Advies van de Europese Centrale Bank van 11 januari 2013 inzake een voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe’s) wat betreft de bewaardertaken, bezoldigingsbeleid en sancties (CON/2013/4)
Advies van de Europese Centrale Bank van 11 januari 2013 inzake een voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe’s) wat betreft de bewaardertaken, bezoldigingsbeleid en sancties (CON/2013/4)
4.4.2013 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | C 96/18 |
ADVIES VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK
van 11 januari 2013
inzake een voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe’s) wat betreft de bewaardertaken, bezoldigingsbeleid en sancties
(CON/2013/4)
2013/C 96/04
Inleiding en rechtsgrondslag
Op 19 september 2012 ontving de Europese Centrale Bank (ECB) van het Europees Parlement een verzoek om een advies inzake een voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe’s) wat betreft de bewaardertaken, bezoldigingsbeleid en sancties(1) (het „richtlijnvoorstel”).
De adviesbevoegdheid van de ECB inzake het richtlijnvoorstel is gebaseerd op artikel 127, lid 4 en 282, lid 5 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, aangezien het richtlijnvoorstel bepalingen bevat betreffende de bijdrage van het Europees Stelsel van Centrale Banken tot een goede beleidsvoering ten aanzien van het bedrijfseconomisch toezicht op kredietinstellingen en de stabiliteit van het financiële stelsel krachtens artikel 127, lid 5 van het Verdrag. Overeenkomstig de eerste volzin van artikel 17.5 van het Reglement van orde van de Europese Centrale Bank heeft de Raad van bestuur dit advies goedgekeurd.
Algemene opmerkingen
De ECB verwelkomt in grote lijnen het richtlijnvoorstel dat beoogt het ICBE-kader te versterken in het bijzonder inzake: i) het bezoldigingsbeleid en de praktijken van het hoger kader, risiconemers en personen die controlefuncties uitoefenen; ii) de regels inzake de aanstelling van de bewaarders voor de ICBE-fondsen en de uitoefening van bewaardertaken, inclusief de ermee verband houdende aansprakelijkheidsregeling; en iii) de regeling inzake administratieve sancties en maatregelen. De ECB is van oordeel dat de nieuwe regels een belangrijke rol kunnen spelen om wanpraktijken te vermijden en het beleggersvertrouwen te vergroten. De ECB merkt op dat de voorgestelde versterking van het ICBE-kader een tijdige maatregel is gelet op de reeds bereikte verbeteringen van de verordening inzake beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen uit hoofde van Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2011 inzake beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen en tot wijziging van de Richtlijnen 2003/41/EG en 2009/65/EG en de Verordeningen (EG) nr. 1060/2009 en (EU) nr. 1095/2010(2) (hierna: „abi-beheerder-richtlijn”).
Specifieke opmerkingen
1. Hergebruik van activa door de ICBE-bewaarder
De ECB is van oordeel dat het richtlijnvoorstel een ICBE-bewaarder of een partij aan wie de bewaring van een ICBE-fonds is gedelegeerd uitdrukkelijk moet verbieden om de activa onder zijn beheer voor eigen rekening te hergebruiken. Dergelijke praktijken zouden de beleggers aan risico’s kunnen blootstellen, en risico’s voor de financiële stabiliteit kunnen doen ontstaan, gelet op de hefboomwerking van deze praktijken. In deze context is de ECB van mening dat het ICBE-kader dienaangaande strikter moet zijn dan de abi-beheerder-srichtlijn, die hergebruik van activa toestaat mits voorafgaande toestemming van een fondsbeheerder. Dit wordt gerechtvaardigd door het feit dat ICBE-producten op ruime schaal aan retailbeleggers worden verdeeld, terwijl krachtens de abi-beheerder-richtlijn beheerde fondsen doorgaans aan professionele beleggers voorbehouden zijn.
2. Delegatie
Het richtlijnvoorstel staat toe dat de bewaarderstaken onder bepaalde voorwaarden aan een onderbewaarnemer worden gedelegeerd, welke voorwaarden volgens de memorie van toelichting afgestemd zijn op de krachtens de abi-beheerder-richtlijn geldende voorwaarden. Dienaangaande is de ECB is van mening dat de bescherming van retailbeleggers strengere regels voor ICBE-bewaarders vergt dan voor bewaarders die zijn aangesteld door beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen. In het bijzonder moeten voor de delegatie door een ICBE-bewaarder aan een onderbewaarnemer die buiten de Europese Unie is gevestigd steeds passende waarborgen gelden, zoals minimumkapitaalvereisten en effectief toezicht in het betrokken land. Tot slot is eveneens een evaluatie nodig met betrekking tot handhaving van de uitzonderingen die toestaan dat entiteiten in derde landen optreden als onderbewaarnemer van een ICBE-bewaarder, ondanks het feit dat deze entiteiten niet voldoen aan de in het Unierecht vervatte delegatievereisten.
3. Mogelijkheid om te op te treden als ICBE-bewaarder
De ECB ondersteunt de invoering van voorwaarden volgens welke uitsluitend kredietinstellingen en beleggingsondernemingen als ICBE-bewaarders mogen optreden. Dat zal het risico van beleggersbedrog verminderen, omdat geen ICBE-bewaarder wordt aangewezen die niet onderworpen is aan voldoende regelgeving en toezicht. Voorts zou verder moeten worden beoordeeld of de voorgestelde regeling voor kapitaalvereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen(3) passende waarborgen bevat in verband met de uitoefening van ICBE- bewaardertaken, gelet op de omvang en complexiteit van de ICBE waarvoor deze taken worden uitgeoefend en de aansprakelijkheidsrisico's waarmee deze taken gepaard gaan.
4. Aansprakelijkheid
De ECB is van mening dat „externe gebeurtenissen die redelijkerwijze buiten … de controle”(4) op basis waarvan de bewaarder zijn aansprakelijkheid contractueel kan beperken, gedetailleerd zouden moeten worden gespecificeerd in de gedelegeerde besluiten van de Commissie, onder verwijzing naar de categorieën van activa die als verloren kunnen worden beschouwd wegens dergelijke externe gebeurtenissen en naar de specifieke soorten gebeurtenissen die bedoeld worden.
Indien de ECB wijzigingen van het richtlijnvoorstel aanbeveelt, worden daartoe specifiek onderbouwde formuleringsvoorstellen in de bijlage opgenomen.
Gedaan te Frankfurt am Main, 11 januari 2013.
De vice-president van de ECB
Vítor CONSTÂNCIO
BIJLAGE
Formuleringsvoorstellen
Door de Commissie voorgestelde tekst | Door de ECB voorgestelde wijzigingen(1) | ||||||||||||||||||||||||||||
Wijziging 1 | |||||||||||||||||||||||||||||
Artikel 1, lid 3 | |||||||||||||||||||||||||||||
|
| ||||||||||||||||||||||||||||
Uitleg De ECB is van oordeel dat het ICBE-kader strikter moet zijn dan het kader dat in de abi-beheerder-richtlijn is voorzien en dat het met name het hergebruik van activa door de bewaarder onder geen voorwaarde zou mogen toestaan. Dit is gerechtvaardigd aangezien: (i) ICBE-producten op grote schaal aan retailbeleggers worden verkocht; en ii) het hergebruik van activa door de bewaarder belangrijke risico's wat betreft de stabiliteit van het financiële stelsel kan doen ontstaan, gelet op het de hefboomwerking van deze praktijken. De delegatie door een ICBE-bewaarder aan een onderbewaarnemer die is gevestigd buiten de Unie zou in het beste geval aan dezelfde waarborgen moeten worden onderworpen als de door het Unierecht vereiste waarborgen, zoals minimumkapitaalvereisten en doelmatig toezicht in het betrokken land. Indien uitzonderingen gelden, dienen zij duidelijk aan de belegger gecommuniceerd te worden. Dienaangaande is de ECB is van mening dat de bescherming van retailbeleggers strengere regels voor ICBE-bewaarders vergt dan voor bewaarders die zijn aangesteld door beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen. | |||||||||||||||||||||||||||||
Wijziging 2 | |||||||||||||||||||||||||||||
Artikel 1, lid 8 | |||||||||||||||||||||||||||||
|
| ||||||||||||||||||||||||||||
Uitleg De ECB is van mening dat „externe gebeurtenissen die redelijkerwijze buiten … de controle” op basis waarvan de bewaarder zijn aansprakelijkheid contractueel kan beperken, gedetailleerd zouden moeten worden gespecificeerd in de gedelegeerde besluiten van de Commissie, met verwijzing naar de categorieën van activa die als verloren kunnen worden beschouwd wegens dergelijke externe gebeurtenissen en naar de specifieke soorten gebeurtenissen die bedoeld worden. |