Verslag over de jaarrekening van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden betreffende het begrotingsjaar 2014 vergezeld van het antwoord van de Stichting
Verslag over de jaarrekening van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden betreffende het begrotingsjaar 2014 vergezeld van het antwoord van de Stichting
9.12.2015 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | C 409/307 |
VERSLAG
over de jaarrekening van de Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden betreffende het begrotingsjaar 2014 vergezeld van het antwoord van de Stichting
(2015/C 409/34)
INLEIDING
1. | De Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (hierna: „de Stichting” ofwel „Eurofound”), gevestigd te Dublin, werd opgericht bij Verordening (EEG) nr. 1365/75 van de Raad(1). Zij heeft ten doel bij te dragen aan het uitwerken en verwezenlijken van betere levens- en arbeidsomstandigheden in de Unie door de ontwikkeling en verspreiding van kennis op dit gebied(2). |
TOELICHTING BIJ DE BETROUWBAARHEIDSVERKLARING
2. | De door de Rekenkamer gehanteerde controleaanpak omvat cijferanalyses, rechtstreekse toetsing van verrichtingen en een beoordeling van de essentiële beheersingsmaatregelen van de toezicht- en controlesystemen van de Stichting. Hierbij komt nog controle-informatie afkomstig uit het werk van andere controleurs en een analyse van de „management representations”. |
BETROUWBAARHEIDSVERKLARING
De verantwoordelijkheid van de leiding
De verantwoordelijkheid van de controleur
Oordeel over de betrouwbaarheid van de rekeningen
Oordeel over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij de rekeningen
|
10. | De hiernavolgende opmerkingen doen niets af aan de oordelen van de Rekenkamer. |
OPMERKINGEN OVER HET BEGROTINGSBEHEER
11. | In 2014 was het algemene niveau van vastgelegde kredieten hoog met 99,7 %, hetgeen erop wijst dat vastleggingen tijdig werden gedaan. Het niveau van de naar 2015 overgedragen vastgelegde kredieten was voor titel III (beleidsuitgaven) hoog met 3 8 14 156 euro ofwel 53,7 % (2013: 3 3 75 781 euro ofwel 48,6 %); deze hielden hoofdzakelijk verband met meerjarige projecten waarvoor volgens schema activiteiten werden uitgevoerd en betalingen werden gedaan, alsmede met één meerjarig project dat vervroegd — in 2014 — werd uitgevoerd, maar waarvoor de betalingen pas in 2015 verschuldigd zijn. |
OVERIGE OPMERKINGEN
12. | In 2005 werd het nieuwe EU-Statuut van kracht, met inbegrip van bepalingen dat de toekomstige bezoldiging van vóór 5 augustus 2005 aangeworven ambtenaren niet minder mag bedragen dan krachtens het eerdere EU-Statuut. Uit de controle van de Rekenkamer bleek dat hier niet aan werd voldaan en dat dit bij 20 van de 75 toenmalige werknemers leidde tot onderbetaling van in totaal 1 28 735 euro voor de periode 2005-2014. In de rekeningen van de Stichting is een voorziening ter hoogte van dit bedrag opgenomen. |
FOLLOW-UP VAN DE OPMERKINGEN VAN HET VOORGAANDE JAAR
13. | Bijlage I bevat een overzicht van de corrigerende maatregelen die zijn getroffen naar aanleiding van de opmerkingen van de Rekenkamer van het voorgaande jaar. |
Dit verslag werd door kamer IV onder voorzitterschap van de heer Milan Martin CVIKL, lid van de Rekenkamer, te Luxemburg vastgesteld op haar vergadering van 8 september 2015.
Voor de Rekenkamer
Vítor Manuel da SILVA CALDEIRA
President
BIJLAGE I
Follow-up van de opmerkingen van het voorgaande jaar
Jaar | Opmerking van de Rekenkamer | Stand van de corrigerende maatregel (Afgerond/Loopt nog/Nog af te handelen/N.v.t.) |
2013 | De Stichting verrichtte een uitgebreide materiële inventarisopname aan het einde van 2013 en begin 2014. Ten tijde van de controle van de Rekenkamer in februari 2014 was er nog geen verslag van de fysieke inventaris afgerond. Door de Rekenkamer verrichte tests brachten aan het licht dat niet alle vaste activa van een barcode waren voorzien en ingeschreven in het register en de rekeningen. Apparatuur ter waarde van 2 09 843 euro(1) was bij de uitgaven geboekt in plaats van te worden gekapitaliseerd; de fout werd gecorrigeerd naar aanleiding van de controle van de Rekenkamer. Voor sommige activa kon geen verband worden gelegd met de pakbonnen van de leveranciers teneinde met zekerheid de juiste uitgangsdatum te kennen voor de berekening van de afschrijvingskosten. | Afgerond |
2013 | De in de vorige paragraaf vermelde feiten wijzen op ernstige gebreken in de interne beheersing op het gebied van de registratie en boeking van de vaste activa. | Afgerond |
2013 | In 2013 was het algemene niveau van vastgelegde kredieten 99 %, hetgeen erop wijst dat vastleggingen tijdig werden gedaan. Het niveau van naar 2014 overgedragen vastgelegde kredieten was echter hoog: ongeveer 6 62 831 euro (35,6 %) voor titel II (administratieve uitgaven) en 3 3 75 781 euro voor titel III (beleidsuitgaven). | N.v.t. |
2013 | De overdrachten van vastgelegde kredieten voor titel II hadden vooral betrekking op IT-aankopen (hardware en software ten belope van 2 81 934 euro, waarvan 1 89 934 euro voor aankopen die oorspronkelijk voor 2014 waren gepland), dringende en onvoorziene reparatiewerken (69 000 euro) en renovatiewerken die moeten worden aangenomen en gepland voor begin 2014 (2 30 718 euro). | N.v.t. |
2013 | Voor titel III betroffen de overgedragen vastgelegde kredieten ten belope van 2 6 25 543 euro meerjarige projecten waarvoor de activiteiten waren uitgevoerd en de betalingen waren uitgevoerd volgens plan. Niet-geplande overdrachten ten belope van 7 50 238 euro betroffen voornamelijk een toename van de begroting voor verscheidene projecten ter verbetering van hun reikwijdte en kwaliteit (65 %), in december 2013 bestelde vertaaldiensten die oorspronkelijk waren gepland voor 2014 (14 %), vertragingen bij aanbestedingsprocedures (7 %), laattijdige facturering door contractanten (14 %) en andere gebeurtenissen waarop de Stichting geen vat heeft. | N.v.t. |
2013 | De Stichting werd in 1975 operationeel en heeft tot op heden gewerkt op basis van briefwisseling en uitwisselingen met de gastlidstaat. Er is evenwel tussen de Stichting en die lidstaat geen alomvattende zetelovereenkomst afgesloten. Een dergelijke overeenkomst zou de transparantie nog bevorderen ten aanzien van de omstandigheden waaronder de Stichting en haar personeel opereren. | Loopt nog |
BIJLAGE II
Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (Dublin)
Bevoegdheden en activiteiten
Bevoegdheden van de Unie volgens het Verdrag (Artikel 151 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie) | De Unie en de lidstaten stellen zich, indachtig sociale grondrechten zoals vastgelegd in het op 18 oktober 1961 te Turijn ondertekend Europees Sociaal Handvest en in het Gemeenschapshandvest van de sociale grondrechten van de werkenden van 1989, ten doel de bevordering van de werkgelegenheid, de gestage verbetering van de levensomstandigheden en de arbeidsvoorwaarden, zodat de onderlinge aanpassing daarvan op de weg van de vooruitgang wordt mogelijk gemaakt, alsmede een adequate sociale bescherming, de sociale dialoog, de ontwikkeling van de menselijke hulpbronnen om een duurzaam hoog werkgelegenheidsniveau mogelijk te maken, en de bestrijding van uitsluiting. […] | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bevoegdheden van de Stichting (Verordening (EEG) nr. 1365/75 van de Raad, zoals gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1111/2005) | Doelstellingen De Stichting heeft als opdracht betere levens- en arbeidsomstandigheden te verwezenlijken door de ontwikkeling en verspreiding van de relevante kennis op dit gebied. Zij dient zich in het bijzonder bezig te houden met:
Taken
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Organisatie | Raad van Bestuur (RvB)
Het presidium van de RvB
De directeur en de adjunct-directeur worden benoemd door de Commissie op basis van een door de RvB ingediende kandidatenlijst. De directeur voert de beslissingen van de RvB en zijn presidium uit en leidt de Stichting. Interne audit Dienst Interne Audit van de Europese Commissie (DIA). Externe controle Europese Rekenkamer. Kwijtingverlenende autoriteit Europees Parlement, op aanbeveling van de Raad. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
In 2014 (2013) ter beschikking van de Stichting gestelde middelen | Begroting 20,9(20,6) miljoen euro Personeelsbestand per 31 december 2014 Ambtenaren en tijdelijke functionarissen: 99 (101) posten opgenomen in de lijst van het aantal ambten, waarvan 96 (99) bezet per 31 december 2014 Andere personeelsleden: Gedetacheerde nationale deskundigen: 0 (0) Arbeidscontractanten: 14 (13) Totaalaantal personeelsleden: 110 (112) Toegewezen aan(1): Uitvoering (uitvoerende activiteiten): 79 (78) Administratie & coördinatie (administratieve taken): 19 (29) Gemengde taken: 12 (5) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
In 2014 verrichte activiteiten en diensten | Toenemende arbeidsmarktparticipatie en werkloosheidsbestrijding door het scheppen van banen, verbeteren van de werking van de arbeidsmarkt en de bevordering van integratie
Het verbeteren van de levensomstandigheden en het verduurzamen van arbeid gedurende de levensloop
Ontwikkelen van industriële betrekkingen om billijke en productieve oplossingen te waarborgen in een veranderende beleidscontext
Het verbeteren van de levensomstandigheden en het bevorderen van de sociale samenhang in het licht van de economische verschillen en sociale ongelijkheden
Communicatie en uitwisseling van ideeën en ervaring
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bron: Door de Stichting verstrekte bijlage.
ANTWOORD VAN DE STICHTING
11. | Eurofound heeft nota genomen van de opmerking van de Rekenkamer over het hoge niveau van naar 2015 overgedragen vastgelegde kredieten in titel III. Eurofound waardeert de grondige analyse van de begrotingsuitvoering en het feit dat de Rekenkamer de redenen van de overdrachten vermeldt (meerjarige projecten die volgens schema werden uitgevoerd en een project dat vroeger dan gepland werd uitgevoerd). |
12. | Het probleem van de onderbetaling van verscheidene personeelsleden ingevolge de wijziging van het Statuut in 2005 is opgelost; de aan de betreffende personeelsleden verschuldigde bedragen werden in juni en juli 2015 uitbetaald. Eurofound wil erop wijzen dat de betaling van de lonen wordt uitbesteed aan het Uitbetalingsbureau (Paymaster’s Office — PMO) van de Europese Commissie. |