Home

Vijftiende voortgangsverslag betreffende de uitvoering van de EU-strategie ter bestrijding van de illegale accumulatie van en handel in handvuurwapens en lichte wapens (SALW) en munitie daarvoor — (2013/I)

Vijftiende voortgangsverslag betreffende de uitvoering van de EU-strategie ter bestrijding van de illegale accumulatie van en handel in handvuurwapens en lichte wapens (SALW) en munitie daarvoor — (2013/I)

12.6.2014

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 178/2


Vijftiende voortgangsverslag betreffende de uitvoering van de EU-strategie ter bestrijding van de illegale accumulatie van en handel in handvuurwapens en lichte wapens (SALW) en munitie daarvoor — (2013/I)

2014/C 178/02

I. INLEIDING

Het vijftiende voortgangsverslag betreffende de uitvoering van de EU-strategie ter bestrijding van de illegale accumulatie van en handel in handvuurwapens en lichte wapens (SALW) en munitie daarvoor heeft betrekking op de activiteiten van de EU in het eerste semester van 2013 (van 1 januari 2013 tot en met 30 juni 2013). Het is geredigeerd door de afdeling van de EDEO die bevoegd is voor massavernietigingswapens, conventionele wapens en ruimtevaart, in samenwerking met andere bevoegde diensten van de EDEO en de Europese Commissie. Tijdens de verslagperiode is de EU de problematiek van handvuurwapens en lichte wapens (SALW) en munitie daarvoor aan de orde blijven stellen in alle multilaterale fora en in haar politieke dialoog met derde landen in de context van desbetreffende internationale instrumenten, zoals het VN-actieprogramma ter voorkoming, bestrijding en uitroeiing van de illegale handel in handvuurwapens en lichte wapens in al zijn aspecten. In het bijzonder heeft de EU actief deelgenomen aan de diplomatieke slotconferentie over het Wapenhandelsverdrag van de Verenigde Naties (New York, 18-28 maart 2013), en is zij ingenomen met de aanneming van dat verdrag door de Algemene Vergadering van de VN op 2 april 2013. Tijdens de gehele verslagperiode is de EU ook een groot aantal projecten ter bestrijding of ter voorkoming van de buitensporige accumulatie van en illegale handel in SALW en munitie daarvoor blijven uitvoeren, en heeft de EU een aanvang gemaakt met de uitwerking van nieuwe initiatieven die de komende maanden verder zullen worden ontwikkeld.

II. UITVOERING VAN HET IN DE EU-SALW-STRATEGIE VERVATTE ACTIEPLAN

II.1. Een daadwerkelijke multilaterale benadering om universele, regionale en nationale mechanismen te ontwikkelen tegen de levering en de destabiliserende verspreiding van SALW en munitie daarvoor

a) Uitvoering van het VN-actieprogramma van 2001 ter voorkoming, bestrijding en uitroeiing van de illegale handel in handvuurwapens en lichte wapens in al zijn aspecten

In het kader van het Besluit van de Raad betreffende de ondersteuning van de werkzaamheden van het VN-Bureau voor ontwapeningszaken (Unoda) ter uitvoering van het actieprogramma (Besluit 2011/428/GBVB van de Raad van 18 juli 2011) is, in samenwerking met het secretariaat van de Liga van Arabische Staten (LAS), een regionale vergadering over de uitvoering van het actieprogramma belegd, die op 10 en 11 juni 2013 in Caïro is gehouden voor lidstaten van de Liga.

Deze vergadering was de eerste regionale vergadering in verband met de uitvoering van het actieprogramma na de toetsingsconferentie van 2012, waar alle lidstaten van de VN overeenstemming hadden bereikt over een slotdocument ter versterking van de volledige en daadwerkelijke uitvoering van het actieprogramma in de toekomst. De bespreking van de resultaten van de toetsingsconferentie was een belangrijk onderdeel van de vergadering in Caïro. Een aantal lidstaten van de LAS toonde tevens grote belangstelling voor een opleiding in munitiebeheer, en was verheugd over het feit dat de internationale technische richtsnoeren inzake munitie (IATG) in het Arabisch zijn vertaald als onderdeel van de uitvoering van de activiteiten uit hoofde van het besluit van de Raad. Ook de SaferGuard IATG-software van de VN, die tevens met de steun van de EU voor UNODA-activiteiten is ontwikkeld om deskundigen de mogelijkheid te bieden de IATG-veiligheidsnormen voor munitie op correcte en doeltreffende wijze toe te passen, werd door de lidstaten van de LAS toegejuicht (zie http://www.un.org/disarmament/un-saferguard/).

In de eerste helft van 2013 is er belangrijke vooruitgang geboekt met de uitvoering van Besluit 2011/428/GBVB van de Raad wat betreft de invoering van toestellen voor het markeren van wapens in drie Afrikaanse landen. Op basis van uitgebreide raadplegingen hebben de bevoegde autoriteiten van Burkina Faso en Togo, en, in belangrijke mate, van Mali, een verzoek gedaan om deze markeringstoestellen te ontvangen. In Mali is een proces van consolidatie van de strijdkrachten (met de steun van de Franse regering) aan de gang, en verwacht wordt dat het land de komende maanden belangrijke aanbestedingen zal doen. Alles wijst erop dat een markeringsprogramma goed zou aansluiten bij de hervormingsinspanningen van Mali. UNODA werkt met deze drie landen aan het formaliseren van de levering van de markeringstoestellen, die centraal zal staan in de uitvoering van het besluit van de Raad in de komende maanden. Tegelijk zal er, gezien de geslaagde voltooiing van de Safer Guard IATG van de VN, en van de desbetreffende uitvoeringssoftware, in het kader van het Safer Guard-programma van de VN in november 2013 een constituerende vergadering worden gehouden van de Raad voor technische evaluatie, om het programma verder vooruit te helpen.

b) Wapenhandelsverdrag

De EU is verheugd over de succesvolle aanneming van het Wapenhandelsverdrag (WHV), en is er vast van overtuigd dat het WHV, indien het op ruime schaal en doeltreffend wordt uitgevoerd, een wezenlijk verschil kan maken als het erop aankomt legale internationale wapenoverdrachten verantwoordelijker en transparanter te maken en de illegale wapenhandel te bestrijden. In dat verband wil de EU de universalisering en de volledige uitvoering van het verdrag ondersteunen.

De opneming van SALW in de WHV-bepalingen was een belangrijke stap. Strengere controles op de legale internationale handel in SALW, bijvoorbeeld door scherpere controles van de eindgebruikers en garanties, alsmede door maatregelen die moeten dienen om omleiding te ondervangen, kunnen het gevaar dat SALW naar de illegale markt worden omgeleid, verder beperken. Als zodanig zal het WHV een aanvulling vormen op andere relevante VN-instrumenten, zoals het VN-actieprogramma en het VN-Vuurwapenprotocol.

De EU heeft actief deelgenomen aan de diplomatieke slotconferentie van de VN over het WHV (18-28 maart 2013, New York), overeenkomstig haar status van waarnemer bij de VN. Bij gebrek aan consensus en in het licht van bezwaren van slechts drie lidstaten van de VN (Syrië, de DVK en Iran), werd de door de conferentie opgestelde ontwerptekst van het verdrag voorgelegd aan de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties, die de tekst bij stemming op 2 april heeft aangenomen. Alle EU-lidstaten hebben het Wapenhandelsverdrag ondertekend sinds het op 3 juni voor ondertekening werd opengesteld, en momenteel wordt werk gemaakt van het ratificatieproces, waarbij voldaan moet worden aan de relevante Europese en nationale procedurevoorschriften.

Na de volledige uitvoering van Besluit 2010/336/GBVB van de Raad van 14 juni 2010, waarbij het WHV-proces werd bevorderd door het organiseren van een reeks regionale seminars overal ter wereld, is op 22 januari 2013 Besluit 2013/43/GBVB aangenomen teneinde de EU-steun op dit gebied voort te zetten. Er hebben twee seminars plaatsgevonden in Genève, respectievelijk in maart en in juni 2013, waar de meeste belanghebbenden vertegenwoordigd waren; deze seminars werden gehouden, respectievelijk ter voorbereiding van de diplomatieke conferentie van maart en ter beoordeling van de toekomstige uitdagingen op het gebied van de uitvoering.

c) Uitvoering van het Protocol tegen de illegale vervaardiging van en handel in vuurwapens bij het Verdrag van de Verenigde Naties tegen grensoverschrijdende georganiseerde misdaad (Untoc)

Op 22 maart 2013 is een ontwerpbesluit van de Raad betreffende de sluiting van het Protocol tegen de illegale vervaardiging van en handel in vuurwapens, hun onderdelen, componenten en munitie (Vuurwapenprotocol), dat een aanvulling vormt op het Verdrag van de Verenigde Naties tegen grensoverschrijdende georganiseerde misdaad, aangenomen, en verwacht wordt dat de Raad dat ontwerpbesluit, met de goedkeuring van het Europees Parlement, voor het einde van het jaar zal vaststellen. Het wetgevingsvoorstel is erop gericht het proces van omzetting van de bepalingen van het Vuurwapenprotocol in EU-recht te voltooien. De sluiting van het Vuurwapenprotocol door de EU is nog steeds hangende en is een internationale verplichting van de EU.

Via de langetermijncomponent van het stabiliteitsinstrument (IfS) is in het eerste semester van 2013 verder werk gemaakt van een driejarig project (maart 2011-februari 2014) om grensoverschrijdende illegale handel in vuurwapens te voorkomen en tegen te gaan door middel van de ratificatie en de uitvoering van het Vuurwapenprotocol. De geografische werkingssfeer van het project omvat West-Afrika (Benin, Burkina Faso, Gambia, Ghana, Mali, Mauritanië, Senegal, Togo), Zuid-Amerika (Argentinië, Bolivia, Brazilië, Chili, Paraguay, Uruguay) en het Caribisch gebied (Jamaica). De gerichte technische bijstand voor harmonisatie van de wetgeving en capaciteitsopbouw inzake SALW-beheer werd voortgezet overeenkomstig het doel, te weten het bevorderen van de ratificatie en uitvoering van het Vuurwapenprotocol in Latijns-Amerika, het Caribisch gebied en West-Afrika. Ook geeft het project meer bekendheid aan SALW-vraagstukken teneinde de deelname van de civiele samenleving en het overzicht ter zake te verbeteren. Eén van de verdere geplande activiteiten is het verrichten van een onderzoek naar de transregionale handel in vuurwapens dat de partnerlanden feitenmateriaal ter ondersteuning van de beleidsvorming zal verschaffen. Het project wordt uitgevoerd door het Bureau van de Verenigde Naties voor drugs- en misdaadbestrijding (UNODC).

In het kader van de langetermijncomponent van het Stabiliteitsinstrument verleent de EU tevens financiële bijstand aan Interpol voor het opzetten en uitrollen van een databank voor het traceren en opsporen van verloren, gestolen, verhandelde en gesmokkelde vuurwapens (iARMS) via het I24/7-systeem van Interpol, teneinde de regionale en transregionale gegevensuitwisseling en samenwerking tussen rechtshandhavingsinstanties in het kader van onderzoeken te vergemakkelijken. In de proefuitrolfase (2011-2012) lag het accent ook op West-Afrika (Benin, Burkina Faso, Gambia, Ghana, Mali, Mauritanië, Senegal, Togo), Zuid-Amerika (Argentinië, Bolivia, Brazilië, Chili, Paraguay, Uruguay) en het Caribisch gebied (Jamaica), plus enkele andere Europese landen (Tsjechië, Kroatië, Portugal, Spanje). De overeenkomst voor de tweede fase van de langetermijnsteun in het kader van het Stabiliteitsinstrument aan het iARMS-systeem van Interpol is in werking getreden in januari 2013 (2013-2014). In de tweede fase moet de functionaliteit van het systeem worden verbeterd en moet iARMS ter beschikking van alle 190 Interpol-leden worden gesteld. Het project voorziet ook in gerelateerde capaciteitsopbouw, opleiding en recherche-inlichtingendiensten voor het bestrijden van criminaliteit in verband met vuurwapens.

Met het oog op verdere versterking van de EU-aanpak inzake vuurwapens werkt de Commissie (DG Binnenlandse Zaken) momenteel aan een mededeling voor oktober 2013, die een lijst zal bevatten van de gebieden waarop verdere wetgevende en operationele maatregelen nodig zijn. De mededeling zal vanuit het oogpunt van de rechtshandhaving de balans opmaken van de bestaande EU-acties om de handel in vuurwapens terug te dringen, en aangeven welke naar de mening van de Commissie de volgende stappen op dit gebied zijn. De Commissie is ook bezig met het definiëren van een relevant „Vuurwapenpakket 2015”, dat eventueel wetgevingsvoorstellen zal bevatten, in de eerste plaats over procedures voor het onbruikbaar maken en markeren van vuurwapens en vervolgens over de onderlinge aanpassing van de strafrechtelijke sancties voor het bestraffen van de illegale handel in vuurwapens.

Een besluit van de Commissie tot oprichting van een deskundigengroep van de Commissie over illegale handel in vuurwapens werd goedgekeurd in maart 2013, en de eerste vergadering van de deskundigengroep is gepland voor het einde van 2013. De groep bestaat uit deskundigen op het gebied van de interne veiligheid, onder wie producenten van vuurwapens, onderzoekers en andere personen die volgens de Commissie over waardevolle expertise beschikken voor het opstellen van wetgevingsvoorstellen en beleidsinitiatieven ter verbetering van de maatregelen die in de strijd tegen illegale handel in vuurwapens worden ingezet teneinde de interne veiligheid van de EU te garanderen.

De Raad heeft tevens de strategische doelstelling „beperking van de risico’s van vuurwapens voor de burger” toegevoegd aan de prioriteiten van de beleidscyclus voor de periode 2014-2017. De EU moet het voortouw nemen bij de ondersteuning van internationale normen door het aanhoudende en hardnekkige probleem van de illegale handel in vuurwapens aan te pakken. De beslissing om vuurwapens op te nemen in de volgende beleidscyclus, biedt de gelegenheid om de nodige impuls te geven aan initiatieven van de lidstaten en Europol.

Tot slot wordt er een Eurobarometeronderzoek voorbereid om te peilen naar meningen over de rol van de EU bij het beperken van de risico’s van vuurwapens, en aldus een bredere groep belanghebbenden, waaronder slachtofferorganisaties en andere organisaties uit het maatschappelijk middenveld, te bereiken.

d) Exportcontroles

Er is voort werk gemaakt van stimuleringsactiviteiten inzake wapenexportcontrole met de vaststelling van Besluit 2012/711/GBVB van de Raad, dat in een nieuwe reeks activiteiten ter ondersteuning van derde landen voorziet, waaronder regionale seminars, studiebezoeken, uitwisselingen van personeel en individuele bijstand. De uitvoering van het Raadsbesluit is begin 2013 gestart met een juridische analyse van de Montenegrijnse ontwerpwet inzake exportcontrole (maart 2013), een regionale workshop over controle op het eindgebruik in Skopje voor landen uit Zuidoost-Europa (juni 2013) en een door Zweden georganiseerd studiebezoek voor functionarissen uit Georgië, Azerbeidzjan en Belarus (juni 2013).

Over kwesties in verband met controles op de wapenuitvoer heeft met Noorwegen en Oekraïne een politieke dialoog plaatsgevonden in het eerste semester van 2013.

II.2. SALW in het kader van de politieke dialoog met derde landen en met regionale organisaties, SALW-clausules

SALW-kwesties stonden op de agenda van een aantal regelmatige EU-bijeenkomsten in het kader van de politieke dialoog met derde landen en de samenwerking met regionale organisaties. In het kader van de politieke dialoog zijn er op werkgroepniveau vergaderingen over non-proliferatie, ontwapening en wapenbeheersing gehouden met Rusland (Moskou, 4 maart 2013) en met Oekraïne (Brussel, 15 mei 2013). Voorts heeft de onlangs benoemde hoofdadviseur en speciale gezant voor non-proliferatie en ontwapening met diverse actoren informeel overleg gepleegd in de marge van belangrijke gebeurtenissen, zoals de WHV-Conferentie in maart 2013 in New York (met Algerije, Brazilië, Egypte, India, de NAVO, Nigeria, Mexico, Pakistan, de Verenigde Staten, Venezuela, Unoda, Vietnam, Indonesië, Kazachstan, Peru, Rusland, Singapore, Zuid-Afrika en Thailand), de tweede bijeenkomst van het voorbereidend comité van het NPV in april-mei 2013 in Genève (met Egypte, de Liga van Arabische Staten, Zuid-Afrika en Peru), en de derde conferentie ter toetsing van het CWC in april 2013 in Den Haag (met de OPCW en de Verenigde Staten).

Overeenkomstig de in december 2008 aangenomen conclusies van de Raad over de opneming van een SALW-artikel in overeenkomsten tussen de EU en derde landen wordt momenteel met Afghanistan, Australië, Brunei, Canada, Japan, Kazachstan, Maleisië, Mercosur, Nieuw-Zeeland en Singapore onderhandeld over de opneming van SALW-aspecten in hun overeenkomsten met de EU.

II.3. Specifieke projectsteun van de EU voor derde landen en regionale organisaties

a) Westelijke Balkan

I.

Op 1 april 2013 ging een follow-upprogramma van start waarbij door middel van de kortetermijncomponent van het Stabiliteitsinstrument wordt beoogd de perspectieven op het vlak van beveiliging, veiligheid en ontwikkeling te verbeteren voor de mensen en de plaatselijke gemeenschappen die het slachtoffer worden van onvoorziene explosies in munitieopslagplaatsen in Bosnië en Herzegovina (BiH). Het programma zal uitsluitend gericht zijn op uiterst gevaarlijke en onstabiele munitie die wegens de slechte kwaliteit ervan voor vernietiging wordt opgegeven, en op verhoging van de veiligheidsnormen voor munitieopslagplaatsen. Het laatste deel zal in partnerschap met de OVSE-missie in Bosnië en Herzegovina worden uitgevoerd. Het programma zal ook bijstand bieden om de mechanismen voor inspectie en verificatie van munitie van de regering van Bosnië en Herzegovina te verbeteren en de juridische en administratieve expertise en goede praktijken bij de autoriteiten te versterken.

II.

In het verlengde van de toezeggingen die in de verklaring van Tirana over de strijd tegen de illegale wapenhandel op de Westelijke Balkan zijn gedaan, heeft de EU-delegatie/SVEU in BiH nauw samengewerkt met het UNDP, voor en tijdens de ministeriële conferentie over „wapenbeheersing in de context van de uitbreiding van de EU” die op 18 en 19 juni 2013 heeft plaatsgevonden. De conferentie was bedoeld voor hooggeplaatste vertegenwoordigers van de autoriteiten van BiH die verantwoordelijk zijn voor wapenbeheersing, alsook voor de ter zake bevoegde internationale organisaties. Een doeltreffende bestrijding van de illegale wapenhandel en de inzameling van de illegale wapens op het gehele grondgebied van BiH zijn de twee voornaamste punten die tijdens de conferentie werden besproken. De EU-delegatie/SVEU in BiH had contact opgenomen met Europol voor overleg over de presentaties die zij tijdens de conferentie zouden geven over de impact van illegale wapens die uit de Westelijke Balkan naar de EU worden gesmokkeld. Voorts heeft de EU-delegatie/SVEU het panel over illegale wapenhandel voorgezeten en ook een presentatie gegeven over de belangrijkste EU-voorschriften en -normen op dit gebied. De autoriteiten van BiH werd verzocht te overwegen de relevante bepalingen van Richtlijn 91/477/EEG van de Raad inzake de controle op de verwerving en het voorhanden hebben van wapens, en van Richtlijn 2008/51/EG tot wijziging van Richtlijn 91/477/EEG van de Raad, om te zetten in nationale wetgeving, meer bepaald wat betreft de definities, de indeling in categorieën, het markeringssysteem en de nauwere samenwerking op het gebied van de bestrijding van de illegale wapenhandel. De deelnemers aan de conferentie hebben geconcludeerd dat nauwere samenwerking inzake rechtshandhaving, uitwisseling van gegevens en inlichtingen, en verdere aanpassing van het wettelijk kader aan internationale en EU-normen noodzakelijk zijn om de strijd tegen de illegale wapenhandel aan te binden. Er werd ook erkend dat een campagne met het oog op de inzameling van illegale wapens in BiH in de tijd moet worden gecoördineerd, in het gehele land moet worden uitgevoerd en moet beantwoorden aan de internationale normen voor de beheersing van het aantal handvuurwapens.

III.

De EU overweegt momenteel ook om de steun die zij reeds eerder had verleend aan het SEESAC (Uitwisselingscentrum voor Zuidoost- en Oost-Europa inzake de beheersing van het aantal handvuurwapens en lichte wapens), voort te zetten om de dreiging die uitgaat van de illegale handel in SALW in Zuidoost-Europa verder te beperken. Voortbouwend op de succesvolle uitvoering van Besluit 2010/179/GBVB van de Raad, zou de werkingssfeer in het kader van een eventueel follow-upproject kunnen worden verruimd tot de Republiek Moldavië en Kosovo(1), terwijl tegelijk het aspect regionale samenwerking meer gewicht zou kunnen worden gegeven, omdat het het meest efficiënte instrument is om resultaten en duurzaamheid op lange termijn te waarborgen.

IV.

Tot slot is Eufor Althea blijven deelnemen aan de inspanningen van de internationale gemeenschap om het probleem van overtollige voorraden van conventionele munitie die in het bezit zijn van het ministerie van Defensie van BiH, aan te pakken.

b) OVSE-regio

In het kader van Besluit 2012/662/GBVB van de Raad betreffende de ondersteuning van activiteiten om het risico van illegale handel in en buitensporige accumulatie van handvuurwapens en lichte wapens in het gebied dat valt onder de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) te beperken, werden tijdens de verslagperiode de volgende activiteiten verricht:

Van 24 tot en met 26 april 2013 is in Wenen een opleiding op deskundigenniveau over de handhaving van het toezicht op de tussenhandel in SALW georganiseerd ten behoeve van 12 landen uit Zuidoost-Europa, Oost-Europa en de Kaukasus. De opleiding was gericht op onderzoeks- en vervolgingstechnieken. Zij werd georganiseerd door de OVSE, in samenwerking met deskundigen uit het Verenigd Koninkrijk, en er werd tevens aan deelgenomen door het VN-Bureau voor ontwapeningszaken (Unoda), het VN-Bureau voor drugs- en misdaadbestrijding (UNODC) en de diensten die in de VS bevoegd zijn voor exportcontrole en het bijbehorende grensbeveiligingsprogramma. De deelnemers hebben kennis opgedaan over de wetgeving, de procedures en de technieken voor onderzoek en vervolging en hebben ook actief deelgenomen aan twee casestudies. In de opleiding lag de klemtoon onder meer op de noodzaak de bestaande wetgeving over tussenhandel in sommige landen aan te scherpen, met name hun strafrecht ter zake. Momenteel wordt nagedacht over eventuele follow-upmaatregelen in deze aangelegenheid.

Na de presentatie van een elektronische toepassing voor de registratie van SALW en munitie aan deelnemende OVSE-staten in Minsk op 28-30 mei 2013, startte een zes maanden durende testperiode met de ministeries van Defensie van Albanië, Bosnië en Herzegovina, Kazachstan, Kirgizië, de Republiek Moldavië, Montenegro en Servië; Tadzjikistan neemt actief deel aan dit proces. Zij hebben laptops met geïnstalleerde software en instructieboekjes gekregen om de tests te verrichten. Een aantal andere deelnemende OVSE-staten wilde aanvullende informatie over de software om in een later stadium deel te nemen aan het project. De software zal ook worden vertaald in het Engels, het Servo-Kroatisch en het Moldavisch.

De activiteiten die in het kader van het Besluit van de Raad zijn verricht met het oog op de verbetering van de fysieke beveiliging van de installaties voor de opslag en de vernietiging van SALW in Belarus en Kirgizië, waren gericht op de ontwikkeling van het noodzakelijke juridische kader en de initiële planning van verdere concrete uitvoeringsmaatregelen.

c) Afrika

I.

In de eerste helft van 2013 is de uitvoering van Besluit 2012/121/GBVB van de Raad betreffende de ondersteuning van activiteiten ter bevordering van de EU-China-Afrika-dialoog en de samenwerking inzake de conventionele wapenbeheersing voortgezet. Tot dusver heeft het project ook enkele tastbare resultaten opgeleverd, in de zin van een grotere bewustwording en een intensievere dialoog tussen het maatschappelijk middenveld, het bedrijfsleven en de regeringsvertegenwoordigers van China, de EU en de Afrikaanse staten over de bestrijding van de illegale handel in en de buitensporige accumulatie van SALW in Afrika, en met name in Oostelijk Afrika. Tot dusver hebben meer dan dertig bilaterale bijeenkomsten plaatsgevonden in Afrika, China en de EU-lidstaten, alsmede drie bijeenkomsten van de Groep op deskundigenniveau Afrika-China-EU inzake conventionele wapens (EWG), een studiebezoek aan Zuid-Soedan en een regionale conferentie over de aanpak van illegale SALW en munitie in Oost-Afrika, die op 2 en 3 juli 2013 in Nairobi is gehouden. Deze conferentie werd georganiseerd onder auspiciën van de EWG en georganiseerd door het Vredesforum voor Afrika en Saferworld, in samenwerking met het Keniaanse nationaal contactpunt inzake handvuurwapens (KNFP) en het Regionaal Centrum inzake handvuurwapens in het gebied van de Grote Meren, de Hoorn van Afrika en aangrenzende landen (Recsa), die aldus ook een zinvolle aanvulling vormen op de lopende steun van het stabiliteitsinstrument voor het regionaal centrum voor handvuurwapens (Regional Centre on Small Arms — Recsa) (zie hieronder, onder II).

Voor al deze activiteiten is blijk gegeven van een grotere betrokkenheid van de kant van China, ook van militaire deskundigen met een hoge rang. Ook in krantenartikelen heeft men stilaan aandacht voor de problematiek van de illegale SALW in Afrika, en wordt gesuggereerd wat China moet doen om dit probleem aan te pakken. Het seminar in Nairobi is uitvoerig aan bod gekomen in de Chinese media. Voorts wordt met de vertaling van relevante documenten een bijdrage geleverd tot een grotere bewustwording en kennis van het SALW-probleem in Afrika en worden daarmee ook kansen gecreëerd voor dialoog en debat onder academici, deskundigen van denktanks en studenten over een verantwoord toezicht op SALW-transacties.

Er heeft zich een goede samenwerkingsdynamiek ontwikkeld tussen de leden van de EWG die samen beleidsdialogen voeren, overleggen met functionarissen en vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld en deelnemen aan verkennende bezoeken op het terrein. De leden van de groep beschikken over uiteenlopende ervaringen en uitgebreide netwerken die in het kader van het project kunnen worden aangewend om de doelstellingen te realiseren. Het betreft onder meer, doch niet uitsluitend, de Chinese strijdkrachten, het Chinese ministerie van Buitenlandse Zaken, de Nederlandse strijdkrachten, ontwapeningsmissies van de Verenigde Naties, onderzoeksteams van de Verenigde Naties voor controle op het wapenembargo, de Zuid-Soedanese strijdkrachten, het Zuid-Soedanese bureau voor handvuurwapens, de Oegandese politie, het Oegandese nationaal contactpunt voor SALW, het Keniaanse ministerie van Buitenlandse Zaken, het Regionaal Centrum inzake handvuurwapens (Recsa), met zetel in Nairobi, verscheidene gouvernementele en niet-gouvernementele projecten op het gebied van SALW en talrijke betrekkingen met diplomaten, functionarissen en vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld overal in Europa, China en Afrika.

De beleidsdialoog in het kader van het project en de promotieactiviteiten hebben er mede voor gezorgd dat de problematiek van de SALW opnieuw op de agenda van het Forum van de Chinees-Afrikaanse samenwerking (Focac) is komen te staan. Tijdens de vijfde ministeriële conferentie van het Focac heeft China zich ertoe geëngageerd steun te verlenen aan de door Afrika geleverde inspanningen „voor het bestrijden van de illegale handel in en de illegale verspreiding van handvuurwapens en lichte wapens” (punt 2.6, de vijfde ministeriële conferentie van het Focac, actieplan van Peking 2013-2015).

II.

In het kader van de langetermijncomponent van het Stabiliteitsinstrument heeft de EU een project ter ondersteuning van de bestrijding van de illegale accumulatie van en handel in vuurwapens en munitie in Afrika voortgezet via het Regionaal SALW-centrum (Recsa), dat in Nairobi gevestigd is. Dit project draagt bij tot de uitvoering van de vredes- en veiligheidscomponent van de gezamenlijke strategie Afrika-EU. Tot de voornaamste activiteiten behoren de institutionele versterking van de doellanden en het Recsa, de bevordering van een effectief beheer van SALW (markering van wapens, registratie, voorraadbeheer en vernietiging) en het genereren van informatie over SALW. De steun aan het Recsa is in juni 2013 afgelopen na de voltooiing van een studie waarin wordt onderzocht in welke mate de regionale en internationale SALW-verplichtingen van de landen bezuiden de Sahara worden nagekomen. In december 2012 is een akkoord bereikt over een tweede fase van de EU-steun aan het Recsa, die in juli 2013 is beginnen na de voltooiing van de eerste fase van het project.

III.

Op 24 juni 2013 heeft de Raad Besluit 2013/320/GBVB vastgesteld, waarbij 5 miljoen EUR aan EU-steun voor bijstand aan de Libische overheid wordt uitgetrokken voor haar enorme taak de zeer omvangrijke voorraden conventionele wapens en munitie te beveiligen. De EU verleent die steun om de verantwoordelijke autoriteiten in Libië te helpen om de verdere ongecontroleerde verspreiding van conventionele wapens en munitie, die de onveiligheid in Libië, de buurlanden en de bredere regio steeds meer doet toenemen, een halt toe te roepen. Deze steun maakt deel uit van de alomvattende aanpak van de EU om het overgangsproces naar democratie, duurzame vrede en veiligheid in Libië te steunen. Het Raadsbesluit vormt een aanvulling op de inspanningen van de EU-missie voor bijstandsverlening inzake grensbeheer in Libië om het vermogen van het land voor het versterken van de beveiliging van zijn land-, zee-, en luchtgrenzen op korte termijn te ontwikkelen en een bredere strategie voor geïntegreerd grensbeheer (Integrated Border Management - IBM) op de lange termijn te ontwikkelen.

IV.

Daarnaast is via een gezamenlijk project van DanChurchAid (DCA) en Danish Refugee Council (DRC, de Deense Vluchtelingenraad), dat wordt gefinancierd uit de kortetermijncomponent van het Stabiliteitsinstrument, gezorgd voor risico-educatie over SALW voor de burgerbevolking van Libië sinds september 2012. Het heeft tot doel het aantal ongevallen ten gevolge van, alsook de visuele aanwezigheid van, SALW terug te dringen. Voorts pleit DCA bij de plaatselijke autoriteiten voor een beleid inzake het veilige beheer van SALW, teneinde gewapend geweld te helpen voorkomen. Tot dusver zijn er ten behoeve van het ministerie van Binnenlandse Zaken en het ministerie van Defensie 11 opleidingscursussen georganiseerd over het ruimen van mijnen/niet-geëxplodeerde oorlogsmunitie (unexploded ordnance — UXO). In de regio rond Tripoli zijn alle mijnen geruimd in een gebied van 96 800 m2. In de zuidelijke regio Sabha is een overeenkomst ondertekend om speurders voor explosievenopruiming te trainen en is educatie over de gevaren van mijnen/niet-geëxplodeerde oorlogsmunitie verstrekt aan 2 452 mensen van migrerende gemeenschappen, brandweerdiensten en scholen.

V.

Twee andere projecten in Afrikaanse staten, die beide worden gefinancierd door de kortetermijncomponent van het Stabiliteitsinstrument, steunen de bijstand; 1) aan de regering van Zuid-Sudan voor wapenbeheersing, met name door middel van maatregelen inzake capaciteitsopbouw die gericht zijn op een vreedzame vermindering van het aantal ongecontroleerde SALW dat in handen is van burgers in Zuid-Sudan, en 2) aan de regering van Niger voor de daadwerkelijke nakoming van haar verplichtingen uit hoofde van het Ecowas-Verdrag inzake SALW en het actieprogramma van de VN. Beide projecten worden uitgevoerd door het UNDP.

d) Midden-Amerika

I.

De EU heeft de uitvoering voortgezet van een project ter ondersteuning van het Midden-Amerikaans programma voor toezicht op handvuurwapens en lichte wapens (Casac). Via de langetermijncomponent van het Stabiliteitsinstrument is het project, dat voordien door het UNDP werd uitgevoerd, in september 2012 in de tweede fase van ondersteuning getreden, met de Veiligheidscommissie van het Centraal-Amerikaans Integratiesysteem (SICA) als uitvoeringspartner. De bijdrage van het EU-project aan het Casac-initiatief is bedoeld om de basis te leggen voor een regionale structuur en een langetermijnstrategie ter bestrijding van illegale wapenhandel in Midden-Amerika, zowel op nationaal als op regionaal niveau. Het project wordt uitgevoerd in Midden-Amerika en naburige landen, waaronder het Caribisch gebied (met bijzondere aandacht voor Belize, Guatemala, El Salvador, Honduras, Nicaragua, Costa Rica en Panama). Tot de voornaamste activiteiten behoren regionale en nationale bewustmakingscampagnes voor het publiek en conferenties, versterking van de nationale coördinatiemechanismen en registratiesystemen, en grensoverschrijdende projecten alsmede opleiding op verschillende gebieden.

II.

Tegelijkertijd werkt de EU momenteel ook aan een mogelijk besluit van de Raad ter ondersteuning van verdere aanvullende activiteiten op het gebied van beheer van SALW in Midden-Amerika, meer bepaald om werk te maken van de GBVB-doelstellingen inzake de noodzakelijke activiteiten die gezamenlijk moeten worden ondernomen door het regionaal centrum van de Verenigde Naties voor vrede, ontwapening en ontwikkeling in Latijns-Amerika en het Caribisch gebied (UN-LiREC) en het CASAC-programma om de illegale accumulatie en handel in SALW en munitie in deze regio succesvol te bestrijden.

III.

Voorts steunt de kortetermijncomponent van het Stabiliteitsinstrument ook het Opleidingsinstituut voor duurzame ontwikkeling (Instituto de Enseñanza para el Desarrollo Sostenible (IEPADES)) bij de uitvoering van de delen van de Midden-Amerikaanse veiligheidsstrategie die betrekking hebben op SALW, met name de steun aan het maatschappelijk middenveld voor het bestrijden en voorkomen van misdrijven met handvuurwapens en lichte wapens, alsook van gewapend geweld.