Home

Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 50, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen

Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 50, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen

27.6.2013

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 182/16


Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 50, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen

2013/C 182/18

Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad(1) bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag.

WIJZIGINGSAANVRAAG

VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD

inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen(2)

WIJZIGINGSAANVRAAG OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 9

„TERNERA GALLEGA”

EG-Nr.: ES-PGI-0105-0012-04.06.2010

BGA ( X ) BOB ( )

1. Rubriek van het productdossier waarop de wijziging betrekking heeft

Naam van het product

Beschrijving van het product

Geografisch gebied

Bewijs van de oorsprong

Werkwijze voor het verkrijgen van het product

Verband

Etikettering

Nationale eisen

Overige (nader aan te geven)

2. Aard van de wijziging(en)

Wijziging van het enige document of de samenvatting

Wijziging van het productdossier voor een geregistreerde BOB of BGA waarvoor geen enig document en evenmin een samenvatting bekend zijn gemaakt

Wijziging van het productdossier waarbij geen wijziging van het bekendgemaakte enige document nodig is (artikel 9, lid 3, van Verordening (EG) nr. 510/2006)

Tijdelijke wijziging van het productdossier als gevolg van een verplichte gezondheids- of fytosanitaire maatregel die is opgelegd door de overheid (artikel 9, lid 4, van Verordening (EG) nr. 510/2006)

3. Wijziging(en)

3.1. Beschrijving van het product

De lijst van fokrassen die het door de BGA beschermde vlees kunnen leveren, wordt uitgebreid met andere vleesrassen die traditioneel in Galicië worden gehouden en met de kruisingen tussen genoemde rassen en tussen deze laatste en melkgevende vrouwelijke dieren van de rassen Frisona en Pardo Alpina.

De BGA „Ternera Gallega” geldt hoofdzakelijk voor vlees van de blonde en bruine Galicische veerassen (Rubia Gallega, Morenas Gallegas) dat afkomstig is van zowel bedrijven waarop het vee bestemd is voor het zogen van slachtdieren als van industriële kruising op bedrijven in de melkveesector. Toch komt het vaak voor dat deze rassen samenleven of worden gekruist met andere vleesrassen uit Galicië, waaronder Asturiana de los Valles, Limousin en Blonde d'Aquitaine. Het wordt daarom noodzakelijk geacht deze rassen onder de BGA „Ternera Gallega” te laten vallen om de levensvatbaarheid van de bedrijven en de ontwikkeling van de sector te bevorderen en te waarborgen, aangezien de kwaliteit en de kenmerken van het vlees dat onder de BGA valt in belangrijke mate afhangen van de veehouderijpraktijken, de voeding en de omgang met de dieren, die voor al deze rassen exact hetzelfde zijn, ongeacht hun specifieke eigen kenmerken.

De typologie van de verschillende categorieën dieren die onder de BGA vallen, wordt gewijzigd om rekening te houden met leeftijd, voeding en productiewijze, zodat in de categorie kalveren (dieren jonger dan tien maanden) een onderscheid wordt gemaakt tussen dieren waarvoor de houderij is gebaseerd op zogen door de moeder, waarvan het vlees wordt verkocht onder de naam „Suprema”, en dieren die op uiteenlopende leeftijden van de moeder worden afgehaald. De categorie mestkalf („cebón”) komt te vervallen. Deze wijzigingen hebben tot doel om de handelingen bij de bron transparanter en duidelijker te maken en om de consument te voorzien van betere informatie over vlees dat onder de BGA „Ternera Gallega” valt.

De vleesklasse van de karkassen en de kenmerken van het vlees worden aangepast aan de veranderingen in de typologie van de dieren.

3.2. Geografisch gebied

Het productiegebied wordt uitgebreid tot aangrenzende gemeenten en parochies en valt samen met het verwerkingsgebied, dat wil zeggen het grondgebied van Galicië.

3.3. Bewijs van de oorsprong

Om het certificerings- en etiketteringssysteem te verbeteren en om de controles, de traceerbaarheid en de voorwaarden voor productie en verwerking van het product in zijn diverse stadia bij te werken en aan te passen, worden de volgende wijzigingen aangebracht:

Het register van groot- en detailhandelaren in vlees wordt toegevoegd aan de bestaande registers van veehouderijen, mesterijen, slachterijen en uitsnijderijen.

De individuele identificatie van de dieren wordt aangepast aan het officiële systeem dat door de overheid wordt toegepast.

Het certificeringssysteem voor het product wordt uitgewerkt in het kwaliteitshandboek met procedures en instructies, die zijn vastgesteld in overeenstemming met het productdossier voor de BGA, waarin de voorwaarden voor het verkrijgen van het product zijn vastgesteld, naast de controles die plaatsvinden in de diverse stadia van de productie, het slachten, het uitsnijden, het fileren en de verkoop. Er worden controles van de traceerbaarheid met behulp van analyses van moleculaire merkers (DNA) ingevoerd.

De documentatie die geregistreerde marktdeelnemers moeten bijhouden, wordt bijgewerkt. Daarin moeten zij naar gelang van hun activiteiten aangeleverde en afgeleverde grondstoffen of producten vermelden, en tevens de gegevens opnemen die benodigd zijn voor verificatie van de individuele traceerbaarheid of die van de gecertificeerde partijen.

3.4. Werkwijze voor het verkrijgen van het product

De voorwaarden voor het verkrijgen van het product worden aangepast om ze in overeenstemming te brengen met de regelgeving ten aanzien van het welzijn van dieren in bedrijven, bij transport en bij de slacht.

Het voor het vee bestemde voer moet van plantaardige herkomst zijn en bestaan uit grondstoffen die gewoonlijk in Galicië worden gebruikt bij de dierproductie en tot de volgende groepen behoren:

granen en graanproducten,

oliegewassen en daarvan afgeleide producten,

vlinderbloemigen en daarvan afgeleide producten,

knollen, wortelen en daarvan afgeleide producten,

voedergewassen,

overige planten en daarvan afgeleide producten,

mineralen,

diversen (producten en bijproducten van bakkerijen en soortgelijke producten).

Het voor het vee bestemde voer bestaat hoofdzakelijk uit granen. Zij moeten in verhouding tot het totale gewicht van het voer in de volgende percentages aanwezig zijn: ten minste 60 % uitsluitend graankorrels of ten minste 65 % graankorrels en graankorrelproducten.

Voor geconcentreerd voer voor jongvee mogen deze percentages met vijf punten worden verminderd.

Ten behoeve van de controle van veevoer moeten fabrikanten een overeenkomst sluiten met de toezichthoudende instantie voor de beschermde geografische aanduiding „Ternera Gallega”.

De specifieke voorwaarden voor verwerking, opslag en etikettering van het beschermde vlees worden bijgewerkt voor wat betreft traceerbaarheid, toezicht op procedures en beheer van documenten.

ENIG DOCUMENT

VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD

inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen(3)

„TERNERA GALLEGA”

EG-Nr.: ES-PGI-0105-0012-04.06.2010

BGA ( X ) BOB ( )

1. Naam

„Ternera Gallega”

2. Lidstaat of derde land

Spanje

3. Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel

3.1. Productcategorie

Categorie 1.1

Vers vlees (en verse slachtafvallen)

3.2. Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is

Vers vlees en slachtafvallen van runderen, afkomstig van dieren behorend tot de rassen Galicisch blondvee (Rubia Gallega) en Galicisch bruinvee (Morenas Gallegas) en van kruisingen tussen deze rassen en met de volgende slachtrassen: Asturiana de los Valles, Limousin en Blonde d'Aquitaine. Kruisingen van mannelijke dieren van elk bovengenoemd ras met vrouwelijke dieren van de rassen Frisona en Pardo Alpina zijn eveneens mogelijk.

Afhankelijk van leeftijd, voeding en productiewijze vóór de slacht worden de volgende categorieën dieren onderscheiden:

a)

Kalveren: dieren die worden geslacht voordat zij de leeftijd van tien maanden bereiken. Binnen deze categorie wordt nog een onderscheid gemaakt tussen:

i)

„Ternera Gallega”-kalveren van de categorie „Suprema”: gefokt op het bedrijf met hun moeders en gezoogd gedurende ten minste zeven maanden, en

ii)

„Ternera Gallega”-kalveren: die op uiteenlopende leeftijden bij hun moeder worden weggehaald en waarvan de voeding is gebaseerd op door de toezichthoudende instantie toegestane voedergewassen en concentraten.

b)

Jaarlingen: dieren die worden geslacht nadat zij de leeftijd van tien maanden en voordat zij de leeftijd van achttien maanden hebben bereikt.

Met elk van deze categorieën dieren komen de volgende handelstypes en bijbehorende organoleptische eigenschappen, vleesklasse en vetmestingsgraad overeen:

a)

„Ternera Gallega”-kalf van de categorie „Suprema”: het vlees is lichtroze tot rood van kleur, het vet is parelmoerwit tot lichtgeel van kleur en heeft een romige textuur. De spierstructuur is fijn en van een stevige consistentie.

Vleesklasse van de karkassen: S, E, U, R, O+. Dit criterium geldt niet voor karkassen die afkomstig zijn van Galicisch blondvee.

Vetmestingsgraad: mannelijke dieren: 2 of 3, vrouwelijke dieren: 2, 3 of 4.

b)

„Ternera Gallega”-kalveren: het vlees is roze tot lichtrood van kleur, het vet is parelmoerwit van kleur en homogeen verspreid, de spierstructuur is fijn en van een stevige consistentie.

Vleesklasse van de karkassen: S, E, U, R, O+. Dit criterium geldt niet voor karkassen die afkomstig zijn van Galicisch blondvee.

Vetmestingsgraad: mannelijke dieren: 2 of 3, vrouwelijke dieren: 2, 3 of 4.

c)

Jaarlingen: de kleur van het vlees loopt uiteen van licht- tot intens rood, terwijl het vet parelmoerwit is met een lichtgele tint. De spieren zijn stevig van consistentie en mager.

Vleesklasse van de karkassen: S, E, U, R.

Vetmestingsgraad: 2, 3, 4.

3.3. Grondstoffen (alleen voor verwerkte producten)

3.4. Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong)

Op traditionele bedrijven vormt de moedermelk de basis van de voeding, eventueel aangevuld met granen (hoofdzakelijk mais), aardappelen, rapen, voedergewassen en veevoeder. Op productiebedrijven vormen voedergewassen en veevoeder de basis van de voeding.

In alle gevallen moet het voor het vee bestemde voer van plantaardige herkomst zijn en bestaan uit grondstoffen die gewoonlijk in Galicië voor de dierproductie worden gebruikt en tot de volgende groepen behoren:

granen en graanproducten,

oliegewassen en daarvan afgeleide producten,

vlinderbloemigen en daarvan afgeleide producten,

knollen, wortelen en daarvan afgeleide producten,

voedergewassen,

overige planten en daarvan afgeleide producten,

mineralen,

diversen (producten en bijproducten van bakkerijen en soortgelijke producten).

Het voor het vee bestemde voer bestaat hoofdzakelijk uit granen. Zij moeten in verhouding tot het totale gewicht van het voer in de volgende percentages aanwezig zijn: ten minste 60 % uitsluitend graankorrels of ten minste 65 % graankorrels en graankorrelproducten.

Voor geconcentreerd voer voor jongvee mogen deze percentages met vijf punten worden verminderd.

Het is streng verboden gebruik te maken van producten die van invloed kunnen zijn op het normale groei- en ontwikkelingsritme van de dieren, waaronder producten op basis van gerecyclede dieren.

Met het oog op de controle van veevoer moeten fabrikanten een overeenkomst sluiten met de toezichthoudende instantie voor de beschermde geografische aanduiding „Ternera Gallega”.

3.5. Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden

De dieren moeten worden geboren, gehouden, gemest en geslacht, en de karkassen moeten worden uitgesneden in het afgebakende geografische gebied om de specificiteit van het product te waarborgen en de omstandigheden waaronder het wordt verkregen en zijn traceerbaarheid te kunnen verifiëren.

Alle marktdeelnemers die binnen het productie- en verwerkingsproces actief zijn, moeten staan ingeschreven in de registers van de toezichthoudende instantie voor de BGA „Ternera Gallega”. De volgende registers worden bijgehouden: veehouderijen, mesterijen, slachterijen, uitsnijderijen en groot- en detailhandelaren in vlees.

3.6. Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken enz.

Gecertificeerde karkassen mogen op zijn vroegst de dag volgend op het slachten aan de consument worden verkocht.

Gecertificeerde karkassen, kwarten of delen die worden diepgevroren kunnen niet meer onder de BGA vallen.

Delen van karkassen die onder de BGA vallen, mogen niet gelijktijdig met ander vlees dat niet onder de bescherming valt, worden uitgesneden en versneden en moeten zodanig worden opgeslagen dat zij niet met andere delen of porties worden vermengd.

Gecertificeerd vlees mag worden gefileerd, verpakt en geëtiketteerd in inrichtingen die bij de toezichthoudende instantie zijn ingeschreven, en in specifieke inrichtingen voor de verkoop aan de consument, mits daaromtrent met de toezichthoudende instantie tevoren een samenwerkingsovereenkomst is gesloten met betrekking tot controle, etikettering en verkoop van het vlees.

3.7. Specifieke voorschriften betreffende de etikettering

Ten behoeve van de identificatie en de traceerbaarheid worden alle karkassen, delen en porties in elke fase van hun verwerking (slacht, uitsnijden en/of fileren) voorzien van etiketten. De kleur van deze etiketten verschilt naar gelang van de onder punt 3.2 van de productbeschrijving genoemde typologieën. De etiketten bevatten, naast de verplichte vermeldingen, de volgende gegevens: identificatie en „Ternera Gallega”-logo, Europees logo van de BGA en gegevens ten behoeve van de traceerbaarheid. Elk half karkas gaat daarnaast vergezeld van een document met informatie over het bedrijf van herkomst, de identificatie en de typologie van het dier, de slachtleeftijd, de classificering en het gewicht van het karkas, het slachthuis en de slachtdatum.

Image

4. Beknopte beschrijving van het afgebakende geografische gebied

Het geografische gebied dat overeenkomt met de BGA „Ternera Gallega” omvat het gehele grondgebied van Galicië.

5. Verband met het geografische gebied

5.1. Specificiteit van het geografische gebied

Het Galicische reliëf is een heuvelachtig gebied met een uitgestrekt netwerk van rivieren dat, in combinatie met een Atlantisch klimaat met overvloedige neerslag en zachte temperaturen, gunstig is voor een hoge productie van voeder- en andere landbouwgewassen. Deze productiecapaciteit van de bodem heeft de ontwikkeling van een aanzienlijke en sterk aan het gebied gekoppelde bedrijvigheid in de veehouderij gestimuleerd. Daarnaast ontstond een belangrijke producerende en verwerkende industrie waarin rundvlees een vooraanstaande plaats inneemt.

Historisch gezien is deze veehouderij een zaak van familiebedrijven, waar de traditionele kennis van foktechnieken, voeding en omgang met het vee van generatie op generatie is doorgegeven.

5.2. Specificiteit van het product

De aanwezigheid van vleesrassen, waaronder Galicisch blondvee, dat oorspronkelijk voor drie doeleinden maar vooral voor de slacht werd gehouden, ligt ten grondslag aan een agrarisch productiesysteem dat zich kenmerkt door kleine bedrijven en het gebruik van de beschikbare hulpbronnen: melk, voedergewassen en landbouwgewassen, waaronder graan (hoofdzakelijk mais), aardappelen, rapen enz.

Van oudsher wordt in Galicië geslacht wanneer de dieren jonger dan 10 maanden zijn. Dit levert karkassen met een laag gewicht op, maar met vlees met duidelijk gedifferentieerde organoleptische eigenschappen voor wat betreft malsheid, kleur, textuur en sappigheid. Een groot deel van deze kalveren wordt hoofdzakelijk gevoed met moedermelk, waardoor nog enkele nuances worden toegevoegd aan de genoemde eigenschappen waar het gaat om het uiterlijk van het vlees (bijvoorbeeld de kleur van het vet en de romige textuur) en zijn smaak. Deze dieren en hun vlees worden binnen de BGA aangeduid met de term „suprema”, terwijl de algemene benaming „ternera gallega” zou gelden voor de voorgaande.

Galicië produceert in mindere mate ook vlees van oudere dieren, die eveneens op familiebedrijven worden gehouden. Daarbij wordt meer gebruik gemaakt van de genetische capaciteit van de slachtrassen en van de beschikbare voedergewassen (mais- en graansilo's). Het vlees van deze dieren onderscheidt zich door een intensere kleur, een grotere consistentie en een meer uitgesproken smaak.

5.3. Causaal verband tussen het geografische gebied en de kwaliteit of de kenmerken van het product (voor een BOB) dan wel een bepaalde hoedanigheid, de faam of een ander kenmerk van het product (voor een BGA)

Het rund wordt van oudsher door de bevolking van Galicië gebruikt als bron van vlees en vet. Waar het aanvankelijk landelijk en klein van aard was en in het wild leefde, heeft het zich na de introductie van de aardappel en de mais vanuit Amerika sterk ontwikkeld tot een steviger gebouwd dier dat bestemd is voor de vlees- en melkproductie en als trekdier. Deze veelzijdigheid heeft aanzienlijk bijgedragen aan de ontwikkeling van het grondbezit in de regio omdat het vee niet alleen voor gezinsconsumptie werd gebruikt maar ook overschotten genereerde waarmee land kon worden gekocht.

In de achttiende eeuw zijn runderen uit Galicië van groot belang geworden vanwege de export van vlees naar Engeland, die tot in het begin van de twintigste eeuw heeft voortgeduurd. Tot het eind van de jaren zestig leverde Galicië rundvlees aan een groot deel van Spanje. Deze productie van rundvlees is momenteel vanuit maatschappelijk oogpunt en met het oog op de instandhouding van de bevolking op het platteland de belangrijkste agrarische activiteit.

Meer in het bijzonder wordt „Ternera gallega” geproduceerd op familiebedrijven, waar de Galicische slachttraditie en haar geschiedenis in ere worden gehouden en kwaliteit nog steeds centraal staat. Op deze bedrijven bestaat een bijzondere symbiose tussen de koe, het kalf en het milieu, die profiteren van de zorg en de kennis van de Galicische veehouders die in de loop der eeuwen van vader op zoon hun productiewijzen doorgaven. Deze productiewijzen zijn niet alleen gebaseerd op het gebruik van eigen hulpbronnen voor het bedrijf maar ook op de bijzondere zorg die wordt geschonken aan de dieren, die in de loop der jaren de metgezel van de mens zijn geweest maar ook dienden voor de productie van levensmiddelen van uitzonderlijke kwaliteit, waardoor vlees uit Galicië zich een grote reputatie op de Spaanse markt heeft verworven.

Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier

(artikel 5, lid 7, van Verordening (EG) nr. 510/2006(4))

http://www.medioruralemar.xunta.es/uploads/media/Pliego_de_condiciones_Ternera_Gallega_enero_2013.pdf