Verslag over de jaarrekening van het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur betreffende het begrotingsjaar 2012 vergezeld van de antwoorden van het Agentschap
Verslag over de jaarrekening van het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur betreffende het begrotingsjaar 2012 vergezeld van de antwoorden van het Agentschap
13.12.2013 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | C 365/43 |
VERSLAG
over de jaarrekening van het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur betreffende het begrotingsjaar 2012 vergezeld van de antwoorden van het Agentschap
2013/C 365/07
INLEIDING
1. | Het Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur (hierna: „het Agentschap” ofwel „EACEA”), gevestigd te Brussel, werd opgericht bij Besluit 2009/336/EG van de Commissie(1). Het Agentschap heeft tot taak de door de Commissie vastgestelde programma's op het gebied van onderwijs, audiovisuele media en cultuur te beheren, met inbegrip van de gedetailleerde uitvoering van projecten met een technisch karakter(2). |
TOELICHTING BIJ DE BETROUWBAARHEIDSVERKLARING
2. | De door de Rekenkamer gehanteerde controleaanpak omvat cijferanalyses, rechtstreekse toetsing van verrichtingen en een beoordeling van de essentiële beheersingsmaatregelen van de toezicht- en controlesystemen van het Agentschap. Hierbij komt nog controle-informatie afkomstig uit het werk van andere controleurs (indien relevant) en een analyse van de „management representations”. |
BETROUWBAARHEIDSVERKLARING
3. | Overeenkomstig het bepaalde in artikel 287 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) controleerde de Rekenkamer:
|
De verantwoordelijkheid van de leiding
4. | Overeenkomstig de artikelen 33 en 43 van Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie(5) is de leiding verantwoordelijk voor het opstellen en de getrouwe weergave van de jaarrekening van het Agentschap, alsmede voor de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen:
|
De verantwoordelijkheid van de controleur
5. | De Rekenkamer heeft de verantwoordelijkheid om op basis van haar controle aan het Europees Parlement en de Raad(7) een verklaring voor te leggen over de betrouwbaarheid van de jaarrekening van het Agentschap en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij die rekening. De Rekenkamer verricht haar controle overeenkomstig de internationale controlestandaarden en de regels inzake beroepsethiek van IFAC en de internationale standaarden van hoge controle-instanties van INTOSAI. Volgens die standaarden moet de Rekenkamer de controle zodanig plannen en uitvoeren dat redelijke zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening van het Agentschap geen afwijkingen van materieel belang bevat en de onderliggende verrichtingen bij die rekening wettig en regelmatig zijn. |
6. | De controle houdt in dat procedures worden uitgevoerd om controle-informatie te verkrijgen over de bedragen en mededelingen in de rekeningen en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen. De selectie van de procedures is afhankelijk van het oordeel van de controleur, dat is gebaseerd op de inschatting van de risico's op afwijkingen van materieel belang in de rekeningen en op niet-conformiteit van materieel belang van de onderliggende verrichtingen met vereisten uit de regelgeving van de Europese Unie, hetzij door fraude, hetzij door fouten. Bij deze risico-inschatting kijkt de controleur naar de internebeheersingsmaatregelen met betrekking tot de opstelling en getrouwe weergave van de rekeningen en naar de toezicht- en controlesystemen die worden gehanteerd ter waarborging van de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen, en zet hij controleprocedures op die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn. Bij de controle worden tevens de geschiktheid van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaglegging en de redelijkheid van de gemaakte boekhoudkundige schattingen beoordeeld, evenals de algehele presentatie van de rekeningen. |
7. | De Rekenkamer is van oordeel dat de verkregen controle-informatie toereikend is en geschikt als grondslag voor haar betrouwbaarheidsverklaring. |
Oordeel over de betrouwbaarheid van de rekeningen
8. | Naar het oordeel van de Rekenkamer geeft de jaarrekening van het Agentschap op alle materiële punten een getrouw beeld van zijn financiële situatie per 31 december 2012 en van de resultaten van zijn verrichtingen en kasstromen in het op die datum afgesloten jaar, overeenkomstig de bepalingen van zijn financieel reglement en de door de rekenplichtige van de Commissie vastgestelde boekhoudregels. |
Oordeel over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij de rekeningen
9. | Naar het oordeel van de Rekenkamer zijn de onderliggende verrichtingen bij de jaarrekening van het Agentschap betreffende het per 31 december 2012 afgesloten begrotingsjaar op alle materiële punten wettig en regelmatig. |
10. | De hiernavolgende opmerking doet niets af aan de oordelen van de Rekenkamer. |
OPMERKING OVER HET BEGROTINGSBEHEER
11. | Het niveau van de vastgelegde kredieten was hoog met 99 % voor zowel titel I (personeelsuitgaven) als titel II (administratieve uitgaven). De overdrachten van vastgelegde kredieten voor titel II waren weliswaar betrekkelijk hoog waren (28 %), maar hielden voornamelijk verband met in 2012 ontvangen diensten waarvoor aan het einde van het jaar nog geen facturen waren afgegeven (bouwkosten en IT-consultancy), en met het meerjarige karakter van de activiteiten (projectonderzoeken door deskundigen en projectcontroles). |
Dit verslag werd door kamer IV onder voorzitterschap van de heer Louis GALEA, lid van de Rekenkamer, te Luxemburg vastgesteld op haar vergadering van 17 september 2013.
Voor de Rekenkamer
Vítor Manuel da SILVA CALDEIRA
President
BIJLAGE
Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur (Brussel)
Bevoegdheden en activiteiten
Bevoegdheden van de Unie volgens het Verdrag (Artikelen 165, lid 1, 166, lid 1, 167, lid 1, en 173, lid 1, VWEU) | Verzamelen van informatie De Unie draagt bij tot de ontwikkeling van onderwijs van hoog gehalte. De Unie legt inzake beroepsopleiding een beleid ten uitvoer. De Unie draagt bij tot de ontplooiing van de culturen van de lidstaten. De Unie en de lidstaten dragen er zorg voor dat de omstandigheden nodig voor het concurrentievermogen van de industrie van de Unie aanwezig zijn. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bevoegdheden van het Agentschap (Verordening (EG) nr. 58/2003 van de Raad; Besluit 2009/336/EG van de Commissie, als gewijzigd bij Besluit 2012/797/EU; Besluit C(2009)3355 van de Commissie, als gewijzigd bij Besluit C(2012) 9475 final) | Doelstellingen In het kader van het onderwijs-, cultuur- en industriebeleid zijn tal van maatregelen genomen ter bevordering van onderwijs, beroepsopleiding, audiovisuele media, cultuur, jeugd en actief burgerschap in de Europese Unie. Deze maatregelen hebben voornamelijk tot doel de sociale cohesie te versterken en bij te dragen tot het concurrentievermogen, de economische groei en een steeds hechter verbond tussen de volkeren van Europa. Deze maatregelen behelzen een verscheidenheid van programma's. Het Agentschap is verantwoordelijk voor het beheer van bepaalde onderdelen van deze programma's, zoals Een leven lang leren, Cultuur, Jeugd in actie, Europa voor de burger, Media, Erasmus Mundus en Tempus. In dit verband voert het de steun van de Unie uit, met uitzondering van programmabeoordeling, strategische studies en andere taken die discretionaire bevoegdheden vergen voor het omzetten van politieke keuzes. Taken
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Organisatie | Directiecomité Samenstelling Bestaat uit vijf leden, benoemd door de Europese Commissie. Taken Het stelt, na goedkeuring door de Europese Commissie, het jaarlijks werkprogramma van het Agentschap vast. Bovendien stelt het de administratieve begroting en het jaarlijks activiteitenverslag van het Agentschap vast. Directeur Benoemd door de Europese Commissie. Externe controle Europese Rekenkamer. Interne controle Interne-auditfunctie. Dienst Interne Audit van de Europese Commissie (DIA). Kwijtingverlenende autoriteit Europees Parlement, op aanbeveling van de Raad. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
In 2012 (2011) ter beschikking van het Agentschap gestelde middelen | Begroting De huishoudelijke begroting 2012 van het Agentschap bleef 50 (50) miljoen euro (voor 100 % gefinancierd uit de algemene begroting van de Europese Unie). Het Agentschap heeft 728 (621) miljoen euro beheerd in verband met de programma’s en projecten die de Commissie aan het Uitvoerend Agentschap delegeerde. Personeelsbestand per 31 december 2012 Tijdelijk personeel: 103 (102) posten voor tijdelijk personeel in de lijst van het aantal ambten, waarvan bezet: 99 (102) Arbeidscontractanten: 335 (336) posten voor arbeidscontractanten waarvan bezet: 329 (331) Totaalaantal personeelsleden: 428 (433) posten bezet, waarvan er:
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Producten en diensten in 2012 (2011) | Communicatie
Selecties
Toezichtbezoeken
Vereenvoudigingsmaatregelen
Samenwerking met de toezichthoudende DG’s
Beleidsondersteuning
Controles 120 controles in het kader van het controleplan 2011 worden uitgevoerd; 114 nieuwe controles zijn opgenomen in het controleplan 2012. Contracten en projecten 5 027 contracten werden ondertekend, 4 738 projecten werden afgesloten. Mandaat
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bron: Door het Agentschap verstrekte gegevens. |
Bron: Door het Agentschap verstrekte gegevens.
ANTWOORD VAN HET AGENTSCHAP
1. | Het Agentschap neemt kennis van de opmerking van de Rekenkamer. De overdracht van vastgelegde kredieten in verband met het meerjarige karakter van de activiteiten heeft met name betrekking op controles van projecten die gemiddeld ongeveer 18 maanden in beslag nemen vanaf het verlenen van de opdracht tot de uiteindelijke betaling. Het Agentschap streeft naar een verdere vermindering van kredietoverdrachten door dergelijke controles eerder te plannen. |