Verslag over de jaarrekening van het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur betreffende het begrotingsjaar 2011 vergezeld van het antwoord van het Agentschap
Verslag over de jaarrekening van het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur betreffende het begrotingsjaar 2011 vergezeld van het antwoord van het Agentschap
15.12.2012 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | C 388/34 |
VERSLAG
over de jaarrekening van het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur betreffende het begrotingsjaar 2011 vergezeld van het antwoord van het Agentschap
2012/C 388/07
INLEIDING
1. | Het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur (hierna: „Agentschap”), gevestigd te Brussel, werd opgericht bij Besluit 2009/336/EG van de Commissie(1). Het Agentschap heeft tot taak de door de Commissie vastgestelde programma's op het gebied van onderwijs, audiovisuele media en cultuur te beheren, met inbegrip van de gedetailleerde uitvoering van projecten met een technisch karakter(2). |
TOELICHTING BIJ DE BETROUWBAARHEIDSVERKLARING
2. | De door de Rekenkamer gehanteerde controleaanpak omvat analytische controleprocedures, rechtstreekse toetsing van verrichtingen en een beoordeling van de essentiële controles van de toezicht- en controlesystemen van het Agentschap. Hierbij komt nog controle-informatie die voortkomt uit het werk van andere controleurs (indien relevant) en een analyse van de „management representations”. |
BETROUWBAARHEIDSVERKLARING
3. | Overeenkomstig het bepaalde in artikel 287 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie controleerde de Rekenkamer de jaarrekening(3) van het Agentschap, die bestaat uit de „financiële staten”(4) en de „verslagen over de uitvoering van de begroting”(5) betreffende het per 31 december 2011 afgesloten begrotingsjaar, alsmede de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij die rekening. |
De verantwoordelijkheid van de leiding
4. | Als ordonnateur voert de directeur de begroting aan de ontvangsten- en uitgavenzijde uit overeenkomstig de financiële regeling van het Agentschap, onder zijn eigen verantwoordelijkheid en binnen de grens van de toegekende kredieten(6). De directeur is verantwoordelijk voor het opzetten(7) van de organisatorische structuur en van de interne beheers- en controlesystemen en -procedures die van belang zijn om definitieve rekeningen(8) te kunnen opstellen die geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten bevatten en om te verzekeren dat de onderliggende verrichtingen bij deze rekeningen wettig en regelmatig zijn. |
De verantwoordelijkheid van de controleur
5. | De Rekenkamer heeft de verantwoordelijkheid om op basis van haar controle aan het Europees Parlement en de Raad(9) een verklaring voor te leggen over de betrouwbaarheid van de jaarrekening van het Agentschap en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij die rekening. |
6. | De Rekenkamer heeft haar controle uitgevoerd overeenkomstig de internationale controlestandaarden en de regels inzake beroepsethiek van IFAC en de internationale standaarden van hoge controle-instanties van INTOSAI. Volgens die standaarden moet de Rekenkamer de controle zodanig plannen en uitvoeren dat redelijke zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening van het Agentschap geen afwijkingen van materieel belang bevat en de onderliggende verrichtingen bij die rekening wettig en regelmatig zijn. |
7. | Een controle houdt in dat procedures worden uitgevoerd om controle-informatie te verkrijgen over de bedragen en mededelingen in de rekeningen en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen daarbij. De selectie van de procedures is afhankelijk van het oordeel van de controleur, dat een beoordeling omvat van de risico's op afwijkingen van materieel belang in de rekeningen en op niet-conformiteit van materieel belang van de onderliggende verrichtingen met de EU-regelgeving, hetzij door fraude, hetzij door fouten. Bij deze risicobeoordeling kijkt de controleur naar de interne controles met betrekking tot de opstelling en getrouwe weergave van de rekeningen en naar de toezicht- en controlesystemen die worden gehanteerd ter waarborging van de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen, om controleprocedures op te zetten die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn. Een controle houdt tevens een beoordeling in van de geschiktheid van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaglegging en van de redelijkheid van de gemaakte boekhoudkundige schattingen, evenals een beoordeling van de algehele presentatie van de rekeningen. |
8. | De Rekenkamer is van oordeel dat de verkregen controle-informatie toereikend is en geschikt als grondslag voor de navolgende oordelen. |
Oordeel over de betrouwbaarheid van de rekeningen
9. | Naar het oordeel van de Rekenkamer geeft de jaarrekening van het Agentschap(10) op alle materiële punten een getrouw beeld van zijn financiële situatie per 31 december 2011 en van de resultaten van zijn verrichtingen en kasstromen in het op die datum afgesloten jaar, overeenkomstig de bepalingen van zijn financieel reglement en de door de rekenplichtige van de Commissie vastgestelde boekhoudregels(11). |
Oordeel over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij de rekeningen
10. | Naar het oordeel van de Rekenkamer zijn de onderliggende verrichtingen bij de jaarrekening van het Agentschap betreffende het per 31 december 2011 afgesloten begrotingsjaar op alle materiële punten wettig en regelmatig. |
Dit verslag werd door kamer IV onder voorzitterschap van de heer Louis GALEA, lid van de Rekenkamer, te Luxemburg vastgesteld op haar vergadering van 11 september 2012.
Voor de Rekenkamer
Vítor Manuel da SILVA CALDEIRA
President
BIJLAGE
Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur (Brussel)
Bevoegdheden en activiteiten
Bevoegdheden van de Unie volgens het Verdrag (Artikelen 165, lid 1, 166, lid 1, 167, lid 1, en 173, lid 1, van het Verdrag) | Verzamelen van informatie De Unie draagt bij tot de ontwikkeling van onderwijs van hoog gehalte. De Unie legt inzake beroepsopleiding een beleid ten uitvoer. De Unie draagt bij tot de ontplooiing van de culturen van de lidstaten. De Unie en de lidstaten dragen er zorg voor dat de omstandigheden nodig voor het concurrentievermogen van de industrie van de Unie aanwezig zijn. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bevoegdheden van het Agentschap (Besluit 2009/336/EG van de Commissie) | Doelstellingen In het kader van het onderwijs-, cultuur- en industriebeleid zijn tal van maatregelen genomen ter bevordering van onderwijs, beroepsopleiding, audiovisuele media, cultuur, jeugd en actief burgerschap in de Europese Unie. Deze maatregelen hebben voornamelijk tot doel de sociale cohesie te versterken en bij te dragen tot het concurrentievermogen, de economische groei en een steeds hechter verbond tussen de volkeren van Europa. Deze maatregelen behelzen een verscheidenheid van programma's. Het Agentschap is verantwoordelijk voor het beheer van bepaalde onderdelen van deze programma's (bijv. Een leven lang leren, Cultuur, Jeugd in actie, Europa voor de burger, Media, Erasmus Mundus en Tempus). In dit verband voert het de steun van de Unie uit, met uitzondering van programmabeoordeling, strategische studies en andere taken die discretionaire bevoegdheden vergen voor het omzetten van politieke keuzes. Taken
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Organisatie | Directiecomité Samenstelling Bestaat uit vijf leden, benoemd door de Europese Commissie. Taken Het stelt, na goedkeuring door de Europese Commissie, het jaarlijks werkprogramma van het Agentschap vast. Bovendien stelt het de administratieve begroting en het jaarlijks activiteitenverslag van het Agentschap vast. Directeur Benoemd door de Europese Commissie. Externe controle Rekenkamer. Interne controle De interne-auditfunctie. De dienst Interne Audit van de Commissie. Kwijtingverlenende autoriteit Parlement, op aanbeveling van de Raad. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
In 2011 (2010) ter beschikking van het Agentschap gestelde middelen | Begroting De huishoudelijke begroting 2011 van het Agentschap steeg tot 50 (49) miljoen euro (100 % gefinancierd uit de algemene begroting van de Europese Unie). Het Agentschap heeft 621 (600) miljoen euro beheerd in verband met de programma’s en projecten die de Commissie aan het Uitvoerend Agentschap delegeerde. Personeelsbestand per 31 december 2011 Tijdelijk personeel: 102 (102) posten voor tijdelijk personeel in de lijst van het aantal ambten, waarvan bezet: 102 (97) Arbeidscontractanten: 336 (330) arbeidscontractanten waarvan bezet: 331 (315) Totaalaantal personeelsleden: 433 (412) posten bezet, waarvan er:
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Producten en diensten in 2011 (2010) | Communicatie
Selecties
Toezichtbezoeken
Vereenvoudigingsmaatregelen
Samenwerking met de toezichthoudende DG’s
Controles Er werden 119 controles afgerond en contracten gesloten voor 105 nieuwe controles. Contracten en projecten: er werden 4 579 contracten ondertekend en 4 589 projecten gesloten. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bron: Door het Agentschap verstrekte gegevens. |
Bron: Door het Agentschap verstrekte gegevens.
ANTWOORD VAN HET AGENTSCHAP
Het Agentschap neemt akte van het verslag van de Rekenkamer.