Home

Resolutie van het Europees Parlement van 11 september 2013 over het standpunt van de Raad inzake het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 4/2013 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2013, afdeling III — Commissie, afdeling IV — Hof van Justitie (11696/2013 — C7-0247/2013 — 2013/2084(BUD))

Resolutie van het Europees Parlement van 11 september 2013 over het standpunt van de Raad inzake het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 4/2013 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2013, afdeling III — Commissie, afdeling IV — Hof van Justitie (11696/2013 — C7-0247/2013 — 2013/2084(BUD))

9.3.2016

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 93/406


P7_TA(2013)0354

Ontwerp van gewijzigde begroting nr. 4/2013 — personeel van de Europese GNSS-toezichtautoriteit (GSA) — personeel van het Uitvoerend Agentschap voor onderwijs, audiovisuele media en cultuur (EACEA) — personeel van het Hof van Justitie van de Europese Unie

Resolutie van het Europees Parlement van 11 september 2013 over het standpunt van de Raad inzake het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 4/2013 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2013, afdeling III — Commissie, afdeling IV — Hof van Justitie (11696/2013 — C7-0247/2013 — 2013/2084(BUD))

(2016/C 093/50)

Het Europees Parlement,

gezien artikel 314 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en artikel 106 bis van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie,

gezien van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002(1), en met name artikel 41,

gezien de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2013, definitief vastgesteld op 12 december 2012(2),

gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer(3),

gezien Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen(4),

gezien het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 4/2013, ingediend door de Commissie op 29 april 2013 (COM(2013)0254),

gezien het standpunt inzake het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 4/2013, goedgekeurd door de Raad op 15 juli 2013 (11696/2013 — C7-0247/2013),

gezien de artikelen 75 ter en 75 sexies van zijn Reglement,

gezien de brief van de Commissie cultuur,

gezien het verslag van de Begrotingscommissie (A7-0285/2013),

A.

overwegende dat het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 4/2013 is gericht op het wijzigen van de personeelsformatie van het GNSS-Agentschap door de toevoeging van 20 posten, met het oog op de nieuwe taken van dit agentschap, van het uitvoerend agentschap voor onderwijs, audiovisuele media en cultuur (EACEA) door de toevoeging van 2 tijdelijke medewerkers en 13 arbeidscontractanten, met het oog op de uitbreiding van het mandaat van dat agentschap, en van het Hof van Justitie van de Europese Unie door de toevoeging van 7 posten die nodig zijn voor de extra advocaat-generaal van het Hof van Justitie van de Europese Unie;

B.

overwegende dat de voorgestelde verhogingen worden gepresenteerd als neutraal voor de begroting, aangezien ze volledig moeten worden gecompenseerd door overeenkomstige verlagingen van de begrotingsafdeling van de Commissie, terwijl de aanwerving van extra personeelsleden voor het Hof van Justitie van de Europese Unie wordt gefinancierd met de beschikbare kredieten binnen de eigen begrotingsafdeling van het Hof;

C.

overwegende dat de aanwerving van de 20 posten voor het Europees GNSS-Agentschap snel moet plaatsvinden zodat het agentschap zich kan voorbereiden op zijn nieuwe taken per januari 2014;

D.

overwegende dat dit ontwerp van gewijzigde begroting slechts het deel van het oorspronkelijke verzoek van het Hof van Justitie van de Europese Unie omvat dat gebaseerd is op Verklaring nr. 38 gehecht aan de Slotakte van de Intergouvernementele Conferentie die het Verdrag van Lissabon heeft aangenomen, waarbij de 9 door het Hof van Justitie van de Europese Unie verzochte extra referendarissen buiten beschouwing worden gelaten;

E.

overwegende dat extra referendarissen de bijkomende last op het Hof van Justitie van de Europese Unie zouden kunnen verlichten die het gevolg is van het feit de Raad tot nu toe geen overeenstemming heeft bereikt over een systeem voor de aanstelling van extra rechters bij het Gerecht van de Europese Unie (terwijl de noodzaak van een dergelijke hervorming niet wordt betwist); overwegende dat deze posten reeds waren opgenomen op de door de Commissie gepresenteerde ontwerpbegroting voor 2014;

1.

neemt kennis van het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 4/2013, zoals door de Commissie gepresenteerd, en van het standpunt van de Raad hierover;

2.

stelt met betrekking tot de uitbreiding van de personeelsformatie van het Europees GNSS-Agentschap vast dat de compensatie door inkrimping van het personeelsbestand van de Commissie niet meteen in 2013 zal beginnen, maar pas volledig zal worden verwezenlijkt in de loop van de volgende MFK-periode;

3.

is bezorgd over de misleidende presentatie van de bezuinigingen op het personeel voor wat betreft de personeelsformatie van de Commissie; wijst erop dat 13 arbeidscontractanten en 2 posten worden geschrapt uit de diensten van de Commissie zelf, maar worden toegevoegd aan de personeelsformatie van het EACEA; merkt op dat, aangezien alle uitvoerende agentschappen deel uitmaken van de administratie van de Commissie kan, anders dan wordt gesuggereerd, geen verlaging van de begroting van de Commissie worden geconstateerd; is op de hoogte van het feit dat het personeel van uitvoerende agentschappen volledig wordt betaald uit de werkingsmiddelen;

4.

is voornemens om, in het kader van de jaarlijkse begrotingsprocedure 2014, zijn steun te verlenen aan de bijkomende posten voor het Hof van Justitie van de Europese Unie die de Commissie uit het ontwerp heeft weggelaten;

5.

keurt het standpunt van de Raad inzake het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 4/2013 goed;

6.

verzoekt zijn Voorzitter te constateren dat de gewijzigde begroting nr. 4/2013 definitief is vastgesteld en zorg te dragen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie;

7.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie, alsmede aan de nationale parlementen.