P7_TA(2014)0092 Compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten ***I Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 5 februari 2014 over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 261/2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en Verordening (EG) nr. 2027/97 betreffende de aansprakelijkheid van luchtvervoerders met betrekking tot het luchtvervoer van passagiers en hun bagage (COM(2013)0130 — C7-0066/2013 — 2013/0072(COD)) P7_TC1-COD(2013)0072 Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 5 februari 2014 met het oog op de vaststelling van Verordening (EU) nr. …/2014 van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 261/2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en Verordening (EG) nr. 2027/97 betreffende de aansprakelijkheid van luchtvervoerders met betrekking tot het luchtvervoer van passagiers en hun bagageVoor de EER relevante tekst.
P7_TA(2014)0092 Compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten ***I Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 5 februari 2014 over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 261/2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en Verordening (EG) nr. 2027/97 betreffende de aansprakelijkheid van luchtvervoerders met betrekking tot het luchtvervoer van passagiers en hun bagage (COM(2013)0130 — C7-0066/2013 — 2013/0072(COD)) P7_TC1-COD(2013)0072 Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 5 februari 2014 met het oog op de vaststelling van Verordening (EU) nr. …/2014 van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 261/2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en Verordening (EG) nr. 2027/97 betreffende de aansprakelijkheid van luchtvervoerders met betrekking tot het luchtvervoer van passagiers en hun bagageVoor de EER relevante tekst.
24.3.2017 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | C 93/336 |
P7_TA(2014)0092
Compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten ***I
Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 5 februari 2014 over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 261/2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en Verordening (EG) nr. 2027/97 betreffende de aansprakelijkheid van luchtvervoerders met betrekking tot het luchtvervoer van passagiers en hun bagage (COM(2013)0130 — C7-0066/2013 — 2013/0072(COD))
(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)
(2017/C 093/60)
Het Europees Parlement,
— | gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2013)0130), |
— | gezien artikel 294, lid 2, en artikel 100, lid 2 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C7-0066/2013), |
— | gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, |
— | gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité van 11 juli 2013(1), |
— | na raadpleging van het Comité van de Regio’s, |
— | gezien artikel 55 van zijn Reglement, |
— | gezien het verslag van de Commissie vervoer en toerisme en het advies van de Commissie interne markt en consumentenbescherming (A7-0020/2014), |
1. | stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast; |
2. | verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in haar voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen; |
3. | verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen. |
P7_TC1-COD(2013)0072
Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 5 februari 2014 met het oog op de vaststelling van Verordening (EU) nr. …/2014 van het Europees Parlement en de Raad houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 261/2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en Verordening (EG) nr. 2027/97 betreffende de aansprakelijkheid van luchtvervoerders met betrekking tot het luchtvervoer van passagiers en hun bagage
(Voor de EER relevante tekst)
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 100, lid 2,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Na toezending van het ontwerp van een wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité(1),
Gezien het advies van het Comité van de regio's(2),
Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure(3),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) | Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten(4) en Verordening (EG) nr. 2027/97 van de Raad betreffende de aansprakelijkheid van luchtvervoerders bij ongevallen(5) hebben er in grote mate toe bijgedragen dat de rechten van luchtvaartpassagiers worden beschermd wanneer hun reisplannen worden verstoord door instapweigering, langdurige vertraging, annulering of slecht behandelde bagage. |
(2) | Door een aantal tekortkomingen die tijdens de toepassing van deze rechten aan het licht zijn gekomen, hebben deze verordeningen niet de verhoopte resultaten op het gebied van passagiersbescherming opgeleverd. Om te garanderen dat de passagiersrechten in de hele Unie op effectievere, efficiëntere en consequentere wijze worden toegepast, zijn een aantal aanpassingen van het huidige wetgevingskader nodig. Dit werd benadrukt in het Verslag van de Commissie over het EU-burgerschap 2010 „Het wegnemen van de belemmeringen voor de rechten van EU-burger”, waarin maatregelen zijn aangekondigd om een reeks gemeenschappelijke rechten te garanderen, met name voor luchtvaartpassagiers, en om deze rechten te handhaven. |
(2 bis) | Luchtvaartdiensten worden vooraf betaald door de passagier en worden direct of indirect gesubsidieerd door de belastingbetaler. Vliegtickets moeten derhalve als „resultaatcontracten” worden beschouwd, waarbij de luchtvaartmaatschappijen waarborgen dat zij de verplichtingen uit hoofde van het contract met de grootste zorg naleven. [Am. 1] |
(3) | Om de rechtszekerheid voor luchtvaartmaatschappijen en passagiers te vergroten, is een preciezere definitie van het begrip „buitengewone omstandigheden” nodig, waarbij rekening moet worden gehouden met het arrest van het Europees Hof van Justitie in zaak C-549/07 (Wallentin-Hermann). Deze definitie moet verder worden verduidelijkt aan de hand van een niet-uitputtende lijst van omstandigheden die al dan niet als buitengewoon dienen te worden beschouwd. Aan de Commissie moet de bevoegdheid worden gedelegeerd om overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie handelingen vast te stellen om die lijst zo nodig aan te vullen. [Am. 2] |
(4) | In zaak C-173/07 (Emirates) heeft het Europees Hof van Justitie geoordeeld dat het concept 'vlucht' in de zin van Verordening (EG) nr. 261/2004 moet worden uitgelegd als in wezen bestaande uit een luchtvervoershandeling, dus als een 'onderdeel' van het luchtvervoer, die wordt uitgevoerd door een luchtvaartmaatschappij die het traject ervan vaststelt. Om onzekerheid te vermijden, moet een duidelijke definitie van het begrip „vlucht” worden opgesteld, en van de aanverwante begrippen „aansluitende vlucht” en „reis”. |
(5) | In zaak C-22/11 (Finnair) heeft het Europees Hof van Justitie geoordeeld dat het concept „instapweigering” niet alleen betrekking heeft op instapweigeringen die het gevolg zijn van overboekingen, maar ook op instapweigeringen om andere redenen, zoals operationele redenen. Op basis daarvan is er geen reden om de huidigeDe definitie van „instapweigering”te wijzigenmoet ook gelden voor gevallen waarin de geplande vertrektijd is verplaatst naar een eerder tijdstip met als gevolg dat een passagier de vlucht mist. [Am. 3] |
(6) | Verordening (EG) nr. 261/2004 is ook van toepassing op passagiers die luchtvervoer hebben geboekt als onderdeel van een pakketreis. Er zij echter op gewezen dat passagiers de rechten uit hoofde van deze verordening niet mogen cumuleren met die uit hoofde van Richtlijn 90/314/EEG van de Raad betreffende pakketreizen, met inbegrip van vakantiepakketten en rondreispakketten(6). De passagiers moeten kunnen kiezen onder welke wetgeving zij hun vorderingen indienen, maar hebben niet het recht om voor hetzelfde probleem compensatie te krijgen op basis van beide wetteksten. De passagiers dienen zich niet te bekommeren over de wijze waaropLuchtvaartmaatschappijen en touroperators dezemoeten passagiers de bewijsstukken verstrekken die zij nodig hebben om hun vorderingen onderling verdelenonverwijld af te ronden. [Am. 4] |
(7) | Om het niveau van de bescherming te verbeteren, mogenmoet het niet mogelijk zijn dat passagiers niet worden geweigerd op de terugvluchteen traject van een retourticket omdat ze niet alle trajecten van de heenreis niet met datvlucht waarvoor het ticket geldt, hebben afgelegd. [Am. 5] |
(8) | Soms krijgen passagiers een administratieve boete wegens spelfouten in hun naam. Redelijke Correcties van fouten in een boeking moeten gratis worden aangebracht, voor zover het geen wijziging van tijdstip, datum, traject of passagier betreft. [Am. 6] |
(9) | Voorts moet duidelijk worden gesteld dat, in geval van annulering, de keuze tussen terugbetaling, voortzetting van de reis door herroutering of reizen later diezelfde dag of op een latere datum, toekomt aan de passagier en niet aan de luchtvaartmaatschappij. [Am. 7] |
(9 bis) | Wanneer een passagier een vlucht annuleert, moeten de luchtvaartmaatschappijen verplicht zijn reeds betaalde belastingen kosteloos terug te betalen. [Am. 8] |
(9 ter) | Indien de passagier er op grond van een overeenkomst voor kiest om op een later tijdstip te reizen, moeten de kosten van de reis van en naar de luchthaven voor de geannuleerde vlucht altijd volledig worden vergoed. Tot die kosten behoren altijd de kosten voor openbaar vervoer, taxikosten en parkeertarieven op de luchthaven. [Am. 9] |
(9 quater) | De financiële bescherming van passagiers in geval van faillissement van een luchtvaartmaatschappij is een cruciaal bestanddeel van een doeltreffend stelsel van passagiersrechten. Om de bescherming van luchtvaartpassagiers te verbeteren in geval van annuleringen van vluchten vanwege de insolventie van een luchtvaartmaatschappij of de opschorting van de activiteiten van een luchtvaartmaatschappij als gevolg van de intrekking van de exploitatievergunning, moet van luchtvaartmaatschappijen geëist worden dat zij voldoende bewijs leveren dat de terugbetaling of repatriëring van de passagiers is gewaarborgd. [Am. 10] |
(9 quinquies) | Door de oprichting van een garantiefonds of een verplicht verzekeringsstelsel kan de luchtvaartmaatschappij bijvoorbeeld instaan voor de terugbetaling of repatriëring van passagiers in geval van annulering van een vlucht als gevolg van de insolventie van een luchtvaartmaatschappij of de opschorting van haar activiteiten als gevolg van de intrekking van haar exploitatievergunning. [Am. 11] |
(10) | LuchthavensHet luchthavenbeheersorgaan en luchthavengebruikers, zoals luchtvaartmaatschappijen, engrondafhandelingsbedrijven, verleners van navigatiediensten en verleners van bijstand aan passagiers met een handicap en met beperkte mobiliteit, moeten samenwerkenpassende maatregelen nemen om de coördinatie en samenwerking tussen luchthavengebruikers te verbeteren om het effect van meervoudige vluchtverstoringen op de passagiers tot een minimum te beperken door te zorgen voor verzorging en herroutering. ZijMet het oog daarop moeten noodplannen opstellenluchthavenbeheersorganen zorgen voor passende coördinatie door middel van een deugdelijk noodplan voor dergelijke gebeurtenissen en moeten zij samenwerken met nationale, regionale of plaatselijke autoriteiten bij het opstellen van zo'n plan. Die plannen moeten worden beoordeeld door de opstelling van dergelijke plannennationale handhavingsinstanties, die indien nodig aanpassingen kunnen verlangen. [Am. 12] |
(10 bis) | Luchtvaartmaatschappijen moeten zorgen voor procedures en gecoördineerd optreden om de benodigde informatie te verschaffen aan gestrande passagiers. In deze procedures moet duidelijk worden aangegeven wie op elke luchthaven verantwoordelijk is voor het regelen van verzorging, bijstand, herroutering of terugbetaling, en moeten tevens de procedures en voorwaarden voor het verlenen van die diensten worden vastgelegd. [Am. 13] |
(10 ter) | Om passagiers bij te staan in geval van vluchtverstoringen of van vertraagde, beschadigde of verloren geraakte bagage, moeten de luchtvaartmaatschappijen contactpunten opzetten op luchthavens waar hun personeel of derde partijen die voor die luchtvaartmaatschappijen werken de passagiers de nodige informatie verstrekken over hun rechten, met inbegrip van klachtenprocedures, en hen helpen onmiddellijk actie te ondernemen. [Am. 14] |
(11) | Verordening (EG) nr. 261/2004 moet expliciet voorzien in het recht op compensatie voor passagiers die te lijden hebben onder langdurige vertraging, overeenkomstig het arrest van het Europees Hof van Justitie in gevoegde zaken C-402/07 en C-432/07 (Sturgeon) en het beginsel van gelijke behandeling, dat vereist dat vergelijkbare situaties niet verschillend mogen worden behandeld. Tegelijk moet De tijdsduur die moet worden overschreden om recht te hebben op compensatie, moet worden verhoogd, onder meer om rekening te houden met de financiële impact op de sector en om te vermijden dat steeds meer vluchten worden geannuleerd. Om homogene compensatievoorwaarden te garanderen. Dat moet ervoor zorgen dat voor burgers die binnen de EU reizen, moet de drempel dezelfde zijn voor alle reizen in de Unie. Voor reizen van enhomogene compensatievoorwaarden gelden. Tegelijkertijd moeten bepaalde drempels worden verhoogd naar derde landen moet deze drempel echter afhankelijk zijngelang van de afstand van de reis, van en naar derde landen, teneinde rekening te kunnen houden met de operationele moeilijkheden waarmee luchtvaartmaatschappijen worden geconfronteerd als zij te kampen hebben met vertragingen op ver weg gelegen luchthavens. Voor wat het compensatiebedrag betreft, moet voor dezelfde vluchtafstand het tarief in alle gevallen hetzelfde zijn. [Am. 15] |
(12) | Om rechtszekerheid te garanderen moet in Verordening (EG) nr. 261/2004 expliciet worden bevestigd dat wijzigingen van vluchtschema's soortgelijke gevolgen hebben voor passagiers als langdurige vertragingen en instapweigering, en dus aanleiding moeten geven tot dezelfde rechten. [Am. 16] |
(13) | Passagiers die een aansluitende vlucht missen vanwege een wijziging van het vluchtschema of een vertraging, moeten voldoende verzorging krijgen terwijl zij wachten op herroutering. Overeenkomstig het beginsel van gelijke behandeling en het arrest van het Hof van Justitie in zaak C-11/11 (Air France vs. Folkerts) moeten dergelijke passagiers compensatie kunnen eisen op soortgelijke basis als passagiers wier vlucht vertraging heeft of geannuleerd is, omdat ook zij met vertraging op hun eindbestemming aankomen. [Am. 17] |
(13 bis) | In principe moet de verplichting om bijstand en herroutering aan te bieden rusten op de luchtvaartmaatschappij die de wijziging van het vluchtschema of de vertraging heeft veroorzaakt. Om de financiële last voor de luchtvaartmaatschappij in kwestie te verlichten, moet de aan de passagier te betalen compensatie echter gerelateerd zijn aan de vertraging van een eerdere aansluitende vlucht op het overstappunt. [Am. 18] |
(13 ter) | Passagiers met een handicap of met beperkte mobiliteit die een aansluitende vlucht missen als gevolg van vertraging die veroorzaakt is door bijstandsdiensten op de luchthaven, moeten passende verzorging ontvangen tijdens het wachten op herroutering. De bedoelde passagiers moeten bij het luchthavenbeheersorgaan compensatie kunnen eisen op soortgelijke basis als passagiers wier vlucht vertraagd is of door de luchtvaartmaatschappij geannuleerd is. [Am. 19] |
(14) | Om de passagiersbescherming te verbeteren, moet worden verduidelijkt dat passagiers in geval van vertraging recht hebben op verzorging en compensatie, ongeacht of zij in de luchthaventerminal wachten of al aan boord van het luchtvaartuig zijn. Aangezien deze laatsten echter geen toegang hebben tot de diensten in de terminal, moeten hun rechten op basisbehoeften en op uitstappen worden versterkt. |
(15) | Als een passagier ervoor gekozen heeft zo snel mogelijk herroutering te krijgen, stellen luchtvaartmaatschappijen vaak als voorwaarde dat er stoelen beschikbaar moeten zijn op hun eigen vluchten en ontzeggen zij de passagier de mogelijkheid op snellere herroutering. Daarom dient te worden bepaald dat luchtvaartmaatschappijen na het verstrijken van een bepaalde tijdsduur herroutering met een andere maatschappij of een andere vervoerswijze moeten aanbieden als dit de voortzetting van de reis kan bespoedigen. Dergelijke alternatieve herroutering kan alleen als er plaatsen beschikbaar zijn. |
(16) | Nu zijn luchtvaartmaatschappijen onbeperkt aansprakelijk voor de accommodatie van hun passagiers in geval van buitengewone omstandigheden van lange duur. AlsLuchtvaartmaatschappijen moeten echter de duur van de accommodatieverstrekking niet wordt beperkt, kan deze onzekere factor de financiële stabiliteit van een luchtvaartmaatschappij in gevaar brengen. Daarom moeten luchtvaartmaatschappijen de verstrekking vanaccommodatie en, wanneer passagiers hun accommodatie zelf regelen, de kosten en verzorging na een bepaalde periode kunnen beperken. Bovendien moeten noodplanning en snelle herroutering het risico op langdurig gestrande passagiers doen afnemen. [Am. 20] |
(17) | Voor bepaalde kleinschalige activiteiten bleek de toepassing van sommige passagiersrechten, met name het recht op accommodatie, niet in verhouding te staan tot de inkomsten van de luchtvaartmaatschappijen. Vluchten met kleine luchtvaartuigen over korte afstanden moeten dan ook worden vrijgesteld van de verplichting om accommodatie te betalen, maar de luchtvaartmaatschappij moet de passagiers nog steeds helpen dergelijke accommodatie te vinden.[Am. 21] |
(18) | Voor gehandicapten, personen met beperkte mobiliteit en andere personen met bijzondere behoeften, zoals onbegeleide kinderen, zwangere vrouwen en personen die behoefte hebben aan specifieke medische bijstand, kan het moeilijker zijn om accommodatie te vinden wanneer hun vlucht wordt verstoord. Daarom gelden de beperkingen op het recht op accommodatie in buitengewone omstandigheden of voor regionale activiteiten nietin geen geval voor deze categorieën passagiers. [Am. 22] |
(18 bis) | Wanneer de in de Unie gevestigde luchtvaartmaatschappij vereist dat personen met een handicap of met beperkte mobiliteit vergezeld worden door een verzorger, moet de verzorger vrijgesteld zijn van de betaling van de toepasselijke luchthavenbelasting. [Am. 23] |
(18 ter) | De dienstverleners moeten ervoor zorgen dat personen met een handicap of met beperkte mobiliteit te allen tijde het recht hebben kosteloos gebruik te maken van de ademhalingsapparatuur met een veiligheidskeurmerk die zich aan boord van het luchtvaartuig bevindt. De Commissie moet in samenwerking met de bedrijfstak en belangenorganisaties van personen met een handicap en met beperkte mobiliteit een lijst van goedgekeurde apparatuur voor medische zuurstof opstellen, waarbij terdege rekening moet worden gehouden met de veiligheidsvereisten. [Am. 24] |
(19) | De luchtvaartmaatschappijen zijn niet als enige verantwoordelijk voor het huidige niveau van langdurige vertragingen en geannuleerde vluchten in de EU. Om alle actoren in de luchtvaartketen aan te sporen om tijdige en efficiënte oplossingen te zoeken en het ongemak van langdurige vertragingen en annuleringen voor de passagiers tot een minimum te beperken, moeten luchtvaartmaatschappijen het recht hebben om verhaal te halen bij derde partijen die hebben bijgedragen tot de gebeurtenissen die tot compensatie of andere verplichtingen hebben geleid. |
(20) | Passagiers moeten niet alleen correcte informatie krijgen over hun rechten in geval van verstoring van de vlucht, wijziging van het vluchtschema en instapweigering, maar ook over de oorzaak van de verstoring, zodra deze informatie beschikbaar is. Deze informatie moet eveneens worden verstrekt door de luchtvaartmaatschappij als de passagier zijn ticket heeft gekocht via een in de Unie gevestigde tussenpersoon. Bovendien moeten de passagiers worden geïnformeerd over de eenvoudigste en snelste vorderings- en klachtenprocedures, zodat zij gebruik kunnen maken van hun rechten. [Am. 25] |
(21) | Om een betere handhaving van passagiersrechten te garanderen, moet de rol van de nationale handhavingsorganen preciezer worden omschreven en duidelijk worden onderscheiden van de behandeling van individuele klachten van passagiers. |
(21 bis) | Om de nationale handhavingsinstanties te helpen bij het handhaven van deze verordening, moeten de luchtvaartmaatschappijen hen voorzien van relevante conformiteitsdocumentatie die aantoont dat zij alle toepasselijke artikelen van deze verordening naar behoren naleven. [Am. 26] |
(21 ter) | Aangezien de commerciële luchtvaart een geïntegreerde Europese markt vormt, zullen maatregelen ter handhaving van de verordening doeltreffender zijn indien ze op Unieniveau worden genomen en indien voor de Commissie een grotere rol is weggelegd. Meer bepaald moet de Commissie ervoor zorgen dat luchtvaartpassagiers zich meer bewust worden van de mate waarin de luchtvaartmaatschappijen voldoen aan de vereisten op het gebied van de passagiersrechten, door een lijst openbaar te maken van luchtvaartmaatschappijen die de verordening stelselmatig niet naleven. [Am. 27] |
(22) | Passagiers moeten passende informatie krijgen over de relevante procedures voor het indienen van vorderingen en klachten bij luchtvaartmaatschappijen, moeten attent worden gemaakt op de daarvoor geldende termijnen, met name die van artikel 16 bis, lid 2, en moeten binnen een redelijkede kortst mogelijke termijn antwoord krijgen. Passagiers moeten ook de mogelijkheid hebben om buitengerechtelijke klachten tegen luchtvaartmaatschappijen in te dienen. De lidstaten moeten voorzien in goed toegeruste bemiddelingsdiensten voor gevallen waarin conflicten tussen passagiers en luchtvaartmaatschappijen niet konden worden opgelost. Aangezien het recht op een doeltreffende voorziening in rechte echter als fundamenteel recht is erkend in artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, mogen dergelijke maatregelen de toegang van passagiers tot rechtbanken niet verhinderen of belemmeren. Met het oog daarop moeten de passagiers altijd het adres en de contactgegevens krijgen van alle instanties die in elk land belast zijn met het vervullen van de desbetreffende formaliteiten. Om de vorderingen soepel, snel en goedkoop te behandelen in zowel gerechtelijke als buitengerechtelijke procedures, dient in het bijzonder te worden verwezen naar online en alternatieve procedures voor geschillenbeslechting en de Europese procedure voor geringe vorderingen. [Am. 28] |
(22 bis) | Een vordering moet altijd worden voorafgegaan door een klacht. [Am. 29] |
(23) | In zaak C-139/11 (Moré vs KLM) heeft het Europees Hof van Justitie verduidelijkt dat de termijnen voor het indienen van compensatievorderingen worden vastgesteld overeenkomstig de nationale wetgeving van elke lidstaat. Voor buitenrechtelijke schikkingen zijn tijdslimieten vastgesteld bij Richtlijn 2013/11/EU van het Europees Parlement en de Raad betreffende alternatieve beslechting van consumentengeschillen(7). [Am. 30] |
(24) | Een regelmatige informatiestroom tussen de Commissie en de handhavingsorganen zou de Commissie in staat stellen de nationale organen beter te controleren, te coördineren en te ondersteunen. |
(25) | Om uniforme voorwaarden voor de tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 261/2004 te garanderen, moeten uitvoeringsbevoegdheden aan de Commissie worden verleend. Deze bevoegdheden moeten worden uitgeoefend overeenkomstig Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad(8). |
(26) | De adviesprocedure moet worden gebruikt voor het vaststellen van uitvoeringsbesluiten met betrekking tot de inhoud van de activiteitenverslagen die de lidstaten bij de Commissie indienen. |
(26 bis) | Om de rechtszekerheid voor passagiers en luchtvaartmaatschappijen te vergroten, moet aan de hand van de werkzaamheden van de nationale handhavingsinstanties en de gerechtelijke uitspraken kunnen worden verduidelijkt wat onder „buitengewone omstandigheden” wordt verstaan. Het is van bijzonder belang dat de Commissie tijdens haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadpleging van de nationale handhavingsinstanties overgaat. De Commissie moet bij de voorbereiding en opstelling van de gedelegeerde handelingen ervoor zorgen dat de desbetreffende documenten tijdig en op gepaste wijze gelijktijdig worden toegezonden aan het Europees Parlement en aan de Raad. [Am. 31] |
(27) | Om te garanderen dat bij verlies of beschadiging van mobiliteitshulpmiddelen de volledige waarde wordt vergoed, moeten luchtvaartmaatschappijen en bijstandsdiensten op de luchthaven personen met een handicap of met beperkte mobiliteit gratisbij het boeken en nogmaals bij het inchecken informeren over de mogelijkheid bieden om een bijzondere belangenverklaring af te leggen waardoor zij, overeenkomstig het Verdrag van Montreal, volledige vergoeding van verlies of schade kunnen eisen. De luchtvaartmaatschappijen moeten de passagiers, telkens wanneer ze een ticket boeken, inlichten over het bestaan van deze verklaring en over de rechten die eruit voortvloeien. [Am. 32] |
(28) | Er heerst soms verwarring bij passagiers over de bagage die zij aan boord mogen meenemen, zowel wat de afmetingen, het gewicht als het aantal stukken bagage betreft. De luchtvaartmaatschappijen moeten dit duidelijk aangegeven bij de boeking en in de luchthaven, zodat de passagiers weten hoeveel hand- en ruimbagage zij volgens hun ticket mogen meenemen. |
(29) | Muziekinstrumenten moeten in de mate van het mogelijke als bagage in de passagierscabine worden aanvaard; als dit niet mogelijk is, moeten ze in passende omstandigheden in het vrachtruim van het luchtvaartuig worden vervoerd. Om ervoor te zorgen dat de betrokken passagiers kunnen beoordelen of hun instrument in de cabine kan worden opgeslagen, moeten de luchtvaartmaatschappijen hen informeren over de omvang van de opslagfaciliteiten. Verordening (EG) nr. 2027/97 moet dienovereenkomstig worden gewijzigd. [Am. 33] |
(30) | Om te garanderen dat de rechten die passagiers genieten uit hoofde van Verordening (EG) nr. 2027/97 correct en consequent worden toegepast, moeten de bij Verordening (EG) nr. 261/2004 aangewezen nationale handhavingsorganen ook toezicht houden op de rechten uit hoofde van Verordening (EG) nr. 2027/97 en deze handhaven. |
(31) | Gezien de korte termijnen voor het indienen van klachten wegens verloren, beschadigde of vertraagde bagage moet er op alle luchthavens een speciale bagageservicebalie worden opgezet waar passagiers bij aankomst een klacht kunnen indienen. Voor dit doeleinde moeten luchtvaartmaatschappijen in de luchthavenpassagiers een klachtenformulier in alle officiële talen van de Unie ter beschikking stellen. Dit kan ook in de vorm van het gemeenschappelijke „Property Irregularity Report (PIR)”. De Commissie moet bij uitvoeringshandeling het formaat van het standaardklachtenformulier vaststellen. [Am. 34] |
(32) | Artikel 3, lid 2, van Verordening (EG) nr. 2027/97 is achterhaald omdat verzekeringskwesties nu geregeld zijn bij Verordening (EG) nr. 785/2004 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de verzekeringseisen voor luchtvervoerders en exploitanten van luchtvaartuigen(9). Het dient te worden geschrapt. |
(33) | De in Verordening (EG) nr. 2027/97 vermelde monetaire beperkingen moeten worden aangepast aan de economische ontwikkelingen, zoals in 2009 bepaald door de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO) overeenkomstig artikel 24, lid 2, van het Verdrag van Montreal. |
(34) | Om de blijvende overeenstemming tussen Verordening (EG) nr. 2027/97 en het Verdrag van Montreal te garanderen, moet de Commissie de bevoegdheid krijgen om handelingen vast te stellen overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Deze bevoegdheid stelt de Commissie in staat de in Verordening (EG) nr. 2027/97 vermelde monetaire beperkingen te wijzigen, in het geval ze worden aangepast door de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO) overeenkomstig artikel 24, lid 2, van het Verdrag van Montreal. |
(35) | Deze verordening moet in overeenstemming zijn met de grondrechten en de beginselen van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, met name inzake consumentenbescherming, het recht op bescherming van persoonsgegevens, het verbod op elke vorm van discriminatie, de integratie van personen met een handicap en het recht op een doeltreffende voorziening in rechte en op een onpartijdig gerecht. |
(35 bis) | Om de passagiersbescherming over de grenzen van de Unie heen te verbeteren, moeten de passagiersrechten aan de orde komen in bilaterale en internationale overeenkomsten. [Am. 35] |
(35 ter) | Op alle luchthavens van de Unie met meer dan een miljoen reizigers per jaar moeten specifieke faciliteiten voor reizigers met een ernstige handicap die verschoon- en toiletfaciliteiten nodig hebben (de zogenaamde „changing places”) gratis beschikbaar zijn. [Am. 36] |
(35 quater) | De door de lidstaten opgezette nationale handhavingsinstanties („NHI's”) hebben niet altijd voldoende bevoegdheden om te zorgen voor doeltreffende bescherming van passagiersrechten. De lidstaten moeten de NHI's derhalve voldoende bevoegdheden geven om sancties op te leggen bij inbreuken en om geschillen tussen passagiers en de sector te beslechten, en alle NHI's moeten alle ontvangen klachten volledig onderzoeken. [Am. 37] |
HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Verordening (EG) nr. 261/2004 wordt als volgt gewijzigd:
-1. | Aan artikel 1, lid 1, wordt het volgende punt toegevoegd:
|
-1 bis. | Aan artikel 1, lid 1, wordt het volgende punt toegevoegd:
|
-1 ter. | In artikel 1 wordt lid 3 geschrapt. [Am. 174/rev] |
1. | Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:
|
2. | Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
|
3. | Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:
|
4. | Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:
|
5. | Artikel 6 wordt vervangen door: „Artikel 6 Langdurige vertraging 1. Als een luchtvaartmaatschappij die een vlucht uitvoert redelijkerwijs verwacht dat de vlucht vertraging zal oplopen of als zij de geplande vertrektijd uitstelt tot na de oorspronkelijk geplande vertrektijd, moet zij de passagiers het volgende aanbieden:
„1 bis.Wanneer de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert de geplande vertrektijd met meer dan drie uur vervroegt, biedt zij passagiers de in artikel 8, lid 1, onder a), gespecificeerde compensatie of de in artikel 8, lid 1, onder b), gespecificeerde herroutering aan. De passagier kan zelf zijn/haar herroutering regelen en kan terugbetaling van de desbetreffende kosten vorderen als de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert verzuimt herroutering als optie aan te bieden krachtens artikel 8, lid 1, onder b).” [Am. 73] 2. Overeenkomstig artikel 7 hebben passagiers recht op compensatie van de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert als de passagier zijn eindbestemming bereikt:
3. Lid 2 is eveneens van toepassing als de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert de geplande vertrek- en aankomsttijden heeft gewijzigd waardoor een vertraging ontstaat ten opzichte van de aankomsttijd van het oorspronkelijke vluchtschema, tenzij de passagier meer dan 15 dagen vóór de oorspronkelijk geplande vertrektijd in kennis was gesteld van de wijziging van het vluchtschema. 4. Een luchtvaartmaatschappij die een vlucht uitvoert, is niet verplicht compensatie te betalen overeenkomstig artikel 7 alsindien zij kan aantonen dat de vertraging of wijziging van het vluchtschema veroorzaakt is doorhet gevolg is van buitengewone omstandigheden en dat de vertraging of wijziging van het vluchtschema ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet kon worden voorkomen. Dergelijke buitengewone omstandigheden kunnen alleen worden ingeroepen als ze een invloed hebben op de desbetreffende vlucht of de vorigedaaraan voorafgaande vlucht die met hetzelfde luchtvaartuig werd uitgevoerd. Indien de luchtvaartmaatschappij niet schriftelijk aantoont dat er sprake is van buitengewone omstandigheden, betaalt zij de in artikel 7 bedoelde compensatie. Het bovenstaande ontslaat de luchtvaartmaatschappijen niet van de verplichting om bijstand te verlenen aan de passagiers overeenkomstig artikel 5, lid 1, onder b). [Am. 75] 5. Als een vertraging op het tarmac meer dan één uur duurt, stelt de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert, met inachtneming van de veiligheidsvoorschriften, gratis toiletfaciliteiten en drinkwater ter beschikking, zorgt zij voor passende verwarming of koeling van de passagierscabine en ziet zij erop toe dat passende medische bijstand beschikbaar is, indien nodig. Als een vertraging op het tarmac de maximumduur van vijftwee uur bereikt, keert het luchtvaartuig terug naar de gate of naar een ander geschikt uitstappunt waar de passagiers kunnen uitstappen en dezelfde bijstand kunnen genieten als vermeld in lid 1, tenzij het luchtvaartuig zijn plaats op het tarmac niet kan verlaten om veiligheids- of beveiligingsredenen.' Na een vertraging van in totaal meer dan drie uur ten opzichte van de oorspronkelijke vertrektijd, genieten passagiers dezelfde bijstand als vermeld in lid 1, met inbegrip van de mogelijkheid van terugbetaling, een terugvlucht of herroutering, als vermeld in artikel 8, lid 1, en worden zij dienovereenkomstig geïnformeerd. [Am. 76]” |
6. | Het volgende artikel wordt ingevoegd: „Artikel 6 bis Gemiste aansluitende vlucht 1. AlsWanneer een passagier een aansluitende vlucht waarvoor hij een reservering heeft, ook wanneer hij op een alternatieve vlucht is geboekt in geval van herroutering, mist ten gevolge van een vertraging of wijziging van het vluchtschema van een voorgaande vlucht, biedt de communautaire luchtvaartmaatschappij van de Unie die de aansluitendevoorafgaande vlucht uitvoert die verantwoordelijk is voor die vertraging of wijziging van het vluchtschema, de passagier het volgende aan: [Am. 77]
2. AlsWanneer een passagier een aansluitende vlucht op een EU-luchthaven mist ten gevolge van een wijziging van het vluchtschema of een vertraging van een voorgaande vlucht die 90 minuten of meer bedraagt, berekend op basis van de aankomsttijd op het overstappunt, heeft hijde passagier recht op compensatie van de communautaire luchtvaartmaatschappij van de Unie die de voorgaandevoorafgaande vlucht uitvoerde, overeenkomstig artikel 6, lid 2. Hiertoe wordt de totale vertraging wordt berekend op basis van de geplande aankomsttijd op de eindbestemming. [Am. 79] 3. Lid 2 laat alle regelingen inzake schadeloosstelling tussen de getroffen luchtvaartmaatschappijen onverlet. 4. Leden 1 en 2 zijn ook van toepassing op luchtvaartmaatschappijen uit derde landen die een aansluitende vlucht uitvoeren van een luchthaven binnen de Unie naar een andere luchthaven binnen de Unie, of van een EU-luchthavenluchthaven binnen de Unie naar een luchthaven buiten de Unie.”[Am. 80] |
7. | Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:
|
8. | Artikel 8 wordt vervangen door: „Artikel 8 Recht op terugbetaling of herroutering 1. Wanneer naar dit artikel wordt verwezen, krijgen de passagiers gratis de keuze tussen drie opties:
2. Lid 1, onder a), is ook van toepassing op passagiers wier vlucht onderdeel is van een pakket, behalve wat het recht op terugbetaling betreft indien Richtlijn 90/314/EEG aanleiding geeft tot dit recht. 2 bis)Lid 1, onder b), is ook van toepassing op gevallen waarin het luchtvaartuig is opgestegen maar vervolgens gedwongen was om te landen op een andere luchthaven dan die van bestemming. Krachtens lid 3 draagt de luchtvaartmaatschappij de kosten van de overbrenging van de passagier van die andere luchthaven naar de luchthaven waarvoor was geboekt. [Am. 86] 3. Als een luchtvaartmaatschappij die een vlucht uitvoert een passagier een vlucht aanbiedt naar of van een andere luchthaven dan die waarvoor was geboekt, draagt de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert de kosten van de overbrenging van de passagier van die andere luchthaven naar de luchthaven waarvoor was geboekt of, wat de luchthaven van bestemming betreft, naar een andere met de passagier overeengekomen nabijgelegen bestemming. [Am. 87] 4. Als de passagier ermee instemt mag voor de in lid 1, onder a), vermelde terugvlucht(en) of de in lid 1, onder b) of c), vermelde herroutering gebruik worden gemaakt van diensten die door een andere luchtvaartmaatschappij worden geëxploiteerd, die een andere route volgen of waarbij gebruik wordt gemaakt van een andere vervoerswijze. 5. Als passagiers de in lid 1, onder b), vermelde optie kiezen, hebben zij, indien beschikbaar en mits er vergelijkbare alternatieven bestaan, het recht op zo snel mogelijke herroutering met een andere luchtvaartmaatschappij of een andere vervoerswijze als de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert de passagier niet met haar eigen diensten binnen 12acht uur na de geplande aankomsttijd ter bestemming kan brengen. Onverminderd artikel 22, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1008/2008(11)mogen de andere luchtvaartmaatschappijen of vervoersexploitanten aan De luchtvaartmaatschappij waarmee het vervoerscontract werd gesloten geen prijs vragen die hoger is dan de gemiddelde prijs die hun eigen passagiersdeelt de passagier binnen 30 minuten na de geplande vertrektijd mee of een tijdige herroutering met haar eigen diensten mogelijk is. De passagier heeft het recht de herroutering met een andere vervoerswijze te weigeren, en behoudt in dat geval zijn/haar recht op de voorbije drie maanden voor gelijkwaardige diensten hebben betaaldin artikel 9 bedoelde verzorging tijdens het wachten op de herroutering. [Am. 88] 6. Telkens als passagiers overeenkomstig lid 1 een volledige of gedeeltelijke herroutering met een andere vervoerswijze krijgen aangeboden, is deze verordeningartikel 6 bis van toepassing op het vervoer met die andere vervoerswijze als betrof het vervoer met een luchtvaartuig met vaste vleugelsovereenkomstig de geldende herrouteringsafspraken tussen de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert en de andere vervoerswijze. De luchtvaartmaatschappij blijft verantwoordelijk voor de toepassing van deze verordening voor de volledige reis.”[Am. 89] |
8 bis. | In artikel 8 wordt het volgende lid ingevoegd: „6 bis.De passagier kan zelf zijn herroutering regelen en de compensatie van de desbetreffende kosten vorderen als de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert, verzuimt herroutering als optie aan te bieden krachtens lid 1, onder b).” [Am. 90] |
9. | Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:
|
-10) | In artikel 10, lid 2, komt de inleidende formule als volgt te luiden: „2.Indien de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert een passagier in een lagere klasse plaatst dan die waarvoor een ticket is gekocht, vindt er, overeenkomstig het bepaalde in artikel 7, lid 3, binnen zeven werkdagen terugbetaling plaats”. [Am. 99] |
10. | In artikel 10, lid 2, onder a), b) en c), wordt de term „prijs van het ticket” vervangen door „prijs van de vlucht”. |
11. | Het volgende lid wordt toegevoegd Aan artikel 11 worden de volgende leden toegevoegd: „3. De luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert, past de in artikel 9, leden 4 en 5, vermelde beperkingen niet toe als de passagier een persoon met beperkte mobiliteit,gehandicapte of een begeleider van een persoon met beperkte mobiliteit of een persoon die de gehandicapte of de persoon met beperkte mobiliteit begeleidt, een onbegeleid kind, een zwangere vrouw of een persoon met specifieke medische behoeften is, voor zover de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert of haar vertegenwoordiger of de organisator minstens 48 uur vóór de geplande vertrektijd van de vlucht in kennis is gesteld van de bijzondere behoeften. Deze kennisgeving geldt voor de volledige reis en de terugreis, als voorindien beide reizen een contract met dezelfde luchtvaartmaatschappij is gesloten.'op hetzelfde ticket staan vermeld. De luchtvaartmaatschappijen zorgen er tevens voor dat geleide- en hulphonden goed worden verzorgd. De informatie over bijstand en de beschikbare regelingen wordt via diverse toegankelijke communicatiemiddelen verstrekt. [Am. 100] „3 bisDe luchtvaartuigbemanning wordt opgeleid om gehandicapte passagiers of passagiers met beperkte mobiliteit behulpzaam te zijn bij het in- en uitstappen van het luchtvaartuig.” [Am. 101] „3 ter.Luchtvaartmaatschappijen mogen een gehandicapte passagier of een passagier met beperkte mobiliteit de toegang tot een luchtvaartuig niet weigeren op grond van het feit dat hij/zij niet wordt begeleid, en mogen niet eisen dat een andere persoon hem/haar systematisch begeleidt;”” [Am. 102] |
11 bis. | Artikel 12, lid 2, wordt vervangen door de volgende tekst: „2.Deze verordening is van toepassing ongeacht enige andere compensatievordering van de passagier. De uit hoofde van deze verordening toegekende compensatie mag niet in mindering worden gebracht op een dergelijke compensatievordering.” [Am. 103] |
12. | Artikel 13 wordt vervangen door: „Artikel 13 Recht op schadevergoeding In gevallen waarin een luchtvaartmaatschappij die een vlucht uitvoert compensatie betaalt of voldoet aan de overige verplichtingen die krachtens deze verordening op haar rusten en onverminderd de bestaande overeenkomsten met derde partijen inzake de afwijzing van aansprakelijkheid die op het moment van het geschil van kracht zijn, mag geen enkele bepaling van deze verordening of van de nationale wetgeving worden uitgelegd als een beperking van het recht van de luchtvaartmaatschappij om, overeenkomstig het toepasselijke recht, te trachten van een persoon, inclusief een derde partij, die heeft bijgedragen tot de gebeurtenis die aanleiding heeft gegeven tot de compensatie of andere verplichtingen, compensatie of volledige terugbetaling te vragen voor de kosten dieverkrijgen van de uit hoofde van deze verordening moeten worden gemaaktgemaakte kosten te vorderen. Deze verordening beperkt met name op geen enkele wijze het recht van de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert om compensatie te eisen of haar kosten terug te vorderen van een luchthaven of een andere derde partij waarmee de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert een overeenkomst heeft'”. [Am. 104] |
13. | Artikel 14 wordt vervangen door: „Artikel 14 Verplichting tot informatieverstrekking aan de passagiers 1. Het luchthavenbeheersorgaan en de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert, zien erop toe dat bij de incheckbalie (waaronder ook zelfbedieningsincheckautomaten) en de boarding gate een duidelijk leesbaar en voor de passagiers duidelijk zichtbaar bericht uithangt met de volgende tekst: „Indien u niet tot uw vlucht wordt toegelaten, of indien deze is geannuleerd of voor minstens twee uur is vertraagd, of indien de geplande vertrektijd van uw vlucht ten opzichte van de oorspronkelijke geplande tijd, die vermeld staat op uw ticket, met ten minste twee uur is vervroegd, vraag dan bij de incheckbalie of bij de boarding gate om de tekst waarin uw rechten vermeld staan, met name uw recht op bijstand en eventuele compensatie”. [Am. 105] 1 bis.De luchtvaartmaatschappijen zetten op elke luchthaven waar zij actief zijn een contactpunt op waar zij zorgen voor de aanwezigheid van een contactpersoon of een door de luchtvaartmaatschappij in kwestie gemachtigde derde partij, die passagiers moet voorzien van de nodige informatie over hun rechten, met inbegrip van klachtenprocedures, en die bijstand moet verlenen en onmiddellijke actie moet ondernemen in geval van geannuleerde of vertraagde vluchten, instapweigeringen en verloren gegane of vertraagde bagage.' Tijdens de werktijden van de luchtvaartmaatschappijen en totdat de laatste passagier is uitgestapt uit het laatste luchtvaartuig, zijn deze contactpunten geopend voor het verlenen van bijstand aan passagiers, onder meer met betrekking tot terugbetaling, herroutering, omboeking en het in ontvangst nemen van klachten. [Am. 106] 1 ter.De luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert, verstrekt de passagiers op elektronische tickets en elektronische en gedrukte versies van instapkaarten duidelijk leesbare en transparante informatie over passagiersrechten en contacten voor hulp en bijstand. [Am. 107] 2. Als een luchtvaartmaatschappij die een vlucht uitvoert, overgaat tot instapweigering ofIngeval van instapweigering, annulering van een vlucht bezorgt zij iedere, vertraging of wijziging van het vluchtschema van ten minste twee uur, brengt de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert de daardoor getroffen passagier zo spoedig mogelijk volledig op de hoogte en bezorgt zij hem een schriftelijke mededeling of een mededeling in elektronische vorm waarin de regels voor compensatie en bijstand overeenkomstig deze verordening uiteengezet zijn uiteengezet, inclusief informatie over eventuele beperkingen overeenkomstig artikel 9, leden 4 en 5.; Zij verstrekt ook elke passagier wiens vlucht minstens twee uur vertraging heeft of waarvan het vluchtschema minstens twee uur wordt gewijzigd, een soortgelijke mededelingook verstrekt zij de betrokken passagier informatie over mogelijke alternatieve vervoerswijzen. Het adres van de luchtvaartmaatschappij waar een klacht kan worden ingediend en de contactgegevens van de bevoegde klachtenbehandelingsorganen die krachtens artikel 16 bis zijn aangewezen, worden eveneens schriftelijk aan de passagiers verstrekt. [Am. 108] 3. Ten behoeve van gehandicapten of personen met beperkte mobiliteit, met name blinden en visueel gehandicapten wordt het bepaalde van dit artikel met behulp van alternatieve passende middelen en in een passende vorm toegepast. [Am. 109] 4. Het luchthavenbeheersorgaan ziet erop toe dat algemene informatie over passagiersrechten duidelijk en zichtbaar wordt uitgehangen in de passagierszones van de luchthaven. Uitgaand van de ontvangen informatie ziet zij ziet er ook op toe dat de passagiers die aanwezig zijn inop de luchthaven informatie krijgen over de oorzaken van en hun rechten bij vertragingen en vluchtverstoringen, zoals de annulering van hun vlucht, en over hun rechten als de luchtvaartmaatschappij onverwacht haar activiteiten stopzet, bijvoorbeeld ten gevolge van insolventie of de intrekking van haar exploitatievergunning. [Am. 110] 5. In geval van annulering of vertraging bij vertrek verstrekt de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert, de passagiers zo snel mogelijk,informatie over de situatie, waaronder de oorzaak van de verstoring, zodra deze informatie beschikbaar is, en uiterlijk 30 minuten na de geplande vertrektijd, informatie over de situatie en over de verwachte vertrektijd, zodra deze informatie beschikbaar is, voor zover de luchtvaartmaatschappij de contactgegevens van de passagier heeft ontvangen overeenkomstig leden 6 en 7, in geval het ticket via een tussenpersoon is gekocht. [Am. 111] 5 bis.De luchtvaartmaatschappij heeft bij de incheckbalie en de boarding gate documenten beschikbaar die het charter van de rechten van luchtvaartpassagiers in de Europese Unie bevatten en die haar personeel desgevraagd aan luchtvaartpassagiers verstrekt. De Commissie actualiseert dit charter bij elke substantiële wijziging van de rechten van luchtvaartpassagiers. [Am. 112] 5 ter.De luchtvaartmaatschappijen verlenen toegankelijke en doeltreffende telefonische bijstand aan alle passagiers vanaf het moment waarop een vlucht geboekt wordt; deze dienst omvat de verstrekking van informatie en alternatieve voorstellen in het geval van een verstoring en mag in geen geval duurder zijn dan een lokaal telefoongesprek. [Am. 113] 6. Als de passagier zijn ticket niet rechtstreeks koopt bij de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert maar bij een in de Unie gevestigde tussenpersoon, verstrekt dezedie tussenpersoon de contactgegevens van de passagier aan de luchtvaartmaatschappij, voor zover de passagier daartoe uitdrukkelijk en schriftelijkdaarvoor toestemming heeft gegeven. DezeDie toestemming mag alleen worden gegeven op „opt in”-basis. De luchtvaartmaatschappij mag deze contactgegevens uitsluitend gebruiken om de bij dit artikel vastgestelde informatieverplichting na te komen en niet voor marketingdoeleinden; zij schrapt de contactgegevens binnen 72 uur na uitvoering van het vervoerscontract. De toestemming van de passagier voor het doorgeven van zijn contactgegevens aan de luchtvaartmaatschappij en met de verwerking, raadpleging en opslag van dezedie gegevens vindenvindt plaats overeenkomstig Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad(*2). [Am. 114] 7. Een tussenpersoon wordt vrijgesteld van de toepassingverplichtingen uit hoofde van lid 6 als hij kan aantonen dat er een alternatief systeem bestaat dat garandeert dat de passagier in kennis wordt gesteld zonder dat de relevante contactgegevens hoeven te worden meegedeeld of indien de passagier ervoor heeft gekozen zijn contactgegevens niet op te geven. [Am. 115] 7 bis.De dienstverlener biedt eenvoudige toegang tot nauwkeurige en objectieve informatie over de milieueffecten (waaronder die met betrekking tot het klimaat) en energie-efficiëntie van hun reis. Die informatie wordt duidelijk zichtbaar op de website van luchtvaartmaatschappijen en touroperators bekendgemaakt en op het ticket vermeld. De Commissie ondersteunt de lopende werkzaamheden op dit gebied. [Am. 116] 7 ter.Onverminderd de verplichtingen krachtens lid 2 wordt in elke elektronische mededeling aan de passagier waarmee deze in kennis wordt gesteld van een annulering, lange vertraging of wijziging van het vluchtschema, prominent vermeld dat de passagier mogelijk recht heeft op compensatie en/of bijstand krachtens deze verordening. |
14. | Artikel 16 wordt vervangen door: „Artikel 16 Handhaving 1. Elke lidstaat wijst een nationaal handhavingsorgaannationale handhavingsinstantie aan die verantwoordelijk is voor de handhaving van de verordening met betrekking tot inbreuken op deze verordening op luchthavens die zich op het grondgebied van deze lidstaat bevinden, vluchten vanopvanaf de luchthavens die zich op het grondgebied van deze lidstaat bevinden en met betrekking tot vluchten vanuit een derde land naar deze luchthavens. De lidstaten delen de Commissie mee welk orgaan overeenkomstig dit lid is aangewezen. [Am. 118] 2. Het nationaal handhavingsorgaanDe nationale handhavingsinstantie houdt nauwlettend toezicht op de naleving van de voorschriften van deze verordening en neemt de nodige maatregelen om te garanderen dat de rechten van de passagiers worden gerespecteerd. Met het oog daarop verstrekken luchtvaartmaatschappijen en luchthavenbeheersorganen op verzoek de relevante documenten aan hetde nationale handhavingsorgaanhandhavingsinstantie uiterlijk één maand nadat deze daarom heeft verzocht, onverminderd de verplichtingen van luchtvaartmaatschappijen overeenkomstig artikel 14 bis. Om zijnhaar taken te kunnen uitvoeren houdt hetde nationale handhavingsorgaanhandhavingsinstantie ook rekening met de informatie die hetzij ontvangt van het bij artikel 16 bis aangewezen orgaan. Het mag ook besluitenZij neemt handhavingsmaatregelen te nemen op basis van individuele klachten die het zij heeft ontvangen van het bij artikel 16 bis aangewezen orgaan. De lidstaten zorgen ervoor dat hun nationale handhavingsinstantie over voldoende bevoegdheden beschikt om ingeval van inbreuk effectief sancties op te leggen. [Am. 119] 2 bis.De luchtvaartmaatschappijen verstrekken de nationale handhavingsinstantie proactief uitgebreide informatie wat betreft het op handen zijn van technische problemen, met name over de redenen ervan. De nationale handhavingsinstantie geeft deze informatie door aan de in artikel 16 bis, lid 3, bedoelde instanties verantwoordelijk voor buitengerechtelijke beslechting van geschillen. [Am. 120] 3. De door de lidstaten vastgestelde sancties voor inbreuken op deze verordening moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn, en moeten volstaan om luchtvaartmaatschappijen financieel te stimuleren om op consistente wijze aan deze verordening te voldoen. [Am. 121] 4. Indien bij de artikelen 16 en 16 bis verschillende organen zijn aangewezen,Overeenkomstig Richtlijn 2013/11/EU worden rapporteringsmechanismensamenwerkingsmechanismen opgezet om de uitwisseling van informatie tussen die organen te garanderen, zodat hetde nationale handhavingsorgaan zijnhandhavingsinstantie en het op grond van artikel 16 bis aangewezen orgaan. Deze samenwerkingsmechanismen bestaan onder meer in wederzijdse informatie-uitwisseling om de nationale handhavingsinstantie te helpen bij het verrichten van haar toezichts- en handhavingstaken kan uitvoeren en het bij artikel 16 bis opgerichte orgaan bij het verzamelen van de benodigde informatie kan verzamelen die nodig is omen het verwerven van de benodigde technische expertise voor de behandeling van individuele klachten te onderzoeken. [Am. 122] 5. Voor elk jaar publiceert het nationaal handhavingsorgaande nationale handhavingsinstantie uiterlijk eind april van het volgende kalenderjaar statistieken over zijn activiteiten, waaronder de opgelegde sancties. De nationale handhavingsinstantie publiceert op hetzelfde moment en op basis van gegevens die de luchtvaartmaatschappijen en luchthavenbeheersorganen verplicht bijhouden en verstrekken, statistieken omtrent het aantal en de aard van klachten, het aantal instapweigeringen en vertragingen en de duur hiervan en gegevens over verloren, vertraagde of beschadigde bagage. [Am. 123] 6. De luchtvaartmaatschappijen delen contactgegevens voor de onder deze verordening vallende kwesties mee aan de nationale handhavingsorganen van de lidstaten waarin zij actief zijn.'In afwachting van de omzetting van de bepalingen van Richtlijn 2013/11/EU door de lidstaten, kan iedere passagier op elke op het grondgebied van een lidstaat gelegen luchthaven bij elke aangewezen nationale handhavingsinstantie een klacht indienen over een vermeende inbreuk op deze verordening op een op het grondgebied van een lidstaat gelegen luchthaven of met betrekking tot vluchten vanaf elke op het grondgebied van een lidstaat gelegen luchthaven of vluchten vanuit een derde land naar deze luchthavens.” [Am. 124] |
14 bis. | het volgende artikel wordt ingevoegd: „Artikel 16 bis Conformiteitsdocumenten 1.Vóór 1 januari 2016 stellen de in de Unie gevestigde luchtvaartmaatschappijen een document op dat redelijk gedetailleerd aantoont dat hun exploitatieprocedures volstaan om te waarborgen dat zij op consistente wijze voldoen aan alle relevante artikelen van deze verordening, en dienen dit in bij de nationale handhavingsinstantie van de lidstaat die hun exploitatievergunning conform Verordening (EG) nr. 1008/2008 heeft afgegeven, en bij de Commissie. 1 bis.De Commissie kan uitvoeringshandelingen vaststellen waarin de minimale inhoud van deze conformiteitsdocumenten wordt vastgesteld. Tot de minimale inhoud behoren op zijn minst de noodplannen voor ernstige verstoringen, de vermelding wie verantwoordelijk zijn voor het verlenen van bijstand en andere rechten, de praktische regelingen en procedures voor de behandeling van klachten en de verlening van bijstand en compensatie, en de procedures en standaardformulieren voor de communicatie met passagiers. Die uitvoeringshandelingen worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 16 quater, lid 2, bedoelde raadplegingsprocedure. 2.Alle overige luchtvaartmaatschappijen die diensten vanuit luchthavens van de Unie uitvoeren, dienen een conformiteitsdocument in bij de nationale handhavingsinstanties van alle lidstaten waarin zij actief zijn, en bij de Commissie. 3.Met ingang van 1 januari 2019 herzien de luchtvaartmaatschappijen om de drie jaar hun conformiteitsdocument en dienen zij bij de relevante nationale handhavingsinstantie(s) en bij de Commissie een bijgewerkte versie ervan in. 4.De nationale handhavingsinstantie houdt rekening met de door de luchtvaartmaatschappijen ingediende conformiteitsdocumenten en toetst, indien mogelijk, de juistheid ervan aan informatie over klachten.” [Am. 125] |
15. | De volgende artikelen worden ingevoegd: „Artikel 16 bis Vorderingen en klachten van passagiers 1. Op het ogenblik van de reservatieDe luchtvaartmaatschappijen of ticketverkopers in de zin van artikel 2, onder d), van Verordening (EG) nr. 2111/2005 verstrekken luchtvaartmaatschappijen de passagiers informatie over hun procedurede procedures van de luchtvaartmaatschappij voor de behandeling van vorderingen en klachten en de daarvoor geldende termijn overeenkomstig lid 2 van dit artikel in verband met de in deze verordening uiteengezette rechten en over de relevante contactadressen waar de passagiers vorderingen en klachten kunnen indienen, inclusief via elektronische weg. De luchtvaartmaatschappijen en, indien van toepassing de organisatoren, verstrekken de passagiers ook informatie over het orgaan of de organen dat (die) bevoegd is (zijn) voor de behandeling van klachten van passagiers, als aangewezen door de lidstaten op grond van dit artikel en artikel 16 bis. De relevante informatie wordt verstrekt tijdens het boeken, is voor iedereen toegankelijk, wordt duidelijk vermeld op het ticket van de passagier en op de websites van de luchtvaartmaatschappij, wordt uitgedeeld aan de balie van de luchtvaartmaatschappij op luchthavens en wordt vermeld in het e-mailbericht waarmee passagiers in kennis worden gesteld van de vertraging of annulering van hun vlucht. De passagiers krijgen desgevraagd een klachtenformulier overhandigd. [Am. 126] 1 bis.De bewijslast inzake de informatievoorziening aan de passagiers berust bij de luchtvaartmaatschappij. [Am. 127] 2. Als een passagier bij de luchtvaartmaatschappij klacht wenst in te dienen met betrekking tot zijn rechten uit hoofde van deze verordening, moet hij deze uiterlijk drie maanden na de datum waarop de vlucht plaatsvond of was gepland bij de luchtvaartmaatschappij indienen. Het indienen van een klacht binnen drie maanden en na afloop van deze termijn van drie maanden, doet geen afbreuk aan het recht van de passagier om zijn aanspraken uit hoofde van deze verordeningen te handhaven in het kader van een gerechtelijke procedure of via niet-gerechtelijke bemiddeling. Binnen 7 dagenzeven werkdagen na ontvangst van de klacht bevestigt de luchtvaartmaatschappij de ontvangst van de klacht aan de passagier. Binnen twee maanden na ontvangst van de klacht geeft de luchtvaartmaatschappij de passagier een volledig antwoord. Wanneer de luchtvaartmaatschappij niet binnen twee maanden een volledig antwoord geeft, wordt zij geacht de vorderingen van de passagier te hebben aanvaard. Wanneer de luchtvaartmaatschappij zich op buitengewone omstandigheden beroept, moet zij in haar antwoord de passagier de specifieke omstandigheden meedelen die tot de annulering of vertraging hebben geleid. Bovendien moet de luchtvaartmaatschappij aantonen dat ze alle redelijke maatregelen heeft genomen om de annulering of vertraging te vermijden. In haar volledige antwoord deelt de luchtvaartmaatschappij de betrokken passagier ook de relevante contactgegevens van het in lid 3 bedoelde aangewezen orgaan mee, waaronder diens postadres, telefoonnummer, e-mailadres en website. [Am. 128] 3. Overeenkomstig de relevante EU-wetgeving en nationale wetgevingDe lidstaten zien erop toe dat luchtvaartpassagiers geschillen met luchtvaartmaatschappijen over de bij deze verordening vastgestelde rechten en plichten kunnen indienen bij onafhankelijke, doeltreffende en efficiënte instanties voor buitengerechtelijk geschillenbeslechting. Daartoe wijst elke lidstaat een nationaal orgaan of organen aan dat (die) verantwoordelijk is (zijn) voor de buitengerechtelijke beslechting van geschillen tussen luchtvaartmaatschappijen en passagiers met betrekking tot de rechten uit hoofde van deze verordening. Deze organen moeten andere organen zijn dan de in artikel 16 lid 1 aangewezen handhavingsinstantie. De lidstaten zien erop toe dat die organen bevoegd zijn om het onderliggende geschil tussen luchtvaartpassagiers en luchtvaartmaatschappijen te beslechten door middel van een voor beide partijen juridisch bindende en afdwingbare uitspraak. Voor geschillen die onder de werkingssfeer van Richtlijn 2013/11/EU vallen, is alleen die richtlijn van toepassing. Alle luchtvaartmaatschappijen die betrokken zijn bij vluchten van een luchthaven op het grondgebied van een lidstaat of van een derde land naar deze luchthavens passen het in Richtlijn 2013/11/EU bedoelde systeem voor alternatieve geschillenbeslechting toe, dat zal zorgen voor een eenvoudige, snelle en goedkope buitengerechtelijke oplossing van geschillen tussen passagiers en luchtvaartmaatschappijen. [Am. 129] 4. ElkeBij ontvangst van het volledige antwoord van de luchtvaartmaatschappij kan de passagier magin kwestie bij elk krachtens lid 3 aangewezen nationaal orgaan voor buitengerechtelijke geschillenbeslechting een klacht indienen over een vermeende inbreuk op deze verordening op een luchthaven op het grondgebied van een lidstaat of met betrekking tot een vlucht van een luchthaven op het grondgebied van een lidstaat of van een derde land naar een luchthaven op dat grondgebieddeze luchthavens. Dergelijke klachten mogen ten vroegste twee maanden na het indienenkunnen worden ingediend binnen een van tevoren gespecificeerde termijn, die wordt gesteld op niet minder dan een jaar nadat de passagier de klacht of vordering bij de betrokken luchtvaartmaatschappij wordenin kwestie heeft ingediend, tenzij de luchtvaartmaatschappij al een definitief antwoord op de klacht heeft gegeven. [Am. 130] 4 bis.Indien wordt vastgesteld dat de luchtvaartmaatschappij in gebreke is gebleven, stelt het klachtenbehandelingsorgaan de nationale handhavingsinstantie hiervan in kennis, dat overeenkomstig artikel 16 bis, lid 2, maatregelen neemt om handhaving te waarborgen. [Am. 131] 5. Binnen zeven dagen na ontvangstWanneer een aangewezen orgaan een klacht heeft ontvangen, stelt het de partijen bij het geschil in kennis zodra het alle documenten met de informatie over de klacht heeft ontvangen. Het stuurt een kopie van de klacht bevestigt het aangewezen orgaandocumenten in verband met de ontvangst van de klacht en stuurt het een kopie naar hetde betrokken nationale handhavingsorgaanhandhavingsinstantie. De klager moet uiterlijk binnen drie maanden na ontvangst van de klacht90 kalenderdagen nadat het aangewezen orgaan het volledige klachtendossier heeft ontvangen een definitief antwoord krijgen. Het nationaal handhavingsorgaanDe nationale handhavingsinstantie ontvangt eveneens een kopie van het definitieve antwoord. [Am. 132] 5 bis.Luchtvaartmaatschappijen delen aan de uit hoofde van dit artikel aangewezen organen van de lidstaten waar zij hun activiteiten uitvoeren hun contactgegevens mee, zodat zij kunnen worden gecontacteerd voor de onder deze verordening vallende kwesties. [Am. 133] 5 ter.Wanneer veiligheidsredenen worden ingeroepen krachtens deze verordening, ligt de bewijslast bij de luchtvaartmaatschappij. [Am. 134] Artikel 16 bis bis De lidstaten zetten goed toegeruste, gratis en onafhankelijke bemiddelingsorganen op om te helpen bij het zoeken naar oplossingen voor conflicten tussen de passagiers en de luchtvaartmaatschappijen en dienstverleners van andere vervoerswijzen. [Am. 135] Artikel 16 ter Samenwerking tussen lidstaten en de Commissie 1. De Commissie steunt de dialoog en bevordert de samenwerking tussen de lidstaten over de nationale interpretatie en toepassing van deze verordening via het in artikel 16 quater vermelde comité. [Am. 136] 2. De lidstaten verstrekken de Commissie jaarlijks en uiterlijk eind april van het volgende kalenderjaar een verslag over hun activiteiten, met inbegrip van de in artikel 16, lid 5, bedoelde statistieken. De Commissie kan aan de hand van uitvoeringsbesluiten een beslissing nemen over de kwesties die in deze verslagen aan bod moeten komen. Deze uitvoeringsbesluiten worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 16 quater vermelde procedure. [Am. 137] 3. De lidstaten verstrekken de Commissie regelmatig relevante informatie over de manier waarop zij de verordening toepassen en interpreteren. De Commissie stelt deze informatie in elektronisch formaat ter beschikking van andere lidstaten. 4. Op verzoek van een lidstaat of op eigen initiatief onderzoekt de Commissie gevallen waarin bepalingen van deze verordening, met name met betrekking tot buitengewone omstandigheden, verschillend worden geïnterpreteerd en gehandhaafd, en verduidelijkt zij de bepalingen van de verordening teneinde een gemeenschappelijke benadering te bevorderen. Daartoe kan de Commissie een aanbeveling vaststellen, na raadpleging van het in artikel 16 quater vermelde comité. 5. Op verzoek van de Commissie onderzoeken de nationale handhavingsorganen specifieke verdachte praktijken van een of meerdere luchtvaartmaatschappijen en brengen zij binnen vier maanden na het verzoek bij de Commissie verslag uit van hun bevindingen. 5 bis.De Commissie en de lidstaten zetten voor de hele Unie een mechanisme op dat bestaat uit alle krachtens de artikelen 16 en 16 bis aangewezen organen en dat moet zorgen voor de uitwisseling tussen lidstaten van informatie over inbreuken, sancties en optimale handhavingspraktijken. De Commissie stelt deze informatie in elektronische vorm ter beschikking van alle lidstaten. [Am. 138] 5 ter.De nationale handhavingsinstanties verstrekken desgevraagd informatie en relevante documenten over individuele gevallen van inbreuk aan de Commissie. [Am. 139] 5 quater.De Commissie publiceert uiterlijk op 1 mei 2015 op haar website een lijst van alle in de Unie opererende luchtvaartmaatschappijen die systematisch verzuimen om de bepalingen van deze verordening na te leven, en werkt deze lijst regelmatig bij. Ongeacht grootte of nationaliteit beschouwt de Commissie een luchtvaartmaatschappij waarvan zij bewijzen heeft ontvangen over inbreuken overeenkomstig artikel 16 ter, lid 5 ter, waarvan passagiers op meer dan tien verschillende vluchten in één kalenderjaar het slachtoffer zijn geworden, en die betrekking hebben op meer dan één artikel van deze verordening, als een luchtvaartmaatschappij die systematisch verzuimt om aan deze verordening te voldoen. [Am. 140] Artikel 16 quater Comitéprocedure 1. De Commissie wordt bijgestaan door het Comité inzake passagiersrechten, dat is samengesteld uit twee vertegenwoordigers van elke lidstaat, waarvan minstens één een nationaal handhavingsorgaan vertegenwoordigt. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011. 2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 4 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.” |
(15 bis) | Het volgende artikel wordt ingevoegd: „Artikel 16 quater bis Gedelegeerde handelingen De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 16 quater ter gedelegeerde handelingen vast te stellen ter aanvulling van de volledige lijst van omstandigheden die als buitengewone omstandigheden worden gezien, met punten die voortvloeien uit de werkzaamheden van de nationale handhavingsinstanties en de arresten van het Europese Hof van Justitie.” [Am. 141] |
(15 ter) | Het volgende artikel wordt ingevoegd: „Artikel 16 quater ter Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie 1.De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden. 2.De in artikel 16 quater bis bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen wordt aan de Commissie toegekend voor een termijn van vijf jaar met ingang van …(*3). De Commissie stelt uiterlijk negen maanden voor het einde van de termijn van vijf jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend met termijnen van dezelfde duur verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden voor het einde van elke termijn tegen deze verlenging verzet. 3.Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 16 quater bis bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet. 4.Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad. 5.Een overeenkomstig artikel 16 quater bis vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van die termijn de Commissie hebben meegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd.” [Am. 142] |
16. | Artikel 17 wordt vervangen door: „Artikel 17 Verslag De Commissie brengt uiterlijk op 1 januari 2017 bij het Europees Parlement en de Raad verslag uit over de werking en de resultaten van deze verordening, met name wat betreft het effect op de compensaties voor langdurige vertraging en de beperking van de accommodatie in buitengewone omstandigheden van lange duur, kwesties in verband met de interpretatie van buitengewone omstandigheden, de door de nationale handhavingsinstanties gepubliceerde statistieken over hun activiteiten, onder andere over sancties en hun bevindingen over handelwijzen van luchtvaartmaatschappijen die op inbreuken wijzen, de geboekte vooruitgang bij de oprichting van nationale organen die verantwoordelijk zijn voor buitengerechtelijke geschillenbeslechting en de activiteiten van deze organen. De Commissie brengt ook verslag uit over de verbeterde bescherming van passagiers op vluchten vanuit derde landen die door niet-communautaireniet in de Unie gevestigde luchtvaartmaatschappijen worden uitgevoerd, in het kader van internationale luchtvervoersovereenkomsten. De Commissie brengt tevens verslag uit over de doeltreffendheid van de door de in artikel 16 bedoelde organen vastgestelde maatregelen en sancties en over de mogelijke behoefte aan een geharmoniseerde aanpak. Dit verslag gaat indien nodig vergezeld van wetgevingsvoorstellen.”[Am. 143] |
17. | Bijlage I bij deze verordening wordt als bijlage I toegevoegd aan Verordening (EG) nr. 261/2004. |
Artikel 2
Verordening (EG) nr. 2027/97 wordt als volgt gewijzigd:
1. | Artikel 3, lid 2, wordt vervangen door: „2. Op alle luchthavens in de communautaire luchtvaartmaatschappij steltUnie zetten de in de Unie gevestigde luchtvaartmaatschappijen en de namens hen optredende verleners van grondafhandelingsdiensten een dienst op die de luchthaven een klachtenformulier ter beschikkingpassagiers voorziet van klachtenformulieren waarmee de passagierzij onmiddellijk een klacht kankunnen indienen wegens beschadigde of vertraagde bagage bij aankomst. Ook verstrekken de in de Unie gevestigde luchtvaartmaatschappijen de passagier op diens verzoek. een dergelijk klachtenformulier bij hun incheckbalie of bij hun servicebalie op de luchthaven, of bij beide, en maken zij het klachtenformulier beschikbaar op hun website. Het klachtenformulier, dat de vorm kan aannemen van een Property Irregularity Report (PIR), wordt door de luchtvaartmaatschappij op de luchthaven aanvaard als een klacht uit hoofde van artikel 31, lid 2, van het Verdrag van Montreal. Deze mogelijkheid heeft geen invloed op het recht van de passagier om via andere middelen een klacht in te dienen binnen de in het Verdrag van Montreal gesteldevoorgeschreven termijnen. 2 bis.De Commissie kan uitvoeringshandelingen vaststellen waarbij de vorm van het standaardklachtenformulier wordt vastgesteld. Die uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in artikel 6 septies, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.” [Am. 144] |
2. | Artikel 5, lid 2, wordt vervangen door: „2. Onverminderd lid 1 moet het voorschot in geval van overlijden ten minste het equivalent in euro van 18 096 SDR per passagier bedragen. De Commissie krijgt de bevoegdheid om, door middel van een gedelegeerd besluit overeenkomstig artikel 6 quater, dit bedrag aan te passen in het licht van een beslissing van de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie overeenkomstig artikel 24, lid 2, van het Verdrag van Montreal. Elke wijziging in het bovenvermelde bedrag zal ook tot een wijziging van het overeenkomstige bedrag in de bijlage leiden.” |
2 bis. | Aan artikel 5 wordt het volgende lid toegevoegd: „3 bisIndien bagage verloren gegaan of vertraagd of beschadigd is, verlenen luchtvaartmaatschappijen eerst compensatie aan de passagier met wie zij een overeenkomst hebben gesloten, voordat zij enige vordering kunnen instellen tegen de luchthavens of dienstverleners wegens de schade, waarvoor zij niet noodzakelijkerwijs verantwoordelijk zijn.” [Am. 145] |
3. | De volgende zin wordt toegevoegd aan artikel 6, lid 1: „De Commissie krijgt de bevoegdheid om, door middel van een gedelegeerd besluit overeenkomstig artikel 6 quater, de in de bijlage vermelde bedragen, met uitzondering van het in artikel 5, lid 2, vermelde bedrag, aan te passen in het licht van een beslissing van de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie overeenkomstig artikel 24, lid 2, van het Verdrag van Montreal.” |
4. | De volgende artikelen worden ingevoegd: „Artikel 6 bis 1. Bij het vervoer van ingecheckte rolstoelen of andere mobiliteits- of hulpmiddelen biedtwijzen de luchtvaartmaatschappij en haar agenten passagiers op hun rechten en bieden zij elke gehandicapte of persoon met beperkte mobiliteit, zoals gedefinieerd in artikel 2, onder a), van Verordening (EG) nr. 1107/2006(*4) de keuzemogelijkheid aan om bij de boeking of ten laatste wanneer de hulpmiddelen aan de luchtvaartmaatschappij worden overgedragen gratis een bijzondere belangenverklaring af te leggen, overeenkomstig artikel 22, lid 2, van het Verdrag van Montreal. De Commissie stelt uitvoeringshandelingen vast ter bepaling van het modelformulier dat voor zo'n belangenverklaring moet worden gebruikt. Die uitvoeringshandelingen worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 6 septies, lid 2, bedoelde raadplegingsprocedure. [Am. 146] 2. In geval van vernieling, verlies of beschadiging van mobiliteitshulpmiddelen is de aansprakelijkheid van de luchtvaartmaatschappij beperkt tot het bedrag dat de passagier heeft aangegeven op het ogenblik dat de ingecheckte mobiliteitshulpmiddelen werden overhandigd aan de communautaire luchtvaartmaatschappij. 3. In geval van vernieling, verlies, beschadiging of vertraging bij het vervoer van ingecheckte rolstoelen of andere mobiliteits- of hulpmiddelen is de aansprakelijkheid van de communautaire luchtvaartmaatschappij beperkt tot het bedrag dat de passagier heeft aangegeven, tenzij de luchtvaartmaatschappij aantoont dat de gevorderde som groter is dan het werkelijke belang bij de aflevering op de bestemming. 3 bisDe luchtvaartmaatschappijen zorgen ervoor dat passagiers hun rolstoelen en kinderwagens tot aan de boarding gate kunnen gebruiken, en dat deze bij de deur van het luchtvaartuig aan hen worden teruggegeven zonder hiervoor extra kosten te rekenen. Indien dit om veiligheidsredenen niet mogelijk is, bieden de luchtvaartmaatschappijen de passagiers zonder extra kosten een alternatief mobiliteitsmiddel in de terminal van de luchthaven totdat ze hun rolstoel kunnen ophalen. Indien de bedoelde veiligheidsredenen rechtstreeks samenhangen met de terminal, is het de verantwoordelijkheid van de luchthavenbeheersautoriteit te zorgen voor de in dit lid bedoelde alternatieve mobiliteitsmiddelen. [Am. 147] Artikel 6 ter 1. Het bij artikel 16 van Verordening (EG) nr. 261/2004 aangewezen nationaal handhavingsorgaan ziet toe op de naleving van deze verordening, en met name op:
2. Met het oog op het toezicht op de bescherming van passagiers met beperkte mobiliteit en gehandicapte passagiers in geval van beschadiging van hun mobiliteits- of andere hulpmiddelen, onderzoekt hetde nationale handhavingsorgaanhandhavingsinstantie ook de informatie over klachten inzake mobiliteitshulpmiddelen die zijn ingediend bij de krachtens artikel 16 bis van Verordening (EG) nr. 261/2004 aangewezen organen, en houdt het rekening met deze informatie. [Am. 148] 3. De door de lidstaten vastgestelde sancties voor inbreuken op deze verordening moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn. 4. In hun jaarverslagen overeenkomstig artikel 16, lid 6, van Verordening (EG) nr. 261/2004 publiceren de nationale handhavingsorganen ook statistieken over hun activiteiten en over de sancties die zij hebben opgelegd in verband met de toepassing van deze verordening. Artikel 6 quater 1. De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden. 2. De in artikel 6, lid 1, bedoelde bevoegdheidsdelegatiebevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend voor onbepaalde tijdeen termijn van vijf jaar met ingang van ....(*5) De datumCommissie stelt uiterlijk negen maanden voor het einde van inwerkingtreding vande termijn van vijf jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend met termijnen van dezelfde duur verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden voor het einde van elke termijn tegen deze verordeningverlenging verzet. [Am. 149] 3. Het Europees Parlement of de Raad kan de in de artikel 6, lid 1, bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet. 4. Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad. 5. Een overeenkomstig artikel 6, lid 1, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad vóór het verstrijken van de termijn van twee maanden de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd. Artikel 6 quinquies 1. Luchtvaartmaatschappijen genieten volledige commerciële vrijheid om de voorwaarden voor het vervoer van bagage vast te stellen, maar zij moeten duidelijk aangegeven, zowel bij de boeking als aangeven in een vroeg stadium van het boekingsproces via alle gebruikte distributiekanalen, inclusief gecomputeriseerde reserveringssystemen, en bij de incheckbalies (en aan zelfbedienings-incheckautomaten) duidelijk aan hoeveel bagage passagiers maximaal mogen meenemen in de cabine en het ruim van het luchtvaartuig op elk van de vluchten waarvoor de passagier een reservering heeft, inclusief eventuelede opgelegde beperkingen op het aantal stukken bagage die binnen een maximaal toegestane hoeveelheid bagage. Alszullen worden toegepast en welke beperkingen eventueel voor aankopen op luchthavens gelden. De bijzonderheden van extra heffingen in rekening worden gebracht voor het vervoer van bagage, moetenworden door de luchtvaartmaatschappijen de bijzonderheden van die heffingen duidelijk aangeven bij de boekingin een vroeg stadium van het boekingsproces en, op verzoek, in de luchthaven, op een duidelijke, transparante en eenduidige manier verstrekt. Basisreisdiensten en extra heffingen moeten duidelijk herkenbaar zijn en moeten los van elkaar kunnen worden gekocht. [Am. 150] 1 bis.Het is passagiers toegestaan bovenop de maximaal toegestane hoeveelheid handbagage kosteloos essentiële persoonlijke artikelen zoals jassen en handtassen mee aan boord te nemen, met inbegrip van ten minste een gestandaardiseerde zak van een luchthavenwinkel. [Am. 151] 1 ter.Onverminderd Verordening (EG) nr. 1107/2006 mag de toegestane hoeveelheid handbagage worden uitgedrukt in maximumafmetingen en/of maximumgewicht van het totaal aan toegestane handbagage per passagier, maar zonder beperking op het specifieke aantal mee te nemen stukken. [Am. 152] 2. Als toegestane stukken handbagage wegens buitengewone omstandigheden, zoals veiligheidsredenen of een wijziging van het type luchtvaartuig na De boeking, niet in de cabine mogen worden meegenomen, mag de luchtvaartmaatschappij dezemag bovengenoemde bagagestukken in het ruim van het luchtvaartuig vervoeren, zonderindien vervoer in de cabine wegens uitzonderlijke omstandigheden in verband met de veiligheid en de specifieke kenmerken van het luchtvaartuig niet mogelijk is. In deze gevallen worden geen extra kosten voor de passagierin rekening gebracht. [Am. 153] 2 bis.Indien handbagage vóór het instappen in het luchtvaartuig of voor de start van het luchtvaartuig uit de cabine van het luchtvaartuig naar de laadruimte wordt verplaatst, moet deze bij het verlaten van het luchtvaartuig als handbagage aan de passagiers worden teruggegeven. [Am. 154] 3. Deze rechten laten de beperkingen op handbagage uit hoofde van EU- en internationale beveiligingsregels, zoals Verordeningen (EG) nr. 300/2008 en (EG) nr. 820/2008, onverlet. Artikel 6 sexties 1. Een communautaire luchtvaartmaatschappij van de Unie staat toe dat een passagier een muziekinstrument meeneemt in de passagierscabine van een luchtvaartuig, met inachtneming van de toepasselijke veiligheidsregels en de technische specificaties en beperkingen van het desbetreffende luchtvaartuig. Muziekinstrumenten mogen in de passagierscabine van een luchtvaartuig worden meegenomen mits ze veilig kunnen worden opgeborgen in een geschikt bagagecompartiment in de cabine of onder een geschikte passagiersstoel. Wanneer een luchtvaartmaatschappij mag bepalen dat een muziekinstrument mag worden meegenomen in de passagierscabine van een luchtvaartuig, maakt het deel uituitmaakt van de toegestane hoeveelheid handbagage van een passagier. en nietHet staat de luchtvaartmaatschappij vrij extra kosten te berekenen voor handbagage die bovenop diede toegestane hoeveelheid mag wordenwordt meegenomen. [Am. 155] 2. Als een muziekinstrument te groot is om veilig in een geschikt bagagecompartiment in de cabine of onder een geschikte passagiersstoel te worden opgeborgen, mag de luchtvaartmaatschappij vragen een tweede ticket te betalen als het muziekinstrument als handbagage op een tweede stoel wordt vervoerd. Voor dit extra ticket hoeven geen luchthavenbelastingen te worden betaald. Als een tweede ticket wordt gekocht, levert de luchtvaartmaatschappij redelijke inspanningen om ervoor te zorgen dat het muziekinstrument zich naast de passagier bevindt. Voor zover beschikbaar worden muziekinstrumenten, op verzoek, in een verwarmd deel van het vrachtruim van het luchtvaartuig vervoerd, voor zover de toepasselijke veiligheidsregels, de beschikbare ruimte en de technische specificaties van het luchtvaartuig dit mogelijk maken. Een luchtvaartmaatschappij vermeldt in haar voorwaarden duidelijk de basis voor het vervoer van muziekinstrumenten en de toepasselijke heffingen.'[Am. 156] 2 bis.Voor zover er plaats is, worden muziekinstrumenten op verzoek in een verwarmd deel van het vrachtruim van het luchtvaartuig vervoerd, als de toepasselijke veiligheidsregels, de beschikbare ruimte en de technische specificaties van het luchtvaartuig dit mogelijk maken. Luchtvaartmaatschappijen verstrekken speciale labels die duidelijk moeten worden aangebracht op muziekinstrumenten zodat ze met de nodige zorg worden behandeld. Alleen instrumenten die op de juiste wijze verpakt zijn, in een koffer met een onbuigzame en/of harde koffer die speciaal ontworpen is voor dergelijke voorwerpen, worden toegestaan als ruimbagage. [Am. 157] 2 ter.Een luchtvaartmaatschappij vermeldt ten tijde van de boeking en in haar voorwaarden duidelijk op welke basis muziekinstrumenten zullen worden vervoerd, met inbegrip van de toepasselijke heffingen, de faciliteiten voor het vervoer van muziekinstrumenten, die beschikbaar zijn in het luchtvaartuig in kwestie, en de afmetingen van deze faciliteiten. Als er een tweede ticket moet worden geboekt, krijgen passagiers de mogelijkheid dat online te doen. [Am. 158] Artikel 6 septies 1.De Commissie wordt bijgestaan door het comité voor passagiersrechten. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011. 2.Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 4 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing. |
5. | Artikel 7 wordt vervangen door: „Artikel 7 De Commissie brengt uiterlijk 1 januari 2017 bij het Europees Parlement en de Raad verslag uit over de werking en de resultaten van deze verordening. Dit verslag gaat indien nodig vergezeld van wetgevingsvoorstellen.” |
6. | De bijlage bij Verordening (EG) nr. 2027/97 wordt vervangen door bijlage II bij de onderhavige verordening. |
Artikel 3
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te …,
Voor het Europees Parlement
De voorzitter
Voor de Raad
De voorzitter
Bijlage I
„Bijlage: niet-exhaustievevolledige lijst lijst van omstandigheden die met het oog op de toepassing van deze verordening als buitengewone omstandigheden worden beschouwd [Am. 160]
1. | De volgende omstandigheden worden als buitengewoon beschouwd:
|
2. | De volgende omstandigheden worden niet als buitengewoon beschouwd:
|
BIJLAGE II
„BIJLAGE
AANSPRAKELIJKHEID VAN LUCHTVAARTMAATSCHAPPIJEN VOOR PASSAGIERS EN HUN BAGAGE
Deze mededeling bevat een samenvatting van de aansprakelijkheidsregels die door communautaire luchtvaartmaatschappijen worden toegepast, zoals vereist krachtens de EU-wetgeving en het Verdrag van Montreal.
COMPENSATIE IN GEVAL VAN OVERLIJDEN OF VERWONDING
Er staan geen financiële beperkingen op de aansprakelijkheid voor verwondingen of overlijden van passagiers ten gevolge van een ongeval aan boord van het luchtvaartuig of tijdens het in- of uitstappen. Voor schade tot 113 000 SDR (bedrag bij benadering in plaatselijk munt) mag de luchtvaartmaatschappij haar aansprakelijkheid niet afwijzen of beperken. Boven dat bedrag is de luchtvaartmaatschappij niet aansprakelijk als zij kan aantonen dat ze niet nalatig is geweest of anderszins in gebreke is gebleven, of dat de schade uitsluitend te wijten was aan de nalatigheid of andere fout van een derde partij.
VOORSCHOTTEN
Als een passagier gewond raakt of overlijdt, moet de luchtvaartmaatschappij binnen 15 dagen na de identificatie van de persoon die recht heeft op compensatie een voorschot uitbetalen om aan de onmiddellijke economische behoeften tegemoet te komen. In geval van overlijden bedraagt het voorschot minstens 18 096 SDR (bedrag bij benadering in plaatselijk munt).
VERTRAGING VAN PASSAGIERS
In geval van vertraging is de luchtvaartmaatschappij aansprakelijk voor schade die ontstaat, tenzij zij alle redelijke maatregelen heeft genomen om de vertraging te voorkomen of dat het onmogelijk was dergelijke maatregelen te nemen. De aansprakelijkheid voor vertraging is beperkt tot 4 694 SDR (bedrag bij benadering in plaatselijke munt).
VERLIES, BESCHADIGING OF VERTRAGING VAN BAGAGE
In geval van verlies, beschadiging of vertraging van bagage is de luchtvaartmaatschappij aansprakelijk tot een maximum van 1 113 SDR (bedrag bij benadering in plaatselijke munt) per passagier, waarbij deze beperking geldt per passagier en niet per stuk ingecheckte bagage, tenzij de passagier en de luchtvaartmaatschappij een hogere limiet zijn overeengekomen in een bijzondere belangenverklaring. In geval van beschadiging of verlies van bagage is de luchtvaartmaatschappij niet aansprakelijk als de beschadiging of het verlies is veroorzaakt door de inherente kwaliteit of een defect van de bagage. In geval van vertraging van bagage is de luchtvaartmaatschappij niet aansprakelijk als zij alle redelijke maatregelen heeft genomen om de schade ten gevolge van de vertraging van de bagage te voorkomen of als het onmogelijk was dergelijke maatregelen te nemen. In geval van handbagage, waaronder persoonlijke artikelen, is de luchtvaartmaatschappij uitsluitend aansprakelijk indien de schade door haar schuld is ontstaan.
HOGERE LIMIETEN VOOR BAGAGE
Als een passagier de aansprakelijkheidslimiet wil verhogen, kan hij uiterlijk bij de check-in een bijzondere belangenverklaring afleggen. De luchtvaartmaatschappij mag hiervoor een aanvullende vergoeding in rekening brengen. Deze aanvullende vergoeding wordt gebaseerd op een tarief dat in verhouding staat tot de extra kosten die het vervoeren en verzekeren van de desbetreffende bagage met zich meebrengen bovenop de aansprakelijkheidslimiet van 1 131 SDR. Het tarief wordt op verzoek aan de passagiers meegedeeld. Aan gehandicapte passagiers en passagiers met beperkte mobiliteit moet systematisch en gratis de mogelijkheid worden aangeboden om een bijzondere belangenverklaring af te leggen voor het vervoer van hun mobiliteitshulpmiddelen.
TERMIJNEN VOOR HET INDIENEN VAN KLACHTEN OVER BAGAGE
In geval van beschadigde, vertraagde, verloren of vernielde bagage moet de passagier in elk geval zo snel mogelijk schriftelijk een klacht indienen bij de luchtvaartmaatschappij. In geval van beschadigde bagage geldt een termijn van 7 dagen en in geval van vertraagde bagage 21 dagen; in beide gevallen begint de termijn te lopen vanaf de datum waarop de bagage ter beschikking van de passagier werd gesteld. De luchtvaartmaatschappij moet de passagiers de mogelijkheid bieden om in de luchthaven een klachtenformulier in te vullen, zodat de termijnen gemakkelijk kunnen worden nageleefd. Een dergelijk klachtenformulier, dat ook de vorm kan aannemen van een Property Irregularity Report (PIR), moet door de luchtvaartmaatschappij op de luchthaven worden aanvaard als een klacht.
AANSPRAKELIJKHEID VAN DE LUCHTVAARTMAATSCHAPPIJ WAARMEE HET VERVOERSCONTRACT IS GESLOTEN EN DE LUCHTVAARTMAATSCHAPPIJ DIE DE VLUCHT UITVOERT
Als de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert niet dezelfde is als de luchtvaartmaatschappij waarmee het vervoerscontract is gesloten, heeft de passagier het recht een klacht of vordering in te dienen bij elk van beide maatschappijen. Dit geldt ook in gevallen waarin de passagier met de luchtvaartmaatschappij een bijzondere belangenverklaring is overeengekomen.
TERMIJN VOOR GERECHTELIJKE PROCEDURE
Een gerechtelijke procedure tot het verkrijgen van schadeloosstelling moet worden ingeleid binnen twee jaar na de datum van aankomst van het luchtvaartuig of de datum waarop het luchtvaartuig moest zijn aangekomen.
GRONDSLAG VOOR DE INFORMATIE
De grondslag voor de hierboven beschreven regels is het Verdrag van Montreal van 28 mei 1999, dat in de Gemeenschap ten uitvoer is gelegd bij Verordening (EG) nr. 2027/97 (zoals gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 889/2002 en bij Verordening (EU) nr. xxx) en bij de nationale wetgeving van de lidstaten.”