Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 50, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen
Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 50, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen
26.10.2013 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | C 312/26 |
Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 50, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen
2013/C 312/15
Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad(1) bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag.
ENIG DOCUMENT
VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD
inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen(2)
„REQUEIJÃO DA BEIRA BAIXA”
EG-nummer: PT-PDO-0005-0847-10.01.2011
BGA ( ) BOB ( X )
1. Naam
„Requeijão da Beira Baixa”
2. Lidstaat of derde land
Portugal
3. Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel
3.1. Productcategorie
Categorie 1.4: | Andere producten van dierlijke oorsprong (eieren, honing, diverse zuivelproducten behalve boter enz.) |
3.2. Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is
Onder „Requeijão da Beira Baixa” wordt het product verstaan dat wordt vervaardigd in het afgebakende geografische gebied en dat ontstaat als gevolg van het door warmte geïnduceerd precipiteren of stollen van de bestanddelen lactoalbumine en lactoglobuline in de wei die afkomstig is van de productie van de kazen met de benaming „Queijos da Beira Baixa” (te weten Queijo de Castelo Branco BOB, Queijo Amarelo da Beira Baixa BOB en Queijo Picante da Beira Baixa BOB). Het wordt op de markt gebracht als een vers, ongegist product.
3.2.1.
Dit product heeft een heterogene samenstelling aangezien het de resultante is van melk van twee soorten herkauwers, schapen en geiten, en van verschillende soorten kazen die via verschillende productieprocedés worden vervaardigd.
Vocht — 60 à 70 %.
Vet totaal — 14 à 19 g per 100 g product.
Eiwit totaal — 10 à 13 g per 100 g product.
Ruwe as — 1,4 à 1,8 g per 100 g product.
3.2.2.
Vorm: de „Requeijão da Beira Baixa” wordt op de markt gebracht in de vorm van een kegelbasis waarvan het oppervlak de karakteristieke afdruk vertoont van de kleine traditionele manden van wilgenteen („açafates”) of kunststof waarin de massa wordt overgebracht om de overtollige wei („rescaldão”) uit te lekken en te verwijderen. Het gewicht van elk stuk kan variëren tussen 150 en 400 g.
Textuur: het product heeft geen korst. De massa heeft een zachte consistentie en een goed gebonden en korrelige textuur; de massa is glad op de snede, goed te snijden, goed smeerbaar en wit van kleur.
Smaak en geur: het product heeft een zoetige, melkachtige smaak en een aangenaam bouquet, en smelt makkelijk in de mond.
3.3. Grondstoffen (alleen voor verwerkte producten)
Voor de bereiding van de „Requeijão da Beira Baixa” wordt gebruikgemaakt van wei die overblijft na de productie van de „Queijos da Beira Baixa”, drinkwater en rauwe schapen- of geitenmelk afkomstig uit het onderstaande afgebakende geografische gebied.
Het maximaal toegestane aandeel aan water en schapen- of geitenmelk voor de bereiding van de totale hoeveelheid te verwerken wei bedraagt 10 %.
3.4. Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong)
Enkel extensieve veeteelt is toegestaan. Dit productiesysteem moet traditioneel en op basis van een lage veedichtheid worden geëxploiteerd. De dieren moeten het hele jaar door een groot deel van de dag doorbrengen op de weiden en aan het eind van de dag terugkeren naar de stal, waar zij worden gemolken en, in ieder geval tijdens de winter, de nacht doorbrengen. De dieren worden uitsluitend gevoederd met groenvoedergewassen — hetzij in natuurlijke vorm, hetzij verrijkt met aan de regionale bodem- en klimaatkenmerken aangepaste grassoorten. Het betreft dus een extensieve veeteelt waarbij, in perioden van schaarste, de voeding van de dieren wordt aangevuld met geconserveerde diervoeders (hooi en stro) die uitsluitend afkomstig zijn uit het in punt 4 gedefinieerde geografische gebied.
3.5. Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden
De „Requeijão da Beira Baixa” is een complementair product dat wordt verkregen na de productie van de „Queijos da Beira Baixa” BOB, die in hetzelfde geografische gebied worden vervaardigd.
Hoewel de „Requeijão da Beira Baixa” bij hoge temperaturen wordt geproduceerd, bevordert het hoge gehalte aan eiwitten, lactose en water de groei van micro-organismen tijdens de bewerkingen na de productie. Deze kwalitatieve en kwantitatieve wijzigingen in de microflora vertalen zich in veranderingen van de fysische en chemische eigenschappen die in zeer sterke mate bepalend zijn voor het succes van het product bij de eindconsument.
Dit impliceert dat het gehele vervaardigingsproces van de „Requeijão da Beira Baixa” in dezelfde productiefaciliteiten van de „Queijos da Beira Baixa” BOB moet plaatsvinden en, bijgevolg, in hetzelfde geografische gebied. Slechts onder deze voorwaarden kan worden voorkomen dat de kwaliteit en authenticiteit van het product te lijden hebben onder achtereenvolgende en/of in de tijd gespreide bewerkingen, hetgeen schadelijk zou zijn voor de belangen van zowel producent als consument.
3.6. Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken enz.
Hoewel de „Requeijão da Beira Baixa” wordt geproduceerd bij hoge temperaturen, bevordert het hoge gehalte aan eiwitten, lactose en water de groei van micro-organismen tijdens de bewerkingen na de productie. Deze kwalitatieve en kwantitatieve wijzigingen in de microflora vertalen zich in veranderingen van de fysische en chemische eigenschappen die in zeer sterke mate bepalend zijn voor het succes van het product bij de eindconsument.
De materialen die voor de verpakking van de „Requeijão da Beira Baixa” worden gebruikt of met het product in aanraking komen, moeten daarom onschadelijk zijn voor de gezondheid en mogen niet reageren met de inhoud. Er mag gebruik worden gemaakt van vacuümverpakking of andere vormen van verpakking die aantoonbaar borg staan voor de conservering en de algemene kwaliteit van het product.
Om te voorkomen dat het product achtereenvolgende bewerkingen ondergaat die de kwalitatieve kenmerken ervan zouden kunnen veranderen, mogen ook alle activiteiten in verband met de verpakking enkel worden uitgevoerd in het in punt 4 gedefinieerde afgebakende gebied.
3.7. Specifieke voorschriften betreffende de etikettering
De etikettering moet voldoen aan alle geldende, bij wet verplichte vereisten. Bovendien moet op het etiket het hieronder afgebeelde specifieke logo worden aangebracht.
4. Beknopte beschrijving van het afgebakende geografische gebied
Het geografische gebied waar de grondstoffen worden geproduceerd en waar de verwerking en de verpakking van het product plaatsvinden, valt samen met het geografische gebied waar de „Queijos da Beira Baixa” BOB worden vervaardigd, namelijk de gemeenten („concelhos”) Belmonte, Castelo Branco, Fundão, Idanha-a-Nova, Mação, Oleiros, Penamacor, Proença-a-Nova, Sertã, Vila de Rei en Vila Velha de Ródão, alsook de deelgemeenten („freguesias”) Aldeia de São Francisco, Aldeia do Souto, Barco, Boidobra, Casegas, Conceição, Covilhã, Dominguiso, Ferro, Orjais, Ourondo, Peraboa, Peso, Santa Maria, São Jorge da Beira, São Martinho, São Pedro, Sobral de São Miguel, Teixoso, Tortosendo, Vale Formoso en Vales do Rio, die tot de „concelho” Covilhã behoren.
5. Verband met het geografische gebied
5.1. Specificiteit van het geografische gebied
De extensieve, traditionele en karakteristieke productiesystemen van de regio hangen nauw samen met het klimaat en de meest voorkomende bodemsoorten, omdat die in sterke mate de groei van het groenvoeder bepalen. Het klimaat van de regio wordt gekenmerkt door hoge gemiddelde jaartemperaturen, lange, hete en droge zomers en gematigde winters, met een totale, relatief lage gemiddelde neerslag en occasionele vorstperioden. Droogte is een dominerend kenmerk, dat minder uitgesproken is naarmate men van het noorden naar het zuiden of van het westen naar het oosten gaat.
De natuurlijke weiden op de zanderige gronden bestaan uit snelgroeiende grassen die gemakkelijk uitlopen (Agrostis, Poa enz.) en eenjarige peulvruchtplanten die van groot belang zijn voor de beweiding (Ornitopus, T. Cherleri, T. Arvense enz.). De weiden die zich op losse, graniethoudende bodems bevinden en bestaan uit traaggroeiende eenjarige grassen (Vulpia, Periballia) en enkele peulvruchtplanten met een lage voedingswaarde (Trifolium angustifolium en T. Stellatum), zijn van lage kwaliteit en weinig productief. Op de leisteenhoudende bodems — waarbij slechts weiden met een goede waterretentiecapaciteit in beschouwing worden genomen — treft men weidegronden aan van redelijke kwaliteit, waar eenjarige grassen domineren, met name raaigras (Lolium spp.). De peulvruchtplanten zijn in het algemeen van goede waarde voor de beweiding (Trifolium spp. en Ornithopus).
Met een dergelijke diversiteit valt het gemakkelijk te begrijpen dat de befaamdheid van de „Requeijão da Beira Baixa” deels toe te schrijven is aan een empirische benadering die berust op de vakkennis van de bevolking. Zij slaagt er immers in een uniform kwaliteits- en smaakniveau aan te houden terwijl de grondstoffen tamelijk heterogeen zijn vanwege diverse factoren, zoals de tijd van het jaar, de soorten waarvan de melk afkomstig is, de gebruikte technologie en de soort kaas waarvan de wei afkomstig is.
5.2. Specificiteit van het product
Het specifieke karakter van het product en zijn kenmerken hangt nauw samen met de oorsprong van de grondstoffen en met de wijze waarop het product wordt verkregen. Zoals hierboven aangegeven, hangt dit tevens voor een groot deel samen met de vakkennis van de bevolking, die gebruik heeft kunnen maken van de empirische vaardigheden en kennis die zij van haar voorouders heeft geërfd om het product te doen voortleven.
„Requeijão da Beira Baixa” wordt gemaakt van wei die overblijft na de productie van de „Queijos da Beira Baixa”. Deze verschillende producten zijn dus afkomstig uit hetzelfde afgebakende productiegebied. De wei wordt uitgelekt om de bijproducten van de wrongel („repiso”) te verwijderen en er wordt water toegevoegd voor het geval er zouten zijn aangemaakt in de melk. Vervolgens wordt de wei verhit tot een temperatuur die varieert tussen 80 en 90 °C, en constant langzaam omgeroerd totdat hij begint te stollen tot vlokken die zich door hun lage dichtheid samenvoegen aan de oppervlakte. Dan wordt de temperatuur verlaagd en wordt het roeren gestopt tot vlak voordat de massa begint te koken; het kan 15 tot 30 minuten duren voordat dit kookpunt wordt bereikt. Om een betere opbrengst en een consistentere massa te verkrijgen, wordt doorgaans een kleine hoeveelheid schapenmelk of geitenmelk toegevoegd vlak voordat het kookpunt wordt bereikt. De massa wordt vervolgens met behulp van een schuimspaan uit het vat voor de stolling overgeschept in kleine manden van wilgenteen of kunststof, zodat het product de gewenste vorm, grootte en consistentie verkrijgt. Al deze processen zijn het resultaat van het feit dat het product reeds jaren ononderbroken in de regio wordt vervaardigd. Dit heeft ervoor gezorgd dat het product qua consistentie, vorm en grootte de typische kenmerken van de regio heeft verworven.
5.3. Causaal verband tussen het geografische gebied en de kwaliteit of de kenmerken van het product (voor een BOB) dan wel een bepaalde hoedanigheid, de faam of een ander kenmerk van het product (voor een BGA)
De schapen- en geitenmelk die is bestemd voor de vervaardiging van de „Queijos da Beira Baixa”, waaruit de grondstoffen worden gewonnen voor de productie van de „Requeijão da Beira Baixa”, mag slechts afkomstig zijn uit veehouderijbedrijven die in het geografische productiegebied zijn gelegen. Enkel extensieve, traditionele veeteelt op basis van een lage veedichtheid is toegestaan. De dieren moeten het hele jaar door een groot deel van de dag doorbrengen op de weiden en aan het eind van de dag terugkeren naar de stal, waar zij worden gemolken en, in ieder geval tijdens de winter, de nacht doorbrengen.
Het basisvoeder bestaat uit groenvoedergewassen — hetzij in natuurlijke vorm, hetzij verrijkt met aan de regionale bodem- en klimaatkenmerken aangepaste grassoorten. De teelt van groenvoedergewassen voor de productie van hooi en de benutting van nagras om de dieren te voederen, is altijd al een gebruikelijke praktijk geweest in de hele regio. De melk van de schapen en geiten die in de regio grazen, bevat als gevolg hiervan typische kenmerken die zijn verbonden met de plaatselijke omgeving en de wijze waarop de geiten en schapen worden gehouden.
Het is dus een samenspel van zowel geografische als menselijke factoren dat het product zijn specifieke kenmerken heeft verleend. Al deze elementen, die verband houden met de voorouderlijke vaardigheden en knowhow voortvloeiend uit de empirische kennis die in de loop der generaties is overgeleverd, staan aan de oorsprong van productie- en verpakkingsprocessen die tot op vandaag nog steeds resulteren in gedifferentieerde producten die door de consumenten worden gewaardeerd, in die mate zelfs dat zij het product bij de naam van de regio van herkomst noemen.
Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier
(artikel 5, lid 7, van Verordening (EG) nr. 510/2006(3))
http://www.dgadr.pt/images/docs/val/dop_igp_etg/Valor/CE_Requeijao_BB.pdf