Home

Advies van het Comité van de Regio's — Een Europese strategie voor kust- en maritiem toerisme

Advies van het Comité van de Regio's — Een Europese strategie voor kust- en maritiem toerisme

20.11.2014

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 415/9


Advies van het Comité van de Regio's — Een Europese strategie voor kust- en maritiem toerisme

2014/C 415/03

Rapporteur

Vasco Ilídio Alves Cordeiro (PT/PSE)

minister-president van het autonome bestuur van de regio Azoren

Referentiedocument

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's — Een Europese strategie voor meer groei en werkgelegenheid in kust- en maritiem toerisme

COM(2014) 86 final

I. BELEIDSAANBEVELINGEN

HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

1.

is ingenomen met de eerste Europese strategie voor kust- en maritiem toerisme en juicht toe dat het belang wordt ingezien van duidelijke en duurzame randvoorwaarden voor meer groei en werkgelegenheid, vooral voor jongeren.

2.

Het CvdR verzoekt de Commissie om aandacht te blijven besteden aan het toerisme in andere regio's met specifieke natuurlijke handicaps, zoals bijvoorbeeld berggebieden en dunbevolkte gebieden, en om speciaal op deze gebieden gerichte strategieën uit te werken.

3.

Lokale en regionale overheden spelen een rol in de uitstippeling en toepassing van beleid voor toerisme. Het is een goede zaak dat kust- en maritiem toerisme een plaats wordt gegeven in al het andere relevante EU-beleid (IT-connectiviteit, vervoer, milieu, veiligheid en consumentenbescherming, arbeidsmobiliteit e.d.).

4.

De Commissie heeft terecht oog voor de specifieke kenmerken van eilanden en andere afgelegen bestemmingen (qua toegankelijkheid, vervoerskosten, seizoengebondenheid en connectiviteit) en de gevolgen daarvan voor toerisme en economie.

5.

Toepassing van deze strategie vergt een afbakening en verbreding van het toepassingsgebied van activiteiten die als „kust- en maritiem toerisme” kunnen worden aangeduid, met dien verstande dat daar niet alleen strandvakanties, cruises en vakanties op jachten en boten en alle daarmee verband houdende activiteiten op het land(1) onder vallen, maar ook aan de zee gerelateerde activiteiten en sporten als duiken, de waarneming van in het wild levende dieren, activiteiten die met golven en de wind te maken hebben, en activiteiten die samenhangen met cultuurtoerisme: ontdekken van erfgoed en gastronomie, bijwonen van culturele evenementen en van naderbij kennis maken met alle aspecten van de visserij.

6.

In het nieuwe MFK moeten er adequate financieringsbronnen voor de doelstellingen van deze Europese strategie worden gevonden. Ook moet het subsidiariteitsbeginsel onverkort worden nageleefd, wat tot gevolg heeft dat deze strategie tot stand komt in een samenwerkings- en coördinatieverband met de instellingen van de EU, lidstaten, regio's en belanghebbenden.

7.

Toerisme in kustgebieden en maritieme regio's kan de noodzaak doen inzien van culturele en milieuduurzaamheid, de aandacht vestigen op de waarde van het Europees maritiem erfgoed en het belang van het behoud daarvan, en een prikkel zijn voor gedragspatronen (duurzaam en participatief toerisme) waarmee deze doelstellingen kunnen worden bewerkstelligd.

8.

Natuurlijke hulpbronnen worden steeds meer onder druk gezet door het veelsoortige economische gebruik dat van de Europese kusten wordt gemaakt en de talrijke uiteenlopende activiteiten die er worden ontwikkeld. Het CvdR pleit ervoor dat de aan die activiteiten gerelateerde vraagstukken (te weten: energie-efficiëntie, gebruik van hernieuwbare energie, ophaling, opslag en verwerking van afval, verlies aan biodiversiteit, vernietiging van natuurlijke habitats, afbraak van de kusten en bodemerosie, bescherming van water dat tot drinkwater kan worden verwerkt en zuivering van afvalwater) met spoed worden behandeld in zeebekkenstrategieën. Het gaat hier om problemen die afzonderlijke regio's of lidstaten te boven gaan en om een gecoördineerde aanpak voor een heel zeebekken vragen. Die aanpak moet worden gekoppeld aan de noodzakelijke financiële middelen en een effectieve uitwisseling van voorbeelden van geslaagde methoden.

9.

De gevolgen van de klimaatverandering moeten in aanmerking worden genomen en zoveel mogelijk worden voorkomen. Daartoe moeten natuurgebieden worden beschermd en hersteld en moet toerisme worden opgenomen in de ICZM-regeling (systeem voor geïntegreerd kustgebiedenbeheer).

10.

Het CvdR heeft oog voor de rol van Europese organisaties en initiatieven (bv. Blue Flag Status, Quality Coast Award, Europese strategie voor blauwe groei) in de bevordering van hoogwaardige beginselen voor Europees toerisme (milieubescherming, duurzaam toerisme, educatie en voorlichting in Europese kustgebieden en maritieme regio's e.d.) en dringt er bij de Commissie op aan om een dialoog aan te gaan met de instellingen die deze initiatieven promoten om de impact ervan te vergroten en regio's aan te moedigen om dergelijke initiatieven op vrijwillige basis te ondersteunen.

11.

De EU-strategie voor blauwe groei kan samen met innovatie fungeren als hefboom voor de lokale en regionale economie en de werkgelegenheid, waardoor kustregio's naar verwachting ook meer toeristen zullen aantrekken. Voorstellen inzake innovatie en blauwe groei zijn te vinden in CvdR-advies CoR-2014-04835-00-01.

Prestaties en concurrentievermogen

12.

De afgelopen tien jaar heeft kust- en maritiem toerisme meer winst opgeleverd dan toerisme in het algemeen, maar er wordt gemiddeld per overnachting minder uitgegeven en de gemiddelde duur van het verblijf is korter geworden. Die tendens moet dan ook beslist worden gekeerd: er moeten maatregelen worden genomen om toeristen in kust- en maritieme gebieden weer tot meer uitgaven en een langer verblijf over te halen. Het moet daarbij gaan om doelgerichte maatregelen die innoverend zijn en waarmee de problemen i.v.m. seizoengebondenheid worden aangepakt.

13.

Europese kust- en maritieme regio's moeten lokale strategieën uitstippelen om karakteristieke lokale trekpleisters te beschermen, op de voorgrond te plaatsen en te promoten, ofwel om meer aandacht te trekken voor toeristische bestemmingen vanwege het unieke karakter ervan.

14.

De vraag naar nichetoerisme neemt toe. Daarbij kan worden gedacht aan toerisme om redenen van gezondheid en medische hulp, sport- en avonturentoerisme en toerisme om in het wild levende dieren waar te nemen, de natuur in te gaan, milieuvriendelijk te eten, aan cultuur te doen en in luxe te leven. Al die sectoren bergen mogelijkheden in zich voor groei, economische ontwikkeling en werkgelegenheid.

15.

Het scala aan geïntegreerde toeristische aanbiedingen moet worden uitgebreid, waarbij toeristische bestemmingen door meer dan één belanghebbende uit lokale leefgemeenschappen worden aangeboden en er in de regio zelf werkgelegenheid wordt gecreëerd. Ook zijn er mogelijkheden om verbanden te leggen tussen traditionele activiteiten in Europese kust- en maritieme gebieden (landbouw en visserij, lokale gewassen, wijnbouw, erfgoed, lokale tradities en gebruiken e.d.) om nieuwe toeristische producten te ontwikkelen. Voorts moet de link worden gelegd met activiteiten die niet gebonden zijn aan de seizoenen, zoals sportactiviteiten op zee en/of aan de waterkant.

16.

De Commissie zou voorbeelden van geslaagde methoden moeten verzamelen en een onderzoek naar de omschakeling van bestemmingen voor massatoerisme en naar voorbeelden van degelijke en geïntegreerde toeristische projecten in kust- en maritieme gebieden moeten publiceren. Over de bevindingen van zo'n onderzoek zou de Commissie — voor lidstaten, regio's en belanghebbenden — een pan-Europese conferentie moeten organiseren.

17.

Seizoengebondenheid heeft vaak meer gevolgen voor kust- en maritiem toerisme dan voor bestemmingen waar toeristen beter verspreid over het jaar aankomen. Kust- en maritieme gebieden hebben dus meer hulp nodig om hun toeristenstromen te diversifiëren en lokale ondernemingen te stimuleren om hun lokale erfgoed en hun dienstenaanbod op een creatieve wijze in te zetten en te promoten: op die manier kan hun aanbod aan producten en diensten, los van de weersomstandigheden, worden verbreed en het lokale niveau overstijgen.

Meer kennis voor een groter concurrentievermogen

18.

Het CvdR is voorstander van de inzet van IT en innoverende instrumenten om kust- en maritieme regio's meer in de schijnwerpers te zetten. Het zou willen dat de Commissie in de Europese zeeatlas een uitgebreider hoofdstuk wijdt aan toerisme, zodat meer bekendheid wordt gegeven aan kust- en maritieme regio's, de waarden ervan en de aantrekkingskracht van die gebieden voor toeristen en andere regio's.

Arbeidsaanbod, vaardigheden en innovatie

19.

De toerismesector staat voor uitdagingen: zorgen voor duurzame werkgelegenheid, de geboden lonen verhogen en geschoolde werknemers aantrekken.

20.

De Commissie zou de arbeidsmobiliteit in toerisme met behulp van het Erasmus Plus-programma moeten vergroten en zou in het laagseizoen voor kust- en maritieme regio's een vooral voor jongeren bestemd programma van uitwisseling en opleiding moeten opzetten. Dit programma zou moeten leiden tot meer kansen op beroepsopleidingen, meer uitwisseling van voorbeelden van geslaagde methoden en meer werknemers in de toerismesector die een eigen bedrijf beginnen.

21.

Het CvdR staat achter de ontwikkeling van clusters van kleine en middelgrote toeristische ondernemingen als middel om aanvullende en hoogwaardige toeristische diensten te verlenen (bv. logies, vervoer, recreatieve dienstverlening), en dus achter een toerismeaanbod dat vollediger is en een grotere verscheidenheid vertoont. Het doet een beroep op regionale en lokale overheden om de vorming van dergelijke lokale clusters te bevorderen. Daartoe kunnen ontmoetingsfora worden opgericht met deelnemers uit de publieke en de particuliere toeristische sector, alsook gemeenschappelijke platforms die waken over de identiteit, de integratie en het imago van de bestemming. Tegelijk kan worden voorzien in belastingvoordelen en/of -prikkels voor kmo's die zich groeperen en samen projecten ontwikkelen.

22.

Kleine en middelgrote ondernemingen die duurzaam toerisme (op gebieden als milieubescherming, continuïteit van de voedselvoorziening, water- en afvalbeheer en terugdringing van broeikasgasemissies) nastreven, moeten erkenning krijgen.

23.

De lidstaten hanteren ver uiteenlopende procedures voor de afgifte van vergunningen en de vereiste kwalificaties in de plezierbootsector. Het CvdR is bang dat die grote verschillen de ontwikkeling van de sector in de weg staan en stelt als oplossing voor om de attesten en vereisten voor schippers van recreatieve navigatie wederzijds te laten erkennen. Het doet een beroep op de Commissie om die mogelijkheid in overweging te nemen. Deze aanbeveling inzake de harmonisatie van opleiding en vaardigheden zou kunnen worden uitgebreid tot al wie in jachthavens werkt; op dit moment verschillen de desbetreffende (arbeids)regelgeving en opleidingen van lidstaat tot lidstaat.

24.

Dit neemt niet weg dat open online cursussen voor bij- of omscholing in ondernemingen van kust- of maritieme gebieden weliswaar meerwaarde hebben, maar dat niet mag worden voorbijgegaan aan de praktische kant daarvan, nl. dat daarvoor een certificaat moet worden afgegeven.

Grotere duurzaamheid en toegankelijkheid

25.

Kustgebieden behoren tot de gebieden die het kwetsbaarst zijn voor klimaatverandering en natuurgevaren. De impact van dergelijke fenomenen is erg groot en kan nadelig uitwerken voor de leef- en bestaansvoorwaarden van de bewoners van kust- en maritieme gebieden (vooral in het geval van eilanden). Daarom is het CvdR voorstander van geïntegreerd kustbeheer: de benadering die daarbij wordt gevolgd, is gericht op duurzame ontwikkeling, wat inhoudt dat de grenzen aan natuurlijke rijkdommen en ecosystemen worden gerespecteerd.

Eilanden en ultraperifere gebieden vormen een geval apart, omdat de beschikbare ruimte daar beperkt is en economische activiteiten elkaar in kustgebieden overlappen. Eilanden en ultraperifere gebieden hebben daarom meer financiële hulp van de EU nodig om preventief op te treden tegen dergelijke risico's, die de economische bedrijvigheid kunnen belemmeren. Met name dient steun te worden verleend voor de uitwerking en uitvoering van een strategie voor geïntegreerd kustbeheer.

26.

De duurzaamheid van kust- en maritieme gebieden moet worden gewaarborgd in beschermde gebieden (bv. als daar wandelroutes zijn uitgezet) met in het wild levende dieren (vogels, zeezoogdieren, haaien enz.). Daarom pleit het CvdR voor de goedkeuring en openbaarmaking van gedragscodes voor de bevordering van dierenwelzijn, veilig toerisme en een evenwichtige benadering van het milieu.

27.

Beschermde kust- en maritieme gebieden (zoals die van Natura 2000 of OSPAR) moeten ondubbelzinnig worden aangemerkt als voorkeursgebieden voor activiteiten in het kader van duurzaam toerisme (zoals duiken, de waarneming van wilde dieren, en wandelroutes). Dan kan het potentieel van ecotoerisme ten volle worden benut.

28.

In 2020 zal één op de vijf Europeanen ouder zijn dan 65 jaar. Daarom zou de Commissie moeten blijven werken aan de sector „toerisme voor ouderen”. Dit kan door steun te verlenen aan toegankelijk toerisme.

29.

Het is een goede zaak dat de Commissie de visumcode heeft herzien en initiatieven heeft ontplooid om onderdanen van landen buiten de EU tot een vakantie in Europa over te halen, inclusief in Europese kust- en maritieme gebieden.

Maximale beschikbaarheid van financiële middelen van de EU

30.

De Commissie is van plan om een gids over EU-subsidiëring van toerisme te publiceren. Het CvdR juicht dit voornemen toe, maar vindt wel dat daaraan in kust — en maritieme gebieden een bredere verspreiding en meer bekendheid moet worden gegeven.

31.

De Commissie zou er in het kader van de lopende onderhandelingen over de operationele programma's mee moeten instemmen dat de investeringsprioriteiten van de regio's in aanmerking komen voor EU-steun, conform het subsidiariteitsbeginsel, en dan met name investeringen in en ontwikkeling van infrastructuur voor pleziervaart en maritiem toerisme. We denken dan in het bijzonder aan de renovatie en het opnieuw in gebruik nemen van historische infrastructuur, die tot het burgerlijke en industriële architectonische erfgoed behoort; dit kan immers een nieuwe impuls geven aan de strategie voor kust- en maritiem toerisme.

32.

Er moet op doeltreffende en gecoördineerde wijze gebruik worden gemaakt van alle beschikbare middelen, inclusief leningen en garanties van de Europese Investeringsbank voor kleine en middelgrote ondernemingen, om het kust- en maritiem toerisme te promoten in de periode 2014-2020, met name in het kader van het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO), het programma Horizon 2020 en de programma's COSME, Creatief Europa en LIFE+.

Connectiviteit

33.

Eilanden, ultraperifere regio's en andere afgelegen locaties zijn erg afhankelijk van luchtvervoer en vervoer over zee, die op hun beurt weer afhankelijk zijn van toeristen. Toeristische bedrijven geven aan dat zij hun deuren moeten sluiten als er geen vervoersdiensten meer zijn, terwijl transportbedrijven op hun beurt verklaren hun activiteiten te moeten stopzetten omdat de toeristische bedrijven er de brui aan geven. Er zijn dan ook beleidsmaatregelen nodig om deze vicieuze cirkel te doorbreken. Het probleem dreigt door de huidige economische crisis en de vergaande seizoengebondenheid van het toerisme nog groter te worden. Bovendien is het zo dat 90 % van de goederen en producten die bestemd zijn voor het toerisme in eilandengebieden over zee wordt vervoerd, en dat dit vrachtvervoer in feite maar in één richting rendabel is. Er zijn dan ook steunmaatregelen nodig om dit onevenwicht te verhelpen.

34.

Het CvdR vraagt de Commissie dan ook om de specifieke kenmerken van eilanden (die bijna alleen afhankelijk zijn van luchtvervoer) naar behoren in aanmerking te nemen, niet alleen om eilanden toegankelijker te maken voor toeristen, maar ook ten gunste van voor de ontwikkeling van eilanden onmisbare economische activiteiten, die ook weer het toerisme ten goede kunnen komen (zo mag er geen zwaardere belasting op CO2-emissies in de luchtvaart komen zonder begeleidende maatregelen voor eilandgebieden, gezien hun afhankelijkheid van het luchtvervoer). Dergelijke factoren moeten worden meegenomen in discussies over het gemeenschappelijke Europese luchtruim en de richtsnoeren voor overheidssteun aan vliegvelden en luchtvaartmaatschappijen, waarbij subsidiëring uit het EFRO van investeringen in infrastructuur voor vliegvelden zou moeten worden toegestaan.

Ook moet steun worden verleend aan veerdiensten die dicht bij de kust gelegen eilanden verbinden met het vasteland en andere eilanden.

35.

Ook zou het CvdR graag zien dat bij de uitwerking en uitvoering van de Europese beleidsmaatregelen om de ultraperifere regio's beter te verbinden met de buitenwereld, rekening wordt gehouden met hun specifieke handicaps (met name hun isolement en afgelegen ligging ten opzichte van de rest van Europa); het desbetreffende beleid moet met andere woorden worden afgestemd op de specifieke situatie van de ultraperifere regio's.

36.

Te betreuren valt dat veel kustgebieden slecht zijn aangesloten bij hun achterland en buurgebieden en -landen. Het is tijd voor een strategische discussie over intermodale connectiviteit tussen vervoersknooppunten (vliegvelden, treinstations, havens) en met buurlanden. Het moet gemakkelijker worden om naar en in kustgebieden te reizen.

Lokale leefgemeenschappen, hun erfgoed, identiteit en eetcultuur

37.

Kust- en maritiem toerisme moet ten voordele strekken van lokale leefgemeenschappen. Daarom is er behoefte aan specifieke maatregelen om lokale verhuurbureaus, de totstandbrenging van lokale producties en de ontwikkeling van lokale voedselsystemen te promoten. Een dergelijke verbintenis om „zijn heil lokaal te zoeken” zal de efficiëntie van het toeristisch aanbod van kust- en maritieme gebieden en de lokale werkgelegenheid ten goede komen en zal leiden tot nieuwe banen in duurzame landbouw, visserij en dienstverlening. Bovendien wordt hiermee bijgedragen aan de verwezenlijking van de doelstellingen van de EU op het gebied van sociale en territoriale samenhang en plattelandsontwikkeling.

38.

Het lokale maritieme erfgoed wordt in veel Europese kustgebieden onvoldoende gepromoot. De bescherming van het erfgoed van kust- en maritieme gebieden moet verenigbaar worden gemaakt met commerciële of economische ontwikkelingen als de aanleg van kabels of pijpleidingen, de prospectie en winning van olie en gas, kool- en delfstoffenmijnbouw, de extractie van zand of grint, en de verwijdering van afval en opgebaggerde grond. Gezonken schepen, ruïnes op de zeebodem, historische vaartuigen en haveninfrastructuur, en de tradities van visserij en vishandel en aanverwante activiteiten (traditionele scheepswerven, nettenboeters, conservenindustrie, enz.), moeten grote trekpleisters worden voor toeristen.

39.

Vistoerisme (pesca-toerisme) heeft een nog niet aangeboord potentieel. Volgens het CvdR kan dit aanzienlijke voordelen opleveren voor kustgemeenschappen in de vorm van lucratieve visserij-activiteiten, de instandhouding van lokale vistradities en de diversifiëring van lokale inkomstenbronnen.

40.

In gevallen waarin visvloten selectieve en traditionele vangstmethoden toepassen moet de EU steun geven aan de investeringen die nodig zijn om vistoerisme te promoten. Vistoerisme moet door de EU worden gezien als een activiteit ter aanvulling van commerciële visserij, waardoor kustvisserijgemeenschappen er inkomsten bij krijgen. De lidstaten en de regio's moeten samen met de toeristische en de visserijsector en andere betrokkenen trachten de wettelijke en bestuursrechtelijke hindernissen voor de ontwikkeling van het vistoerisme uit de weg te ruimen.

41.

De Commissie moet meer gaan samenwerken met de Raad van Europa en verbetering brengen in de communicatie over en bevordering van de nieuwe en bestaande culturele trajecten door de kustgebieden van Europa.

42.

Het CvdR staat achter de oprichting van een bond van toeristenbureaus van kust- en maritieme gebieden als platform voor samenwerking en uitwisselingen tussen beroepsorganen van kust- en maritieme gebieden. Ook kan een dergelijke organisatie bijdragen aan de uitwerking en uitvoering van samenwerkingsprogramma's om deze regio's te promoten.

Cruises

43.

Lokale en regionale overheden zouden een constructieve dialoog moeten aangaan met de cruise-industrie om er zeker van te zijn dat cruiseschepen lokale goederen inslaan en te proberen om een groter deel van de uitgaven van passagiers binnen te halen. Voor dat laatste moeten op de aanleghavens voor cruiseschepen, of in de buurt daarvan, aantrekkelijkere ontvangstcentra worden gebouwd, met winkels, bars, restaurants en lokale toeristenbureaus die onbezorgde en aan duurzaamheidscriteria beantwoordende uitstapjes naar nabijgelegen attracties kunnen organiseren.

44.

Overheidsinstanties kunnen lokale ondernemers helpen om hun handelstransacties beter te promoten en op de markt te brengen door ervoor te zorgen dat er over lokale attracties veeltalige informatie wordt gegeven en dat reizigers veiligheid en comfort worden geboden. Leveringen aan schepen en de logistiek op de plaats van bestemming houden verband met de activiteiten van scheepsagenten, met wie de lokale en regionale overheden moeten samenwerken om zo de lokale producten en aanvullende activiteiten te promoten.

45.

Gigantische cruiseschepen brengen grote menigten naar om het even welke bestemming, wat een uitdaging kan vormen, omdat passagiers die van boord gaan, vervoer nodig hebben. Het CvdR is ingenomen met de ontwikkeling van geïntegreerde-vervoersplanning en ontwerpprojecten om aan de behoeften van die in drommen van het cruiseschip komende toeristen te voldoen zonder dat de lokale bevolking wordt gestoord.

Jachthavens en watersport

46.

Watersport en aan water gerelateerde activiteiten winnen aan populariteit. Een goede zaak is dat de voorzieningen daartoe vaak door kleine lokale ondernemingen worden opgezet en aangeboden. Volgens het CvdR zouden gemeenschappelijke Europese normen op dit gebied voor meer consumentenvertrouwen en veiligheid zorgen.

47.

De Commissie zou moeten nagaan in hoeverre er behoefte is aan een gemeenschappelijk kader voor de ontwikkeling van jachthaveninfrastructuur en zou, gezien de circa 4 500 toeristische havens in Europa en de toenemende populariteit van pleziervaart, onderzoek moeten laten doen naar gemeenschappelijke normen waarin vooral aandacht wordt geschonken aan vraagstukken als de toegankelijkheid voor mensen die slecht ter been zijn, veiligheidsnormen of de vervoercapaciteit van recreatieve havens.

48.

Lokale en regionale overheden die op hun grondgebied jachthavens hebben, zouden — samen met lokale belanghebbenden en reisbureaus — strategieën moeten uitwerken om hun jachthavens beter te laten aansluiten bij het achterland. Bij betere verbindingen zullen recreatief zeevarenden eerder geneigd zijn om het achterland te verkennen en het erfgoed van de hele regio te ontdekken; ook moeten zij trachten het maritieme en watertoerisme te promoten via bijvoorbeeld watersportclubs, jachthavens en maritieme resorts.

Brussel, 7 oktober 2014.

De voorzitter van het Comité van de Regio’s

Michel LEBRUN