P7_TA(2013)0116 Grondafhandelingsdiensten op EU-luchthavens ***I Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 16 april 2013 over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake grondafhandelingsdiensten op EU-luchthavens en tot intrekking van Richtlijn 96/67/EG (COM(2011)0824 — C7-0457/2011 — 2011/0397(COD)) P7_TC1-COD(2011)0397 Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 16 april 2013 met het oog op de vaststelling van Verordening (EU) nr. …/2013 van het Europees Parlement en de Raad inzake grondafhandelingsdiensten op EU-luchthavens en tot intrekking van Richtlijn 96/67/EG van de RaadVoor de EER relevante tekst
P7_TA(2013)0116 Grondafhandelingsdiensten op EU-luchthavens ***I Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 16 april 2013 over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake grondafhandelingsdiensten op EU-luchthavens en tot intrekking van Richtlijn 96/67/EG (COM(2011)0824 — C7-0457/2011 — 2011/0397(COD)) P7_TC1-COD(2011)0397 Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 16 april 2013 met het oog op de vaststelling van Verordening (EU) nr. …/2013 van het Europees Parlement en de Raad inzake grondafhandelingsdiensten op EU-luchthavens en tot intrekking van Richtlijn 96/67/EG van de RaadVoor de EER relevante tekst
5.2.2016 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | C 45/120 |
P7_TA(2013)0116
Grondafhandelingsdiensten op EU-luchthavens ***I
Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 16 april 2013 over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake grondafhandelingsdiensten op EU-luchthavens en tot intrekking van Richtlijn 96/67/EG (COM(2011)0824 — C7-0457/2011 — 2011/0397(COD))
(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)
(2016/C 045/30)
Het Europees Parlement,
— | gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2011)0824), |
— | gezien artikel 294, lid 2, en artikel 100, lid 2 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C7-0457/2011), |
— | gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, |
— | gezien het gemotiveerde advies dat in het kader van protocol nr. 2 betreffende de toepassing van de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid is uitgebracht door het Luxemburgse parlement, en waarin wordt gesteld dat het ontwerp van wetgevingshandeling niet strookt met het subsidiariteitsbeginsel, |
— | gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité van 28 maart 2012(1), |
— | gezien het advies van het Comité van de Regio’s van 19 juli 2012(2), |
— | gezien artikel 55 van zijn Reglement, |
— | gezien het verslag van de Commissie vervoer en toerisme en de adviezen van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken en de Commissie interne markt en consumentenbescherming (A7-0364/2012), |
1. | stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast; |
2. | verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in haar voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen; |
3. | verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen. |
P7_TC1-COD(2011)0397
Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 16 april 2013 met het oog op de vaststelling van Verordening (EU) nr. …/2013 van het Europees Parlement en de Raad inzake grondafhandelingsdiensten op EU-luchthavens en tot intrekking van Richtlijn 96/67/EG van de Raad
(Voor de EER relevante tekst)
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 100, lid 2,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité(1),
Gezien het advies van het Comité van de Regio's(2),
Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure(3),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) | Richtlijn 96/67/EG van de Raad van 15 oktober 1996 betreffende de toegang tot de grondafhandelingsmarkt op de luchthavens van de Gemeenschap(4) voorziet in de geleidelijke openstelling van de grondafhandelingsmarkt. |
(2) | Luchthavens en grondafhandelingsdiensten zijn van essentieel belang voor de goede werking en veiligheid van het luchtvervoer en spelen een sleutelrol in de luchtvaartketen. Grondafhandelingsdiensten hebben betrekking op alle luchtvaartgerelateerde activiteiten die op de grond op luchthavens worden verleend aan individuele luchtvaartmaatschappijen. [Am. 244] |
(3) | In de verklaring die in oktober 2010 is opgesteld op de luchtvaarttop te Brugge wordt erkend dat de EU-regels moeten worden hervormd om het concurrentievermogen van elke schakel in de luchtvervoersketen te bevorderen (zoals luchthavens, luchtvaartmaatschappijen, en andere dienstverleners). |
(4) | In het witboek „Stappenplan voor een interne Europese vervoersruimte”(5) is bepaald dat het verbeteren van de markttoegang en het verlenen van kwaliteitsdiensten op luchthavens van vitaal belang is voor de levenskwaliteit van de burgers en voor de totstandbrenging van de interne Europese vervoersruimte. |
(5) | Door de verdere geleidelijke openstelling van de grondafhandelingsmarkt en de invoering van geharmoniseerde eisen voor het verlenen van grondafhandelingsdiensten zal de efficiëntie en de algemene kwaliteit van grondafhandelingsdiensten waarschijnlijk verbeteren, zowel voor luchtvaartmaatschappijen als voor passagiers en expediteurs. Dit moet leiden tot een verbetering van de kwaliteit van alle luchthavenactiviteiten. |
(6) | Met het oog op de behoefte om nieuwe, geharmoniseerde minimumkwaliteitseisen op luchthavens om de gate-to-gate-benadering voor de totstandbrenging van het gemeenschappelijk Europees luchtruim ten uitvoer te leggen, en aan verdere harmonisering om de voordelen van de geleidelijke openstelling van de grondafhandelingsmarkt, namelijk een verbetering van de kwaliteit en efficiëntie van de grondafhandelingsdiensten, volledig te benutten, moet Richtlijn 96/67/EG worden vervangen door een verordening. |
(7) | Vrije toegang tot de grondafhandelingsmarkt hangt samen met de efficiënte werking van EU-luchthavens, voor zover voorzien wordt in passende garanties. De vrije toegang tot de grondafhandelingsmarkt moet geleidelijk tot stand worden gebracht en moet worden aangepast aan de eisen van de sector. |
(7 bis) | Aangezien vrije markttoegang de norm is in het vervoersbeleid van de Unie, moet de volledige liberalisering van de grondafhandelingsmarkt het uiteindelijke doel zijn. [Am. 245] |
(8) | De geleidelijke openstelling van de markt in het kader van Richtlijn 96/67/EG heeft al positieve resultaten opgeleverd in termen van verbeterde efficiëntie en kwaliteit. Het is dan ook passend de geleidelijke openstelling voort te zetten. |
(9) | Elke luchthavengebruiker moet toestemming krijgen om aan zelfafhandeling te doen. Tegelijkertijd moet een duidelijke en restrictieve definitie van zelfafhandeling worden behouden om misbruik en negatieve effecten op de markt voor afhandeling voor derde partijen te voorkomen. |
(10) | Voor bepaalde categorieën grondafhandelingsdiensten kan de toegang tot de markt stuiten op belemmeringen in verband met veiligheid, beveiliging, capaciteit en beschikbare ruimte. Het moet dan ook mogelijk zijn het aantal geautoriseerde verleners van dergelijke grondafhandelingsdiensten te beperken. Het moet mogelijk zijn dat de omvang van deze beperkingen uiteenlopen voor afzonderlijke terminals op het terrein van dezelfde luchthaven, op voorwaarde dat de beperkingen op niet-discriminerende wijze worden toegepast, geen concurrentieverstoringen veroorzaken, niet strijdig zijn met de bepalingen van deze verordening en op voorwaarde dat het minimumaantal dienstverleners op elke terminal wordt gehandhaafd. [Am. 246] |
(11) | In bepaalde gevallen kunnen de belemmeringen inzake veiligheid, beveiliging, capaciteit en beschikbare ruimte zodanig zijn dat zij verderetijdelijke beperkingen inzake markttoegang of zelfafhandeling kunnen rechtvaardigen, voor zover deze beperkingen relevant, objectief, transparant en niet-discriminerend zijn. In dergelijke gevallen moeten de lidstaten het recht hebben om vrijstellingen van de bepalingen van deze verordening te vragen. [Am. 247] |
(12) | Dergelijke vrijstellingen hebben tot doel de luchthavenautoriteiten in staat te stellen deze belemmeringen op te heffen of althans te beperken. Dergelijke vrijstellingen dienen door de Commissie te worden goedgekeurd. |
(13) | De handhaving van effectieve en eerlijke concurrentie vereist dat, in geval van beperking van het aantal verleners van grondafhandelingsdiensten, deze worden gekozen via een open, transparante en niet-discriminerende procedure. De bijzonderheden van een dergelijke procedure moeten verder worden gespecificeerd. |
(13 bis) | Alle, op een luchthaven actieve verleners van grondafhandelingsdiensten, zelfafhandelende luchthavengebruikers en onderaannemers dienen de desbetreffende representatieve collectieve arbeidsovereenkomsten en nationale wetgeving van de betreffende lidstaat toe te passen, zodat eerlijke concurrentie tussen verleners van grondafhandelingsdiensten op basis van kwaliteit en efficiëntie mogelijk is. [Am. 248] |
(14) | Gezien de noodzaak om rekening te houden met de behoeften van de luchthavengebruikers, moeten zij worden geraadpleegd bij de selectie van de verleners van grondafhandelingsdiensten omdat ze veel belang hebben bij de kwaliteit en prijs van deze diensten. [Am. 249] |
(15) | Het is dan ook noodzakelijk regels op te stellen voor de vertegenwoordiging van en raadpleging van luchthavengebruikers, met name bij de selectie van verleners van grondafhandelingsdiensten. |
(16) | In de context van de selectie van verleners van grondafhandelingsdiensten op een luchthaven moet het in bepaalde omstandigheden en onder specifieke voorwaarden mogelijk zijn de openbaredienstverplichting uit te breiden tot andere luchthavens in dezelfde geografische regio van de betrokken lidstaat. |
(17) | Het is niet duidelijkEr dient te worden verduidelijkt of lidstaten bij een wijziging van verlener van grondafhandelingsdiensten waartoe krachtens artikel 6, lid 2, de toegang beperkt is, de nieuwe dienstverlener kunnen verplichten het personeel over te nemen. Discontinuïteit van het personeel kan een negatief effect hebben op de kwaliteit van de grondafhandelingsdiensten. Het is derhalve passend de regels inzake de overname van personeel die verder gaat dan hetgeen is bepaald in Richtlijn 2001/23/EG van de Raad van 12 maart 2001 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende het behoud van de rechten van de werknemers bij overgang van ondernemingen, vestigingen of onderdelen van ondernemingen of vestigingen(6) zodanig te verduidelijken dat de lidstaten in staat worden gesteld om passende werkgelegenheid en werkomstandigheden zeker te stellen. [Am. 250] |
(17 bis) | Verbetering van de kwaliteit van de grondafhandelingsdiensten moet het uiteindelijke doel zijn. Dat moet worden bereikt zonder de administratieve last voor grondafhandelingsbedrijven te verzwaren. Het is derhalve belangrijk de bedrijven zelf te laten beslissen over hun algemene bedrijfspraktijken en hun personeelsbeleid. [Am. 251] |
(18) | Om de goede en vlotte werking van luchtvervoersactiviteiten op luchthavens te waarborgen, de veiligheid en beveiliging van luchthaventerreinen te garanderen, het milieu te beschermen en ervoor te zorgen dat de toepasselijke sociale voorschriften en regels worden nageleefd, moet een passende goedkeuring worden afgegeven voor het verlenen van grondafhandelingsdiensten. Aangezien de meeste lidstaten beschikken over systemen voor het afgeven van een goedkeuring voor het verlenen van grondafhandelingsdiensten, maar er grote verschillen bestaan tussen deze systemen, moet een geharmoniseerd goedkeuringssysteem worden ingevoerd. |
(19) | Om te garanderen dat alle dienstverleners en zelfafhandelende luchthavengebruikers economisch voldoende solide zijn, betrouwbaar zijn,ten minste de veiligheids- en beveiligingseisen eerbiedigen, voldoende verzekerd zijn en een goede kennis hebben van grondafhandelingsactiviteiten en de luchthavenomgeving, en om een gelijk speelveld tot stand te brengen, moeten minimumeisen worden vastgesteld voor het afgeven van goedkeuringen. Deze minimumeisen mogen in geen geval de verdere openstelling van de markt belemmeren. [Am. 252 en 253] |
(20) | Open toegang tot de gecentraliseerde luchthaveninfrastructuur en een duidelijk wetgevingskader voor de definitie van de gecentraliseerde infrastructuur zijn van essentieel belang voor de efficiënte verlening van grondafhandelingsdiensten. Het moet echter mogelijk zijn een vergoeding te vragen voor de gecentraliseerde infrastructuur. |
(21) | Deze vergoedingen moeten niet-discriminerend zijn en op transparante wijze worden berekend. De vergoedingen mogen niet hoger zijn dan wat nodig is om de kosten van de terbeschikkingstelling van de gecentraliseerde infrastructuur te dekken, inclusief een redelijk rendement op activa. |
(22) | Het beheersorgaan van de luchthaven en/of elk ander beheersorgaan van de gecentraliseerde infrastructuur van die luchthaven moet worden verplicht om de luchthavengebruikers regelmatig te raadplegen over de definitie van de infrastructuur en het niveau van de vergoeding. [Am. 254] |
(23) | Het beheersorgaan van de luchthaven mag ook zelf grondafhandelingsdiensten verlenen. Aangezien het beheersorgaan van de luchthaven via zijn beslissingen ook aanzienlijke invloed kan uitoefenen op de mededinging tussen verleners van grondafhandelingsdiensten, moeten luchthavens worden verplicht om een strikt gescheiden boekhouding te voeren voor hun grondafhandelingsdiensten onder te brengen in een juridische entiteit die gescheiden is van de juridische entiteit voorenerzijds en het infrastructuurbeheer anderzijds. [Am. 255] |
(24) | Om luchthavens in staat te stellen hun functie van infrastructuurbeheerder te vervullen, om de veiligheid en beveiliging van luchthaventerreinen te garanderen en om de veerkracht van grondafhandelingsdiensten in crisissituaties te waarborgen, moet het beheersorgaan van de luchthaven ook verantwoordelijk zijn voor de goede coördinatie van grondafhandelingsactiviteiten op de luchthaven. Het beheersorgaan van de luchthaven moet bij het Performance Review Body van Eurocontrol verslag uitbrengen over de coördinatie van de grondafhandelingsactiviteiten op de luchthaven met als doel een geconsolideerde optimalisering. |
(24 bis) | Indien het beheersorgaan van de luchthaven grondafhandelingsdiensten verricht of directe dan wel indirecte zeggenschap over een grondafhandelingsonderneming heeft, dient de onafhankelijke toezichthoudende autoriteit op de nodige coördinatie van de grondafhandelingsdiensten toe te zien, om te zorgen dat de gelijke behandeling gewaarborgd blijft. [Am. 256] |
(25) | Het beheersorgaan van de luchthaven, een overheidsinstantie of een ander orgaan dat de luchthaven controleert, moet ook de bevoegdheid hebben om de noodzakelijke regels vast te stellen voor de goede werking van de luchthaveninfrastructuur. |
(26) | Het is nodig verplichte minimumkwaliteitseisen vast te stellen waaraan verleners van grondafhandelingsdiensten en zelfafhandelende luchthavengebruikers moeten voldoen om de algemene kwaliteit van de diensten te garanderen en een gelijk speelveld voor alle exploitanten tot stand te brengen. |
(26 bis) | Om een passend veiligheidsniveau op alle luchthavens te garanderen moeten de voorschriften op het punt van minimum veiligheidsnormen voor grondafhandelingsdiensten beantwoorden aan de beginselen inzake veiligheid en beheerssystemen zoals vastgelegd in de relevante Uniewetgeving. [Am. 257] |
(27) | Teneinde de prestaties in de hele luchtvaartketen te verbeteren en de gate-to-gate-benadering ten uitvoer te leggen, moeten de verleners van grondafhandelingsdiensten en de zelfafhandelende luchthavengebruikers bij de Commissie verslag uitbrengen over hun prestaties. |
(28) | In een arbeidsintensieve sector als grondafhandeling hebben permanente ontwikkeling en opleiding van het personeel een sterke impact op de kwaliteit van de diensten . Daaromen de veiligheid van de werkzaamheden. Een bevoegde EU-instelling dient in samenwerking met de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, luchthavenexploitanten en sociale partners, ambitieuze minimumnormen vast te stellen om te zorgen voor een zo hoog mogelijke kwaliteit in de opleiding en training van werknemers in de grondafhandelingssector. Deze normen moeten minimumopleidingseisenregelmatig worden vastgesteldaangepast en nader uitgewerkt om bij te kunnen dragen aan de kwaliteit van de activiteiten te garanderen, voor wat de betrouwbaarheid, veerkracht, veiligheid en beveiliging betreft, en om een gelijk speelveld voor alle exploitanten tot stand te brengen. Zolang op de betrokken luchthaven niet aan de vereiste normen wordt voldaan, wordt de vergunning van de dienstverleners in kwestie opgeschort, ingetrokken of ingehouden, totdat het juiste niveau weer is bereikt. Er moet een aanvullende specifieke luchthavenopleiding worden geboden, met een duur van ten minste vijf dagen. [Am. 258] |
(29) | Onderaanbesteding vergroot de flexibiliteit van de verleners van grondafhandelingsdiensten. Onderaanbesteding en meervoudige onderaanbesteding kunnen echter ook leiden tot capaciteitsbeperkingen en negatieve gevolgen hebben voor de veiligheid en beveiliging. Daarom moet onderaanbesteding worden beperkt en moeten de regels voor onderaanbesteding worden verduidelijk. |
(30) | De bij deze verordening erkende rechten mogen worden toegekend aan verleners van grondafhandelingsdiensten en zelfafhandelende luchthavengebruikers uit derde landen enkel op basis van strikte wederkerigheid. Daar waar er geen sprake is van wederkerigheid, moet de Commissie het recht krijgen om te beslissen dat een lidstaat of lidstaten deze rechten moet(en) opschorten. |
(31) | De lidstaten moeten de bevoegdheid behouden om adequate sociale bescherming te garanderen voorerop toezien dat het personeel van bedrijven die grondafhandelingsdiensten verlenen, een adequaat niveau aan sociale bescherming alsmede fatsoenlijke arbeidsomstandigheden genieten, ook in geval van onderaanneming en in het kader van dienstverrichtingscontracten. Wanneer de bevoegde autoriteiten in de lidstaat leemtes in de bescherming of inbreuken op de regels vaststellen, moet het mogelijk zijn de vergunning van de betrokken dienstverleners op te schorten, in te trekken of in te houden, totdat het juiste niveau weer is bereikt. [Am. 259] |
(31 bis) | Omdat gehandicapten en personen met beperkte mobiliteit vaak ongerechtvaardigde discriminatie ondervinden bij de afhandeling van hun problemen en klachten en de aanbieding van oplossingen daarvoor, moet deze verordening worden toegepast in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 1107/2006 van 5 juli 2006 inzake de rechten van gehandicapten en personen met beperkte mobiliteit die per luchtvervoer reizen(7). [Am. 260] |
(31 ter) | Ook al zijn de rechten van gehandicapten en personen met beperkte mobiliteit die per luchtvervoer reizen reeds geregeld in Verordening (EG) nr. 1107/2006, beoogt deze verordening de onderlinge afstemming aan te moedigen tussen enerzijds degenen die assistentie verlenen aan gehandicapten en personen met beperkte mobiliteit, en anderzijds degenen die de hulpbenodigdheden voor reizigers afhandelen, waaronder ook de medische apparatuur. [Am. 261] |
(31 quater) | Gezien de vooruitgang die op gebied van de reizigersrechten is gemaakt, en ter voorkoming van discriminatie van gehandicapte reizigers, moet er ook worden gekeken naar doelstellingen en oplossingen zoals te vinden zijn in Richtlijn 2001/85/EG van 20 november 2001 betreffende speciale voorschriften voor voertuigen bestemd voor het vervoer van passagiers, met meer dan acht zitplaatsen, die van de bestuurder niet meegerekend(8). [Am. 262] |
(32) | Teneinde te garanderen dat geharmoniseerde verzekeringseisen gelden voor verleners van grondafhandelingsdiensten en zelfafhandelende luchthavengebruikers, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie handelingen vast te stellen ten aanzien van de verzekeringseisen voor verleners van grondafhandelingsdiensten en zelfafhandelende luchthavengebruikers. Teneinde te garanderen dat geharmoniseerde en geactualiseerde verplichtingen gelden inzake de minimumkwaliteitseisen voor grondafhandelingsdiensten en inzake de rapporteringsverplichtingen voor verleners van grondafhandelingsdiensten en zelfafhandelende luchthavengebruikers, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag handelingen vast te stellen ten aanzien van de specificaties voor minimumkwaliteitseisen voor grondafhandelingsdiensten en de specificaties voor de inhoud en verspreiding van rapporteringsverplichtingen voor verleners van grondafhandelingsdiensten en zelfafhandelende luchthavengebruikers. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadpleging overgaat, onder meer op deskundigenniveau, en dat het specifieke bij Besluit 98/500/EG van de Commissie van 20 mei 1998 betreffende de oprichting van Comités voor de sectoraal dialoog tussen de sociale partners op Europees niveau(9) opgerichte sectorale comité voor sociale dialoog daarbij wordt betrokken. De Commissie moet bij de voorbereiding en opstelling van de gedelegeerde handelingen ervoor zorgen dat de desbetreffende documenten tijdig en op gepaste wijze gelijktijdig worden toegezonden aan het Europees Parlement en de Raad. [Am. 263] |
(32 bis) | Gezien de bijzondere omstandigheden van de grondafhandeling van rolstoelen en andere medische en hulpmiddelen die door gehandicapte passagiers of passagiers met een beperkte mobiliteit worden gebruikt, en de mate waarin de onafhankelijkheid van dergelijke passagiers afhangt van het gebruik van deze middelen, moeten de verzekeringspolissen van de verleners van grondafhandelingsdiensten een volledige schadeloosstelling garanderen voor de beschadiging of het verlies van deze middelen. [Am. 264] |
(32 ter) | Gezien het grote belang van veiligheid, beroepskwalificaties en scholing, de naleving van kwaliteitsnormen en vooral ook de operationele prestaties van het grondafhandelingspersoneel dienen de lidstaten sancties in te stellen tegen inbreuken op deze verordening. Deze sancties dienen doeltreffend, evenredig en afschrikkend te zijn. [Am. 265] |
(32 quater) | In de door luchtvaartmaatschappijen aan passagiers verstrekte documenten moet duidelijk zijn aangegeven welke verlener van grondafhandelingsdiensten verantwoordelijk is voor de betrokken vlucht. [Am. 266] |
(32 quinquies) | Verleners van grondafhandelingsdiensten zijn verplicht voor informatiepunten betreffende verloren of vermiste bagage te zorgen. [Am. 267] |
(33) | Bij het voorbereiden en opstellen van gedelegeerde handelingen dient de Commissie erop toe te zien dat de desbetreffende documenten gelijktijdig, tijdig en op passende wijze bij het Europees Parlement en de Raad worden ingediend.[Am. 263] |
(34) | Om eenvormige voorwaarden te waarborgen voor de uitvoering van deze verordening, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren(10). |
(35) | De raadplegingsprocedure moet worden gebruikt om uitvoeringsbesluiten vast te stellen over vrijstellingen op de graad van openstelling van de grondafhandelingsmarkt voor derde partijen en voor zelfafhandelende luchtvaartmaatschappijen, aangezien deze besluiten slechts een beperkt toepassingsgebied hebben. |
(36) | De raadplegingsprocedure moet ook worden gebruikt voor de vaststelling van uitvoeringsbesluiten over de uitbreiding van een openbaredienstverplichting door een lidstaat tot een luchthaven op een eiland, aangezien deze besluiten slechts een beperkt toepassingsgebied hebben. |
(37) | De onderzoeksprocedure moet worden gebruikt voor de vaststelling van uitvoeringsbesluiten over de volledige of gedeeltelijke opschorting van het recht op toegang tot de grondafhandelingsmarkt op het grondgebied van een lidstaat voor verleners van grondafhandelingsdiensten en luchthavengebruikers uit een derde land. |
(38) | Daar het doelstelling van deze verordening, namelijk de homogenere toepassing van de Uniewetgeving inzake grondafhandelingsdiensten wegens het internationale karakter van het luchtvervoer niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt en derhalve beter door de Unie kan worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in dat artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om dit doel te bereiken. |
(39) | De ministeriële verklaring over de luchthaven van Gibraltar waarover op 18 september 2006 te Córdoba een akkoord is bereikt tijdens de eerste ministeriële bijeenkomst van het Forum voor dialoog over Gibraltar, zal de op 2 december 1987 te Londen afgelegde gemeenschappelijke verklaring over de luchthaven van Gibraltar vervangen, en de volledige naleving ervan zal als de naleving van de verklaring van 1987 worden beschouwd. |
(40) | Richtlijn 96/67/EG dient derhalve te worden ingetrokken, |
HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Hoofdstuk I
Toepassingsgebied en definities
Artikel 1
Toepassingsgebied
Deze verordening is van toepassing op elke luchthaven die zich bevindt op het grondgebied van een lidstaat welke onder de bepalingen van het Verdrag valt en die voor commercieel verkeer is opengesteld.
De toepassing van deze verordening op de luchthaven van Gibraltar laat de respectieve rechtsopvattingen van het Koninkrijk Spanje en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland betreffende het geschil inzake de soevereiniteit over het grondgebied waarop de luchthaven gelegen is, onverlet.
Artikel 2
Definities
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
(a) | „luchthaven”: elk terrein dat speciaal is ingericht om luchtvaartuigen de mogelijkheid te bieden om te landen, op te stijgen of manoeuvres uit te voeren, met inbegrip van de eventueel bijbehorende installaties ten behoeve van het verkeer van en de dienstverlening aan luchtvaartuigen en de nodige installaties ten behoeve van commerciële luchtdiensten; |
(b) | „luchthavenbeheerder”: de instantie die, al dan niet in combinatie met andere activiteiten, aan de nationale wet- of regelgeving de taak ontleent om de luchthaveninfrastructuur te beheren en de activiteiten van de verschillende op de luchthaven of in het desbetreffende luchthavensysteem aanwezige ondernemingen te coördineren en te controleren; |
(c) | „luchthavengebruiker”: iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon die naar of vanaf de desbetreffende luchthaven door de lucht passagiers, post en/of vracht vervoert; |
(d) | „grondafhandeling”: de diensten die op een luchthaven aan een gebruiker worden verleend, zoals uiteengezet in de bijlagebijlage I; |
(e) | „zelfafhandeling”: situatie waarbij een gebruiker voor zichzelf rechtstreeks een of meer categorieën afhandelingsdiensten verleent en met derden geen enkel contract afsluit, hoe ook genaamd, dat de verlening van dergelijke diensten tot doel heeft. Met het oog op de toepassing van deze verordening worden luchthavengebruikers onderling niet als derde partijen beschouwd als:
|
(f) | „verlener van grondafhandelingsdiensten”: iedere natuurlijke of rechtspersoon die aan derden een of meer categorieën grondafhandelingsdiensten verleent; |
(f bis) | „geïntegreerde onderneming”: een onderneming die vervoersdiensten van deur tot deur levert onder een overeenkomst, waarbij het vervoer van vracht en/of post van de plaats van vertrek tot de eindbestemming wordt gegarandeerd en vervoersactiviteiten, grondafhandeling, het sorteren van zendingen en de levering naadloos worden geïntegreerd; |
(f ter) | „collectieve overeenkomsten”, indien de wetgeving van een lidstaat hierin voorziet, worden geacht representatief te zijn, wanneer zij inhoudelijk van toepassing zijn op de grondafhandelingsdienst en wanneer de territoriale toepasselijkheid ervan binnen een lidstaat zich uitstrekt tot de luchthaven waarop de verlener van grondafhandelingsdiensten actief is. |
(g) | „gecentraliseerde infrastructuur”: specifieke installaties en/of faciliteiten op een luchthaven die, om technische, milieu-, kostengerelateerde of capaciteitsredenen niet kunnen worden gedeeld of vermenigvuldigd en waarvan de beschikbaarheid essentieel en noodzakelijk is voor de prestaties van de grondafhandelingsdiensten op een luchthaven; |
(h) | „onderaanbesteding”: het sluiten van een contract door een verlener van grondafhandelingsdiensten, in de hoedanigheid van hoofdcontractant, of — uitzonderlijk — door een zelfafhandelende luchthavengebruiker met een derde partij die „de onderaannemer” wordt genoemd, waarbij de onderaannemer een of meer categorieën (of subcategorieën) grondafhandelingsdiensten verleent; |
(h bis) | „onderaannemer”: een goedgekeurde afhandelaar in overeenstemming met artikelen 16 en 17; |
(i) | „goedkeuring”: een goedkeuring die door de bevoegde autoriteit aan een onderneming wordt verleend om de in de goedkeuring vermelde grondafhandelingsdiensten te verlenen; |
(j) | „onafhankelijke toezichthoudende autoriteit”: de in artikel 11 van Richtlijn 2009/12/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 inzake luchthavengelden(11) bedoelde autoriteit. [Am. 268] |
Hoofdstuk II
Algemene voorafgaande eisen
Artikel 3
De luchthavenbeheerder
1. Wanneer het beheer en de exploitatie van een luchthaven niet bij één beheerder maar bij verschillende afzonderlijke beheerders berusten, wordt elk van hen voor de toepassing van deze verordening geacht deel uit te maken van de luchthavenbeheerder.
2. Wanneer er voor verscheidene luchthavens slechts één enkele luchthavenbeheerder bestaat, wordt elk van deze luchthavens voor de toepassing van deze verordening afzonderlijk in aanmerking genomen.
Artikel 4
Het comité van luchthavengebruikers
1. Op verzoek van de luchthavengebruikers richt elke betrokken luchthaven richtmet een jaarlijks verkeersvolume van minstens twee miljoen passagiersbewegingen of 50 000 ton vracht gedurende minstens de voorgaande drie jaren een comité (het „comité van luchthavengebruikers”) op met vertegenwoordigers van luchthavengebruikers of organisaties die luchthavengebruikers vertegenwoordigen , alsmede met vertegenwoordigers van de luchthavens en het personeel. De deelneming van de sociale partners aan het comité van luchthavengebruikers is verplicht. [Am. 269]
2. Alle luchthavengebruikers hebben het recht deel te nemen aan de werkzaamheden van het comité of desgewenst zich daar te laten vertegenwoordigen door een organisatie die daartoe wordt aangewezen. Deze organisatie mag echter geen grondafhandelingsdiensten verlenen op de desbetreffende luchthaven.
3. Het comité van luchthavengebruikers stelt schriftelijk zijn procedureregels op, waaronder stemregels.
De stemregels omvatten specifieke bepalingen over hoe moet worden voorkomen dat in het comité van luchthavengebruikers belangenconflicten ontstaan, voortvloeiend uit de aanwezigheid in het comité luchthavengebruikers van gebruikers die ook grondafhandelingsdiensten verlenen op de desbetreffende luchthaven. Met name wanneer het comité van luchthavengebruikers wordt geraadpleegd in de loop van de in artikelen 8 en 9 vervatte selectieprocedure zijn luchthavengebruikers die zich kandidaat hebben gesteld om een of meer grondafhandelingsdiensten te verlenen aan derde partijen, niet stemgerechtigd.
4. De stemmen in het comité van luchthavengebruikers worden zodanig gewogen dat:
(a) | een individuele luchthavengebruiker op een luchthaven, ongeacht het verkeersvolume dat hij jaarlijks vervoert, niet meer dan 49 % van de totale stemmen mag hebben; |
(b) | luchthavengebruikers die aan zelfafhandeling doen hoogstens een derde van de totale stemmen mogen hebben. |
5. Het beheersorgaan van de luchthaven doet dienst als secretariaat voor het comité van luchthavengebruikers.
Als het beheersorgaan van de luchthaven dit weigert of als het comité van luchthavengebruikers dit niet aanvaardt, wijst het beheersorgaan van de luchthaven een andere entiteit aan die door het comité van luchthavengebruikers moet worden aanvaard. Het secretariaat van het comité van luchthavengebruikers houdt een lijst bij van de luchthavengebruikers of hun vertegenwoordigers die deel uitmaken van het comité van luchthavengebruikers.
6. Het secretariaat van het comité van luchthavengebruikers stelt notulen op van elke vergadering van het comité. Deze notulen moeten een getrouwe weergave vormen van de standpunten en stemresultaten tijdens de vergadering.
6 bis.Indien krachtens deze verordening het comité van luchthavengebruikers moet worden geraadpleegd, stelt het beheersorgaan van de luchthaven, of in voorkomend geval de aanbestedende autoriteit, het comité van luchthavengebruikers daarvan op de hoogte en bezorgt het hem uiterlijk zes weken voordat het definitieve besluit wordt genomen, het voorgestelde besluit en alle nodige informatie. In geval van onenigheid tussen het beheersorgaan van de luchthaven en het comité van luchthavengebruikers, of in voorkomend geval de aanbestedende autoriteit, en onverminderd artikel 41 van deze verordening, geeft het beheersorgaan van de luchthaven en het comité van luchthavengebruikers, of in voorkomend geval de aanbestedende autoriteit, de gemotiveerde redenen voor zijn of haar definitieve beslissing waarbij rekening wordt gehouden met de door het comité van luchthavengebruikers uitgesproken meningen. [Am. 270]
Hoofdstuk III
Openstelling van de grondafhandelingsmarkt
Deel 1
Zelfafhandeling
Artikel 5
Zelfafhandeling
Het staat elke luchthavengebruiker vrij aan zelfafhandeling te doen.
Deel 2
Grondafhandeling voor derde partijen
Artikel 6
Grondafhandeling voor derde partijen
1. Verleners van grondafhandelingsdiensten die in de Unie of binnen de Europese Vrijhandelsassociatie gevestigd zijn, hebben vrije toegang tot de markt voor het verlenen van grondafhandelingsdiensten aan derde partijen op alle luchthavens met een verkeersvolume van minstensmeer dantwee miljoen passagiersbewegingen of 50 000 ton vracht per jaar gedurende minstens de voorgaande drie jaren.
2. Voor de in lid 1 bedoelde luchthavens mogen de lidstaten beperkingen opleggen aan het aantal dienstverleners dat toestemming krijgt om de volgende categorieën grondafhandelingsdiensten te verlenen:
(a) | bagageafhandeling; |
(b) | platformafhandeling; |
(c) | brandstof- en olielevering; |
(d) | vracht- en postafhandeling voor wat betreft de fysieke afhandeling van vracht en post tussen het luchthavengebouw en het vliegtuig, zowel bij aankomst en vertrek als bij transfer. |
De lidstaten mogen dit aantal echter niet beperken tot minder dan twee dienstverleners voor elke categorie grondafhandelingsdiensten of, voorin het geval van luchthavens met minstens 5 miljoenmeer dan 15 miljoen passagiers of 100 000 ton200 000 ton vracht per jaar gedurende minstens de voorgaande drie jaren, tot minder dan drie dienstverleners voor elke categorie grondafhandelingsdiensten.
2 bis.Het niveau van de in lid 2 vermelde beperkingen kan verschillend zijn voor afzonderlijke terminals op het terrein van dezelfde luchthaven, op voorwaarde dat de beperkingen op niet-discriminerende wijze worden toegepast, geen concurrentieverstoringen veroorzaken, stroken met de bepalingen van deze verordening en dat het minimumaantal dienstverleners op elke terminal wordt gehandhaafd.
3. Op luchthavens waar het aantal dienstverleners overeenkomstig lid 2 van dit artikel of overeenkomstig artikel 14, lid 1, onder (a) en (c), beperkt is tot twee of meer, moet minstens een van de geautoriseerde dienstverleners niet rechtstreeks of onrechtstreeks worden gecontroleerd door:
(a) | het beheersorgaan van de luchthaven, |
(b) | een gebruiker die in de loop van het jaar voorafgaande aan dat waarin die dienstverleners worden geselecteerd, meer dan 25 % van de op de luchthaven geregistreerde passagiers of vracht heeft vervoerd, |
(c) | een orgaan dat rechtstreeks of onrechtstreeks het beheersorgaan van de luchthaven als vermeld onder (a), of een gebruiker als vermeld onder (b), controleert of door hen wordt gecontroleerd. |
Controle berust op rechten, overeenkomsten of andere middelen die, afzonderlijk of gezamenlijk, met inachtneming van alle feitelijke en juridische omstandigheden, zoals geïnterpreteerd door het Hof van Justitie van de Europese Unie, het mogelijk maken een beslissende invloed uit te oefenen op de dienstverleners.
4. Wanneer zij het aantal geautoriseerde dienstverleners beperken overeenkomstig lid 2, mogenverhinderende lidstaten niet verhinderen dat een luchthavengebruiker, ongeacht het deel van de luchthaven dat aan hem is toegewezen, voor elke categorie grondafhandelingsdiensten waarvoor een beperking geldt, een effectieve keuze heeft, onder de in de leden 2 en 3 bepaalde voorwaarden, tussen minstens:
— | twee verleners van grondafhandelingsdiensten, of |
— | drie verleners van grondafhandelingsdiensten, voor luchthavens met minstens 5 miljoen15 miljoen passagiers of 100 000 ton200 000 ton vracht per jaar gedurende minstens de drie voorgaande jaren. |
5. Wanneer een luchthaven een van de in dit artikel vastgestelde minima voor vrachtvervoer bereikt zonder het overeenkomstige minimum voor passagiersvervoer te bereiken, is deze verordeningdit artikel niet van toepassing op de categorieën grondafhandelingsdiensten die uitsluitend voor passagiers bestemd zijn, noch op de infrastructuur die uitsluitend wordt gebruikt voor de passagiersafhandeling.
Wanneer een luchthaven een van de in dit artikel vastgestelde minima voor passagiersvervoer bereikt zonder het overeenkomstige minimum voor vrachtvervoer te bereiken, is dit artikel niet van toepassing op de categorieën grondafhandelingsdiensten die uitsluitend voor vracht bestemd zijn, noch op de infrastructuur die uitsluitend voor de afhandeling van vracht bestemd is.
6. Elke luchthaven die gedurende minstens drie opeenvolgende jaren minstens 2 miljoen passagiers of 50 000 ton vracht afhandelt, maar waarvan het jaarlijks verkeer vervolgens onder de drempel van 2 miljoen passagiers of 50 000 ton vracht daalt, houdt zijn markt gedurende minstens de eerste drie jaar na het jaar waarin het verkeer onder de drempel is gezakt, open voor verleners van afhandelingsdiensten voor derde partijen.
7. Elke luchthaven die gedurende minstens drie opeenvolgende jaren minstens 5 miljoen15 miljoen passagiers of 100 000 ton200 000 ton vracht afhandelt, maar waarvan het jaarlijks verkeer vervolgens onder de drempel van 5 miljoen15 miljoen passagiers of 100 000 ton200 000 ton vracht daalt, houdt zijn markt gedurende minstens de eerste drie jaar na het jaar waarin het verkeer onder de drempel is gezakt, open voor verleners van afhandelingsdiensten voor derde partijen. [Am. 271]
Artikel 7
Selectie van dienstverleners
1. Dienstverleners die grondafhandelingsdiensten mogen verlenen op een luchthaven waarop het aantal dienstverleners overeenkomstig artikel 6 of artikel 14 is beperkt, worden geselecteerd op basis van een transparante, open en niet-discriminerende aanbestedingsprocedure. De aanbestedende autoriteit is bevoegd om te eisen dat de verleners van grondafhandelingsdiensten één of meer van de in artikel 6, lid 2, bedoelde categorieën grondafhandelingsdiensten verplicht gebundeld aanbieden. Het beheersorgaan van een luchthaven wordt gemachtigd om bij de aanbestedende autoriteit een desbetreffend verzoek tot bundeling indienen. [Am. 272]
2. De aanbestedende autoriteit is:
(a) | het beheersorgaan van de luchthaven, voor zover het:
|
(b) | in alle andere gevallen, een bevoegde autoriteit die onafhankelijk is van het beheersorgaan van de luchthaven, in alle andere gevallenen geen enkele, directe of indirecte, zakelijke band heeft met de luchthavenactiviteit. [Am. 273] |
3. Het comité van luchthavengebruikers heeften het beheersorgaan van de luchthaven, als dit niet de aanbestedende autoriteit is, hebben in geen enkele fase van de selectieprocedure toegang tot de inschrijvingen van de kandidaten. AlsOp verzoek van het comité van luchthavengebruikers of het beheersorgaan van de luchthaven , als dit niet de aanbestedende autoriteit is, heeft het in geen enkele fasestelt de aanbestedende autoriteit een overzicht van de selectieprocedure toegang tot de inschrijvingen van de kandidatenbeschikbaar en zorgt zij ervoor dat dit overzicht geen vertrouwelijke informatie bevat. [Am. 274]
4. Na de Commissie in kennis te hebben gesteld, en op voorwaarde dat de EU-regels inzake staatssteun worden nageleefd, mag een lidstaat in de aanbestedingsvoorwaarden bepalen dat de verleners van grondafhandelingsdiensten een openbaredienstverplichting moeten nakomen met betrekking tot luchthavens die perifere gebieden of ontwikkelingsgebieden bedienen welke deel uitmaken van het grondgebied van die lidstaat, indien de dienstverleners op deze luchthavens geen grondafhandelingsdiensten willen verlenen zonder overheidssteun (bv. exclusieve rechten of vergoedingen), maar deze luchthavens van vitaal belang zijn voor de toegankelijkheid van de desbetreffende lidstaat. Deze bepaling laat de EU-regels inzake staatssteun onverlet. [Am. 275]
5. De aanbestedingsprocedure wordt geopend en bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie. Het Publicatieblad van de Europese Unie voert een passende rubriek in voor de aanbesteding van grondafhandelingsdiensten. [Am. 276]
6. De aanbestedende autoriteit selecteert de dienstverleners in twee fasen:
(a) | een erkenningsprocedure, om de geschiktheid van de kandidaten te beoordelen; en |
(b) | een gunningsprocedure, om de geautoriseerde dienstverlener(s) te selecteren. |
6 bis.Wanneer een uitnodiging tot inschrijving niet leidt tot inschrijvingen van het in artikel 6, lid 2, genoemde minimumaantal dienstverleners, opent de bevoegde autoriteit binnen 48 maanden na afloop van de aanbestedingsprocedure een nieuwe procedure. [Am. 277]
Artikel 8
Erkenningsprocedure
1. Tijdens de erkenningsprocedure gaat de aanbestedende autoriteit na of de kandidaten aan een aantal minimumcriteria beantwoorden. De aanbestedende autoriteit stelt deze minimumcriteria vast na overleg met het comité van luchthavengebruikers en het beheersorgaan van de luchthaven, als dit beheersorgaan niet zelf de aanbestedende autoriteit is.
2. De minimumcriteria omvatten het volgende:
(a) | de kandidaat moet beschikken over een geldige goedkeuring die is afgegeven overeenkomstig hoofdstuk IV; |
(b) | de kandidaat moet aantonen dat hij bekwaam is en moet zich er schriftelijk toe verbinden de relevante bepalingen en regels op de luchthaven toe te passen, inclusief de toepasselijke arbeidswetgeving, collectieve overeenkomsten en gedragsregels en kwaliteitseisen. Bovendien verbinden de kandidaat en de onderaannemers zich ertoe de respectieve representatieve collectieve arbeidsovereenkomsten toe te passen. [Am. 278] |
3. De aanbestedende autoriteit stelt een shortlist op van de kandidaten die voldoen aan de criteria van de erkenningsprocedure.
Artikel 9
Gunningsprocedure
1. Het beheersorgaan van de luchthaven werkt de aanbestedingsdocumenten uit op basis waarvan de gunningsprocedure wordt gehouden en waarin de op de luchthaven geldende minimumnormen, een representatief vluchtschema en de verkeersprognose voor de selectieperiode zijn opgenomen. Tijdens de gunningsprocedure selecteert de aanbestedende autoriteit een dienstverlener uit de kandidaten op de shortlist en gunt hij de vergunning aan deze dienstverlener, na overleg met het comité van luchthavengebruikers en het beheersorgaan van de luchthaven, als dit beheersorgaan niet zelf de aanbestedende autoriteit is.
2. Om de dienstverlener te selecteren, worden de inschrijvingen van de kandidaten getoetst aan een lijst van gunningscriteria. De gunningscriteria moeten relevant, objectief, transparant en niet-discriminerend zijn. De aanbestedende autoriteit stelt de gunningscriteria vast na overleg met instemming van het comité van luchthavengebruikers en het beheersorgaan van de luchthaven, als dit beheersorgaan niet zelf de aanbestedende autoriteit is.
2 bis.Aanvragers dienen een gedetailleerde lijst in van alle taken die worden of kunnen worden uitbesteed en die niet in verband staan met de hoofdactiviteit.
3. Onder meer de volgende gunningscriteria zijn van toepassing:
(a) | de samenhang en geloofwaardigheid van het ondernemingsplan, de eerste drie jaar beoordeeld op basis van een kostenberekeningsmodel; |
(b) | het kwaliteitsniveau van de activiteiten, beoordeeld op basis van een representatief vluchtschema, inclusief — voor zover relevant — efficiënt gebruik van personeel en apparatuur, de uiterste termijn voor het inleveren van bagage en vracht, de afleveringstijden voor bagage en vracht, en de maximale omlooptijden; |
(c) | de geschiktheid van de materiële hulpmiddelen, wat betreft de beschikbaarheid, het voldoen aan relevante milieueisen en milieuvriendelijkheidde deugdelijke werking van de apparatuurbetreft; |
(d) | de geschiktheid van de menselijke hulpbronnen, wat de ervaring van het personeel, en de geschiktheid van het opleidings-/kwalificatieprogramma , fatsoenlijke werkgelegenheid en werkomstandigheden betreft, ook in geval van een overname van personeel als bedoeld in artikel 12, en met de belofte om de respectieve, representatieve collectieve arbeidsovereenkomsten toe te passen; |
(e) | de kwaliteit van informatie- en communicatietechnologie; |
(f) | de kwaliteit van de organisatorische planning; |
(g) | de milieuprestatiesde succesvolle uitvoering van een erkende veiligheidsaudit om ervoor te zorgen dat veiligheids- en beveiligingsvoorschriften naar behoren worden nageleefd. |
4. Het relatieve gewicht van de gunningscriteria is vermeld in de uitnodiging tot inschrijving en de relevante documenten. Aan elk gunningscriteria wordt een puntenvork toegekend, met een passende maximumspreiding. De aanbestedende autoriteit mag een minimumaantal punten vaststellen die de kandidaten voor bepaalde gunningscriteria moeten behalen. De vaststelling van een minimumaantal punten moet op niet-discriminerende wijze gebeuren en moet duidelijk worden vermeld in de uitnodiging tot inschrijving en de relevante documenten. De aanbestedende autoriteit mag de in de uitnodiging tot inschrijving vastgestelde gunningscriteria niet schrappen of opsplitsen en geen gunningscriteria toevoegen.
5. De vergunning om grondafhandelingsdiensten te verlenen op de desbetreffende luchthaven wordt toegekend aan de kandidaat die het hoogste totale aantal punten en tegelijk een minimumaantal punten voor bepaalde gunningscriteria heeft behaald.
6. Luchthavengebruikers die zich kandidaat stellen om grondafhandelingsdiensten voor derde partijen te verlenen of die aan zelfafhandeling doen, worden niet geraadpleegd tijdens de gunningsprocedure.
7. De aanbestedende autoriteit zorgt ervoor dat het gunningsbesluit en de motivering van dit besluit openbaar worden gemaakt. [Am. 279]
Artikel 10
Selectieperiode en stopzetting van activiteiten
1. Verleners van grondafhandelingsdiensten krijgen een vergunning voor een periode van minstens zeven en hoogstens tien jaar, behalve in geval van vrijstelling voor zelfafhandeling of grondafhandeling voor derde partijen, zoals bepaald in artikel 14, lid 1. De precieze periode waarvoor de dienstverleners een vergunning krijgen en de datum waarop de activiteiten van start gaan, worden duidelijk vermeld in de uitnodiging tot inschrijving.
2. Een verlener van grondafhandelingsdiensten begint diensten te verlenen binnen een maand na de in de uitnodiging tot inschrijving vermelde startdatum. In gemotiveerde gevallen mag de aanbestedende autoriteit, op verzoek van de verlener van grondafhandelingsdiensten en na raadpleging van het comité van luchthavengebruikers, deze periode met hoogstens zesvijf maanden verlengen. Indien de dienstverlener zes maanden na afloop van deze periodede in de uitnodiging tot inschrijving vermelde startdatum nog niet met zijn activiteiten is begonnen en zijn bereidheid daartoe niet kan aantonen, kanis de aanbestedende autoriteit besluiten dat de vergunning niet meerlanger geldig is. In dergelijke gevallen kunnen de lidstaten de verlener een boete opleggen en de vergunning verlenen aan verlener die krachtens artikel 9, lid 5, op grond van het aantal behaalde punten als tweede gerangschikt is. [Am. 280]
3. De aanbestedende autoriteit anticipeert op het einde van de vergunningsperiode en zorgt ervoor dat dienstverleners die na een nieuwe uitnodiging tot inschrijving zijn geselecteerd, hun activiteiten mogen starten op de dag na de laatste dag van de vergunningsperiode van de vorige geselecteerde dienstverlener(s).
4. Wanneer een verlener van grondafhandelingsdiensten zijn activiteiten stopzet vóór het einde van de periode waarvoor hij een vergunning heeft gekregen, wordt hij vervangen op basis van de in de artikelen 7, 8 en 9 en het onderhavige artikel beschreven selectieprocedure. Elke dienstverlener die zijn activiteiten stopzet, stelt de relevante aanbestedende autoriteit minstens zes maanden vóór hij de luchthaven verlaat in kennis van zijn voornemen om zijn activiteiten stop te zetten. Er kan een boete worden opgelegd aan de dienstverlener als hij de aanbestedende autoriteit niet voldoendeminstens zes maanden van tevoren in kennis stelt, tenzij de dienstverlener kan aantonen dat er sprake is van overmacht. [Am. 281]
5. Als een dienstverlener zijn activiteiten stopzet vóór het einde van de periode waarvoor hij een vergunning heeft gekregen en, alvorens de luchthaven te verlaten, de aanbestedende autoriteit onvoldoende tijd laat om een nieuwe dienstverlener te selecteren, zodat er op de desbetreffende luchthaven een tijdelijk monopolie op bepaalde grondafhandelingsdiensten ontstaat, geeft de desbetreffende lidstaat voor een beperkte periode van hoogstens tien maanden een vergunning af om grondafhandelingsdiensten op die luchthaven te verrichten zonder gebruik te maken van de in de artikelen 7, 8 en 9 en het onderhavige artikel vastgestelde selectieprocedure.
Als de lidstaat er niet in slaagt een verlener van grondafhandelingsdiensten te vinden voor deze beperkte periode, reguleert hij de prijzen van de grondafhandelingsdiensten waarvoor een tijdelijk monopolie is ontstaan tot een nieuwe dienstverlener deze grondafhandelingsdiensten begint te verlenen op de luchthaven.
6. De aanbestedende autoriteit stelt het comité van luchthavengebruikers en, voor zover van toepassing, de beheersautoriteit van de luchthaven in kennis van besluiten die overeenkomstig de artikelen 7, 8 en 9 en het onderhavige artikel zijn genomen.
7. Artikelen 7, 8 en 9 en het onderhavige artikel zijn niet van toepassing op de gunning van openbare contracten en concessies, welke onder andere bepalingen van Unierecht vallen.
Artikel 11
Het beheersorgaan van de luchthaven als verlener van grondafhandelingsdiensten
1. Wanneer het aantal dienstverleners op grond van artikel 6 wordt beperkt, kan de luchthavenbeheerder zelf grondafhandelingsdiensten verlenen zonder dat hij aan de in de artikelen 7 tot en met 10 vastgestelde selectieprocedure wordt onderworpen. De luchthavenbeheerder mag ook een vergunning afgeven aan een dienstverlener om grondafhandelingsdiensten te verlenen op de desbetreffende luchthaven, zonder deze aan die procedure te onderwerpen:
(a) | als hij deze onderneming rechtstreeks of onrechtstreeks controleert; |
(b) | als deze onderneming de luchthavenbeheerder rechtstreeks of onrechtstreeks controleert; |
(b bis) | als de onderneming voldoet aan de in hoofdstuk IV vermelde criteria. [Am. 282] |
2. Als het beheersorgaan van een luchthaven dat grondafhandelingsdiensten verleent overeenkomstig lid 1 niet meer beantwoordt aan de voorwaarden van lid 1, mag deze dienstverlener grondafhandelingsdiensten blijven verlenen gedurende een periode van vijfdrie jaar, zonder aan de in de artikelen 7 tot en met 10 vastgestelde selectieprocedure te worden onderworpen. De dienstverlener stelt de relevante aanbestedende autoriteit minstens zes maanden van tevoren in kennis van het nakende einde van deze periode van vijfdrie jaar. Er kan een boete worden opgelegd aan de dienstverlener als hij de aanbestedende autoriteit niet voldoende van tevoren in kennis stelt, tenzij de dienstverlener kan aantonen dat er sprake is van overmacht. Als de dienstverlener zijn activiteiten stopzet vóór het einde van de periode van vijfdrie jaar, is artikel 10, leden 4 en 5, van toepassing. [Am. 283]
Artikel 12
Bescherming van de rechten van werknemers in geval van overname van personeel voor diensten waarvoor markttoegangsbeperkingen gelden[Am. 284]
1. Dit artikel is alleen van toepassing op grondafhandelingsdiensten waarvoor de lidstaat in kwestie het aantal dienstverleners heeft beperkt overeenkomstig artikel 6 of artikel 14. De lidstaten gaan tegen de achtergrond van deze verordening na of beperking van de concurrentie voor meer sectoren nodig is. [Am. 285]
2. Als een verlener van de in lid 1 bedoelde grondafhandelingsdiensten na de in de artikelen 7 tot en met 10 vastgestelde selectieprocedure zijn vergunning om deze diensten te verlenen, verliest, kunnenof als een verlener van grondafhandelingsdiensten de levering van deze diensten aan een luchthavengebruiker beëindigt of als een zelfafhandelende luchthavengebruiker besluit de zelfafhandeling te beëindigen, verplichten de lidstaten de verlener(s) van grondafhandelingsdiensten of zelfafhandelende luchthavengebruikers die daarna deze diensten zullen verlenen, verplichten om aan het personeel dat deze diensten eerder verleende de rechten toe te kennen die zij zouden hebben gehad indien een overgang in de zin van Richtlijn 2001/23/EG had plaatsgevonden. De tweede zin van artikel 4, lid 1, van Richtlijn 2001/23/EG is niet van toepassing op de in de eerste zin van dit lid genoemde gevallen. Ontslag om economische, technische of organisatorische redenen is niet toegestaan. [Am. 286]
2 bis.De in lid 2 genoemde rechten omvatten de toepassing van algemeen geldende collectieve overeenkomsten. [Am. 287]
3. De lidstaten beperken de in lid 2 vermelde verplichting tot de werknemers van de vorige dienstverlener, met inbegrip van die van zelfafhandelende luchthavengebruikers, die betrokken waren bij het verlenen van de grondafhandelingsdiensten die de vorige dienstverlener heeft stopgezet of waarvoor de vorige dienstverlener zijn vergunning heeft verloren, en die vrijwillig aanvaarden om in dienst te treden bij de nieuwe dienstverlener(s) of zelfafhandelende luchthavengebruikers. De kosten van een sociaal plan voor het uittredende personeel worden gedragen door de luchtvaartmaatschappijen naar rato van hun vervoersaandeel dat werd afgehandeld door de vorige dienstverlener. [Am. 288]
4.De lidstaten beperken de in lid 2 vermelde verplichting zodanig dat ze in verhouding staat tot het volume van de activiteiten die effectief worden overgedragen aan de andere dienstverlener(s).[Am. 289]
5. Als een lidstaat een verplichting in de zin van lid 2 oplegt, wordt In de aanbestedingsdocumenten wordt voor de in de artikelen 7 tot en met 10 vastgestelde selectieprocedure een lijst opgenomen van de desbetreffende personeelsleden, met vermelding van de relevante bijzonderheden van de contractuele rechten van de personeelsleden en de omstandigheden waaruit blijkt dat de personeelsleden betrokken waren bij het verlenen van de diensten in kwestie. Vertegenwoordigers van het personeel en van de vakbonden hebben toegang tot deze lijsten. [Am. 290]
6.Als een verlener van grondafhandelingsdiensten stopt met aan een luchthavengebruiker grondafhandelingsdiensten te verlenen die een aanzienlijk gedeelte vormen van de grondafhandelingsactiviteiten van die dienstverlener, in gevallen die niet onder lid 2 vallen, of als een zelfafhandelende luchthavengebruiker besluit te stoppen met zelfafhandeling, kunnen de lidstaten aan de verlener(s) van grondafhandelingsdiensten of zelfafhandelende luchthavengebruiker die deze grondafhandelingsdiensten daarna verleent, verplichten om eerder in dienst genomen personeel de rechten te verlenen waarop zij recht zouden hebben indien een overgang in de zin van Richtlijn 2001/23/EG had plaatsgevonden.[Am. 291]
7.De lidstaten beperken de in lid 6 vermelde verplichting tot de werknemers van de vorige dienstverlener die betrokken waren bij het verlenen van de grondafhandelingsdiensten die de vorige dienstverlener heeft stopgezet, en die vrijwillig aanvaarden om in dienst te treden bij de nieuwe dienstverlener(s) of zelfafhandelende luchthavengebruiker.[Am. 292]
8.De lidstaten beperken de in lid 6 vermelde verplichting tot de werknemers van de zelfafhandelende luchthavengebruiker die betrokken waren bij het verlenen van de grondafhandelingsdiensten die de zelfafhandelende luchthavengebruiker stopzet, en die vrijwillig aanvaarden om in dienst te treden bij de nieuwe dienstverlener(s) of zelfafhandelende luchthavengebruiker.[Am. 293]
9.De lidstaten beperken de in lid 6 vermelde verplichting zodanig dat ze in verhouding staat tot het volume van de activiteiten die effectief worden overgedragen aan de andere dienstverlener of zelfafhandelende luchthavengebruiker.[Am. 294]
10. De lidstaten mogen aan managers en arbeiders op een passend niveau de taak toevertrouwen om op basis van een onderhandelde overeenkomst de praktische regelingen voor de tenuitvoerlegging van dit artikel vast te stellen.
10 bis.De lidstaten zorgen ervoor dat loondumping wordt voorkomen, niet alleen ten aanzien van de vaste werknemers van verleners van grondafhandelingsdiensten, maar ook in het geval van overname van personeel, teneinde adequate sociale normen te garanderen en de kwaliteit van de grondafhandelingsdiensten te verbeteren. [Am. 295]
10 ter.De bevoegde autoriteiten van de lidstaten zorgen ervoor dat het personeel dat is aangenomen om deze diensten te verlenen adequate sociale bescherming geniet. [Am. 296]
10 quater.Als buffer voor schadelijke gevolgen van liberalisatie in de grondafhandelingssector worden, in het belang van de veiligheid, betrouwbaarheid en doelmatigheid van de werkzaamheden, bindende minimumkwaliteitseisen voor de diensten vastgesteld en gehandhaafd door de beheersautoriteiten van luchthavens. [Am. 297]
11. De lidstaten stellen de Commissie in kennis van alle uit hoofde van dit artikel genomen maatregelen.
Artikel 13
Luchthavens op eilanden
Voor de selectie van verleners van grondafhandelingsdiensten op een luchthaven als bedoeld in de artikelen 7 tot en met 10, kan een lidstaat de openbaredienstverplichting uitbreiden tot andere luchthavens op zijn grondgebied, voor zover
(a) | deze luchthavens op eilanden of in afgelegen gebieden op het vasteland in dezelfde geografische regio zijn gelegen; en [Am. 298] |
(b) | dergelijke luchthavens elk een verkeersvolume hebben van minstens 100 000 passagiersbewegingen per jaar; en |
(c) | dergelijke vrijstelling door de Commissie is goedgekeurd. |
Het besluit inzake de goedkeuring van de uitbreiding vormt een uitvoeringshandeling die wordt vastgesteld volgens de in artikel 43, lid 2, bedoelde raadplegingsprocedure. Deze bepaling laat de uniale regels inzake staatssteun onverlet.
Als ondernemingen of luchtvaartmaatschappijen in het geval van een op een eiland gelegen luchthaven geen economische belangstelling hebben om de diensten uit te voeren waarnaar wordt verwezen in artikel 6, lid 2, kunnen de beheersorganen van de luchthaven worden verplicht om deze diensten uit te voeren om de goede werking van de infrastructuur te garanderen. [Am. 299]
Deel 3
Vrijstellingen voor zelfafhandeling en grondafhandeling voor derde partijen
Artikel 14
Vrijstellingen
1. Wanneer het op een luchthaven door specifieke beperkingen van de beschikbare ruimte of capaciteit, met name wegens congestie en de bezettingsgraad van de oppervlakte,zo beperkt is dat het onmogelijk is de markt en/of de uitvoering van zelfafhandeling open te stellen tot het in deze verordening voorgeschreven niveau, kan de betrokken lidstaat besluiten:
(a) | het aantal dienstverleners voor een of meer andere categorieën grondafhandelingsdiensten dan die welke in artikel 6, lid 2, zijn bedoeld, op de volledige luchthaven of een deel ervan te beperken, waarbij artikel 6, lid 3, van toepassing is; |
(b) | een of meer van de in artikel 6, lid 2, vermelde categorieën grondafhandelingsdiensten op luchthavens met een jaarlijks verkeersvolume van minstens 2twee miljoen passagiers of 50 000 ton vracht voor te behouden aan één dienstverlener; |
(c) | een of meer van de in artikel 6, lid 2, vermelde categorieën grondafhandelingsdiensten op luchthavens met een jaarlijks verkeersvolume van minstens 5meer dan 15 miljoen passagiers of 100 000200 000 ton vracht voor te behouden aan een of twee dienstverleners, waarbij artikel 6, lid 3, van toepassing is in het geval van een beperking tot twee dienstverleners; |
(d) | zelfafhandeling, als bedoeld in artikel 5, voor te behouden aan een beperkt aantal luchthavengebruikers, mits deze op basis van relevante, objectieve, transparante en niet-discriminerende criteria worden gekozen. |
2. Elke in lid 1 bedoelde vrijstelling:
(a) | vermeldt de categorie(ën) diensten waarvoor een vrijstelling wordt toegestaan en de specifieke beperkingen inzake beschikbare ruimte of capaciteit die de vrijstelling rechtvaardigen; |
(b) | gaat vergezeld van een plan met passende maatregelen die erop gericht zijn deze beperkingen weg te nemen. |
3. Vrijstellingen mogen:
(a) | niet leiden tot concurrentieverstoringen tussen dienstverleners en/of luchthavengebruikers die aan zelfafhandeling doen; |
(b) | geen grotere omvang hebben dan noodzakelijk. |
4. Ten minste zes maanden voordat een vrijstelling die zij voornemens zijn toe te kennen op grond van lid 1, van kracht wordt, stellen de lidstaten de Commissie in kennis van die vrijstelling en van de redenen die de vrijstelling rechtvaardigen. In deze rechtvaardiging wordt het bewijs opgenomen dat de verleners van grondafhandelingsdiensten op de betrokken luchthavens:
(a) | overeenkomstig artikel 32 op adequate wijze aan de minimumkwaliteitseisen voldoen; |
(b) | overeenkomstig artikel 29 op een transparante wijze worden beheerd en geen financiële kruissubsidiëring ontvangen; |
(c) | voor passende arbeidsomstandigheden en loonvoorwaarden zorgen die gebaseerd zijn op collectieve arbeidsovereenkomsten, nationale wetgeving of andere sociale normen van de desbetreffende lidstaat. |
5. Als de Commissie een besluit tot kennisgeving van een vrijstelling ontvangt, publiceert zij een samenvatting van de aangemelde vrijstelling in het Publicatieblad van de Europese Unie en nodigt zij de belanghebbende partijen uit opmerkingen te maken.
6. De Commissie onderwerpt het door de lidstaat aangemelde afwijkingsbesluit aan een grondig onderzoek. De Commissie stelt een gedetailleerde analyse van de situatie op en bestudeert de door de desbetreffende lidstaat aangemelde maatregelen om na te gaan of de beperking waarop de lidstaat zich beroept, ook effectief bestaat, en of het inderdaad onmogelijk is de markt en/of de uitvoering van zelfafhandeling open te stellen tot het in deze verordening voorgeschreven niveau.
7. Na dit onderzoek en na raadpleging van de betrokken lidstaat kan de Commissie het besluit van de lidstaat goedkeuren of zich daartegen verzetten indien zij van oordeel is dat de beperkingen waarop de lidstaat zich beroept niet zijn vastgesteld of niet ernstig genoeg zijn om een vrijstelling te rechtvaardigen. Na overleg met de betrokken lidstaat kan de Commissie de lidstaat ook verplichten de omvang van de vrijstelling aan te passen of de vrijstelling te beperken tot die delen van een luchthaven waar de belemmeringen waarop die lidstaat zich beroept, zijn vastgesteld.
8. Het besluit van de Commissie wordt uiterlijk zes maanden na de volledige kennisgeving door de betreffende lidstaat genomen en wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.
9. De in de leden 7 en 8 van dit artikel bedoelde uitvoeringsbesluiten worden vastgesteld volgens de in artikel 43, lid 2, bedoelde raadplegingsprocedure.
10. De door de lidstaten op grond van lid 1 toegekende vrijstellingen mogen niet langer dan drie jaar gelden, behalve de vrijstellingen die krachtens lid 1 zijn toegekend. Uiterlijk zes maanden vóór het einde van die periode moet de betreffende lidstaat over elk verzoek om vrijstelling een nieuw besluit nemen, waarop eveneens de bepalingen van dit artikel van toepassing zijn.
11. De op grond van lid 1, onder (b) en (c), toegekende vrijstellingen mogen niet langer dan twee jaar gelden. Op basis van de overwegingen in lid 1 kan een lidstaat evenwel verzoeken om deze periode één keer met twee jaar te verlengen. De Commissie neemt een besluit over een dergelijk verzoek. Het uitvoeringsbesluit wordt vastgesteld volgens de in artikel 43, lid 2, bedoelde raadplegingsprocedure. [Am. 360]
Artikel 15
Raadpleging van de verleners van grondafhandelingsdiensten en van luchthavengebruikers
Het beheersorgaan van de luchthaven stelt een procedure op om met het comité van luchthavengebruikers en de ondernemingen die grondafhandelingsdiensten verlenen overleg te plegen over de toepassing van deze verordening. Dit overleg heeft onder meer betrekking op de prijzen van de grondafhandelingsdiensten waarvoor krachtens artikel 14, lid 1, onder (b) en (c), een vrijstelling is toegekend en op de organisatie van de dienstverlening. Er wordt minstens een overlegvergadering per jaar georganiseerd. Het beheersorgaan van de luchthaven stelt notulen op van deze vergadering, die desgevraagd naar de Commissie worden verstuurd.
Hoofdstuk IV
Goedkeuringsprocedures
Artikel 16
De vereiste om een passende goedkeuring te verkrijgen die in alle lidstaten wordt erkend
1. Op luchthavens met een jaarlijks verkeersvolume van minstens 2 miljoen passagiersbewegingen of 50 000 ton vracht gedurende minstens drie opeenvolgende jaren, mag Geen enkele onderneming mag grondafhandelingsdiensten verlenen, noch als verlener van grondafhandelingsdiensten of als onderaannemer, noch als gebruiker die aan zelfafhandeling doet, tenzij zij een passende goedkeuring heeft gekregen. Een onderneming die aan de in dit hoofdstuk gestelde eisen voldoet, heeft recht op een goedkeuring, indien lidstaten bepalen dat er voor de grondafhandelingsactiviteiten een vergunning moet worden verleend door een bevoegde autoriteit („vergunningverlenende autoriteit”), onafhankelijk van het beheersorgaan van de luchthaven.
2. Elke lidstaat wijst een bevoegde autoriteit („goedkeuringsautoriteit”) aan of werkt, na melding daarvan aan de Commissie, samen met de een bevoegde autoriteit van een andere lidstaat, die onafhankelijk is van de beheersorganen van de luchthaven en bevoegd is voor de afgifte van goedkeuringen voor het verlenen van grondafhandelingsdiensten.
3. De bevoegde goedkeuringsautoriteit verleent of handhaaft geen goedkeuringen wanneer niet is voldaan aan een van de in dit hoofdstuk gestelde eisen. [Am. 300]
Artikel 17
Voorwaarden voor het verlenen van een goedkeuring
1. Onverminderd artikel 16 krijgt een onderneming krijgt een goedkeuring van de goedkeuringsautoriteit van een lidstaat als:
(a) | ze gevestigd en geregistreerd is in een lidstaat; |
(b) | de structuur van de onderneming de bevoegde goedkeuringsautoriteit in staat stelt de bepalingen van dit hoofdstuk toe te passen; |
(c) | ze voldoet aan de financiële voorwaarden, als vervat in artikel 18; |
(d) | ze voldoet aan de bepalingen inzake betrouwbaarheid, als bedoeld in artikel 19ze overeenkomstig artikel 8, lid 2, onder (b), en artikel 9, lid 3, onder (d), voldoet aan de criteria voor de arbeidsomstandigheden van werknemers en aan het opleidings-/kwalificatieprogramma en overeenkomstig artikel 12 de arbeids- en sociale voorschriften eerbiedigt; |
(e) | ze voldoet aan de bepalingen inzake de kwalificaties van het personeel, als vervat in artikel 20; |
(f) | ze voldoet aan de bepalingen met betrekking tot een exploitatiehandleiding, als vervat in artikel 21; |
(g) | ze voldoet aan de verzekeringsvoorwaarden, als vervat in artikel 22. |
2.Lid 1, onder (a), (c) en (d), is niet van toepassing op zelfafhandelende luchthavengebruikers die geen grondafhandelingsdiensten verlenen aan derde partijen. Luchthavengebruikers die een goedkeuring voor zelfafhandeling hebben gekregen, mogen op basis van deze goedkeuring geen afhandeling voor derde partijen verrichten.
3. Een onderneming die een goedkeuring aanvraagt of heeft gekregen, moet de nationale voorschriften inzake sociale bescherming, milieubescherming en luchthavenbeveiliging naleven in alle lidstaten waarin ze actief is.
Artikel 18
Financiële voorwaarden voor het verlenen van een goedkeuring
1. Een onderneming die een goedkeuring aanvraagt, mag niet bij een insolventie-, faillissements- of soortgelijke procedure betrokken zijn.
2. De goedkeuringsautoriteit zal nauwgezet beoordelen of een onderneming die een goedkeuring aanvraagt, kan aantonen dat zij:
(a) | gedurende een periode van 24 maanden vanaf het begin van de activiteiten te allen tijde haar op realistische onderstellingen gebaseerde, bestaande en potentiële verplichtingen kan nakomen, en |
(b) | gedurende een periode van drie maanden vanaf het begin van de activiteiten haar vaste en variabele kosten kan dekken die voortvloeien uit de activiteiten volgens haar bedrijfsplan en die op realistische veronderstellingen zijn gebaseerd, zonder dat rekening wordt gehouden met haar inkomsten uit de activiteiten. |
3. Voor de toepassing van de in lid 1 bedoelde beoordeling verstrekt elke aanvrager zijn geauditeerde rekeningen voor de twee voorgaande financiële jaren.
4. Voor de toepassing van de in lid 2 bedoelde beoordeling verstrekt elke aanvrager een bedrijfsplan voor ten minste de eerste drie jaren van de activiteiten. Het bedrijfsplan bevat ook nadere gegevens betreffende de financiële banden tussen de aanvrager en eventuele andere commerciële activiteiten waarbij de aanvrager rechtstreeks of via gelieerde ondernemingen betrokken is. De aanvrager verstrekt ook alle relevante informatie, en waaronder in het bijzonder de volgende gegevens:
(a) | een balansraming, met een winst-en-verliesrekening voor de volgende drie jaar; |
(b) | geraamde cashflow en liquiditeitsplannen voor de eerste drie jaren van de activiteiten; |
(c) | bijzonderheden over de financiering van de aankoop/huur van apparatuur met, in het geval van leasing, de voorwaarden van elk contract, voor zover relevant. |
Artikel 19
Bewijs van betrouwbaarheid
1.Een onderneming die een goedkeuring aanvraagt, moet bewijzen dat zij in het meest recente jaar belastingen en socialezekerheidsbijdragen heeft betaald in de lidstaat waar zij activiteiten verricht of, indien zij geen activiteiten verricht in de Unie, in haar land van oorsprong.
2.De onderneming moet ook bewijzen dat de personen die permanent en effectief de activiteiten van de onderneming beheren, betrouwbaar zijn en niet failliet zijn verklaard. Met betrekking tot onderdanen van lidstaten aanvaardt de goedkeuringsautoriteit als voldoende bewijs dat de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar de onderneming is gevestigd en geregistreerd of de lidstaat waar de persoon zijn permanente verblijfplaats heeft, documenten voorleggen waaruit blijkt dat aan de eisen is voldaan.
3.Als de lidstaat waar de onderneming is gevestigd en geregistreerd of de lidstaat waar de persoon zijn permanente verblijfplaats heeft de in lid 2 vermelde documenten niet verstrekt, worden deze documenten vervangen door een verklaring onder ede of — in de lidstaten waar de verklaring onder ede niet bestaat — door een plechtige verklaring die door de betrokkene wordt afgelegd ten overstaan van een bevoegde rechterlijke of administratieve instantie, of, in voorkomend geval, van een notaris of een bevoegde beroepsorganisatie van de lidstaat waar de persoon zijn permanente verblijfplaats heeft. Deze instantie, notaris of bevoegde beroepsorganisatie geeft een attest af waaruit blijkt dat deze verklaring onder ede of deze plechtige verklaring bewijskracht heeft.[Am. 301]
Artikel 20
Kwalificaties van het personeel
Een onderneming die een goedkeuring aanvraagt, moet aantonen dat haar werknemers over de kwalificaties, beroepservaring en anciënniteit beschikken die nodig zijn voor de uitvoering van de activiteiten waarvoor zij een goedkeuring aanvraagt of heeft aangevraagd. Individuele eisen met betrekking tot kwalificaties, beroepservaring en anciënniteit worden voor elke luchthaven vastgesteld en toegelicht door de bevoegde autoriteiten in de betreffende lidstaat, in nauwe samenwerking met de luchthavenexploitant en de betrokken sociale partners. De bevoegde autoriteiten in de lidstaten houden toezicht op de naleving van deze eisen. Daarnaast worden algemene opleidingsnormen voor grondafhandelingspersoneel op EU niveau vastgesteld door een bevoegde Europese instelling, de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, de luchthavenexploitanten en de sociale partners. Indien er minimumnormen van de Unie voor opleiding en bijscholing worden ontwikkeld, dienen de lidstaten deze toe te passen en te controleren, teneinde een zo hoog mogelijke veiligheidsstandaard voor de hele Unie te waarborgen. [Am. 302]
Artikel 21
Exploitatiehandleiding
Een onderneming die een goedkeuring aanvraagt, verstrekt een exploitatiehandleiding voor de relevante activiteiten, die de volgende informatie bevat:
(a) | organisatieschema, management, beschrijving van verantwoordelijkheden en taken, toerekenbaarheid; |
(b) | vermogen om de activiteiten veilig uit te oefenen in de context van een luchthaven; |
(c) | beleid inzake apparatuur; |
(d) | kwalificatievereisten voor werknemers en overeenkomstige opleidingseisen en opleidingsplan; |
(d bis) | procedures om werkgerelateerde ongevallen en letsels te voorkomen; [Am. 303] |
(e) | procedures voor veiligheids- en kwaliteitsbeheer; |
(f) | standaardafhandelingsprocedures, inclusief coördinatie met luchthavengebruikers en beheersorganen van luchthavens, coördinatie van activiteiten en specifieke afhandelingsprocedures voor specifieke klanten; |
(g) | rampenbestrijdingsbeleid; |
(h) | procedures voor beveiligingsbeheer. |
Artikel 22
Verzekeringsvoorschriften
1. Verleners van grondafhandelingsdiensten en zelfafhandelende luchthavengebruikers in de Unie moeten verzekerd zijn tegen hun specifiek met grondafhandeling verband houdende aansprakelijkheid voor schade op het grondgebied van een lidstaat waarvoor een recht op vergoeding bestaat.
1 bis.De in lid 1 vermelde verzekering garandeert een volledige schadeloosstelling voor de beschadiging of het verlies van een medisch of hulpmiddel, dat door mindervalide passagiers of passagiers met een beperkte mobiliteit wordt gebruikt. [Am. 304]
2. De Commissie krijgt de bevoegdheid omstelt nadere bijzonderheden inzake de verzekeringseisen en de minimumbedragen vast te stellen aan de hand van een gedelegeerde handeling overeenkomstig artikel 42. [Am. 305]
Artikel 23
Geldigheid van een goedkeuring
1. Een goedkeuring is geldig voor een periode van vijftien jaar. [Am. 306]
1 bis.De geldigheid van de goedkeuring vervalt of wordt opgeschort indien de bepalingen van de artikelen 34 en 40 niet worden nageleefd. Inbreuken op de bepalingen van de artikelen 34 en 40 gedurende de goedkeuringsprocedure leiden tot niet-verlening van de goedkeuring. [Am. 307]
2. Een goedkeuring is geldig voor de categorieën en/of subcategorieën die in de goedkeuring zijn gespecificeerd.
3. De verlener van grondafhandelingsdiensten moet desgevraagd te allen tijde aan de bevoegde goedkeuringsautoriteit kunnen aantonen dat hij aan alle eisen van dit hoofdstuk voldoet.
4. De bevoegde goedkeuringsautoriteit houdt toezicht op de naleving van de eisen van dit hoofdstuk. Zij gaat in elk geval in de volgende gevallen na of deze eisen zijn nageleefd:
(a) | wanneer vermoed wordt dat er een potentieel probleem is; of |
(b) | op verzoek van de goedkeuringsautoriteit van een andere lidstaat; of |
(c) | op verzoek van de Commissie. |
5. Er moet een nieuwe goedkeuringsaanvraag worden ingediend wanneer een grondafhandelingsonderneming:
(a) | niet binnen twaalf maanden na het verkrijgen van een goedkeuring met de activiteiten is begonnen; of |
(b) | haar activiteiten gedurende meer dan twaalf maanden heeft gestaakt. |
6. Een grondafhandelingsonderneming stelt de goedkeuringsautoriteit:
(a) | vooraf in kennis ingrijpende wijzigingen in de omvang van haar activiteiten; |
(b) | in kennis van eventuele insolventieprocedures die tegen de onderneming zijn opgestart. |
Artikel 24
Intrekking van de goedkeuring
1. De goedkeuring mag te allen tijde worden ingetrokken als de verlener van grondafhandelingsdiensten of de zelfafhandelende luchthavengebruiker om redenen die hem zijn aan te rekenen, niet voldoet aan de criteria van dit hoofdstuk. De redenen voor de intrekking worden meegedeeld aan de betrokken verlener van grondafhandelingsdiensten of zelfafhandelende luchthavengebruiker en aan de goedkeuringsautoriteiten in de andere lidstaten.
2. De goedkeuringsautoriteit trekt de goedkeuring in als de verlener van grondafhandelingsdiensten de goedkeuringsautoriteit opzettelijk of door onachtzaamheid foute informatie verschaft over een belangrijk punt.
2 bis.Niet-naleving van de bepalingen van de artikelen 34 en 40 leidt automatisch tot de intrekking, opschorting of niet-verlening van de goedkeuring. [Am. 308]
Artikel 25
Goedkeuringsbesluiten
1. De bevoegde goedkeuringsautoriteit neemt zo spoedig mogelijk, en uiterlijk twee maanden nadat alle vereiste informatie is ingediend, een besluit over een aanvraag, waarbij met alle beschikbare gegevens rekening wordt gehouden. Het besluit wordt meegedeeld aan de aanvrager en de goedkeuringsautoriteiten in de andere lidstaten. Een weigering wordt met redenen omkleed.
1 bis.De procedure voor het verlenen van goedkeuringen moet transparant en niet-discriminerend zijn en mag in de praktijk geen beperking aan de markttoegang of de vrijheid tot zelfafhandeling opleggen die verder gaat dan toegestaan uit hoofde van de bepalingen in deze verordening. [Am. 309]
2. De goedkeuring mag alleen worden geweigerd als de verlener van grondafhandelingsdiensten of de zelfafhandelende luchthavengebruiker om redenen die hem zijn aan te rekenen, niet voldoet aan de criteria van dit hoofdstuk en aan de bepalingen van de artikelen 34 en 40. [Am. 310]
3. De procedures voor de toekenning en intrekking van goedkeuringen worden bekendgemaakt door de goedkeuringsautoriteit, die de Commissie daarvan in kennis stelt.
Artikel 26
Wederzijdse erkenning van goedkeuringen
Een goedkeuring die overeenkomstig dit hoofdstuk in een lidstaat wordt afgegeven, verleent een exploitant het recht om grondafhandelingsdiensten te verlenen, als verlener van grondafhandelingsdiensten of als zelfafhandelende luchthavengebruiker, in alle lidstaten waarop de goedkeuring betrekking heeft en onverminderd beperkingen inzake markttoegang die krachtens artikelen 6 en 14 zijn opgelegd.
Hoofdstuk V
Verplichtingen voor beheersorganen van luchthavens en van gecentraliseerde infrastructuur
Artikel 27
Toegang tot gecentraliseerde infrastructuur en installaties
1. Dit artikel is alleen van toepassing op luchthavens met een jaarlijks verkeersvolume van minstens twee miljoen passagiersbewegingen of 50 000 ton vracht gedurende minstens de drie voorgaande jaren.
2. Het beheersorgaan van de luchthaven publiceert een lijst van de gecentraliseerde infrastructuur op de luchthaven, voor zover dit nog niet is gebeurd. [Am. 311]
3. Het beheer van de gecentraliseerde infrastructuur mag worden voorbehouden aan het beheersorgaan van de luchthaven of een ander orgaan, dat verleners van grondafhandelingsdiensten en zelfafhandelende luchthavengebruikers kan verplichten om gebruik te maken van die infrastructuur. Het beheer van dergelijke infrastructuur vindt plaats op transparante, objectieve en niet-discriminerende wijze.
4. Het beheersorgaan van de luchthaven of, voor zover van toepassing, de overheidsinstantie of een ander orgaan dat het beheersorgaan van de luchthaven controleert, besluit, op objectieve basis en na overleg met het comité van luchthavengebruikers en de ondernemingen die grondafhandelingsdiensten verlenen op de luchthaven, welke infrastructuur moet worden gecentraliseerd. Het beheersorgaan van de luchthaven of, voor zover van toepassing, de overheidsinstantie of een ander orgaan dat het beheersorgaan van de luchthaven controleert, ziet erop toe dat alle infrastructuur of installaties die onder de definitie van „gecentraliseerde infrastructuur” vallen als dusdanig worden aangewezen en dat de in dit hoofdstuk uiteengezette eisen worden nageleefd met betrekking tot die infrastructuur of installaties.
5. Als het comité van luchthavengebruikers het oneens is met het besluit van het beheersorgaan van de luchthaven om bepaalde infrastructuur al dan niet te centraliseren of met het toepassingsgebied van de centralisering, kan het de onafhankelijke toezichthoudende autoriteit , de corresponderende bevoegde instanties van de betrokken lidstaat vragen te beslissen of de betrokken infrastructuurovereenkomstig de artikelen 6, lid 5, en 11, lid 2, van Richtlijn 2009/12/EG opgerichte autoriteiten vragen de motivering van de beslissing die door het beheersorgaan van de luchthaven werd genomen, te onderzoeken om na te gaan of de motivering al dan niet moet worden gecentraliseerd en in welke mategeldig is. [Am. 312]
6. Verleners van grondafhandelingsdiensten en zelfafhandelende luchthavengebruikers hebben open toegang tot de luchthaveninfrastructuur, de gecentraliseerde infrastructuur en de luchthaveninstallaties, in de mate die nodig is om hun activiteiten te kunnen uitvoeren. Het beheersorgaan van de luchthaven of, voor zover relevant, het beheersorgaan van de gecentraliseerde infrastructuur of de overheidsinstanties of andere organen die het beheersorgaan van de luchthaven of, voor zover relevant, het beheersorgaan van de gecentraliseerde infrastructuur controleren, kunnen relevante, objectieve, transparante en niet-discriminerende voorwaarden stellen voor deze toegang.
7. De voor grondafhandeling beschikbare ruimten op de luchthaven worden verdeeld over de verschillende dienstverleners en de verschillende zelfafhandelende luchthavengebruikers, met inbegrip van nieuwe dienstverleners, voor zover dit nodig is voor het uitoefenen van hun rechten en teneinde effectieve en eerlijke concurrentie mogelijk te maken op basis van relevante, objectieve, transparante en niet-discriminerende regels en criteria. De luchthavenbeheerder kan deze ruimten, indien nodig, terugvorderen en opnieuw toekennen. [Am. 313]
8. Als een besluit over het toepassingsgebied van de gecentraliseerde infrastructuur wordt voorgelegd aan de onafhankelijke toezichthoudende autoriteit, overeenkomstig lid 5 van dit artikel, is de in artikel 6, lid 3, 4 of 5 van Richtlijn 2009/12/EG vastgestelde procedure van toepassing. [Am. 314]
Artikel 28
Vergoedingen voor gecentraliseerde infrastructuur en installatiesluchthaveninstallaties [Am. 315]
1. Dit artikel is alleen van toepassing op luchthavens met een jaarlijks verkeersvolume van minstens twee miljoen passagiersbewegingen of 50 000 ton vracht gedurende minstens de drie voorgaande jaren.
2. Indien een vergoeding moet worden betaald voor het gebruik van gecentraliseerde infrastructuur of luchthaveninstallaties, ziet het beheersorgaan van de luchthaven of, voor zover van toepassing, het beheersorgaan van de gecentraliseerde infrastructuur erop toe dat het niveau van de vergoeding wordt vastgesteld op basis van relevante, objectieve en niet-discriminerende criteria.
3. Het beheersorgaan van de luchthaven of, voor zover van toepassing, het beheersorgaan van de gecentraliseerde infrastructuur heeft het recht zijn kosten terug te verdienen en een redelijk rendement te halen uit de opgelegde vergoedingen. De vergoedingen vormen een tegenprestatie voor ter beschikking gestelde infrastructuur of voor een dienst. [Am. 316]
4. De in lid 1 vermelde vergoedingen worden vastgesteld op het niveau van de desbetreffende individuele luchthavens, na raadpleging van het comité van luchthavengebruikers en de ondernemingen die grondafhandelingsdiensten verlenen op dedie luchthaven. Het beheersorgaan van de luchthaven of, voor zover relevant, het beheersorgaan van de gecentraliseerde infrastructuur verstrekt het comité van luchthavengebruikers en de ondernemingen die grondafhandelingsdiensten verlenen op de luchthaven jaarlijks informatie over de elementen op basis waarvan de vergoedingen zijn vastgesteld, met het voorbehoud dat alle bovengenoemde partijen zich ertoe verbinden deze informatie te allen tijde strikt geheim te houden. Deze informatie behelst ten minste het volgende: [Am. 317]
(a) | een lijst van de verschillende diensten en infrastructuren die in ruil voor de vergoedingen ter beschikking worden gesteld; |
(b) | de methode die gebruikt is bij het vaststellen van de vergoedingen; |
(c) | de algemene kostenstructuur van de faciliteiten en diensten waarop de vergoedingen betrekking hebben; |
(d) | de inkomsten uit de verschillende vergoedingen, en de totale kosten van de diensten waarvoor vergoedingen moeten worden betaald en het rendement op de activa; [Am. 318] |
(e) | eventuele overheidsfinanciering van de faciliteiten en diensten waarop de vergoedingen betrekking hebben; |
(e bis) | prognoses betreffende de situatie van de luchthaven ten aanzien van de vergoedingen voor grondafhandeling, de groei van het verkeer en de geplande investeringen in infrastructuur; [Am. 319] |
(f) | de voorspelde resultaten van eventuele omvangrijke geplande investeringen in termen van hun effect op de capaciteit van de luchthaven. |
5. Het beheersorgaan van de luchthaven publiceert het niveau van de vergoedingen, inclusief een gedetailleerde lijst van de verleende diensten, om aan te tonen dat de vergoedingen die worden gevraagd voor de terbeschikkingstelling van gecentraliseerde infrastructuur en ruimte voor grondafhandeling en het verstrekken van essentiële diensten in verband met het verlenen van grondafhandelingsdiensten uitsluitend dienen om de daarmee verband houdende kosten geheel of gedeeltelijk te dekken. Voor zover relevant deelt het beheersorgaan van de gecentraliseerde infrastructuur het niveau van de vergoedingen mee aan het beheersorgaan van de luchthaven, inclusief een gedetailleerde lijst van de verstrekte diensten. [Am. 320]
5 bisIndien een vergoeding moet worden betaald voor het gebruik van luchthaveninstallaties, met uitzondering van de installaties die omschreven zijn als gecentraliseerde infrastructuur, wordt het niveau van de vergoeding vastgesteld op basis van relevante, objectieve, transparante en niet-discriminerende criteria.
Het staat de lidstaten vrij om het luchthavenbeheersorgaan van een netwerk van luchthavens zoals gedefinieerd in Richtlijn 2009/12/EG de mogelijkheid te bieden om een gemeenschappelijk en transparant heffingssysteem toe te passen. [Am. 321]
6. Als het comité van luchthavengebruikers het oneens is met een door het beheerscomité van de luchthaven of, voor zover relevant, het beheersorgaan van de gecentraliseerde infrastructuur vastgestelde vergoeding, kan het de onafhankelijke toezichthoudende autoriteit , de bevoegde instanties van de betrokken lidstaat of de overeenkomstig artikel 6, lid 5, en artikel 11, lid 2, van Richtlijn 2009/12/EG opgerichte autoriteit vragen een beslissing te nemen over het niveau van de vergoeding. [Am. 322]
7. Als een besluitgeschil over het niveau van een vergoeding wordt voorgelegd aan de onafhankelijke toezichthoudende autoriteit, overeenkomstig lid 6 van dit artikel, is de in artikel 6 van Richtlijn 2009/12/EG vastgestelde procedure van toepassingwordt het besluit pas van kracht nadat de onafhankelijke toezichthoudende autoriteit de kwestie heeft onderzocht. Als de onafhankelijke toezichthoudende autoriteit instemt met het besluit van het beheersorgaan van de infrastructuur over het niveau van de vergoedingen voor grondafhandeling, kunnen de vergoedingen gerecupereerd worden vanaf het moment waarop de aanvankelijke beslissing werd genomen. [Am. 323]
Artikel 29
Juridische scheiding
1. Op luchthavens met een jaarlijks verkeersvolume van minstens 2vijf miljoen passagiersbewegingen of 50 000ton vracht gedurende minstens de voorgaande drie jaar, moet het beheersorgaan van de luchthaven of het beheersorgaan van de gecentraliseerde infrastructuur, als het grondafhandelingsdiensten voor derde partijen verleent, een afzonderlijke juridische entiteit oprichten voor de uitvoering van dezestrikt gescheiden boekhouding waarborgen tussen zijn grondafhandelingsactiviteiten en alle overige activiteiten die het kan uitoefenen.
Deze entiteit moet qua rechtsvorm, organisatie en besluitvorming onafhankelijk zijnDe boekhouding van de entiteiten die grondafhandelingsdiensten verlenen, is met name gescheiden van die welke wordt gevoerd door alle entiteiten die betrokken zijn bij het beheer van de luchthaveninfrastructuur als het beheersorgaan van de luchthaven grondafhandelingsdiensten verleent aan derde partijen, en van alle entiteiten die betrokken zijn bij de gecentraliseerde infrastructuur als het beheersorgaan van de gecentraliseerde infrastructuur grondafhandelingsdiensten verleent aan derde partijen.
2. Op luchthavens met een jaarlijks verkeersvolume van minstens 2vijf miljoen passagiersbewegingen of 50 000 ton vracht gedurende minstens de voorgaande drie jaar, mag de persoon die verantwoordelijk is voor het beheer van de luchthaveninfrastructuur of het beheer van de gecentraliseerde infrastructuur niet rechtstreeks of onrechtstreeks deelnemen aan de bedrijfsstructuren van de onafhankelijke entiteit die grondafhandelingsdiensten verleent.
3. De in lid 1 vermelde juridische entiteitentiteiten die grondafhandelingsdiensten verleent, magverlenen, mogen geen financiële kruissubsidies ontvangen van luchtvaartactiviteiten die verband houden met het beheer van de luchthaveninfrastructuur als het beheersorgaan van de luchthaven grondafhandelingsdiensten verleent, of van luchtvaartactiviteiten die verband houden met het beheer van gecentraliseerde infrastructuur als het beheersorgaan van de gecentraliseerde infrastructuur grondafhandelingsdiensten verleent die de juridische entiteit die grondafhandelingsdiensten verleent in staat stelt de prijs, om de prijzen die zij in rekening brengtbrengen voor haarhun grondafhandelingsdiensten aan derde partijen, te verlagen.
4. In dit artikel wordt onder „luchtvaartactiviteiten” van een beheersorgaan van de luchthaven verstaan: elke door het beheersorgaan van de luchthaven op de respectieve luchthaven uitgevoerde activiteit die verband houdt met het verlenen van diensten of het ter beschikking stellen van infrastructuur aan luchthavengebruikers, verleners van grondafhandelingsdiensten bij het uitvoeren van hun luchtvervoersactiviteiten, of passagiers die gebruik maken van de luchthaven, zoals het opleggen van luchthavenheffingen, het toewijzen van infrastructuur en installaties, en beveiligings- en veiligheidsmaatregelen op de luchthaven. Vastgoedactiviteiten of activiteiten in andere sectoren dan luchtvervoer zijn geen luchtvaartactiviteiten.
5. Aan het eind van elk financieel jaar controleert een onafhankelijke auditeur de situatiegescheiden rekeningen en verklaart hij publiekelijk dat geen financiële kruissubsidiëring van luchtvaartactiviteiten in de zin van lid 3 heeft plaatsgevonden. Als de juridische entiteit die grondafhandelingsdiensten verleent kruissubsidiëring ontvangt van niet-luchtvaartactiviteiten, moet de entiteit die de luchthaveninfrastructuur beheert of de entiteit die de gecentraliseerde infrastructuur beheert, aantonen dat dit in overeenstemming is met lid 3. [Am. 324]
Hoofdstuk VI
Coördinatie van activiteiten en kwaliteit
Artikel 30
Rol van het beheersorgaan van de luchthaven bij de coördinatie van de grondafhandelingsdiensten
1. Het beheersorgaan van de luchthaven is verantwoordelijk voor de goede coördinatie van de grondafhandelingsactiviteiten op de luchthaven in kwestie. Als grondcoördinator dient het beheersorgaan van de luchthaven er met name op toe te zien dat de activiteiten van verleners van grondafhandelingsdiensten en zelfafhandelende luchthavengebruikers en de terbeschikkingstelling van gecentraliseerde infrastructuur beantwoorden aan de gedragsregels op de luchthavens, zoals gedefinieerd in artikel 31.
Het beheersorgaan van de luchthaven is belast met voor de handhaving van de gedragsregels. De getroffen maatregelen moeten transparant, proportioneel en niet-discriminerend zijn.
Indien het beheersorgaan van de luchthaven grondafhandelingsdiensten verleent of een dergelijke activiteit rechtstreeks of onrechtstreeks controleert, waakt de onafhankelijke toezichthoudende autoriteit over de goede coördinatie van de grondafhandelingsdiensten en de handhaving van de gedragsregels door het beheersorgaan.
2. Op luchthavens met minstens 5 miljoen passagiers of 100 000 ton vracht per jaar gedurende minstens drie opeenvolgende jaren:
(a) | moeten de activiteiten van verleners van grondafhandelingsdiensten en zelfafhandelende luchthavengebruikers en de terbeschikkingstelling van gecentraliseerde infrastructuur voldoen aan de minimumkwaliteitsnormen, als bedoeld in artikel 32; |
(b) | moet het beheersorgaan van de luchthaven erop toezien dat er een goed rampenplan is opgesteld voor de activiteiten van verleners van grondafhandelingsdiensten en zelfafhandelende luchthavengebruikers en dat die, voor zover mogelijk, worden gecoördineerd op basis van Airport Collaborative Decision Making (gezamenlijke besluitvorming op de luchthaven) en een echt rampenplan. |
3. De bepalingen van dit artikel doen geen afbreuk aan die van de uniale mededingingsregels.
4. Het beheersorgaan van de luchthaven verstrekt het Performance Review Body van Eurocontrol een jaarverslag over de toepassing van de in lid 2 voorziene maatregelen. Het Performance Review Body verstrekt een geconsolideerd verslag aan de Commissie.
5. Het beheersorgaan van de luchthaven brengt bij de nationale goedkeuringsautoriteit verslag uit over eventuele problemen met de verleners van grondafhandelingsdiensten of zelfafhandelende luchthavengebruikers of de terbeschikkingstelling van gecentraliseerde infrastructuur op de luchthaven in kwestie. [Am. 325]
Artikel 30 bis
Aanwezigheid van een contactpersoon die elke luchtvaartmaatschappij vertegenwoordigt
Elke luchtvaartmaatschappij beschikt op luchthavens met een jaarlijks verkeersvolume van meer dan twee miljoen passagiers over een contactpersoon, of is daar wettig vertegenwoordigd. Deze contactpersoon kan een medewerker grondafhandeling zijn en moet de bevoegdheid hebben om de luchtvaartmaatschappij financieel, operationeel en juridisch te vertegenwoordigen op de betreffende luchthaven. [Am. 326]
Artikel 31
Gedragsregels
1. In dit artikel wordt verstaan onder „gedragsregels”: alle regels die door het beheersorgaan van de luchthaven, een overheidsinstantie of een ander orgaan dat de luchthaven controleert, worden opgesteld voor de goede werking van de luchthaven.
2. De lidstaat, het beheersorgaan van de luchthaven, een overheidsinstantie of een ander orgaan dat de luchthaven controleert, mag, na raadpleging van het comité van luchthavengebruikers en de verleners van grondafhandelingsdiensten, gedragsregels opstellen met het oog op de goede werking van de luchthaven. [Am. 327]
3. De gedragsregels dienen te beantwoorden aan de volgende beginselen:
(a) | zij dienen op niet-discriminerende wijze te worden toegepast op de verschillende verleners van grondafhandelingsdiensten en luchthavengebruikers; |
(b) | zij dienen verband te houden met het nagestreefde doel; |
(c) | zij mogen in de praktijk niet leiden tot een beperking van de markttoegang of het recht op zelfafhandeling die verder gaat dan het in deze verordening vastgestelde niveau. Met name in het geval van inbreuken op de bepalingen van de artikelen 34 en 40 moet de markttoegang of de verrichting van zelfafhandeling evenwel ingeperkt worden. Niet-naleving van de bepalingen van de artikelen 34 en 40 leidt automatisch tot de intrekking, opschorting of niet-verlening van de goedkeuring; [Am. 328] |
(c bis) | het beheersorgaan van de luchthaven, een bevoegde autoriteit of een ander orgaan dat de luchthaven controleert, mag zelf de passende middelen en instrumenten kiezen voor het opleggen van sancties ten aanzien van inbreuken op gedragsregels of het negeren van instructies. Boetes behoren uitdrukkelijk tot deze adequate middelen. [Am. 329] |
4. De lidstaten kunnen, in voorkomend gevalmoeten op voorstel van het beheersorgaan van de luchthaven: [Am. 330]
(a) | een boete opleggen, of een verlener van grondafhandelingsdiensten of een zelfafhandelende luchthavengebruiker verbieden grondafhandelingsdiensten te verlenen of aan zelfafhandeling te doen, of daaraan beperkingen opleggen, als die verlener of gebruiker de gedragsregels niet naleeft; De lidstaten moeten binnen twee maanden na ontvangst van het voorstel van het beheersorgaan van de luchthaven een besluit nemen over de bepalingen in dit lid; [Am. 331] |
(b) | de verleners van grondafhandelingsdiensten op de luchthaven verplichten om op billijke en niet-discriminerende wijze deel te nemen aan de vervulling van de openbaredienstverplichtingen waarin de nationale wet- of regelgeving voorziet, inclusief de verplichting om de continuïteit van de diensten te waarborgen. |
Artikel 32
Minimumkwaliteitsnormen
1. In dit artikel wordt onder „minimumkwaliteitsnormen” verstaan: eisen inzake het minimumkwaliteitsniveau voor grondafhandelingsdiensten.
2. Op luchthavens met jaarlijks minstens vijf miljoen passagiersbewegingen of 100 000 ton vracht gedurende minstens de voorgaande drie jaar, stelt het beheersorgaan van de luchthaven of, voor zover van toepassing, de overheidsinstantie of een ander orgaan dat de luchthaven controleert, minimumkwaliteitsnormen vast voor de prestaties van grondafhandelingsdiensten en gecentraliseerde infrastructuur, na raadpleging met het comité van luchthavengebruikers. De door het beheersorgaan van de luchthaven vastgestelde minimumkwaliteitsnormen worden onverwijld ter kennis van de Commissie gebracht en aan de bevoegde autoriteit medegedeeld, die, indien nodig, kan verzoeken om wijziging van deze minimumkwaliteitsnormen.
Dergelijke normen moeten aansluiten op veiligheidsregels, regelingen en beheerssystemen van de luchthavenexploitant en de betrokken luchtvaartmaatschappijen zoals bedoeld in Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 20 februari 2008 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels op het gebied van burgerluchtvaart en tot oprichting van een Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart(12).
3. Verleners van grondafhandelingsdiensten en het beheersorgaan van de luchthaven of, waar relevant, het beheersorgaan van de gecentraliseerde infrastructuur en zelfafhandelende luchthavengebruikers eerbiedigen deze minimumkwaliteitsnormen. Bovendien eerbiedigen luchthavengebruikers en verleners van grondafhandelingsdiensten en het beheersorgaan van de luchthaven of, waar relevant, het beheersorgaan van de gecentraliseerde infrastructuur, de minimumkwaliteitsnormen die gelden in de tussen hen bestaande onderlinge contractuele relaties\.
4. De minimumkwaliteitsnormen hebben met name betrekking op de volgende gebieden: operationele prestaties, opleidingpersoneelsopleidingen, geschikte uitrusting, informatie en bijstand aan passagiers, met name als vermeld in Verordening (EG) nr. 261/2004(13) en Verordening (EG) nr. 1107/2006 gezamenlijke besluitvorming (Collaborative Decision Making, CDM), veiligheid, beveiliging, noodmaatregelen en milieude naleving van milieueisen.
5. De minimumkwaliteitsnormen moeten eerlijk, transparant en niet-discriminerend zijn en de toepasselijke uniale wetgeving, inclusief Verordening (EG) nr. 261/2004 en Verordening (EG) nr. 1107/2006, onverlet laten. Ze moeten consequent, evenredig en relevant zijn voor wat de kwaliteit van de luchthavenactiviteiten betreft. In dit opzicht moet voldoende rekening worden gehouden met de kwaliteit van de douane-, luchthavenbeveiligings- en immigratieprocedures.
6. De minimumkwaliteitsnormen moeten beantwoorden aan de door de Commissie vastgestelde specificaties in bijlage I bis. De Commissie krijgt de bevoegdheid om deze specificaties vast te stellen aan de hand van gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 42.
7. Alvorens deze normen op te stellen, raadpleegtDe bevoegde overheidsinstantie van de betrokken lidstaat legt rechtstreeks dan wel na kennisgeving door het beheersorgaan van de luchthaven het comité van luchthavengebruikers en de verleners van grondafhandelingsdiensten. passende sancties op ingeval de minimumkwaliteitsnormen niet op adequate wijze in acht worden genomen. Dit gebeurt overeenkomstig de volgende procedure:
— | indien verleners van grondafhandelingsdiensten of zelfafhandelende luchthavengebruikers niet voldoen aan de minimumkwaliteitsnormen, informeert het beheersorgaan van de luchthaven hen onverwijld over deze onvolkomenheden en stelt het een lijst op van de criteria die verbeterd moeten worden. Het stelt tevens het comité van luchthavengebruikers en de bevoegde overheidsinstantie van de lidstaat ervan op de hoogte dat de normen niet zijn nageleefd, |
— | indien binnen zes maanden na het verzenden van deze lijst van criteria de verlener van grondafhandelingsdiensten of de zelfafhandelende luchthavengebruiker de minimumkwaliteitsnormen niet volledig in acht neemt, kan het beheersorgaan van de luchthaven, na raadpleging van het comité van luchthavengebruikers, zich tot de betrokken lidstaat wenden met het verzoek om die verlener van grondafhandelingsdiensten of de zelfafhandelende luchthavengebruiker een boete op te leggen dan wel een beperking of een totaalverbod op te leggen om grondafhandelingsdiensten te verlenen in die luchthaven of op het gehele grondgebied van die lidstaat. Indien de lidstaat naar aanleiding van een dergelijk verzoek van het beheersorgaan van de luchthaven de nodige maatregelen neemt, licht hij de Commissie en de bevoegde overheidsinstantie hierover onverwijld in. |
7 bis.Het beheersorgaan van de luchthaven bepaalt de aard en reikwijdte van de voor elk van de minimumkwaliteitsnormen vereiste activiteiten in zijn luchthaven. Het beheersorgaan van de luchthaven raadpleegt het comité van luchthavengebruikers over de definitie en reikwijdte van de beoordeling en over de wijze waarop beoordeeld wordt of de minimumkwaliteitsnormen worden nageleefd. Voordat minimumkwaliteitsnormen worden ingevoerd, krijgen alle verleners van grondafhandelingsdiensten en zelfafhandelende luchthavengebruikers een opleiding waardoor zij zelf in staat zijn naar behoren te beoordelen of aan de minimumkwaliteitsnormen wordt voldaan.
7 ter.Minstens eenmaal per jaar licht het beheersorgaan van de luchthaven het comité van luchthavengebruikers in over de mate waarin de verleners van grondafhandelingsdiensten en de zelfafhandelende luchthavengebruikers de geldende minimumkwaliteitsnormen naleven.
7 quater.Onverminderd de leden 1 tot en met 7 van dit artikel houdt het beheersorgaan van de luchthaven bij de toetsing van de naleving van de minimumkwaliteitsnormen door de verlener van de grondafhandelingsdiensten het veiligheidsvraagstuk in het oog en neemt het gepaste maatregelen op grond van de gebruikelijke procedures wanneer het van oordeel is dat de veiligheid van de luchthaven wordt aangetast.
7 quinquies.Alle minimumkwaliteitsnormen, ook kwantitatieve criteria als die worden toegepast, zijn publiek toegankelijk. Alvorens de minimumkwaliteitsnormen worden bijgewerkt of gewijzigd, raadpleegt het beheersorgaan van de luchthaven het comité van luchthavengebruikers en de op de luchthaven werkzame verleners van grondafhandelingsdiensten. [Am. 332]
Artikel 33
Verplichting tot rapportering van de prestaties van grondafhandelingsdiensten
1.Op luchthavens met een jaarlijks verkeersvolume van minstens 5 miljoen passagiersbewegingen of 100 000 ton vracht gedurende minstens drie opeenvolgende jaren, brengen de verleners van grondafhandelingsdiensten en de zelfafhandelende luchthavengebruikers bij de Commissie verslag uit over de prestaties van hun activiteiten.
2.De Commissie krijgt de bevoegdheid om nadere bijzonderheden inzake de inhoud en verspreiding van deze verslagen vast te stellen aan de hand van een gedelegeerde handeling overeenkomstig artikel 42.[Am. 333]
Artikel 34
Opleiding
1. De leveranciers van grondafhandelingsdiensten en de zelfafhandelende luchthavengebruikers moeten erop toezien dat al hun werknemers die betrokken zijn bij het verlenen van grondafhandelingsdiensten, inclusief management- en toezichthoudend personeel, regelmatig specifieke en periodieke beroepsgerichte opleidingen volgen , die op Europees niveau zijn geharmoniseerd, om hen in staat te stellen de hen toegewezen taken uit te voeren en om ongevallen en verwondingen te voorkomen. Een bevoegde Europese instantie dient in samenwerking met de bevoegde autoriteiten in de lidstaten, exploitanten van luchthavens en de sociale partners, ambitieuze en bindende minimumnormen vast te stellen teneinde de hoogst mogelijke kwaliteit van onderwijs en opleiding van werknemers in de grondafhandelingssector te verzekeren. Deze normen moeten regelmatig worden aangepast en ontwikkeld om bij te dragen aan de kwaliteit van de activiteiten, voor wat de betrouwbaarheid, veerkracht, veiligheid en beveiliging betreft, en om een gelijk speelveld voor alle exploitanten tot stand te brengen. De bevoegde autoriteiten in de lidstaten zien met adequate middelen toe op de naleving van de onderwijs- en opleidingsnormen. Totdat op de desbetreffende luchthaven aan de vereiste normen is voldaan, wordt de vergunning van de dienstverleners in kwestie opgeschort, ingetrokken of onthouden. Deze procedure dient het behoud van de veiligheid in de Europese luchtvaart. Periodieke scholing kan worden bevolen, op kosten van de betrokken leveranciers van grondafhandelingsdiensten en zelfafhandelende luchthavengebruikers kan periodieke scholing. [Am. 334].
2. Elke werknemer die betrokken is bij het verlenen van grondafhandelingsdiensten volgt minstens twee dagen relevanteregelmatig theoretische en praktische basiscursussen alsmede een opleiding met betrekking totdie relevant is voor de hem toegewezen taken. Elke werknemer volgt een relevante opleiding wanneer hij een nieuwe job begint of wanneer hem een nieuwe taak wordt toegewezenIn samenwerking met de betrokken luchthavenexploitanten en sociale partners treffen de bevoegde autoriteiten in de lidstaten een nadere regeling voor een aanvullende specifieke luchthavenopleiding en de frequentie en de minimumduur van die opleiding. Een succesvol afgelegd praktisch en een theoretisch examen dient als bewijs dat de relevante vaardigheden en kennis zijn verworven. De opleidingskosten worden volledig door de werkgever gedragen. Elke werknemer volgt een relevante opleiding voordat hij aan een nieuwe baan begint of met een hem toegewezen nieuwe taak aanvangt. [Am. 335]
3. De specifieke inhoud van de examens en cursussen evenals de correcte uitvoering hiervan worden op Europees niveau geharmoniseerd en door de bevoegde autoriteiten in de lidstaten geregeld en gecontroleerd. Voor zover relevant voor de grondafhandelingsdienst in kwestie, heefthebben de opleiding en de examens minstens betrekking op: [Am. 336]
(a) | beveiliging, inclusief beveiligingscontrole, beveiliging van activiteiten, beveiliging van apparatuur en beheer van veiligheidsdreigingen; |
(b) | gevaarlijke goederen; |
(c) | veiligheid aan de luchtzijde, inclusief de veiligheidsfilosofie, veiligheidsregels, gevaren, menselijke factoren, markeringen en bebakening aan de luchtzijde, noodsituaties, het voorkomen van motorschade ten gevolge van opgezogen vreemde voorwerpen, persoonlijke bescherming, ongevallen/incidenten/bijna-botsingen, en toezicht op de veiligheid aan de luchtzijde; |
(d) | opleiding voor bestuurders aan de luchtzijde, inclusief algemene verantwoordelijkheden en procedures (procedures bij beperkt zicht), voertuigapparatuur, luchthavenregels en lay-out van verkeers- en manoeuvreerzones; |
(e) | werking en beheer van hulpmiddelen op de grond, inclusief onderhoud en gebruik van hulpmiddelen op de grond; |
(f) | ladingscontrole, inclusief vakkundigheid en bewustzijn met betrekking tot algemeen gewicht en evenwicht, structurele belastingsgrenzen van luchtvaartuigen, eenheidslaadinrichtingen, ruimlading in bulk, vrachtbrief, ladingstabellen/-formulieren, ladingsinstructieverslag, ladingsberichten, en controle op de lading van gevaarlijke goederen; |
(g) | functionele opleidingen voor passagiersafhandeling, met nadruk op passagiers met speciale behoeften, met name passagiers met beperkte mobiliteit of met een handicap, inclusief aviobrugopleidingen en informatie en bijstand aan passagiers overeenkomstig Verordening (EG) nr. 261/2004 en Verordening (EG) nr. 1107/2006; [Am. 337] |
(h) | functionele opleiding voor bagageafhandeling; |
(i) | opleiding met betrekking tot afhandeling van luchtvaartuigen en belading; |
(j) | bewegingen van luchtvaartuigen op de grond, inclusief de exploitatie van bewegingen van luchtvaartuigen op de grond, de bediening van apparatuur, koppelings- en loskoppelingsprocedures tussen apparatuur en luchtvaartuigen, handsignalen voor bewegingen van luchtvaartuigen op de grond, het loodsen van een luchtvaartuig, en bijstand voor bewegingen van luchtvaartuigen op de grond; |
(k) | afhandeling van vracht en post, inclusief toepasselijke verboden en beperkingen op de handel van goederen; |
(l) | coördinatieopleidingen inzake de omloop van luchtvaartuigen; |
(m) | milieu, inclusief controle op lozingen, afvalbeheer en -verwijdering; |
(n) | noodmaatregelen, EHBO-training en crisisbeheer; [Am. 338] |
(o) | rapportagesystemen; |
(p) | kwaliteitscontrole op uitbesteding; |
(p bis) | maatregelen ter bescherming van grondafhandelingspersoneel tegen typische gezondheidsrisico's die aan dit werk zijn verbonden. [Am. 339] |
4. Elke verlener van grondafhandelingsdiensten en elke zelfafhandelende luchthavengebruiker brengt jaarlijks aan het beheersorgaan van de luchthaven verslag uit over de naleving van de opleidingseisen.
Artikel 35
Onderaanbesteding
1. Onverminderd leden 2, 3 en 4, mogen verleners van grondafhandelingsdiensten doen aan onderaanbesteding. De artikelen 34 en 40 zijn op gelijke wijze van toepassing op onderaannemers. [Am. 340]
2.Zelfafhandelende luchthavengebruikers mogen grondafhandelingsdiensten alleen uitbesteden als ze tijdelijk niet in staat zijn aan zelfafhandeling te doen wegens overmacht.[Am. 341]
3. Onderaannemers mogen geen grondafhandelingsdiensten uitbesteden.
4. Een verlener van grondafhandelingsdiensten, als vermeld in artikel 11, lid 1, mag geen grondafhandelingsdiensten uitbesteden, behalve als hij tijdelijk niet in staat is deze grondafhandelingsdiensten te verlenen wegens overmacht.
5. Verleners van grondafhandelingsdiensten en zelfafhandelende luchthavengebruikers die voor een bepaalde categorie van diensten een beroep doen op een onderaannemerof meer onderaannemers ziet erop toe dat de onderaannemers voldoenonderaannemer voldoet aan de verplichtingen die uit hoofde van deze verordening rusten op verleners van grondafhandelingsdiensten. [Am. 342]
5 bis.Opdrachten van onderaanbesteding worden alleen gegund aan ondernemingen die zich als gekwalificeerd en betrouwbaar hebben bewezen. [Am. 343]
5 ter.Verleners van grondafhandelingsdiensten en zelfafhandelende luchthavengebruikerx die een of meer onderaannemers inschakelen, blijven financieel aansprakelijk voor de onderaanbesteding. [Am. 344]
5 quater.De aanbestedende entiteit kan het aantal onderaannemers beperken, indien dit om redenen van plaatsgebrek of capaciteitsproblemen nodig is. [Am. 345]
6. Vverleners van grondafhandelingsdiensten en zelfafhandelende luchthavengebruikers die een beroep doen op een of meer onderaannemersonderaannemer per soort diensten, stellen het beheersorgaan van de luchthaven in kennis van de naam en activiteiten van de betrokken onderaannemersonderaannemer. [Am. 346]
7. Als een verlener van grondafhandelingsdiensten een goedkeuring voor het verlenen van grondafhandelingsdiensten aanvraagt in het kader van de bij artikel 7 vastgestelde selectieprocedure, vermeldt hij het aantal onderaannemers waarop hij voornemens is een beroep te doen, alsook hun activiteiten en namen.
Hoofdstuk VII
Internationale betrekkingen
Artikel 36
Betrekkingen met derde landen
1. De lidstaten kunnen de verplichtingen die voortvloeien uit deze verordening ten aanzien van de uit een derde land afkomstige verleners van grondafhandelingsdiensten en luchthavengebruikers zoals bedoeld in lid 1 geheel of gedeeltelijk schorsen overeenkomstig het Unie recht [Am. 348] en onverminderd de internationale verbintenissen van de Unie, kan de Commissie, overeenkomstig de in artikel 43, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure beslissen dat een lidstaat maatregelen moet nemen, inclusief de volledige of gedeeltelijke schorsing van het recht op toegang tot de grondafhandelingsmarkt op zijn grondgebied, ten aanzien van verleners van grondafhandelingsdiensten en zelfafhandelende luchthavengebruikers uit een derde land teneinde het discriminerende gedrag van het betrokken derde land te stoppen als blijkt dat een derde land, voor wat de toegang tot de grondafhandelings- of zelfafhandelingsmarkt betreft: [Am. 347]
(a) | verleners van grondafhandelingsdiensten en zelfafhandelende luchthavengebruikers uit een lidstaat niet rechtens of in feite een vergelijkbare behandeling biedt als die welke door de lidstaten op hun luchthavens wordt geboden aan verleners van grondafhandelingsdiensten en zelfafhandelende luchthavengebruikers uit dat derde land; of |
(b) | verleners van grondafhandelingsdiensten en zelfafhandelende luchthavengebruikers uit een lidstaat rechtens of in feite een minder gunstige behandeling biedt als die welke het aan zijn eigen verleners van grondafhandelingsdiensten en zelfafhandelende luchthavengebruikers biedt; of |
(c) | rechtens of in feite aan verleners van grondafhandelingsdiensten en zelfafhandelende luchthavengebruikers uit andere derde landen een gunstiger behandeling biedt dan die welke het aan verleners van grondafhandelingsdiensten en zelfafhandelende luchthavengebruikers uit een lidstaat biedt. |
2. Verleners van grondafhandelingsdiensten of zelfafhandelende luchthavengebruikers uit andere derde landen worden geacht natuurlijke personen of rechtspersonen te zijn die zijn opgericht overeenkomstig de wetten van dat derde land en hun maatschappelijke zetel, centrale administratie of hoofdvestiging op het grondgebied van dat derde land hebben gevestigd.
3. Met betrekking tot markttoegangsrechten in derde landen zien de Unie en/of de lidstaten zien erop toe dat geen discriminatie plaatsvindt tussen uniale gebruikers vanluchthavens die grondafhandelingsdiensten voor derde partijen verlenen en andere uniale verleners van grondafhandelingsdiensten.
Hoofdstuk VIII
Verplichtingen inzake rapportering en toezicht
Artikel 37
Rapporteringsverplichtingen voor de lidstaten
1. Vóór 1 juli van elk jaar sturen de lidstaten de Commissie de lijst van luchthavens waarop minstens een van de beperkingen inzake toegang tot de grondafhandelingsmarkt, zoals vastgesteld in artikel 6, lid 2, of artikel 14, van toepassing is.
2. Vóór 1 juli van elk jaar sturen de lidstaten de Commissie de lijst van verleners van grondafhandelingsdiensten en zelfafhandelende luchthavengebruikers die door de lidstaat zijn goedgekeurd overeenkomstig hoofdstuk IV.
Artikel 38
Publicatie van de lijst van luchthavens
Tegen het einde van elk jaar publiceert de Commissie de volgende informatie in het Publicatieblad van de Europese Unie:
(a) | de lijst van luchthavens met een jaarlijks verkeersvolume van minstens vijf miljoen passagiersbewegingen of 100 000 ton vracht gedurende minstens de drie voorgaande jaren; |
(b) | de lijst van luchthavens met een jaarlijks verkeersvolume van minstens twee miljoen passagiersbewegingen of 50 000 ton vracht gedurende minstens de drie voorgaande jaren; |
(c) | de lijst van EU-luchthavens die open staan voor commercieel verkeer; |
(d) | de lijst van luchthavens waarvoor beperkingen overeenkomstig artikel 6, lid 2, of artikel 14, gelden; |
(e) | de lijst van verleners van grondafhandelingsdiensten en zelfafhandelende luchthavengebruikers die zijn goedgekeurd overeenkomstig hoofdstuk IV. |
Artikel 39
Beoordelings- en informatieverslag
1. De Commissie dient uiterlijk vijfdrie jaar na de datum van inwerkingtreding van deze verordening bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in over de tenuitvoerlegging van deze verordening. In dit verslag worden eventuele significantede effecten op de kwaliteit van de grondafhandelingsdiensten, alsmede de effecten op de werkgelegenheid en de arbeidsomstandigheden beoordeeld. Dit verslag heeft betrekking opanalyseert de volgende reeks indicatoren en criteria voor een steekproef van luchthavens: [Am. 349]
(a) | gemiddeld aantal verleners van grondafhandelingsdiensten op EU-luchthavens, voor de 11 categorieën diensten; |
(b) | aantal zelfafhandelende luchthavengebruikers op elke EU-luchthaven, voor de 11 categorieën diensten; |
(c) | aantal luchthavens waarop het aantal verleners van grondafhandelingsdiensten beperkt is, en de omvang van de beperking(en); |
(d) | aantal bedrijven dat een goedkeuring heeft gekregen van een lidstaat en activiteiten uitvoert in een andere lidstaat; |
(e) | mening van de belanghebbenden over het goedkeuringssysteem (goedkeuringscriteria, problemen met de tenuitvoerlegging, prijzen, administratieve processen, enz.); [Am. 350] |
(f) | aantal verleners van grondafhandelingsdiensten en zelfafhandelende luchthavengebruikers die actief zijn in de Unie (totaal); |
(g) | prijs en beheersysteem voor gecentraliseerde infrastructuur op elke luchthaven; |
(h) | marktaandeel van het beheersorgaan van de luchthaven in de grondafhandelingsactiviteiten op elke luchthaven, voor de 11 categorieën diensten; |
(i) | marktaandeel van luchthavengebruikers die grondafhandelingsdiensten voor derde partijen verlenen op elke luchthaven, voor alle categorieën diensten; |
(j) | veiligheidsongevallen en incidenten bij grondafhandelingsdiensten; [Am. 351] |
(k) | de mening van belanghebbenden over de kwaliteit van de grondafhandelingsdiensten op luchthavens, in termen van bekwaamheid, milieu, beveiliging en coördinatie van activiteiten (CDM, noodmaatregelen, opleiding in de luchthavencontext, onderaanbesteding); |
(l) | minimumkwaliteitseisen voor grondafhandelingsondernemingen op elke luchthaven van de Unie voor de 11 in bijlage I vermelde categorieën diensten; onderzoek naar het verband tussen de door grondafhandelingsdiensten veroorzaakte vertragingen en minimumkwaliteitseisen; [Am. 352] |
(m) | opleidingskenmerkenopleidings- en bijscholingsniveau aan de hand van de in artikel 34, lid 3, onder a tot p bis, neergelegde gebieden; onderzoek naar het verband tussen de door grondafhandelingsdiensten veroorzaakte vertragingen en opleidings- en bijscholingsniveau; [Am. 353]; |
(n) | overname van personeel en gevolgen voor de bescherming van werknemers, in het bijzonder het aantal overgenomen medewerkers en het aantal vrijwillig uitgetreden werknemers in geval van een wijziging van verlener van grondafhandelingsdiensten; de loonontwikkeling bij overgenomen werknemers en het aantal arbeidsrechtelijke procedures in verband met overnames; [Am. 354] |
(o) | werkgelegenheid en arbeidsomstandigheden in de grondafhandelingssector, in het bijzonder de loonontwikkeling vergeleken met de ontwikkeling van de afhandelingsprijs evenals de ontwikkeling van de productiviteit van alle grondafhandelingsdiensten op de luchthaven en de afzonderlijke verleners van grondafhandelingsdiensten. [Am. 355] |
2. De Commissie en de lidstaten werken samen bij het verzamelen van de informatie voor het in lid 1 vermelde verslag.
3. Op basis van dit verslag kan de Commissie, in nauwe samenwerking met het Europees Parlement, beslissen of een herziening van deze verordening noodzakelijk is. [Am. 356]
Hoofdstuk IX
Sociale bescherming
Artikel 40
Sociale bescherming
Onverminderd de toepassing van deze verordening en behoudens de overige bepalingen van het EU-recht, kunnen de lidstaten de nodige maatregelen nemen om de rechten van werknemers te beschermenDe lidstaten stellen wettelijk zeker dat het personeel van bedrijven die voor derden grondafhandelingsdiensten of zelfafhandelingsdiensten verlenen, ook in geval van onderaanneming en dienstverrichtingscontracten een toereikend niveau van sociale zekerheid genieten. Indien de bevoegde autoriteiten van een lidstaat constateren dat op een gegeven luchthaven niet aan de gestelde normen wordt voldaan, wordt de accreditatie van de dienstverleners of zelfafhandelingsdiensten in kwestie opgeschort, ingetrokken of onthouden, totdat de adequate norm weer is bereikt. [Am. 361]
Hoofdstuk X
Beroep tegen beslissingen of individuele maatregelen
Artikel 41
Recht van beroep
1. De lidstaten of, voor zover van toepassing, de beheersorganen van luchthavens zien erop toe dat elke partij met een legitiem belang het recht heeft om beroep aan te tekenen tegen de beslissingen of individuele maatregelen die overeenkomstig artikelen 6, lid 2, 7 tot en met 10, 23, 24 ,27 ,28 ,31 of 32 zijn genomen.
2. Dit beroep kan worden aangetekend bij een nationale rechtbank of een andere overheidsinstantie dan het beheersorgaan van de luchthaven die, in voorkomend geval, onafhankelijk is van de overheidsinstantie die het beheersorgaan van de luchthaven controleert. Waar dit gespecificeerd is in deze verordening wordt het beroep aangetekend bij de onafhankelijke toezichthoudende autoriteit.
Hoofdstuk XI
Bepalingen inzake tenuitvoerlegging en gedelegeerde bevoegdheden
Artikel 42
Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie
1. De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.
2. De in de artikelen 22, 32 en 33 bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te toegekend voor onbepaalde tijd met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze verordening.
3. Het Europees Parlement of de Raad kan de in de artikelen 22, 32 en 33 bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.
4. Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.
5. Een overeenkomstig artikel 22, artikel 32 of artikel 33 vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking als het Europees Parlement noch de Raad binnen een termijn van twee maanden na kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad de Commissie voor het verstrijken van die termijn de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd.
Artikel 43
Comitéprocedure
1. De Commissie wordt bijgestaan door een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.
2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 4 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing. Wanneer het advies van het comité via een schriftelijke procedure dient te worden verkregen, wordt die procedure zonder gevolg beëindigd indien, binnen de termijn voor het uitbrengen van het advies, door de voorzitter van het comité daartoe wordt besloten of door een eenvoudige meerderheid van de leden van het comité daarom verzocht.
3. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing. Wanneer het advies van het comité volgens de schriftelijke procedure dient te worden verkregen, wordt die procedure zonder gevolg beéindigd indien, binnen de termijn voor het uitbrengen van het advies, door de voorzitter van het comité daartoe wordt besloten of door een eenvoudige meerderheid van de leden van het comité daarom wordt verzocht.
Hoofdstuk XII
Slotbepalingen
Artikel 44
Intrekking
Richtlijn 96/67/EG wordt met ingang van de datum van toepassing van deze verordening ingetrokken.
Verwijzingen naar de ingetrokken richtlijn gelden als verwijzingen naar deze verordening.
Artikel 45
Overgangsbepalingen
1. Dienstverleners die overeenkomstig artikel 11 van Richtlijn 96/67/EG vóór de datum van toepassing van deze verordening zijn geselecteerd, blijven hun goedkeuring uit hoofde van Richtlijn 96/67/EG behouden tot de oorspronkelijk geplande periode waarvoor zij zijn geselecteerd, is verstreken.
2. Op luchthavens waar overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Richtlijn 96/67/EG slechts twee dienstverleners per categorie diensten zijn geselecteerd en waar overeenkomstig artikel 6, lid 2, van deze verordening minstens 3 dienstverleners moeten worden geselecteerd, wordt een selectieprocedure overeenkomstig de artikelen 7 tot en met 13 van deze verordening georganiseerd, zodat de derde dienstverlener uiterlijk ééndrie jaar na de datum van toepassing van deze verordening wordt geselecteerd en met zijn activiteiten van start kan gaan. [Am. 357]
3. Goedkeuringen die overeenkomstig artikel 14 van Richtlijn 96/67/EG zijn afgegeven, blijven geldig tot ze verstrijken, en in elk geval niet langer dan twee jaar na de datum van toepassing van deze verordening.
4. Als een onderneming een goedkeuring krijgt overeenkomstig deze verordening, vraagt zij binnen twee maanden de annulering aan van de eventuele goedkeuringen die haar overeenkomstig artikel 14 van Richtlijn 96/67/EG zijn afgegeven. Als een overeenkomstig artikel 14 van Richtlijn 96/67/EG afgegeven goedkeuring echter binnen twee maanden na de afgifte van de nieuwe, overeenkomstig deze verordening afgegeven goedkeuring verstrijkt, is de onderneming niet verplicht de annulering aan te vragen.
5. Artikel 26 van deze verordening is niet van toepassing op goedkeuringen die overeenkomstig artikel 14 van Richtlijn 96/67/EG zijn afgegeven.
Artikel 46
Inwerkingtreding en toepassing
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is van toepassing met ingang van …(14).
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te …,
Voor het Europees Parlement
De voorzitter
Voor de Raad
De voorzitter
BIJLAGE I
LIJST VAN CATEGORIEËN GRONDAFHANDELINGSDIENSTEN
1. | Administratie en toezicht op de grond omvat de volgende categorieën: |
1.1. | vertegenwoordiging bij en contacten met de plaatselijke autoriteiten of enige andere persoon, het verrichten van betalingen voor rekening van de gebruiker en terbeschikkingstelling van ruimten voor diens vertegenwoordigers, |
1.2. | toezicht op de belading, berichten en telecommunicatie, |
1.3. | verwerking, opslag, behandeling en administratie van de vracht, |
1.4. | elke andere toezichtsdienst vóór, gedurende of na de vlucht en elke andere door de gebruiker gevraagde administratieve dienst. |
2. | Passagiersafhandeling omvat het verstrekken van elke vorm van informatie en het verlenen van elke vorm van assistentie — ook informatie en assistentie in het kader van de relevante EU-wetgevingUniewetgeving inzake passagiersrechten — aan passagiers bij vertrek, bij aankomst, op doorreis of bij het overstappen, inclusief bij de controle van tickets en reisdocumenten, de registratie van bagage en vaststelling dat de bagage toebehoort aan de desbetreffende passagier, bijvoorbeeld via elektronische controle, en het vervoer ervan tot in de sorteerruimte. [Am. 358] |
3. | Bagageafhandeling omvat de behandeling van bagage in de sorteerruimte, het sorteren ervan, het voorbereiden voor vertrek, het laden op en uitladen uit de systemen die bestemd zijn om de bagage van het vliegtuig naar de sorteerruimte te brengen en omgekeerd en het vervoer van bagage van de sorteerruimte tot in de ruimte met de bagagebanden. |
4. | Vracht- en postafhandeling omvat de volgende subcategorieën: |
4.1. | voor vracht: zowel bij uitvoer, transfer als invoer, de fysieke behandeling van de vracht, de behandeling van de bijbehorende documenten en de douaneprocedures en de toepassing van elke tussen partijen overeengekomen of door de omstandigheden vereiste beveiligingsprocedure, |
4.2. | voor post: de fysieke behandeling van aankomende en vertrekkende post, de behandeling van de bijbehorende documenten en de toepassing van elke tussen partijen overeengekomen of door de omstandigheden vereiste beveiligingsprocedure. |
5. | Platformafhandeling bestaat uit de volgende subcategorieën: |
5.1. | het begeleiden op de grond van luchtvaartuigen bij aankomst en bij vertrek; |
5.2. | het verlenen van bijstand aan luchtvaartuigen bij het parkeren en het ter beschikking stellen van geschikte hulpmiddelen; |
5.3. | de communicatie tussen het luchtvaartuig en de dienstverlener aan de luchtzijde; |
5.4. | het laden en lossen van het luchtvaartuig, met inbegrip van het verstrekken en exploiteren van geschikte hulpmiddelen, alsmede het vervoer van bemanning en passagiers tussen het luchtvaartuig en de terminal, alsmede het vervoer van bagage tussen het luchtvaartuig en de terminal, evenals het in- en uitladen van rolstoelen en andere mobiliteitsuitrusting en hulpmiddelen van personen met beperkte mobiliteit; [Am. 359] |
5.5. | het verstrekken en exploiteren van de benodigde eenheden voor het starten van de motor; |
5.6. | het verplaatsen van het luchtvaartuig, zowel bij aankomst als bij vertrek, en de levering en exploitatie van passende apparaten; |
5.7. | het vervoeren, inladen in en uitladen uit het luchtvaartuig van voedsel en drank. |
6. | Vliegtuigservicing bestaat uit de volgende subcategorieën: |
6.1. | het schoonmaken van de buitenkant en de binnenkant van het luchtvaartuig, toilet- en waterservice; |
6.2. | de klimaatregeling en de verwarming van de cabine, de verwijdering van sneeuw en ijs, het ijsvrij maken van het luchtvaartuig; |
6.3. | de herinrichting van de cabine met behulp van cabineapparatuur en de opslag van deze apparatuur. |
7. | Brandstof- en olielevering omvat de volgende subcategorieën: |
7.1. | het organiseren en uitvoeren van het voltanken en leegpompen van luchtvaartuigen, met inbegrip van de opslag ervan, ook indien dit in de nabijheid van de luchthaven gebeurt, en het toezicht op de kwaliteit en kwantiteit van de brandstofleveringen; |
7.2. | het aanvullen van olie en andere vloeistoffen. |
8. | Onderhoud van luchtvaartuigen bestaat uit de volgende subcategorieën: |
8.1. | routinediensten vóór de vlucht; |
8.2. | specifieke door de luchthavengebruiker verlangde diensten; |
8.3. | de levering en het beheer van reserveonderdelen en geschikte apparatuur; |
8.4. | het aanvragen of reserveren van een geschikte parkeer- of hangarplaats. |
9. | Administratie inzake vluchtuitvoering en bemanning omvat de volgende subcategorieën: |
9.1. | de voorbereiding van de vlucht op de luchthaven van vertrek of op om het even welke andere plaats; |
9.2. | bijstand tijdens de vlucht, indien nodig met inbegrip van verandering van de vluchtroute; |
9.3. | activiteiten na de vlucht; |
9.4. | administratie van de bemanning. |
10. | Oppervlaktevervoer bestaat uit de volgende subcategorieën: |
10.1. | het organiseren en uitvoeren van het vervoer van bemanning, passagiers, bagage, vracht en post tussen verschillende terminals van dezelfde luchthaven, maar met uitzondering van dit vervoer tussen het luchtvaartuig en om het even welk ander punt binnen de perimeter van dezelfde luchthaven; |
10.2. | elk speciaal vervoer waarom de luchthavengebruiker verzoekt. |
11. | Catering bestaat uit de volgende subcategorieën: |
11.1. | contacten met leveranciers en administratief beheer; |
11.2. | het opslaan van voedsel, drank en de voor het bereiden hiervan benodigde apparatuur; |
11.3. | het schoonmaken van deze apparatuur; |
11.4. | het voorbereiden en leveren van de apparatuur en de barbenodigdheden en voedingsmiddelen. |
BIJLAGE I bis
LIJST VAN DE MINIMUMKWALITEITSNORMEN
De door het beheersorgaan of een andere in artikel 32 vermelde instantie vastgestelde minimumkwaliteitsnormen omvatten:
1. | Minimumkwaliteitsnormen inzake operationele activiteiten:
|
2. | Minimumkwaliteitsnormen inzake opleiding:
|
3. | Minimumkwaliteitsnormen inzake informatie en bijstand aan passagiers:
|
4. | Minimumkwaliteitsnormen inzake apparatuur:
|
5. | Minimumkwaliteitsnormen inzake gezamenlijke besluitvorming (CDM):
|
6. | Minimumkwaliteitsnormen inzake veiligheid:
|
7. | Minimumkwaliteitsnormen inzake beveiliging:
|
8. | Minimumkwaliteitsnormen voor het omgaan met noodsituaties:
|
9. | Milieuzorg:
|