Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD over het door de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt inzake een wijziging van bijlage XIII bij de EER-overeenkomst
Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD over het door de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt inzake een wijziging van bijlage XIII bij de EER-overeenkomst
Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD over het door de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt inzake een wijziging van bijlage XIII bij de EER-overeenkomst /* COM/2013/0344 final - 2013/0182 (NLE) */
TOELICHTING
1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL
Om de rechtszekerheid en de homogeniteit van de interne markt te waarborgen, moet het Gemengd Comité van de EER alle relevante EU-wetgeving zo spoedig mogelijk na de vaststelling ervan in de EER-overeenkomst opnemen.
2. RESULTATEN VAN HET OVERLEG MET BELANGHEBBENDE PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELING
Het ontwerpbesluit van het Gemengd Comité van de EER (dat gehecht is aan het voorstel voor een besluit van de Raad) beoogt de wijziging van bijlage XIII (Vervoer) bij de EER-overeenkomst teneinde Verordening (EG) nr. 1070/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 549/2004, (EG) nr. 550/2004, (EG) nr. 551/2004 en (EG) nr. 552/2004 teneinde de prestaties en de duurzaamheid van het Europese luchtvaartsysteem te verbeteren[1], daarin op te nemen met een aantal aanpassingen voor de EVA-EER-staten.
De aanpassingen voor de EVA-EER-staten hebben betrekking op de toepasselijkheid van de artikelen 5, 11 en 13 bis, van Verordening (EG) nr. 549/2004[2], gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1070/2009, van artikel 9 bis, lid 2, onder c) en i), en artikel 9 bis, leden 5 en 6, van Verordening (EG) nr. 550/2004[3], gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1070/2009 en van artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 551/2004[4], gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1070/2009.
Volgens artikel 1, lid 3, van Verordening (EG) nr. 549/2004, gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1070/2009, laat de toepassing van de verordening en van de in artikel 3 bedoelde maatregelen, de rechten en plichten van de lidstaten voortvloeiend uit het Verdrag van Chicago inzake de internationale burgerluchtvaart van 1944 (het "Verdrag van Chicago"), onverlet.
Overeenkomstig artikel 12 van het Verdrag van Chicago verbinden de lidstaten zich ertoe hun eigen voorschriften op dit gebied zoveel mogelijk in overeenstemming te brengen met die welke uit hoofde van het Verdrag van Chicago zijn vastgesteld. Een gedeelte van het onder de verantwoordelijkheid van Noorwegen en IJsland vallende luchtruim is luchtruim boven de volle zee in de ICAO-NAT-regio. Bijgevolg hebben Noorwegen en IJsland, als verdragstaten bij het Verdrag van Chicago, overeenkomstig de vastgelegde procedures, rechten, plichten en verantwoordelijkheden om luchtverkeerdiensten te verlenen, waarvoor overeenkomstig bijlagen 2 en 11 van het Verdrag van Chicago, eenvormige regels gelden. Bovendien kan IJsland op grond van een reeds bestaande overeenkomst inzake het door IJsland bediende luchtruim vergelijkbare diensten verlenen, hetgeen de doelstellingen van een functioneel luchtruimblok in de zin van de wetgeving betreffende het gemeenschappelijk Europees luchtruim ten goede komt.
In de NAT-regio zijn de luchtvaartdiensten gebaseerd op de voorschriften, het mondiale luchtvaartplan (Global Air Navigation Plan) en de verklaring (vision statement) over de toekomst van de mondiale luchtverkeersbeveiliging (Air Traffic Management) van de ICAO. De doelstellingen van het ICAO-luchtvaartplan en de regionale voorschriften van de NAT-regio enerzijds, en de doelstellingen van het gemeenschappelijk Europees luchtruim (pakketten SES I en SES II) anderzijds, stemmen in grote mate overeen. Een aantal doelstellingen van het SES II-pakket, bijvoorbeeld het oplossen van congestieproblemen in de EUR-regio, kunnen evenwel irrelevant of onnodig belastend zijn voor de NAT-regio. In die optiek is het passender voor de door IJsland binnen de NAT-regio te verlenen diensten regionale of nationale prestatiedoelen vast te stellen.
Verordening (EG) nr. 549/2004
Deelname aan het Single Sky-comité (artikel 5), aanpassing a):
Deze aanpassing voorziet, onder voorbehoud van artikel 100 van de EER-overeenkomst, in het recht van de EVA-Staten op onbeperkte deelname aan het comité. Deze aanpassing wordt behouden. Aangezien de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA sinds de opname van Verordening (EG) nr. 1070/2009 in de EER-overeenkomst, een sterkere rol speelt, stelt deze aanpassing de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA ook in staat als waarnemer deel te nemen aan de bijeenkomsten van het comité.
Toepassing van artikel 11 op IJsland, aanpassing b):
Om artikel 11 aan de bijzondere omstandigheden van IJsland aan te passen, wordt "voor de gehele Gemeenschap" vervangen door "regionale of nationale".
Prestatiedoelen voor de gehele Gemeenschap (artikel 11):
De Commissie zal prestatiedoelen voor de gehele Gemeenschap vaststellen. Deze doelen zullen pas voor de EVA-Staten gelden wanneer de Commissiebesluiten in de EER-overeenkomst zullen zijn opgenomen.
Toepasselijkheid van artikel 11 op IJsland
Omdat de huidige referentieperiode verstrijkt op 31 december 2014, zal artikel 11 vóór 1 januari 2015 niet van toepassing zijn voor IJsland. Aangezien voor IJsland momenteel geen prestatieregeling bestaat, geeft dit IJsland de tijd om een dergelijke regeling op te zetten voordat deze van kracht wordt en kan de referentieperiode voor IJsland in overeenstemming worden gebracht met de Europese referentieperiode.
Aanwijzing van een prestatiebeoordelingsorgaan (artikel 11, lid 2), aanpassing d):
Overeenkomstig de tweepijlerstructuur van de EER-overeenkomst moet voor de EVA-Staten een apart prestatiebeoordelingsorgaan worden aangewezen. In het belang van de consistentie, coherentie en eenvormigheid moet voor de EVA-Staten hetzelfde prestatiebeoordelingsorgaan worden aangewezen als voor de EU-lidstaten.
Toezichthoudende taken (artikel 11, lid 3, onder c) en e)), aanpassingen e) en f):
Voor functionele luchtruimblokken die uitsluitend het gebied van één of meer EVA-Staten of één of meer EU-lidstaten bestrijken, zal de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA, respectievelijk de Commissie de in deze punten vermelde taken uitvoeren en de in deze punten vermelde bevoegdheden uitoefenen.
De aanpassing betreffende punt c) omvat de regels voor functionele luchtruimblokken die het gebied van één of meer EVA-Staten en van één of meer EU-lidstaten bestrijken. Met deze aanpassing wordt het tweepijlersysteem gehandhaafd, doordat de bevoegdheid voor het verrichten van taken betreffende de EVA-Staten aan de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA en de bevoegdheid betreffende de EU-lidstaten aan de Commissie wordt overgedragen.
De aanpassing betreffende punt e) volgt dezelfde redenering als de aanpassing betreffende punt c). Deze aanpassing voorziet er evenwel in dat de beoordeling door de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA met betrekking tot functionele luchtruimblokken die ook het gebied van één of meer EU-lidstaten bestrijken, gezamenlijk aan het Single Sky-comité wordt gepresenteerd, en niet aan een afzonderlijk comité van de EVA-pijler. De onderliggende motivatie daarvan is dat het Single Sky-comité uiterst gespecialiseerd is en dat de specifieke EVA-kwesties naar verwachting zo nauw zullen samenhangen met de EU-kwesties dat een afzonderlijke discussie in een EVA-comité niet zinvol/haalbaar zou zijn.
Coördinatie met het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (artikel 13 bis, aanpassing g):
Deze aanpassing garandeert dat de EVA-Staten en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA net zoals de EU-lidstaten en de Commissie voor passende coördinatie zorgen met het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart.
Verordening (EG) nr. 550/2004
Functionele luchtruimblokken (artikel 9 bis, lid 2, onder c) en onder i)), aanpassingen a) en b):
Voor de NAT-regio geldt een andere regelgeving, aangezien de voor de volle zee geldende regels door de ICAO worden voorgesteld. De aanpassing zorgt ervoor dat dit verschil in regelgevingscontext in aanmerking wordt genomen. De luchtverkeersstromen worden aan beide zijden van de Atlantische Oceaan door de NAT-staten geregeld. IJsland moet dus zorgen voor consistentie met het Europese of het NAT-routenetwerk.
Geschillenbeslechting met betrekking tot een grensoverschrijdend functioneel luchtruimblok (artikel 9 bis, lid 5):
De in artikel 9 bis, lid 5, uiteengezette procedure zal niet van toepassing zijn op de EVA-Staten, aangezien sectorale aanpassing III in bijlage XIII voorziet in een afzonderlijke geschillenbeslechtingsprocedure voor geschillen waarbij één of meer EVA-Staten zijn betrokken. Derhalve dient de tekst niet te worden aangepast.
Beoordeling van de functionele luchtruimblokken (artikel 9 bis, lid 6), aanpassing c):
Bij functionele luchtruimblokken die alleen EU-lidstaten of alleen EVA-Staten bestrijken, is Protocol 1 van de EER-overeenkomst van toepassing en verrichten de Commissie, respectievelijk de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA de in dit lid vermelde taken. De aanpassing legt de procedure vast in het geval dat het functionele luchtruimblok zowel één of meer EU-lidstaten als één of meer EVA-Staten bestrijkt. Op die wijze wordt gegarandeerd dat de tweepijlerstructuur van de EER-overeenkomst zover als praktisch mogelijk is, wordt gehandhaafd.
Verordening (EG) nr. 551/2004
Ontwerp en beheer van het netwerk (artikel 6, lid 2), aanpassingen a), b) en (c):
Deze bepaling betreft onder meer de verantwoordelijkheden en taken van de Commissie met betrekking tot het ontwerp en het beheer van het netwerk. Daarenboven is de Commissie bevoegd deze taken toe te vertrouwen aan een netwerkbeheerder, hetgeen zij op 7 juli 2011 heeft gedaan.
De aangepaste tekst omvat de noodzakelijke bepalingen voor het aanwijzen van een netwerkbeheerder door de EER-EVA-Staten voor de EVA-pijler. Daarbij worden de taken en functies van de Commissie overgedragen naar het Permanent Comité van de EVA-Staten. Om te zorgen voor voldoende coördinatie tussen de werkzaamheden van beide pijlers is het vanzelfsprekend van belang voor de EER-EVA-Staten en de EU-lidstaten dezelfde netwerkbeheerder aan te wijzen.
Aanpassing c) bepaalt dat het Permanent Comité van de EVA-staten de netwerkbeheerder voor de EER-EVA-Staten benoemt. Vóór deze benoeming moet met de netwerkbeheerder een overeenkomst worden gesloten.
3. JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL
Overeenkomstig artikel 1, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2894/94 van de Raad houdende bepaalde wijzen van toepassing van de EER-overeenkomst stelt de Raad met betrekking tot dit soort besluiten op voorstel van de Commissie het standpunt van de Unie vast.
Het ontwerpbesluit van het Gemengd Comité van de EER wordt door de Commissie als het standpunt van de Unie ter goedkeuring voorgelegd aan de Raad. De Commissie hoopt dit standpunt zo spoedig mogelijk in het Gemengd Comité van de EER te kunnen uiteenzetten.
2013/0182 (NLE)
Voorstel voor een
BESLUIT VAN DE RAAD
over het door de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt inzake een wijziging van bijlage XIII bij de EER-overeenkomst
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 100, lid 2, in samenhang met artikel 218, lid 9,
Gezien Verordening (EG) nr. 2894/94 van de Raad van 28 november 1994 houdende bepaalde wijzen van toepassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte[5], en met name artikel 1, lid 3,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) De Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte[6] (hierna "de EER-overeenkomst" genoemd) is op 1 januari 1994 in werking getreden.
(2) Volgens artikel 98 van de EER-overeenkomst kan het Gemengd Comité van de EER besluiten onder meer bijlage XIII bij deze overeenkomst te wijzigen.
(3) Bijlage XIII bij de EER-overeenkomst bevat specifieke bepalingen over alle vervoerswijzen.
(4) Verordening (EG) nr. 1070/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 549/2004, (EG) nr. 550/2004, (EG) nr. 551/2004 en (EG) nr. 552/2004 teneinde de prestaties en de duurzaamheid van het Europese luchtvaartsysteem te verbeteren[7] dient, met een aantal aanpassingen voor de EER-EVA-staten, te worden opgenomen in de EER-overeenkomst.
(5) De aanpassingen voor de EER-EVA-staten betreffen de toepasselijkheid van de artikelen 5, 11 en 13 bis van Verordening (EG) nr. 549/2004[8], gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1070/2009, artikel 9 bis, lid 2, onder c) en i), en artikel 9 bis, leden 5 en 6, van Verordening (EG) nr. 550/2004[9], gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1070/2009 en artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 551/2004[10], gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1070/2009.
(6) Bijlage XIII bij de EER-overeenkomst moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.
(7) Het standpunt van de Unie in het Gemengd Comité van de EER moet worden gebaseerd op het in de bijlage opgenomen ontwerpbesluit,
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Het door de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt inzake de voorgestelde wijziging van bijlage XIII bij de EER-overeenkomst wordt gebaseerd op het aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit van het Gemengd Comité van de EER.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.
Gedaan te Brussel,
Voor de Raad
De voorzitter
Bijlage
BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITE VAN DE EER nr.
van
tot wijziging van bijlage XIII (Vervoer) bij de EER-overeenkomst
HET GEMENGD COMITE VAN DE EER,
Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (hierna "de EER-overeenkomst" genoemd), en met name artikel 98,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) Verordening (EG) nr. 1070/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 549/2004, (EG) nr. 550/2004, (EG) nr. 551/2004 en (EG) nr. 552/2004 teneinde de prestaties en de duurzaamheid van het Europese luchtvaartsysteem te verbeteren[11] moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.
(2) Het luchtruim waarin IJsland verantwoordelijk is voor het verlenen van luchtverkeersdiensten valt volledig in de ICAO-NAT-regio, waarvoor een regionale planning werd opgesteld en regionale overeenkomsten werden gesloten, die een met een functioneel luchtruimblok vergelijkbare werking mogelijk maken en tegemoet komen aan de operationele behoeften en vereisten die afwijken van de EUR- en AFI-regio's van de ICAO.
(3) Bijlage XIII bij de EER-overeenkomst dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage XIII bij de EER-overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:
1. De tekst van punt 66t (Verordening (EG) nr. 549/2004 van het Europees Parlement en de Raad) wordt als volgt gewijzigd:
i) De volgende tekst wordt toegevoegd:
", gewijzigd bij:
- 32009 R 1070: Verordening (EG) nr. 1070/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 (PB L 300 van 14.11.2009, blz. 34)."
ii) de tekst van aanpassing a) wordt vervangen door:
"Aan artikel 5 worden de volgende alinea's toegevoegd:
"6. De EVA-staten nemen volwaardig deel aan het in lid 1 genoemde comité, met uitzondering van het stemrecht.
7. De Toezichthoudende Autoriteit van de EVA heeft de status van waarnemer in het Single Sky-comité."
iii) Aanpassing b) wordt aanpassing h).
iv) De volgende aanpassingen worden ingevoegd:
"b) In artikel 11 worden met betrekking tot IJsland de woorden "voor de gehele Gemeenschap" vervangen door "regionale of nationale".
c) Voor IJsland is artikel 11 met ingang van 1 januari 2015 van toepassing.
d) In artikel 11, lid 2, wordt de eerste zin als volgt gelezen:
"Het Permanent Comité van de EVA-staten kan Eurocontrol of een ander onpartijdig en bevoegd orgaan aanwijzen als "prestatiebeoordelingsorgaan". Wanneer de Commissie een prestatiebeoordelingsorgaan heeft aangewezen, streeft het Permanent Comité van de EVA-staten ernaar onder soortgelijke omstandigheden dezelfde entiteit aan te wijzen om dezelfde taken ten aanzien van de EVA-staten uit te voeren."
e) In artikel 11, lid 3, onder c), wordt de volgende alinea toegevoegd:
"Indien een functioneel luchtruimblok het luchtruim van één of meer EU-lidstaten en één of meer EVA-staten bestrijkt, worden de in dit punt genoemde taken en bevoegdheden door de Commissie uitgevoerd wat betreft de EU-lidstaten en door de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA wat betreft de EVA-staten. De Commissie en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA werken in dit verband samen, zodat zij dezelfde standpunten innemen."
f) In artikel 11, lid 3, onder e), wordt de volgende alinea toegevoegd:
"Wanneer de beoordeling prestatiedoelen betreft die betrekking hebben op één of meer EU-lidstaten en één of meer EVA-staten wordt de beoordeling door de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA uitgevoerd wat betreft de EVA-staten en door de Commissie wat betreft de EU-lidstaten. De Commissie en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA werken samen om de uitkomsten gezamenlijk aan het Single Sky-comité te presenteren."
g) In artikel 13 bis wordt, met betrekking tot de EVA-staten, "de lidstaten en de Commissie" gelezen als "de EVA-staten en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA.""
2. De tekst van punt 66u (Verordening (EG) nr. 550/2004 van het Europees Parlement en de Raad) wordt als volgt gewijzigd:
i) De volgende tekst wordt toegevoegd:
", gewijzigd bij:
- 32009 R 1070: Verordening (EG) nr. 1070/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 (PB L 300 van 14.11.2009, blz. 34)."
ii) De aanpassingen a), b), c) en d) worden respectievelijk de aanpassingen d), e), f) en g).
iii) De volgende aanpassingen worden ingevoegd:
"a) Met betrekking tot IJsland wordt artikel 9 bis, lid 2, onder c), als volgt gelezen:
"zorgen voor consistentie met het Europese routenetwerk dat overeenkomstig artikel 6 van de luchtruimverordening wordt opgericht of met het in de ICAO-NAT-regio opgerichte routenetwerk;"
b) Met betrekking tot IJsland wordt artikel 9 bis, lid 2, onder i), als volgt gelezen:
"bijdragen aan consistentie met regionale of nationale prestatiedoelstellingen."
c) In artikel 9 bis, lid 6, wordt de volgende alinea toegevoegd:
"De Commissie en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA beoordelen of de functionele luchtruimblokken die zich uitstrekken over één of meer EU-lidstaten en één of meer EVA-staten, voldoen aan de in lid 2 bedoelde eisen en werken samen om een gemeenschappelijk resultaat ter bespreking aan het Single Sky-comité te presenteren. Indien de Commissie en de Toezichthoudende Autoriteit van de EVA vaststellen dat een functioneel luchtruimblok niet aan de eisen voldoet, voeren zij gesprekken met de respectieve betrokken EU-lidstaten en EVA-staten om tot afspraken te komen over de maatregelen die nodig zijn om de situatie te corrigeren."
3. De tekst van punt 66v (Verordening (EG) nr. 551/2004 van het Europees Parlement en de Raad) wordt als volgt gewijzigd:
i) De volgende tekst wordt toegevoegd:
", gewijzigd bij:
– 32009 R 1070: Verordening (EG) nr. 1070/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 (PB L 300 van 14.11.2009, blz. 34)."
ii) De tekst van aanpassingen a) en b) wordt geschrapt.
iii) Aanpassing c) wordt aanpassing d).
iv) De volgende aanpassingen worden ingevoegd:
"a) In artikel 6, lid 2, wordt, met betrekking tot de EVA-staten, het woord "Commissie" vervangen door de woorden "Permanent Comité van de EVA-staten".
b) In artikel 6, lid 2, onder b), derde alinea, zijn de woorden "na raadpleging van het Single Sky-comité" niet van toepassing voor de EVA-staten.
c) In artikel 6, lid 2, onder b), derde alinea, wordt de volgende zin toegevoegd:
"Wanneer de Commissie een netwerkbeheerder heeft benoemd, streeft het Permanent Comité van de EVA-staten ernaar dezelfde entiteit onder soortgelijke omstandigheden aan te wijzen om dezelfde taken ten aanzien van de EVA-staten uit te voeren.""
4. In punt 66w (Verordening (EG) nr. 552/2004 van het Europees Parlement en de Raad) wordt het volgende toegevoegd:
", gewijzigd bij:
– 32009 R 1070: Verordening (EG) nr. 1070/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 (PB L 300 van 14.11.2009, blz. 34)."
Artikel 2
De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Verordening (EG) nr. 1070/2009 zijn authentiek.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op […], op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden*.
Artikel 4
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel,
Voor het Gemengd Comité van de EER
De voorzitter
De secretarissen van het Gemengd Comité van de EER
[1] PB L 300 van 14.11.2009, blz. 34.
[2] PB L 96 van 31.3.2004, blz. 1.
[3] PB L 96 van 31.3.2004, blz. 10.
[4] PB L 96 van 31.3.2004, blz. 20.
[5] PB L 305 van 30.11.1994, blz. 6.
[6] PB L 1 van 3.1.1994, blz. 3.
[7] PB L 300 van 14.11.2009, blz. 34.
[8] PB L 96 van 31.3.2004, blz. 1.
[9] PB L 96 van 31.3.2004, blz. 10.
[10] PB L 96 van 31.3.2004, blz. 20.
[11] PB L 300 van 14.11.2009, blz. 34.
* [Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.] [Grondwettelijke vereisten aangegeven.]