Home

Consistent beleid ten aanzien van regimes waartegen de EU restrictieve maatregelen heeft vastgesteld Aanbeveling van het Europees Parlement aan de Raad van 2 februari 2012 betreffende een consistent beleid ten aanzien van autoritaire regimes waartegen de EU restrictieve maatregelen heeft vastgesteld wanneer deze persoonlijke en commerciële belangen in lidstaten van de Unie uitoefenen (2011/2187(INI))

Consistent beleid ten aanzien van regimes waartegen de EU restrictieve maatregelen heeft vastgesteld Aanbeveling van het Europees Parlement aan de Raad van 2 februari 2012 betreffende een consistent beleid ten aanzien van autoritaire regimes waartegen de EU restrictieve maatregelen heeft vastgesteld wanneer deze persoonlijke en commerciële belangen in lidstaten van de Unie uitoefenen (2011/2187(INI))

20.8.2013

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CE 239/11


Donderdag 2 februari 2012
Consistent beleid ten aanzien van regimes waartegen de EU restrictieve maatregelen heeft vastgesteld

P7_TA(2012)0018

Aanbeveling van het Europees Parlement aan de Raad van 2 februari 2012 betreffende een consistent beleid ten aanzien van autoritaire regimes waartegen de EU restrictieve maatregelen heeft vastgesteld wanneer deze persoonlijke en commerciële belangen in lidstaten van de Unie uitoefenen (2011/2187(INI))

2013/C 239 E/02

Het Europees Parlement,

gezien de ontwerpaanbeveling aan de Raad, ingediend door Graham Watson namens de ALDE-Fractie, over een consistent beleid ten aanzien van autoritaire regimes waartegen de EU restrictieve maatregelen heeft vastgesteld wanneer deze persoonlijke en commerciële belangen in lidstaten van de Unie uitoefenen (B7-0235/2011),

gezien het Handvest van de VN en in het bijzonder de artikelen 1 en 25 en, in Hoofdstuk VII, de artikelen 39 en 41,

gezien de mensenrechtenverdragen van de Verenigde Naties en de facultatieve protocollen,

gezien het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten en de twee facultatieve protocollen,

gezien het Europees Verdrag voor de bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (Europees Mensenrechtenverdrag),

gezien resolutie 1674 van de VN-Veiligheidsraad van 28 april 2006, waarin de conclusies van het slotdocument van de Wereldtop van 2005 met betrekking tot de verantwoordelijkheid om bevolkingen tegen genocide, oorlogsmisdaden, etnische zuivering en misdaden tegen de menselijkheid te beschermen, worden bekrachtigd,

gezien het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie,

gezien de Europese veiligheidsstrategie (EVS) getiteld "Een veilig Europa in een betere wereld", door de Europese Raad vastgesteld op 12 december 2003,

gezien de resoluties van de VN-Veiligheidsraad 1267 (1999) over de situatie in Afghanistan en 1371 (2001) over de situatie in de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië,

gezien artikel 21, lid 2, en de artikelen 22 en 36 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU),

gezien artikel 215 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

gezien Kaderbesluit 2003/577/JBZ van de Raad van 22 juli 2003 inzake de tenuitvoerlegging in de Europese Unie van beslissingen tot bevriezing van voorwerpen of bewijsstukken(1),

gezien het Raadsdocument "Invoering van een „sanctie-samenstelling”" van de Werkgroep raden buitenlandse betrekkingen (RELEX/Sancties) van 22 januari 2004 (5603/2004),

gezien het Raadsdocument "Fundamentele beginselen voor het gebruik van restrictieve maatregelen (sancties)" van 7 juni 2004 (10198/1/2004),

gezien het arrest van het Europees Hof van Justitie in de zaak Yusuf en Al Barakaat International Foundation versus Raad en Commissie (ECR 11-3533(2005)),

gezien Kaderbesluit 2006/783/JBZ van de Raad van 6 oktober 2006 inzake de toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning op beslissingen tot confiscatie(2),

gezien het Raadsdocument "Beste praktijken van de EU inzake een doeltreffend gebruik van restrictieve maatregelen" van 9 juli 2007 (11679/2007),

gezien het Raadsdocument "Uitvoering van Gemeenschappelijk Standpunt 2001/931/GBVB" van 21 juli 2007 (10826/1/2007),

gezien het Raadsdocument "Actualisering van de beste praktijken van de EU voor de doeltreffende implementatie van restrictieve maatregelen" van 24 april 2008 (08666/1/2008),

gezien gemeenschappelijk standpunt 2009/67/GBVB van de Raad van 26 januari 2009 inzake de actualisering van Gemeenschappelijk Standpunt 2001/931/GBVB betreffende de toepassing van specifieke maatregelen ter bestrijding van het terrorisme en houdende intrekking van gemeenschappelijk standpunt 2008/586/GBVB(3),

gezien het Raadsdocument "Richtsnoeren inzake de implementatie en evaluatie van restrictieve maatregelen (sancties) in het kader van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid van de EU", in de laatste bijgewerkte versie van 15 december 2009 (17464/2009),

gezien zijn resolutie van 4 september 2008 over de evaluatie van sancties van de EU als deel van optreden en beleid van de EU op het gebied van mensenrechten(4),

gezien Richtlijn 2005/60/EG tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme(5),

gezien de middelen voor buitenlands beleid van de lidstaten,

gezien artikel 121, lid 3, van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie buitenlandse zaken (A7-0007/2012),

Algemene opmerkingen over de houding van de EU ten aanzien van autoritaire leiders

A.

overwegende dat het nieuwe artikel 21, lid 2, van het EU-Verdrag, zoals ingevoerd bij artikel 1, punt 24, van het Verdrag van Lissabon, bepaalt dat het optreden van de Unie in het teken staat van "de democratie, de rechtsstaat, de universaliteit en de ondeelbaarheid van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden, de eerbiediging van de menselijke waardigheid, de beginselen van gelijkheid en solidariteit en de naleving van de beginselen van het Handvest van de Verenigde Naties en het internationaal recht";

B.

overwegende dat sancties worden opgelegd met het oog op de verwezenlijking van de doelstellingen van het GBVB als vervat in artikel 21 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, die onder meer bevordering van de internationale vrede en veiligheid, eerbiediging van de mensenrechten, fundamentele vrijheden en de rechtsstaat, en consolidering van de democratie en behoorlijk bestuur omvatten;

C.

overwegende dat sancties of restrictieve maatregelen in het kader van het GBVB worden beschouwd als geweldloze dwangmaatregelen, bv. wapenembargo's, handelssancties, financiële en economische sancties, het bevriezen van tegoeden, vluchtverboden, toelatingsbeperkingen, diplomatieke sancties, boycots van sportieve en culturele evenementen en de opschorting van samenwerking met een derde land;

D.

overwegende dat de toepassing van sancties of restrictieve maatregelen alleen doeltreffend is in het kader van een coherente en alomvattende strategie van de Europese Unie en haar lidstaten op het gebied van de mensenrechten;

E.

overwegende dat er gerichte sancties bestaan in de vorm van persoonlijke sancties of selectieve economische en diplomatieke maatregelen zoals een visumverbod, het bevriezen van tegoeden, een embargo op de uitvoer of invoer van bepaalde goederen, een luchtverbod, investeringsverbod of beperking van officiële contacten;

F.

overwegende dat restrictieve maatregelen ingevolge onenigheid tussen de lidstaten vaak niet consequent worden toegepast, hetgeen de geloofwaardigheid van de EU ondergraaft en de doeltreffendheid van de maatregelen in het gedrang brengt;

G.

overwegende dat het sanctiebeleid van de EU vaak inconsequent wordt toegepast en dat derde landen met een vergelijkbare staat van dienst als het gaat om mensenrechten en democratie verschillend worden behandeld, wat aanleiding heeft gegeven tot de kritiek dat er met twee maten wordt gemeten;

H.

overwegende dat nationale grenzen door de vooruitgang in de informatietechnologie steeds minder betekenis hebben, en dat het in deze geglobaliseerde wereld dan ook veel moeilijker is om een land of de elite van een land te isoleren;

I.

overwegende dat de meeste landen waaraan sancties worden opgelegd ook de landen zijn die het meest geïsoleerd zijn van de internationale gemeenschap en waar de maatschappij het meeste baat zou hebben bij intensievere internationale contacten met het oog op verandering; overwegende dat restrictieve maatregelen en met name maatregelen tegen specifieke individuen echter in bepaalde gevallen een ontradend en psychologisch effect kunnen hebben;

J.

overwegende dat besluiten over EU-sancties pas mogen worden genomen na een zorgvuldige evaluatie van de meest doeltreffende manier om democratische veranderingen in het betrokken land te bewerkstelligen; overwegende dat elk besluit vergezeld moet gaan van een overeenkomstige motivering;

K.

overwegende dat de Europese Unie voor veel autoritaire leiders en met hen geassocieerde personen aantrekkelijk is voor investeringen, eigendom, bankdiensten en medische verzorging, en als regio waar het hun vrij staat te reizen en hun vaak op twijfelachtige wijze vergaarde fortuin te spenderen;

L.

overwegende dat de mogelijkheid voor autoritaire leiders om hun macht om te zetten in persoonlijke rijkdom, vaak ook door ontvreemding van of persoonlijke controle over staatseigendommen, een stimulans en een middel is om zich de macht toe te eigenen of aan de macht te blijven; overwegende dat verdere studies nodig zijn om te voorkomen dat buitenlandse steun voor ontwikkeling of andere doeleinden dient tot verrijking van autoritaire leiders en hun naaste getrouwen;

M.

overwegende dat het zonder gezamenlijke actie moeilijk is juiste informatie te verkrijgen over de tegoeden die autoritaire leiders in de EU bezitten, maar dat de EU zich hiervoor moet blijven inspannen;

N.

overwegende dat sancties effect zullen hebben wanneer leiders persoonlijk pressie ondervinden door een beperking van hun mogelijkheden om toegang te krijgen tot hun financiële tegoeden of deze te verplaatsen of te investeren, een beperking van hun reisvrijheid of een beperking van hun toegang tot bepaalde goederen en diensten of diplomatieke representatie;

O.

overwegende dat gezien het grote aantal internationale en regionale actoren een permanente dialoog en formele zowel als informele mechanismen voor overleg tussen deze actoren noodzakelijk zijn;

P.

overwegende dat het voor een doeltreffend beleid ten aanzien van autoritaire regimes van essentieel belang is om diplomatieke dwangmaatregelen, met inbegrip van restrictieve maatregelen, te combineren met duidelijke communicatie en een geweldloze, constructieve aanpak, en in de instrumenten van het buitenlands beleid van de EU en de lidstaten een kritische en progressieve dialoog te verkiezen boven isolement;

Q.

overwegende dat de herzieningsprocedure waarbij sancties ingevolge de veranderde houding van betrokken leiders kunnen worden uitgebreid, verlicht of opgeheven, van cruciaal belang is om de doeltreffendheid van restrictieve maatregelen te verzekeren en derhalve een nauwgezette en strategische aanpak vereist;

R.

overwegende dat alle restrictieve maatregelen in overeenstemming moeten zijn met de mensenrechten, het internationale humanitaire recht, een eerlijke rechtsbedeling, het beginsel van proportionaliteit en het recht op adequate rechtsbescherming, en in geen geval ten koste mogen gaan van de meest kwetsbare bevolkingsgroepen van het land waaraan deze maatregelen worden opgelegd;

1.

beveelt de Raad het volgende aan:

Duidelijker definities

a)

duidelijk te bepalen onder welke voorwaarden restrictieve maatregelen moeten worden toegepast, met welk doel dit gebeurt en in welke vorm sancties worden toegepast, en richtsnoeren op te stellen voor de periodieke evaluatie van de maatregelen en de te volgen herzieningsprocedure, in overleg met het Europees Parlement; de voorwaarden aldus vast te stellen dat de samenhang en de geloofwaardigheid van de EU-sancties worden verbeterd, maar dat de Unie voldoende handelingsvrijheid behoudt om dergelijke maatregelen op doeltreffende wijze als instrument in haar extern optreden te kunnen inzetten;

b)

duidelijk en uitdrukkelijk vast te stellen op wie de sancties moeten worden toegepast in geval van mislukte staten of niet-gouvernementele actoren, wel wetend dat de structuren vaak ondoorzichtig zijn;

c)

de sancties toe te passen in het kader van een ruimer beleid met duidelijk omschreven doelstellingen op korte en lange termijn, met het oog op een duurzaam democratiseringsproces;

d)

te erkennen dat sancties nooit een doel op zich zijn en bij de toepassing ervan duidelijke en haalbare criteria voor opheffing van de sancties te hanteren;

e)

de werkzaamheden van het Internationaal Strafhof systematisch te ondersteunen door ervoor te zorgen dat de procedures en uitspraken van het hof in het EU-sanctiebeleid naar behoren worden toegepast;

f)

de EU-lidstaten aan te sporen om het beginsel van universele jurisdictie toe te passen ter bestrijding van straffeloosheid en misdaden tegen de menselijkheid, met het oog op de verbetering van het internationale strafrechtsysteem;

Een doeltreffend sanctiebeleid

g)

te streven naar maximale samenwerking en synergie tussen de 27 EU-lidstaten en hen ertoe aan te zetten een eensgezind en consequent standpunt in te nemen wanneer het gaat om de veroordeling van autoritaire regimes, op grond van een geïntegreerde EU-aanpak;

h)

te erkennen dat sancties die niet op internationaal niveau worden gecoördineerd ondoeltreffend en contraproductief kunnen zijn voor het bereiken van de beoogde doelen, de transparantie, geloofwaardigheid en samenhang van het Europese sanctiebeleid kunnen ondermijnen en bovendien het regime in kwestie kunnen versterken of de geloofwaardigheid en onderhandelingsruimte van de EU en de lidstaten met de betrokken staat kunnen beperken; te zorgen voor betere coördinatie en informatie-uitwisseling tussen de lidstaten aan de hand van duidelijke procedures;

i)

bestaande sanctieregelingen strikt en consequent toe te passen en daarbij te voorkomen dat met twee maten wordt gemeten, alsook het toepassingsgebied van de regelingen uit te breiden tot schendingen van de fundamentele vrijheden, inzonderheid de vrijheid van godsdienst en de vrijheid van meningsuiting; ervoor te zorgen dat landen die deel uitmaken van de Europese Economische Ruimte en kandidaat-lidstaten van de Europese Unie de restrictieve maatregelen eveneens toepassen en relevante informatie uitwisselen met de Unie;

j)

alleen sancties of restrictieve maatregelen toe te passen die gericht zijn op en in verhouding staan tot het nagestreefde doel, om pressie uit te oefenen op de verantwoordelijke kopstukken van repressieve of misdadige regimes en de verantwoordelijke niet-gouvernementele actoren van mislukte staten, en daarbij de negatieve gevolgen voor de burgerbevolking, met name de meest kwetsbare bevolkingsgroepen, zoveel mogelijk te beperken;

k)

ervoor te zorgen dat buitenlandse steun voor ontwikkeling of andere doeleinden niet dient tot verrijking van autoritaire leiders en hun naaste getrouwen;

l)

er waar mogelijk voor te zorgen dat het sanctiebeleid vergezeld gaat van steun voor het maatschappelijk middenveld in het betrokken land; de kwaliteit en transparantie van de rapportage te verbeteren, zodat de toegekende steun nauwkeurig kan worden berekend en juist kan worden beoordeeld in hoeverre de steun aan de behoeften van het maatschappelijk middenveld beantwoordt;

m)

ervoor te zorgen dat bij de vaststelling van restrictieve maatregelen en sancties niet met twee maten wordt gemeten, en dat deze worden toegepast ongeacht politieke, economische of veiligheidsbelangen;

n)

ervoor te zorgen dat restrictieve maatregelen die de marktactiviteiten van Europese ondernemingen in de betrokken landen beperken, niet ten goede komen aan concurrenten uit derde landen;

o)

ervoor te zorgen dat de lidstaten en de leiders van EU-missies en delegaties nauw betrokken worden bij het uitwerken, toepassen, controleren en evalueren van restrictieve maatregelen en de praktische gevolgen daarvan door gegevens voor de effectbeoordeling te verstrekken, waarvoor EU-aanwezigheid ter plaatse van essentieel belang is; ervoor te zorgen dat de relevante informatie onverwijld wordt toegestuurd aan het Europees Parlement;

p)

erop toe te zien dat de belangrijkste actoren die zich inzetten voor democratie en mensenrechten in het land waarop de restrictieve maatregelen worden toegepast, nauw bij de vaststelling, de tenuitvoerlegging en de evaluatie van deze maatregelen worden betrokken;

q)

de bestaande structuren binnen de EDEO en de Commissie te belasten met een grondige situatieanalyse van de economische en maatschappelijke structuur van het betrokken land, zowel vóór als na de vaststelling van sancties, waarbij de directe en indirecte gevolgen van alle specifieke maatregelen op de politieke en sociaaleconomische situatie in de betrokken maatschappij worden onderzocht, en waarbij rekening wordt gehouden met de impact op de zakelijke elite, organisaties van het maatschappelijk middenveld, de politieke oppositie en zelfs hervormingsgezinde elementen binnen de regering;

r)

de toezegging te verkrijgen dat RELEX/Sancties zijn taken - onderzoek naar het vaststellen van sancties, de evaluatie van bestaande sanctieregelingen en de ontwikkeling van beste praktijken ten aanzien van de toepassing en uitvoering van restrictieve maatregelen - zal vervullen en over zijn bevindingen regelmatig verslag zal uitbrengen bij de Raad en het Europees Parlement;

s)

de juridische en andere bevoegde diensten van de EU om advies te verzoeken over de voorzorgsmaatregelen die moeten worden genomen om te voorkomen dat op een lijst geplaatste personen de hun opgelegde sancties omzeilen;

t)

de EDEO en de Commissie te bewegen tot een geïntegreerde aanpak en uitwisseling van expertise en kennis bij het vaststellen, ten uitvoer leggen en controleren van sancties;

u)

erop aan te dringen dat de Raad en de Commissie voor de analyses die voorafgaan aan de vaststelling van sancties en voor de evaluatie van de doeltreffendheid van de sancties voldoende tijd en middelen uittrekken en een beroep doen op ervaren nationale deskundigen en personeelsleden die gespecialiseerd zijn in mensenrechten;

v)

de Commissie en de lidstaten te vragen de toepassing van wapenembargo's, die een bevoegdheid van de lidstaten zijn, te coördineren;

w)

de Commissie en de lidstaten te verzoeken jaarlijks verslag uit te brengen over de toepassing en doeltreffendheid van sanctiemaatregelen;

x)

Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en andere niet-permanente EU-leden van de VN-Veiligheidsraad te verzoeken hun invloed aan te wenden om ervoor te zorgen dat resoluties van de VN-Veiligheidsraad strikt en volledig worden toegepast;

y)

indien nodig in het kader van de bilaterale handel een beroep te doen op de clausules inzake essentiële elementen die het voor de EU mogelijk maken sancties op te leggen in geval van schendingen van de mensenrechten en de democratische beginselen, en werk te maken van een samenhangend Europees buitenlands beleid om de maatregelen ten aanzien van autoritaire regimes te ondersteunen;

Een coherent beleid binnen de EU-grenzen

z)

de lidstaten te verzoeken de EU in kennis te stellen wanneer personen die op de sanctielijst staan materiële of financiële tegoeden hebben op hun grondgebied, met vermelding van de geraamde waarde van de tegoeden en de plaats waar zij zich bevinden; de lidstaten te verzoeken samen te werken bij de uitwisseling van relevante informatie, bv. via de bestaande nationale bureaus voor de ontneming van vermogensbestanddelen en via het Camden Assets Recovery Inter-Agency Network (CARIN); de samenwerking tussen de lidstaten bij het opsporen en in beslag nemen van deze tegoeden te bevorderen;

aa)

bij alle EU-lidstaten aan te dringen op de strikte toepassing van gerichte financiële sancties en restrictieve maatregelen zoals:

de uitbreiding van Richtlijn 2005/60/EG tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme zodat deze verplicht van toepassing is op alle pogingen van aan sancties onderworpen dictators of met hen geassocieerde natuurlijke en rechtspersonen en instanties om rekeningen te openen of tegoeden te plaatsen, daar deze middelen voortkomen uit misdaad, diefstal en verduistering; onderzoek naar mogelijke andere preventieve mechanismen om te voorkomen dat ontvreemde overheidsgelden of -tegoeden bij financiële instellingen in de EU worden geplaatst,

het weigeren van leningen, strakkere voorwaarden voor de terugbetaling van leningen en het bevriezen van tegoeden, zodat de maatregelen de betrokken personen en instanties in de praktijk de toegang tot alle financiële diensten in het rechtsgebied van de EU ontzeggen;

ab)

ervoor te zorgen dat restrictieve economische en financiële maatregelen, met inbegrip van gerichte financiële sancties, toegepast worden door alle fysieke en rechtspersonen die in de Unie actief zijn, met inbegrip van onderdanen van derde landen, alsook door burgers van de Unie of economische entiteiten die buiten de grenzen van de Unie actief zijn, maar die overeenkomstig de wetgeving van een lidstaat of van de Unie zijn ingeschreven of opgericht;

ac)

ervoor te zorgen dat het aan sancties onderworpen autoritaire leiders en duidelijk met hen geassocieerde natuurlijke en rechtspersonen en instanties streng verboden is tegoeden en andere eigendommen te bezitten binnen de EU;

ad)

van EU-lidstaten de verzekering te verkrijgen dat het scholen en universiteiten, denktanks en andere academische instellingen wordt verboden om financiering, subsidies of schenkingen van aan sancties onderworpen leiders en met hen geassocieerde natuurlijke en rechtspersonen te aanvaarden en dat wordt gezorgd voor transparantie in de particuliere financiering van deze instellingen;

ae)

van EU-lidstaten de verzekering te verkrijgen dat het sportverenigingen (met inbegrip van voetbalclubs) en liefdadigheidsorganisaties wordt verboden om financiering, subsidies of schenkingen van aan sancties onderworpen leiders en met hen geassocieerde natuurlijke en rechtspersonen te aanvaarden;

af)

EU-lidstaten te vragen om reisbeperkingen waarbij het aan sancties onderworpen leiders of met hen geassocieerde personen verboden is om andere dan humanitaire redenen binnen de EU te reizen, strikt toe te passen;

(ag)

EU-lidstaten te verzoeken om onderzoek en in voorkomend geval vervolging in te stellen tegen natuurlijke of rechtspersonen in Europa die aan sancties onderworpen leiders of met hen geassocieerde personen hebben geholpen om wettelijk opgelegde sancties te ontduiken of te omzeilen;

Een bredere internationale aanpak

(ah)

ervoor te zorgen dat de EU internationale steun en medestanders vindt voor haar beleid, met name bij invloedrijke actoren in de betrokken regio en internationale organisaties, en het Europees Parlement ten volle bij dit proces te betrekken;

(ai)

ervoor te zorgen dat de EU de legitimiteit versterkt en zowel binnen de Unie als op internationaal niveau brede publieke en politieke steun zoekt voor haar beleid, met inbegrip van restrictieve maatregelen en sancties, met name in de betrokken landen, en het Europees Parlement ten volle bij dit proces te betrekken;

(aj)

de EU aan te sporen om, indien sancties of restrictieve maatregelen van de VN-Veiligheidsraad ontbreken, samen te werken met de andere staten die sancties opleggen, informatie te delen en haar acties te coördineren om op internationaal niveau zoveel mogelijk effect te sorteren en de doeltreffendheid van de toegepaste EU-sancties te maximaliseren;

(ak)

de HR/VP, de leiders van missies en delegaties en de EDEO te verzoeken om aan sancties onderworpen leiders uitdrukkelijk duidelijk te maken wat van hen wordt verwacht, en precieze en realistische doelen te stellen om veranderingen ten goede aan te moedigen en passende technische bijstand te verlenen;

(al)

de lidstaten te verzoeken om informatie over op een lijst geplaatste personen te delen met andere staten, bevoegde EU-instanties en internationale organisaties, voor zover dat wettelijk mogelijk is;

(am)

de lidstaten te verzoeken om informatie over op nationaal niveau genomen restrictieve maatregelen binnen redelijke grenzen toegankelijk te maken voor het publiek;

(an)

grondig overleg te plegen met het Europees Parlement bij het toezicht op de sancties en een beroep te doen op het Parlement voor het vaststellen van politieke richtsnoeren en het uittekenen van een breder EU-sanctiebeleid;

(ao)

in gedachten te houden dat diplomatieke dwangmaatregelen steeds vergezeld moeten gaan van positieve maatregelen zoals ontwikkelingshulp, duurzame economische samenwerking en steun voor het maatschappelijk middenveld;

(ap)

sancties en de evaluatie daarvan vergezeld te doen gaan van maatregelen gebaseerd op samenwerking en dialoog met het maatschappelijk middenveld en met de volkeren in de betrokken landen, om in deze landen een cultuur van eerbiediging van democratie en mensenrechten te ontwikkelen of te versterken;

(aq)

zich in te zetten om bevroren en in beslag genomen tegoeden te mobiliseren, zodat zij zo spoedig mogelijk ten goede kunnen komen aan de bevolking van hun land van herkomst;

*

* *

2.

verzoekt zijn Voorzitter deze aanbeveling te doen toekomen aan de Raad en - ter informatie - aan de Commissie, alsmede aan de EDEO.