Home

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot vaststelling van het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen ten aanzien van bepaalde resoluties waarover moet worden gestemd in het kader van de Internationale Organisatie voor Wijnbouw en Wijnbereiding (OIV)

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot vaststelling van het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen ten aanzien van bepaalde resoluties waarover moet worden gestemd in het kader van de Internationale Organisatie voor Wijnbouw en Wijnbereiding (OIV)

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot vaststelling van het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen ten aanzien van bepaalde resoluties waarover moet worden gestemd in het kader van de Internationale Organisatie voor Wijnbouw en Wijnbereiding (OIV) /* COM/2014/0528 final - 2014/0245 (NLE) */


TOELICHTING

ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

De Internationale Organisatie voor Wijnbouw en Wijnbereiding (OIV – Organisation internationale de la vigne et du vin) is een intergouvernementele wetenschappelijke en technische organisatie die werkzaam is op het gebied van wijnbouw, wijn, dranken op basis van wijn, tafeldruiven, krenten en rozijnen en andere wijnbouwproducten. De doelstellingen van de OIV zijn (i) voorlichting geven door middel van publicaties en het organiseren van evenementen en symposia, (ii) andere internationale organisaties die bij standaardiseringsactiviteiten betrokken zijn, bijstaan en (iii) bijdragen aan de internationale harmonisatie van bestaande praktijken en normen. Momenteel zijn 45 landen lid van de OIV, waaronder 21 lidstaten van de Unie. De Unie is op dit ogenblik geen lid van de OIV.

Op EU-niveau hebben bepaalde door de OIV vastgestelde en bekendgemaakte resoluties krachtens Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Parlement en van de Raad van 17 december 2013 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten (GMO-verordening, PB L 347, blz. 671) gevolgen voor de wetgeving van de Unie. In de GMO-verordening wordt in de volgende bepalingen naar resoluties van de OIV verwezen:

- bepaalde door de OIV vastgestelde en bekendgemaakte analysemethoden voor het bepalen van de samenstelling van de wijnbouwproducten waarop de Commissie zich moet baseren tenzij zij ondoeltreffend of ongeschikt zouden zijn om de door de Unie nagestreefde doelstelling te verwezenlijken (artikel 80, lid 5, van de GMO-verordening);

- bepaalde specificaties met betrekking tot de zuiverheid en de identiteit van de bij oenologische procedés gebruikte stoffen, waardoor de door de OIV vastgestelde en bekendgemaakte regels ipso facto ter zake bindend worden in de EU (artikel 9 van Verordening (EG) nr. 606/2009 van de Commissie van 10 juli 2009 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 479/2008 van de Raad, wat betreft de wijncategorieën, de oenologische procedés en de daarvoor geldende beperkingen (PB L 193, blz. 1);

- de door de OIV vastgestelde en bekendgemaakte oenologische procedés waarmee de Commissie rekening moet houden wanneer zij dergelijke procedés toestaat (artikel 80, lid 3, onder a), van de GMO-verordening); en

- diezelfde oenologische procedés wanneer deze, voorafgaand aan de toestemming ervan uit hoofde van artikel 80, lid 3, van de GMO-verordening, voor de productie van wijnen in derde landen worden gebruikt (artikel 90, lid 2, van de GMO-verordening).

Daarnaast hebben bepaalde door de OIV vastgestelde en bekendgemaakte resoluties krachtens Verordening (EG) nr. 2870/2000 van de Commissie van 19 december 2000 tot vaststelling van communautaire referentiemethoden voor de analyse van gedistilleerde dranken (PB L 333, blz. 20) gevolgen voor de wetgeving van de Unie. In artikel 3 van Verordening (EG) nr. 2870/2000 wordt verwezen naar resoluties van de OIV wanneer voor de detectie en kwantificering van stoffen in een bepaalde gedistilleerde drank geen communautaire referentieanalysemethoden zijn vastgesteld.

In het licht van de besprekingen die zijn gevoerd in de groepen deskundigen die bijeengekomen waren om de Algemene Vergadering van de OIV voor te bereiden, kan worden verwacht dat de volgende resoluties, die rechtsgevolgen hebben voor het acquis van de Unie, ter goedkeuring op de agenda van de Algemene Vergadering zullen staan:

- Bij de ontwerpresolutie OENO-TECHNO 12-504 wordt een nieuw oenologisch procedé vastgesteld. Overeenkomstig artikel 80, lid 3, onder a), en artikel 90, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 zal deze resolutie gevolgen hebben voor het acquis.

- Bij de ontwerpresolutie OENO-SCMA 03-262 worden de specificaties met betrekking tot de zuiverheid en de identiteit van een bij een oenologisch procedé gebruikte stof vastgesteld. Dit oenologisch procedé is bekendgemaakt en aanbevolen door de OIV op voorwaarde dat de specificaties van de gebruikte stof worden vastgesteld. (Internationale Code van oenologische procedés van de OIV, § 2.1.20 en § 3.4.14). Overeenkomstig artikel 80, lid 3, onder a), en artikel 90, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1308/2013, en artikel 9 van Verordening (EG) nr. 606/2009 van de Commissie zal deze resolutie gevolgen hebben voor het acquis.

- Bij de ontwerpresoluties OENO-SCMA 10-457, 10-458, 11-480, en 12-512 worden analysemethoden vastgesteld. Overeenkomstig artikel 80, lid 3, onder a), en lid 5, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 zullen deze resoluties gevolgen hebben voor het acquis.

Wetenschappelijke en technische deskundigen van de wijnsector hebben de bovengenoemde resoluties uitvoerig besproken. Deze resoluties dragen bij aan de internationale harmonisatie van de wijnnormen en zullen een kader bieden voor eerlijke concurrentie in de handel in wijnbouwproducten. Daarom moeten zij worden gesteund.

Net als in het verleden kan worden verwacht dat de agenda van de Algemene Vergadering van de OIV nog zal worden aangepast en dat daaraan nog andere resoluties zullen worden toegevoegd die van invloed zijn op het acquis. Om de efficiëntie van de werkzaamheden van de Algemene Vergadering te garanderen en tegelijk de bepalingen van de Verdragen na te leven, zal de Commissie dit voorstel tijdig aanvullen en/of wijzigen om de Raad in staat te stellen ook ten aanzien van die resoluties te bepalen welk standpunt moet worden ingenomen.

2014/0245 (NLE)

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

tot vaststelling van het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen ten aanzien van bepaalde resoluties waarover moet worden gestemd in het kader van de Internationale Organisatie voor Wijnbouw en Wijnbereiding (OIV)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) De Internationale Organisatie voor Wijnbouw en Wijnbereiding (OIV – Organisation internationale de la vigne et du vin) is een intergouvernementele wetenschappelijke en technische organisatie die werkzaam is op het gebied van wijnbouw, wijn, dranken op basis van wijn, tafeldruiven, krenten en rozijnen en andere wijnbouwproducten. De doelstellingen van de OIV zijn (i) voorlichting geven door middel van publicaties en het organiseren van evenementen en symposia, (ii) andere internationale organisaties die bij standaardiseringsactiviteiten betrokken zijn, bijstaan en (iii) bijdragen aan de internationale harmonisatie van bestaande praktijken en normen. Momenteel zijn 45 landen lid van de OIV, waaronder 21 lidstaten van de Unie. De Unie is op dit ogenblik geen lid van de OIV.

(2) Op EU-niveau hebben bepaalde door de OIV vastgestelde en bekendgemaakte resoluties krachtens Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Parlement en van de Raad[1] gevolgen voor de wetgeving van de Unie. In de GMO-verordening wordt in de volgende bepalingen naar resoluties van de OIV verwezen:

- bepaalde door de OIV vastgestelde en bekendgemaakte analysemethoden voor het bepalen van de samenstelling van de wijnbouwproducten waarop de Commissie zich moet baseren tenzij zij ondoeltreffend of ongeschikt zouden zijn om de door de Unie nagestreefde doelstelling te verwezenlijken (artikel 80, lid 5, van de GMO-verordening);

- bepaalde specificaties met betrekking tot de zuiverheid en de identiteit van de bij oenologische procedés gebruikte stoffen, waardoor de door de OIV vastgestelde en bekendgemaakte regels ipso facto ter zake bindend worden in de EU (artikel 9 van Verordening (EG) nr. 606/2009 van de Commissie[2];

- de door de OIV vastgestelde en bekendgemaakte oenologische procedés waarmee de Commissie rekening moet houden wanneer zij dergelijke procedés toestaat (artikel 80, lid 3, onder a), van de GMO-verordening); en

- diezelfde oenologische procedés wanneer deze, voorafgaand aan de toestemming ervan uit hoofde van artikel 80, lid 3, van de GMO-verordening, voor de productie van wijnen in derde landen worden gebruikt (artikel 90, lid 2 van de GMO-verordening).

(3) De volgende bijeenkomst van de Algemene Vergadering van de OIV vindt plaats op 14 november 2014. Daar zal de Algemene Vergadering resoluties die de vermelde rechtsgevolgen hebben, onderzoeken en mogelijk goedkeuren.

(4) Daarom moeten, vóór die bijeenkomst van de Algemene Vergadering van de OIV, de standpunten worden bepaald die de lidstaten die lid van de OIV zijn en gezamenlijk in het belang van de Unie handelen, ten aanzien van deze resoluties moeten innemen in de Algemene Vergadering van de OIV.

(5) Bij de ontwerpresolutie OENO-TECHNO 12-504 wordt een nieuw oenologisch procedé vastgesteld. Overeenkomstig artikel 80, lid 3, onder a), en artikel 90, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 zal deze resolutie gevolgen hebben voor het acquis.

(6) Bij de ontwerpresolutie OENO-SCMA 03-262 worden de specificaties met betrekking tot de zuiverheid en de identiteit van een bij een oenologisch procedé gebruikte stof vastgesteld. Dit oenologisch procedé is bekendgemaakt en aanbevolen door de OIV op voorwaarde dat de specificaties van de gebruikte stof worden vastgesteld. (Internationale Code van oenologische procedés van de OIV, § 2.1.20 en § 3.4.14). Overeenkomstig artikel 80, lid 3, onder a), en artikel 90, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1308/2013, en artikel 9 van Verordening (EG) nr. 606/2009 van de Commissie zal deze resolutie gevolgen hebben voor het acquis.

(7) Bij de ontwerpresoluties OENO-SCMA 10-457, 10-458, 11-480, en 12-512 worden analysemethoden vastgesteld. Overeenkomstig artikel 80, lid 3, onder a), en lid 5, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 zal deze resolutie gevolgen hebben voor het acquis.

(8) Wetenschappelijke en technische deskundigen van de wijnsector hebben de bovengenoemde resoluties uitvoerig besproken. Deze resoluties dragen bij aan de internationale harmonisatie van de wijnnormen en zullen een kader bieden voor eerlijke concurrentie in de handel in wijnbouwproducten. Daarom moeten zij worden gesteund.

(9) Om tijdens de onderhandelingen in de aanloop naar de bijeenkomst van de Algemene Vergadering van de OIV over de nodige flexibiliteit te beschikken, moeten de lidstaten die lid van de OIV zijn, worden gemachtigd om met wijzigingen in deze resoluties in te stemmen voor zover die wijzigingen die resoluties inhoudelijk niet veranderen,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het standpunt van de Unie tijdens de Algemene Vergadering van de OIV in 2014 is in overeenstemming met de bijlage bij dit besluit en wordt uitgedragen door de lidstaten die lid zijn van de OIV en gezamenlijk in het belang van de Unie handelen.

Artikel 2

1. Als het in artikel 1 bedoelde standpunt waarschijnlijk nog zal worden beïnvloed door nieuwe wetenschappelijke of technische informatie die vóór of tijdens de vergaderingen van de OIV wordt gepresenteerd, verzoeken de lidstaten die lid van de OIV zijn, om uitstel van de stemming in de Algemene Vergadering van de OIV totdat de Unie haar standpunt heeft bepaald op basis van de nieuwe elementen.

2. De lidstaten die lid van de OIV zijn en gezamenlijk in het belang van de Unie handelen, kunnen, na coördinatie, met name ter plaatse, en zonder verder besluit van de Raad tot vaststelling van het standpunt van de Unie, instemmen met wijzigingen in de ontwerpresoluties die in de bijlage bij dit besluit zijn vermeld, voor zover die wijzigingen die resoluties inhoudelijk niet veranderen.

Artikel 3

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel,

Voor de Raad

De voorzitter

[1] Verordening (EU) Nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten (GMO-verordening, PB L 347, blz. 671).

[2] Verordening (EG) nr. 606/2009 van de Commissie van 10 juli 2009 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 479/2008 van de Raad, wat betreft de wijncategorieën, de oenologische procedés en de daarvoor geldende beperkingen (PB L 193, blz. 1).

BIJLAGE

De lidstaten die gezamenlijk in het belang van de Unie handelen, verlenen, onder voorbehoud van eventuele toekomstige herzieningen in het licht van nieuwe ontwikkelingen, uitsluitend steun aan de volgende ontwerpresoluties in stap 7 die betrekking hebben op analysemethoden voor het bepalen van de samenstelling van wijnbouwproducten, op specificaties betreffende de zuiverheid en de identiteit van de bij de oenologische procedés gebruikte stoffen en op oenologische procedés:

OENO-TECHNO 12-504, behandeling van wijnen met behulp van een membraantechnologie in combinatie met actieve kool om de overmaat aan 4-ethylfenol en 4-ethylguajacol te beperken;

OENO-SCMA 03-262, adsorberende copolymeren PVI/PVP – CODEX;

OENO-SCMA 10-457, methode voor de vaststelling van biogene aminen in wijn door hogedrukvloeistofchromatografie met fotodiode-arraydetectie;

OENO-SCMA 10-458, bepaling van lysozym in wijn met behulp van hogedrukvloeistofchromatografie;

OENO-SCMA 11-480, bepaling van het methanolgehalte in wijn met behulp van gaschromatografie;

OENO-SCMA 12-512, bepaling van de koolstofisotopenverhouding 13C/12C van CO2 in mousserende wijnen: methode met behulp van isotopenmassaspectrometrie(IRMS) – wijziging.