Advies van het Comité van de Regio’s — Internetbeleid en -governance
Advies van het Comité van de Regio’s — Internetbeleid en -governance
21.1.2015 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | C 19/65 |
Advies van het Comité van de Regio’s — Internetbeleid en -governance
(2015/C 019/14)
|
BELEIDSAANBEVELINGEN
HET COMITÉ VAN DE REGIO’S
1. | wijst erop dat internet als wereldwijde informatieruimte een onlosmakelijk onderdeel van de huidige samenleving en een publiek goed is geworden, waarvan de vlekkeloze werking in het algemeen internationaal belang is. |
2. | Het is een goede zaak dat momenteel wordt toegewerkt naar een sterkere internationale internetgovernance. Vooral de stappen van de regering van de VS, die een wezenlijke rol heeft gespeeld bij het ontstaan van het internet, in de richting van een wereldwijde en alomvattende internetgovernance verdienen in dit verband bijval. |
3. | De Europese Unie zou actief moeten meewerken aan de totstandbrenging van een wereldwijde internetgovernance, zodat haar voorbeeldige prestaties op het gebied van verantwoordelijke governance geconsolideerd en verankerd worden. In dit verband valt het toe te juichen dat de Commissie in de mededeling zegt de bijdrage van de Europese Unie aan het wereldwijde beleid inzake internetgovernance te willen ophelderen en dat de voorzitter van de Commissie, Jean-Claude Juncker, een digitale interne markt en een uniforme digitale agenda wenst te creëren. |
BELEID INZAKE INTERNETGOVERNANCE: NORMEN EN WAARDEN
4. | De ontwikkeling van internet als een op technologie gebaseerde ruimte waarin mensen met elkaar communiceren en gegevens uitwisselen kan niet los worden gezien van de voor de intermenselijke verhoudingen doorslaggevende normen en waarden. In de bijdrage die de Europese levert aan het beleid ter verbetering van internet dienen de fundamentele waarden van de Gemeenschap dan ook door te werken. |
5. | Het toekomstige Europese internetbeleid moet gebaseerd zijn op de beginselen van vrijheid, openheid en neutraliteit. |
6. | Als medium is internet belangrijk voor het behoud en de bevordering van culturele diversiteit, een van de fundamentele waarden van de Europese Unie(1). In het beleid inzake internetgovernance moeten de verschillende talen en culturen dan ook in aanmerking worden genomen en beschermd en versterkt worden. |
7. | Het Comité is het met de Commissie eens dat multistakeholderprocessen op het gebied van internet verenigbaar zijn met de grondrechten en aan de volgende criteria dienen te voldoen: transparantie (alle belanghebbenden moeten een bijdrage kunnen leveren), betrokkenheid en balans (de verantwoordelijke partijen moeten alle belanghebbenden de mogelijkheid geven om gehoord te worden) en verantwoordingsplicht (de verplichting om alle belanghebbenden regelmatig op de hoogte te brengen van eigen activiteiten)(2). |
8. | Er is momenteel een discussie gaande over de vraag of het recht op internettoegang als een mensenrecht moet worden erkend, en diverse landen (waaronder een aantal EU-lidstaten) hebben in dit verband al besluiten genomen(3). Ook de mening dat internet slechts een techniek is die de grondrechten helpt beschermen wordt wel verkondigd(4). Het Comité beveelt aan om het recht op internetgebruik te verklaren tot onvervreemdbaar burgerrecht, aan de uitoefening waarvan de nationale, regionale en lokale overheden — voor zover hun mogelijkheden dat toelaten — een bijdrage kunnen leveren. |
9. | Volgens de richtsnoeren voor de ontwikkeling van internet, die in 2005 in de Agenda van Tunis voor de informatiemaatschappij(5) zijn vastgelegd, is internetgovernance een zaak van de overheid, het bedrijfsleven en het maatschappelijk middenveld (paragraaf 34). Dat moet echter niet te eng worden opgevat: met „overheid”worden niet alleen nationale overheden bedoeld, maar ook de lokale en regionale overheden, als niveau dat het dichtst bij de burger staat. |
10. | De ruim 1 00 000 lokale en regionale overheden spelen als vertegenwoordigers van het subnationale bestuursniveau van de 28 lidstaten van de Europese Unie een belangrijke rol op het gebied van het internetbeleid. Zij creëren niet alleen content, maar zorgen ook voor een betere internettoegang. Daarom zouden zij op zowel nationaal als Europees niveau alle ruimte moeten krijgen om rechtstreekse bijdragen te leveren aan de Europese meningsvorming over algemene aspecten van het beleid inzake internetgovernance. |
11. | De politieke strategie van de EU voor internetgovernance kan voor haar een goed middel zijn om internationaal een aantrekkelijk imago uit te stralen en zich te profileren als toonaangevende partij bij het ontwikkelen van het internetbeleid en het vastleggen van normen voor beleidsmatige best practices op wereldschaal. |
GEMEENSCHAPPELIJKE AANPAK INZAKE INTERNETGOVERNANCE
12. | De internationale aanzetten op het gebied van internetgovernance — in de Agenda van Tunis, de conclusies van de conferentie NETmundial(6), de verklaring van de OESO en de conclusies van de wereldtop over de informatiemaatschappij (WSIS(7)) — ontlopen elkaar maar weinig, wat erop duidt dat zich wereldwijd een consensus aftekent. |
13. | De aanpak van internet die in de Agenda van Tunis is verwoord en zich met het acroniem COMPACT laat samenvatten, heeft niet aan relevantie ingeboet en komt erop neer dat internet een ruimte van burgerverantwoordelijkheden (Civic responsibilities) en één niet-versnipperde hulpbron zou moeten zijn die wordt beheerd door middel van een multistakeholderbenadering (One unfragmented resource governed via a Multistakeholder approach) om de democratie en mensenrechten te promoten (to Promote democracy and human rights) op basis van een stevige technologische architectuur (sound Architecture) die vertrouwen (Confidence) bevordert en transparant beheer (Transparent governance) vergemakkelijkt, zowel van de onderliggende internetinfrastructuur als van de diensten die daarvan gebruikmaken. De EU zou zich bij haar standpuntbepaling ter zake door deze aanpak moeten laten leiden. |
14. | Het is een goede zaak dat de regering van de VS heeft toegezegd om mee te werken aan een andere toewijzing van topniveaudomeinen (ccLTD’s), namelijk niet meer op basis van eenzijdigheid — via ICANN (Internet Corporation for Assigned Names and Numbers) en IANA (Internet Assigned Numbers Authority) — maar aan de hand van een op wereldwijde samenwerking berustend model. Conform de conclusies van de mondiale multistakeholderconferentie over de toekomst van internetgovernance van april 2014 zou dit initiatief volledig moeten worden uitgevoerd. |
15. | Het Comité is ook ingenomen met het plan van de Europese Commissie om een mondiale observatiepost voor internetbeleid (Global Internet Policy Observatory, GIPO) te ontwikkelen die als schakel tussen alle belanghebbenden moet fungeren en moet uitgroeien tot een wereldwijd onlinemedium voor de ontwikkeling en regulering van het internetbeleid en voor de coördinatie van technische innovaties. |
16. | De Commissie is terecht van mening dat de toekomstige GIPO als een wereldwijd goed moet worden gezien waar de ene betrokkene of belanghebbende de ander niet zijn wil kan opleggen. Alle belanghebbenden, en dan vooral de lokale en regionale overheden, zouden via de desbetreffende raadplegingsstructuren aan overleg over vraagstukken inzake internetgovernance moeten deelnemen. |
17. | In de discussies over de toekomst van internet mag het kernbeginsel van de netneutraliteit niet aangetast worden, op welke waarden de belanghebbenden zich ook mogen beroepen. |
18. | Het is een goede zaak dat de Commissie in haar mededeling COM(2014) 72 aankondigt dat zij onderzoek zal doen naar de risico’s van conflicterende bevoegdheden en wettelijke bepalingen met betrekking tot internet en een reactiemechanisme van de Unie zal ontwikkelen. |
TECHNISCHE ASPECTEN VAN INTERNETGOVERNANCE
19. | Ook in de toekomst moeten de standaarden gelden zoals deze nu door technische deskundigen op basis van de werkzaamheden van de internationale werkgroep Internet Engineering Task Force met het oog op de vormgeving van internet worden vastgelegd. |
20. | Het Comité is ingenomen met de inspanningen van technische kringen om concepten in te voeren voor het vaststellen van specificaties waarin rekening wordt gehouden met actuele kwesties, zoals bescherming van de privacy op protocolniveau, verankering van de mogelijkheden m.b.t. meertalige domeinnamen en betere toegankelijkheid voor mensen met een handicap, alsook met de vorderingen die de EU maakt wanneer zij de resultaten hiervan in wetgeving vertaalt(8). |
21. | Gezien het feit dat de verschillende lidstaten uiteenlopende belangen hebben en over uiteenlopende mogelijkheden beschikken om deze belangen te behartigen, staat de Europese Unie in de onderhandelingen over de toekomstige regulering van internet voor een aantal uitdagingen. In de onderhandelingen over uniforme EU-voorschriften inzake de toekomst van internet mag het subsidiariteitsbeginsel daarom niet veronachtzaamd worden. |
22. | Samenwerking tussen publieke en private sector is van groot belang om een betrouwbaar en veilig functioneren van internet te waarborgen, met name omdat de exploitatie van de meeste netwerken en informatiesystemen in private handen is. Deze samenwerking mag er niet toe leiden dat ondernemingen met extra kosten worden geconfronteerd. |
23. | De infrastructuur van het net — vooral van het breedbandnet — is belangrijk voor een vlot functioneren van internet. Het Comité roept de lidstaten op om met de lokale en regionale overheden samen te werken, teneinde zo veel mogelijk gebieden en zo veel mogelijk groepen mensen snel op internet aan te sluiten. |
24. | Het Comité hecht groot belang aan brede verticale samenwerking bij het benutten van de mogelijkheden die de huidige EFRO-bepalingen bieden, namelijk de verbetering van de toegang tot en het gebruik en de kwaliteit van ICT door de toegang tot breedband en het hogesnelheidsnetwerk uit te breiden en de toepassing van nieuwe technologieën en netwerken in de digitale economie te ondersteunen. Op die manier krijgt het digitale potentieel van de Europese regio’s en van de EU in haar geheel een impuls. |
25. | Het Comité is beslist tegen internetcensuur — met welk doel dan ook — maar wijst er wel op dat de inspanningen om internet niet tot een medium ter bevordering van extremistische, radicale of criminele activiteiten te laten verworden, gecoördineerd moeten worden ter bescherming van de rechten van bij uitstek kwetsbare bevolkingsgroepen. |
GEBRUIK VAN INTERNET TER VERBETERING VAN HET OPENBAAR BESTUUR EN TER VERSTERKING VAN DE LOKALE DEMOCRATIE
26. | Het is aan de openbare bestuurslichamen, waaronder de lokale en regionale overheden, om een toonaangevend beleid ter bevordering van een veilig en verantwoordelijk internetgebruik te voeren Met hun concrete optreden en voorbeeldfunctie kunnen en moeten zij de aanzet geven tot een innovatieve, hulpbronnenefficiënte technologische ontwikkeling die het milieu zo min mogelijk belast. |
27. | Het is aan de openbare bestuurslichamen, waaronder de lokale en regionale overheden, om een voortrekkersrol bij de ontwikkeling van een veilig internet te vervullen en model te staan voor een verantwoordelijke omgang met internet: adequate bescherming van persoonlijke gegevens (waaronder het wissen van gegevens die niet meer nodig zijn voor een bepaald concreet doeleinde); bestrijding van cybercriminaliteit en het creëren van de nodige voorwaarden ter preventie hiervan, inclusief een adequate bescherming van ICT-systemen. |
28. | Het Comité wijst op de mogelijkheden van internet als medium voor openbare dienstverlening en roept de lokale en regionale overheden van de EU op om vaart te zetten achter de verplaatsing van overheidsdiensten naar de digitale ruimte. Het roept de lidstaten op om de desbetreffende rechtsgrondslagen te creëren. |
29. | De lokale en regionale overheden van de EU zouden niet slechts beter gebruik moeten maken van de mogelijkheden van internet om hun werk te verbeteren en transparanter te maken en de afstand tot de burger te verkleinen, maar ook actiever aan de formulering van nationale en internationale standpunten over de toekomst van internet moeten deelnemen. |
30. | Het Comité wijst op de mogelijkheden van veilige e-identificatie voor burgers, die zo hun eigen registratiegegevens kunnen aanpassen, en voor regio’s, die op die manier elektronisch stemmen kunnen invoeren. |
LOKALE EN REGIONALE OVERHEDEN EN VEILIG INTERNET
31. | Het is voor alle belanghebbenden belangrijk de veiligheid en integriteit van de infrastructuur alsook de content van internet veilig te stellen, aangezien internet een fundamenteel onderdeel van economie, bestuur en privéleven is geworden. |
32. | Met het groeiende aantal internetgebruikers en de opkomst van nieuwe technologie nemen ook het aantal gevallen van misbruik en de daarmee gepaard gaande verliezen toe. Zelfs de lokale en regionale overheden van de lidstaten, die de internetgemeenschap actief helpen vormgeven, over een hoogontwikkelde internetinfrastructuur beschikken en een zichtbaar deel van de samenleving uitmaken, worden niet zelden slachtoffer van verschillende aanvallen op internet. |
33. | Door middel van informatie- en communicatietechnologie, die ertoe bijdraagt mensen samen te brengen en sneller informatie, ervaringen en kennis uit te wisselen, worden helaas ook vaak strafbare feiten begaan. Het Comité roept de lidstaten en de internationale organisaties dan ook op om cybercriminaliteit op iedere denkbare wijze te bestrijden en samen met andere belanghebbenden een algemene ruimte te scheppen waarin cybercriminaliteit niet geduld wordt. |
34. | Elektronische media maken ook andere, vaak anonieme activiteiten mogelijk die weliswaar niet altijd crimineel zijn of nog niet als zodanig worden aangemerkt, maar wel de menselijke waardigheid van anderen aantasten. De aandacht zou daarom tevens moeten uitgaan naar de bestrijding van cyberpesten en andere mogelijke gevaren van internet, waarmee vooral de rechten van kinderen, jongeren en andere kwetsbare bevolkingsgroepen worden geschonden. |
35. | Het succes van internet staat of valt met de veiligheid ervan. Het Comité steunt dan ook de ambitie van de Commissie, zoals uiteengezet door Neelie Kroes, om de EU tot de veiligste online ruimte ter wereld te maken(9). Het Comité roept de Commissie tevens op om bij de behandeling van internetgovernance ook aandacht te besteden aan de problematiek van de internetveiligheid. |
36. | Samenwerking tussen alle lidstaten en externe partners om strafbare feiten op internet te bestrijden en de problemen rond netwerk- en informatiebeveiliging op te lossen, onder andere door reeds aangenomen besluiten om te zetten(10) en deze maatregelen onder te brengen in de gemeenschappelijke beleidsstrategie van de EU op het gebied van internetgovernance, is van groot belang. |
37. | Op lidstaatniveau moeten effectieve maatregelen getroffen worden om overtredingen op internet op te sporen. Op Europees niveau moeten mechanismen worden ingevoerd om de bestrijding van dergelijke gevaren te ondersteunen. |
38. | Bij de strategie voor wereldwijde internetgovernance op het gebied van een van de mensenrechten, namelijk het recht op privacy, moet de nodige aandacht uitgaan naar een internationale regeling voor het opvragen, verwerken en bewaren van persoonsgegevens, de bescherming van dergelijke gegevens tegen onrechtmatige en onopzettelijke bekendmaking, alsook het verlies, de uitwisseling en het wissen van persoonsgegevens die in elektronische databanken zijn opgeslagen. De vigerende EU-wetgeving zou als uitgangspunt voor goede praktijken kunnen dienen(11). |
39. | De EU zou een duidelijk standpunt inzake het gebruik van persoonsgegevens op internet moeten formuleren en dit op internationaal niveau moeten verdedigen. Dit standpunt moet gebaseerd zijn op artikel 8 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (2010/C 83/02), met name het principe dat mensen zelf moeten kunnen besluiten welke gegevens zij wel en welke zij niet willen doorgeven. De verwerking van welke persoonsgegevens dan ook op internet moet gezien het mondiale karakter van internet en de aanzienlijke risico’s op misbruik beperkt worden en mag alleen toegestaan zijn voor concrete, op voorhand bekende en nauwkeurig omschreven doeleinden. |
40. | Steeds weer komt het voor dat grote IT-concerns hun structurele macht misbruiken en op onwettige wijze persoonlijke gegevens van gebruikers voor zowel commerciële alsook politieke doeleinden verzamelen en verwerken. Het Comité roept de Commissie op zich in te zetten om dergelijk misbruik wereldwijd te voorkomen. |
41. | Wat de verantwoordelijkheid voor strafbare feiten in verband met het gebruik van internet betreft, is het van groot belang het principe vast te leggen dat de aanbieder van internetdiensten niet aansprakelijk gesteld mag worden voor content die die aanbieder niet zelf gemaakt heeft. Deze beperking van de verantwoordelijkheid mag echter niet worden aangevoerd om een wettelijk verzoek om samenwerking van de rechtshandhavingsautoriteiten te weigeren wanneer er door de gerechtelijke autoriteiten sancties opgelegd kunnen worden. |
42. | NET als op vele andere gebieden speelt de EU een voortrekkersrol op het vlak van de internetgovernancestructuur die nu vorm krijgt. In dit opzicht kan en moet zij ook model staan voor een wereldwijde cultuur van verantwoordelijk internetgovernance en -gebruik, om op deze manier bij te dragen tot vorming van een wereldwijde internetcultuur. |
Gedaan te Brussel, 4 december 2014.
De voorzitter van het Comité van de Regio’s
Michel LEBRUN