Home

Mededeling van de Commissie — Wijzigingen aan de mededeling van de Commissie betreffende schikkingsprocedures met het oog op de vaststelling van beschikkingen op grond van de artikelen 7 en 23 van Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad in kartelzaken

Mededeling van de Commissie — Wijzigingen aan de mededeling van de Commissie betreffende schikkingsprocedures met het oog op de vaststelling van beschikkingen op grond van de artikelen 7 en 23 van Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad in kartelzaken

5.8.2015

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 256/2


MEDEDELING VAN DE COMMISSIE

Wijzigingen aan de mededeling van de Commissie betreffende schikkingsprocedures met het oog op de vaststelling van beschikkingen op grond van de artikelen 7 en 23 van Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad in kartelzaken

(2015/C 256/02)

1.

De mededeling van de Commissie betreffende schikkingsprocedures met het oog op de vaststelling van beschikkingen op grond van de artikelen 7 en 23 van Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad in kartelzaken(1) wordt als volgt gewijzigd.

2.

Punt 22 komt als volgt te luiden:

„22.

Verklaringen met het oog op een schikking kunnen niet eenzijdig worden ingetrokken door de partijen die deze hebben ingediend. De mededeling van punten van bezwaar wordt geacht de verklaringen met het oog op een schikking weer te geven indien deze de inhoud ervan wat betreft de in punt 20, onder a), vermelde aspecten weergeeft. Voorts is het zo dat een eindbeschikking enkel kan worden geacht de verklaringen met het oog op een schikking weer te geven, indien die eindbeschikking geen geldboete oplegt die het daarin vermelde maximumbedrag overschrijdt.”.

3.

Punt 27 komt als volgt te luiden:

„27.

De Commissie blijft gerechtigd een mededeling van punten van bezwaar vast te stellen waarin de door de partijen met het oog op een schikking gedane verklaring niet is weergegeven. In dat geval zijn de algemene bepalingen van artikel 10, lid 2, artikel 12, lid 1, en artikel 15, lid 1, van Verordening (EG) nr. 773/2004 van toepassing. De erkenningen die de partijen in hun verklaringen met het oog op een schikking hebben gegeven, zullen door de Commissie buiten beschouwing worden gelaten en kunnen niet als bewijsmateriaal tegen een van de partijen in de procedure worden gebruikt. De betrokken partijen zullen in dat geval dan ook niet meer door hun verklaringen met het oog op een schikking gebonden zijn en zouden, op hun verzoek, een termijn krijgen om hun verdediging opnieuw te voeren, daaronder begrepen de mogelijkheid toegang tot het dossier te krijgen en om een hoorzitting te verzoeken.”.

4.

Punt 29 komt als volgt te luiden:

„29.

De Commissie blijft gerechtigd een definitief standpunt in te nemen dat afwijkt van haar voorlopige standpunt dat werd geformuleerd in een mededeling van punten van bezwaar die de door de partijen met het oog op een schikking gedane verklaring weergeeft, hetzij in het licht van het door het Adviescomité uitgebrachte advies, hetzij wegens andere passende overwegingen gezien de uiteindelijke autonome beslissingsbevoegdheid van de Commissie in dit verband. Indien de Commissie er echter voor kiest aldus te handelen, stelt zij de partijen hiervan in kennis en doet zij hun een nieuwe mededeling van punten van bezwaar toekomen zodat dezen hun rechten van verdediging kunnen uitoefenen overeenkomstig de toepasselijke algemene procedureregels. Dit betekent dat de partijen dan het recht tot toegang tot het dossier zouden hebben, om een hoorzitting kunnen verzoeken en op de mededeling van punten van bezwaar kunnen antwoorden. De erkenningen die de partijen in hun verklaringen met het oog op een schikking hebben gegeven, zullen door de Commissie buiten beschouwing worden gelaten en kunnen niet als bewijsmateriaal tegen een van de partijen in de procedure worden gebruikt.”.

5.

Punt 39 komt als volgt te luiden:

„39.

Overeenkomstig punt 26 bis van de mededeling van de Commissie betreffende de samenwerking tussen de Commissie en de rechterlijke instanties van de EU-lidstaten bij de toepassing van de artikelen 101 en 102 van het Verdrag zal de Commissie nooit met het oog op schikking gedane verklaringen aan nationale rechters verstrekken voor gebruik bij schadevorderingen wegens inbreuken op die Verdragsbepalingen(2). Dit punt laat de in artikel 6, lid 7, van Richtlijn 2014/104/EU van het Europees Parlement en de Raad(3) bedoelde situatie onverlet.