEER vaartuig: || Maand || Dag || Jaar || Haven || || || ||
Vlaggenstaat: || Capaciteit (MT): || || || || || || || ||
|| ||
Registratienummer: ........................................................... || Kapitein: ......................... || || || ||
Reder: ................................................ || Aantal bemanningsleden: ............................................. || || || || || || || ||
Adres: ................................ || Datum van het verslag: ....................... || || || ||
|| (Auteur van het verslag): ................ ................................................... || Aantal dagen op zee: || || Aantal visdagen: Aantal uitzetten: || || Nummer visreis: || ||
|| ||
|| ||
||
|| ||
Datum || Sector || Temp. oppervlaktewater (ºC) || Visserijinspanning Gebruikt aantal haken || Vangsten ||
Maand || Dag || Breedtegraad N/Z || Lengtegraad O/W || Rode tonijn Thunnus thynnus of maccoyi || Geelvintonijn Thunnus albacares || (Grootoog-tonijn) Thunnus obesus || (Witte tonijn) Thunnus alalunga || (Zwaardvis) Xiphias gladius || (Gestreepte marlijn) (Witte marlijn) Tetraptunus audax of albidus || (Zwarte marlijn) Makaira Indica || (Zeilvis) Istiophorus albicane of platypterus || Gestreepte tonijn Katsuwonus pelamis || (Diverse soorten) || ||
|| || || || || || Aantal || Gewicht kg || Aantal || kg || Aantal || kg || Aantal || kg || Aantal || kg || Aantal || kg || Aantal || kg || Aantal || kg || Aantal || kg || Aantal || kg || ||
|| || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || ||
|| || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || ||
|| || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || ||
AANGELAND GEWICHT (IN KG) || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || ||
Opmerkingen || || || || ||
1 - Gebruik één blad per maand en één regel per dag. || || 3 - Met "dag" wordt bedoeld de dag van het uitzetten van de beuglijn. || 5 - Onderste regel (aangeland gewicht) pas invullen aan het einde van de reis. Het daadwerkelijke gewicht bij het aanlanden moet worden opgegeven. || ||
2 - Na afloop van elke reis een afschrift van het formulier bezorgen aan uw correspondent of aan ICCAT, Calle Corazón de María, 8, 28002 Madrid Spanje. || || 4 - "Visserijzone" betekent de positie van het vaartuig. Minuten afronden en breedte- en lengtegraden opgeven. N/Z en O/W vermelden. || || 6 - Alle gegevens van dit logboek worden strikt vertrouwelijk behandeld. || ||
Aanhangsel 4
Geldende wetgeving inzakeminimummaten van de aan boord gehouden vangsten
"Afdeling III: Over de minimummaten en-gewichten van de soorten
1. De minimummaten van desoorten moeten worden gemeten:
- voor vissen: van de punt van de snuit tot hetuiteinde van de staartvin (totale lengte);
- voor koppotigen, de lengte van het lichaam (demantel) zonder tentakels;
- voor schaaldieren, van de punt van het rostrum totde punt van de staart.
De punt van het rostrum is de voortzettingvan het pantser dat zich aan de voorkant in het midden van de cephalothoraxbevindt. In het geval van de roze langoest moet het midden van het holle deelvan het pantser tussen beide frontale uitsteeksels als referentiepunt wordengekozen.
2. De minimummaten en -gewichtenvan zeevissen, koppotigen en schaaldieren waarop de visserij is toegestaan,zijn:
(a) Voor zeevis:
- Sardinella's (Sardinellaaurita en Sardinella maderensis) 18cm
- Sardine (Sardinapilchardus) 16cm
- Horsmakrelen (Trachurusspp.) 19cm
- Horsmakreel (Decapterusrhonchus) 19cm
- Makreel (Scomberjaponicus) 25cm
- Goudbrasem (Sparusaurata) 20cm
- Brasem (Sparuscaeruleostictus), 23cm
- Roodgestreepte zeebrasem (Sparusauriga), Gewone zeebrasem (Sparus pagrus) 23 cm
- Tandbrasems (Dentexspp.) 15cm
- Rode pandora, Zeebrasem (Pagellusbellottii, Pagellus acarne) 19 cm
- Middellandse-Zeeknorvis (Plectorhynchusmediterraneus) 25 cm
- "Vieille noire" 25cm
- Zwarte ombervis (Sciaenaumbra) 25cm
- Ombervis (Argirosomusregius) en Senegalese ombervis (Pseudotholithus senegalensis) 70cm
- Wrakbaarzen (Epinephelusspp.) 40cm
- Zeepiranha, blauwvis,blauwbaars (Pomatomus saltator) 30cm
- West-Afrikaanse mul (Pseudupeneusprayensis) 17cm
- Harders (Mugil spp.) 20cm
- Gladde haai, toonhaai,zandhaai (Mustellus mustellus, Leptocharias smithi) 60cm
- Gevlekte zeebaars (Dicentrarchuspunctatus) 20cm
- Hondstong(Cynoglossus canariensis, Cynoglossus monodi) 20cm
- Hondstong(Cynoglossus cadenati, Cynoglossus senegalensis) 30cm
- Heken(Merluccius ssp.) 30cm
- Geelvintonijn(Thunnus albacares) met een gewicht van minder dan 3,2 kg
- Grootoogtonijn,patudo (Thunnus obesus) met een gewicht van minder dan 3,2 kg
(b) Voor koppotigen:
- Octopus(Octopus vulgaris) 500gr (gestript)
- Gewonepijlinktvis (Loligo vulgaris) 13cm
- Gewonezeekat, gewone inktvis, inktvis (Sepia officinalis) 13cm
- Inktvis(Sepia bertheloti) 07cm
(c) Voor schaaldieren:
- Koningslangoest,groene langoest (Panulirus regius) 21cm
- Rozelangoest (Panulirus mauritanicus) 23cm
- Rozediepzeegarnaal (Parapeneus longirostris) 06cm
- Diepzeekrab(Geryon maritae) 06cm
- (Penaeusnotialis, Penaeus kerathurus) 200per kg
Aanhangsel 5
Lijstvan omrekeningsfactoren
OMREKENINGSFACTOR, TOE TE PASSEN OPVISSERIJPRODUCTEN, VERKREGEN UIT AAN BOORD VAN TRAWLERS VERWERKTE KLEINEPELAGISCHE SOORTEN
Productie || Behandeling || Omrekeningsfactor
Sardinella Ontkopt Ontkopt, gestript Ontkopt, gestript || Handmatig versnijden Handmatig versnijden Machinaal versnijden || 1,416 1,675 1,795
Makreel Ontkopt Ontkopt, gestript Ontkopt Ontkopt, gestript || Handmatig versnijden Handmatig versnijden Machinaal versnijden Machinaal versnijden || 1,406 1,582 1,445 1,661
Haarstaartvis Ontkopt, gestript Moten Ontkopt, gestript (speciale versnijding) || Handmatig versnijden Handmatig versnijden Handmatig versnijden || 1,323 1,340 1,473
Sardine Ontkopt Ontkopt, gestript Ontkopt, gestript || Handmatig versnijden Handmatig versnijden Machinaal versnijden || 1,416 1,704 1,828
Horsmakreel Ontkopt Ontkopt Ontkopt, gestript Ontkopt, gestript || Handmatig versnijden Machinaal versnijden Handmatig versnijden Machinaal versnijden || 1,570 1,634 1,862 1,953
NB: Voor de verwerking van vis tot vismeel wordtde volgende omrekeningsfactor gebruikt: 5,5 ton verse vis voor 1 ton vismeel.
Aanhangsel6
ISLAMITISCHE REPUBLIEK MAURITANIË || || || || || || || || || || || ||
AANGIFTE AANLANDING/OVERLADING || || || || || || || || || || || || || ||
|| || || || || || || || || || || Dag || || Maand || || Jaar || Tijdstip ||
(A) Naam van het vaartuig (1) ....... || Haven van vertrek (4).... || || Datum (6) || || || || || || || || || || || || || ||
Radioroepnaam (2). || || || || || || || || || || || || || || ||
Naam van de kapitein (3) ... || Haven van terugkeer (5).... || || Datum (6) || || || || || || || || || || || ||
Nationaliteit || Radioroepnaam || Naam van het ontvangende vaartuig || || ||
|| || || || || || || || || || || || ||
|| || || || || || ||
|| || || || || || Handtekening van de kapitein van het visserijvaartuig ||
HET NETTOGEWICHT AANGEVEN IN KILOGRAM || || ||
Soort (B) || Handelsklasse (C) || Aanbiedingsvorm(D) || Nettogewicht (E) || Verkoopprijs (F) || Valuta (G) || Soort (B) || Handelsklasse (C) || Aanbiedingsvorm (D) || Nettogewicht (E) || Verkoopprijs (F) || Valuta (G)
|| || || || || || || || || || ||
|| || || || || || || || || || ||
|| || || || || || || || || || ||
Aanhangsel 7
AFBAKENING VAN DE MAURITAANSE VISSERIJZONES
|| || || || || || || || || || ||
EEZ-coördinaten / Protocol VMS EU
|| || || || || || || || || || ||
1 || Zuidelijke limiet || Breedtegraad || 16° || 04' || || NB || Lengtegraad || 19° || 58' || || WL
2 || Coördinaten || Breedtegraad || 16° || 30' || || NB || Lengtegraad || 19° || 54' || || WL
3 || Coördinaten || Breedtegraad || 17° || 00' || || NB || Lengtegraad || 19° || 47' || || WL
4 || Coördinaten || Breedtegraad || 17° || 30' || || NB || Lengtegraad || 19° || 33' || || WL
5 || Coördinaten || Breedtegraad || 18° || 00' || || NB || Lengtegraad || 19° || 29' || || WL
6 || Coördinaten || Breedtegraad || 18° || 30' || || NB || Lengtegraad || 19° || 28' || || WL
7 || Coördinaten || Breedtegraad || 19° || 00' || || NB || Lengtegraad || 19° || 43' || || WL
8 || Coördinaten || Breedtegraad || 19° || 23' || || NB || Lengtegraad || 20° || 01' || || WL
9 || Coördinaten || Breedtegraad || 19° || 30' || || NB || Lengtegraad || 20° || 04' || || WL
10 || Coördinaten || Breedtegraad || 20° || 00' || || NB || Lengtegraad || 20° || 14,5' || || WL
11 || Coördinaten || Breedtegraad || 20° || 30' || || NB || Lengtegraad || 20° || 25,5' || || WL
12 || Noordelijke limiet || Breedtegraad || 20° || 46' || || NB || Lengtegraad || 20° || 04,5' || || WL
|| || || || || || || || || || ||
Aanhangsel8
VERSLAG VAN DE MAURITAANSE WETENSCHAPPELIJKE WAARNEMER
Naam van de waarnemer: .............................................................................................................
Vaartuig: ............................................. Nationaliteit: ................................................................. Registratienummer en haven van registratie: ...................................................................................... Kentekens: .............................. Tonnage : .................... BT, Motorvermogen: ........................... pk Vergunning: ............................. nr.: .......................... Categorie: ...................................................... Naam van de kapitein: ................................................Nationaliteit: .............................................
Waarnemer aan boord gegaan: Datum: ................................. Haven: ................................ Waarnemer van boord gegaan: Datum: ..................................Haven: ................................
Toegestane vismethode ................................................................................................. Gebruikt vistuig: ....................................................................................................................... Maaswijdte en/of afmetingen: .................................................................................................... Vangstzones: .................................................................................................. Afstand tot de kust: ................................................................................................................ Aantal aangemonsterde Mauritaanse zeelieden: ................................ Verklaring van binnenvaren ././. in en verlaten ././. van de visserijzone
Raming van de waarnemer Totale vangst (kg): .................. ....................., gemeld in logboek: ....................... Bijvangsten: soorten ..................................................., geraamd percentage: ...........% Teruggooi: soorten: ......................................................., hoeveelheid (kg): .......................
Soorten aan boord || || || || || || ||
Hoeveelheid (kg) || || || || || || ||
Soorten aan boord || || || || || || ||
Hoeveelheid (kg) || || || || || || ||
Door de waarnemer geconstateerde feiten:
Aard van het geconstateerde feit || datum || positie
|| ||
|| ||
|| ||
|| ||
Door de waarnemer gemaakte opmerkingen (algemene opmerkingen):. ............................................................................................................................................ ............................................................................................................................................ ............................................................................................................................................
Gedaan te .............................................................., op ......................................... Handtekening van de waarnemer ..................................................................
Opmerkingen van de kapitein: ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ Kopie van het verslag ontvangen op: ..... Handtekening van de kapitein.............................
Verslag overhandigd aan ................... Functie: ........................................................................................
BIJLAGE 2
Financiële steun voor de bevordering van eenverantwoorde en duurzame visserij
1. Doelstellingenen bedragen
Deze steun dientte worden beschouwd als een vorm van openbare steun die losstaat van hetcommerciële deel van de overeenkomst (artikel 7, lid 1, onder a) en van dit protocol(artikel 2, lid 1).
De in artikel 2,lid 2, van dit protocol bedoelde financiële steun bedraagt 3 miljoen euro perjaar. Doel van de steun is een verantwoorde en duurzame visserij in deMauritaanse visserijzones te bevorderen in overeenstemming met de strategischedoelstellingen, i.e. de instandhouding van de visbestanden en de betereintegratie van de sector in de nationale economie.
De financiële steun bestaat uit de volgendedrie interventieassen.
|| Maatregelen
As I: WETENSCHAPPELIJKE SAMENWERKING EN OPLEIDING || Steun voor de uitvoering van plannen voor het beheer van de visserij (IMROP, ONISPA, ENEMP).
As II: BEWAKING || Steun voor de activiteiten van de DSPCM.
As III: MILIEU || Behoud van het mariene milieu en het kustmilieu (PNBA en PND).
2. Begunstigden
De begunstigden van deze steun zijnrespectievelijk het ministerie van Visserij en het ministerie van Milieu enDuurzame Ontwikkeling. De institutionele begunstigden werken nauw samen met hetministerie van Financiën.
3. Uitvoeringskader
De Europese Unie enMauritanië komen na de inwerkingtreding van dit protocol in de in artikel 10van de overeenkomst bedoelde gemengde commissie tot een akkoord over desubsidiabiliteitsvoorwaarden, de rechtsgrondslagen, de planning, de follow-up,de evaluatie en de betalingsvoorwaarden.
4. Zichtbaarheid
Mauritanië verbindt zich ertoe dezichtbaarheid van de middels deze steun uitgevoerde maatregelen te garanderen.Hiertoe passen de begunstigden, in coördinatie met de EU-delegatie inNouakchott, de door de Europese Commissie vastgestelde "visibilityguidelines" toe. Zo moet voor elk project in een clausule worden bepaalddat de steun van de Europese Unie zichtbaar met worden gemaakt, met name aan dehand van een specifiek logo (de "EU-vlag"). Tot slot deeltMauritanië aan de Europese Unie mee wanneer de projecten feestelijk zullenworden bekendgemaakt.
FINANCIEEL MEMORANDUM
1. KADER VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF
1.1. Benaming van het voorstel/initiatief
1.2. Betrokkenbeleidsterrein(en) in de ABM/ABB-structuur
1.3. Aardvan het voorstel/initiatief
1.4. Doelstelling(en)
1.5. Motiveringvan het voorstel/initiatief
1.6. Duuren financiële gevolgen
1.7. Beheersvorm(en)
2. BEHEERSMAATREGELEN
2.1. Regelsinzake het toezicht en de verslagen
2.2. Beheers-en controlesysteem
2.3. Maatregelenter voorkoming van fraude en onregelmatigheden
3. GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HETVOORSTEL/INITIATIEF
3.1. Rubriek(en)van het meerjarig financieel kader en betrokken begrotingsonderde(e)l(en) vooruitgaven
3.2. Geraamdegevolgen voor de uitgaven
3.2.1. Samenvatting van degeraamde gevolgen voor de uitgaven
3.2.2. Geraamde gevolgenvoor de beleidskredieten
3.2.3. Geraamde gevolgenvoor de administratieve kredieten
3.2.4. Verenigbaarheid methet huidig meerjarig financieel kader
3.2.5. Bijdrage van derdenaan de financiering
3.3. Geraamde gevolgen voor deontvangsten
FINANCIEEL MEMORANDUM
1. KADER VAN HET VOORSTEL/INITIATIEF
1.1. Benaming van hetvoorstel/initiatief
Voorstelvoor een besluit van de Raad betreffende de sluiting van het tussen de EuropeseUnie en de Islamitische Republiek Mauritanië overeengekomen protocol totvaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarinis voorzien bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen beidepartijen.
1.2. Betrokken beleidsterrein(en)in de ABM/ABB-structuur[4]
11. - Maritieme zaken en visserij
11.03 - Internationale visserij en zeerecht
1.3. Aard van hetvoorstel/initiatief
¨ Het voorstel/initiatief betreft een nieuwe actie
¨ Het voorstel/initiatief betreft een nieuwe actie na eenproefproject/een voorbereidende actie[5]
X Het voorstel/initiatiefbetreft de verlenging van een bestaande actie
¨ Het voorstel/initiatief betreft een actie die wordt omgebogen naareen nieuwe actie
1.4. Doelstelling(en)
1.4.1. De met het voorstel/initiatiefbeoogde strategische meerjarendoelstelling(en) van de Commissie
Het onderhandelen over en het sluiten vanvisserijovereenkomsten met derde landen past bij de algemene doelstelling, namelijkde visserijactiviteiten van de vloot van de Europese Unie, inclusief de verrevloot, in stand te houden en te beschermen en de betrekkingen in het kader vaneen partnerschap te ontwikkelen om de duurzame exploitatie van de visbestandenbuiten de wateren van de Europese Unie te stimuleren.
De partnerschapsovereenkomsten inzake visserij zorgeneveneens voor coherentie tussen de beginselen van het gemeenschappelijkvisserijbeleid en de verbintenissen in het kader van andere Europesebeleidslijnen (duurzame exploitatie van de visbestanden van derde landen,bestrijding van illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij (IOO),integratie van de partnerlanden in de wereldeconomie en een beter politiek enfinancieel visserijbeheer).
1.4.2. Specifieke doelstelling(en) enbetrokken ABM/ABB-activiteiten
Specifieke doelstelling nr. 1
Bijdragen tot een duurzame visserij in de waterenbuiten de Unie, de Europese aanwezigheid in de verre visserij handhaven en debelangen van de Europese visserijsector en de consument beschermen door hetonderhandelen over en het sluiten van partnerschapsovereenkomsten inzakevisserij met kuststaten, in samenhang met andere Europese beleidslijnen.
Betrokken ABM/ABB-activiteit(en)
Maritieme zaken en visserij, internationale visserij enzeerecht, internationale visserijovereenkomsten (begrotingsonderdeel 11.0301)
1.4.3. Verwachte resulta(a)t(en) engevolg(en)
Vermeld de gevolgendie het voorstel/initiatief zou moeten hebben op de begunstigden/doelgroepen
Metde sluiting van het protocol worden de vangstmogelijkheden van de Europesevaartuigen in de visserijzone van Mauritanië beter gehandhaafd.
Viafinanciële steun (sectorale steun) voor de tenuitvoerlegging van op nationaalniveau door het partnerland vastgestelde programma's leidt het protocol voortstot een beter beheer en een betere instandhouding van de visbestanden.
1.4.4. Resultaat- eneffectindicatoren
Vermeld de indicatorenaan de hand waarvan kan worden nagegaan in hoeverre het voorstel/initiatief isuitgevoerd.
Gebruikvan de vangstmogelijkheden (percentage van de gebruikte visvergunningen tenopzichte van de door het protocol geboden mogelijkheden);
verzamelingen analyse van gegevens over de vangsten en de handelswaarde van deovereenkomst;
bijdrageaan de werkgelegenheid en de toegevoegde waarde in de EU en aan destabilisering van de EU-markt (op geaggregeerd niveau met anderepartnerschapsovereenkomsten inzake visserij);
hetaantal technische vergaderingen en bijeenkomsten van de gemengde commissie.
1.5. Motivering van hetvoorstel/initiatief
1.5.1. Behoefte(n) waarin op korte oflange termijn moet worden voorzien
Hetprotocol voor de periode 2008-2012 loopt op 31 juli 2012 af. Vanaf de datum vanondertekening is het nieuwe protocol voorlopig van toepassing. Parallel aan deonderhavige procedure wordt een procedure inzake de goedkeuring van een besluitvan de Raad betreffende de voorlopige toepassing van het protocol ingeleid.
Methet nieuwe protocol wordt een kader geschapen voor de visserijactiviteit van deEuropese vloot zodat de reders visvergunningen voor de Mauritaansevisserijzones kunnen blijven verkrijgen. Bovendien wordt met het nieuweprotocol de samenwerking tussen de Europese Unie en Mauritanië met het oog ophet bevorderen van een duurzaam visserijbeleid versterkt. Met name voorziet hetprotocol in het volgen van de vaartuigen met VMS en bevordert het deelektronische transmissie van vangstgegevens.
1.5.2. Toegevoegde waarde van dedeelname van de EU
Alsde EU geen nieuw protocol sluit, worden er particuliere overeenkomstengesloten, waardoor de duurzaamheid van de visserij niet langer gegarandeerd is.De Europese Unie hoopt met dit protocol ook ervoor te zorgen dat Mauritaniëdoelmatig met de Unie blijft samenwerken aan een duurzame visserij.
Demiddelen van het protocol bieden Mauritanië de mogelijkheid de strategischeplanning op het gebied van de uitvoering van zijn visserijbeleid voort tezetten.
1.5.3. Nuttige ervaring die bijsoortgelijke activiteiten in het verleden is opgedaan
Vanwegede onderbenutting van de vangstmogelijkheden in bepaalde visserijcategorieën inhet kader van het huidige protocol en vanwege de conclusies vanwetenschappelijk advies hebben de partijen de vangstmogelijkheden verlaagd. Ditneemt niet weg dat de overeenkomstige commerciële waarde naar boven isbijgesteld als gevolg van de ontwikkeling van de marktprijzen.
1.5.4. Samenhang en eventuelesynergie met andere relevante instrumenten
Demiddelen die in het kader van de partnerschapsovereenkomsten inzake visserijworden overgemaakt, vormen vrij besteedbare inkomsten in de begrotingen van dederde partnerlanden. Voorwaarde voor de sluiting en de follow-up van departnerschapsovereenkomsten inzake visserij is evenwel dat een deel van dezemiddelen voor de tenuitvoerlegging van maatregelen in het kader van hetsectorale beleid van het land wordt bestemd. Deze financiële middelen, dielosgekoppeld zijn van het commerciële deel van het protocol, zijn verenigbaarmet andere financieringsbronnen van andere internationale geldschieters voor deuitvoering van projecten en/of programma's in de visserijsector op nationaalniveau.
1.6. Duur en financiële gevolgen
X Voorstel/initiatief met een beperktegeldigheidsduur
· X Voorstel/initiatief dat met ingang van de datum van ondertekeningvoor een periode van twee jaar van kracht is.
· X Financiële gevolgen vanaf 2012 tot en met 2014
¨ Voorstel/initiatief met een onbeperktegeldigheidsduur
¨ Uitvoering met een opstartperiode vanaf JJJJ tot en met JJJJ,
¨ gevolgd door een volledige uitvoering.
1.7. Beheersvorm(en)[6]
X Direct gecentraliseerd beheer door deCommissie
¨ Indirect gecentraliseerd beheer door uitvoeringstaken te delegeren aan:
¨ uitvoerende agentschappen
¨ door de Gemeenschappen opgerichte organen[7]
¨ nationale publiekrechtelijke organen of organen met eenopenbaredienstverleningstaak
· ¨ personen aan wiede uitvoering van specifieke acties in het kader van titel V van het Verdragbetreffende de Europese Unie is toevertrouwd en die worden genoemd in hetbetrokken basisbesluit in de zin van artikel 49 van het Financieel Reglement
¨ Gedeeld beheer metde lidstaten
¨ Gedecentraliseerd beheer met derde landen
¨ Gezamenlijk beheermet internationale organisaties (geef aan welke)
Verstrek, indien meerdan een beheersvorm is aangekruist, extra informatie onder"Opmerkingen".
Opmerkingen
2. BEHEERSMAATREGELEN
2.1. Regels inzake het toezicht ende verslagen
Vermeld frequentie envoorwaarden.
DeCommissie (DG MARE, in samenwerking met de delegatie van de Europese Unie teNouakchott) zal regelmatig toezicht houden op de uitvoering van dit protocol,met name wat betreft het gebruik van de vangstmogelijkheden door demarktdeelnemers en de gegevens over de vangsten.
Voortsvoorziet de partnerschapsovereenkomst in de visserijsector in ten minste éénjaarlijkse bijeenkomst van de gemengde commissie. Tijdens deze bijeenkomstbespreekt de Commissie met het derde land de tenuitvoerlegging van deovereenkomst en het protocol en worden zo nodig de programmering en definanciële tegenprestatie aangepast.
2.2. Beheers- en controlesysteem
2.2.1. Geconstateerd(e) risico('s)
Aande invoering van een protocol bij de visserijovereenkomst is een aantalrisico's verbonden die met name betrekking hebben op de bedragen voor definanciering van het sectorale visserijbeleid (onderprogrammering).
2.2.2. Controlemiddel(en)
Eris een intensieve dialoog over de programmering en de uitvoering van hetsectorale visserijbeleid gepland. De in punt 2.1 genoemde gezamenlijke analysevan de resultaten maakt eveneens deel uit van deze controlemiddelen.
Voortsvoorziet het protocol in specifieke bepalingen voor de opschorting ervan, onderbepaalde voorwaarden en in bepaalde omstandigheden.
2.3. Maatregelen ter voorkomingvan fraude en onregelmatigheden
Vermeld de bestaandeen geplande preventie- en beschermingsmaatregelen.
DeCommissie zal streven naar een permanente politieke dialoog en overleg om hetbeheer van de overeenkomst te verbeteren en de bijdrage van de Unie aan hetduurzaam beheer van de visserijrijkdommen te vergroten. Onder alleomstandigheden gelden voor alle betalingen die de Commissie in het kader vaneen visserijovereenkomst verricht, de normale begrotings- enfinancieringsvoorschriften van de Commissie. Op grond hiervan moeten met namede bankrekeningen van het derde land waarop de bedragen van de financiëletegenprestatie worden gestort, volledig kunnen worden geïdentificeerd. Wat hetonderhavige protocol betreft, is in bijlage 1, hoofdstuk I, punt 5, bepaald datde financiële tegenprestatie volledig moet worden overgemaakt op een rekeningvan de Mauritaanse Centrale Bank.
3. GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN VAN HETVOORSTEL/INITIATIEF
3.1. Rubriek(en) van het meerjarigfinancieel kader en betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven
· Bestaande begrotingsonderdelen
In volgorde van derubrieken van het meerjarig financieel kader en de begrotingsonderdelen
Rubriek van het meerjarig financieel kader || Begrotingsonderdeel || Soort uitgave || Deelname
Nummer [Omschrijving.............] || GK/ NGK ([8]) || van EVA-landen[9] || van kandidaat-lidstaten[10] || van derde landen || in de zin van artikel 18, lid 1, onder a bis), van het Financieel Reglement
2 || 11.0301 Internationale visserijovereenkomsten || GK || NEE || NEE || NEE || NEE
· Te creëren nieuwe begrotingsonderdelen
In volgorde van de rubrieken van het meerjarig financieelkader en de begrotingsonderdelen
Rubriek van het meerjarig financieel kader || Begrotingsonderdeel || Soort uitgave || Deelname
Nummer [Omschrijving.............] || GK/ NGK || van EVA-landen || van kandidaat-lidstaten || van derde landen || in de zin van artikel 18, lid 1, onder a bis), van het Financieel Reglement
|| [XX.YY.YY.YY] || || JA/NEE || JA/NEE || JA/NEE || JA/NEE
3.2. Geraamde gevolgen voor deuitgaven
3.2.1. Samenvatting van de geraamdegevolgen voor de uitgaven
in miljoenen euro's (tot op 3 decimalen)
Rubriek van het meerjarig financieel kader || Nummer || Bescherming en beheer van natuurlijke hulpbronnen
DG: MARE || || || Jaar N[11] 2012 || Jaar N+1 2013 || Jaar N+2 2014 || Jaar N+3 2015 || zoveel kolommen als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6) || TOTAAL
Beleidskredieten || || || || || || || ||
Nummer begrotingsonderdeel || Vastleggingen || (1) || 70,000 || 70,000 || || || || || || 140,000
Betalingen || (2) || 70,000 || 70,000 || || || || || || 140,000
Nummer begrotingsonderdeel || Vastleggingen || (1a) || || || || || || || ||
Betalingen || (2a) || || || || || || || ||
Uit het budget van specifieke programma's gefinancierde administratieve kredieten[12] || || || || || || || ||
Nummer begrotingsonderdeel || || (3) || || || || || || || ||
TOTAAL kredieten voor DG <...> || Vastleggingen || =1+1a +3 || 70,000 || 70,000 || || || || || ||
Betalingen || =2+2a +3 || 70,000 || 70,000 || || || || || ||
TOTAAL beleidskredieten || Vastleggingen || (4) || 70,000 || 70,000 || || || || || || 140,000
Betalingen || (5) || 70,000 || 70,000 || || || || || || 140,000
TOTAAL van de uit de programma's gefinancierde administratieve kredieten || (6) || 0 || 0 || || || || || || 0
TOTAAL kredieten voor RUBRIEK <...> van het meerjarig financieel kader || Vastleggingen || =4+ 6 || 70,000 || 70,000 || || || || || || 140,000
Betalingen || =5+ 6 || 70,000 || 70,000 || || || || || ||
Wanneer het voorstel/initiatief gevolgen heeft voormeerdere rubrieken:
TOTAAL beleidskredieten || Vastleggingen || (4) || || || || || || || ||
Betalingen || (5) || || || || || || || ||
TOTAAL van de uit de programma's gefinancierde administratieve kredieten || (6) || || || || || || || ||
TOTAAL kredieten voor de RUBRIEKEN 1 tot en met 4 van het meerjarig financieel kader (referentiebedrag) || Vastleggingen || =4+ 6 || || || || || || || ||
Betalingen || =5+ 6 || || || || || || || ||
Rubriek van het meerjarig financieel kader || 5 || "Administratieve uitgaven"
in miljoenen euro's (tot op 3 decimalen)
|| || || Jaar N 2012 || Jaar N+1 2013 || Jaar N+2 2014 || Jaar N+3 2015 || zoveel kolommen als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6) || TOTAAL
DG: <...> ||
Personele middelen || 0,298 || 0,298 || || || || || ||
Overige administratieve uitgaven || 0,010 || 0,010 || || || || || ||
TOTAAL DG <...> || Kredieten || 0,308 || 0,308 || || || || || ||
TOTAAL kredieten voor RUBRIEK 5 van het meerjarig financieel kader || (Totaal vastleggingen = totaal betalingen) || 0,308 || 0,308 || || || || || || 0,616
in miljoenen euro's (tot op 3 decimalen)
|| || || Jaar N[13] 2012 || Jaar N+1 2013 || Jaar N+2 2014 || Jaar N+3 2015 || zoveel kolommen als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6) || TOTAAL
TOTAAL kredieten voor de RUBRIEKEN 1 tot en met 5 van het meerjarig financieel kader || Vastleggingen || 70,308 || 70,308 || || || || || || 140,616
Betalingen || 70,308 || 70,308 || || || || || || 140,616
3.2.2. Geraamde gevolgen voor debeleidskredieten
¨ Voor het voorstel/initiatief zijn geen beleidskredieten nodig
X Voor het voorstel/initiatief zijnbeleidskredieten nodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:
Vastleggingskredieten, in miljoenen euro's (tot op 3decimalen)
Vermeld doelstellingen en outputs ò || || || Jaar N 2012 || Jaar N+1 2013 || Jaar N+2 2014 || Jaar N+3 2015 || zoveel kolommen als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6) || TOTAAL
OUTPUTS
Type[14] || Gem. kosten || Aantal || Kosten || Aantal || Kosten || Aantal || Kosten || Aantal || Kosten || Aantal || Kosten || Aantal || Kosten || Aantal || Kosten || Totaal aantal outputs || Totale kosten
SPECIFIEKE DOELSTELLING NR. 1[15] || || || || || || || || || || || || || || || ||
- Vergunningen tonijnvaartuigen || Tonnage || 65 ?/t || 2500 || 0,163 || 2500 || 0,163 || || || || || || || || || || || ||
- Vergunningen trawlers || Prijs vergunning || 249 ?/t || 2684 || 0,668 || 2684 || 0,668 || || || || || || || || || || || ||
- Sectorale steun || || 3,000 || 1 || 3,000 || 1 || 3,000 || || || || || || || || || || || ||
Subtotaal specifieke doelstelling nr. 1 || || 70,000 || || 70,000 || || || || || || || || || || || ||
SPECIFIEKE DOELSTELLING nr. 2. || || || || || || || || || || || || || || || ||
- Gerealiseerd || || || || || || || || || || || || || || || || || ||
Subtotaal specifieke doelstelling nr. 2 || || || || || || || || || || || || || || || ||
TOTALE KOSTEN || || 70,000 || || 70,000 || || || || || || || || || || || ||
3.2.3. Geraamde gevolgen voor deadministratieve kredieten
3.2.3.1. Samenvatting
¨ Voor het voorstel/initiatief zijn geen administratieve kredietennodig
¨ Voor het voorstel/initiatief zijn administratieve kredietennodig, zoals hieronder nader wordt beschreven:
in miljoenen euro's(tot op 3 decimalen)
|| Jaar N[16] 2012 || Jaar N+1 2013 || Jaar N+2 2014 || Jaar N+3 2015 || zoveel kolommen als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6) || TOTAAL
RUBRIEK 5 van het meerjarig financieel kader || || || || || || || ||
Personele middelen || 0,298 || 0,298 || || || || || || 0,596
Overige administratieve uitgaven || 0,010 || 0,010 || || || || || || 0,020
Subtotaal RUBRIEK 5 van het meerjarig financieel kader || 0,308 || 0,308 || || || || || || 0,616
Buiten RUBRIEK 5[17] van het meerjarig financieel kader || || || || || || || ||
Personele middelen || || || || || || || ||
Andere administratieve uitgaven || || || || || || || ||
Subtotaal buiten RUBRIEK 5 van het meerjarig financieel kader || || || || || || || ||
TOTAAL || 0,308 || 0,308 || || || || || || 0,616
3.2.3.2. Geraamdepersoneelsbehoeften
¨ Voor het voorstel/initiatief zijn geen personele middelen nodig
¨ Voor het voorstel/initiatief zijn personele middelen nodig, zoalshieronder nader wordt beschreven:
Raming in een geheel getal (of met hoogstens 1decimaal)
|| || Jaar N 2012 || Jaar N+1 2013 || Jaar N+2 2014 || Jaar N+3 2015 || zoveel kolommen als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)
Posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten (ambtenaren en tijdelijke functionarissen) ||
|| XX 01 01 01 (zetel en vertegenwoordigingen van de Commissie) || 0,298 || 0,298 || || || || ||
|| XX 01 01 02 (delegaties) || || || || || || ||
|| XX 01 05 01 (onderzoek door derden) || || || || || || ||
|| 10 01 05 01 (eigen onderzoek) || || || || || || ||
|| Extern personeel (in voltijdequivalent - VTE)[18] ||
|| XX 01 02 01 (AC, END, INT van de totale toewijzing) || || || || || || ||
|| XX 01 02 02 (AC, AL, END, INT en JED in de delegaties) || || || || || || ||
|| XX 01 04 yy[19] || - in de zetel[20] || || || || || || ||
|| - in de delegatie || || || || || || ||
|| XX 01 05 02 (AC, END, INT - onderzoek door derden) || || || || || || ||
|| 10 01 05 02 (AC, END, INT - eigen onderzoek) || || || || || || ||
|| Ander begrotingsonderdeel (te vermelden) || || || || || || ||
|| TOTAAL || 0,298 || 0,298 || || || || ||
XX is het beleidsterrein of de begrotingstitel
De benodigde personelemiddelen zullen worden gefinancierd uit de middelen die reeds voor het beheervan deze actie zijn toegewezen en/of binnen het DG zijn herverdeeld, eventueelaangevuld met middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsproceduremet inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnenworden toegewezen.
Beschrijving van deuit te voeren taken:
Ambtenaren en tijdelijke functionarissen || Beheer en follow-up van het proces voor de (her)onderhandeling over de partnerschapsovereenkomst inzake visserij en de goedkeuring van het resultaat van de onderhandelingen door de instellingen, beheer van de lopende overeenkomst, met inbegrip van de permanente financiële en operationele follow-up; beheer van de vergunningen 2 ambtenaren DG MARE + eenheidshoofd/adjunct-eenheidshoofd: geraamd op in totaal 2,35 personen per jaar. Berekening van de kosten van 2,35 personen/jaar x 127 000 EUR/jaar = 298 450 EUR = 0,298 miljoen EUR
Extern personeel ||
3.2.4. Verenigbaarheid met het huidigmeerjarig financieel kader
X Het voorstel/initiatief is verenigbaar methet huidige meerjarige financiële kader
¨ Het voorstel/initiatief vergt herprogrammering van de betrokkenrubriek van het meerjarige financiële kader
Zet uiteen welke herprogrammering nodig is, ondervermelding van de betrokken begrotingsonderdelen en de desbetreffende bedragen.
¨ Het voorstel/initiatief vergt toepassing van hetflexibiliteitsinstrument of herziening van het meerjarig financieel kader[21].
Zet uiteen wat nodig is, onder vermelding van debetrokken rubrieken en begrotingsonderdelen en de desbetreffende bedragen.
3.2.5. Bijdrage van derden aan definanciering
X Het voorstel/initiatief voorziet niet inmedefinanciering door derden
Het voorstel/initiatief voorziet inmedefinanciering, zoals hieronder wordt geraamd:
Kredieten in miljoenen euro's (tot op 3 decimalen)
|| Jaar N || Jaar N+1 || Jaar N+2 || Jaar N+3 || zoveel kolommen als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6) || Totaal
Medefinancieringsbron || || || || || || || ||
TOTAAL medegefinancierde kredieten || || || || || || || ||
3.3. Geraamde gevolgen voor deontvangsten
X Het voorstel/initiatief heeft geenfinanciële gevolgen voor de ontvangsten
¨ Het voorstel/initiatief heeft de hieronder beschreven financiëlegevolgen:
· ¨ voor de eigen middelen
· ¨ voor de diverse ontvangsten
in miljoenen euro's (tot op 3 decimalen)
Begrotingsonderdeel voor ontvangsten: || Voor het lopende begrotingsjaar beschikbare kredieten || Gevolgen van het voorstel/initiatief[22]
Jaar N || Jaar N+1 || Jaar N+2 || Jaar N+3 || zoveel kolommen als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)
Artikel ....... || || || || || || || ||
Voor de diverseontvangsten die worden "toegewezen", vermeld het (de)betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven.
Vermeld de wijze vanberekening van de gevolgen voor de ontvangsten.
[1] Besluit 2004/585/EG van de Raad van 19 juli 2004 totoprichting van regionale adviesraden in het kader van het gemeenschappelijkvisserijbeleid, PB L 142M van 30.5.2006, blz. 176-181.
[2] PB L 343 van 8.12.2006.
[3] Zeerechtverdrag van de Verenigde Naties (met bijlagen,slotakte en processen-verbaal van verbetering van de slotakte van 3 maart 1986en 26 juli 1993), gesloten te Montego Bay op 10 december 1982 - United NationsTreaty Series van 16.11.1994, vol. 1834, I-31363, blz. 3-178.
[4] ABM: Activity Based Management - ABB: ActivityBased Budgeting.
[5] In de zin van artikel 49, lid 6, onder a)of b), van het Financieel Reglement.
[6] Nadere gegevens over de beheersvormen en verwijzingennaar het Financieel Reglement zijn beschikbaar op BudgWeb: http://www.cc.cec/budg/man/budgmanag/budgmanag_en.html.
[7] In de zin van artikel 185 van het FinancieelReglement.
[8] GK = gesplitste kredieten/NGK = niet-gesplitstekredieten.
[9] EVA: Europese Vrijhandelsassociatie.
[10] Kandidaat-lidstaten en, in voorkomend geval, potentiëlekandidaat-lidstaten van de Westelijke Balkan.
[11] Het jaar N is het jaar waarin met de uitvoering van hetvoorstel/initiatief wordt begonnen.
[12] Technische en/of administratieve bijstand en uitgaven terondersteuning van de uitvoering van programma's en/of acties van de EU(vroegere "BA"-onderdelen), onderzoek door derden, eigen onderzoek.
[13] Het jaar N is het jaar waarin met de uitvoering van hetvoorstel/initiatief wordt begonnen.
[14] Outputs zijn de te verstrekken producten en diensten (bv.aantal gefinancierde studentenuitwisselingen, aantal km aangelegde wegen,enz.).
[15] Zoals beschreven in punt 1.4.2. "Specifiekedoelstelling(en)".
[16] Het jaar N is het jaar waarin met de uitvoering van hetvoorstel/initiatief wordt begonnen.
[17] Technische en/of administratieve bijstand en uitgaven terondersteuning van de uitvoering van programma's en/of acties van de EU(vroegere "BA"-onderdelen), onderzoek door derden, eigen onderzoek.
[18] CA= arbeidscontractant (Contract Agent); LA = plaatselijkfunctionaris (Local Agent); END = expert national détaché (gedetacheerdnationaal deskundige); INT = intérimaire (uitzendkracht); JED = jeune expert endélégation (jonge deskundige in delegaties).
[19] Submaximum voor extern personeel uit beleidskredieten(vroegere "BA"-onderdelen).
[20] Vooral voor structuurfondsen, Europees Landbouwfonds voorPlattelandsontwikkeling (ELFPO) en Europees Visserijfonds (EVF).
[21] Zie de punten 19 en 24 van het InterinstitutioneelAkkoord.
[22] Voor traditionele eigen middelen (douanerechten ensuikerheffingen) moeten nettobedragen worden vermeld, d.w.z. na aftrek van 25%aan inningskosten.