Home

Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 50, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen

Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 50, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen

10.8.2013

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 232/21


Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 50, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen

2013/C 232/07

Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van de Raad(1) bezwaar aan te tekenen tegen de wijzigingsaanvraag.

ENIG DOCUMENT

VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD

inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen(2)

„DITHMARSCHER KOHL”

EG-nummer: DE-PGI-0005-01015-18.07.2012

BGA ( X ) BOB ( )

1. Naam

„Dithmarscher Kohl”

2. Lidstaat of derde land

Duitsland

3. Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel

3.1. Productcategorie

Categorie 1.6.

Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt

3.2. Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is

„Dithmarscher Kohl” verwijst naar zowel wittekool (Brassica oleracea convar capitata L.) als rodekool (Brassica oleracea convar capitata var. rubra L.), en behoort tot de familie van kruisbloemigen (Cruciferae of Brassicae).

In Dithmarschen geteelde koolvariëteiten worden gekenmerkt door hun dunne bladlagen, knapperige structuur, kleine stronk en ronde smaak. Bovendien hebben de wittekoolvariëteiten een kenmerkende intens groene kleur (die zelfs in de binnenste bladeren terugkomt), terwijl de rodekoolvariëteiten diep paarsrode bladeren met wat wit erin hebben. Alle variëteiten zijn geschikt voor bewaring.

De adviesgroep voor groenteteelt in Dithmarschen (Gemüsebauberatungsring Dithmarschen e.V.) voert jaarlijks veldproeven uit en beveelt variëteiten aan die over alle voornoemde kwaliteiten beschikken.

Koolplanten zijn rozetplanten, hetgeen inhoudt dat zij na de bloei en vruchtvorming afsterven. Ze hebben korte stengels, alsook korte stengelleden waardoor de bladeren dicht tegen elkaar aan liggen. Hoewel de bladschijven zich goed ontwikkelen, ontvouwen de bladeren zich nooit. De witte en de rode kroppen zijn zeer compact, omdat ze een lange, stabiele groeiperiode doormaken waardoor zeer weinig lucht tussen de bladlagen komt. De bladeren vormen verschillende kroppen die als gesloten, afgeplat rond, rond, zeer rond, balvormig of kegelvormig kunnen worden aangeduid.

Rode- en wittekool zijn vezelrijk en rijk aan mineralen zoals kalium en ijzer, en zijn dus zeer voedzaam.

3.3. Grondstoffen (alleen voor verwerkte producten)

3.4. Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong)

3.5. Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden

Alle stappen van het productieproces, van teelt tot verwerking en opslag, vinden plaats in het afgebakende geografische gebied. De kolen worden met de hand geoogst en daarna voorzichtig in grote kratten gelegd. Dit vraagt vaardigheid en ervaring, aangezien door kneuzingen de bewaarmogelijkheden voor de kool afnemen. De kratten worden opgeslagen in standaardmagazijnen, zonder extra koeling. Rond februari worden ze overgebracht naar een gekoelde opslagruimte (0,5 °C ) waar ze tot juli blijven. De verwerking vindt na de oogst plaats of zodra de kolen de opslagruimte hebben verlaten. De stronk wordt dan verder afgesneden en de buitenste bladeren worden verwijderd.

3.6. Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken enz.

3.7. Specifieke voorschriften betreffende de etikettering

4. Beknopte beschrijving van het afgebakende geografische gebied

Het plattelandsgebied Dithmarschen in Sleeswijk-Holstein is een van de twee districten die zijn gelegen aan de westkust van Sleeswijk-Holstein, de meest noordelijke deelstaat van Duitsland. Dithmarschen wordt omgeven door water, aangezien het wordt begrensd door de Eider in het noorden, het Kielkanaal in het oosten, de Elbe in het zuiden en de Noordzee in het westen.

5. Verband met het geografische gebied

5.1. Specificiteit van het geografische gebied

De streek Dithmarschen is bijzonder geschikt voor de kolenteelt. Het klimaat van Dithmarschen wordt bepaald door zijn ligging aan de kust van de Noordzee. Het gebied heeft een Atlantisch klimaat met zachte zomers en winters. De meeste regen valt er gedurende de kritische groeimaanden juli en augustus (ongeveer 80 mm per maand). Het moerassige teeltgebied krijgt zelden voor eind oktober met vorst te maken. Hierdoor kunnen de kroppen zonder risico op vorstschade bij een optimale temperatuur (tussen 5 °C en 12 °C) worden opgeslagen. De zachte weersomstandigheden in de plantmaanden april en mei zijn eveneens ideaal. Gemiddeld waait de wind in Dithmarschen gedurende 270 dagen per jaar met een kracht van meer dan 4 op de schaal van Beaufort. Door de wind kan het weer zeer onstabiel zijn en kunnen westelijke weerfronten vanaf de Noordzee binnendrijven.

De bodemgesteldheid in het teeltgebied is uitzonderlijk goed. Het kalkhoudende moerasland (dat door het „Kuratorium Boden des Jahres” („comité voor de bodem van het jaar”) is uitgeroepen tot „Bodem van het jaar 2009”), waaruit het gebied vooral bestaat, ontstond als gevolg van veelvuldige overstromingen. Dit heeft geleid tot de vorming van minerale lagen die zout en kalk met een hoge concentratie organisch materiaal bevatten. Dijken en afwateringssystemen hielpen de lagen te verluchten en de zouten uit te logen. Zo ontstonden door de krijtachtige, slibhoudende mariene afzettingen langs de kust kalkhoudende moerassen (met een carbonaatgehalte van wel 9 %). De vruchtbaarheid van het kalkhoudende moerasland is deels te danken aan de aanwezigheid van grote aantallen regenwormen (tot wel 500 per vierkante meter), die van calcium houden, en deels aan het hoge gehalte aan voedingsstoffen in de bodem. Kalkhoudende moerassen behoren tot de meest productieve grondsoorten ter wereld. Door een grote mate aan voedingsstoffen (in het organische materiaal van het sediment en in de nauwelijks verweerde minerale lagen) en een goede waterretentiecapaciteit, gecombineerd met een door de mens geregelde grondwaterhuishouding, is deze bodemsoort van essentieel belang voor de succesvolle en grootschalige kolenteelt in de regio. De goede bodemgesteldheid speelt eveneens een significante rol in de gezondheid van het geproduceerde gewas. Door de hoge pH-waarde (tussen 7,2 en 7,5) van de bodem komt in de regio weinig knolvoet voor. Besmetting met de ziekteverwekker Plasmodiphora brassicae komt vaker voor in vochtige alkalische bodems, die de neiging hebben met water verzadigd te raken. Wanneer de pH-waarde van de bodem 7,2 of meer bedraagt, doen zich zelden nieuwe besmettingen voor. Dit is een essentiële factor in de grootschalige teelt van kool in Dithmarschen.

Deze ontwikkeling ging vanaf het eerste begin gepaard met onderzoek naar en het kweken van nieuwe variëteiten. De koolvariëteiten uit Dithmarschen, zoals Kalorama, Storema en Reguma (het suffix „-ma” verwijst naar de stad Marne in Dithmarschen) zijn robuust en hebben een groot bewaarpotentieel. De adviesgroep voor groenteteelt in Dithmarschen publiceert jaarlijks de resultaten van de presentatie van de sluitkoolvariëteiten in de publicatie Dithmarscher Gemüse-Info. Jaarlijks worden proeven verricht bij meer dan honderd variëteiten. De veldproeven verschaffen informatie over uniformiteit, opbrengst en plantgezondheid. Ook worden de interne kwaliteit en teeltwaarde van elke variëteit geëvalueerd.

Deze uitgebreide, lokale expertise zorgt ervoor dat lokale telers toegang hebben tot eersteklas advies, met name wat regionale specialiteiten betreft. Dit komt het gewas uiteindelijk ten goede, aangezien lokale specialiteiten een natuurlijke weerstand hebben tegen ziekten, zoals zwarte rot.

5.2. Specificiteit van het product

De vruchtbare bodem en het gematigde klimaat in Dithmarschen brengen kolen met een goed voedingsstoffenevenwicht op. Ze hebben een kenmerkende, maar milde smaak en zijn knapperig en vers.

De kolen, die zelden door ongedierte of ziekten worden aangetast, zijn dankzij hun weerstand uitermate geschikt om lang te worden bewaard. In Dithmarschen zijn sommige van 's werelds meest voorkomende koolziekten zoals knolvoet (Plasmodiophora brassicola), fusarium-verwelkingsziekte (Fusarium oxysporum) en zwarte rot (Xanthomonas campestris) nagenoeg onbekend vanwege de unieke bodemgesteldheid (met een pH-waarde van meer dan 7) en het klimaat (een te lage gemiddelde temperatuur) in het gebied. Zelfs bladziekten zoals Alternaria-bladvlekkenziekte (Alternaria brassicae) en ringvlekkenziekte (Mycosphaerella brassicola) komen zo zelden voor dat voor langdurige bewaring bestemde kolen niet met schimmelwerende middelen hoeven te worden behandeld. Wat ongedierte betreft is de situatie soortgelijk. Door het koele klimaat komen de koolwittevlieg (Aleyrodes brassicae) en de trips (Thrips tabaci) bijvoorbeeld uiterst weinig voor. De variëteit Lennox wordt daarom bijna uitsluitend in Dithmarschen geteeld, aangezien haar weerstand aanzienlijk afneemt wanneer zij elders wordt geteeld. Lennox beschikt echter over een uitstekend bewaarpotentieel en blijft daarom de voornaamste variëteit die in Dithmarschen wordt geteeld.

„Dithmarscher Kohl” is geen seizoensgroente. Deze kool is een groente met een hoge voedingswaarde die het hele jaar door verkrijgbaar is, en van continu hoge kwaliteit is.

De „Dithmarscher Kohl”-kroppen zijn zeer compact vergeleken met kolen die in warmere gebieden worden geteeld. Dit komt doordat tijdens de lange, stabiele groeiperiode zeer weinig lucht tussen de bladeren komt. Dit kenmerk is essentieel voor een groot bewaarpotentieel.

Naast het algemeen bekende antioxidantpotentieel van „Dithmarscher Kohl” bevat de kool ook een hoog gehalte aan mineralen. Dit wordt aangetoond door tests die door de Gemüsebauverband Dithmarschen e.V. (Vereniging voor groenteteelt in Dithmarschen) worden uitgevoerd. Het gehalte aan calcium, en met name ijzer, is hoger dan de standaardwaarden voor sluitkolen die in de literatuur ter zake worden vermeld. Volgens vakliteratuur (bv. het informatieblad „Weiß- und Rotkohl” opgesteld door de Bayerische Landesanstalt für Landwirtschaft (onderzoekscentrum voor de landbouw van de deelstaat Beieren)) bevat wittekool gemiddeld 45 mg calcium per 100 g vers gewicht. Wittekool uit Dithmarschen bevat daarentegen tussen 50 mg en 70 mg calcium per 100 g vers gewicht. Het standaardijzergehalte van wittekool volgens de literatuur ter zake bedraagt 0,5 mg per 100 g vers gewicht, terwijl wittekool uit Dithmarschen tussen 0,6 mg en 1,6 mg ijzer per 100 g vers gewicht bevat. Dit komt doordat de bodem in Dithmarschen ook hoge gehalten van elk van deze mineralen bevat, vooral in het kalkhoudende moerasland, dat de meest voorkomende bodemsoort in het gebied is.

5.3. Causaal verband tussen het geografische gebied en de kwaliteit of de kenmerken van het product (voor een BOB) dan wel van een bepaalde hoedanigheid, de faam of een ander kenmerk van het product (voor een BGA)

De lange traditie van kolenteelt in het afgebakende geografische gebied, die wordt bevorderd door het optimale klimaat en de optimale bodemgesteldheid, en de bijbehorende unieke kolencultuur in Dithmarschen hebben ertoe geleid dat sluitkool uit dit gebied bij de consument bijzonder hoog in aanzien staat als een regionale specialiteit.

De wind- en weersomstandigheden zijn op twee wezenlijke manieren bevorderlijk voor de kolenteelt. De veelvuldige weersveranderingen zorgen voor de juiste hoeveelheid neerslag, zodat de plant gedurende het hele groeiseizoen over voldoende water beschikt. Het kalkhoudende moerasland, dat het meest voorkomt in de regio, heeft ook goede waterretentie-eigenschappen en is dus in staat voldoende water vast te houden. Het tweede cruciale voordeel dat het weer meebrengt, is de windrichting. De veelvuldige westenwinden houden ongedierte op natuurlijke wijze op afstand. De „gezonde” lucht die vanaf de Noordzee binnenstroomt, zorgt ervoor dat de kolen aanzienlijk minder door ongedierte, zoals het koolwitje, worden aangetast dan in andere regio's. Nog belangrijker is het feit dat de omstandigheden niet bevorderlijk zijn voor schimmelsporen. Daarom kunnen gewasbeschermingsmiddelen spaarzaam worden gebruikt, en beschikken de kolen nog altijd over een uitstekend bewaarpotentieel. De aan het klimaat te danken trage groeisnelheid van de kolen resulteert in stevige, zware kroppen met een relatief klein aantal luchtzakken. Hierdoor beschikken deze kroppen dus over een uitstekend bewaarpotentieel en hebben zij een knapperige structuur.

In Dithmarschen wordt kool al sinds meer dan honderd jaar geteeld. In 1888 begon Eduard Laß met het verbouwen van kolen in Wesselburen, nadat hij in de krant een advertentie voor de „Glückstädter Gemüsefabrik” (groentefabriek in Glückstadt) had gezien. „Dithmarscher Kohl” wordt sinds 1888 in de regio geteeld en het economische belang ervan is sindsdien gestaag toegenomen. De telers in het geografische productiegebied leveren hun kennis en ervaring op het vlak van kolenteelt al meer dan 120 jaar lang over van de ene generatie op de andere. Deze kennis en ervaring staan borg voor de beste kwaliteit, die op haar beurt aan de basis ligt van een goede afzet. Met een teeltgebied van 2 500 ha is Dithmarschen een van de grootste aaneengesloten teeltregio's voor sluitkool in Europa. „Dithmarscher Kohl” is van belang voor de lokale economie. Daarnaast maakt „Dithmarscher Kohl” een wezenlijk onderdeel uit van het culinaire erfgoed van de regio en is zij een toeristische attractie. Deze factoren zijn, samen met de geschiedenis van de kolenteelt in Dithmarschen, uitvoerig beschreven in de literatuur (zie „Kohlgeschichte(n) — Aus dem Anbaugebiet hinter Dithmarschens Deich” van Klaus Gille, gepubliceerd door Verlag Boyens & Co).

Een aantal evenementen rond de „Dithmarscher Kohl” en de jaarlijkse oogst trekken tal van toeristen van ver buiten de regio aan. De „Dithmarscher Kohltage” is een evenement dat ook buiten de regio van belang is en jaarlijks meer dan 300 000 bezoekers naar Dithmarschen trekt (bron: „Dithmarschen feiert den Kohl”, gepubliceerd in het Hamburger Abendblatt, 20 september 2006). De bedrijfswereld, politici, overheden en tal van verenigingen, genootschappen en individuen organiseren elk jaar activiteiten rond de kolenoogst als onderdeel van een zesdaags herfstfestival. Het ceremonieel snijden van de kool wordt sinds jaren regelmatig bijgewoond door de minister-president van de deelstaat Sleeswijk-Holstein en de voorzitter van het plattelandsdistrict Dithmarschen. Tal van restaurants die zelfs buiten de regio liggen, breiden hun menu's tijdens de „Dithmarscher Kohltage” met speciale koolgerechten uit. Deze traditie gaat vele jaren terug; de eerste „Dithmarscher Kohltage” vond plaats in 1987.

De Duitse kolenroute loopt door Dithmarschen en informeert, met name buiten het actieve kolenseizoen, toeristen en andere belangstellenden over het gewas en de daarvan afgeleide producten. De kolenroute loopt dwars door het plattelandsdistrict Dithmarschen, langs een aantal bezienswaardigheden en interessante locaties, waarbij bezoekers in direct contact met telers worden gebracht en allerlei informatie over kool krijgen. Dit omvat, bijvoorbeeld, een bezoek aan de opslag- en verwerkingsinstallaties of aan het „Kohlosseum Wesselburen”. Hierin is het kolenmuseum van Dithmarschen ondergebracht, compleet met een workshop over kool en een boerenmarkt die het hele jaar door duizenden bezoekers trekt.

In het kader van de „Dithmarschen Kohltage” benoemen vrouwelijke landbouwers uit de regio twee jonge vrouwen uit het district Dithmarschen tot „Kolenkoningin van Dithmarschen” — zij zijn een jaar lang de officiële ambassadrices van de „Dithmarschen Kohltage”. De rol van de Kolenkoningin van Dithmarschen brengt hen ver over de grenzen van Sleeswijk-Holstein heen. Ze vertegenwoordigen regelmatig „Dithmarscher Kohl” op evenementen zoals de „Internationale Grüne Woche” in Berlijn en geven tal van interviews met vertegenwoordigers van de media, zoals pers, radio en televisie. Ook dit is een van de manieren waarop de reputatie van „Dithmarscher Kohl” tot ver buiten de regio wordt uitgedragen.

Uit een in 2009 gehouden representatieve consumentenenquête bleek dat „Dithmarscher Kohl” niet alleen een hoog herkenningspercentage in Sleeswijk-Holstein geniet (van ongeveer 80 %), maar ook hoog in aanzien staat als een product van topkwaliteit. Bijgevolg zou 37 % van de ondervraagden bereid zijn meer te betalen voor „Dithmarscher Kohl” dan voor kool met een andere herkomst.

De bovengenoemde natuurlijke omstandigheden in Dithmarschen, met name het Atlantische klimaat, voldoende neerslag, geen vorst, krachtige wind en een gunstige bodemgesteldheid (kalkhoudend moerasland) hebben het verbouwen van kool in het afgebakende geografische gebied bevorderd, geholpen om een honderd jaar oude traditie van kolenteelt in de regio veilig te stellen en Dithmarschen tot een van Europa's grootste aaneengesloten kolenteeltgebieden gemaakt. Als gevolg hiervan beschikt Dithmarschen over uitgebreide expertise, voornamelijk met betrekking tot de teelt van nieuwe variëteiten, hetgeen weer bijdraagt aan de productie van hoogwaardige kool in de regio. Dankzij deze omstandigheden is Dithmarschen ook buiten de regio om de aldaar geproduceerde kool beroemd geworden en staat de „Dithmarscher Kohl”, als traditioneel regionaal product, wegens haar geografische oorsprong bij de consument in hoog aanzien. Diverse toeristische, culinaire en voorlichtingsevenementen met „Dithmarscher Kohl” als thema helpen het product beter bekend te maken en de faam ervan te vergroten.

Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier

(artikel 5, lid 7, van Verordening (EG) nr. 510/2006(3))

http://register.dpma.de/DPMAregister/geo/detail.pdfdownload/30500