Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 50, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen
Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 50, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen
14.8.2013 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | C 235/5 |
Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 50, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen
2013/C 235/05
Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad(1) bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag.
ENIG DOCUMENT
VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD
inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen(2)
„MIEL DE TENERIFE”
EG-nummer: ES-PDO-0005-0943-24.01.2012
BGA ( ) BOB ( X )
1. Naam
„Miel de Tenerife”
2. Lidstaat of derde land
Spanje
3. Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel
3.1. Productcategorie
Categorie 1.4. | Andere producten van dierlijke oorsprong (eieren, honing, zuivelproducten behalve boter, enz.) |
3.2. Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is
„Miel de Tenerife”: de honing die door honingbijen op het eiland Tenerife wordt geproduceerd uit de nectar van de bloemen of uit de afscheidingsproducten van andere delen van de planten die groeien in de verschillende ecosystemen van Tenerife. De honing wordt geproduceerd in bijenkasten met uitneembare raten en ondergaat tijdens de verwerking geen warmtebehandelingen. Hij is verkrijgbaar in vloeibare, vaste of gekristalliseerde vorm, alsook in hele raten of in delen daarvan.
De honing wordt gekenmerkt door een grote verscheidenheid aan kleuren, smaken en soorten die de verscheidenheid van de ecosystemen en de flora van het eiland weerspiegelen.
„Miel de Tenerife” kan een van de volgende honingsoorten zijn:
— | Multiflorale honing: In deze honingsoort overheersen geen specifieke kenmerken van één bepaalde botanische soort. Hij vertoont de kenmerken van een mengeling van soorten. |
— | Monoflorale honing: In deze honingsoort domineren de specifieke kenmerken van één bepaalde botanische soort. Monoflorale honing bezit de organoleptische, fysisch-chemische en melissopalynologische eigenschappen die voor elke soort in deze specificaties zijn vastgelegd. De volgende monoflorale honingen vallen onder de BOB „Miel de Tenerife”: teidebremhoning, slangenkruidhoning, avocadohoning, tammekastanjehoning, heidehoning, pluimrakethoning, ijsplanthoning, venkelhoning, bystropogonhoning, agavehoning, driedistelhoning en pekklaverhoning. |
— | Honingdauwhoning. |
Gemeenschappelijke kenmerken van alle honingen van de BOB „Miel de Tenerife”
— Fysisch-chemische kenmerken
De honingen van de BOB „Miel de Tenerife” bezitten de volgende kenmerken:
Vochtgehalte | Ten hoogste 18 % |
Wateractiviteit (aw) | Ten hoogste 0,620 |
Gehalte aan hydroxymethylfurfural (HMF) | Ten hoogste 20 mg/kg honing bij het verpakken |
Diastatische activiteit (α-amylase) | Ten minste 12 op de schaal van Schade |
Vrije zuurtegraad | Ten hoogste 50 meq/kg |
pH-waarde | Tussen 3,40 en 6,00 |
Prolinegehalte | Ten minste 150 mg/kg honing |
Fructose- en glucosegehalte | Meer dan 60 g per 100 g honing |
Sacharosegehalte | Minder dan 4 g per 100 g honing |
— Melissopalynologische kenmerken
De honingen van de „Miel de Tenerife” vertonen pollenspectra met pollen van de botanische soorten die voorkomen op Tenerife en die voornamelijk behoren tot de volgende families: Aquifoliaceae, Cistaceae, Rubiaceae, Crassulaceae, Fabaceae, Brassicaceae, Oleaceae, Lamiaceae, Globulariaceae, Arecaceae, Rosaceae, Dipsacaceae, Salicaceae, Euphorbiaceae, Asteraceae, Polygonaceae, Tropaeolaceae, Anacardiaceae, Resedaceae, Amaranthaceae, Cactaceae, Lauraceae en Aizoaceae. De verhoudingen van de plantenfamilies komen overeen met die in de ecosystemen van het eiland. Bijgevolg bevatten de honingsoorten geen pollen van planten die niet op Tenerife voorkomen.
— Organoleptische kenmerken
Bij sensorisch onderzoek van honingsoorten van de „Miel de Tenerife” komen geen sensorische tekortkomingen (gisting, rooksmaak enz.) aan het licht. Gezien de diversiteit en specificiteit van de honingplantenflora kunnen de organoleptische kenmerken van deze honingsoorten (geur, smaak en textuur) sterk verschillen. Hetzelfde geldt voor de kleur, die kan variëren van waterwit tot donker amber.
De mate van overeenstemming tussen de organoleptische kenmerken van een bepaalde honing en een referentiestandaard wordt bij het sensorisch onderzoek uitgedrukt op een schaal van 0 tot 10 en wordt ook wel de „typiciteit” van de honing genoemd. De typiciteit van de monoflorale honingen en honingdauwhoningen van de BOB „Miel de Tenerife” is nooit minder dan 6,5 op 10.
Naast de hierboven genoemde gemeenschappelijke kenmerken bezitten de verschillende honingsoorten van de „Miel de Tenerife” de volgende specifieke extra kenmerken:
HONINGSOORT | EXTRA KENMERKEN | |||||||
FYSISCH-CHEMISCHE | MELISSOPALYNOLOGISCHE | ORGANOLEPTISCHE | ||||||
Elektrisch geleidingsvermogen (in mS/cm) | Kleur (schaal van Pfund) | Specifieke pollensoort (%) | Pollenhoeveelheid (klassen van Maurizio) | Geur | Geur- en smaakervaring (aroma) | Kleur | ||
Teidebrem | Tussen 0,150 en 0,500 | Tussen 12 en 114 mm | > 30 % Spartocytisus supranubius | II-IV | Weinig uitgesproken bloemengeur, plantaardig | Warm en weinig uitgesproken | Van extra wit tot amberkleurig, met gouden kleurschakeringen | |
Slangenkruid | Tussen 0,140 en 0,400 | Tussen 2 en 65 mm | > 9 % Echium spp. | I-III | Weinig uitgesproken, plantaardig | Licht, weinig uitgesproken bloemenaroma, warm | Van doorzichtig tot helder amberkleurig. Bij het kristalliseren kleurt hij wit met beige tinten. | |
Avocado | Tussen 0,700 en 0,800 | ≥ 95 mm | > 2 % Persea americana | I-II | Intens, warme karamelgeur | Intens en langdurig karamelaroma, mout, met op het einde een zoute toets | Van donkerbruin tot zeer donker en zelfs bijna zwart | |
Tamme kastanje | ≥ 0,850 | ≥ 90 mm | > 75 % Castanea sativa | III-V | Zeer intens, houtgeur met harsige toets | Zeer intens en langdurig, houtachtig, dierlijk, harsachtig, onmiskenbare bittere smaak | Van donkerbruin tot zeer donker, met enkele groenige tinten | |
Heide | Tussen 0,400 en 0,800 | ≥ 110 mm | > 25 % Erica spp. | II-III | Gemiddelde intensiteit, chemische geur met een vleugje bloemen | Gemiddelde intensiteit, harsachtig, wrange smaak | Van amberkleurig tot donker amber, met doorzichtige rode tinten. Bij het kristalliseren kleurt hij donkerbeige. | |
Pluimraket | Tussen 0,300 en 0,500 | Tussen 34 en 85 mm | > 4 % Hirschfeldia incana | I-II | Gemiddelde intensiteit, plantaardige geur met af en toe een vleugje zwavel | Gemiddelde intensiteit, fruitig en plantaardig. | Heldere kleur met duidelijke gele schijn, die bij het kristalliseren behouden blijft. | |
IJsplantje | Tussen 0,250 en 0,400 | Tussen 25 en 80 mm | > 13 % Mesembryanthemum crystallinum | II-IV | Weinig uitgesproken, warm, geur van was en melk | Gemiddelde intensiteit, warm, karamelaroma, melkachtig. | Lichtbeige en gemarmerd vanwege de snelle kristallisatie | |
Venkel | Tussen 0,400 en 0,700 | ≥ 85 mm | > 2 % Foeniculum vulgare | I-IV | Uitgesproken geur die doet denken aan de plant waarvan hij afkomstig is | Kruidig, geroosterd, met opvallende toetsen zoethout | Van donkerbruin tot zeer donker | |
Bystropogon | Tussen 0,150 en 0,400 | Tussen 40 en 114 mm | > 1 % Bystropogon origanifolius | I-III | Zeer uitgesproken, chemische geur, soms scherp | Intens chemisch fenolaroma en zwaar bloemenaroma | Van extra licht amberkleurig tot amberkleurig | |
Agave | Tussen 0,400 en 0,800 | ≥ 70 mm | Sporen van honderdjarige aloë (Agave americana) | II-III | Uitgesproken, dierlijk, subtiel | Uitgesproken en langdurig dierlijk aroma, geroosterd | Van amberkleurig tot donker amber, afhankelijk van de begeleidende plantensoorten | |
Driedistel | Tussen 0,300 en 0,400 | Tussen 70 en 100 mm | > 4 % Carlina xeranthemoides | II-III | Geaccentueerde en fruitige bloemengeur | Zacht, fruitig, bloemenaroma | Licht amberkleurig met paarlemoeren en gouden kleurschakeringen bij het kristalliseren | |
Pekklaver | Tussen 0,170 en 0,400 | Tussen 11 en 75 mm | > 3 % Aspalthium bituminosum | I-II | Intens fruitig en plantaardig | Gemiddelde intensiteit, onmiskenbaar plantaardig aroma | Licht amberkleurig met heldergele kleurschakeringen die verbleken bij het kristalliseren | |
Multifloraal | Tussen 0,150 en 0,800 | > 12 mm | Variabele percentages, afhankelijk van het pollen dat door de flora van Tenerife wordt geproduceerd | I-V | Intensiteit die kan variëren van zeer zacht tot intens | Aroma dat kan variëren van licht tot intens | Varieert (alle tinten amber) |
De honingdauwhoningsoorten hebben daarnaast nog de volgende eigenschappen:
— | Elektrisch geleidingsvermogen: ten minste 0,800 mS/cm |
— | Kleur: ten minste 95 mm Pfund |
— | pH-waarde: meer dan 3, 81 (gewoonlijk hoger: gemiddeld 4,43) |
— | Vrije zuurtegraad: tussen 23 en 50 meq/kg |
— | Melissopalynologische kenmerken: ten minste 3 % honingdauwbestanddelen en een variabel pollenspectrum, met een sterke aanwezigheid van anemofiele soorten. |
— | Organoleptische kenmerken: een kleur die varieert van amberkleurig tot donker amberkleurig met groenige tinten, warme en geroosterde plantaardige geur, en een warm, geroosterd aroma van gemiddelde intensiteit met zoute toetsen. |
3.3. Grondstoffen (alleen voor verwerkte producten)
Niet van toepassing
3.4. Diervoeder (alleen voor producten van dierlijke oorsprong)
Niet van toepassing
3.5. Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden
De „Miel de Tenerife” wordt geproduceerd, geslingerd en verwerkt in het afgebakende geografische gebied, namelijk het eiland Tenerife.
De honing wordt gewonnen uit bijenkasten die over de verschillende ecosystemen van het eiland zijn verspreid.
Wanneer de honingraten door de bijen zijn verzegeld, worden ze overgebracht naar de ruimten waar ze door koude centrifugatie van de honing worden ontdaan. Op deze manier is de honing meteen gefilterd wanneer hij uit de slingermachine komt. Zo kan hij zuiver worden opgeslagen en is hij klaar om verpakt te worden, ongeacht zijn fysische toestand.
De geslingerde honing klaart voldoende in honingrijpers, reservoirs of voor levensmiddelen bedoelde emmers die uitsluitend voor honing worden gebruikt en op de buitenzijde waarvan de nodige informatie is aangebracht om het product te kunnen traceren.
3.6. Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken, enz.
De „Miel de Tenerife” wordt verpakt in materialen die geschikt zijn voor voedingsmiddelen (glas, PET enz.). De recipiënten moeten hermetisch afsluitbaar zijn en een garantiezegel hebben dat niet kan worden verbroken zonder sporen na te laten.
De „Miel de Tenerife” moet worden verpakt in het afgebakende geografische gebied, in geschikte instellingen die door de BOB „Miel de Tenerife” zijn erkend. Op deze manier worden de kwaliteit en herkomst van het product gegarandeerd en kan het product vanuit de plaats van herkomst worden opgevolgd en gecontroleerd. Zo wordt een mogelijk kwaliteitsverlies van de honing tijdens het vervoer van het product vanuit Tenerife per schip of vliegtuig wegens temperatuursverschillen, vochtigheid, aanraking met vreemde stoffen en met geuren die niet eigen zijn aan het product, uitgesloten. Bovendien wordt zo ook het risico dat de honing wordt gemengd met andere honingsoorten die niet vallen onder de oorsprongsbenaming, tot een minimum beperkt.
3.7. Specifieke voorschriften betreffende de etikettering
De honing met de beschermde oorsprongsbenaming die voor consumptie is bestemd, krijgt een genummerd etiket of rugetiket met daarop het logo van de BOB. Dit etiket wordt door de beheersinstantie verstrekt en door de controle-instantie gecontroleerd. Dit onderscheidingsteken moet steeds worden aangebracht vóór het product in omloop komt, op een zodanige manier dat het geen tweede keer kan worden gebruikt.
Zwart-witversie van het logo van de BOB:
KLEUREN Groen (Pantone 349) Blauw (Pantone 300) Oker (Pantone 110 CB) |
Indien de honingsoort voldoet aan de vereisten voor een van de verschillende soorten monoflorale honing die in punt 3.2 van dit document zijn vastgesteld, wordt deze monoflorale botanische oorsprong op het etiket vermeld.
4. Beknopte omschrijving van het afgebakende geografische gebied
Het geografische productiegebied van de honingen van de BOB „Miel de Tenerife” beslaat het grondgebied van het eiland Tenerife, een van de eilanden van de Canarische archipel, dat zich in de Atlantische Oceaan bevindt tussen 28° en 29° noorderbreedte en 16° en 17° westerlengte.
5. Verband met het geografische gebied
5.1. Specificiteit van het geografische gebied
5.1.1.
Tenerife is het grootste en tevens het hoogste eiland van de Canarische archipel.
— | Het reliëf omvat een bergketen die van het noordoosten naar het zuidwesten van het eiland loopt. De bergen worden hoger naarmate men dichter bij het centrum komt, waar Las Cañadas en de vulkaan Teide liggen. De Teide is met zijn 3 718 meter het hoogste punt van het eiland en van heel Spanje. |
— | Het klimaat is de belangrijkste factor voor de ontwikkeling van menselijke activiteiten op het eiland. De aanwezigheid van de passaatwind zorgt voor een duidelijk verschil in klimaat tussen de loef- en de lijzijde van het eiland. Hierdoor kan de temperatuur verschillen van – 10 °C op de top tot meer dan 20 °C aan de kust. Aan de kust valt gemiddeld 200 mm neerslag terwijl dat op de top gemiddeld meer dan 2 000 mm is. Hieraan dankt Tenerife zijn opvallend rijke flora en zijn karakteristieke, door hoogteligging en oriëntatie bepaalde zonering van de vegetatie. |
— | De bodemkenmerken zijn zeer specifiek vanwege de vulkanische oorsprong en de grote variatie aan bodemtypes, die variëren van diepe en vruchtbare tot steenachtige en weinig gerijpte gronden, welke laatste ook „malpaíses” worden genoemd. De variabele bodemgesteldheid op het eiland heeft met name een grote invloed op de verspreiding van de plantensoorten en de aanwezigheid van zeer specifieke plantensoorten die aan specifieke bodemsoorten zijn aangepast. Op dezelfde manier weerspiegelt ook de samenstelling van de flora — en dus van de nectar — de zeer specifieke eigenschappen van de groeiplaatsen. |
Al deze factoren bepalen de verschillende vegetatiegordels tussen de kuststrook en de top, waaronder de tabaibal-cardonal (een endemische wolfsmelkvegetatie), thermofiele bossen (met zavelbomen, mastiekbomen, wilde olijfbomen enz.), monteverde of laurierbos (voornamelijk in het noorden van het eiland), dennenbossen en bremvegetaties op de top. Dezelfde factoren zorgen voor een erg unieke en gevarieerde flora, waardoor Tenerife wel eens een miniatuurcontinent wordt genoemd.
Op het eiland Tenerife komen in totaal 1 370 botanische soorten voor. Daarvan zijn er 740 endemisch. Van deze plantensoorten worden er een honderdtal beschouwd als soorten die vanwege hun nectar, pollen of propolis van wezenlijk belang zijn voor de bijen. De aanwezigheid van endemische soorten en de floristische verscheidenheid die te danken is aan de geomorfologie, de specifieke bodemgesteldheid en het specifieke klimaat van het eiland, leveren op Tenerife plantencombinaties op die uniek zijn in de wereld, wat eveneens tot uitdrukking komt in de diversiteit en de kenmerken van de honingsoorten van Tenerife.
5.1.2.
De imkers van Tenerife zetten een bijenteelttraditie van meer dan zes eeuwen voort. Op Tenerife wordt reeds eeuwen honing geproduceerd in kleine bedrijven als nevenactiviteit die bijdraagt tot het gezinsinkomen, iets wat in de landbouweconomie van Tenerife erg gangbaar is.
De door de imkers toegepaste traditionele methoden zijn de volgende:
— | Er worden voornamelijk houten bijenkasten gebruikt. |
— | De bijenkasten worden naar verschillende regio's van het eiland verplaatst. |
— | De imkers gebruiken de traditionele methode om de honingraten van de bijen te ontdoen: de bijen worden van de raten afgeborsteld. |
— | Tijdens de honingproductie krijgen de bijen in de korven geen kunstmatige voeding toegediend. |
— | De imkers gebruiken nog steeds een imkerpijp. Als brandstof gebruiken ze traditionele en natuurlijke plantaardige materialen zoals wolfsmelk (Euphorbia spp.), verode (Kleinia neriifolia), den, agave (Agave spp.) of gedroogde naalden van de Canarische den (Pinus canariensis). |
— | De honingraten worden volgens de traditionele methode ontzegeld, namelijk met een mes of kam. De panelen worden koud geslingerd en de honing wordt meteen gefilterd en zonder onzuiverheden opgeslagen. |
— | Tijdens alle stappen van de verwerking wordt erop toegezien dat de kwaliteit van de „Miel de Tenerife” niet wordt aangetast. Om die reden ondergaat de honing geen warmtebehandelingen van meer dan 44°C en wordt hij niet gepasteuriseerd. |
— | De aanwezigheid van de Canarische zwarte bij, een bijenras dat zich na eeuwen van evolutie aan het klimaat en het landschap heeft aangepast, is een ander kenmerk van de bijenteelt van het eiland. |
5.2. Specificiteit van het product
De bijzonderheid van de honingen van Tenerife wordt weerspiegeld in de fysisch-chemische, melissopalynologische en sensorische kenmerken ervan.
De honingen van Tenerife worden gekenmerkt door hun frisse smaak en hebben HMF-waarden van ten hoogste 20 mg/kg honing en een diastatische activiteit van minstens 12 eenheden op de schaal van Schade.
De honing is rijp en heeft een vochtgehalte van ten hoogste 18 % en een wateractiviteit van ten hoogste 0,620.
Aangezien de honing geen intense warmtebehandelingen ondergaat, blijft hij ongerept. De maximumtemperatuur waaraan de honing mag worden blootgesteld, bedraagt 44 °C. Op deze manier blijft het unieke karakter dat de specifieke flora en de bijen van het eiland de honing verlenen, bewaard.
Het unieke karakter van „Miel de Tenerife” is te danken aan de bestaande botanische diversiteit, met veel endemische plantensoorten, die wordt weerspiegeld in een gamma van honingsoorten, met erg uiteenlopende kleuren, smaken en texturen en verschillende unieke monoflorale honingsoorten die enkel op Tenerife kunnen worden geproduceerd.
De pollenspectra van de „Miel de Tenerife” verschillen van deze van de honing die op andere plaatsen wordt geproduceerd en omvatten stuifmeel van endemische soorten. Ze vormen bijgevolg een rechtstreeks bewijs van de band tussen deze honingen en het eiland Tenerife. Het onderzoek van de verschillende pollenspectra van partijen honing van Tenerife door de jaren heen heeft het mogelijk gemaakt de geografische markers te bepalen die deze honing kenmerken. Met geografische markers worden de inheemse of geïntroduceerde plantensoorten bedoeld die vanwege hun representatief karakter of veelvuldig voorkomen in het algemene pollenspectrum van de honingen van de „Miel de Tenerife” een geografisch stempel drukken op de honing en deze met een specifieke streek verbinden.
5.3. Causaal verband tussen het geografische gebied en de kwaliteit of de kenmerken van het product (voor een BOB) dan wel een bepaalde hoedanigheid, de faam of een ander kenmerk van het product (voor een BGA)
De „Miel de Tenerife” is een uniek en gedifferentieerd product dat rechtstreeks gerelateerd is aan het gebied waar het wordt geproduceerd, aangezien de honingplanten die de bijen bezoeken, specifiek en vaak zelfs uniek in de wereld zijn.
De productie van de „Miel de Tenerife” wordt bepaald door de grote biodiversiteit van het eiland, die het gevolg is van de zeer specifieke klimaatomstandigheden die voortkomen uit de vulkanische oorsprong van het eiland, het uitgesproken reliëf en het specifieke hydrologische regime dat door de passaatwinden van de Atlantische Oceaan wordt veroorzaakt. Deze bevorderen het ontstaan van microklimaten en diverse natuurlijke habitats met een groot aantal endemische plantensoorten die ideaal zijn voor de productie van honing.
Bovenop de specificiteit van de flora van Tenerife komt de nog steeds traditionele bijenteelt, die nauw verbonden is met het plattelandsmilieu van het eiland. In kleine bedrijven worden met kennis ter zake frisse honingen geproduceerd met een (dankzij het klimaat van het eiland) lage vochtigheidsgraad, waardoor ze goed kunnen worden bewaard.
Aangezien de honing op geen enkel moment tijdens de productie een agressieve warmtebehandeling ondergaat, wordt een natuurlijk product verkregen met alle originele biologische en organoleptische kenmerken van de componenten die de bloemen en de bijen van Tenerife aan het product schenken. Hierdoor wordt een verscheidenheid aan honingen met verschillende kleuren en eigenschappen verkregen. Teidebremhoning, slangenkruidhoning, bystropogonhoning, avocadohoning, enz. vormen op zich reeds de trots van de „Miel de Tenerife”.
De productie van de „Miel de Tenerife” steunt op een lange traditie die tot op de dag van vandaag ononderbroken wordt voortgezet. De band tussen Tenerife en de honingsector blijkt niet alleen uit historische verwijzingen, maar eveneens uit de plaatsnamen, tradities en folklore die deel uitmaken van het culturele erfgoed van het eiland.
De „Miel de Tenerife” wordt in heel wat traditionele recepten en desserts gebruikt, zoals in gekneed geroosterd maïsmeel met honing en amandelen, een authentiek gastronomisch relict dat tot op heden wordt bereid. De verschillende variëteiten van de „Miel de Tenerife” zijn erg in trek, zowel bij de lokale bevolking als bij bezoekers. De honing wordt in de verschillende media (pers, radio, televisie en internet) vaak geroemd en wordt reeds meer dan vijftien jaar onder de naam „Miel de Tenerife” op de markt gebracht.
Verwijzing naar de publicatie van het productdossier
(artikel 5, lid 7, van Verordening (EG) nr. 510/2006(3))
http://www.gobiernodecanarias.org/agricultura/icca/Doc/Productos_calidad/PLIEGO_DE_CONDICIONES_DOP_MIEL_DE_TENERIFE.pdf