Home

Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 50, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen

Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 50, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen

17.10.2015

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 344/4


Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 50, lid 2, onder a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen

(2015/C 344/05)

Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad(1) bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag.

ENIG DOCUMENT

TERNERA DE LOS PIRINEOS CATALANES”/„VEDELLA DELS PIRINEUS CATALANS”/„VEDELL DES PYRÉNÉES CATALANES

EU-nr.: MULTI-PGI-0005-01042 — 23.04.2010

BOB ( ) BGA ( X )

1. Namen

„Ternera de los Pirineos Catalanes”/„Vedella dels Pirineus Catalans”/„Vedell des Pyrénées Catalanes”

2. Lidstaat of derde land

Spanje

Frankrijk

3. Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel

3.1. Productcategorie

Categorie 1.1. Vers vlees (en verse slachtafval)

3.2. Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is

Rundvlees dat is verkregen van de landrassen „Bruna de los Pirineos”, Aubrac of Gascon of van de kruising van vrouwelijke fokdieren van deze landrassen met mannetjes van de rassen Charolais, Limousin of Blonde d’Aquitaine.

De op extensieve wijze gehouden kalveren blijven gedurende de eerste paar maanden van hun leven bij het moederdier. Ze worden geslacht als ze tussen acht en twaalf maanden oud zijn en een minimaal karkasgewicht van 160 kg hebben.

Het vlees mag in de handel worden gebracht in de vorm van hele karkassen, halve karkassen, kwarten (voor- en achtervoeten) of als stukken vlees (met inbegrip van gehakt vlees).

De in aanmerking komende geslachte dieren behoren tot de klassen E, U of R van het EUROP-indelingsschema, met een van „zeer rond” tot „recht” variërend profiel en een „uitzonderlijke” tot „goede” spierontwikkeling.

De vetheid van de karkassen krijgt een waarde van 2-3-4 toegekend op grond van het EUROP-indelingsschema en er is intramusculair vet waarneembaar.

De kleur van het vlees varieert van roze tot helrood. Het vet is wit tot roomkleurig.

De ten hoogste 24 uur na het slachten gemeten pH-waarde moet minder dan 6 bedragen.

3.3. Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong) en grondstoffen (alleen voor verwerkte producten)

De kalveren worden ten minste de eerste vier maanden van hun leven gevoed met moedermelk en verse voedergewassen.

Na het spenen en tijdens de groei en het vetmesten wordt het vee gevoerd met gedroogde voedergewassen en een goed uitgebalanceerd mengsel van granen en vermalen peulvruchten.

3.4. Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden

Het vlees met de beschermde geografische aanduiding is afkomstig van dieren van de in punt 3.2 vermelde rassen, die zijn geboren, gefokt en vetgemest in het onder de betrokken beschermde geografische aanduiding vallende gebied.

De onderdelen van de vleesproductie die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden:

geboorte;

opfokken: extensieve begrazing op weiden bij boerderijen of hogergelegen zomerweiden gedurende ten minste de eerste vier maanden van hun leven;

spenen: vanaf vier maanden;

groei en vetmesten: de inrichtingen moeten gesloten of halfgesloten zijn en beschikken over een oppervlakte van ten minste 3 m2 per dier en over een van de voederruimte gescheiden rustruimte. Partijen omvatten ten hoogste 20 dieren.

3.5. Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken, enz. van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst

Het is niet noodzakelijk dat het slachten en uitsnijden in het gebied plaatsvindt.

De transporttijd vóór de slacht is beperkt tot drie uur zodat de dieren zo min mogelijk stress ondervinden en de kwaliteit van het eindproduct wordt gewaarborgd.

Vóór de verkoop aan het publiek moeten de karkassen gedurende ten minste zes dagen rusten om te kunnen rijpen.

3.6. Specifieke voorschriften betreffende de etikettering van het product waarnaar de geregistreerde naam verwijst

De naam van de beschermde geografische aanduiding „Ternera de los Pirineos Catalanes”, „Vedella dels Pirineus Catalans” of „Vedell des Pyrénées Catalanes” moet duidelijk zichtbaar zijn op de etiketten, samen met het EU-symbool voor de beschermde geografische aanduiding en alle andere informatie die door de geldende regelgeving vereist is.

Gezien de specifieke taalkundige kenmerken van het gebied, kan naar het product worden verwezen in een van de drie talen van het onder de betrokken beschermde geografische aanduiding vallende gebied (Spaans, Catalaans of Frans).

4. Beknopte beschrijving van het afgebakende geografische gebied

De Catalaanse Pyreneeën, het gebied van de beschermde geografische aanduiding, is een cultureel en geografisch homogeen gebied, hoewel het tot twee verschillende landen behoort.

In de Catalaanse Pyreneeën (Spanje):

Het geografisch gebied omvat alle gemeenten in de volgende districten: Alta Ribagorça, Alt Urgell, Berguedà, Cerdanya, Garrotxa, Pallars Jussà, Pallars Sobirà, Solsonès, Ripollès en Val d’Aran, evenals gemeenten in de districten Alt Empordà (Albanyà, Maçanet de Cabrenys en La Vajol), Bages (Aguilar de Segarra, Castellfollit del Boix, L’Estany, Moià, Mura, Sant Feliu Sasserra, Sant Mateu de Bages en Talamanca), Noguera (Àger, Alòs de Balaguer, Les Avellanes i Santa Linya, La Baronia de Rialb, Camarasa, Os de Balaguer en Vilanova de Meià), Osona (Alpens, Balenyà, El Brull, Centelles, Collsuspina, Espinelves, Folgueroles, Lluçà, Montesquiu, Muntanyola, Olost, Orís, Oristà, Perafita, Prats de Lluçanès, Rupit i Pruit, Sant Agustí de Lluçanès, Sant Bartomeu del Grau, Sant Boi de Lluçanès, Sant Julià de Vilatorta, Sant Martí d’Albars, Sant Martí de Centelles, Sant Pere de Torelló, Sant Quirze de Besora, Sant Sadurní d’Osormort, Sant Vicenç de Torelló, Santa Eulàlia de Riuprimer, Santa Maria de Besora, Santa Maria de Corcó, Seva, Sobremunt, Sora, Tavèrnoles, Tavertet, Tona, Vidrà, Viladrau en Vilanova de Sau) en Pla de l’Estany (Sant Miquel de Campmajor).

In de Catalaanse Pyreneeën (Frankrijk):

In het departement Pyrénées-Orientales omvat het geografisch gebied alle gemeenten behorend tot de kantons Vinça, Sournia, Arles sur Tech, Prats-de-Mollo, Prades, Olette, Mont Louis en Saillagouse, evenals enkele gemeenten in de kantons Perpignan (Perpignan), Millas (Corbère en Corbère les Cabanes), Thuir (Thuir, Castelnou, Camelas, Caixas, Sainte Colombe de la Commanderie, Fourques, Tordères, Llauro en Passa), Latour-de-France (Belesta en Caramany), Céret (Montauriol, Calmeilles, Oms, Taillet, Reynes, Céret, Vivès, Saint-Jean-Pla-de-Corts, Maureillas las Illas, Les Cluses, Le Perthus en l’Albère), Argelès (Montesquieu des Albères, Villelongue dels Monts, Laroque des Albères, Sorède en Argelès sur Mer) en Saint Paul de Fenouillet (Vira, Fenouillet, Caudiès de Fenouillèdes, Prugnanes, Fosse en Saint Martin).

In het departement Aude omvat het geografisch gebied gemeenten die grenzen aan het departement Pyrénées-Orientales en zich bevinden in het Pyreneeëngebergte, te weten alle gemeenten behorend tot de kantons Axat, Belcaire, Mouthoumet en Quillan, evenals enkele gemeenten in de kantons Couiza (Arques, Bugarach, Camps-sur-l’Agly, Cassaignes, Couiza, Coustaussa, Cubières-sur-Cinoble, Fourtou, Luc-sur-Aude, Missègre, Peyrolles, Rennes-le-Château, Rennes-les-Bains, Serres, Sougraigne, Terroles en Valmigère), Lagrasse (Mayronnes en Saint-Martin-des-Puits), Limoux (Alet-les-Bains, Bouriège, Bourigeole, Castelreng, Festes-et-Saint-André, La Bezole, Saint-Couat-du-Razès en Véraza), Saint Hilaire (Belcastel-et-Buc, Caunette-sur-Lauquet, Clermont-sur-Lauquet, Greffeil, Ladern-sur-Lauquet, Villardebelle en Villefloure) en Tuchan (Cucugnan, Duilhac-sous-Peyrepertuse, Maisons, Montgaillard, Padern en Rouffiac-des-Corbières).

5. Verband met het geografische gebied

De geografie van de Catalaanse Pyreneeën is gunstig voor extensieve veeteelt. Het gebied wordt gekenmerkt door hoog- en laaggelegen paden en bergweiden, met uitgebreide natuurlijke weidegrond voor de dieren voor een groot deel van het jaar, totdat de weersomstandigheden ongunstiger worden. Het gebied wordt beïnvloed door de Middellandse Zee (vochtig, submediterraan klimaat), waardoor de dieren langer op de zomer- en bergweiden kunnen verblijven.

De overvloed aan water en de goede lichtinval zijn erg gunstig voor de ontwikkeling van de rijke en kenmerkende flora (in het bijzonder Festuca pratensis, Festuca alpina, Poa pratensis, Dactylis glomerata, Sesleria caerulea, Bromus erectus en Arrhenatherum elatius), die zorgt voor uitstekende weidegrond voor het vee. Bovendien kunnen de boeren de weilanden in het middengebergte bezaaien met mengsels van grassen en peulvruchten, waarmee het vee wordt gevoederd wanneer de hogergelegen bergweiden ontoegankelijk zijn. De meest gebruikelijke voedergewassen zijn: klaver, raaigras, luzerne (alfalfa), esparcette en zwenkgras.

Het product met deze beschermde geografische aanduiding dankt zijn specifieke karakter aan de rassen die worden gebruikt („Bruna de los Pirineos”, Aubrac en Gascogne), die zich goed aanpassen aan deze omgeving en in de open lucht worden gehouden. Dit zijn alle drie landrassen die kenmerkend zijn voor de regio en beschikken over kwaliteiten die nuttig zijn gezien de in de berggebieden toegepaste traditionele landbouwmethoden. Het vee is immers bestand tegen extreme weersomstandigheden, het heeft weinig voedsel nodig om te overleven dankzij het vermogen om terug te vallen op reserves die worden opgebouwd wanneer het voedsel overvloedig aanwezig is (transhumance), en het kan zich goed aanpassen aan het klimaat en het reliëf van het land.

De voeding van de kalveren zorgt samen met het foksysteem voor de kenmerkende kleur en malsheid, de bevleesdheid van het karkas en het intramusculaire vet. Moedermelk zorgt ervoor dat de kalveren goed groeien vanwege de aanzienlijke hoeveelheid calcium die het bevat. Dit bevordert een goede beenderontwikkeling, waardoor de kalveren een goed bevleesd karkas ontwikkelen. Door de dieren tijdens het afmesten gedroogde voedergewassen en een goed uitgebalanceerd mengsel van granen en vermalen peulvruchten te voeren, wordt de ontwikkeling en de bevleesdheid van het karkas bevorderd.

Door de eeuwen heen hebben de bewoners van de Catalaanse Pyreneeën akkerbouw en veeteelt tot hun voornaamste bronnen van inkomsten gemaakt. De veehouderij in het gebied gaat reeds terug tot de middeleeuwen, maar werd pas halverwege de 19e eeuw belangrijker dan de schapenteelt als gevolg van de aanleg van irrigatiekanalen. Dankzij deze irrigatiekanalen konden de voedergebieden worden uitgebreid (en tegelijkertijd de omvang van de veestapels). De geschiedenis van de Catalaanse Pyreneeën sinds het begin van de 20e eeuw wordt onvermijdelijk gekenmerkt door een geleidelijke ontvolking, opeenvolgende golven van braaklegging en de stopzetting van veehouderijen, en veranderingen in de economische activiteit. Tussen 1933 en 1947 is het aantal schapen gehalveerd (wegens oorlog, plattelandsvlucht en de arbeidsintensiviteit van de schapenteelt). Dit had als gevolg dat sinds de Tweede Wereldoorlog voornamelijk rundvlees werd geproduceerd.

Van oudsher bezaten de kleine boerderijen in de Catalaanse Pyreneeën weinig vee (twee à vijf dieren). Dit vee werd gebruikt als lastdier of voor de consumptie door huishoudens. In de zomer trokken de dieren met hun pasgeboren kalveren naar de hogergelegen zomerweiden. Hierdoor konden de voedergewassen op lagere hoogten worden behouden en kwamen er werknemers vrij voor andere seizoensgebonden activiteiten op de boerderij. Ondanks een toename in de omvang van de boerderijen zijn de veestapels momenteel nog steeds klein (op 80 % van de bedrijven worden jaarlijks minder dan 25 kalveren geboren) en de veehouders maken gebruik van traditionele foktechnieken die resulteren in door slagers gewaardeerde karkassen met een hoge opbrengst, in een door de klant zeer op prijs gestelde kleur.

In de Catalaanse Pyreneeën wordt een aantal festivals, beurzen en markten gehouden. Landbouw staat centraal tijdens deze evenementen en het vee uit de regio is prominent aanwezig. Het gaat onder meer over de Fira de Sant Ermengol de la Seu d’Urgell (die dateert uit de 11e eeuw), de feria’s in Olette, Prats-de-Mollo en Vinça, evenals tochten door de bergweiden van het regionale natuurpark van de Catalaanse Pyreneeën. De grote toestroom van toeristen naar de regio heeft bijgedragen tot het bevorderen van de uitstekende kwaliteiten van dit vlees, waardoor het in de afgelopen decennia een goede reputatie bij consumenten en vaklieden van buiten het productiegebied heeft verworven. Uit een onderzoek van 15 jaar geleden bleek dat het in het gebied geproduceerde kalfsvlees goed bekend was en hoog aangeschreven stond, aangezien 60 % van de Catalaanse consumenten het kende (in vergelijking met 16 % van de consumenten in heel Spanje) en 45 % aangaf het rundvlees uit het geografisch gebied het beste te vinden.

Dit alles heeft geleid tot de vermelding in diverse publicaties, zoals bijvoorbeeld in Cuina amb denominació d’origen (Coessetània Edicions, 2014), Regió7 (artikel in de uitgave van 3 mei 2009) en Bondia Andorra (artikel in de uitgave van 7 april 2014), en tot verwijzingen op de volgende internetpagina’s: http://www.lleidatur.com, http://www.laseu.cat en http://www.gastroteca.cat

Deze beschermde geografische aanduiding, die aansluit bij de traditie en die gedijt dankzij de deskundigheid van de veehouders in het gebied, wordt niet alleen erkend door het publiek, maar is tevens goedgekeurd door de bevoegde instanties. De Generalitat de Catalunya (autonome regering van Catalonië) keurde de Denominación de Calidad (kwaliteitsaanduiding) „Vedella dels Pirineus Catalans”/„Ternera de los Pirineos Catalanes” in 1994 goed (Diari Oficial de la Generalitat de Catalunya nr. 1999 van 18 januari 1995) en nam het in 2006 op in de Inventario de Productos de la Tierra (Inventaris van de producten van het land), waarin de kenmerkende en traditionele landbouwproducten van Catalonië worden gecodificeerd.

Kortom, de moeilijke levensomstandigheden in deze bergachtige gebieden zijn eigenlijk onweerlegbare voordelen dankzij een nauwe verbondenheid van het kwaliteitsproduct met het land. Landrassen zijn in staat om optimaal gebruik te maken van de hoger- en lagergelegen berggebieden, hetgeen bijdraagt aan het beheer van de natuurlijke omgeving. Boeren halen profijt uit hun producten (erkenning en reputatie bij consumenten en distributeurs, en hogere prijzen), waardoor zij de landbouw in stand kunnen houden (hetgeen ook ten goede komt aan de rest van de keten), zich kunnen handhaven in moeilijke gebieden en de landelijke manier van leven in de bergdorpen in ere kunnen houden.

Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier

(artikel 6, lid 1, tweede alinea, van de onderhavige verordening)

http://www.gencat.cat/alimentacio/pliego-ternera-pirineos-catalanes

https://www.inao.gouv.fr/fichier/CDC-Vedell-des-Pyreenes-Catalanes-FR-24-03-2015.pdf