Home

Advies van het Europees Comité van de Regio’s — Het steunprogramma voor structurele hervormingen voor de periode 2017-2020

Advies van het Europees Comité van de Regio’s — Het steunprogramma voor structurele hervormingen voor de periode 2017-2020

1.7.2016

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 240/49


Advies van het Europees Comité van de Regio’s — Het steunprogramma voor structurele hervormingen voor de periode 2017-2020

(2016/C 240/09)

Rapporteur:

Olga ZRIHEN (BE/PSE), lid van het Waalse Parlement

Referentiedocument:

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het steunprogramma voor structurele hervormingen voor de periode 2017-2020 en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1303/2013 en (EU) nr. 1305/2013

COM(2015) 701 final

I. AANBEVELINGEN VOOR WIJZIGINGEN

Wijzigingsvoorstel 1

Overweging 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

Hervormingen zijn naar hun aard complexe processen waarvoor een complete keten van zeer gespecialiseerde kennis en vaardigheden vereist is. De aanpak van structurele hervormingen op een verscheidenheid van beleidsterreinen is een uitdaging, doordat de voordelen vaak pas na enige tijd merkbaar worden. Het is daarom cruciaal dat zij snel en efficiënt worden gepland en uitgevoerd, zowel in door de crisis getroffen als in structureel zwakke economieën. De steunverlening door de Unie in de vorm van technische bijstand is in dit verband de afgelopen jaren essentieel gebleken voor de ondersteuning van de economische aanpassingen in Griekenland en Cyprus.

Hervormingen zijn naar hun aard complexe processen waarvoor politieke wil, bereidheid tot dialoog en samenwerking op verschillende niveaus, alsook budgettaire en bestuurlijke middelen en een complete keten van zeer gespecialiseerde kennis en vaardigheden vereist zijn. De aanpak van structurele hervormingen op een verscheidenheid van beleidsterreinen is een uitdaging, doordat de voordelen vaak pas na enige tijd merkbaar worden. Het is daarom cruciaal dat zij snel en efficiënt worden gepland en uitgevoerd, zowel in door de crisis getroffen als in structureel zwakke economieën. De steunverlening door de Unie in de vorm van technische bijstand zal in dit verband lessen moeten trekken uit de programma’s die de afgelopen jaren gericht waren op de ondersteuning van de economische aanpassingen in Griekenland en Cyprus. Voor het welslagen van het programma is het van cruciaal belang dat er een lokaal draagvlak is voor de structurele hervormingen, met name van de lokale en regionale overheden en de sociale partners.

Motivering

Uit het speciaal verslag nr. 19/2015 van de Europese Rekenkamer(1) over de technische bijstand aan Griekenland kunnen enkele nuttige lessen worden getrokken om de verlening van technische bijstand en de economische aanpassing van een begunstigde lidstaat te verbeteren.

Wijzigingsvoorstel 2

Overweging 5

Door de Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

Alle lidstaten kunnen voordeel ondervinden van steun bij de aanpak van problemen in verband met de opzet en de uitvoering van structurele hervormingen. Deze problemen kunnen samenhangen met allerlei factoren, waaronder een beperkte bestuurlijke of institutionele capaciteit of een ontoereikende toepassing en uitvoering van de Uniewetgeving.

Alle lidstaten kunnen voordeel ondervinden van steun bij de aanpak van problemen in verband met de opzet en de uitvoering van structurele hervormingen. Deze problemen kunnen samenhangen met allerlei factoren, waaronder een beperkte bestuurlijke of institutionele capaciteit op de verschillende bestuursniveaus of een ontoereikende toepassing en uitvoering van de Uniewetgeving.

Wijzigingsvoorstel 3

Overweging 6

Door de Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

De Unie heeft veel ervaring met het verlenen van specifieke steun aan nationale overheden en andere autoriteiten van de lidstaten op het gebied van capaciteitsopbouw en soortgelijke maatregelen in bepaalde sectoren (bijv. belastingheffing, douane, steun voor het midden- en kleinbedrijf) en in verband met de uitvoering van het cohesiebeleid. De ervaring die de Unie heeft opgedaan met het ondersteunen van nationale autoriteiten bij de uitvoering van hervormingen moet worden benut om de Unie beter in staat te stellen steun te verlenen aan de lidstaten. Brede, geïntegreerde actie is noodzakelijk om lidstaten te steunen die groeibevorderende hervormingen doorvoeren en daarvoor steun van de Unie vragen.

Er moet gebruik worden gemaakt van de ervaring die de Unie heeft opgedaan met het ondersteunen van nationale en/of subnationale autoriteiten bij de uitvoering van hervormingen ter versterking van de capaciteit van nationale, territoriale en andere overheden in de lidstaten en bij soortgelijke acties in een aantal sectoren als bijv. belastingen, douane en ondersteuning van kleine en middelgrote ondernemingen. Er kunnen dan ook maatregelen nodig zijn om lidstaten te steunen die hervormingen doorvoeren met het oog op duurzame groei, maatschappelijk welzijn, toegankelijkheid van gezondheidszorg en onderwijs en die, indien zij niet reeds voor andere programma’s voor technische bijstand in aanmerking komen, daarvoor steun van de Unie vragen. Deze steunmaatregelen zullen gebaseerd zijn op een geïntegreerde aanpak, waarbij rekening zal worden gehouden met de verbanden tussen de verschillende gebieden waarop de structurele hervormingen plaatsvinden, alsook met het vermogen van alle bestuursniveaus om samen te werken — met inachtneming van het institutionele kader van elke lidstaat en met de deelname van alle belanghebbenden.

Wijzigingsvoorstel 4

Overweging 8

Door de Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

De steun in het kader van het programma moet op verzoek van een lidstaat worden verleend door de Commissie op gebieden zoals begroting en belastingheffing, het overheidsapparaat, institutionele en bestuurlijke hervormingen, het justitiële stelsel, bestrijding van fraude, corruptie en witwassen, het ondernemingsklimaat, ontwikkeling van de particuliere sector, investeringen, concurrentie, overheidsopdrachten, privatiseringsprocessen, toegang tot financiering, investeringen, handel, duurzame ontwikkeling, innovatie, onderwijs en opleiding, arbeidsmarktbeleid, volksgezondheid, asiel- en migratiebeleid, landbouw en plattelandsontwikkeling en beleid voor de financiële sector.

De steun in het kader van het programma moet op verzoek van een lidstaat worden verleend door de Commissie op gebieden die vallen onder de door de Unie en de lidstaten gedeelde bevoegdheden en die niet reeds in aanmerking komen voor programma’s van technische bijstand zoals bestuurlijke capaciteit van het overheidsapparaat, het justitiële stelsel en de rechtsstaat, belastingheffing, bestrijding van fraude, corruptie en witwassen, het ondernemingsklimaat, ontwikkeling van de particuliere sector, investeringen, concurrentie, overheidsopdrachten, privatisering of (her)nationalisering dan wel het onder gemeentelijk beheer brengen, toegang tot financiering, investeringen, handel, duurzame ontwikkeling, innovatie, onderwijs en opleiding, arbeidsmarktbeleid, volksgezondheid en beleid voor de financiële sector. De lidstaat die van het programma gebruik wenst te maken, moet de lokale en regionale overheden, de sociale partners, het maatschappelijk middenveld en andere belanghebbenden bij de voorbereiding van de aanvraag betrekken, naar analogie met de gedragscode inzake partnerschap die in het kader van het cohesiebeleid geldt.

Motivering

Het is ondenkbaar dat de Europese fondsen technische bijstand zouden financieren op gebieden die niet onder de gedeelde bevoegdheden van de Unie en de lidstaten vallen. Het partnerschapsbeginsel moet ervoor zorgen dat de door het programma verleende technische bijstand, dankzij het lokale draagvlak, doeltreffend is.

Wijzigingsvoorstel 5

Overweging 10

Door de Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

Na een dialoog met de verzoekende lidstaat, die ook in de context van het Europees semester kan plaatsvinden, en met inachtneming van de beginselen van transparantie, gelijke behandeling en goed financieel beheer, dient de Commissie het steunverzoek te beoordelen en vast te stellen welke steun moet worden verleend op basis van de urgentie, omvang en impact van de vastgestelde problemen, de steunbehoeften voor elk beleidsterrein, een analyse van de sociaaleconomische indicatoren en de algemene bestuurlijke capaciteit van de lidstaat. De Commissie dient tevens in nauwe samenwerking met de betrokken lidstaat de prioriteitsgebieden vast te stellen, de reikwijdte van de uit te voeren steunmaatregelen en de algemene financiële bijdrage aan de steun, waarbij rekening wordt gehouden met al bestaande acties en maatregelen die door de fondsen van de Unie of andere Unieprogramma’s worden gefinancierd.

Na een dialoog met de verzoekende lidstaat, die ook in de context van het Europees semester kan plaatsvinden, en met inachtneming van de beginselen van subsidiariteit, transparantie, gelijke behandeling, partnerschap en goed financieel beheer, dient de Commissie het steunverzoek te beoordelen en vast te stellen welke steun moet worden verleend op basis van de urgentie, omvang en impact van de vastgestelde problemen, de steunbehoeften voor elk beleidsterrein, een analyse van de sociaaleconomische indicatoren en de algemene bestuurlijke capaciteit van de lidstaat. Met het oog op de inwerkingtreding van het programma zal de EU een gemeenschappelijk strategisch document voor de verbetering van de institutionele en bestuurlijke capaciteit van de overheidsinstanties op alle bestuursniveaus opstellen, waarbij op transparante en billijke wijze de criteria zullen worden vastgesteld voor het prioriteren van de maatregelen van het programma en de toewijzing van de beschikbare middelen, samen met de criteria en de mechanismen ter coördinatie van de acties op Europees, nationaal, regionaal en lokaal niveau. De Commissie dient tevens in nauwe samenwerking met de betrokken lidstaat de prioriteitsgebieden vast te stellen, de reikwijdte van de uit te voeren steunmaatregelen en de algemene financiële bijdrage aan de steun, waarbij rekening wordt gehouden met al bestaande acties en maatregelen die door de fondsen van de Unie of andere Unieprogramma’s worden gefinancierd. De Commissie en de betrokken lidstaat zullen daarbij rekening houden met de bestaande verdeling van bevoegdheden tussen de verschillende bestuursniveaus, waarbij vaak een belangrijke rol voor lokale en regionale overheden is weggelegd, alsook met het feit dat een deel van de landenspecifieke aanbevelingen voor lokale en regionale overheden is bedoeld.

Motivering

Het partnerschapsbeginsel is een governancepijler van de Europese structuur- en investeringsfondsen, die de nodige middelen moeten leveren voor de financiering van het steunprogramma voor structurele hervormingen. Het is bijgevolg logisch dat het partnerschapsbeginsel naar analogie ook op het steunprogramma voor structurele hervormingen van toepassing moet zijn.

Wijzigingsvoorstel 6

Overweging 11

Door de Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

In de mededelingen van de Commissie Evaluatie van de EU-begroting(2) en Een begroting voor Europa 2020(3) wordt onderstreept dat het van belang is dat de financiering wordt geconcentreerd op activiteiten met een duidelijke Europese toegevoegde waarde, dat wil zeggen dat het optreden van de Unie een meerwaarde moet bieden ten opzichte van maatregelen die de lidstaten alleen uitvoeren. Bij de in het kader van het programma uit te voeren steunmaatregelen moet in dit verband worden gezorgd voor complementariteit en synergie met andere programma’s en ander beleid op nationaal, internationaal en EU-niveau. De maatregelen in het kader van het programma moeten de mogelijkheid bieden om oplossingen uit te werken en uit te voeren die een antwoord geven op nationale problemen met een grensoverschrijdend effect of problemen voor de hele Unie, en moeten leiden tot een consistente en coherente uitvoering van het Unierecht. Bovendien moeten de maatregelen bijdragen tot een versterking van het vertrouwen en de samenwerking met de Commissie en tussen de lidstaten onderling bevorderen. De Unie verkeert daarnaast in een betere positie dan de lidstaten om een platform te bieden voor het uitvoeren en uitwisselen van goede praktijken met anderen en het ter beschikking stellen van expertise.

In de mededelingen van de Commissie Evaluatie van de EU-begroting(4) en Een begroting voor Europa 2020(5) wordt onderstreept dat het van belang is dat de financiering wordt geconcentreerd op activiteiten met een duidelijke Europese toegevoegde waarde, dat wil zeggen dat het optreden van de Unie een meerwaarde moet bieden ten opzichte van maatregelen die de lidstaten alleen uitvoeren. Bij de in het kader van het programma uit te voeren steunmaatregelen moet in dit verband worden gezorgd voor complementariteit en synergie met andere programma’s en ander beleid op lokaal en regionaal, nationaal, internationaal en EU-niveau. De maatregelen in het kader van het programma moeten de mogelijkheid bieden om oplossingen uit te werken en uit te voeren die een antwoord geven op nationale problemen met een grensoverschrijdend effect of problemen voor de hele Unie, en moeten leiden tot een consistente en coherente uitvoering van het Unierecht. Bovendien moeten de maatregelen bijdragen tot een versterking van het vertrouwen en de samenwerking met de Commissie en tussen de lidstaten onderling bevorderen. De Unie verkeert daarnaast in een betere positie dan de lidstaten om een platform te bieden voor het uitvoeren en uitwisselen van goede praktijken met anderen en het ter beschikking stellen van expertise, zodat ze ook in staat is oplossingen uit te werken die afgestemd zijn op de specifieke situatie van de verzoekende lidstaten.

Wijzigingsvoorstel 7

Overweging 21

Door de Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

Teneinde de lijst van indicatoren aan de hand waarvan de verwezenlijking van de doelstellingen van het programma kan worden gemeten, te kunnen aanpassen in het licht van de bij de uitvoering van het programma opgedane ervaring, dient de Commissie de bevoegdheid te worden verleend om gedelegeerde handelingen vast te stellen, overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, tot wijziging van de lijst. Het is van bijzonder belang dat de Commissie tijdens haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadpleging overgaat, ook op deskundigenniveau. De Commissie dient er bij het voorbereiden en opstellen van gedelegeerde handelingen voor te zorgen dat de desbetreffende documenten, tijdig en op gepaste wijze, gelijktijdig worden toegezonden aan het Europees Parlement en de Raad.

Teneinde de lijst van indicatoren aan de hand waarvan de verwezenlijking van de doelstellingen van het programma kan worden gemeten, te kunnen aanpassen in het licht van de bij de uitvoering van het programma opgedane ervaring, dient de Commissie de bevoegdheid te worden verleend om gedelegeerde handelingen vast te stellen, overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, tot wijziging van de lijst. Het is van bijzonder belang dat de Commissie tijdens haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadpleging overgaat, waarbij ze overeenkomstig het partnerschapsbeginsel de territoriale overheden, de sociale partners en de relevante vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld moet betrekken. De Commissie dient er bij het voorbereiden en opstellen van gedelegeerde handelingen voor te zorgen dat de desbetreffende documenten, tijdig en op gepaste wijze, gelijktijdig worden toegezonden aan het Europees Comité van de Regio’s, het Europees Parlement en de Raad.

Wijzigingsvoorstel 8

Artikel 3, lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

In het kader van het programma worden maatregelen met een Europese meerwaarde gefinancierd. De Commissie ziet er met dat doel op toe dat voor financiering maatregelen worden geselecteerd die waarschijnlijk resultaten met een Europese meerwaarde opleveren en gaat na of de Europese meerwaarde daadwerkelijk is gerealiseerd.

In het kader van het programma worden, overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel, maatregelen voor technische bijstand en met een Europese meerwaarde gefinancierd, die passen binnen het kader van de gedeelde bevoegdheden van de Unie en de lidstaten en die niet reeds voor programma’s voor technische bijstand in aanmerking komen. De Commissie ziet er met dat doel op toe dat voor financiering maatregelen worden geselecteerd die waarschijnlijk resultaten met een Europese meerwaarde opleveren en gaat na of de Europese meerwaarde daadwerkelijk is gerealiseerd.

Motivering

Het gebruik van EU-begrotingsmiddelen voor de financiering van nationale activiteiten op gebieden waarvoor de EU niet bevoegd is, zou indruisen tegen de geest van het subsidiariteitsbeginsel.

Wijzigingsvoorstel 9

Artikel 3, lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

Bij de maatregelen en activiteiten in het kader van het programma wordt de Europese meerwaarde met name op de volgende wijze gewaarborgd:

Bij de maatregelen en activiteiten in het kader van het programma wordt de Europese meerwaarde met name op de volgende wijze gewaarborgd:

a)

door oplossingen te ontwikkelen en uit te voeren die gericht zijn op nationale uitdagingen die gevolgen hebben voor grensoverschrijdende of Uniebrede uitdagingen;

a)

door oplossingen te ontwikkelen en uit te voeren die gericht zijn op uitdagingen die gevolgen hebben voor grensoverschrijdende of Uniebrede uitdagingen;

b)

door toe te zien op complementariteit en synergie met andere programma’s en beleid op nationaal, internationaal en Unieniveau;

b)

door toe te zien op complementariteit en synergie met andere programma’s en beleid op nationaal, regionaal, lokaal, internationaal en Unieniveau;

c)

door erop toe te zien dat wordt bijgedragen tot een consistente en coherente uitvoering van het Unierecht;

c)

door erop toe te zien dat wordt bijgedragen tot een consistente en coherente uitvoering van het Unierecht;

d)

door erop toe te zien dat goede praktijken worden gedeeld en een Uniebreed platform en netwerk van expertise tot stand komen;

d)

door erop toe te zien dat goede praktijken worden gedeeld en een Uniebreed platform en netwerk van expertise tot stand komen.

e)

door bevordering van het wederzijdse vertrouwen tussen de begunstigde lidstaten en de Commissie en de samenwerking tussen de lidstaten.

Motivering

Het vertrouwen tussen de lidstaten en de Commissie is een algemeen beginsel en een voorwaarde voor het functioneren van de Europese Unie en geldt niet alleen voor de uitvoering van dit programma.

Wijzigingsvoorstel 10

Artikel 4

Door de Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

De algemene doelstelling van het programma is bij te dragen tot de institutionele, administratieve en structurele hervormingen in de lidstaten door de nationale autoriteiten steun te verlenen voor maatregelen die gericht zijn op de hervorming van instellingen, bestuur, overheidsdiensten, economische en sociale sectoren, als antwoord op de economische en sociale problemen, om zo te komen tot een beter concurrentievermogen en meer groei, banen en investeringen, in het bijzonder in het kader van economische beleidsprocessen, inclusief de bijstand voor de efficiënte en doeltreffende inzet van de fondsen van de Unie.

De algemene doelstelling van het programma is bij te dragen tot de structurele hervormingen in de lidstaten die Europese meerwaarde genereren op de actiegebieden die onder de gedeelde bevoegdheden van de Unie en de lidstaten vallen en die niet reeds voor programma’s voor technische bijstand in aanmerking komen. Het programma verleent steun aan openbare autoriteiten in lidstaten voor het ontwikkelen van de bestuurlijke capaciteit die nodig is voor het uitstippelen en ten uitvoer leggen van maatregelen die gericht zijn op de hervorming van economische en sociale sectoren, als antwoord op de economische en sociale problemen, om zo te komen tot een beter concurrentievermogen en duurzame groei, banen, investeringen en economische, sociale en territoriale samenhang, in het bijzonder via bijstand voor de efficiënte en doeltreffende inzet van de fondsen van de Unie, die voor alle bestuursniveaus van belang is.

Motivering

Verduidelijking conform de voor de artikelen 3, leden 1 en 2, en overweging 9 voorgestelde wetswijzigingen.

Wijzigingsvoorstel 11

Artikel 5, lid 1

Door de Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

Om de in artikel 4 genoemde algemene doelstelling te verwezenlijken, heeft het programma de volgende specifieke doelstellingen:

Om de in artikel 4 genoemde algemene doelstelling te verwezenlijken, heeft het programma de volgende specifieke doelstellingen:

a)

steun verlenen aan initiatieven van nationale autoriteiten om hun hervormingen af te stemmen op prioriteiten, rekening houdend met de beginsituatie en de verwachte sociaaleconomische effecten;

a)

steun verlenen aan initiatieven van openbare autoriteiten om hun hervormingen af te stemmen op prioriteiten, rekening houdend met de beginsituatie en de verwachte sociaaleconomische effecten;

b)

de nationale autoriteiten ondersteunen bij het versterken van hun vermogen om hervormingsbeleid en -strategieën te formuleren, te ontwikkelen en uit te voeren en een geïntegreerde aanpak te hanteren die voor alle sectoren consistentie van doelen en middelen garandeert;

b)

de openbare autoriteiten ondersteunen bij het versterken van hun vermogen om hervormingsbeleid en -strategieën te formuleren, te ontwikkelen en uit te voeren en een geïntegreerde aanpak te hanteren die voor alle sectoren consistentie van doelen en middelen garandeert;

c)

de nationale autoriteiten ondersteunen bij het vaststellen en uitvoeren van geschikte processen en methoden, rekening houdend met de goede praktijken en lessen die andere landen in soortgelijke situaties al hebben geleerd;

c)

de openbare autoriteiten ondersteunen bij het vaststellen en uitvoeren van geschikte processen en methoden, rekening houdend met de goede praktijken en lessen die andere landen in soortgelijke situaties al hebben geleerd;

d)

de nationale autoriteiten ondersteunen om de efficiëntie en effectiviteit van het personeelsbeheer waar nodig te versterken, door duidelijk de verantwoordelijkheden te bepalen en de professionele kennis en vaardigheden te verbeteren.

d)

de openbare autoriteiten ondersteunen om de efficiëntie en effectiviteit van het personeelsbeheer waar nodig te versterken, door duidelijk de verantwoordelijkheden te bepalen en de professionele kennis en vaardigheden te verbeteren, met name in het kader van eventuele collectieve arbeidsovereenkomsten (cao’s) zoals vastgesteld in het nationale en/of regionale sociale overlegproces;

e)

de capaciteit van de openbare autoriteiten helpen versterken om onderling en met de belanghebbende partijen samen te werken, met name de sociale partners en de particuliere economische actoren.

Deze doelstellingen worden nagestreefd in nauwe samenwerking met de begunstigde lidstaten.

Deze doelstellingen worden nagestreefd op verzoek van de begunstigde lidstaten en in nauwe samenwerking met hen en met de lokale en regionale overheden, overeenkomstig de bestaande verdeling van bevoegdheden in iedere lidstaat en de landenspecifieke aanbevelingen voor de lokale en regionale overheden.

Motivering

Structurele hervormingen zijn niet het voorrecht van nationale autoriteiten, en al helemaal niet in lidstaten met een federale structuur. Tal van landenspecifieke aanbevelingen zijn immers gericht aan lokale en regionale autoriteiten. Voorts is het niet overbodig erop te wijzen dat het programma slechts kan worden ingeschakeld op verzoek van de begunstigde lidstaten.

Wijzigingsvoorstel 12

Artikel 5, lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

De in lid 1 vastgestelde specifieke doelstellingen hebben betrekking op beleidsgebieden die samenhangen met concurrentievermogen, groei, werkgelegenheid en investeringen, en met name de volgende:

De in lid 1 vastgestelde specifieke doelstellingen hebben betrekking op beleidsgebieden die samenhangen met concurrentievermogen, duurzame groei, werkgelegenheid, investeringen en economische, sociale en territoriale samenhang, die passen in het kader van de doelstellingen van de Europa 2020-strategie, en met name de volgende:

a)

beheer van de overheidsfinanciën, het begrotingsproces, schuldbeheer en inkomstenbeheer;

a)

beheer van de overheidsfinanciën, het begrotingsproces, schuldbeheer en inkomstenbeheer;

b)

institutionele hervorming en efficiënt, servicegericht functioneren van het overheidsbestuur, een doeltreffende rechtsstaat, hervorming van het justitiële stelsel en versterking van de bestrijding van fraude, corruptie en witwassen;

b)

efficiënt, op het algemeen belang gericht functioneren van het overheidsbestuur, een doeltreffende rechtsstaat, hervorming van het justitiële stelsel en versterking van de bestrijding van fraude, corruptie en witwassen;

c)

het ondernemingsklimaat, ontwikkeling van de particuliere sector, investeringen, privatiseringsprocessen, handel en buitenlandse directe investeringen, concurrentie en overheidsopdrachten, duurzame sectorale ontwikkeling en ondersteuning van innovatie;

c)

het ondernemingsklimaat, ontwikkeling van de particuliere sector, privatisering of (her)nationalisering dan wel het onder gemeentelijk beheer brengen, investeringen, concurrentie en overheidsopdrachten, duurzame sectorale ontwikkeling en ondersteuning van innovatie;

d)

onderwijs en opleiding, arbeidsmarktbeleid, sociale inclusie, stelsels voor sociale zekerheid en sociale bijstand, volksgezondheid en zorg en beleid voor asiel, migratie en grenzen;

d)

onderwijs en opleiding, arbeidsmarktbeleid, sociale inclusie, armoedebestrijding, stelsels voor sociale zekerheid en sociale bijstand, volksgezondheid en zorg;

e)

beleid voor de landbouwsector en duurzame ontwikkeling van plattelandsgebieden;

e)

beleid voor de financiële sector en toegang tot financiering.

f)

beleid voor de financiële sector en toegang tot financiering.

Motivering

De beleidsterreinen die reeds in aanmerking komen voor programma’s voor technische bijstand worden geschrapt en de tekst wordt in overeenstemming gebracht met artikel 345 VWEU, waarin is vastgelegd dat het recht van de Unie neutraal is ten opzichte van de regeling van het eigendomsrecht. In tweede instantie heeft de crisis geleerd dat overheden sommige economische activiteiten, althans tijdelijk, ook opnieuw hebben moeten nationaliseren.

Wijzigingsvoorstel 13

Artikel 7, lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

Met inachtneming van de beginselen van transparantie, gelijke behandeling en goed financieel beheer beoordeelt de Commissie, na een dialoog met de lidstaat die ook in de context van het Europees semester kan plaatsvinden, het in lid 1 bedoelde verzoek om steun op basis van de urgentie, omvang en impact van de vastgestelde problemen, de steunbehoeften voor de betrokken beleidsterreinen, een analyse van de sociaaleconomische indicatoren en de algemene bestuurlijke capaciteit van de lidstaat. Rekening houdende met de acties en maatregelen die al via de fondsen van de Unie of andere Unieprogramma’s worden uitgevoerd, en in nauwe samenwerking met de betrokken lidstaat, stelt de Commissie de prioriteitsgebieden voor de steun, het toepassingsgebied van de uit te voeren steunmaatregelen en de algemene financiële bijdrage voor de steun vast.

Met inachtneming van de beginselen van subsidiariteit, transparantie, gelijke behandeling, partnerschap en goed financieel beheer beoordeelt de Commissie, na een dialoog met de bevoegde overheden van de lidstaat die ook in de context van het Europees semester kan plaatsvinden, het in lid 1 bedoelde verzoek om steun op basis van de urgentie, omvang en impact van de vastgestelde problemen, de steunbehoeften voor de betrokken beleidsterreinen, een analyse van de sociaaleconomische indicatoren en de algemene bestuurlijke capaciteit van de lidstaat. Rekening houdende met de acties en maatregelen die al via de fondsen van de Unie of andere Unieprogramma’s worden uitgevoerd, en in het kader van het gemeenschappelijk strategisch document voor de verbetering van de institutionele en bestuurlijke capaciteit van de overheidsinstanties op alle bestuursniveaus, waarin op transparante en billijke wijze de criteria zijn vastgesteld voor het prioriteren van de maatregelen van het programma en de toewijzing van de beschikbare middelen, samen met de criteria en de mechanismen ter coördinatie van de acties op Unie-, nationaal, regionaal en lokaal niveau, stelt de Commissie, in nauwe samenwerking met de betrokken lidstaat, de prioriteitsgebieden voor de steun, het toepassingsgebied van de uit te voeren steunmaatregelen en de algemene financiële bijdrage voor de steun vast.

Wijzigingsvoorstel 14

Artikel 8, lid 2

Door de Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

In coördinatie met de Commissie kan de begunstigde lidstaat een partnerschap aangaan met een of meer andere lidstaten, die ten aanzien van specifieke hervormingsgebieden als hervormingspartners optreden. Een hervormingspartner verleent in coördinatie met de Commissie hulp bij het formuleren van de strategie, het opzetten van stappenplannen voor de hervormingen, het uitstippelen van hoogwaardige bijstand of het toezicht op de uitvoering van de strategie en projecten.

In coördinatie met de Commissie kan de begunstigde lidstaat een partnerschap aangaan met een of meer andere lidstaten, en indien nodig dit of deze partnerschappen versterken met het bestuursniveau dat voor de tenuitvoerlegging van de hervorming het meest relevant is, teneinde ten aanzien van specifieke hervormingsgebieden als hervormingspartners op te treden. Een hervormingspartner verleent in coördinatie met de Commissie hulp bij het formuleren van de strategie, het opzetten van stappenplannen voor de hervormingen, het uitstippelen van hoogwaardige bijstand of het toezicht op de uitvoering van de strategie en projecten.

Wijzigingsvoorstel 15

Artikel 12, lid 3

Door de Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

Subsidies kunnen worden toegekend aan de nationale autoriteiten van de lidstaten, de Europese Investeringsbankgroep, internationale organisaties en openbare en/of particuliere organen en entiteiten gevestigd in:

Subsidies kunnen worden toegekend aan de openbare autoriteiten van de lidstaten, de Europese Investeringsbankgroep, internationale organisaties en openbare en/of particuliere organen en entiteiten gevestigd in:

a)

lidstaten; of

a)

lidstaten; of

b)

landen van de Europese Vrijhandelsassociatie die lid zijn van de Europese Economische Ruimte in overeenstemming met de in de EER-overeenkomst vastgestelde voorwaarden.

b)

landen van de Europese Vrijhandelsassociatie die lid zijn van de Europese Economische Ruimte in overeenstemming met de in de EER-overeenkomst vastgestelde voorwaarden.

Het medefinancieringspercentage voor subsidies bedraagt ten hoogste 100 % van de subsidiabele kosten, zonder afbreuk te doen aan de beginselen van medefinanciering en het winstverbod.

Het medefinancieringspercentage voor subsidies bedraagt ten hoogste 100 % van de subsidiabele kosten, zonder afbreuk te doen aan de beginselen van medefinanciering en het winstverbod.

Wijzigingsvoorstel 16

Artikel 13

Door de Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

De Commissie en de begunstigde lidstaten stimuleren in overeenstemming met hun respectieve bevoegdheden het ontstaan van synergieën. Zij zorgen voor doeltreffende coördinatie tussen het programma en andere Unieprogramma’s en -instrumenten en met name de door de fondsen van de Unie gefinancierde maatregelen. Daartoe zien zij toe op:

De Commissie en de begunstigde lidstaten stimuleren in overeenstemming met hun respectieve bevoegdheden het ontstaan van synergieën. Zij zorgen voor doeltreffende coördinatie tussen het programma en andere Unieprogramma’s en -instrumenten en met name de door de fondsen van de Unie gefinancierde maatregelen, op basis van het in artikel 7 genoemde gemeenschappelijk strategisch document. Daartoe zien zij toe op:

a)

complementariteit en synergie tussen verschillende instrumenten op Unieniveau en op nationaal niveau, met name wat door de fondsen van de Unie gefinancierde maatregelen betreft, zowel in de planningsfase als tijdens de uitvoering;

a)

complementariteit en synergie tussen verschillende instrumenten op Unieniveau en op nationaal, regionaal en lokaal niveau, met name wat door de fondsen van de Unie gefinancierde maatregelen betreft, zowel in de planningsfase als tijdens de uitvoering;

b)

optimalisering van de coördinatiemechanismen die ervoor zorgen dat geen dubbel werk wordt verricht;

b)

optimalisering van de coördinatiemechanismen die ervoor zorgen dat geen dubbel werk wordt verricht;

c)

nauwe samenwerking tussen degenen die op Unieniveau en nationaal niveau verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van coherente en gestroomlijnde steunmaatregelen.

c)

nauwe samenwerking tussen degenen die op Unieniveau en nationaal, regionaal en lokaal niveau verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van coherente en gestroomlijnde steunmaatregelen.

[…]

[…]

Wijzigingsvoorstel 17

Artikel 15

Door de Commissie voorgestelde tekst

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

Monitoring en evaluatie

Monitoring en evaluatie

1. De Commissie monitort de uitvoering van de uit hoofde van het programma gefinancierde maatregelen en meet aan de hand van de in de bijlage opgenomen indicatoren in hoeverre de in artikel 5, lid 1, bedoelde specifieke doelstellingen zijn verwezenlijkt.

1. De Commissie monitort de uitvoering van de uit hoofde van het programma gefinancierde maatregelen en meet aan de hand van de in de bijlage opgenomen indicatoren in hoeverre de in artikel 5, lid 1, bedoelde specifieke doelstellingen zijn verwezenlijkt.

De Commissie krijgt overeenkomstig artikel 16 de bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen betreffende wijziging van de in de bijlage opgenomen lijst van indicatoren.

De Commissie krijgt overeenkomstig artikel 16 de bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen betreffende wijziging van de in de bijlage opgenomen lijst van indicatoren.

2. De Commissie brengt aan het Europees Parlement en de Raad uiterlijk medio 2019 een tussentijds evaluatieverslag uit en uiterlijk eind december 2021 een ex-postevaluatieverslag.

2. De Commissie brengt aan het Europees Parlement, de Raad en de raadgevende comités uiterlijk medio 2019 een tussentijds evaluatieverslag uit en uiterlijk eind december 2021 een ex-postevaluatieverslag.

3. In het tussentijdse evaluatieverslag wordt informatie opgenomen over de verwezenlijking van de doelstellingen van het programma, de doeltreffendheid van het gebruik van de middelen en de Europese meerwaarde van het programma, om te beoordelen of de financiering op de door het programma bestreken terreinen na 2020 moet worden verlengd of gewijzigd. In het tussentijdse verslag wordt tevens beoordeeld of alle doelstellingen en maatregelen nog relevant zijn. Het ex-postevaluatieverslag bevat informatie over de langeretermijneffecten van het programma.

3. In het tussentijdse evaluatieverslag wordt informatie opgenomen over de verwezenlijking van de doelstellingen van het programma, de doeltreffendheid van het gebruik van de middelen en de Europese meerwaarde van het programma, om te beoordelen of de financiering op de door het programma bestreken terreinen na 2020 moet worden verlengd, gewijzigd of stopgezet. In het tussentijdse verslag wordt tevens beoordeeld of alle doelstellingen en maatregelen nog relevant zijn. Het ex-postevaluatieverslag bevat informatie over de langeretermijneffecten van het programma.

II. BELEIDSAANBEVELINGEN

HET EUROPEES COMITÉ VAN DE REGIO’S,

1.

onderschrijft in beginsel dit steunprogramma dat de lidstaten op vrijwillige basis en op verzoek technische bijstand verleent voor structurele hervormingen op de gebieden die onder de gedeelde bevoegdheden van de Europese Unie en de lidstaten vallen. Voor het welslagen van dit programma is doeltreffende coördinatie geboden met de programma’s voor technische bijstand die al bestaan op het niveau van de Unie en de begunstigde lidstaten. Ook moeten de regionale en lokale overheden bij die coördinatie actief meewerken en een meer territoriale aanpak van het programma nastreven.

2.

Het steunprogramma moet in eerste instantie gericht zijn op verbetering van de bestuurlijke capaciteit van de nationale, regionale en lokale overheden van de verzoekende lidstaten; voorts moet het ook als parameter worden gehanteerd voor de lopende herziening van de Europa 2020-strategie.

3.

Het programma moet gebaseerd zijn op een gemeenschappelijk strategisch document voor de verbetering van de institutionele en bestuurlijke capaciteit van de overheidsinstanties op alle bestuursniveaus. De Commissie wordt dan ook opgeroepen dit gemeenschappelijk document op te stellen, waarin o.a. op transparante en billijke wijze de criteria moeten worden vastgesteld voor het prioriteren van de maatregelen van het programma en de toewijzing van de beschikbare middelen, samen met de criteria en de mechanismen ter coördinatie van de bestaande acties op zowel Europees niveau (de acties van het onderhavige programma inbegrepen) als nationaal, regionaal en lokaal niveau. Daarbij moeten ook de subsidiariteits- en evenredigheidsbeginselen volledig in acht worden genomen en moeten de autonomie en de specificiteit van de verschillende territoriale niveaus worden gewaarborgd. Op basis daarvan zullen documenten van hetzelfde type voor de begunstigde lidstaten worden opgesteld, in samenwerking met de betrokken lidstaten en met inachtneming van het partnerschapsbeginsel.

4.

Gelet op de bestaande verdeling van bevoegdheden in elke lidstaat en de landenspecifieke aanbevelingen die vaak aan lokale en regionale autoriteiten gericht zijn, moet het programma toegankelijk zijn voor lokale en regionale overheden. Als nationale overheden om technische bijstand verzoeken op gebieden waarvoor lokale of regionale overheden bevoegd zijn, moet de Commissie controleren of lokale en regionale overheden inderdaad toegang hebben tot het programma door bijvoorbeeld na te gaan of zij wel betrokken werden bij de uitstippeling van het bewuste project voor structurele hervorming, met inachtneming van het institutionele kader van elk land.

5.

De voorgestelde verordening lijkt te stroken met het subsidiariteitsbeginsel als de technische bijstand wordt verstrekt op de gebieden die onder de gedeelde bevoegdheden van de Unie en de lidstaten vallen (zie de wijzigingsvoorstellen m.b.t. overweging 6, artikel 3, lid 1 en artikel 4). Aangezien het voorstel op een vrijwillige regeling gebaseerd is, levert het geen problemen inzake evenredigheid op.

6.

Het programma moet doeltreffend worden gecoördineerd met de EU-programma’s en -instrumenten die technische bijstand meefinancieren in het kader van de structuurfondsen (artikel 59 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 en thematische doelstelling nr. 11), het Fonds voor Europese hulp aan de meest behoeftigen (FEAD), het Fonds voor asiel, migratie en integratie (AMIF), het Fonds voor interne veiligheid (ISF), alsmede van de sectorale EU-programma’s (financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen, Horizon 2020, „Europa voor de burger”, „Justitie” en „Rechten, gelijkheid en burgerschap”).

7.

Financiering van het programma via overdracht van begrotingsmiddelen voor technische bijstand in het kader van de Europese structuur- en investeringsfondsen kan slechts een tijdelijke oplossing zijn. Het Comité wil overigens niet dat deze financieringswijze ertoe leidt dat het cohesiebeleid afhankelijk wordt van het proces van het „Europees semester” aangezien het cohesiebeleid een eigen legitimiteit heeft die verankerd is in de Europese verdragen.

8.

Er bestaat geen uniform scenario voor structurele hervormingen en goede praktijken kunnen alleen streven naar oplossingen die afgestemd zijn op de specifieke regionale en lokale omstandigheden in de verzoekende lidstaten.

9.

Tussen de lidstaten moeten goede praktijken voor de uitvoering van structurele hervormingen worden uitgewisseld. In het kader van het programma moeten partnerschappen tussen lidstaten voorts worden versterkt via de deelname van territoriale overheden die op sociaaleconomisch of geografisch vlak gelijkenis vertonen of structurele hervormingen met een grensoverschrijdend karakter uitvoeren.

10.

Een essentiële voorwaarde voor het welslagen van het programma is dat er bij de territoriale overheden, de sociale partners en de relevante stakeholders uit het maatschappelijk middenveld een draagvlak bestaat voor de structurele hervormingen. Alleen zo zal het programma het vertrouwen kunnen helpen versterken en de samenwerking tussen de verzoekende lidstaat, de Commissie en de andere lidstaten kunnen bevorderen.

11.

Het zou een goede zaak zijn als via de bijstand voor structurele hervormingen ook stelselmatig aandacht wordt geschonken aan de doelstellingen van duurzame ontwikkeling, sociale insluiting, toegankelijkheid van gezondheidszorg, werkgelegenheid en opleiding, in overeenstemming met de doelstellingen van de Europa 2020-strategie. Het CvdR dringt er in dit verband op aan dat bij de evaluatie van het steunprogramma van de Commissie ook rekening wordt gehouden met andere indicatoren dan het bbp(6).

12.

Cofinancieringen van de lidstaten uit hoofde van het steunprogramma vallen onder de clausule inzake structurele hervorming van het stabiliteits- en groeipact(7).

13.

Het onderhavige programma moet als een proefprogramma worden beschouwd. T.z.t. moet een evaluatie ervan worden verricht, vóór de start van de volgende programmeringsperiode die in 2021 begint, om na te gaan of het programma al dan niet permanent moet worden en, zo ja, of de oprichting van een fonds met eigen middelen voor de ondersteuning van structurele hervormingen nodig, haalbaar en wenselijk is.

Brussel, 7 april 2016.

De voorzitter van het Europees Comité van de Regio's

Markku MARKKULA