Home

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de rapportage en de transparantie van effectenfinancieringstransacties

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de rapportage en de transparantie van effectenfinancieringstransacties

TOELICHTING

1.           ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

De wereldwijde financiële crisis van 2008heeft duidelijk gemaakt dat het financiële stelsel werd gekenmerkt doorbelangrijke lacunes in de regelgeving, een ondoeltreffend toezicht,ondoorzichtige markten en te complexe producten. Om het bankstelsel solider enstabieler te maken, heeft de EU een reeks maatregelen getroffen. Zo zijn dekapitaalvereisten versterkt, zijn er voorschriften voor een betere governanceen een beter toezicht vastgesteld en zijn er afwikkelingsregelingen opgezet. Indeze context zijn ook de bij de totstandbrenging van de bankenunie gemaaktevorderingen van doorslaggevend belang.

Het voorstel betreffende de structurelehervormingen van de EU-banksector, dat samen met dit voorstel als één pakketwordt gepresenteerd, vormt het sluitstuk van het nieuwe regelgevingskader datervoor moet zorgen dat zelfs de grootste banken in de EU minder complex wordenen doeltreffend kunnen worden afgewikkeld met zo min mogelijk gevolgen voor debelastingbetalers.

De crisis heeft echter ook duidelijk gemaaktdat er niet alleen in de traditionele banksector, maar ook op het terrein vande niet-bancaire kredietactiviteiten (het zogeheten"schaduwbankieren") behoefte bestond aan meer transparantie en een betertoezicht[1].In de praktijk wordt door schaduwbankentiteiten en in het kader vanschaduwbankactiviteiten financiering met depositoachtige kenmerkenaangetrokken, tot looptijd- en liquiditeitstransformatie overgegaan,kredietrisico overgedragen of van directe of indirecte hefboomwerkinggebruikgemaakt. Eind 2012 waren de wereldwijde schaduwbankactiva goed voor 53 biljoen EUR[2], wat neerkomt op bijnade helft van de omvang van het gereguleerde bankstelsel. Deze activa warenvoornamelijk geconcentreerd in Europa (circa 23 biljoen EUR) en in deVerenigde Staten (circa 19,3 biljoen EUR).

De ingrepen op dit terrein hebben opinternationaal niveau plaatsgevonden en zijn gecoördineerd via de G20 en deRaad voor financiële stabiliteit (FSB, Financial Stability Board), die deaanzet heeft gegeven tot uitgebreide werkzaamheden met de bedoeling deessentiële risico's van het schaduwbankstelsel te onderkennen[3]. De overkoepelendedoelstelling, die bij herhaling door de G20 is bevestigd, bestaat erin alledonkere hoeken in de financiële sector weg te werken waarvan een mogelijkeffect op het systeemrisico kan uitgaan of die louter uit toezicht- enregelgevingsarbitrage voortvloeien, en de regulering en het toezicht uit tebreiden tot alle systeemrelevante financiële instellingen, instrumenten enmarkten. Tegen deze achtergrond heeft de FSB in augustus 2013 een uit elfaanbevelingen bestaand beleidskader aangenomen om aan schaduwbankierenverbonden risico's op het gebied van effectenleningen en repo's aan te pakken.Deze aanbevelingen zijn vervolgens in september 2013 door de leiders van de G20bekrachtigd. Het kader heeft betrekking op het bieden van transparantie metbetrekking tot effectenleningen en repo-transacties door financiëleinstellingen aan autoriteiten en door fondsbeheerders aan eindbeleggers,minimumnormen voor de herbelegging van zekerheden in de vorm van contanten, herbeleningvan activa van cliënten, minimumnormen ter regulering van de waardering en hetbeheer van zekerheden, en evaluatie van de introductie van centraletegenpartijen in inter-dealer repo-markten. Deze verordening is in de eersteplaats bedoeld om effectenleningen en repo-transacties transparanter te maken.Transparantie is belangrijk om ervoor te zorgen dat de autoriteiten en allebetrokken marktpartijen een goed inzicht verwerven in de werking van de marktenen de omvang en de aard van potentiële risico's. In dit verband istransparantie van fundamenteel belang omdat aldus de informatie wordt verschaftdie noodzakelijk is voor de ontwikkeling van doeltreffende en doelmatigebeleidsinstrumenten om systeemrisico's te voorkomen.

In oktober 2012 werd in het verslag-Liikanen[4] geconcludeerd dat de aldoorgevoerde en nog lopende hervormingen van het toezicht- en regelgevingskadernog niet alle onderliggende problemen in de EU-banksector verhelpen. Hetverslag bevatte dan ook een aantal aanbevelingen. De follow-up van dezeaanbevelingen in de vorm van de verordening betreffende de structurelebankhervorming, die gelijktijdig met dit voorstel is aangenomen, zal bepaaldehandelsactiviteiten van banken verbieden en aan structurele beperkingenonderwerpen. Zoals in het op 19 maart 2012 door de Commissie aangenomengroenboek over schaduwbankieren evenwel is aangegeven, kan versterktebankregulering ertoe leiden dat een aanzienlijk deel van de bankactiviteitenzich buiten de grenzen van het traditionele bankieren gaat verplaatsen enverschuift in de richting van het schaduwbankieren. Dit zou resulteren in een alsmaarondoorzichtiger financieel stelsel dat minder vatbaar is voor controle doortoezichthouders. Dit zou bovendien komen bovenop de stevige banden die thans albestaan tussen de gereglementeerde banksector en het schaduwbankwezen. Eendergelijke toezicht- en regelgevingsarbitrage zou het effect van de mondiale enEuropese financiële hervormingsinspanningen sterk ondermijnen en eenaanzienlijk risico op financiële instabiliteit met zich meebrengen. Om diereden dient het wetgevingsvoorstel betreffende de structurele hervorming van debanksector vergezeld te gaan van bindende transparantie- enrapportageverplichtingen voor SFT's. Aldus wordt ervoor gezorgd dat beidereeksen reguleringsmaatregelen elkaar aanvullen en wederzijds versterken.

In het licht van deze nieuwe ontwikkelingen opwetgevingsgebied in de banksector, die onder meer ook structurele maatregelenomvatten, is het mogelijk dat banken delen van hun activiteiten naar mindergereguleerde terreinen, zoals schaduwbankieren, overhevelen. Om demarkttendensen met betrekking tot entiteiten waarvan de activiteiten alsschaduwbankieren kunnen worden aangemerkt (met name die op het gebiedeffectenfinancieringstransacties) op de voet te kunnen volgen, is hetnoodzakelijk dat transparantievereisten worden ingevoerd die toezichthouders enregelgevers kunnen helpen bij het in kaart brengen van kwetsbaarheden en bijhet uitwerken van mogelijke vervolgmaatregelen om geconstateerde problemen aante pakken.

Teneinde te voorkomen dat afbreuk wordt gedaanaan de voordelen die uit de versterking van de weerbaarheid van bepaaldepartijen en markten voortvloeien doordat financiële risico's naar mindergereguleerde sectoren verschuiven, zijn een grotere transparantie van en eenbetere beschikbaarheid van gegevens over schaduwbankactiviteiten van essentieelbelang. Ook in de mededeling van de Commissie over schaduwbankieren en in deresolutie van het Europees Parlement van november 2012 over schaduwbankieren[5] is benadrukt dat eengrotere transparantie en een betere beschikbaarheid van gegevens van cruciaalbelang zijn, met name met betrekking tot activiteiten die frequent door hetschaduwbankwezen worden verricht, zoals het sluiten vanretrocessieovereenkomsten en het verrichten van effectenleningen, ookeffectenfinancieringstransacties (SFT's, Securities Financing Transactions)[6] genoemd. In dit verbandbieden de werkzaamheden van de FSB enig nader inzicht in de vereiste mate vantransparantie. Bovendien is transparantie van bijzonder belang om de risico'ste onderkennen die uit de verwevenheid van de gereguleerde financiële sector enhet schaduwbankwezen, een buitensporige hefboomwerking en procyclisch gedragkunnen voortvloeien. Een dergelijke benadering ligt volledig in de lijn van deop de top van de G20 te Sint-Petersburg onderschreven FSB-aanbevelingen van 2013over schaduwbankieren[7],waarmee wordt beoogd de risico's te verkleinen en de met SFT's en herbeleningsamenhangende procyclische impulsen te temperen, omdat deze definancieringskrapte in tijden van marktspanningen nog kunnen verergeren.

SFT's, andere gelijkwaardige financieringsstructurenen herbelening spelen een cruciale rol in het mondiale financiële stelsel.SFT's zijn alle transacties waarbij van activa van de tegenpartij wordtgebruikgemaakt om financiële middelen te genereren. In de praktijk betreft hetveelal verstrekte of opgenomen effecten- en grondstoffenleningen, repo's of omgekeerde repo's, dan welkooptransacties met wederverkoop of verkooptransacties met wederinkoop. Al dezetransacties hebben een vergelijkbare, zelfs identieke, economische werking.Deze technieken worden door vrijwel alle deelnemers aan het financiële stelselgebruikt: banken, effectenmakelaars, verzekeringsondernemingen, pensioenfondsenen beleggingsfondsen. Zij resulteren in extra marktliquiditeit,vergemakkelijken de financiering van marktdeelnemers, ondersteunen deprijsvorming van verhandelbare activa en stellen centrale banken in staatmonetaire financieringstransacties te verrichten. Zij kunnen echter ook leidentot kredietschepping via looptijd- en liquiditeitstransformatie en stellenmarktdeelnemers in staat grote posities ten opzichte van elkaar in te nemen. Deherbelening van zekerheden ter ondersteuning van meerdere transacties, en metname SFT's, resulteerde niet alleen in een grotere liquiditeit, maar ook in eenverborgen toegenomen hefboomwerking en verwevenheid binnen het systeem.

Wanneer het vertrouwen in de waarde van deactiva, de veiligheid van de tegenpartijen en de bescherming van de beleggersineenstortte, leidde dit tot een vlucht op de wholesalemarkten, hetgeen resulteerdein een plotse afbouw van de schuldhefboom en/of een beroep op openbarevangnetten (centralebankfaciliteiten enz.). Tegen deze achtergrond verdamptehet vertrouwen en de liquiditeit en waren zelfs de grootste en sterkste bankenvan kortetermijn- of langetermijnfinanciering afgesneden. Dit mechanisme kanaan een stijging van de leverage bijdragen en het procyclische karakter van hetfinancieringsstelsel versterken, waardoor dat kwetsbaarder wordt voor bankrunsen plotse schuldafbouw. Hoewel deze technieken grote gevolgen kunnen hebbenvoor de prestaties van beleggingsfondsen, wordt daarover momenteel onvoldoendeinformatie verschaft aan de beleggers. Anders dan financiële instellingen makenbeheerders van beleggingsfondsen gebruik van het geld van beleggers bij hetuitoefenen van SFT-activiteiten. Zonder volledige en juiste informatie over hetgebruik van SFT's en de mogelijke belangenconflicten die zich daarbij kunnenvoordoen, kunnen beleggers niet met kennis van zaken beslissen. Het is derhalvevan fundamenteel belang dat iets wordt gedaan aan het gebrek aan transparantiemet betrekking tot SFT's, andere gelijkwaardige financieringsstructuren en herbelening.

Tegen deze achtergrond wordt met dezeverordening beoogd een veiliger en transparanter financieel stelsel tot standte brengen door maatregelen vast te stellen om de transparantie op de volgendedrie belangrijke terreinen te vergroten: i) monitoren van het ontstaan van metSFT's samenhangende systeemrisico's in het financiële stelsel; ii) verschaffenvan informatie over dergelijke transacties aan de beleggers wier activa bijSFT's of gelijkwaardige transacties worden gebruikt; en iii) waarborgen van decontractuele transparantie van herbeleningsactiviteiten. In de praktijk zullende voorgestelde maatregelen uitvoering geven aan de FSB-aanbevelingen 1 en 2(op grond waarvan bevoegde autoriteiten aanvullende gegevens over het gebruikvan SFT's moeten verzamelen), 5 (op grond waarvan fondsbeheerders transparantiejegens hun beleggers moeten betrachten) en 7 (op grond waarvan financiëleintermediairs hun cliënten voldoende informatie over de herbelening van activamoeten verschaffen). Deze aanbevelingen bestrijken bijgevolg alletransparantieaspecten die met het gebruik van SFT's verband houden. In die zinis deze verordening complementair aan het voorstel voor een verordeningbetreffende de structurele hervorming van banken.

2.           RESULTATEN VAN DERAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDE PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELING

Op 19 maart 2012heeft de Commissie parallel met haar groenboek over schaduwbankieren de aanzetgegeven tot een openbare raadpleging. De belanghebbenden hebben eenaanzienlijke inhoudelijke bijdrage geleverd. Er was algemene steun voor eeninitiatief van de Commissie op dit gebied en er was sprake van een groeiendeconsensus over het feit dat toezicht en een strenger regelgevingskadernoodzakelijk zijn om het schaduwbankwezen aan te pakken. Ook in hetinitiatiefverslag van het Europees Parlement over schaduwbankieren werdbenadrukt hoe belangrijk het is dat op dit terrein passende maatregelen wordengetroffen. Daarnaast heeft de FSB in november 2012 in het kader van devoorbereiding van zijn internationale aanbevelingen over schaduwbankieren eenopenbare raadpleging georganiseerd die betrekking had op relevante problemen opde SFT-markten, zoals onder meer het gebrek aan transparantie. Bij dezeraadpleging is gebleken dat het vergroten van de transparantie op de marktenvoor effectenleningen en repo's op brede steun kon rekenen. Tal vanrespondenten stelden echter wel voor om met de bestaande rapportagevereisten enandere beschikbare marktgegevens rekening te houden. Ook vonden tal vanbelanghebbenden dat transactieregisters wellicht het meest geschikte instrumentvormen om gedetailleerde marktgegevens over repo's en effectenleningen teverzamelen.

In 2012 is een doelgerichtere openbareraadpleging over verschillende vraagstukken in verband met instellingen voorcollectieve belegging in effecten (icbe's) gehouden. In het kader daarvan isbelanghebbenden onder meer gevraagd of het noodzakelijk was detransparantievereisten voor beleggingsondernemingen aan te scherpen. DeCommissie heeft een schat aan informatie over de bestaande transparantienormenin de sector van het vermogensbeheer ontvangen, alsook bijdragen waarinmogelijke manieren werden geschetst om de transparantie jegens beleggers tevergroten.

In het onderhavige initiatief zijn ook deuitkomsten van besprekingen met alle voornaamste belanghebbenden (zoals ondermeer effecten- en bankregelgevers en -toezichthouders, de ECB en alle soortenmarktdeelnemers) meegenomen. Tevens is rekening gehouden met de standpunten diein het kader van een in 2012 gehouden openbare raadpleging overschaduwbankieren zijn geformuleerd. Ook de lidstaten is om hun mening gevraagd.

In maart 2013 is een interdepartementalestuurgroep over de structurele hervorming van de banken opgericht metvertegenwoordigers van de directoraten-generaal COMP, ECFIN, EMPL, ENTR, JUST,MARKT, SG, SJ, TAXUD en JRC. Deze stuurgroep heeft in maart, april en september2013 vergaderd en de werkzaamheden met betrekking tot de effectbeoordelingondersteund. De ontwerpeffectbeoordeling is op 16 oktober 2013 met deEffectbeoordelingsraad van de Commissie besproken. Na een negatief advies is indecember 2013 een herziene effectbeoordeling ingediend.

In deeffectbeoordeling worden drie belangrijke problemen in verband meteffectenfinancieringstransacties gesignaleerd: het feit dat toezichthouders hetgebruik van SFT's niet afdoende kunnen monitoren, dat het risico bestaat datSFT's ten nadele van fondsbeleggers worden gebruikt, en dat herbelening tot eenverschuiving van de juridische en economische risico's in de markt aanleidinggeeft. Aan al deze problemen liggen de kernoorzaken ten grondslag die ook al doorde FSB waren belicht, namelijk het gebrek aan alomvattende (frequente engedetailleerde) gegevens over SFT's en het risico dat SFT's tot het ontstaanvan belangenconflicten tussen fondsbeheerders en fondsbeleggers leiden.

In de effectbeoordeling wordt geconcludeerddat de gesignaleerde problemen moeten worden aangepakt met een combinatie vanverschillende maatregelen, namelijk rapportage van SFT's aantransactieregisters, informatieverschaffing aan fondsbeleggers over het gebruikvan SFT's en voorafgaande toestemming voor de herbelening van financiëleinstrumenten, die moeten worden overgedragen naar een rekening die op naam vande ontvangende tegenpartij is geopend voordat herbelening kan plaatsvinden.Deze maatregelen zullen ervoor zorgen dat de schaduwbankactiviteit van hetgebruik van SFT's naar behoren is gereglementeerd en wordt gecontroleerd. Hetgebruik van SFT's op zich zal noch verboden, noch aan specifieke beperkingenonderhevig zijn, maar wel transparanter zijn. Verwacht wordt dat de geselecteerdeopties op zich geen structurele gevolgen voor de SFT-markt zullen hebben. Degeselecteerde opties zullen de rapportagekosten voor de tegenpartijen weliswaardoen toenemen, maar deze toename wordt ruimschoots gecompenseerd door devoordelen die een grotere transparantie met zich zal meebrengen voor bevoegdeautoriteiten, cliënten, beleggers en de samenleving als geheel.

3.           JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HETVOORSTEL

3.1.        Rechtsgrondslag

De rechtsgrond voor dit voorstel isartikel 114, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van deEuropese Unie (VWEU). Op grond hiervan kunnen maatregelen voor de onderlingeaanpassing van nationale bepalingen worden vastgesteld die de instelling en degoede werking van de interne markt tot doel hebben.

Verwacht wordt dat de FSB-aanbevelingen en dena de structurele hervorming van de EU-banksector verwachte ontwikkelingen denationale regelgevers ertoe zullen aanzetten tegemoet te komen aan de behoefteaan meer transparantie met betrekking tot de activiteiten die mogelijk kunnenverschuiven van de gereguleerde bankgroepen naar schaduwbanken, waar ereventueel minder mogelijkheden zijn voor controle door toezichthouders. Er zijnderhalve eenvormige transparantieregels vereist om de financiële stabiliteit teversterken, beleggers te beschermen, de grensoverschrijdende dienstverlening teverbeteren en te voorkomen dat uiteenlopende nationale maatregelen leiden tothet ontstaan van belemmeringen voor de goede werking van de interne markt.

3.2.        Subsidiariteit

Volgens het in artikel 5 VEU vastgelegdesubsidiariteitsbeginsel dient de EU op de gebieden die niet onder haarexclusieve bevoegdheid vallen, slechts op te treden indien en voor zover dedoelstellingen van het overwogen optreden niet voldoende door de lidstatenkunnen worden verwezenlijkt, maar vanwege de omvang of de gevolgen van hetoverwogen optreden beter door de EU kunnen worden bereikt.

Met dit voorstel wordt beoogd de transparantievan effectenfinancieringstransacties, herbelening en anderefinancieringsstructuren te verzekeren. De onderlinge banden tussen dezeschaduwbankactiviteiten binnen de interne markt en het systeemrelevantekarakter ervan vereisen een gecoördineerd optreden van de Unie.

Het merendeel van zowel deeffectenfinancieringstransacties als de herbeleningsactiviteiten vindt opgrensoverschrijdende basis plaats tussen entiteiten waarvan de zetel vaak nietin hetzelfde rechtsgebied gelegen is, en heeft betrekking op activa en valuta'sdie in verschillende rechtsgebieden zijn uitgegeven. Er is minimaal eenoptreden op EU-niveau noodzakelijk om een zo breed mogelijk scala aantransacties te bestrijken en om de toezichthoudende autoriteiten op nationaalen Unieniveau in staat te stellen zich een totaalbeeld van de SFT-markten in degehele EU te vormen. De oplossingen die de individuele lidstaten op autonome enongecoördineerde wijze toepassen, zouden waarschijnlijk bijzonder weinigdoeltreffend blijken omdat deze oplossingen slechts op een beperkt deel van demarkt betrekking zouden hebben. Gezien het systeembrede effect van de problemenkan een ongecoördineerd optreden bovendien zelfs averechts uitpakken vanwegehet risico dat gegevens gefragmenteerd en incoherent zijn. Enkel geaggregeerdegegevens op Unieniveau kunnen het vereiste macro-economische beeld opleveren omhet gebruik van SFT's te monitoren.

Wat beleggingsfondsenbetreft, zij erop gewezen dat de Europese fondsensector een belangrijkgrensoverschrijdend karakter heeft. Het aandeel van de grensoverschrijdendeactiva van de Europese beleggingsfondsensector als geheel (beheerde activa vanicbe's en niet-icbe's) is de afgelopen tien jaar meer dan verdubbeld. Sinds 2012koopt ongeveer een belegger op twee een fonds dat niet in zijn land vanverblijf is gevestigd. Het is daarom belangrijk dat de normen voorbeleggersbescherming overal in de EU op dezelfde wijze worden toegepast om tegaranderen dat alle Europese beleggers van de noodzakelijke transparantie metbetrekking tot het gebruik van SFT's kunnen profiteren.

3.3.        Evenredigheid

Volgens het in artikel 5 VEU bedoeldeevenredigheidsbeginsel mogen de inhoud en de vorm van het EU-optreden nietverder gaan dan wat nodig is om de doelstellingen van de Verdragen teverwezenlijken.

Door geen andere regelgeving in te voeren danregels met betrekking tot de transparantie vaneffectenfinancieringstransacties, herbelening en anderefinancieringsstructuren, beperkt het voorstel zich tot de maatregelen dienoodzakelijk zijn om de aan schaduwbankentiteiten verbonden risico'sdaadwerkelijk weg te nemen.

De verordening eerbiedigt de grondrechten enneemt de in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie erkendebeginselen in acht.

3.4.        Nadere uitleg van hetvoorstel, per hoofdstuk of per artikel

Het voorstel voor een verordening bevatmaatregelen inzake de rapportage van SFT's aan transactieregisters(hoofdstukken I en III), rapportagevereisten voor fondsen (hoofdstuk IV) envereisten die gelden voor tegenpartijen die tot herbelening overgaan (hoofdstukV). De overige hoofdstukken, namelijk die met betrekking tot toepassingsgebieden definities (hoofdstuk I), toezicht en bevoegde autoriteiten (hoofdstuk VI),betrekkingen met derde landen (hoofdstuk VII), administratieve sancties enmaatregelen (hoofdstuk VIII) en evaluatie en slotbepalingen (hoofdstukken IX enX) zijn op alle voornoemde elementen van toepassing.

In dit deel wordt een kort overzicht gegevenvan de belangrijkste onderdelen van deze verordening.

3.4.1.     Toepassingsgebied van hetvoorstel (hoofdstuk I)

Deze verordening heeft ten doel de financiëlestabiliteit in de EU te versterken door bepaalde marktactiviteiten, zoalsSFT's, herbelening en andere financieringsstructuren met eenzelfde economischewerking als SFT's, transparanter te maken. Zij is van toepassing op alletegenpartijen op SFT-markten, beleggingsfondsen zoals omschreven in deRichtlijnen 2009/65/EG en 2011/61/EU en alle tegenpartijen die tot herbeleningovergaan. Het voorstel voor een verordening heeft betrekking op alle financiëleinstrumenten die als zekerheden worden verstrekt en die worden genoemd inbijlage I, afdeling C, van Richtlijn 2004/39/EG (MiFID).

3.4.2.     Transparantie van SFT's, metinbegrip van de registratie van en het toezicht op transactieregisters(hoofdstukken II en III)

Deze verordening brengt een EU-kader tot standwaarbij financiële en niet-financiële tegenpartijen van een SFT op efficiëntewijze de transactiegegevens aan transactieregisters rapporteren. Dezeinformatie wordt centraal opgeslagen en is makkelijk en rechtstreekstoegankelijk voor de betrokken autoriteiten, zoals de ESMA, het ECSR en hetESCB, met het oog op het detecteren en monitoren van de risico's voor definanciële stabiliteit die worden teweeggebracht door schaduwbankactiviteitenvan gereguleerde en niet-gereguleerde entiteiten. Deze bepalingen liggen in delijn van de FSB-aanbevelingen, waarin wordt gesteld dat rechtsgebieden zelfmoeten uitmaken welke de meest geschikte manier is om gegevens te verzamelenen, in voorkomend geval, moeten voortbouwen op bestaande processen enmarktinfrastructuren voor gegevensverzameling. De FSB stelt voorts dattransactieregisters vermoedelijk een doeltreffend instrument vormen omdergelijke gegevens te verzamelen.

Deze rapportage moet de respectieveoperationele kosten voor marktdeelnemers zo beperkt mogelijk houden en dan ookworden geënt op reeds bestaande infrastructuren en processen. Bij de opstellingof herziening van de technische reguleringsnormen waarin deze verordeningvoorziet, moet de ESMA rekening houden met de bestaande normen die bijVerordening (EU) nr. 648/2012 zijn vastgesteld en die de werkingen toekomstige ontwikkeling van transactieregisters voor derivatencontractenregelen.

3.4.3.     Transparantie jegens beleggers(hoofdstuk IV)

De bij deze verordening vastgestelde nieuwevoorschriften inzake transparantie bij het gebruik van SFT's en anderefinancieringsstructuren sluiten nauw aan bij de Richtlijnen 2009/65/EG en 2011/61/EU.Genoemde richtlijnen vormen immers het regelgevingskader voor de oprichting,het beheer en de verhandeling van instellingen voor collectieve belegging. Ombeleggers bewust te maken van de risico's die aan het gebruik van SFT's enandere financieringsstructuren verbonden zijn, moeten fondsbeheerders opgezette tijdstippen gedetailleerd rapporteren over elk gebruik dat zij van dezetechnieken maken. De bestaande periodieke rapportage waartoe icbe-beheerders of-beleggingsmaatschappijen en abi-beheerders verplicht zijn, zal wordenaangevuld met deze additionele informatie over het gebruik van SFT's en anderefinancieringsstructuren. Deze nieuwe transparantieregels vormen een aanvullingop de voorschriften van Richtlijn 2009/65/EG en Richtlijn 2011/61/EUinzake abi-beheerders. Deze nieuwe eenvormige regels over de transparantie vanSFT's en andere financieringsstructuren moeten worden toegepast naast devoorschriften van de Richtlijnen 2009/65/EG en 2011/61/EU. Deze bepalingenliggen in de lijn van de FSB-aanbevelingen, waarin wordt gesteld dat deautoriteiten de vereisten voor de rapportage door fondsbeheerders aaneindbeleggers aan het FSB-voorstel moeten toetsen en moeten nagaan of ereventuele lacunes moeten worden opgevuld.

3.4.4.     Transparantie van herbelening(hoofdstuk V)

Ter verhoging van de contractuele enoperationele transparantie dienen minimumvereisten inzake de informatieverstrekkingte worden opgelegd aan alle tegenpartijen die tot herbelening overgaan. Alle herbeleningenmogen derhalve pas plaatsvinden na uitdrukkelijke kennisgeving van de inherenterisico's en na voorafgaande toestemming van de verstrekkende tegenpartij bijeen contractuele overeenkomst, en moeten op adequate wijze in deeffectenrekeningen tot uitdrukking komen. De tegenpartij aan wie de financiëleinstrumenten als zekerheid zijn verstrekt, mag deze pas herbelenen met deuitdrukkelijke toestemming van de verstrekkende tegenpartij en pas nadat hijdeze instrumenten naar zijn eigen rekening heeft overgedragen. Dit vereistemoet worden gelezen samen met Richtlijn 2002/47/EG en Richtlijn 2004/39/EG.In de FSB-aanbevelingen wordt gesteld dat de autoriteiten ervoor moeten zorgendat de reglementering betreffende de activa van cliënten in voldoendeinformatieverschaffing aan cliënten over herbelening voorziet opdat cliënteninzicht hebben in de risico's. Deze verordening strookt met deze aanbeveling.

3.4.5.     Toezicht en bevoegdeautoriteiten (hoofdstuk VI)

In het voorstel voor een verordening zijn deregels voor de aanwijzing van de voor de verschillende aspecten bevoegdeautoriteiten vastgelegd. Het betreft onder meer vergunningverlening,registratie, toezicht en handhaving van de maatregelen betreffende hetrapporteren van SFT's aan transactieregisters en het overgaan tot herbelening.Na door de lidstaten in kennis te zijn gesteld, moet de ESMA op haar websiteeen lijst van de bevoegde autoriteiten publiceren en deze voortdurendactualiseren.

Bij deze verordening wordt het toezicht op denaleving van de voorschriften betreffende de transparantie vanbeleggingsfondsen toevertrouwd aan de bevoegde autoriteiten die reeds door delidstaten zijn aangewezen op grond van Richtlijn 2009/65/EG van het EuropeesParlement en de Raad van 13 juli 2009 tot coördinatie van de wettelijke enbestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voorcollectieve belegging in effecten (icbe's) en Richtlijn 2011/61/EU van het EuropeesParlement en de Raad van 8 juni 2011 inzake beheerders van alternatievebeleggingsinstellingen (abi-beheerders). Op zowel de rapportage als de nalevingvan de voorschriften met betrekking tot herbelening wordt toezicht uitgeoefenddoor de bevoegde autoriteiten die overeenkomstig artikel 16 van dezeverordening zijn aangewezen.

3.4.6.     Betrekkingen met derde landen(hoofdstuk VII)

Gezien het mondialekarakter van effectenfinancieringstransacties moeten de betrokken autoriteitenvan andere rechtsgebieden toegang hebben tot de gegevens die worden bijgehoudendoor transactieregisters die in de verschillende rechtsgebieden gevestigd zijn.Om de wederzijdse directe gegevenstoegang van de betrokken autoriteiten teverzekeren, wordt de Commissie bij artikel 19 van deze verordening debevoegdheid verleend samenwerkingsovereenkomsten met relevante derde landen tesluiten, op voorwaarde dat het beroepsgeheim, met inbegrip van de beschermingvan zakengeheimen die de autoriteiten met derden delen, gewaarborgd is.

3.4.7.     Administratieve sancties enmaatregelen (hoofdstuk VIII)

De lidstaten dienen eroptoe te zien dat passende administratieve sancties en maatregelen kunnen wordenopgelegd in geval van inbreuken op de voorgestelde verordening. Daartoe moetvoor de bevoegde autoriteiten een minimumaantal administratieve sancties enmaatregelen beschikbaar zijn, inclusief intrekking van de vergunning, publiekewaarschuwingen, ontslag van het management, terugbetaling van uit inbreuken opdeze verordening behaalde winsten indien deze kunnen worden bepaald, enadministratieve boeten. Bij het bepalen van het type en het niveau van desancties moeten de bevoegde autoriteiten ook rekening houden met een aantalcriteria die in de verordening zijn vastgesteld, zoals onder meer de omvang enfinanciële draagkracht van de verantwoordelijke persoon, de impact van deinbreuk en de bereidheid tot medewerking van de verantwoordelijke persoon. Devoorgestelde verordening belet de afzonderlijke lidstaten niet strengeresancties vast te stellen.

3.4.8.     Evaluatie (hoofdstuk IX)

Met de goedkeuring van deze verordening zou opEU-niveau voor het eerst een reeks transparantievoorschriften betreffendeSFT's, andere financieringsstructuren en herbelening worden vastgesteld. Het isbijgevolg van belang na te gaan of de bovenbeschreven maatregelen doeltreffenden doelmatig zijn gebleken bij het vergroten van de transparantie van dezeactiviteiten. Daarom zal de Commissie drie jaar na de inwerkingtreding van dezeverordening verslag uitbrengen over de geschiktheid van detransparantiemaatregelen en, indien nodig, een herzien voorstel indienen.

4.           GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING

De financiële gevolgen en de gevolgen voor debegroting van dit voorstel zijn uiteengezet in het bijgevoegde financieelmemorandum.

2014/0017 (COD)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT ENDE RAAD

betreffende de rapportage en de transparantievan effectenfinancieringstransacties

(Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VANDE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking vande Europese Unie, en met name artikel 114,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp vanwetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Europees Economischen Sociaal Comité[8],

Gezien het advies van de Europese CentraleBank[9],

Na raadpleging van de Europese Toezichthoudervoor gegevensbescherming[10],

Handelend volgens de gewonewetgevingsprocedure,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)       De wereldwijde financiëlecrisis van 2008 heeft duidelijk gemaakt dat het financiële stelsel werdgekenmerkt door belangrijke lacunes in de regelgeving, een ondoeltreffendtoezicht, ondoorzichtige markten en te complexe producten. Om het bankstelselsolider en stabieler te maken, heeft de Unie een reeks maatregelen getroffen.Zo zijn de kapitaalvereisten versterkt, zijn er voorschriften voor een beteregovernance en een beter toezicht vastgesteld en zijn er afwikkelingsregelingenopgezet. In deze context zijn ook de bij de totstandbrenging van de bankenuniegemaakte vorderingen van doorslaggevend belang. De crisis heeft echter ookduidelijk gemaakt dat er niet alleen in de traditionele banksector, maar ook ophet terrein van de niet-bancaire kredietactiviteiten (het zogeheten "schaduwbankieren")behoefte bestond aan meer transparantie en een beter toezicht.

(2)       In het kader van hunwerkzaamheden om schaduwbankieren aan banden te leggen, hebben de Raad voorfinanciële stabiliteit (FSB, Financial Stability Board) en het Europees Comitévoor systeemrisico's (ESCR) onderzocht welke risico'seffectenfinancieringstransacties (SFT's, securities financing transactions)inhouden. SFT's maken hefboomwerking, procycliciteit en onderlinge verwevenheidop de financiële markten mogelijk. Wegens het gebrek aan transparantie over hetgebruik van SFT's en andere financieringsstructuren was het voor regelgevers,toezichthouders en beleggers vóór en tijdens de financiële crisis onmogelijk derespectieve aan bankenactiviteiten verwante risico's en de mate van onderlingeverwevenheid correct in te schatten. Tegen deze achtergrond heeft de FSB op 29augustus 2013 een beleidskader aangenomen om aan schaduwbankieren verbondenrisico's op het gebied van effectenleningen en repo's aan te pakken. Dit kaderis vervolgens in september 2013 door de leiders van de G20 bekrachtigd.

(3)       In maart 2012 heeft deCommissie een groenboek over schaduwbankieren gepubliceerd. Op basis van deuitgebreide ontvangen reacties en rekening houdend met internationaleontwikkelingen heeft de Commissie op 4 september 2013 een mededeling aan deRaad en het Europees Parlement over schaduwbankieren[11] bekendgemaakt. In demededeling werd benadrukt dat het complexe en ondoorzichtige karakter van SFT'sde identificatie van tegenpartijen en de bewaking van de risicoconcentratiebemoeilijkt. Dit leidt tevens tot een te grote hefboomwerking in het financiëlestelsel.

(4)       In oktober 2012 heeft eendeskundigengroep op hoog niveau onder voorzitterschap van de heer ErkkiLiikanen een verslag over de hervorming van de structuur van de banksector vande Unie goedgekeurd. Daarin werd onder andere de interactie tussen hettraditionele en het schaduwbankstelsel besproken. Het verslag erkende dat errisico's aan schaduwbankactiviteiten verbonden waren, zoals een grotehefboomwerking en procycliciteit, en riep op tot het terugdringen van deverwevenheid tussen banken en het schaduwbankstelsel, die een bron vanbesmetting in een systeembrede bankencrisis was gebleken. In het verslag werdenook bepaalde structurele maatregelen voorgesteld om de resterende zwakke puntenin de banksector van de Unie aan te pakken.

(5)       De structurele hervormingenvan het bankstelsel van de Unie komen in een apart wetgevingsvoorstel aan deorde. Het opleggen van structurele maatregelen aan banken kan er evenwel toeleiden dat sommige activiteiten worden verschoven naar minder gereguleerdeterreinen, zoals het schaduwbankwezen. Om die redenen dient hetwetgevingsvoorstel betreffende de structurele hervorming van de banksector vande Unie vergezeld te gaan van de bindende transparantie- enrapportageverplichtingen voor SFT's welke in deze verordening zijn neergelegd.De transparantievoorschriften van deze verordening vormen derhalve eenaanvulling op de Unievoorschriften inzake structurele hervorming.

(6)       Met deze verordening wordttegemoetgekomen aan de behoefte aan een grotere transparantie van deeffectenfinancieringsmarkten en, in het verlengde daarvan, van het financiëlestelsel. Om gelijkwaardige concurrentievoorwaarden en internationaleconvergentie tot stand te brengen, worden in deze verordening deFSB-aanbevelingen overgenomen. Zij brengt een Uniekader tot stand waarbijinformatie over SFT's efficiënt aan transactieregisters en beleggers kan wordengerapporteerd. Internationale convergentie is des te noodzakelijker omdat het,na de structurele hervorming van de banksector van de Unie, niet uitgesloten isdat activiteiten die momenteel door traditionele banken worden uitgeoefend,naar het schaduwbankwezen verschuiven en door financiële en niet-financiëleentiteiten worden verricht. Dit kan dan ook tot gevolg hebben dat dezeactiviteiten nog minder transparant worden voor regelgevers en toezichthouders,waardoor zij niet in staat zijn zich een goed totaalbeeld te vormen van de risico'sdie aan effectenfinancieringstransacties verbonden zijn. Dit zou de stevigebanden die op bepaalde markten al tussen de gereglementeerde banksector en hetschaduwbankwezen bestaan, alleen maar versterken.

(7)       Om in te spelen op dekwesties die in de FSB-aanbevelingen aan de orde worden gesteld en op deverwachte ontwikkelingen na de structurele hervorming van de banksector van deUnie, zullen de lidstaten naar alle waarschijnlijkheid uiteenlopende nationalemaatregelen nemen die de goede werking van de interne markt kunnen belemmerenen nadelig kunnen uitvallen voor de marktdeelnemers en de financiëlestabiliteit. Bovendien maakt het ontbreken van geharmoniseerdetransparantievoorschriften het niet gemakkelijk voor de nationale autoriteitenom van verschillende lidstaten afkomstige microgegevens met elkaar tevergelijken en op die manier inzicht te verwerven in de werkelijkesysteemrisico's die individuele marktdeelnemers in zich bergen. Er moetbijgevolg worden voorkomen dat er binnen de Unie dergelijke verstoringen enbelemmeringen ontstaan. Bijgevolg moet de passende rechtsgrondslag voor dezeverordening artikel 114 van het Verdrag betreffende de werking van de EuropeseUnie (VWEU) zijn, zoals geïnterpreteerd in overeenstemming met de vasterechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie.

(8)       De nieuwetransparantievoorschriften voorzien derhalve in de rapportage van gegevens overde SFT's van alle marktdeelnemers, ongeacht of het financiële ofniet-financiële entiteiten betreft, waarbij onder meer informatie moet wordenverstrekt over de samenstelling van de onderliggende zekerheden, over het feitof de onderliggende zekerheden beschikbaar zijn voor gebruik of zijn gebruikt,en over de toegepaste haircuts. Omwille van de efficiëntie moeten de respectieveoperationele kosten voor marktdeelnemers tot een minimum beperkt blijven enmoeten de nieuwe voorschriften bijgevolg voortbouwen op bestaandeinfrastructuren en processen. Daarom is het van belang dat dit wetgevingskaderzo identiek mogelijk is aan dat van Verordening (EU) nr. 648/2012van het Europees Parlement en de Raad[12]voor de rapportage van derivatencontracten aan voor dat doel geregistreerdetransactieregisters. Op die manier zouden ook transactieregisters waaraanovereenkomstig Verordening (EU) nr. 648/2012 vergunning isverleend, de bij de nieuwe voorschriften ingevoerde registerfunctie kunnenvervullen, mits zij aan bepaalde extra criteria voldoen.

(9)       Dit zou tot gevolg hebben datde informatie over de aan de effectenfinancieringsmarkten inherente risico'scentraal wordt opgeslagen en gemakkelijk en rechtstreeks toegankelijk zou zijnvoor onder andere de Europese autoriteit voor effecten en markten (ESMA,European Securities and Markets Authority), de Europese Bankautoriteit (EBA),de Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen (EIOPA,European Insurance and Occupational Pensions Authority), de betrokken bevoegdeautoriteiten, het ECSR en de betrokken centrale banken van het Europees Stelselvan centrale banken (ESCB), met inbegrip van de Europese Centrale Bank (ECB), methet oog op het detecteren en bewaken van de risico's voor de financiëlestabiliteit welke verbonden zijn aan de schaduwbankactiviteiten vangereguleerde en niet-gereguleerde entiteiten. De ESMA moet rekening houden metde bestaande normen waarin artikel 9 van Verordening (EU) nr. 648/2012 voorzieten waarmee transactieregisters voor derivatencontracten en de toekomstigeontwikkelingen daarvan worden gereguleerd, wanneer zij de in deze verordeningin het vooruitzicht gestelde technische reguleringsnormen opstelt of eenherziening daarvan voorstelt. Zij moet ervoor zorgen dat de betrokken bevoegdeautoriteiten, het ECSR en de desbetreffende centrale banken van het ESCB,waaronder de ECB, rechtstreekse en onmiddellijke toegang verkrijgen tot allegegevens die noodzakelijk zijn om hun taken te vervullen.

(10)     Onverminderd de bepalingen vanhet strafrecht of het fiscaal recht, mogen de bevoegde autoriteiten, de ESMA ende andere instanties of natuurlijke of rechtspersonen dan de bevoegdeautoriteiten die vertrouwelijke informatie ontvangen, deze slechts gebruikenvoor het vervullen van hun taken en voor de uitoefening van hun functies. Ditmag echter geen belemmering vormen voor de uitoefening, in overeenstemming metde nationale wetgeving, van de functies van nationale instanties dieverantwoordelijk zijn voor het voorkomen, onderzoeken of corrigeren vangevallen van wanbeheer.

(11)     Fondsbeheerders makenveelvuldig gebruik van SFT's met het oog op een efficiënt portefeuillebeheer.Dit kan aanzienlijke gevolgen hebben voor de prestaties van de betrokkenfondsen. SFT's kunnen worden gebruikt om beleggingsdoelstellingen teverwezenlijken of rendementen te verhogen. Beheerders beschikken ook over demogelijkheid om van andere financieringsstructuren gebruik te maken die aanSFT's gelijkwaardige effecten sorteren. Deze andere financieringsstructurenomvatten onder meer totale-opbrengstenswaps, liquiditeitsswaps ofzekerhedenswaps. Dergelijke structuren worden ook veelvuldig doorfondsbeheerders gebruikt om op bepaalde strategieën in te spelen of om derendementen op te krikken. Zowel SFT's als andere financieringsstructurenhebben onderling gemeen dat zij het algemene risicoprofiel van het fondsverhogen terwijl het gebruik ervan niet op gedegen wijze aan beleggers wordtbekendgemaakt. Het is van cruciaal belang ervoor te zorgen dat beleggers indergelijke fondsen met kennis van zaken kunnen kiezen en het algemene risico-en rendementsprofiel van beleggingsfondsen kunnen inschatten.

(12)     Beleggingen op grond vanonvolledige of onjuiste informatie over een beleggingsstrategie van een fondskunnen immers in zware beleggingsverliezen resulteren. Het is bijgevolg vanessentieel belang dat beleggingsfondsen alle dienstige informatie in verbandmet hun gebruik van SFT's bekendmaken. Daarnaast is volledige transparantie opdit gebied vooral relevant wat beleggingsfondsen betreft, omdat alle activa dievoor SFT's worden gebruikt, geen eigendom zijn van de fondsbeheerders maar vande fondsbeleggers. Volledige informatieverschaffing over SFT's is daarom eenessentieel hulpmiddel om mogelijke belangenconflicten tegen te gaan.

(13)     De nieuwe regels inzaketransparantie van SFT's en andere financieringsstructuren sluiten nauw aan bijde Richtlijnen 2009/65/EG[13]en 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad[14]. Genoemde richtlijnenvormen immers het wetgevingskader voor de oprichting, het beheer en deverhandeling van instellingen voor collectieve belegging.

(14)     Instellingen voor collectievebelegging kunnen worden geëxploiteerd als instellingen voor collectievebelegging in effecten (icbe's) onder het beheer van icbe-beheerders of -beleggingsmaatschappijenwaaraan krachtens Richtlijn 2009/65/EG vergunning is verleend, dan wel alsalternatieve beleggingsinstellingen (abi's) welke onder het beheer staan vaneen abi-beheerder, die krachtens Richtlijn 2011/61/EU een vergunning of eeninschrijving daarvoor heeft gekregen. Deze nieuwe transparantievoorschriftenvormen een aanvulling op de bepalingen van genoemde richtlijnen. Deze nieuweeenvormige regels over de transparantie van SFT's en anderefinancieringsstructuren moeten derhalve worden toegepast naast de voorschriftenvan de Richtlijnen 2009/65/EG en 2011/61/EU.

(15)     Om beleggers bewust te makenvan de risico's die aan het gebruik van SFT's en andere financieringsstructurenverbonden zijn, moeten fondsbeheerders op gezette tijdstippen gedetailleerdrapporteren over elk gebruik dat zij van deze technieken maken. De bestaandeperiodieke rapportage waartoe icbe-beheerders of -beleggingsmaatschappijenen abi-beheerders verplicht zijn, dient te worden aangevuld met de additioneleinformatie over het gebruik van SFT's en andere financieringsstructuren.

(16)     Het door een fonds gevoerdebeleggingsbeleid ten aanzien van SFT's en andere financieringsstructuren moetduidelijk worden uiteengezet in de precontractuele documenten, zoals in hetprospectus voor icbe-fondsen en in de precontractuele informatieverstrekkingaan beleggers voor abi's. Dit moet ervoor zorgen dat beleggers inzicht hebbenin en een inschatting kunnen maken van de inherente risico's voordat zijbesluiten in een bepaalde icbe en abi te beleggen.

(17)     Herbelening verschaftliquiditeit en stelt tegenpartijen in staat de financieringskosten te drukken.De activiteit doet echter complexe ketens van zekerheden ontstaan tussen detraditionele banksector en het schaduwbankwezen, hetgeen risico's voor definanciële stabiliteit met zich meebrengt. Het gebrek aan transparantie over demate waarin als zekerheid verstrekte financiële instrumenten zijn herbeleend ende daaruit voortvloeiende risico's in geval van faillissement, kunnen hetvertrouwen in tegenpartijen ondermijnen en de risico's voor de financiëlestabiliteit vergroten.

(18)     Bij deze verordening wordenvoorschriften voor de verschaffing aan tegenpartijen van informatie over herbeleningvastgesteld; deze voorschriften dienen de toepassing onverlet te laten vansectorale regels die aan specifieke marktdeelnemers, structuren en situatieszijn aangepast. De in deze verordening vastgelegde voorschriften inzake herbeleningmoeten bijgevolg bijvoorbeeld alleen voor fondsen en registers gelden voorzover het regelgevingskader voor beleggingsfondsen niet in strengere regelsinzake hergebruik voorziet die een lex specialis vormen en voorrang hebbenboven de voorschriften die in deze verordening zijn opgenomen. Deze verordeningmoet met name alle regels onverlet laten die het vermogen van tegenpartijenbeperkt om over te gaan tot herbelening van financiële instrumenten die doortegenpartijen of andere personen dan tegenpartijen als zekerheden zijnverstrekt.

(19)     Om te garanderen dattegenpartijen de uit deze verordening voortvloeiende verplichtingen nakomen endat zij overal in de Unie op dezelfde wijze worden behandeld, moet wordengezorgd voor administratieve sancties en maatregelen die doeltreffend,evenredig en afschrikkend zijn. Daarom moeten de bij deze verordeningvastgestelde administratieve maatregelen en sancties aan bepaalde essentiële vereistenvoldoen op het gebied van adressaten, in aanmerking te nemen criteria bij hetopleggen van een sanctie of maatregel, bekendmaking van sancties ofmaatregelen, essentiële sanctiebevoegdheden en omvang van administratievegeldboeten. Het verdient aanbeveling dat de bij de Richtlijnen 2009/65/EGen 2011/61/EU vastgestelde maatregelen en sancties ook van toepassing zijn opinbreuken op de uit hoofde van deze verordening voor beleggingsfondsen geldendetransparantieverplichtingen.

(20)     De uitvaardiging vantechnische normen voor de sector van de financiële diensten moet resulteren ineen consistente harmonisatie en adequate bescherming van deposanten, beleggersen consumenten in de gehele Unie. Het is efficiënt en passend om de ESMA, alsorgaan met hooggespecialiseerde expertise, te belasten met de uitwerking vanontwerpen van technische reguleringsnormen en uitvoeringsnormen die geenbeleidskeuzen inhouden. De ESMA moet bij de ontwikkeling van ontwerpen vantechnische normen voor doeltreffende administratieve en rapportageprocessenzorgen. Aan de Commissie moet de bevoegdheid worden toegekend middelsgedelegeerde handelingen op grond van artikel 290 van het Verdrag betreffendede werking van de Europese Unie en overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14van Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad[15] technischereguleringsnormen vast te stellen op de volgende terreinen: bijzonderheden overde verschillende soorten SFT's, bijzonderheden over de registratieaanvraag vaneen transactieregister, en de frequentie van en nadere regels voor debekendmaking van en toegang tot gegevens van transactieregisters.

(21)     Aan de Commissie moet debevoegdheid worden toegekend middels uitvoeringshandelingen op grond vanartikel 291 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie envolgens de procedure van artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 door deESMA ontwikkelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen met betrekkingtot de vorm en frequentie van de rapportages, de vorm van deregistratieaanvraag van een transactieregister, alsook de procedures enformulieren voor de uitwisseling van informatie over sancties met de ESMA.

(22)     De bevoegdheid tot hetvaststellen van handelingen overeenkomstig artikel 290 van het Verdragbetreffende de werking van de Europese Unie moet aan de Commissie wordenovergedragen met betrekking tot: de wijziging van de lijst van entiteiten dievan het toepassingsgebied van deze verordening moeten worden uitgesloten om tevermijden dat zij worden beperkt in hun bevoegdheid hun taken vangemeenschappelijk belang te verrichten; specifieke details op het gebied vandefinities; het type vergoedingen, de aangelegenheden waarvoor vergoedingenverschuldigd zijn, het bedrag van de vergoedingen en de wijze waarop zij doortransactieregisters moeten worden voldaan; en de wijziging van de bijlage methet oog op de actualisering van de informatie over zowel SFT's als anderefinancieringsstructuren en van de informatieverschaffing aan beleggers. Het isvan bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden totpassende raadpleging overgaat, onder meer op deskundigenniveau. De Commissiemoet er bij de voorbereiding en opstelling van gedelegeerde handelingen voorzorgen dat de desbetreffende documenten tijdig en op gepaste wijze gelijktijdigworden toegezonden aan het Europees Parlement en de Raad.

(23)     Om te zorgen voor uniformevoorwaarden voor de uitvoering van deze verordening, moeten aan de Commissieuitvoeringsbevoegdheden worden verleend om met het oog op de erkenning vantransactieregisters van derde landen besluiten te nemen over de beoordeling vanregels van derde landen.

(24)     Overeenkomstig hetevenredigheidsbeginsel is het noodzakelijk en passend de transparantie vanbepaalde marktactiviteiten, zoals SFT's, herbelening en, in voorkomend geval,andere financieringsstructuren, te verzekeren en de bewaking en detectie van dedaarmee samenhangende risico's voor de financiële stabiliteit mogelijk temaken. Deze verordening gaat overeenkomstig artikel 5, lid 4, van het Verdragbetreffende de Europese Unie niet verder dan nodig is om de beoogdedoelstellingen te verwezenlijken.

(25)     Deze verordening eerbiedigt degrondrechten en strookt met de beginselen die in het Handvest van degrondrechten van de Europese Unie zijn erkend, en in het bijzonder het recht opde bescherming van persoonsgegevens, het recht op de eerbiediging van hetprivéleven en van het familie- en gezinsleven, de rechten van de verdediging enhet "ne bis in idem"-beginsel, de vrijheid van ondernemerschap, hetrecht op eigendom en het recht op een doeltreffende voorziening in rechte en opeen onpartijdig gerecht. Deze verordening moet worden toegepast metinachtneming van deze rechten en beginselen,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENINGVASTGESTELD:

Hoofdstuk I

Onderwerp en toepassingsgebied

Artikel 1

Onderwerp

Bij deze verordening worden regels vastgesteldvoor de transparantie van effectenfinancieringstransacties (SFT's, securitiesfinancing transactions), andere financieringsstructuren en herbelening.

Artikel 2

Toepassingsgebied

1.           Deze verordening is vantoepassing op:

(a) een tegenpartij bij een SFT die is gevestigd:

(1) in de Unie, met inbegrip van al zijn bijkantoren,ongeacht waar deze gelegen zijn;

(2) in een derde land, mits de SFT is gesloten in hetkader van transacties van een EU-bijkantoor;

(b) beheermaatschappijen van instellingen voorcollectieve belegging in effecten (icbe's) en icbe-beleggingsmaatschappijen inde zin van Richtlijn 2009/65/EG;

(c) beheerders van alternatieve beleggingsfondsen(abi-beheerders) aan wie overeenkomstig Richtlijn 2011/61/EU vergunning isverleend;

(d) een tegenpartij die overgaat tot herbelening en isgevestigd:

(1) in de Unie, met inbegrip van al zijn bijkantoren,ongeacht waar deze gelegen zijn;

(2) in een derde land in beide volgende gevallen:

(i.)     de herbelening vindt plaats in het kadervan de transacties van een EU-bijkantoor;

(ii.)    de herbelening heeft betrekking opfinanciële instrumenten die als zekerheid zijn verstrekt door een tegenpartijdie in de Unie is gevestigd, dan wel door een EU-bijkantoor van een tegenpartijdie in een derde land is gevestigd.

2.           Deze verordening is niet vantoepassing op:

(a) de leden van het ESCB en andere instanties van delidstaten met een soortgelijke functie en andere overheidsinstellingen in deUnie die belast zijn met of betrokken zijn bij het beheer van deoverheidsschuld;

(b) de Bank voor Internationale Betalingen.

3.           De Commissie is bevoegdovereenkomstig artikel 27 gedelegeerde handelingen vast te stellen om de in lid2 van dit artikel vermelde lijst te wijzigen.

Artikel 3

Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordtverstaan onder:

1.           "transactieregister":een rechtspersoon die vastleggingen betreffendeeffectenfinancieringstransacties centraal verzamelt en bewaart;

2.           "tegenpartijen:"financiële tegenpartijen" en "niet-financiëletegenpartijen" zoals omschreven in artikel 2, punten 8 en 9, vanVerordening (EU) nr. 648/2012, alsook "centrale tegenpartijen" zoalsomschreven in artikel 2, punt 1, van Verordening (EU) nr. 648/2012;

3.           "gevestigd":

(a) indien de tegenpartij een natuurlijke persoon is,die er zijn hoofdkantoor heeft;

(b) indien de tegenpartij een rechtspersoon is, die erzijn statutaire zetel heeft;

(c) indien de tegenpartij krachtens zijn nationalewetgeving geen statutaire zetel heeft, die er zijn hoofdkantoor heeft;

4.           "bijkantoor": eenbedrijfszetel die niet het hoofdkantoor is en die een onderdeel zonderrechtspersoonlijkheid vormt van een tegenpartij;

5.           "verstrekte effecten- ofgrondstoffenlening" en "opgenomen effecten- ofgrondstoffenlening": een transactie waarbij een tegenpartij effecten ofgrondstoffen overdraagt onder de verbintenis dat de leningnemer op een tijdstipin de toekomst of wanneer de overdragende tegenpartij daarom verzoekt,gelijkwaardige effecten of grondstoffen teruglevert, wordt aangemerkt als een"verstrekte effecten- of grondstoffenlening" voor de tegenpartij diede effecten of grondstoffen overdraagt, en een "opgenomen effecten- ofgrondstoffenlening" voor de tegenpartij aan wie de effecten ofgrondstoffen worden overgedragen;

6.           "effectenfinancieringstransactie(SFT, securities financing transaction)":

- een "retrocessietransactie" zoalsomschreven in artikel 4, punt 83, van Verordening (EU) nr. 575/2013;

- "verstrekte effecten- of grondstoffenleningen"en "opgenomen effecten- of grondstoffenleningen";

- alle transacties die een gelijkwaardigeeconomische werking hebben en die soortgelijke risico's inhouden, met name eenkooptransactie met wederverkoop of een verkooptransactie met wederinkoop;

7.           "herbelening": hetgebruik door een ontvangende tegenpartij van als zekerheden ontvangenfinanciële instrumenten in eigen naam en voor eigen rekening, dan wel voorrekening van een andere tegenpartij;

8.           "financiëleinstrumenten": financiële instrumenten als genoemd in bijlage I, afdeling C,van Richtlijn 2004/39/EG;

9.           "anderefinancieringsstructuren": instrumenten of maatregelen met eengelijkwaardige werking als een SFT;

10.         "grondstof":grondstof zoals omschreven in artikel 2, punt 1, van Verordening (EU) nr. 1287/2006van de Commissie;

Om gelijke tred te kunnen houden met deontwikkeling van de marktpraktijken en met de technologische ontwikkelingen isde Commissie bevoegd overeenkomstig artikel 27 gedelegeerde handelingen vast testellen met betrekking tot maatregelen ter nadere bepaling van de soortentransacties die een gelijkwaardige economische werking hebben en soortgelijkerisico's inhouden als SFT's, zoals bedoeld in punt 6.

Hoofdstuk II

Transparantie van SFT's

Artikel 4

Rapportageverplichting engegevensbescherming met betrekking tot SFT's

1.           Tegenpartijen bij SFT'srapporteren de gegevens over dergelijke transacties aan een overeenkomstigartikel 5 geregistreerd of een overeenkomstig artikel 19 erkendtransactieregister. De gegevens worden uiterlijk op de werkdag volgend op desluiting, wijziging of beëindiging van de transactie gerapporteerd.

Derapportageverplichting is van toepassing op SFT's die:

(a) zijn gesloten vóór de in artikel 29, tweede alinea,bedoelde datum en op deze datum nog steeds uitstonden;

(b) zijn gesloten na de in artikel 29, tweedealinea, bedoelde datum.

Een aan derapportageverplichting onderworpen tegenpartij kan de rapportage van degegevens over SFT's delegeren.

2.           Tegenpartijen houdengedurende ten minste tien jaar na de beëindiging van een transactie eenvastlegging bij van alle SFT's die zij hebben gesloten, gewijzigd of beëindigd.

3.           Als er geentransactieregister beschikbaar is om de gegevens over SFT's vast te leggen,zorgen de tegenpartijen ervoor dat dergelijke gegevens aan de EuropeseAutoriteit voor effecten en markten (ESMA, European Securities and MarketsAuthority) worden gerapporteerd.

In die gevallen zorgt de ESMA ervoor dat alle inartikel 12, lid 2, bedoelde relevante entiteiten toegang hebben tot allegegevens over SFT's die zij nodig hebben om hun respectieveverantwoordelijkheden en taken te vervullen.

4.           De transactieregisters en deESMA houden zich aan de in Verordening (EU) nr. 648/2012, en metname in artikel 80 van Verordening (EU) nr. 648/2012, gesteldevoorwaarden inzake vertrouwelijkheid, integriteit en bescherming van deovereenkomstig dit artikel ontvangen informatie. Verwijzingen in dat artikelnaar artikel 9 van Verordening (EU) nr. 648/2012 en naar"derivatencontracten", worden gelezen als verwijzingen naarrespectievelijk artikel 4 van deze verordening en "SFT's".

5.           Een tegenpartij die degegevens over een SFT meldt aan een transactieregister of aan de ESMA, dan weleen entiteit die dergelijke gegevens rapporteert namens een tegenpartij, wordtniet geacht enige bij contract of bij een wettelijke ofadministratiefrechtelijke bepaling opgelegde openbaarmakingsbeperking teovertreden.

6.           Noch op de rapporterendeentiteit, noch op haar leiding of werknemers rust enige uit die openbaarmakingvoortvloeiende aansprakelijkheid.

Wanneer de gegevens over een SFT overeenkomstigartikel 9 van Verordening (EU) nr. 648/2012 aan eentransactieregister moeten worden gerapporteerd en die rapportage effectief dein lid 1 van dit artikel bedoelde gegevens bevat, wordt aan de in lid 1 van ditartikel neergelegde rapportageverplichting geacht te zijn voldaan.

7.           Om een consistente toepassingvan dit artikel te garanderen, ontwikkelt de ESMA, in nauwe samenwerking methet Europees Stelsel van centrale banken (ESCB) en rekening houdend met debehoeften ervan, ontwerpen van technische reguleringsnormen ter vaststellingvan de over de verschillende soorten SFT's te verstrekken gegevens, waarin tenminste het volgende wordt gepreciseerd:

(a) de partijen bij de SFT en, voor zover verschillend,de begunstigde van de eruit voortvloeiende rechten en verplichtingen;

(b) de hoofdsom, de valuta, het type, de kwaliteit ende waarde van de zekerheden, de voor het verstrekken van de zekerheden gevolgdemethode, of de zekerheden beschikbaar zijn voor herbelening, of zij zijn herbeleend,enigerlei vervanging van de zekerheden, de reporente of leningvergoeding, detegenpartij, de haircut, de valutadatum, de vervaldatum en de eerste datumwaarop vervroegde aflossing kan plaatsvinden.

De ESMA dient deze ontwerpen van technischereguleringsnormen uiterlijk [12 maanden na de bekendmaking van dezeverordening] in bij de Commissie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid toegekend dein de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellenovereenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.

8.           Om eenvormige voorwaardenvoor de toepassing van lid 1 te garanderen, stelt de ESMA, in nauwesamenwerking met het ESCB en rekening houdend met de behoeften ervan, ontwerpenvan technische uitvoeringsnormen op ter precisering van de vorm en defrequentie van de in de leden 1 en 3 voor de verschillende soorten SFT'sbedoelde rapporten.

De ESMA dient deze ontwerpen van technischeuitvoeringsnormen uiterlijk [12 maanden na de bekendmaking van dezeverordening] in bij de Commissie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend dein de eerste alinea bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellenovereenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.

Hoofdstuk III

Registratie van en toezicht op eentransactieregister

Artikel 5

Registratie van een transactieregister

1.           Voor de toepassing vanartikel 4 registreert een transactieregister zich bij de ESMA volgens de in ditartikel vastgelegde voorwaarden en procedure.

Om krachtens dit artikel voor registratie inaanmerking te komen, moet een transactieregister een rechtspersoon zijn die inde Unie is gevestigd en voldoet aan de in de artikelen 78 en 79 van Verordening(EU) nr. 648/2012 neergelegde vereisten. Verwijzingen naar artikel 9 vanVerordening (EU) nr. 648/2012 worden gelezen als verwijzingen naar artikel 4van deze verordening.

2.           De registratie van eentransactieregister geldt voor het volledige grondgebied van de Unie.

3.           Een geregistreerdtransactieregister voldoet te allen tijde aan de registratievoorwaarden. Eentransactieregister stelt de ESMA onverwijld in kennis van materiële wijzigingenin de registratievoorwaarden.

4.           Een transactieregister dienteen registratieaanvraag in bij de ESMA.

5.           Uiterlijk 20 werkdagen naontvangst van de aanvraag beoordeelt de ESMA of de aanvraag volledig is. Indiende aanvraag onvolledig is, stelt de ESMA een termijn vast waarbinnen hettransactieregister aanvullende informatie moet verstrekken. Wanneer de ESMA eenaanvraag volledig acht, stelt zij het transactieregister daarvan in kennis.

6.           De ESMA stelt ontwerpen vantechnische reguleringsnormen op waarin de nadere regels zijn gespecificeerdvoor de in lid 4 bedoelde registratieaanvraag.

De ESMA dient deze ontwerpen van technischereguleringsnormen uiterlijk [12 maanden na de bekendmaking van dezeverordening] in bij de Commissie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid toegekend dein de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellenovereenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.

7.           Om eenvormige voorwaardenvoor de toepassing van lid 1 te garanderen, stelt de ESMA ontwerpen vantechnische uitvoeringsnormen op waarin de vorm van de aanvraag tot registratiebij de ESMA nader is gepreciseerd.

De ESMA dient deze ontwerpen van technischeuitvoeringsnormen uiterlijk [12 maanden na de bekendmaking van dezeverordening] in bij de Commissie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend dein de eerste alinea bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellenovereenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.

Artikel 6

Aan registratie voorafgaandekennisgeving aan en raadpleging van de bevoegde autoriteiten

1.           Indien een transactieregisterdat een registratieaanvraag indient, een entiteit is die een vergunning heeftgekregen van of is geregistreerd door een bevoegde autoriteit van de lidstaatwaar het is gevestigd, gaat de ESMA zonder onnodige vertraging over totkennisgeving aan en raadpleging van die bevoegde autoriteit alvorens hettransactieregister te registreren.

2.           De ESMA en de betrokkenbevoegde autoriteit wisselen alle informatie uit die nodig is om hettransactieregister te registreren en om toezicht uit te oefenen op de nalevingdoor het transactieregister van de registratie- of vergunningsvereisten in delidstaat waar het is gevestigd.

Artikel 7

Onderzoek van de aanvraag

1.           Binnen 40 werkdagen na de inartikel 5, lid 5, bedoelde kennisgeving beoordeelt de ESMA deregistratieaanvraag op basis van de naleving door het transactieregister vandit hoofdstuk, en stelt zij een gemotiveerd besluit tot registratie of eengemotiveerd besluit tot weigering van de registratie vast.

2.           Een uit hoofde van lid 1uitgegeven besluit van ESMA wordt van kracht op de vijfde werkdag nadat het isvastgesteld.

Artikel 8

Kennisgeving van ESMA-besluiten metbetrekking tot registratie

1.           Wanneer de ESMA een besluittot registratie of een besluit tot weigering van de registratie of totintrekking van de registratie vaststelt, stelt zij het transactieregisterbinnen vijf werkdagen in kennis van haar met redenen omkleed besluit.

De ESMA stelt de in artikel 6, lid 1, bedoeldebevoegde autoriteit zonder onnodige vertraging in kennis van haar besluit.

2.           De ESMA stelt de Commissie inkennis van alle overeenkomstig lid 1 vastgestelde besluiten.

3.           De ESMA publiceert op haarwebsite een lijst van overeenkomstig deze verordening geregistreerdetransactieregisters. Deze lijst wordt binnen vijf werkdagen na vaststelling vaneen besluit ingevolge lid 1 geactualiseerd.

Artikel 9

Bevoegdheden van de ESMA

1.           Bij de uitoefening van debevoegdheden die op grond van de artikelen 61 tot en met 68, 73 en 74 vanVerordening (EU) nr. 648/2012 aan de ESMA zijn verleend, wordt ook dezeverordening in acht genomen.

Verwijzingen naar artikel 81, leden 1 en 2, vanVerordening (EU) nr. 648/2012 worden gelezen als verwijzingen naarrespectievelijk artikel 12, lid 1, en artikel 12, lid 2, van deze verordening.

2.           De bevoegdheden die op grondvan de artikelen 61, 62 en 63 van Verordening (EU) nr. 648/2012aan de ESMA, aan een functionaris van de ESMA of aan een andere door de ESMAgemachtigde persoon zijn verleend, worden niet gebruikt om de openbaarmaking teverlangen van aan het juridische verschoningsrecht onderworpen gegevens ofdocumenten.

Artikel 10

Intrekking van een registratie

1.           Onverminderd artikel 73 vanVerordening (EU) nr. 648/2012 trekt de ESMA de registratie van eentransactieregister in indien het transactieregister:

(a) uitdrukkelijk afziet van de registratie of devoorgaande zes maanden geen diensten heeft verricht;

(b) de registratie heeft verkregen door valseverklaringen af te leggen of op een andere onregelmatige wijze;

(c) niet meer voldoet aan de voorwaarden waaronder hetis geregistreerd.

2.           De ESMA stelt de in artikel 6,lid 1, bedoelde bevoegde autoriteit zonder onnodige vertraging in kennis vanhaar besluit tot intrekking van de registratie van een transactieregister.

3.           Indien de bevoegde autoriteitvan een lidstaat waar het transactieregister zijn diensten en activiteitenverricht van oordeel is dat een van de voorwaarden van lid 1 is vervuld, kanzij de ESMA verzoeken na te gaan of aan de voorwaarden voor intrekking van deregistratie van het betrokken transactieregister is voldaan. Indien de ESMAbesluit de registratie van het betrokken transactieregister niet in te trekken,motiveert zij dit besluit omstandig.

4.           De in lid 3 bedoelde bevoegdeautoriteit is de autoriteit die ingevolge artikel 22 van Verordening (EU) nr. 648/2012is aangewezen.

Artikel 11

Toezichtvergoedingen

1.           De ESMA brengt detransactieregisters overeenkomstig deze verordening en overeenkomstig deingevolge lid 2 van dit artikel vastgestelde gedelegeerde handelingenvergoedingen in rekening. Deze vergoedingen staan in verhouding tot de omzetvan het betrokken transactieregister en dekken volledig de uitgaven van de ESMAwelke nodig zijn voor de registratie van en het toezicht optransactieregisters, alsook voor de terugbetaling van alle eventuele kosten diede bevoegde autoriteiten bij het uitvoeren van hun werkzaamheden uit hoofde vandeze verordening maken, in het bijzonder als gevolg van overeenkomstig artikel 9,lid 1, van deze verordening in combinatie met artikel 74 van Verordening (EU)nr. 648/2012 gedelegeerde taken. Verwijzingen naar artikel 72, lid 3, vanVerordening (EU) nr. 648/2012 worden gelezen als verwijzingen naar lid 2 vandit artikel.

2.           De Commissie is bevoegdovereenkomstig artikel 27 een gedelegeerde handeling vast te stellen ter naderebepaling van de soorten vergoedingen, de zaken waarvoor een vergoeding moetworden betaald, de hoogte van de vergoedingen en de wijze waarop deze moetenworden betaald.

Artikel 12

Transparantie en beschikbaarheid vangegevens

1.           Een transactieregisterpubliceert, op regelmatige basis en op een eenvoudig toegankelijke manier,geaggregeerde posities per categorie SFT's die aan hem worden gerapporteerd.

2.           Een transactieregisterverzamelt en bewaart de gegevens over SFT's en zorgt ervoor dat de in artikel 81,lid 3, van Verordening (EU) nr. 648/2012 bedoelde entiteiten, de EuropeseBankautoriteit (EBA) en de Europese Autoriteit voor verzekeringen enbedrijfspensioenen (EIOPA, European Insurance Occupational Pensions Authority)rechtstreeks en onmiddellijk toegang hebben tot deze gegevens om hun in staatte stellen hun respectieve verantwoordelijkheden en taken te vervullen.

3.           Om een consistente toepassingvan dit artikel te garanderen, stelt de ESMA, in nauwe samenwerking met hetESCB en rekening houdend met de behoeften van de in lid 2 bedoelde entiteiten,ontwerpen van technische reguleringsnormen op, waarin het volgende wordtgepreciseerd:

(a) de frequentie en gedetailleerdheid waarmeeinformatie over de in lid 1 bedoelde geaggregeerde posities moet wordenverstrekt en de gegevens die over de in lid 2 bedoelde SFT's moeten wordenverstrekt.

(b) de operationele normen die nodig zijn om gegevenstussen registers te kunnen aggregeren en vergelijken;

(c) de bijzonderheden over de informatie waartoe de inlid 2 bedoelde entiteiten toegang hebben.

Deze ontwerpen van technische reguleringsnormenwaarborgen dat er op basis van de krachtens lid 1 gepubliceerde informatie geenpartijen bij SFT's geïdentificeerd kunnen worden.

De ESMA dient deze ontwerpen van technischereguleringsnormen uiterlijk [12 maanden na de bekendmaking van dezeverordening] in bij de Commissie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid toegekend dein de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellenovereenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.

Hoofdstuk IV

Transparantie jegens beleggers

Artikel 13

Transparantie van beleggingsfondsen inperiodieke verslagen

1.           Beheermaatschappijen vanicbe's, beleggingsmaatschappijen van icbe's en abi-beheerders informeren hunbeleggers over het gebruik dat zij van SFT's en van anderefinancieringsstructuren maken:

(a) beheermaatschappijen of beleggingsmaatschappijenvan icbe's nemen deze informatie op in hun in artikel 68 van Richtlijn 2009/65/EGbedoelde halfjaarlijkse verslagen en jaarverslagen;

(b) abi-beheerders nemen deze informatie op in het inartikel 22 van Richtlijn 2011/61/EU bedoelde jaarverslag.

2.           De informatie over SFT's enandere financieringsstructuren omvat ten minste de gegevens waarin afdeling Avan de bijlage voorziet.

3.           De Commissie is bevoegdovereenkomstig artikel 27 gedelegeerde handelingen vast te stellen om afdelingA van de bijlage te wijzigen opdat deze gelijke tred houdt met de ontwikkelingvan de marktpraktijken en met de technologische ontwikkelingen.

Artikel 14

Transparantie van beleggingsfondsen inde voorafgaand aan de belegging verstrekte documenten

1.           In het in artikel 69 vanRichtlijn 2009/65/EG bedoelde icbe-prospectus en in de in artikel 24, leden 1en 3, van Richtlijn 2011/61/EU bedoelde informatie die abi-beheerders aanbeleggers verstrekken, wordt nader aangegeven welke SFT's en anderefinancieringsstructuren beheermaatschappijen of beleggingsmaatschappijen vanicbe's, respectievelijk abi-beheerders mogen gebruiken en is tevens eenduidelijke verklaring opgenomen dat deze technieken worden gebruikt.

2.           Het prospectus en deinformatieverstrekking aan beleggers, zoals bedoeld in lid 1, omvatten tenminste de gegevens waarin afdeling B van de bijlage voorziet.

3.           De Commissie is bevoegdovereenkomstig artikel 27 gedelegeerde handelingen vast te stellen om afdelingB van de bijlage te wijzigen opdat deze gelijke tred houdt met de ontwikkelingvan de marktpraktijken en met de technologische ontwikkelingen.

Hoofdstuk V

Transparantie van herbelening

Artikel 15

Herbelening van als zekerheden ontvangenfinanciële instrumenten

1.           Tegenpartijen hebben een herbeleningsrechtop voorwaarde dat ten minste aan alle volgende voorwaarden is voldaan:

(a) de ontvangende tegenpartij heeft de verstrekkendetegenpartij naar behoren schriftelijk in kennis gesteld van de risico's dieverbonden kunnen zijn aan het verlenen van de onder b) bedoelde toestemming, enmet name van de potentiële risico's ingeval de ontvangende tegenpartij ingebreke blijft;

(b) de verstrekkende tegenpartij heeft zijnvoorafgaande uitdrukkelijke toestemming verleend, zoals wordt aangetoond doorde ondertekening door de verstrekkende tegenpartij van een schriftelijkeovereenkomst of door een gelijkwaardig alternatief mechanisme.

2.           De tegenpartijen oefenen hun herbeleningsrechtuit op voorwaarde dat ten minste aan alle volgende voorwaarden is voldaan:

(a) de herbelening vindt plaats onder de voorwaardendie in de in lid 1, onder b), bedoelde schriftelijke overeenkomst zijnvastgelegd;

(b) de als zekerheden ontvangen financiële instrumentenworden overgedragen naar een op naam van de ontvangende tegenpartij geopenderekening.

3.           Dit artikel laat strikteresectorale wetgeving, en met name de Richtlijnen 2011/61/EU en 2009/65/EU,onverlet.

Hoofdstuk VI

Toezicht en bevoegde autoriteiten

Artikel 16

Aanwijzing en bevoegdheden van bevoegdeautoriteiten

1.           Voor de toepassing van dezeverordening wordt onder bevoegde autoriteiten het volgende verstaan:

(a) voor financiële tegenpartijen, de bevoegdeautoriteiten zoals omschreven in artikel 2, punt 8, van Verordening (EU)nr. 648/2012;

(b) voor niet-financiële tegenpartijen, deovereenkomstig artikel 10, lid 5, van Verordening (EU) nr. 648/2012aangewezen bevoegde autoriteiten;

(c) voor centrale tegenpartijen, de overeenkomstigartikel 22 van Verordening (EU) nr. 648/2012 aangewezen bevoegdeautoriteiten;

(d) voor centrale effectenbewaarinstellingen, deovereenkomstig [de CSDR] aangewezen bevoegde autoriteiten;

(e) voor beleggingsfondsen, de overeenkomstig Richtlijn2009/65/EG en Richtlijn 2011/61/EU aangewezen bevoegde autoriteiten.

2.           De bevoegde autoriteitenoefenen de bevoegdheden uit die hun overeenkomstig de in lid 1 bedoeldebepalingen zijn verleend en houden toezicht op de inachtneming van de in dezeverordening neergelegde verplichtingen.

3.           De in lid 1, onder e), vandit artikel bedoelde bevoegde autoriteiten monitoren de op hun grondgebiedgevestigde of verhandelde icbe's of abi's om zich ervan te vergewissen dat dezegeen SFT's en andere financieringsstructuren gebruiken, tenzij zij de artikelen13 en 14 in acht nemen.

Artikel 17

Samenwerking tussen bevoegde autoriteiten

1.           De in artikel 16 bedoeldebevoegde autoriteiten en de ESMA werken nauw met elkaar samen en wisseleninformatie uit voor het uitvoeren van hun taken krachtens deze verordening, enmet name om inbreuken op deze verordening vast te stellen en te verhelpen.

2.           De in artikel 16 bedoeldebevoegde autoriteiten en de ESMA werken nauw samen met de betrokken leden vanhet ESCB wanneer zulks dienstig is voor het uitvoeren van hun taken, met namemet betrekking tot artikel 4.

Artikel 18

Beroepsgeheim

1.           Het beroepsgeheim geldt vooralle personen die werkzaam zijn of zijn geweest bij de in artikel 12, lid 2,bedoelde entiteiten en de in artikel 16 bedoelde bevoegde autoriteiten, deESMA, de EBA en de EIOPA of voor de auditors en deskundigen die in opdracht vande bevoegde autoriteiten of de ESMA, de EBA en de EIOPA handelen.Vertrouwelijke informatie waarvan deze personen bij de uitoefening van huntaken kennis krijgen, wordt aan geen enkele persoon of autoriteitbekendgemaakt, behalve in een samengevatte of geaggregeerde vorm, zodatindividuele tegenpartijen, transactieregisters of andere personen nietherkenbaar zijn, onverminderd de gevallen die onder het strafrecht of hetbelastingrecht of onder deze verordening vallen.

2.           Onverminderd zaken die onderhet strafrecht of het belastingrecht vallen, mogen de bevoegde autoriteiten, deESMA, de EBA, de EIOPA en andere instanties of natuurlijke of rechtspersonendan de bevoegde autoriteiten die ingevolge deze verordening vertrouwelijkeinformatie ontvangen deze, wanneer het om bevoegde autoriteiten gaat,uitsluitend gebruiken bij de vervulling van hun taken en voor de uitoefeningvan hun functies binnen het toepassingsgebied van deze verordening of, wanneerhet om andere autoriteiten, instanties of natuurlijke of rechtspersonen gaat,voor het doel waarvoor die informatie aan hen verstrekt is of in het kader vanadministratieve of gerechtelijke procedures die specifiek met de uitoefeningvan deze functies verband houden, of beide. Wanneer de ESMA, de EBA, de EIOPA,de bevoegde autoriteit of een andere autoriteit, instantie of persoon die deinformatie heeft verstrekt daarin toestemt, mag de ontvangende autoriteit deinformatie evenwel voor andere niet-commerciële doeleinden gebruiken.

3.           Alle uit hoofde van dezeverordening ontvangen, uitgewisselde of doorgegeven vertrouwelijke informatievalt onder de voorwaarden van het in de leden 1 en 2 neergelegde beroepsgeheim.Deze voorwaarden vormen evenwel geen beletsel voor de ESMA, de EBA, de EIOPA,de bevoegde autoriteiten of de betrokken centrale banken om vertrouwelijkegegevens uit te wisselen of door te geven overeenkomstig deze verordening enandere wetgeving betreffende beleggingsondernemingen, kredietinstellingen,pensioenfondsen, verzekerings- en herverzekeringstussenpersonen,verzekeringsondernemingen, gereglementeerde markten of marktexploitanten, danwel met instemming van de bevoegde autoriteit of een andere autoriteit ofinstantie of natuurlijke of rechtspersoon die deze gegevens heeft verstrekt.

4.           De leden 1 en 2beletten niet dat de bevoegde autoriteiten overeenkomstig het nationale rechtvertrouwelijke informatie uitwisselen of doorgeven die niet van een bevoegdeautoriteit van een andere lidstaat is ontvangen.

Hoofdstuk VII

Betrekkingen met derde landen

Artikel 19

Erkenning van transactieregisters

1.           Voor de toepassing van dezeverordening kan de Commissie uitvoeringshandelingen vaststellen waarin wordtbepaald dat het toezicht- en regelgevingskader van een derde land aan de inartikel 75 van Verordening (EU) nr. 648/2012 vastgelegde voorwaardenvoldoet.

2.           Een in een derde landgevestigd transactieregister mag alleen diensten en activiteiten met het oog opde toepassing van artikel 4 verrichten voor in de Unie gevestigde entiteitennadat dat transactieregister overeenkomstig de vereisten van lid 3 van ditartikel door de ESMA is erkend.

3.           Een in lid 2 bedoeldtransactieregister dient zijn aanvraag tot erkenning in bij de ESMA, vergezeldvan alle noodzakelijke gegevens en ten minste de informatie die nodig is om nate gaan of het transactieregister beschikt over een vergunning en ondereffectief toezicht staat in een derde land dat aan alle volgende criteriavoldoet:

(a) het is door de Commissie bij eenuitvoeringshandeling uit hoofde van lid 1 erkend als hebbende een gelijkwaardigen afdwingbaar toezicht- en regelgevingskader;

(b) het heeft met de Unie een internationaleovereenkomst gesloten overeenkomstig artikel 75, lid 2, van Verordening (EU)nr. 648/2012;

(c) het is samenwerkingsregelingen aangegaan inovereenstemming met artikel 75, lid 3, van Verordening (EU) nr. 648/2012om te garanderen dat de autoriteiten van de Unie, inclusief de ESMA,onmiddellijk en permanent toegang hebben tot alle informatie die zij nodighebben voor de uitvoering van hun taken.

Voor de toepassing van deze verordening wordenverwijzingen naar "derivatencontracten" in artikel 75, lid 2, vanVerordening (EU) nr. 648/2012 gelezen als verwijzingen naar "SFT's".

4.           Binnen 30 werkdagen naontvangst van de aanvraag verifieert de ESMA of de aanvraag volledig is. Indiende aanvraag onvolledig is, stelt de ESMA een termijn vast waarbinnen hetaanvragende transactieregister aanvullende informatie moet verstrekken.

5.           Binnen 180 werkdagen na deindiening van een volledige aanvraag informeert de ESMA het aanvragendetransactieregister schriftelijk onder opgaaf van alle redenen of de erkenningis verleend dan wel geweigerd.

6.           De ESMA publiceert op haarwebsite een lijst van de overeenkomstig dit artikel erkendetransactieregisters.

7.           Wanneer rechtstreekse enonmiddellijke toegang door de betrokken autoriteiten van de Unie tot degegevens die zij nodig hebben om hun respectieve verantwoordelijkheden enopdrachten te vervullen en die bij in derde landen geregistreerde of gevestigdetransactieregisters beschikbaar zijn, verzekerd is in de vorm van een bindendeen afdwingbare verplichting van die transactieregisters, kan de Commissie, inafwijking van lid 3, onder b) en c), met de betrokken autoriteiten van eenderde land samenwerkingsovereenkomsten sluiten die betrekking hebben op dewederzijdse toegang tot en de uitwisseling van informatie over SFT's welkewordt bewaard in transactieregisters die in het betrokken derde land gevestigdzijn, op voorwaarde dat het beroepsgeheim, met inbegrip van de bescherming vanzakengeheimen die de autoriteiten met derden delen, gewaarborgd is.

8.           Onder de in artikel 76 vanVerordening (EU) nr. 648/2012 gestelde voorwaarden kan de ESMAsamenwerkingsovereenkomsten met de betrokken autoriteiten van derde landensluiten met de bedoeling een samenwerkingsregeling te treffen met betrekkingtot de toegang tot in transactieregisters in de Unie bewaarde informatie overSFT's. Voor de toepassing van deze verordening worden verwijzingen naar"derivatencontracten" in artikel 76 van Verordening (EU) nr. 648/2012gelezen als verwijzingen naar "SFT's".

Hoofdstuk VIII

Administratieve sancties en maatregelen

Artikel 20

Administratieve sancties en maatregelen

1.           Onverminderd artikel 25 enhet recht van de lidstaten om strafrechtelijke sancties vast te stellen en opte leggen, dragen de lidstaten er in overeenstemming met het nationale rechtzorg voor dat de bevoegde autoriteiten over de bevoegdheid beschikkenadministratieve sancties en andere administratieve maatregelen op te leggenvoor ten minste de volgende inbreuken:

(a) een inbreuk op de in artikel 4 neergelegderapportageverplichting;

(b) een inbreuk op artikel 15.

Ingeval de in de eerste alinea bedoelde bepalingenop rechtspersonen van toepassing zijn, dragen de lidstaten er in geval van eeninbreuk zorg voor dat de bevoegde autoriteiten in staat zijn onder de in hetnationale recht vastgelegde voorwaarden sancties op te leggen aan leden van hetleidinggevend orgaan en aan andere personen die uit hoofde van het nationalerecht voor de inbreuk verantwoordelijk zijn.

2.           De voor de toepassing van lid1 opgelegde administratieve sancties en maatregelen zijn doeltreffend,evenredig en afschrikkend.

3.           Wanneer de lidstaten ervoorkiezen strafrechtelijke sancties voor de inbreuken op de in lid 1 van ditartikel bedoelde bepalingen vast te stellen, dragen zij er zorg voor dat erpassende maatregelen zijn getroffen opdat de bevoegde autoriteiten over allenodige bevoegdheden beschikken om met de gerechtelijke autoriteiten in hunjurisdictie te communiceren teneinde specifieke informatie te ontvangen overlopende strafrechtelijke onderzoeken naar en procedures in verband metmogelijke inbreuken op de artikelen 4 en 15, en zorgen zij er tevens voor datandere bevoegde autoriteiten zich op dezelfde wijze kunnen houden aan deverplichting om met elkaar en, indien zulks dienstig is, met de ESMA samen tewerken voor de toepassing van lid 1 van dit artikel.

De bevoegdeautoriteiten kunnen ook met bevoegde autoriteiten van andere lidstatensamenwerken bij de uitoefening van hun sanctiebevoegdheden.

4.           De lidstaten dragen er inovereenstemming met het nationale recht zorg voor dat de bevoegde autoriteitenover de bevoegdheid beschikken ten minste de volgende administratieve sanctiesen andere maatregelen op te leggen in geval van de in lid 1 van ditartikel bedoelde inbreuken:

(a) een bevel waarbij de voor de inbreukverantwoordelijke persoon wordt verplicht de gedraging te staken en af te zienvan herhaling van die gedraging;

(b) de terugbetaling van de als gevolg van de inbreukbehaalde winsten of vermeden verliezen, voor zover deze kunnen worden bepaald;

(c) een openbare waarschuwing waarin de persoon dieverantwoordelijk is voor en de aard van de inbreuk worden vermeld;

(d) intrekking of schorsing van de vergunning;

(e) een tijdelijk, of voor ernstige of herhaaldeinbreuken, een permanent verbod voor een persoon met leidinggevendeverantwoordelijkheden of voor een andere natuurlijke persoon dieverantwoordelijk wordt gehouden, op de uitoefening van leidinggevende taken;

(f) een tijdelijk, of voor ernstige of herhaaldeinbreuken, een permanent verbod voor een persoon met leidinggevendeverantwoordelijkheden of voor een andere natuurlijke persoon dieverantwoordelijk wordt gehouden, op het handelen voor eigen rekening;

(g) maximale administratieve financiële sancties vanten minste driemaal het bedrag van de als gevolg van de inbreuk behaaldewinsten of vermeden verliezen, indien deze kunnen worden vastgesteld;

(h) met betrekking tot een natuurlijke persoon,maximale administratieve financiële sancties van ten minste 5 000 000 EURof in lidstaten waarvan de euro niet de munteenheid is, de overeenkomstigewaarde in de nationale munteenheid op de datum van inwerkingtreding van dezeverordening;

(i) met betrekking tot een rechtspersoon, maximaleadministratieve financiële sancties ter waarde van ten minste 10 % van detotale jaaromzet van de rechtspersoon volgens de recentste door hetleidinggevend orgaan goedgekeurde jaarrekening; indien de rechtspersoon eenmoederonderneming is of een dochteronderneming van de moederonderneming dieovereenkomstig Richtlijn 2013/34/EU[16]een geconsolideerde jaarrekening moet opstellen, is de toepasselijke totalejaaromzet de totale jaaromzet of de overeenkomstig het toepasselijke kader voorfinanciële verslaggeving daarmee corresponderende soort inkomsten volgens derecentste door het leidinggevend orgaan van de uiteindelijke moederonderneminggoedgekeurde geconsolideerde jaarrekening.

De lidstaten kunnenbepalen dat de bevoegde autoriteiten nog over andere dan de in dit lid vermeldebevoegdheden kunnen beschikken en dat zij in een breder scala aan sancties enhogere sancties kunnen voorzien dan die welke in dit lid zijn vastgesteld.

5.           Een inbreuk op de voorschriftenvan artikel 4 hebben geen invloed op de geldigheid van de voorwaarden van eenSFT of op de mogelijkheid van de partijen om de voorwaarden van een SFT af tedwingen. Aan een inbreuk op de voorschriften van artikel 4 kunnen geen rechtenop schadevergoeding worden ontleend ten aanzien van een partij bij een SFT.

6.           Per [12 maanden nainwerkingtreding van deze verordening] stellen de lidstaten de Commissie en deESMA van de regels inzake de leden 1, 3 en 4 in kennis. Zij stellen deCommissie en de ESMA onverwijld in kennis van alle verdere wijzigingen ervan.

Artikel 21

Uitoefening van toezichtbevoegdheden ensancties

De lidstaten zorgen er bij het bepalen van hetsoort en het niveau van de administratieve sanctie en andere maatregelen voordat bevoegde autoriteiten rekening houden met alle relevante omstandigheden,waaronder, indien passend:

(a) de ernst en de duur van de inbreuk;

(b) de mate van verantwoordelijkheid van de voor deinbreuk verantwoordelijke persoon;

(c) de financiële draagkracht van de voor de inbreuk verantwoordelijkepersoon, door factoren in aanmerking te nemen zoals de totale omzet van eenrechtspersoon of het jaarinkomen van een natuurlijke persoon;

(d) de omvang van de winsten of verliezen die door devoor de inbreuk verantwoordelijke persoon zijn behaald, respectievelijkvermeden, voor zover deze kunnen worden bepaald;

(e) de mate van samenwerking van de voor de inbreukverantwoordelijke persoon met de bevoegde autoriteit, onverminderd de noodzaakde terugbetaling door die persoon van de behaalde winsten of vermeden verliezente waarborgen;

(f) eerdere inbreuken door de voor de inbreukverantwoordelijke persoon;

(g) de maatregelen die de voor de inbreukverantwoordelijke persoon heeft genomen om een herhaling ervan te voorkomen.

Artikel 22

Melding van inbreuken

1.           De bevoegde autoriteitenzetten doeltreffende mechanismen op om de melding aan de bevoegde autoriteitenvan mogelijke of feitelijke inbreuken op de artikelen 4 en 15 mogelijk temaken.

2.           De in lid 1 bedoeldemechanismen omvatten ten minste het volgende:

(a) specifieke procedures voor de ontvangst vanmeldingen van inbreuken en de opvolging daarvan, met inbegrip van het opzettenvan beveiligde communicatiekanalen voor het doen van dergelijke meldingen;

(b) passende bescherming voor personen die in het kadervan een arbeidsovereenkomst werkzaam zijn en die inbreuken melden of die vaninbreuken worden beschuldigd, tegen vergelding, discriminatie of andere vormenvan onbillijke behandeling;

(c) bescherming van de persoonsgegevens van zowel depersoon die de inbreuk meldt als de natuurlijke persoon die de inbreuk zouhebben gepleegd, met inbegrip van bescherming in de vorm van geheimhouding vande identiteit van de personen in kwestie, in alle stadia van de procedure,onverminderd de verplichting krachtens de nationale wetgeving om informatieopenbaar te maken in het kader van een onderzoek of daaropvolgendegerechtelijke procedures.

3.           De lidstaten schrijven voordat werkgevers in passende interne procedures moeten voorzien opdat hunwerknemers inbreuken op de artikelen 4 en 15 kunnen melden.

4.           De lidstaten kunnen bepalendat aan personen die dienstige informatie over mogelijke inbreuken op dezeverordening verstrekken, financiële stimulansen worden toegekend inovereenstemming met het nationale recht, wanneer deze personen niet reeds eenwettelijke of contractuele verplichting hebben om dergelijke informatie temelden, de informatie niet reeds bekend is, en de informatie resulteert in hetopleggen van een administratieve sanctie of maatregel dan wel eenstrafrechtelijke sanctie vanwege een inbreuk op deze verordening.

Artikel 23

Uitwisseling van informatie met de ESMA

1.           De bevoegde autoriteitenverstrekken de ESMA jaarlijks geaggregeerde informatie over alleadministratieve maatregelen, sancties en boeten die zij overeenkomstig artikel 20hebben opgelegd. De ESMA publiceert deze informatie in een jaarverslag.

2.           Wanneer de lidstaten ervoorkiezen strafrechtelijke sancties voor de inbreuken op de in artikel 20 bedoeldebepalingen vast te stellen, verstrekken de bevoegde autoriteiten de ESMA elkjaar geanonimiseerde en geaggregeerde gegevens over alle verrichtestrafrechtelijke onderzoeken en opgelegde strafrechtelijke sancties. De ESMApubliceert gegevens over opgelegde strafrechtelijke sancties in eenjaarverslag. Wanneer de bevoegde autoriteit administratieve sancties, boeten enandere maatregelen, alsook strafrechtelijke sancties openbaar maakt, stelt zijde ESMA daarvan gelijktijdig in kennis.

3.           Wanneer de bevoegdeautoriteit een administratieve maatregel, administratieve sanctie ofstrafrechtelijke sanctie openbaar maakt, rapporteert zij deze informatiegelijktijdig aan de ESMA.

4.           De ESMA ontwikkelt ontwerpenvan technische uitvoeringsnormen om de procedures en formulieren vast testellen voor de uitwisseling van de in de leden 1 en 2 bedoelde informatie.

De ESMA dient dezeontwerpen van technische uitvoeringsnormen uiterlijk [12 maanden na debekendmaking van deze verordening] in bij de Commissie.

De Commissie isbevoegd de in de eerste alinea bedoelde technische uitvoeringsnormen vast testellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.

Artikel 24

Bekendmaking van besluiten

1.           Onverminderd het bepaalde inde derde alinea maken de bevoegde autoriteiten elk besluit waarbij eenadministratieve sanctie of andere maatregel in verband met een inbreuk op deartikelen 4 en 15 wordt opgelegd, direct bekend op hun website nadat de persoonop wie het besluit betrekking heeft daarover is ingelicht.

2.           In de overeenkomstig lid 1bekendgemaakte informatie wordt ten minste de aard en het type van de inbreukgespecificeerd, alsook de identiteit van de persoon op wie het besluitbetrekking heeft.

De eerste en detweede alinea zijn niet van toepassing op besluiten waarbij maatregelen met hetkarakter van een onderzoek worden opgelegd.

Indien een bevoegdeautoriteit na een per geval verrichte beoordeling de bekendmaking van deidentiteit van de rechtspersoon op wie het besluit betrekking heeft, dan welvan de persoonsgegevens van de natuurlijke persoon op wie het besluitbetrekking heeft, onevenredig acht, of indien een dergelijke bekendmaking eenlopend onderzoek of de stabiliteit van de financiële markten in gevaar brengt,doet de bevoegde autoriteit het volgende:

(a) zij stelt de bekendmaking van het besluit uittotdat de redenen voor dat uitstel ophouden te bestaan;

(b) zij maakt het besluit anoniem bekend op een wijzedie strookt met de nationale wetgeving wanneer een dergelijke bekendmaking dedoeltreffende bescherming van de persoonsgegevens in kwestie waarborgt, enindien nodig stelt zij de bekendmaking van de desbetreffende gegevens gedurendeeen redelijke periode uit wanneer mag worden verwacht dat de redenen voor deanonieme bekendmaking tijdens die periode zullen ophouden te bestaan;

(c) zij maakt het besluit niet bekend indien zij vanoordeel is dat bekendmaking in overeenstemming met de punten a) of b) niet zalvolstaan om te waarborgen dat:

(i.)     de stabiliteit van de financiële marktenniet in gevaar komt; of

(ii.)    de bekendmaking van dergelijke besluitenevenredig is, wanneer het maatregelen betreft die van gering belang wordengeacht.

3.           Indien het besluitonderworpen is aan een beroepsmogelijkheid voor een nationale gerechtelijke,administratieve of andere instantie, maken de bevoegde autoriteiten dergelijkeinformatie direct bekend op hun website, alsook eventuele latere informatieover de uitkomst van een dergelijk beroep. Bovendien wordt ook overgegaan totde bekendmaking van elk besluit tot nietigverklaring van een besluit waartegenberoep is ingesteld.

4.           De bevoegde autoriteitenzorgen ervoor dat elk besluit dat in overeenstemming met dit artikel isbekendgemaakt, op hun website toegankelijk blijft voor een periode van tenminste vijf jaar na de bekendmaking ervan. Persoonsgegevens die in dezebesluiten zijn vervat, worden slechts op de website van de bevoegde autoriteitvermeld gedurende de periode waarvoor dat overeenkomstig de toepasselijkeregelgeving betreffende gegevensbescherming noodzakelijk is.

Artikel 25

Sancties voor de toepassing van deartikelen 13 en 14

Deovereenkomstig Richtlijn 2009/65/EG en Richtlijn 2011/61/EU vastgesteldesancties en andere maatregelen zijn van toepassing op inbreuken op deverplichtingen die in de artikelen 13 en 14 van deze verordening zijnneergelegd.

Hoofdstuk IX

Evaluatie

Artikel 26

Evaluatie

Driejaar na de inwerkingtreding brengt de Commissie, na raadpleging van de ESMA,aan het Europees Parlement en de Raad verslag uit over de doeltreffendheid ende doelmatigheid van deze verordening en dient zij, indien nodig, een herzienvoorstel in.

Hoofdstuk X

Slotbepalingen

Artikel 27

Uitoefening van gedelegeerdebevoegdheden

1.           De bevoegdheid omgedelegeerde handelingen vast te stellen wordt aan de Commissie toegekend onderde in dit artikel neergelegde voorwaarden.

2.           De in artikel 2, lid 3,artikel 3, artikel 11, lid 2, artikel 13, lid 3, en artikel 14, lid 3,bedoelde bevoegdheidsdelegatie wordt aan de Commissie toegekend voor onbepaaldetijd met ingang van de in artikel 28 bedoelde datum.

3.           Het Europees Parlement of deRaad kan de in artikel 2, lid 3, artikel 3, artikel 4, artikel 11, lid 2,artikel 13, lid 3, en artikel 14, lid 3, bedoelde bevoegdheidsdelegatie teallen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van dein dat besluit vermelde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die vande bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of opeen daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds vankracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.

4.           Zodra de Commissie eengedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdigkennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.

5.           Een overeenkomstig artikel 2,lid 3, artikel 3, artikel 4, artikel 11, lid 2, artikel 13, lid 3, enartikel 14, lid 3, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werkingindien het Europees Parlement of de Raad binnen een termijn van twee maanden nade kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raaddaartegen geen bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlementals de Raad voor het verstrijken van die termijn de Commissie hebbenmedegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt opinitiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd.

Artikel 28

Inwerkingtreding en toepassing

1.           Deze verordening treedt inwerking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatiebladvan de Europese Unie.

2.           Deze verordening is vantoepassing met ingang van de datum van inwerkingtreding, met uitzondering van:

(a) artikel 4, lid 1, dat 18 maanden na de datum vaninwerkingtreding van toepassing is; en

(b) de artikelen 13 en 14, die 6 maanden na de datumvan inwerkingtreding van toepassing zijn.

Deze verordening isverbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elkelidstaat.

Gedaan te Brussel,

Voor het Europees Parlement                        Voorde Raad

De voorzitter                                                  Devoorzitter

FINANCIEEL MEMORANDUM

1.           KADER VAN HETVOORSTEL/INITIATIEF

              1.1.    Benaming van het voorstel/initiatief

              1.2.    Betrokken beleidsterrein(en) in de ABM/ABB-structuur

              1.3.    Aard van het voorstel/initiatief

              1.4.    Doelstelling(en)

              1.5.    Motivering van het voorstel/initiatief

              1.6.    Duur en financiële gevolgen

              1.7.    Beheersvorm(en)

2.           BEHEERSMAATREGELEN

              2.1.    Regels inzake het toezicht en de verslagen

              2.2.    Beheers- en controlesysteem

              2.3.    Maatregelen ter voorkoming van fraude enonregelmatigheden

3.           GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGENVAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

              3.1.    Rubriek(en) van het meerjarige financiële kader enbetrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven

              3.2.    Geraamde gevolgen voor de uitgaven

              3.2.1. Samenvatting van degeraamde gevolgen voor de uitgaven

              3.2.2. Geraamde gevolgenvoor de beleidskredieten

              3.2.3. Geraamde gevolgenvoor de administratieve kredieten

              3.2.4. Verenigbaarheid methet huidige meerjarige financiële kader

              3.2.5. Bijdrage van derdenaan de financiering

              3,3.    Geraamde gevolgen voor de ontvangsten

FINANCIEELMEMORANDUM

1.           KADER VAN HETVOORSTEL/INITIATIEF

1.1.        Benaming van het voorstel/initiatief

Verordening van het Europees Parlement en deRaad betreffende de rapportage en de transparantie vaneffectenfinancieringstransacties

1.2.        Betrokken beleidsterrein(en)in de ABM/ABB-structuur[17]

Interne Markt - Financiële markten

1.3.        Aard van hetvoorstel/initiatief

ý Het voorstel/initiatief betreft een nieuwe actie

1.4.        Doelstelling(en)

1.4.1.     De met het voorstel/initiatiefbeoogde strategische meerjarendoelstelling(en) van de Commissie

Bijdragen aan het verminderen van de risico'svoor de financiële stabiliteit en aan het herstel van het vertrouwen van debeleggers en andere marktdeelnemers in de financiële markten

1.4.2.     Specifieke doelstelling(en) enbetrokken ABM/ABB-activiteiten

In het licht van de bovengenoemde algemenedoelstellingen is de verordening erop gericht de algemene transparantie vaneffectenfinancieringsmarkten en herbelening te vergroten en aldus bij te dragentot een betere monitoring ervan door toezichthouders en beleggers. Dit zalbijdragen tot een doeltreffende preventie van het ontstaan van systeemrisico'sen van een te sterke verwevenheid binnen de financiële sector die totsysteemrisico's leidt.

1.4.3.     Verwachte resulta(a)t(en) engevolg(en)

Vermeld de gevolgendie het voorstel/initiatief zou moeten hebben op de begunstigden/doelgroepen

Grotere transparantie vaneffectenfinancieringstransacties voor toezichthouders.

Grotere transparantie vaneffectenfinancieringstransacties en andere financieringsstructuren voorbeleggers.

Grotere operationele en contractuele transparantievan herbelening voor de betrokken partijen.

1.4.4.     Resultaat- eneffectindicatoren

Vermeld de indicatorenaan de hand waarvan kan worden nagegaan in hoeverre het voorstel/initiatief isuitgevoerd.

Dienstige indicatoren om het voorstel teevalueren zijn eventueel onder meer:

· de omvang van de verschillende segmenten vanSFT-markten

· de mate van verwevenheid en marktconcentratie

· het aandeel van SFT's in het fonds als geheel

· kwalitatieve indicatoren betreffende deinformatieverstrekking van fondsen over SFT-activiteiten

· de omvang van herbeleningsactiviteiten

· de omloopsnelheid van de zekerheden

1.5.        Motivering van hetvoorstel/initiatief

1.5.1.     Behoefte(n) waarin op korte oflange termijn moet worden voorzien

Het voorstel betreffende de structurele hervormingenvan de EU-banksector, dat samen met dit voorstel als één pakket wordtgepresenteerd, vormt het sluitstuk van het nieuwe regelgevingskader dat ervoormoet zorgen dat zelfs de grootste banken in de EU minder complex worden endoeltreffend kunnen worden afgewikkeld met zo min mogelijk gevolgen voor debelastingbetalers. De crisis heeft echter ook duidelijk gemaakt dat er nietalleen in de traditionele banksector, maar ook op het terrein van deniet-bancaire kredietactiviteiten (het zogeheten "schaduwbankieren")behoefte bestond aan meer transparantie en een beter toezicht.

In de context van het schaduwbankieren hebbende Raad voor financiële stabiliteit (FSB, Financial Stability Board) en hetEuropees Comité voor systeemrisico's onderzocht welke risico's SFT's inhoudenvoor zowel het traditioneel bankieren als het schaduwbankieren. SFT's makenhefboomwerking, procycliciteit en onderlinge verwevenheid op de financiëlemarkten mogelijk. Met name wegens het gebrek aan transparantie over het gebruikvan SFT's en andere financieringsstructuren was het voor regelgevers,toezichthouders en beleggers vóór en tijdens de financiële crisis onmogelijk derespectieve aan bankenactiviteiten verwante risico's en de mate van onderlingeverwevenheid in het financiële stelsel correct in te schatten.

Tegen deze achtergrond heeft de FSB op 29augustus 2013 een beleidskader aangenomen om aan schaduwbankieren verbondenrisico's op het gebied van effectenleningen en repo's aan te pakken. Dit kaderis vervolgens in september 2013 door de leiders van de G20 bekrachtigd envoorziet in een gedetailleerde en frequente rapportage van SFT's, een adequateinformatieverschaffing over SFT-activiteiten aan beleggers en specifiekevoorschriften inzake herbelening.

1.5.2.     Toegevoegde waarde van dedeelname van de EU

Met dit voorstel wordt beoogd de transparantievan effectenfinancieringstransacties, herbelening en anderefinancieringsstructuren te verzekeren. De onderlinge banden tussen dezeschaduwbankactiviteiten binnen de interne markt en het systeemrelevantekarakter ervan vereisen een gecoördineerd optreden van de Unie. Er is minimaaleen optreden op EU-niveau noodzakelijk om een zo breed mogelijk scala aantransacties te bestrijken en om de toezichthoudende autoriteiten op nationaal enUnieniveau in staat te stellen zich een totaalbeeld van de SFT-markten in degehele EU te vormen. De oplossingen die de individuele lidstaten op autonome enongecoördineerde wijze toepassen, zouden waarschijnlijk bijzonder weinigdoeltreffend zijn omdat deze oplossingen slechts op een beperkt deel van demarkt betrekking zouden hebben. Gezien het systeembrede effect van de problemenkan een ongecoördineerd optreden bovendien zelfs averechts uitpakken vanwegehet risico dat gegevens gefragmenteerd en incoherent zijn. Enkel geaggregeerdegegevens op Unieniveau kunnen het vereiste macro-economische beeld opleveren omhet gebruik van SFT's te monitoren.

1.5.3.     Nuttige ervaring die bijsoortgelijke activiteiten in het verleden is opgedaan

n.v.t.

1.5.4.     Samenhang en eventuelesynergie met andere relevante instrumenten

De EU heeft reeds de aanzet gegeven tot eenaantal hervormingen om financiële markten transparanter te maken. Zo zijn bijde verordening betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters(de verordening betreffende de Europese marktinfrastructuur of de"EMIR" (European Market Infrastructure Regulation)) maatregeleningevoerd om derivatenposities transparanter te maken voor toezichthouders entevens de systeemrisico's voor marktdeelnemers te reduceren. De EMIR zorgtervoor dat gegevens over alle Europese derivatencontracten aantransactieregisters worden gerapporteerd en rechtstreeks en onmiddellijktoegankelijk zijn voor toezichthoudende autoriteiten, met inbegrip van de Europeseautoriteit voor effecten en markten (ESMA, European Securities and MarketsAuthority), opdat beleidsmakers en toezichthouders zich een duidelijktotaalbeeld van de derivatenmarkten kunnen vormen. Met de onderhavigeverordening worden dezelfde transparantiedoelstellingen nagestreefd,voortbouwend op de reeds bestaande verordening en entiteiten(transactieregisters waaraan op grond van de EMIR vergunning is verleend). Hetis de bedoeling dat nog verder wordt gegaan bij het transparanter maken vanfinanciële markten door te voorzien in meer transparantie betreffendeeffectenfinancieringstransacties. Daarnaast wordt dit voorstel aangevuld metandere wetgevingsvoorstellen die de Commissie reeds heeft aangenomen of heelbinnenkort zal aannemen, en die erop gericht zijn de markttransparantie en-integriteit te vergroten, de marktverstoringen te beperken en debeleggersbescherming te versterken. Dat is het geval voor de lopende herzieningvan de richtlijn betreffende markten voor financiële instrumenten (MiFID, Marketsin Financial Instruments Directive), die onder meer voorziet in maatregelen dievoor meer transparantie jegens bevoegde autoriteiten moeten zorgen. Devoorgestelde verordening vormt tevens een aanvulling op de richtlijnbetreffende abi-beheerders en de icbe-richtlijn wat de transparantie jegensbeleggers op het gebied van SFT's en andere financieringsstructuren betreft.Zij sluit aan bij deze teksten van de Unie. Zij ligt tevens in de lijn van deprioriteiten die de Europese Commissie heeft gesteld in haar mededeling van 4 september2013 met als titel "Schaduwbankieren - Het aanpakken van nieuwe bronnenvan risico in de financiële sector", waarin werd benadrukt dat detransparantie van effectenfinancieringstransacties diende te worden vergroot.

1.6.        Duur en financiële gevolgen

ý Voorstel/initiatief met een onbeperkte geldigheidsduur

Inwerkingtreding en aanvang van de toepassinggepland voor 2015/2017

1.7.        Beheersvorm(en)[18]

Uit de begroting 2014

¨ Direct beheer door de Commissie

- ¨ via haar diensten, met inbegrip van haar personeel in de delegatiesvan de Unie;

- ¨  door de uitvoerende agentschappen;

¨ Gedeeld beheer met lidstaten

ý Indirect beheer door uitvoeringstaken te delegeren aan:

- ¨ derde landen of de door hen aangewezen organen;

- ¨ internationale organisaties en hun agentschappen (geef aan welke);

- ¨ de EIB en het Europees Investeringsfonds;

- ¨ in de artikelen 208 en 209 van het Financieel Reglement genoemdeorganen;

- ¨ publiekrechtelijke organen;

- ¨ privaatrechtelijke organen met een openbare dienstverleningstaak, voorzover zij voldoende financiële garanties bieden;

- ¨ privaatrechtelijke organen van een lidstaat, waaraan de uitvoering vaneen publiek-privaat partnerschap is toevertrouwd en die voldoende financiëlegaranties bieden;

- ¨ personen aan wie de uitvoering van specifieke maatregelen op hetgebied van het GBVB in het kader van titel V van het VEU is toevertrouwd en dieworden genoemd in de betrokken basishandeling.

- Verstrek, indien meer dan een beheersvorm isaangekruist, extra informatie onder "Opmerkingen".

Opmerkingen

De ESMA is een regelgevend agentschap dathandelt onder toezicht van de Commissie.

2.           BEHEERSMAATREGELEN

2.1.        Regels inzake het toezicht ende verslagen

In het voorstel is bepaald dat de Commissie dedoeltreffendheid van de voorgestelde maatregelen periodiek dient te evalueren.

2.2.        Beheers- en controlesysteem

2.2.1.     Mogelijke risico's

Wat het rechtmatige, economische, efficiënteen doeltreffende gebruik van uit het voorstel voortvloeiende kredieten betreft,wordt verwacht dat het voorstel geen andere risico's met zich mee zal brengendan die welke momenteel door een bestaand intern controlekader van de ESMAworden bestreken.

2.2.2.     Informatie over het opgezetteinterne controlesysteem

n.v.t.

2.2.3.     Raming van de kosten en batenvan controles en beoordeling van het verwachte foutenrisico

n.v.t.

2.3.        Maatregelen ter voorkomingvan fraude en onregelmatigheden

Met het oog op de bestrijding van fraude,corruptie en andere onwettige handelingen is Verordening (EG) nr. 1073/1999van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei 1999 betreffendeonderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) zonder enigebeperking van toepassing op de ESMA.

De ESMA treedt toe tot het Interinstitutioneelakkoord van 25 mei 1999 tussen het Europees Parlement, de Raad van deEuropese Unie en de Commissie van de Europese Gemeenschappen betreffende deinterne onderzoeken verricht door het Europees Bureau voor fraudebestrijding(OLAF) en treft onverwijld passende voorzieningen die op alle personeelsledenvan de EBA en de ESMA van toepassing zijn.

In de financieringsbesluiten en deovereenkomsten en tenuitvoerleggingsinstrumenten dient uitdrukkelijk te wordenbepaald dat de Rekenkamer en OLAF alle nodige controles ter plaatse mogenuitvoeren bij de begunstigden van door de ESMA toegekende financiering en bijhet personeel dat verantwoordelijk is om de financiering toe te kennen.

3.           GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGENVAN HET VOORSTEL/INITIATIEF

3.1.        Rubriek(en) van hetmeerjarige financiële kader en betrokken begrotingsonderde(e)l(en) vooruitgaven

· Bestaande begrotingsonderdelen

In volgorde van derubrieken van het meerjarige financiële kader en de begrotingsonderdelen

Rubriek van het meerjarige financiële kader || Begrotingsonderdeel || Soort krediet || Bijdrage

|| GK/ NGK ([19]) || van EVA-landen[20] || van kandidaat-lidstaten[21] || van derde landen || in de zin van artikel 21, lid 2, onder b), van het Financieel Reglement

· Te creëren nieuwe begrotingsonderdelen

3.2.        Geraamde gevolgen voor deuitgaven

Dit wetgevingsinitiatief heeft de volgendegevolgen voor de uitgaven:

De indienstneming van twee nieuwe tijdelijkefunctionarissen bij de ESMA (met ingang van januari 2016) - zie de bijlage voormeer informatie over de rol ervan en over de wijze waarop de kosten ervan zijnberekend. De kosten van deze nieuwe tijdelijke functionarissen zullen volledigworden gefinancierd met vergoedingen die bij de sector worden geïnd (geengevolgen voor de EU-begroting).

· De nieuwe taken worden uitgevoerd met de personelemiddelen die beschikbaar zijn binnen de jaarlijkse toewijzingsprocedure voor debegroting, in het licht van de budgettaire beperkingen die van toepassing zijnop alle EU-organen en in lijn met de financiële programmering vooragentschappen. De middelen die het agentschap nodig heeft voor de nieuwe takenzullen met name consistent en verenigbaar zijn met de personele en financiëletoewijzing voor de ESMA die is vastgesteld in de recente mededeling van deCommissie aan het Europees Parlement en de Raad - Programmering 2014-2020 vande personeels- en financiële middelen voor de gedecentraliseerde agentschappen(COM (2013) 519).

3.2.1.     Samenvatting van de geraamdegevolgen voor de uitgaven

miljoen EUR (tot op drie decimalen)

Rubriek van het meerjarige financiële kader || Aantal ||

DG: MARKT || || || 2014 || 2015 || 2016 || 2017 || 2018 || 2019 || 2020 || TOTAAL

Beleidskredieten || || || || || || || ||

|| Vastleggingen || (1) || || || || || || || ||

Betalingen || (2) || || || || || || || ||

Uit het budget van specifieke programma's gefinancierde administratieve kredieten[22] || || || || || || || ||

Nummer begrotingsonderdeel || || (3) || || || || || || || ||

TOTAAL kredieten voor DG MARKT || Vastleggingen || =1+1 a +3 || || || || || || || ||

Betalingen || =2+2 a +3 || || || || || || || ||

TOTAAL beleidskredieten || Vastleggingen || (4) || || || || || || || ||

Betalingen || (5) || || || || || || || ||

TOTAAL uit het budget van specifieke programma's gefinancierde administratieve kredieten || (6) || || || || || || || ||

TOTAAL kredieten voor RUBRIEK 1.a van het meerjarige financiële kader || Vastleggingen || =4+ 6 || || || || || || || ||

Betalingen || =5+ 6 || || || || || || || ||

Betalingen || =5+ 6 || || || || || || || ||

Rubriek van het meerjarige financiële kader || 5 || "Administratieve uitgaven"

miljoen EUR (tot op drie decimalen)

|| || || Jaar N || Jaar N+1 || Jaar N+2 || Jaar N+3 || Invullen: zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6) || TOTAAL

DG: ||

Personele middelen || || || || || || || ||

Andere administratieve uitgaven || || || || || || || ||

TOTAAL DG <..> || Kredieten || || || || || || || ||

TOTAAL kredieten voor RUBRIEK 5 van het meerjarige financiële kader || (totaal vastleggingen = totaal betalingen) || || || || || || || ||

miljoen EUR (tot op drie decimalen)

|| || || Jaar N[23] || Jaar N+1 || Jaar N+2 || Jaar N+3 || Invullen: zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6) || TOTAAL

TOTAAL kredieten onder de RUBRIEKEN 1 tot en met 5 van het meerjarige financiële kader || Vastleggingen || || || || || || || ||

Betalingen || || || || || || || ||

3.2.2.     Geraamde gevolgen voor debeleidskredieten

- ¨ Voor het voorstel/initiatief zijn geen beleidskredieten nodig

- ý  Voor het voorstel/initiatief zijn beleidskredieten nodig, zoalshieronder nader wordt beschreven:

Vastleggingskredieten, in miljoenen euro's (tot op 3decimalen)

Vermeld doelstellingen en outputs ò || || || Jaar N || Jaar N+1 || Jaar N+2 || Jaar N+3 || Invullen: zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6) || TOTAAL

OUTPUTS

Type[24] || Gem. kosten || Aantal || Kos-ten || Aantal || Kos-ten || Aan-tal || Kos-ten || Aan-tal || Kos-ten || Aantal || Kos-ten || Aantal || Kos-ten || Aantal || Kos-ten || Totaal aantal out-puts || Totale kosten

SPECIFIEKE DOELST. nr. 1[25] ... || || || || || || || || || || || || || || || ||

- Output || || || || || || || || || || || || || || || || || ||

- Output || || || || || || || || || || || || || || || || || ||

- Output || || || || || || || || || || || || || || || || || ||

Subtotaal voor specifieke doelstelling nr. 1 || || || || || || || || || || || || || || || ||

SPECIFIEKE DOELST. nr. 2 ... || || || || || || || || || || || || || || || ||

- Output || || || || || || || || || || || || || || || || || ||

Subtotaal voor specifieke doelstelling nr. 2 || || || || || || || || || || || || || || || ||

TOTALE KOSTEN || || || || || || || || || || || || || || || ||

3.2.3.     Geraamde gevolgen voor deadministratieve kredieten

3.2.3.1.  Samenvatting

- ý Voor het voorstel/initiatief zijn geen administratieve kredietennodig

- ¨  Voor het voorstel/initiatief zijn administratieve kredieten nodig,zoals hieronder nader wordt beschreven:

miljoen EUR (tot opdrie decimalen)

|| Jaar N[26] || Jaar N+1 || Jaar N+2 || Jaar N+3 || Invullen: zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6) || TOTAAL

RUBRIEK 5 van het meerjarige financiële kader || || || || || || || ||

Personele middelen || || || || || || || ||

Andere administratieve uitgaven || || || || || || || ||

Subtotaal RUBRIEK 5 van het meerjarige financiële kader || || || || || || || ||

Buiten RUBRIEK 5[27] van het meerjarige financiële kader || || || || || || || ||

Personele middelen || || || || || || || ||

Andere administratieve uitgaven || || || || || || || ||

Subtotaal buiten RUBRIEK 5 van het meerjarige financiële kader || || || || || || || ||

TOTAAL || || || || || || || ||

Voor dekredieten voor personele middelen zal een beroep worden gedaan op de kredietenvan het DG die reeds voor het beheer van deze actie zijn toegewezen en/ofbinnen het DG zijn herverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in hetkader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van debudgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden toegewezen.

3.2.3.2.  Geraamdepersoneelsbehoeften

- ý Voor het voorstel/initiatief zijn geen personele middelen nodig

- ¨  Voor het voorstel/initiatief zijn personele middelen nodig, zoalshieronder nader wordt beschreven:

Raming in voltijdequivalenten

|| || Jaar N || Jaar N+1 || Jaar N+2 || Jaar N+3 || In-vullen: zoveel jaren als nodig om de duur van de gevolgen weer te geven (zie punt 1.6)

|| Formatieplaatsen (ambtenaren en/of tijdelijk personeel) || ||

|| XX 01 01 01 (zetel en vertegenwoordigingen van de Commissie) || || || || || || ||

|| XX 01 01 02 (delegaties) || || || || || || ||

|| XX 01 05 01 (onderzoek door derden) || || || || || || ||

|| 10 01 05 01 (eigen onderzoek) || || || || || || ||

Extern personeel (in voltijdequivalenten: VTE)[28] ||

|| XX 01 02 01 (AC, END, INT van de "totale financiële middelen") || || || || || || ||

|| XX 01 02 02 (CA, LA, SNE, INT en JED in de delegaties) || || || || || || ||

|| XX 01 04 jj[29] || - zetel || || || || || || ||

|| - delegaties || || || || || || ||

|| XX 01 05 02 (AC, END, INT - onderzoek door derden) || || || || || || ||

|| 10 01 05 02 (AC, END, INT - eigen onderzoek) || || || || || || ||

|| Ander begrotingsonderdeel (te vermelden) || || || || || || ||

|| TOTAAL || || || || || || ||

XX is hetbeleidsterrein of de begrotingstitel

Debenodigde personele middelen zullen worden gefinancierd uit de middelen diereeds voor het beheer van deze actie zijn toegewezen en/of binnen het DG zijnherverdeeld, eventueel aangevuld met middelen die in het kader van dejaarlijkse toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingenaan het beherende DG kunnen worden toegewezen.

Beschrijving van deuit te voeren taken

Ambtenaren en tijdelijk personeel ||

Extern personeel ||

3.2.4.     Verenigbaarheid met hethuidige meerjarige financiële kader

- ý Het voorstel/initiatief is verenigbaar met het huidige meerjarigefinanciële kader

- De middelen die het agentschap nodig heeft voor denieuwe taken zullen consistent en verenigbaar zijn met het MFK 2014-2020 en metde personele en financiële toewijzing voor de ESMA/EBA die is vastgesteld in derecente mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad -Programmering 2014-2020 van de personeels- en financiële middelen voor degedecentraliseerde agentschappen (COM(2013) 519).

- ¨  Het voorstel/initiatief vergt herprogrammering van de betrokkenrubriek van het meerjarige financiële kader

Zet uiteen welke herprogrammering nodig is, ondervermelding van de betrokken begrotingsonderdelen en de desbetreffende bedragen.

[.]

- ¨  Het voorstel/initiatief vergt toepassing van hetflexibiliteitsinstrument of herziening van het meerjarige financiële kader[30]

Zet uiteen wat nodig is, onder vermelding van debetrokken rubrieken en begrotingsonderdelen en de desbetreffende bedragen.

[.]

3.2.5.     Bijdrage van derden aan definanciering

- Het voorstel/initiatief voorziet inmedefinanciering, zoals hieronder wordt geraamd:

Kredieten in miljoenen euro's (tot op 3 decimalen)

|| 2014 || 2015 || 2016 || 2017 || 2018 || 2019 || 2020 || Totaal

Lidstaten || || || || || || || ||

TOTAAL medegefinancierde kredieten || || || || || || || ||

3.3.        Geraamde gevolgen voor deontvangsten

- ¨ Het voorstel/initiatief heeft geen financiële gevolgen voor deontvangsten

- ý  Het voorstel/initiatief heeft de hieronder beschreven financiëlegevolgen:

ý         voor de eigen middelen

¨         voor de diverse ontvangsten

miljoen EUR (tot op drie decimalen)

Begrotingsonderdeel voor ontvangsten: || Voor het lopende begrotingsjaar beschikbare kredieten || Gevolgen van het voorstel/initiatief[31]

2014 || 2015 || 2016 || 2017 || 2018 || 2019 || 2020

Artikel .. || || 0,00 || 0,00 || 0,35 || 0,33 || 0,33 || 0,33 || 0,33

Voor de diverseontvangsten die worden "toegewezen", vermeld het (de)betrokken begrotingsonderde(e)l(en) voor uitgaven.

[.]

Vermeld de wijze vanberekening van de gevolgen voor de ontvangsten.

Dedoor de sector te betalen vergoedingen zullen zodanig worden berekend dat zijde extra uitgaven van de ESMA dekken die dit wetgevingsinitiatief met zichmeebrengt - zie de bijlage voor meer informatie over de berekeningsmethode.

Bijlage bij het financieel memorandum voorhet voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raadbetreffende de rapportage en de transparantie vaneffectenfinancieringstransacties

Voor de personeelsuitgaven zijn de kosten die op de door de ESMA teverrichten taken betrekking hebben, geraamd in overeenstemming met dekostenclassificatie in de ontwerpbegroting van de ESMA voor 2015.

Het voorstel van de Commissie omvat bepalingen op grond waarvan de ESMAdrie technische reguleringsnormen en vier technische uitvoeringsnormen moetontwikkelen die moeten waarborgen dat bepalingen met een uitermate technischkarakter in de gehele EU op consistente wijze ten uitvoer worden gelegd. DeESMA zal toezicht moeten houden op transactieregisters voor SFT's en eenbijdrage moeten leveren aan een Commissieverslag over de tenuitvoerlegging endoeltreffendheid van de verordening. De ESMA zal de Commissie tevens technischadvies verstrekken met betrekking tot haar geplande gedelegeerde handelingen.Voorts kan de ESMA zowel samenwerkingsregelingen met relevante autoriteiten vanderde landen treffen als in een derde land gevestigde transactieregisterserkennen.

Wat de timing betreft, is aangenomen dat deverordening eind 2015 in werking zal treden. De extra middelen voor de ESMAzullen derhalve pas vanaf 2016 vereist zijn. Wat het soort posten betreft,zullen met name extra beleids- en juridische medewerkers en medewerkers vooreffectbeoordelingen nodig zijn om tijdig met succes nieuwe technische normen tekunnen opstellen. De werkzaamheden vereisen bilateraal en multilateraal overlegmet belanghebbenden, de analyse en evaluatie van opties, de redactie vanraadplegingsdocumenten, een openbare raadpleging van belanghebbenden, deoprichting en het beheer van permanente deskundigengroepen bestaande uittoezichthouders van de lidstaten, de oprichting en het beheer vanad-hocdeskundigengroepen bestaande uit marktdeelnemers en vertegenwoordigersvan beleggers, de analyse van de reacties op de raadplegingen, de opstellingvan een kosten-/batenanalyse en de redactie van de wettekst.

De vereiste werkzaamheden leunen nauw aan bij die welke zijn verrichtin verband met de bestaande, uit hoofde van de EMIR vastgestelde technischenormen die het kader voor transactieregisters voor derivatencontracten vormen.Tot dusver zijn er 6 transactieregisters geregistreerd op grond van de EMIR enverwacht wordt dat eenzelfde aantal transactieregisters voor SFT's eenregistratieaanvraag zal indienen. De ESMA zal toezicht op deze geregistreerdetransactieregisters moeten uitoefenen. Gezien het aantal transactieregistersvoor SFT's waarop toezicht zal moeten worden uitgeoefend en het aantal, hettype en de complexiteit van de door de ESMA te vervullen taken, zal het effectop het aantal voltijdequivalenten dat nodig is om technische normen op testellen en nieuwe extra taken uit te voeren, beperkt blijven tot twee tijdelijkefunctionarissen.

Dit betekent dat er vanaf 2016 twee extratijdelijke functionarissen vereist zullen zijn. Aangenomen wordt dat dezeverhoging in 2017 en 2018 zal worden gehandhaafd omdat de ESMA met nieuwetoezichttaken met betrekking tot transactieregisters voor SFT's zal wordenbelast. Deze nieuwe taken zijn opgenomen in de voorgestelde verordening ennauwkeuriger omschreven in de toelichting. De kosten van de twee tijdelijkefunctionarissen en eventuele onvoorziene kosten zullen volledig wordengefinancierd door vergoedingen die bij transactieregisters voor SFT's wordengeïnd (bv. registratievergoedingen en toezichtvergoedingen) en zullen derhalvegeen gevolgen hebben voor de EU-begroting.

Andere aannamenin verband met de middelen:

· aangenomen wordt dat de twee extra posten zullenworden ingevuld door tijdelijke functionarissen van functionele groep en rangAD7;

· de gemiddelde loonkosten voor de verschillendepersoneelscategorieën zijn gebaseerd op richtsnoeren van DG BUDG;

· de op de salarissen toepasselijkecorrectiecoëfficiënt voor Parijs is 1,161;

· de kosten voor dienstreizen worden op 10 000 EURgeraamd;

· de kosten voor de indienstneming van medewerkers(reis- en verblijfkosten, medische onderzoeken, installatie- en anderevergoedingen, verhuiskosten enz.) zijn geraamd op 12 700 EUR.

Soort kosten || Berekening || Bedrag (in duizenden)

2016 || 2017 || 2018 || Totaal

Personeelsuitgaven || || || || ||

Salaris en vergoedingen || =2x132 x1,161 || 307 || 307 || 307 || 921

Uitgaven voor de indienstneming || =2x13 || 26 || || || 26

Kosten voor dienstreizen || =2x10 || 20 || 20 || 20 || 60

Totaal || || 353 || 327 || 327 || 1 007

[1]               De FSB definieert het schaduwbankstelsel als"kredietintermediatie waarbij entiteiten en activiteiten betrokken zijndie (geheel of gedeeltelijk) buiten het reguliere bankstelsel vallen".

[2]               Global Shadow Banking Monitoring Report 2013, 14november 2013, FSB.

[3]               Sinds 2011 zijn er in het kader van vijf"FSB-werkstromen" met betrekking tot schaduwbankieren aanbevelingenuitgebracht over: i) de interactie tussen banken en schaduwbankentiteiten; ii)de systeemrisico's van geldmarktfondsen; iii) de regulering van andereschaduwbankentiteiten zoals hedgefondsen; iv) de evaluatie van bestaandesecuritisatievereisten; en v) het gebruik van effectenfinancieringstransacties(SFT's, Securities Financing Transactions), zoals effectenleningen enrepo-overeenkomsten.

[4]               In november 2011 is een deskundigengroep op hoog niveauopgericht die ermee werd belast de behoefte aan een structurele hervorming vanhet EU-bankwezen te evalueren. Voorzitter van deze deskundigengroep was de heerErkki Liikanen, gouverneur van de Finse centrale bank. Voor het mandaat van degroep en een lijst van de leden, zie http://ec.europa.eu/internal_market/bank/docs/high-level_expert_group/mandate_en.pdf

[5]               P7_TA(2012)0427, http://www.europarl.europa.eu/sides/getDoc.do?type=TA&reference=P7-TA-2012-0427&language=NL

[6]               Deze bestaan grotendeels uit verstrekte of opgenomeneffecten- en grondstoffenleningen, repo's of omgekeerde repo's, dan welkooptransacties met wederverkoop of verkooptransacties met wederinkoop.

[7]              Strengthening Oversight and Regulation of ShadowBanking; Policy Framework for Addressing Shadow Banking Risks in SecuritiesLending and Repos, 29 augustus 2013, www.financialstabilityboard.org/publications/r_130829b.pdf

[8]               PB C  van , blz. .

[9]               PB C  van , blz. .

[10]             PB C [.] van [.], blz. [.].

[11]             Mededeling van de Commissie aan de Raad en het EuropeesParlement met als titel "Schaduwbankieren - Het aanpakken van nieuwebronnen van risico in de financiële sector", COM(2013), 614 final.

[12]             Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlementen de Raad van 4 juli 2012 betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen entransactieregisters (PB L 201 van 27.7.2012, blz. 1).

[13]             Richtlijn 2009/65/EGvan het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot coördinatie van dewettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingenvoor collectieve belegging in effecten (icbe's) (PB L 302 van 17.11.2009,blz. 32).

[14]             Richtlijn 2011/61/EUvan het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2011 inzake beheerdersvan alternatieve beleggingsinstellingen en tot wijziging van de Richtlijnen 2003/41/EGen 2009/65/EG en van de Verordeningen (EG) nr. 1060/2009 en (EU)nr. 1095/2010 (PB L 174 van 1.7.2011, blz. 1).

[15]             Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlementen de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europesetoezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten), totwijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/77/EGvan de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 84).

[16]             Richtlijn 2013/34/EU van het Europees Parlement en van deRaad van 26 juni 2013 betreffende de jaarlijkse financiële overzichten,geconsolideerde financiële overzichten en aanverwante verslagen van bepaaldeondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG van het EuropeesParlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEGvan de Raad, PB L 182 van 29.6.2013, blz. 19.

[17]             ABM: activity-based management - ABB: activity-basedbudgeting.

[18]             Nadere gegevens over de beheersvormen en verwijzingen naarhet Financieel Reglement zijn beschikbaar op BudgWeb: http://www.cc.cec/budg/man/budgmanag/budgmanag_en.html

[19]             GK = gesplitste kredieten/NGK = niet-gesplitste kredieten.

[20]             EVA: Europese Vrijhandelsassociatie.

[21]             Kandidaat-lidstaten en, in voorkomend geval, potentiëlekandidaat-lidstaten van de Westelijke Balkan.

[22]             Technische en/of administratieve bijstand en uitgaven terondersteuning van de uitvoering van programma's en/of acties van de EU(vroegere "BA"-onderdelen), onderzoek door derden, eigen onderzoek.

[23]             Het jaar N is het jaar waarin met de uitvoering van hetvoorstel/initiatief wordt begonnen.

[24]             Outputs zijn de te verstrekken producten en diensten (bv.aantal gefinancierde studentenuitwisselingen, aantal km aangelegde wegen,enz.).

[25]             Zoals beschreven onder punt 1.4.2. "Specifiekedoelstelling(en)."

[26]             Het jaar N is het jaar waarin met de uitvoering van hetvoorstel/initiatief wordt begonnen.

[27]             Technische en/of administratieve bijstand en uitgaven terondersteuning van de uitvoering van programma's en/of acties van de EU(vroegere "BA"-onderdelen), onderzoek door derden, eigen onderzoek.

[28]             CA= arbeidscontractant; AL= plaatselijk functionaris; JED=Jeune Expert en Délégation (jonge deskundige in delegaties). INT=uitzendkracht; JED= jonge deskundige in delegaties.

[29]             Subplafond voor extern personeel gedekt doorbeleidskredieten (vroegere "BA"-onderdelen).

[30]             Zie de punten 19 en 24 van het Interinstitutioneel Akkoord(voor de periode 2007-2013).

[31]             Voor traditionele eigen middelen (douanerechten ensuikerheffingen) moeten nettobedragen worden vermeld, d.w.z. na aftrek van 25%aan inningskosten.

BIJLAGEN

Deel A - Informatie die moet worden verstrekt in dehalfjaar- en jaarverslagen van de icbe's en de jaarverslagen van de abi's

Algemene gegevens:

- Het bedrag van de uitgeleende effecten engrondstoffen als een percentage van de totale uitleenbare activa.

- Het bedrag van de activa die zijn betrokken bij elksoort SFT en elke andere financieringsstructuur uitgedrukt als een absoluutbedrag en als percentage van het beheerd vermogen van het fonds.

Concentratiegegevens:

- De 10 meest als zekerheid gestelde effecten engrondstoffen die zijn ontvangen per emittent ten aanzien van alle soorten SFT'sen andere financieringsstructuren

- De 10 meest voorkomende tegenpartijen van elk soortSFT afzonderlijk en andere financieringsstructuren

Geaggregeerde transactiegegevens voor elksoort SFT afzonderlijk en andere financieringsstructuren - uit te splitsenvolgens de onderstaande categorieën: 

- soort zekerheden en kwaliteit van de zekerheden;

- looptijdprofiel van de zekerheden uitgesplitst naarde volgende looptijdgroepen: minder dan één dag, één dag à één week, één week àéén maand, één maand à drie maanden, drie maanden à één jaar, meer dan éénjaar, open looptijd;

- valuta van de zekerheden;

- looptijdprofiel uitgesplitst naar de volgendelooptijdgroepen: minder dan één dag, één dag à één week, één week à één maand,één maand à drie maanden, drie maanden à één jaar, meer dan één jaar, opentransacties;

- land van de woonplaats van de tegenpartijen;

- afwikkeling en clearing (bv. tripartiet, centraletegenpartij, bilateraal).

Gegevens over hergebruik en herverpandingvan zekerheden in de vorm van contanten:

- percentage van de ontvangen zekerheden dat wordthergebruikt of herverpand, vergeleken met het  maximumbedrag dat in hetprospectus of in de beleggersinformatie wordt vermeld;

- informatie over alle beperkingen inzake het soorteffecten en grondstoffen die bij herverpanding of hergebruik betrokken zijn;

- rendement voor het fonds van opnieuw uitgezettezekerheden in de vorm van contanten.

Open bewaring van in het kader van SFT's ofandere financieringsstructuren door het fonds ontvangen zekerheden  

Aantal bewaarders en het bedrag van de doorelke bewaarder in  bewaring genomen tot zekerheid strekkende activa

Open bewaring van in het kader van SFT's enandere financieringsstructuren door het fonds  verstrekte zekerheden

Het percentage op gescheiden rekeningen of opgezamenlijke rekeningen, of op alle andere rekeningen aangehouden zekerheden

Gegevens over het rendement en de kostenvoor elk soort SFT en elk soort andere financieringsstructuur uitgesplitst tussen het fonds, de fondsbeheerder en de agent-uitlenerin absolute cijfers en als percentage van het totale rendement van dat soortSFT en het soort andere financieringsstructuur

Deel B - Informatie die moet wordenopgenomen in het prospectus van icbe's en de beleggersinformatie van abi's

- Algemene beschrijving van de SFT's en anderefinancieringsstructuren die door het fonds worden gebruikt en de reden voor hetgebruik ervan

- Algemene gegevens die voor elk soort SFT en elk soortandere financieringsstructuur moeten worden gerapporteerd

· Soorten activa die daarbij betrokken kunnen zijn

· Maximumpercentage van het beheerd vermogen datdaarbij betrokken kan zijn

· Verwacht gedeelte van het beheerd vermogen datdaarbij betrokken zal zijn

- Gebruikte criteria voor het selecteren vantegenpartijen (daaronder begrepen rechtspositie, land van oorsprong,minimumrating)

- Aanvaardbare zekerheden: beschrijving van deaanvaardbare zekerheden wat betreft soorten activa, emittent, looptijd, liquiditeitalsook de diversificatie van zekerheden en het correlatiebeleid

- Waardering van zekerheden: beschrijving van degebruikte methode voor de waardering van zekerheden en de reden voor hetgebruik ervan, en vermelding of dagelijkse waardering tegen marktwaarde endagelijkse variatiemarges worden gebruikt.

- Risicobeheer: beschrijving van de risico's dieverbonden zijn aan SFT's en andere financieringsstructuren, alsook de risico'sdie verbonden zijn aan het beheer van zekerheden, zoals operationele, liquiditeits-,tegenpartij-, bewarings- en juridische risico's.

- Specificatie van de wijze waarop uitgeleende activaen ontvangen zekerheden worden bewaard (bewaarnemer van het fonds)

- Beleid inzake de verdeling van de opbrengsten vanSFT's en andere financieringsstructuren: beschrijving welk percentage van deinkomsten dat deze genereren teruggaat naar het fonds, naar de beheerder ofnaar derden (bv. de agent-uitlener) gaat.