Verslag over de jaarrekening van het Uitvoerend Agentschap voor gezondheid en consumenten betreffende het begrotingsjaar 2011 vergezeld van het antwoord van het Agentschap
Verslag over de jaarrekening van het Uitvoerend Agentschap voor gezondheid en consumenten betreffende het begrotingsjaar 2011 vergezeld van het antwoord van het Agentschap
15.12.2012 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | C 388/46 |
VERSLAG
over de jaarrekening van het Uitvoerend Agentschap voor gezondheid en consumenten betreffende het begrotingsjaar 2011 vergezeld van het antwoord van het Agentschap
2012/C 388/09
INLEIDING
1. | Het Uitvoerend Agentschap voor gezondheid en consumenten (hierna: „Agentschap”), gevestigd te Luxemburg, werd opgericht bij Besluit 2004/858/EG van de Commissie(1) en omgevormd bij Besluit 2008/544/EG van de Commissie(2). Het werd ingesteld voor een periode die begon op 1 januari 2005 en eindigt in 2015, voor het beheer van de acties van de Unie op het gebied van volksgezondheid en consumentenbeleid(3). |
TOELICHTING BIJ DE BETROUWBAARHEIDSVERKLARING
2. | De door de Rekenkamer gehanteerde controleaanpak omvat analytische controleprocedures, rechtstreekse toetsing van verrichtingen en een beoordeling van de essentiële controles van de toezicht- en controlesystemen van het Agentschap. Hierbij komt nog controle-informatie die voortkomt uit het werk van andere controleurs (indien relevant) en een analyse van de „management representations”. |
BETROUWBAARHEIDSVERKLARING
3. | Overeenkomstig het bepaalde in artikel 287, lid 1, tweede alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie controleerde de Rekenkamer de jaarrekening(4) van het Agentschap, die bestaat uit de „financiële staten”(5) en de „verslagen over de uitvoering van de begroting”(6) betreffende het per 31 december 2011 afgesloten begrotingsjaar, alsmede de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij die rekening. |
De verantwoordelijkheid van de leiding
4. | Als ordonnateur voert de directeur de begroting aan de ontvangsten- en uitgavenzijde uit overeenkomstig de financiële regeling van het Agentschap, onder zijn eigen verantwoordelijkheid en binnen de grens van de toegekende kredieten(7). De directeur is verantwoordelijk voor het opzetten(8) van de organisatorische structuur en van de interne beheers- en controlesystemen en -procedures die van belang zijn om definitieve rekeningen(9) te kunnen opstellen die geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten bevatten alsmede voor de waarborging dat de onderliggende verrichtingen bij deze rekeningen wettig en regelmatig zijn. |
De verantwoordelijkheid van de controleur
5. | De Rekenkamer heeft de verantwoordelijkheid om op basis van haar controle aan het Europees Parlement en de Raad(10) een verklaring voor te leggen over de betrouwbaarheid van de jaarrekening van het Agentschap en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij die rekening. |
6. | De Rekenkamer heeft haar controle uitgevoerd overeenkomstig de internationale controlestandaarden en de regels inzake beroepsethiek van IFAC en de internationale standaarden van hoge controle-instanties van INTOSAI. Volgens die standaarden moet de Rekenkamer de controle zodanig plannen en uitvoeren dat redelijke zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening van het Agentschap geen afwijkingen van materieel belang bevat en de onderliggende verrichtingen bij die rekening wettig en regelmatig zijn. |
7. | Een controle houdt in dat procedures worden uitgevoerd om controle-informatie te verkrijgen over de bedragen en mededelingen in de rekeningen en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen daarbij. De selectie van de procedures is afhankelijk van het oordeel van de controleur, dat een beoordeling omvat van de risico's op afwijkingen van materieel belang in de rekeningen en op niet-conformiteit van materieel belang van de onderliggende verrichtingen met de EU-regelgeving, hetzij door fraude, hetzij door fouten. Bij deze risicobeoordelingen kijkt de controleur naar de interne controles met betrekking tot de opstelling en getrouwe weergave van de rekeningen en naar de toezicht- en controlesystemen die worden gehanteerd ter waarborging van de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen, om controleprocedures op te zetten die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn. Een controle houdt tevens een beoordeling in van de geschiktheid van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaglegging en van de redelijkheid van de gemaakte boekhoudkundige schattingen, evenals een beoordeling van de algehele presentatie van de rekeningen. |
8. | De Rekenkamer is van oordeel dat de verkregen controle-informatie toereikend is en geschikt als grondslag voor de navolgende oordelen. |
Oordeel over de betrouwbaarheid van de rekeningen
9. | Naar het oordeel van de Rekenkamer geeft de jaarrekening van het Agentschap(11) op alle materiële punten een getrouw beeld van zijn financiële situatie per 31 december 2011 en van de resultaten van zijn verrichtingen en kasstromen in het op die datum afgesloten jaar, overeenkomstig de bepalingen van zijn financieel reglement en de door de rekenplichtige van de Commissie vastgestelde boekhoudregels(12). |
Oordeel over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij de rekeningen
10. | Naar het oordeel van de Rekenkamer zijn de onderliggende verrichtingen bij de jaarrekening van het Agentschap betreffende het per 31 december 2011 afgesloten begrotingsjaar op alle materiële punten wettig en regelmatig. |
11. | De hiernavolgende opmerking doet niets af aan de oordelen van de Rekenkamer. |
OPMERKING OVER HET BUDGETTAIR EN FINANCIEEL BEHEER
12. | Bij titel III — Uitgaven met betrekking tot de beleidsuitgaven werd een bedrag van 0,8 miljoen euro, ofwel 46 % of van de gedane vastleggingen, overgedragen naar 2012. Het hoge niveau van overdrachten is in strijd met het begrotingsbeginsel van jaarperiodiciteit. |
Dit verslag werd door kamer I onder voorzitterschap van de heer Ioannis SARMAS, lid van de Rekenkamer, te Luxemburg vastgesteld op haar vergadering van 25 juli 2012.
Voor de Rekenkamer
Vítor Manuel da SILVA CALDEIRA
President
BIJLAGE
Uitvoerend Agentschap voor gezondheid en consumenten (Luxemburg)
Bevoegdheden en activiteiten
Bevoegdheden van de Unie volgens het Verdrag (Artikelen 168 en 169 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie) | Bij de bepaling en de uitvoering van elk beleid en elk optreden van de Unie wordt een hoog niveau van bescherming van de menselijke gezondheid verzekerd. Het optreden van de Unie, dat een aanvulling vormt op het nationale beleid, is gericht op verbetering van de volksgezondheid, preventie van ziekten en aandoeningen bij de mens en het wegnemen van bronnen van gevaar voor de menselijke gezondheid. Dit optreden omvat de bestrijding van grote bedreigingen van de gezondheid, door het bevorderen van onderzoek naar de oorzaken, de overdracht en de preventie daarvan, alsmede door het bevorderen van gezondheidsvoorlichting en gezondheidsonderwijs. De Unie vult het optreden van de lidstaten aan ter vermindering van de schade aan de gezondheid door drugsgebruik, met inbegrip van voorlichting en preventie. Om de belangen van de consumenten te bevorderen en een hoog niveau van consumentenbescherming te waarborgen, draagt de Unie bij tot de bescherming van de gezondheid, de veiligheid en de economische belangen van de consumenten alsmede tot de bevordering van hun recht op voorlichting en vorming, en hun recht van vereniging om hun belangen te behartigen. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bevoegdheden van het Agentschap | Doelstellingen
Taken Krachtens de hierna genoemde programma’s van de Unie is het Agentschap verantwoordelijk voor de uitvoering van de volgende, in het op 9 september 2008 vastgestelde delegatiebesluit omschreven taken(1):
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Organisatie | Directiecomité Bestaat uit vijf leden, benoemd door de Europese Commissie. De leden van het directiecomité worden voor twee jaar benoemd. Het stelt, na goedkeuring door de Europese Commissie, het jaarlijks werkprogramma van het Agentschap vast. Bovendien stelt het de administratieve begroting en het jaarlijks activiteitenverslag van het Agentschap vast. Directeur Aangesteld door de Europese Commissie voor een periode van vier jaar. Externe controle Europese Rekenkamer. Kwijtingverlenende autoriteit Europees Parlement, op aanbeveling van de Raad. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
In 2011 (2010) ter beschikking van het Agentschap gestelde middelen | Definitieve begroting De administratieve begroting 2011 van het Agentschap bedroeg 7,04 miljoen euro. Personeelsbestand per 31 december 2011 Per 31 december 2011 had het Agentschap 49 statutaire personeelsleden in dienst, namelijk 11 tijdelijke functionarissen en 38 arbeidscontractanten. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Producten en diensten in 2011 (2010) | 1. Monitoring van de in het kader van het volksgezondheidsprogramma (VGP) 2003-2008 toegekende subsidies voor 2005, 2006, 2007, 2008 en 2009, succesvolle afronding van de onderhandelingen voor subsidies naar aanleiding van de in 2009 gedane oproepen tot het indienen van voorstellen, inclusief projecten, conferenties, exploitatiesubsidies, gezamenlijke acties, en beheer van de oproep tot het indienen van voorstellen 2011. Oproepen en toegekende subsidies en contracten naar aanleiding van de in 2008 gedane oproepen tot het indienen van voorstellen en de uitnodiging tot inschrijving voor het consumentenprogramma (CP) 2007-2013, en projecten naar aanleiding van de uitnodigingen tot inschrijving in 2007, 2008 en 2009 voor de opleidingsmaatregelen voor voedselveiligheid. 2.1. VGP-werkprogramma
2.2. CP-werkprogramma
2.3. BOVV-werkprogramma
3. Productie en verspreiding van informatie over het volksgezondheidsprogramma, het consumentenprogramma, uit het BOVV-initiatief gefinancierde projecten en de activiteiten van het Uitvoerend agentschap in 2011. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bron: Door het Agentschap verstrekte gegevens. |
Bron: Door het Agentschap verstrekte gegevens.
ANTWOORDEN VAN HET AGENTSCHAP
12. | Het Agentschap neemt nota van de opmerkingen van de Rekenkamer over het niveau van overdrachten onder titel III — beleidsuitgaven. In de loop der jaren heeft het Agentschap zich ingespannen om dit niveau terug te dringen en zo de jaarperiodiciteit van de begrotingsuitvoering te verbeteren. Zo namen de overdrachten onder titel III (uitgedrukt in procenten van de verplichtingen) af van 73 % in 2007 (eerste jaar dat het Agentschap operationeel was) tot 59 % in 2010 en 46 % in 2011. Deze positieve trend zal aanhouden. De in zijn werkprogramma geplande acties, in het bijzonder onder titel III van zijn begroting, zullen — zoveel mogelijk — eerder in het jaar worden uitgevoerd. |