Home

Resolutie van het Europees Parlement van 4 juli 2013 over het voltooien van de digitale interne markt (2013/2655(RSP))

Resolutie van het Europees Parlement van 4 juli 2013 over het voltooien van de digitale interne markt (2013/2655(RSP))

26.2.2016

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 75/120


P7_TA(2013)0327

Voltooiing van de digitale interne markt

Resolutie van het Europees Parlement van 4 juli 2013 over het voltooien van de digitale interne markt (2013/2655(RSP))

(2016/C 075/19)

Het Europees Parlement,

gezien artikel 3, lid 3, en artikel 6 van het Verdrag betreffende de Europese Unie,

gezien op de artikelen 9, 12, 14, 26, 114, lid 3, en 169 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

gezien het verslag van de Commissie interne markt en consumentenbescherming getiteld „Een nieuwe agenda voor het Europese consumentenbeleid”, goedgekeurd op 25 april 2013 (A7-0163/2013),

gezien het werkdocument van de diensten van de Commissie van 23 april 2013 getiteld „E-commerce Action plan 2012-2015 — State of play 2013” (SWD(2013)0153),

gezien het Scorebord van de interne 26 markt van de Commissie van 18 februari 2013,

gezien het werkdocument van de diensten van de Commissie van 7 december 2012 getiteld „The Consumer Markets Scoreboard: Making markets work for consumers — achtste editie, Deel 2 — november 2012” (SWD(2012)0432),

gezien de mededeling van de Commissie van 18 december 2012 getiteld „Over inhoud in de interne digitale markt” (COM(2012)0789),

gezien het verslag van de Commissie van 18 april 2013 aan het Europees Parlement en de Raad over de werking van het memorandum van overeenstemming over de internetverkoop van namaakgoederen (COM(2013)0209),

gezien zijn resolutie van 11 december 2012 inzake het voltooien van de digitale interne markt(1),

gezien zijn resoluties van 6 april 2011 over de interne markt voor Europeanen(2), over een interne markt voor ondernemingen en groei(3) en over governance en partnerschap op de interne markt(4),

gezien de mededeling van de Commissie van 27 oktober 2010 aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's getiteld „Naar een Single Market Act: Voor een sociale markteconomie met een groot concurrentievermogen — 50 voorstellen om beter samen te werken, te ondernemen en zaken te doen” (COM(2010)0608,

gezien de mededeling van de Commissie van 3 oktober 2012 aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de regio's getiteld „Akte voor de interne markt II” (COM(2012)0573),

gezien de mededeling van de Commissie van 13 april 2011 aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's getiteld „Akte voor de interne markt: Twaalf hefbomen voor het stimuleren van de groei en het versterken van het vertrouwen” (COM(2011)0206),

gezien het voorstel van de Commissie van 4 juni 2012 voor een verordening van het Europees Parlement en de betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt (COM(2012)0238),

gezien zijn resolutie van 22 mei 2012 over een strategie ter versterking van de rechten van de rechten van kwetsbare consumenten(5),

gezien de mededeling van de Commissie van 22 mei 2012 aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's getiteld „Een Europese consumentenagenda — Vertrouwen en groei stimuleren” (COM(2012)0225),

gezien de mededeling van de Commissie van 2 mei 2012 getiteld „Europese Strategie voor een beter internet voor kinderen” (COM(2012)0196),

gezien de mededeling van de Commissie van 20 april 2012 getiteld „Een strategie voor e-aanbesteding” (COM(2012)0179),

gezien het voorstel van de Commissie van 25 januari 2012 voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (algemene verordening gegevensbescherming) (COM(2012)0011),

gezien het groenboek van de Commissie van 29 november 2012 getiteld „Een geïntegreerde markt van pakketbestellingen voor groei van de elektronische handel in de EU” (COM(2012)0698),

gezien de mededeling van de Commissie van 11 januari 2012 getiteld „Een coherent kader voor een groter vertrouwen in de digitale eengemaakte markt voor elektronische handel en onlinediensten” (COM(2011)0942),

gezien zijn resolutie van 15 november 2011 inzake een nieuwe strategie voor consumentenbeleid(6),

gezien Richtlijn 2011/83/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende consumentenrechten, tot wijziging van Richtlijn 93/13/EEG van de Raad en van Richtlijn 1999/44/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 85/577/EEG en van Richtlijn 97/7/EG van het Europees Parlement en de Raad(7),

gezien het voorstel van de Commissie van 9 november 2011 voor een verordening van het Europees Parlement en van de Raad inzake een consumentenprogramma 2014-2020 (COM(2011)0707) en de bijbehorende documenten (SEC(2011)1320 en SEC(2011)1321),

gezien het voorstel van de Commissie van 3 december 2012 voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake de toegankelijkheid van de websites van overheidsinstanties (COM(2012)0721),

gezien zijn resolutie van 25 oktober 2011 over mobiliteit en inclusie van mensen met een handicap en de Europese strategie voor mensen met een handicap 2010-2020(8),

gezien het voorstel van de Commissie van 7 februari 2013 voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad houdende maatregelen om een hoog gemeenschappelijk niveau van netwerk- en informatiebeveiliging in de Unie te waarborgen (COM(2013)0048),

gezien de gezamenlijke mededeling van de Commissie en de hoge vertegenwoordiger van de Europese Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid van 7 februari 2013 getiteld „Strategie voor cyberveiligheid van de Europese Unie: een open, veilige en beveiligde cyberruimte” (JOIN(2013)0001),

gezien de mededeling van de Commissie van 27 september 2012 aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de regio's getiteld titel „Het aanboren van het potentieel van cloud computing in Europa” (COM(2012)0529),

gezien het voorstel van de Commissie van 14 november 2011 voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de Connecting Europe Facility (COM(2011)0665),

gezien zijn resolutie van 15 december 2010 over de gevolgen van adverteren voor het consumentengedrag(9),

gezien zijn resolutie van 21 september 2010 over de voltooiing van de interne markt voor e-handel(10),

gezien Richtlijn 2010/45/EU van de Raad van 13 juli 2010 tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde wat de factureringsregels betreft(11),

gezien de arresten van het Europese Hof van Justitie inzake Google (Gevoegde Zaken C-236/08 tot C-238/08, arrest van 23 maart 2010) en BergSpechte (Zaak C-278/08, arrest van 25 maart 2010), die het begrip van 'de normaal geïnformeerde en redelijk oplettende internetgebruiker' definieert als de gemiddelde internetconsument,

gezien Richtlijn 2010/13/EU van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2010 betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake het aanbieden van audiovisuele mediadiensten (richtlijn audiovisuele mediadiensten)(12),

gezien de mededeling van de Commissie van 3 maart 2010 getiteld „Europa 2020: Een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei” (COM(2010)2020),

gezien het verslag-Monti van 9 mei 2010 over een nieuwe strategie voor de interne markt,

gezien het analytisch verslag over de attitudes ten aanzien van grensoverschrijdende verkoop en de bescherming van de consumenten, in maart 2010 gepubliceerd door de Commissie in Flash Eurobarometer nr. 282,

gezien de 'Mystery shopping — Evaluatie van grensoverschrijdende e-handel binnen de EU', een studie die namens DG SANCO van de Commissie is uitgevoerd door YouGovPsychonomics en die op 20 oktober 2009 werd gepubliceerd,

gezien de mededeling van de Commissie van 2 juli 2009 inzake de handhaving van het consumentenacquis (COM(2009)0330),

gezien het verslag van de Commissie van 2 juli 2009 inzake de toepassing van Besluit (EG) Nr. 2006/2004 van het Europees Parlement en van de betreffende samenwerking tussen de nationale instanties die verantwoordelijk zijn voor handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming (verordening betreffende samenwerking met betrekking tot consumentenbescherming) (COM(2009)0336),

gezien zijn resolutie van 13 januari 2009 over de omzetting, tenuitvoerlegging en handhaving van Richtlijn 2005/29/EG betreffende oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten op de interne markt en Richtlijn 2006/114/EG inzake misleidende reclame en vergelijkende reclame(13),

gezien Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens(14),

gezien artikel 110, lid 2, van zijn Reglement,

A.

overwegende dat het aanboren van het volledige potentieel van de digitale interne markt van essentieel belang is om van de EU een meer concurrerende en dynamische kenniseconomie te maken, in het belang van zowel haar burgers, als haar bedrijfsleven; overwegende dat de EU nú moet handelen om haar concurrentievoorsprong in de wereld te handhaven, met name in sectoren met een groot groeipotentieel, zoals de internetplatform- en softwareapplicatie-industrie;

B.

overwegende dat een zo breed en zo groot mogelijke connectiviteit, die stoelt op een onbelemmerde toegang tot snelle breedbandinternetnetwerken en gelijke toegang tot internetdiensten voor alle burgers, en op de beschikbaarheid van spectrum voor draadloze breedbanddiensten, een conditio sine qua non is voor de ontwikkeling van de digitale interne markt; overwegende dat nieuwe technologische ontwikkelingen, zoals mobiele apparatuur en toepassingen, en nieuwe generaties mobiele normen, betrouwbare en snelle infrastructuurnetwerken behoeven om burgers en het bedrijfsleven daadwerkelijk van de voordelen daarvan te kunnen laten profiteren;

C.

overwegende dat „big data”-applicaties voor het concurrentievermogen van de economie van de Unie steeds belangrijker worden, met verwachte mondiale inkomsten van 16 miljard EUR en naar verwachting 4,4 miljoen extra banen in de hele wereld tussen nu en 2016;

D.

overwegende dat 'cloud computing' een groot economisch, sociaal en cultureel potentieel heeft wat kostenbesparingen, het delen van inhoud en informatie, méér concurrentievermogen, toegang tot informatie, innovatie en het scheppen van werkgelegenheid betreft; overwegende dat het aanbieden van een compleet pakket, via meerdere soorten apparatuur toegankelijke e-governmentdiensten van bijzonder groot belang is;

E.

overwegende dat de economie van de EU op dit moment significante structurele veranderingen ondergaat, die van invloed zijn op haar mondiale concurrentievermogen en haar arbeidsmarkten; overwegende dat in Jaarlijkse groeianalyse 2013 wordt aangedrongen op doortastend optreden om sneller nieuwe werkgelegenheid te creëren; overwegende dat dynamische en inclusieve arbeidsmarkten essentieel zijn voor het herstel en het concurrentievermogen van de economie van de EU;

F.

overwegen dat de sociale media, door gebruikers gegenereerde inhoud, de cultuur van het remixen en gebruikersparticipatie in de digitale economie een steeds voornamere rol spelen; overwegende dat de consument steeds meer geneigd is te betalen voor kwalitatief hoogwaardige professionele digitale inhoud, op voorwaarde dat deze betaalbaar en vanaf meerdere soorten apparatuur toegankelijk is, en over de grenzen heen kan worden meegenomen;

G.

overwegende dat de toegang tot inhoud tegen betaalbare prijzen en middels beveiligde en betrouwbare betalingsfaciliteiten het vertrouwen van de consument bij het afnemen van grensoverschrijdende diensten zou moeten doen toenemen;

H.

overwegende dat 99 % van alle bedrijven in de EU kleine of middelgrote ondernemingen (kmo’s) zijn, die 85 % van de werkgelegenheid in de EU vertegenwoordigen; overwegende dat kmo’s derhalve dé stuwende kracht van de EU-economie zijn, en het leeuwendeel van nieuwe rijkdom, nieuwe banen en groei, alsook van de innovatie- en O&O-inspanningen voor hun rekening nemen;

I.

overwegende dat de burgers van de EU als consumenten een prioritaire rol toekomt bij de verwezenlijking van de Europa 2020-doelstelling van het creëren van slimme, duurzame en inclusieve groei, en overwegende dat in dit verband de rol van de consument als element in het economisch beleid van de Unie moet worden erkend; overwegende dat er een juist evenwicht tot stand moet worden gebracht tussen het aanzwengelen van het concurrentievermogen van het bedrijfsleven in de EU enerzijds en het beschermen van de belangen van de consument anderzijds;

J.

overwegende dat de versnippering van de digitale interne markt de keuzemogelijkheid van de consument in gevaar brengt; overwegende dat het belangrijk is het vertrouwen van de consument, zijn geloof in de markt en zijn kennis over zijn rechten te bevorderen, waarbij bijzondere aandacht moet worden besteed aan de kwetsbare consument; overwegende dat het in dit verband van essentieel belang is de consument in de EU betere bescherming te bieden tegen producten en diensten die een gevaar kunnen opleveren voor zijn gezondheid of veiligheid;

K.

overwegende dat bij de door de Commissie geïnitieerde EU-brede screening van websites die digitale inhoud (zoals games, video's en muziekdownloads) verkopen, gebleken is dat 75 % daarvan zich niet aan de regels inzake consumentenbescherming houdt; overwegende dat Richtlijn 2011/83/EU de eerste wet op het gebied van consumentenrechten is die specifieke regels met betrekking tot digitale inhoud bevat; overwegende dat de Commissie moet worden aangemoedigd door te gaan met het integreren van dergelijke regels wanneer zij andere, reeds bestaande consumentenwetgeving actualiseert of wanneer zij nieuwe wetgeving op dit gebied voorstelt;

L.

overwegende dat 15 % van de beroepsbevolking in de EU (85 miljoen mensen) functiebeperkingen of een handicap heeft; overwegende dat het aantal websites dat e-governmentdiensten aanbiedt en het aantal websites van overheidsinstellingen snel toenemen; overwegende dat de EU-markt voor aan toegang tot het web gerelateerde producten en diensten op twee miljard EUR wordt geschat; overwegende dat deze markt op dit moment nog sterk gefragmenteerd en onderontwikkeld is, hetgeen niet alleen slecht is voor de potentiële consumenten, maar ook voor de economie in het algemeen;

M.

overwegende dat 'de consument' geen homogene groep is, maar dat er wat digitaal alfabetisme, kennis van de consumentenrechten, assertiviteit en de bereidheid zijn recht te willen halen, grote verschillen zijn; overwegende dat bij het aanpakken van de digitale kloof ook aandacht moet worden besteed aan elementen als non-discriminatie en toegankelijkheid;

Het aanboren van het volledige potentieel van de digitale interne markt

1.

onderstreept dat het aanzwengelen van de interne markt via de dienstenrichtlijn en een digitale interne markt 800 miljard EUR(15) aan de EU-economie kan toevoegen, hetgeen neerkomt op bijna 4 200 EUR per huishouden(16); verzoekt de lidstaten en de Commissie de ontwikkeling van de digitale interne markt als politieke prioriteit te bestempelen en een holistische benadering en een ambitieuze strategie te ontwikkelen bestaande uit zowel wetgevings-, als politieke initiatieven, teneinde rekening te houden met de nieuwe ontwikkelingen, en de digitale interne markt aldus daadwerkelijk tot stand te brengen; onderstreept dat hiervoor politiek leiderschap, vastberadenheid, prioritisering en publieke financiering op EU-, nationaal en regionaal niveau nodig is; onderstreept met name het belang van sterk leiderschap van de kant van alle instellingen van de EU en van duidelijk politiek engagement van de kant van de lidstaten, teneinde te komen tot een volledige en doeltreffende implementatie en handhaving van richtlijnen en verordeningen met betrekking tot de interne markt;

2.

verzoekt de Commissie de bestaande obstakels voor de digitale interne markt zo snel mogelijk weg te nemen, waaronder door middel van een vereenvoudiging van het wettelijk btw-kader, het waarborgen van de toegang tot beveiligde pan-Europese elektronische betalingen, elektronische facturering en leveringsdiensten, en het herzien van de intellectuele-eigendomsrechten, teneinde de toegang tot legale digitale inhoud in de hele EU te bevorderen; onderstreept het belang van gelijkluidende regels voor het vrije verkeer van goederen en diensten, zowel fysiek, als digitaal;

3.

verzoekt de Commissie en de lidstaten de governance van de digitale interne markt te verbeteren, en te zorgen voor netneutraliteit en het doeltreffende en intelligente gebruik van ICT, teneinde de administratieve rompslomp voor burgers en het bedrijfsleven te verkleinen; verzoekt de Commissie de bestaande governance-instrumenten te verbeteren en een samenhangende benadering te ontwikkelen voor het bevorderen daarvan, met inbegrip van het informatiesysteem voor de interne markt (IMI), Solvit, Your Europe en het in het kader van de dienstenrichtlijn opgezette éénloketsysteem;

4.

onderstreept het belang van de Europese strategie voor „cloud computing”, gezien het potentieel daarvan voor het concurrentievermogen van de EU, groei en nieuwe werkgelegenheid; onderstreept dat „cloud computing”, doordat er minimale toetredingskosten en lage infrastructuurvereisten aan verbonden zijn, een kans inhoudt voor de Europese IT-sector, en in het bijzonder voor kmo’s, om op gebieden als outsourcing, nieuwe digitale diensten en datacentra het voortouw te nemen;

5.

erkent dat „big data” en kennis de brandstof van de EU-economie van de toekomst zijn; is verheugd over het voorstel voor een gegevensbeschermingspakket als een middel om voor meer vertrouwen en transparantie te zorgen; onderstreept dat rekening moet worden gehouden met de uitdagingen die ontstaan ten gevolge van de globalisering en het gebruik van nieuwe technologieën, en dat een gemoderniseerde EU-regeling voor gegevensbescherming de rechten van burgers moet vergroten, de EU tot voorloper en trendsetter op het gebied van gegevensbescherming moet maken, de interne markt moet versterken en in gelijke randvoorwaarden voor alle in de EU actieve bedrijven moet resulteren;

6.

onderstreept het belang van het aanmoedigen van nieuwe, kwalitatief hoogwaardige e-governmentdiensten door middel van het toepassen van innovatieve technologische oplossingen, zoals e-aanbesteding, waarmee het aanbieden van een compleet informatie- en dienstenpakket mogelijk wordt; wijst met klem op het belang van het voorstel van de Commissie voor een verordening inzake elektronische identificatie en elektronische vertrouwensdiensten, gezien de bijdrage daarvan aan de digitale interne markt middels de totstandbrenging van passende voorwaarden voor de wederzijdse erkenning van en een hoog niveau van beveiliging voor belangrijke „enablers” over grenzen heen, bijvoorbeeld door middel van elektronische identificatie, elektronische documenten, elektronische handtekeningen en elektronische leveringsdiensten, en voor interoperabele e-governmentdiensten in de hele EU;

7.

is van oordeel dat er aanvullende inspanningen nodig zijn met betrekking tot het hergebruik van informatie van de overheidssector en de bevordering van e-government;

8.

onderstreept het belang van het bevorderen van innovatie en van het investeren in e-vaardigheden; wijst nog eens op de cruciale rol die kmo’s spelen bij het bestrijden van de werkloosheid, met name die onder jongeren; dringt aan op een betere toegang tot financiering met middelen van programma’s zoals Horizon 2020 en COSME, en op de ontwikkeling van nieuwe instrumenten en garantieregelingen; wijst er nog eens met klem op dat het belangrijk is dat de EU haar mondiale voortrekkersrol op de gebieden mobiele technologie en slimme apparatuur terugverovert;

9.

hamert op het belang van het bevorderen van grootschalige investeringen in vaste en mobiele netwerken om de EU wat de mondiale technologische ontwikkeling betreft terug te brengen aan de kop van het peloton, en haar burgers en bedrijfsleven in staat te stellen ten volle te profiteren van de kansen van de digitale revolutie;

10.

betreurt het ten zeerste dat een groot aantal lidstaten de termijn van 1 januari 2013 voor het aan mobiele breedbanddiensten toewijzen van het digitale dividend, d.w.z. spectrum in de 800 MHz-band, zoals voorzien in het programma voor het radiospectrumbeleid, voorbij heeft laten gaan; onderstreept dat deze vertraging de introductie van 4G-netwerken in de EU heeft belemmerd; verzoekt de lidstaten derhalve met klem er alles aan te doen om te waarborgen dat de 800 MHz-band voor mobiele breedbanddiensten beschikbaar wordt gesteld, en vraagt de Commissie toe te zien op snelle implementatie;

11.

is verheugd over het voornemen van de Commissie om een nieuw voorstel voor een telecompakket voor te leggen, inclusief maatregelen gericht op het in de nabije toekomst afschaffen van de roamingtarieven, teneinde iets te doen aan de versnippering van de telecommarkt; onderstreept dat het belangrijk is wat de roamingtarieven betreft te kiezen voor een proactieve benadering, teneinde een daadwerkelijke digitale interne markt — d.w.z. ook betrekking hebbend op mobiele apparatuur — tot stand te brengen;

Investeren in menselijk kapitaal — het aanpakken van de vaardighedenkloof

12.

neemt er met bezorgdheid kennis van dat de arbeidsparticipatie in de EU daalt; vindt dat hernieuwd specifieke aandacht moet worden besteed aan het scheppen van werkgelegenheid in sectoren met een groot groeipotentieel, zoals de groene economie, gezondheidsdiensten en de ICT-sector; is van mening dat de totstandbrenging van een digitale interne markt een bijdrage kan leveren aan het aanpakken van de discrepanties tussen de lidstaten en regio’s op gebieden zoals werkgelegenheid, sociale insluiting en armoedebestrijding;

13.

onderstreept dat de digitale interne markt ertoe kan bijdragen dat mensen in een baan actief en gezond blijven terwijl ze ouder worden, en voor een beter evenwicht tussen werk en privéleven kan zorgen; onderstreept dat ICT-instrumenten ook voor duurzame, succesvolle gezondheidszorgsystemen kunnen zorgen;

14.

onderkent dat de Europese arbeidsmarkt een radicaal veranderingsproces doormaakt en dat nieuwe vaardigheden nodig zullen zijn voor de banen van morgen; verzoekt de lidstaten, onder andere door een goed gebruik van de EU-fondsen, zoals het Europees Sociaal Fonds, de noodzakelijke investeringen te doen in menselijk kapitaal en nieuwe, duurzame werkgelegenheid; verzoekt de Commissie en de lidstaten in het vlaggenschipinitiatief „nieuwe vaardigheden voor nieuwe banen” prioriteit toe te kennen aan digitaal alfabetisme en e-vaardigheden;

15.

onderstreept dat het belangrijk is om met name bij kinderen en minderjarigen de media- en de digitale vaardigheden te verbeteren, teneinde tot een daadwerkelijke digitale interne markt te komen en het groeipotentieel van deze dynamische sectoren volledig te benutten; geeft aan dat het met name belangrijk is iets te doen aan het verwachte tekort aan ICT-specialisten; is blij met de „Grand Coalition for Digital Jobs” en wijst op het belang van het op elkaar laten aansluiten van ICT-opleidingen en hetgeen het bedrijfsleven nodig heeft;

16.

vindt het erg belangrijk dat meer gebruik wordt gemaakt van het Europees portaal voor beroepsmobiliteit (EURES); steunt het gebruik van EURES door de lidstaten, zowel als middel voor advies aan werkenden en werkzoekenden over het recht van vrij verkeer, alsook als werkgelegenheidsinstrument, met de nadruk op banenbemiddeling en de behoeften van de werkgevers, omdat het een bijdrage kan leveren aan herstel en langetermijngroei;

Veiligheid en consumentenvertrouwen

17.

is verheugd over de goedkeuring van de EU-code van onlinerechten; verzoekt de Commissie en de lidstaten deze code breed te verspreiden zodat hij het beoogde effect heeft;

18.

onderstreept dat de zich steeds sneller ontwikkelende elektronische handel van essentieel belang is voor de consument, aangezien deze tot meer keuzemogelijkheden leidt, in het bijzonder voor burgers in moeilijk bereikbare en verafgelegen gebieden, en voor burgers met een verminderde mobiliteit, die zonder de elektronische handel geen toegang tot een breed palet aan goederen en diensten zouden hebben;

19.

onderstreept dat het belangrijk is te zorgen voor volledige toegang tot de digitale interne markt voor alle consumenten, ongeacht hun woonplaats of nationaliteit; verzoekt de Commissie maatregelen te nemen ter bestrijding van de discriminatie van consumenten in de interne markt die ontstaat doordat ondernemingen bij grensoverschrijdende elektronische handel soms verzendrestricties hanteren;

20.

benadrukt dat consumentenvertrouwen onontbeerlijk is voor zowel de binnenlandse, als de grensoverschrijdende elektronische handel; is van oordeel dat bij elektronische handel de kwaliteit, de veiligheid, de traceerbaarheid en de echtheid van producten moet worden gewaarborgd, criminele of oneerlijke praktijken moeten worden voorkomen, en de regels inzake de bescherming van persoonsgegevens in acht moeten worden genomen;

21.

onderstreept de rol van de digitale interne markt bij het tot stand brengen van een veilige en goed functionerende interne markt voor goederen en diensten; geeft aan dat het in dit verband belangrijk is in het kader van de voorstellen voor algemene productveiligheid en markttoezicht doeltreffende en gecoördineerde risicomanagementsystemen te bevorderen;

22.

geeft met klem aan dat het belangrijk is snel uitvoering te geven aan de bepalingen van de richtlijn over onlinegeschillenbeslechting, en ervoor te zorgen dat de consument gemakkelijk toegang heeft tot deze regeling; vraagt de Commissie te zorgen voor voldoende financiering van de onlinegeschillenbeslechtingsregeling;

23.

onderstreept het belang van vertrouwensmerken voor de goede werking van de digitale interne markt, zowel voor het bedrijfsleven, als de consument; dringt aan op de goedkeuring van een Europese norm voor vertrouwensmerken — op basis van kwalitatief hoogwaardige normen — om bij te dragen aan consolidering van de EU-markt op dit gebied;

24.

verzoekt de Commissie EU-richtsnoeren voor minimumnormen voor het vergelijken van websites vast te stellen en daarbij in het bijzonder oog te hebben voor de kernbeginselen transparantie, onpartijdigheid, kwalitatief hoogwaardige informatie, doeltreffende verhaalmogelijkheden, volledigheid en gebruikersvriendelijkheid; is van mening dat het goed zou zijn naast deze richtsnoeren ook te zorgen voor een pan-Europees accrediteringssysteem, alsook voor doeltreffend toezicht en doeltreffende handhaving;

25.

verwacht van de Commissie dat zij bij de herziening van de richtlijn pakketreizen een alomvattende beoordeling maakt van de invloed van de elektronische handel en digitale markten op het consumentengedrag binnen de Europese toerismesector, en dat zij haar inspanningen gericht op het verbeteren van de kwaliteit, de inhoud en de betrouwbaarheid van de aan toeristen verstrekte informatie intensiveert;

26.

onderstreept dat reizigers in geautomatiseerde reserveringssystemen duidelijk een onderscheid moeten kunnen maken tussen niet-optionele operationele kosten in de reissom en optionele elementen, teneinde de prijzen bij boekingen via het internet transparanter te maken;

27.

verzoekt de Commissie streng toezicht uit te oefenen op en alles te doen wat in haar vermogen ligt om te zorgen voor de juiste implementatie van de belangrijkste bepalingen van de richtlijn oneerlijke handelspraktijken als een pakket gemoderniseerde regels voor het bestrijden van oneerlijke commerciële praktijken, waaronder online, in het bijzonder het potentiële misbruik van de marktpositie op gebieden als reclame gebaseerd op gedrag („behavioural advertising”), gepersonaliseerd prijsbeleid en internetzoekdiensten; is verheugd over de mededeling van de Commissie getiteld „Het beschermen van ondernemingen tegen misleidende marketingpraktijken en zorgen voor doeltreffende handhaving: Herziening van Richtlijn 2006/114/EG inzake misleidende reclame en vergelijkende reclame” (COM(2012)0702);

28.

spoort de Commissie aan iets te doen aan oneerlijke voorwaarden in luchtvervoersovereenkomsten, te zorgen voor beter toezicht op websites en de nationale handhavingsinstanties op de hoogte te stellen van gevallen van verkeerde toepassing van de bestaande regels;

29.

verzoekt de Commissie gestandaardiseerde elektronische klachtenformulieren te ontwikkelen voor alle vervoersmodi en te zorgen voor richtsnoeren voor de snelle beslechting van geschillen middels vereenvoudigde procedures;

30.

beklemtoont de noodzaak te werken aan betrouwbare „cloud”-diensten; dringt aan op de invoering van duidelijke en transparente modelcontracten, waarbij aandacht moet worden besteed aan onderwerpen als de bewaring van gegevens na afloop van het contract, de openbaarmaking en integriteit van gegevens, gegevenslocatie en –transfer, de eigendom van gegevens en directe/indirecte aansprakelijkheid;

31.

wijst erop dat „cloud computing” een groot aantal juridische kwesties en uitdagingen met zich meebrengt, zoals problemen bij het vaststellen van de toepasselijke wetgeving, naleving en aansprakelijkheidskwesties, waarborgen betreffende de gegevensbescherming (inclusief het recht op privacy), de portabiliteit van gegevens en de handhaving van auteursrechten en andere intellectuele-eigendomsrechten; vindt het van essentieel belang dat de gevolgen van „cloud computing” op alle wetgevingsterreinen helder en voorspelbaar zijn;

32.

onderstreept het cruciale belang van de handhaving van de consumentenrechten bij onlinetransacties; wijst erop dat de door de Commissie gecoördineerde en door de bevoegde nationale autoriteiten gelijktijdig uitgevoerde EU-„sweeps” een nuttig instrument voor het uitoefenen van toezicht op de toepassing van de bestaande internemarktwetgeving in de lidstaten zijn gebleken, en spoort de Commissie aan mogelijkheden te creëren voor een bredere inzet van dit instrument en na te denken over het coördineren van het ook op andere gebieden (ook offline) inzetten van deze EU-„sweeps”; vraagt de Commissie het netwerk voor samenwerking op het gebied van consumentenbescherming te versterken;

33.

is van oordeel dat toegankelijke, betaalbare en kwalitatief hoogwaardige leveringsdiensten cruciaal zijn bij het online kopen van producten en dat deze het best tot stand kunnen worden gebracht middels een open en eerlijke concurrentie; stelt in dit verband vast dat veel consumenten huiverig zijn om online te kopen, met name grensoverschrijdend, vanwege de onzekerheden met betrekking tot de uiteindelijke levering, de kosten en/of de betrouwbaarheid; vindt het daarom goed dat de Commissie een publieke raadpleging heeft georganiseerd om eventuele tekortkomingen in kaart te brengen en passende maatregelen te nemen op een wijze die zowel het bedrijfsleven, als de consument in staat zal stellen daadwerkelijk volledig te profiteren van de digitale interne markt;

34.

verzoekt de Commissie een nieuw voorstel voor de richtlijn betalingsdiensten te presenteren, alsmede een wetgevingsvoorstel voor multilaterale afwikkelingsvergoedingen, teneinde te komen tot standaardisering en interoperabiliteit bij betalingen per kaart, via het internet of mobiel in de EU, en om iets te doen aan het probleem van niet-transparante en buitensporig hoge betalingsgerelateerde kosten;

35.

beklemtoont dat een hoog niveau van netwerk- en informatiebeveiliging van zeer groot belang is voor de goede werking van de interne markt en het vertrouwen van de consument in de digitale interne markt; wijst erop dat cybervaardigheden en het vermogen om op bedreigingen en aanvallen te reageren niet overal gelijk zijn in de EU, en dat er ook geen sprake is van een geharmoniseerde benadering van cyberveiligheid; dringt gezien de mondiale aard van het internet en de hoge mate van interconnectiviteit van de netwerk- en informatiesystemen in de EU aan op coördinatie van de inspanningen en nauwere samenwerking;

36.

onderstreept dat de toegankelijkheid van de websites van overheden en overheidsinstellingen een belangrijk onderdeel van de Digitale Agenda vormt, zowel met het oog op non-discriminatie, alsook omdat het ondernemerskansen creëert; vraagt de Commissie zich in de lopende onderhandelingen over dit onderwerp ambitieuzer te tonen en nu eindelijk met een wetgevingsinitiatief te komen in de vorm van een niet uitsluitend voor de publieke sector geldende Europese toegankelijkheidsakte;

Het tot stand brengen van een gunstig ondernemingsklimaat

37.

onderstreept dat het belangrijk is een gunstig klimaat voor digitaal zakendoen te ontwikkelen; is van oordeel dat het wettelijk kader voor btw moet worden vereenvoudigd en dat dubbele belastingheffing moet worden vermeden; verzoekt de lidstaten snel — d.w.z. tussen nu en 2015 — het kleinschalige éénloketsysteem voor telecommunicatie, televisie en elektronische diensten te ontwikkelen; verzoekt de Commissie het toepassingsgebied van het éénloketsysteem zo snel mogelijk uit te breiden tot andere goederen en diensten;

38.

vraagt de Commissie om verduidelijking van de toepassing van artikel 20, lid 2, van de dienstenrichtlijn, dat betrekking heeft op discriminatie van EU-consumenten op grond van woonplaats of nationaliteit, en met name duidelijk te maken welk soort zakelijke praktijken op basis van de richtlijn als ongerechtvaardigde discriminatie worden beschouwd; geeft aan dat het belangrijk is de achterliggende obstakels die bedrijven ervan weerhouden binnen de digitale interne markt te groeien, aan te pakken, waaronder de nog altijd bestaande wetgevingsverschillen en de juridische onzekerheid met betrekking tot de toepasselijkheid van de consumentenrechtenwetgeving die daar het gevolg van is;

39.

beschouwt het gemeenschappelijk Europees kooprecht als een belangrijk innoverend initiatief voor de consument en het bedrijfsleven in de interne markt; is van oordeel dat één enkel optioneel pakket pan-Europese regels met name voor de snel groeiende internetsector zeer nuttig zou zijn; denkt dat het voorstel ook interessant kan zijn voor „cloud computing” en digitale inhoud;

40.

verzoekt de Commissie door te gaan met het aan de nieuwe uitdagingen van de digitale interne markt aanpassen van het overeenkomstenrecht; is van oordeel dat met name flankerend werk aan voor de hele EU geldende standaardcontractclausules, die „off the shelf” voor het bedrijfsleven en de consument beschikbaar zijn, hier erg belangrijk is;

41.

verzoekt de Commissie de concurrentiesituatie in de digitale interne markt nauwlettend in de gaten te houden en eventuele gevallen van misbruik van een dominante positie zonder dralen aan te pakken; wijst erop dat het met name belangrijk is te zorgen voor een juiste toepassing van de richtsnoeren inzake selectieve distributieovereenkomsten en te waarborgen dat zij in de digitale context aansluiten bij hetgeen de markt vraagt;

42.

verzoekt de Commissie te werken aan betere toegang tot risicokapitaal en tot ICT-clusters, teneinde innovatieve precommerciële projecten beter mogelijk te maken en vroegtijdige innovatie in ICT-markten te bevorderen; onderstreept het potentieel van publiek-private partnerschappen en van de op stapel staande nieuwe regels inzake overheidsaankopen voor het tot stand brengen van vernieuwende partnerschappen; dringt erop aan snel instrumenten voor online-overheidsaankopen te ontwikkelen, teneinde gebruik te kunnen maken van de aangekondigde hervormingen van het systeem van overheidsaankopen;

43.

onderstreept het belang van netneutraliteit en van de mogelijkheid voor Europese kmo's in de ICT-sector om ongehinderd toegang tot de markt te krijgen; verzoekt de Commissie al het nodige te doen om in deze situatie verbetering aan te brengen; verzoekt de Commissie op zo kort mogelijke termijn een wetgevingsvoorstel te presenteren om de kosten van mobiele roaming in de EU verder te verlagen;

Aantrekkelijk legaal aanbod van digitale inhoud

44.

verzoekt de Commissie door te gaan met haar werk op het gebied van de wetgeving met betrekking tot intellectuele-eigendomsrechten, gericht op het tot stand brengen van een modern auteursrechtkader voor de digitale interne markt; verzoekt de Commissie de nodige maatregelen te nemen voor het stimuleren van de ontwikkeling van legale inhoud die in de hele digitale interne markt toegankelijk is; onderstreept dat een herziene regeling voor intellectuele-eigendomsrechten — teneinde te komen tot een concurrerende ICT-markt in de EU — moet stoelen op het bevorderen van innovatie, nieuwe dienstverleningsmodellen en door gebruikers gegenereerde en participatieve inhoud, in combinatie met waarborgen betreffende de bescherming van de houders van rechten en betreffende passende vergoedingen;

45.

stelt vast dat de EU reeds enige vooruitgang heeft geboekt bij het verkleinen van de impact van auteursrechtenterritorialiteit, in het bijzonder middels het voorstel van de Commissie voor een richtlijn inzake het collectieve beheer van rechten en multi-territoriale vergunningen in de onlinemuzieksector, dat zich op dit moment in de wetgevingsprocedure bevindt; vindt dat er behoefte is aan meer transparantie, betere governance en grotere controleerbaarheid van instellingen voor het collectief beheer van rechten; is van oordeel dat het voorstel voor een richtlijn zal leiden tot multiterritoriale vergunningen en vergunningen voor het onlinegebruik van rechten;

46.

onderstreept dat alle relevante maatschappelijke sectoren betrokken moeten worden bij de door de Commissie gestarte dialoog „Licences for Europe” en bij de herziening van het wettelijk kader voor intellectuele-eigendomsrechten; verzoekt de Commissie al het nodige te doen om te bewerkstelligen dat het maatschappelijk middenveld en de consumentenrechtenorganisaties op passende wijze zijn vertegenwoordigd; verzoekt de Commissie in 2014 een ambitieus strategisch antwoord te presenteren, met zowel praktische, marktgerichte oplossingen, als beleids- en, daar waar nodig, wetgevingscomponenten; verzoekt de Commissie het Parlement op de hoogte te houden van de resultaten van dit proces;

47.

verzoekt de Commissie voorstellen te doen voor maatregelen ter bevordering van het grensoverschrijdende 'verkeer' en de portabiliteit van audiovisuele inhoud, inclusief op platforms voor 'video on demand'; verzoekt de Commissie en de lidstaten maatregelen voor te stellen ter ondersteuning van de audiovisuele sector in de EU, teneinde de bestaande belemmeringen voor de digitale interne markt in deze sector te elimineren; is van oordeel dat dergelijke maatregelen gericht moeten zijn op het aanzwengelen van de vraag van de kant van de consumenten voor Europese films uit andere landen dan hun eigen land, op het faciliteren van grensoverschrijdende distributie, onder andere middels steun voor het ondertitelen en nasynchroniseren van audiovisuele werken, en op het reduceren van aan het beheer van de rechten gerelateerde transactiekosten;

48.

vindt het belangrijk diensten op het gebied van culturele en creatieve inhoud, en met name van audiovisuele werken en nieuwe platforms voor het over de grenzen heen aanbieden van inhoud, in de hele EU meer toegankelijk te maken, in het bijzonder voor ouderen en mensen met een handicap, teneinde de participatie in het maatschappelijke en culturele leven van de EU te bevorderen;

49.

onderstreept het belang van diensten of platforms op EU- en andere niveaus voor het bevorderen van de digitalisering van het cultureel erfgoed van en culturele inhoud in verband met de EU, alsook van de onlinetoegang daartoe;

50.

is verheugd over de groei van de markt voor elektronische boeken in Europa en is van oordeel dat dit belangrijke voordelen kan opleveren voor zowel de consument, als het bedrijfsleven; onderstreept dat het belangrijk is dat de consument bij het kopen van elektronische boeken over grenzen heen, platforms en apparaten geen obstakels in de weg worden gesteld; onderstreept het belang van de interoperabiliteit van de verschillende apparaten en systemen voor elektronische boeken;

51.

verzoekt de Commissie een voorstel te doen voor het op elkaar afstemmen van de btw-tarieven voor goederen en diensten van vergelijkbare aard; dringt in het licht van de overstap (in 2015) op het beginsel van het 'land van vestiging van de consument' aan op een dynamische definitie — op het niveau van de EU — van 'elektronische boeken', teneinde te zorgen voor juridische zekerheid;

52.

verzoekt de Commissie een voorstel te presenteren dat waarborgt dat de btw-tarieven op eerlijke wijze op creatieve, culturele, wetenschappelijke en educatieve inhoud worden toegepast, ongeacht de wijze waarop toegang tot deze inhoud wordt verkregen; is van mening dat de verlaagde btw-tarieven die gelden voor op fysieke wijze verspreide inhoud ook zouden moeten gelden voor hun digitale equivalent, hetgeen de aantrekkelijkheid van digitale platforms ten goede zou komen en stimulerend zou werken voor innovatieve diensten met betrekking tot inhoud en voor nieuwe manieren waarop gebruikers online toegang tot inhoud hebben;

53.

is verheugd over het voornemen van de Commissie om een concreet voorstel te presenteren met een verduidelijking en een heldere interpretatie van en advisering met betrekking tot de werking van opzeg- en actieprocedures;

Naar slimme en interoperabele mobiliteitsdiensten in de EU

54.

dringt aan op de verdere ontwikkeling van intelligente mobiliteitssystemen in het kader van door de EU gefinancierd onderzoek, zoals het luchtverkeersbeheersysteem van de toekomst (SESAR), het Europees beheersysteem voor het spoorverkeer (ERTMS) en spoorinformatiesystemen, systemen voor maritiem toezicht (SafeSeaNet), rivierinformatiediensten (RIS), intelligente vervoerssystemen (ITS) en interoperabele onderling gekoppelde oplossingen voor de volgende generatie multimodaal verkeersbeheer;

55.

onderstreept dat bij het TEN-T-netwerk sterk moet worden ingezet op informatietechnologie om de administratieve procedures te vereenvoudigen, goederen te kunnen traceren en de planning en verkeersstromen te optimaliseren;

De internationale dimensie van de digitale interne markt

56.

is van mening dat er meer mondiale samenwerking nodig is om in de toekomst de intellectuele-eigendomsrechten te handhaven en te moderniseren, wat essentieel is voor innovatie, werkgelegenheid en een open wereldhandel;

57.

is verheugd over de initiatieven die de Commissie recentelijk heeft genomen, maar hamert nog eens op de noodzaak van vervollediging van het regelsgevingskader voor de handhaving van auteursrechten in de digitale omgeving, en op het feit dat dat kader op de eisen van de tijd moet zijn toegesneden, zodat met onze handelspartners overeenkomsten kunnen worden gesloten op basis van moderne Europese wetgeving;

58.

merkt op dat de elektronische handel zich buiten de traditionele en gebruikelijke regelgevende kaders voor de handel heeft ontwikkeld; benadrukt het belang van een uitbreiding van de internationale samenwerking binnen de Wereldhandelsorganisatie (WTO) en de Wereldorganisatie voor de intellectuele eigendom (WIPO), teneinde de ontwikkeling van de mondiale digitale markt te beschermen en te waarborgen; dringt aan op een herziening en actualisering van de huidige Informatietechnologieovereenkomst (ITO) binnen de WTO, en op het verkennen — door de EU — van de mogelijkheid van een internationale digitale economische overeenkomst (IDEA);

59.

beschouwt de beperking van de toegang van bedrijven uit de EU tot digitale markten en onlineconsumenten, ten gevolge van onder andere grootschalige staatscensuur of beperkte markttoegang voor Europese onlinedienstverleners in derde landen, een handelsbarrière; verzoekt de Commissie en de Raad in alle toekomstige handelsovereenkomsten, en met name die met bepalingen die invloed hebben op onlinediensten en onlinegemeenschappen van gebruikers die informatie delen, een vrijwaringsmechanisme op te nemen, teneinde te verzekeren dat ICT-bedrijven uit de EU niet door derden worden gedwongen om de toegang tot websites te beperken, door gebruikers gegenereerde inhoud te verwijderen of persoonlijke informatie, zoals persoonlijke IP-adressen, te verstrekken op een manier die in strijd is met de fundamentele rechten en vrijheden; verzoekt de Raad en de Commissie bovendien een strategie te ontwikkelen voor het aanvechten van maatregelen van derde landen die de toegang tot de globale onlinemarkten van bedrijven uit de EU beperken;

o

o o

60.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.