Home

Resolutie van het Europees Parlement van 15 december 2016 over de ontwerpuitvoeringsrichtlijn van de Commissie tot wijziging van bijlagen I t/m V bij Richtlijn 2000/29/EG van de Raad betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen (D047308/01 — 2016/3010(RSP))

Resolutie van het Europees Parlement van 15 december 2016 over de ontwerpuitvoeringsrichtlijn van de Commissie tot wijziging van bijlagen I t/m V bij Richtlijn 2000/29/EG van de Raad betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen (D047308/01 — 2016/3010(RSP))

6.7.2018

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 238/120


P8_TA(2016)0509

Beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen

Resolutie van het Europees Parlement van 15 december 2016 over de ontwerpuitvoeringsrichtlijn van de Commissie tot wijziging van bijlagen I t/m V bij Richtlijn 2000/29/EG van de Raad betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen (D047308/01 — 2016/3010(RSP))

(2018/C 238/12)

Het Europees Parlement,

gezien de ontwerpuitvoeringsrichtlijn van de Commissie tot wijziging van bijlagen I t/m V bij Richtlijn 2000/29/EG van de Raad betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen (D047308/01,

gezien Richtlijn 2000/29/EG van de Raad van 8 mei 2000 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen (1), en met name op artikel 14, tweede alinea, onder c) en d) en artikel 18, lid 2,

gezien de artikelen 11 en 13 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (2),

gezien Verordening (EU) nr. 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen plaagorganismen bij planten (3),

gezien uitvoeringsbesluit (EU) 2016/715 van de Commissie van 11 mei 2016 inzake maatregelen met betrekking tot bepaalde vruchten van oorsprong uit bepaalde derde landen om het binnenbrengen en de verspreiding in de Unie van het schadelijke organisme Phyllosticta citricarpa (McAlpine) Van der Aa te voorkomen (4),

gezien het wetenschappelijk advies dat de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid op 30 januari 2014 heeft uitgebracht (5),

gezien de door de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling ingediende ontwerpresolutie,

gezien artikel 106, leden 2 en 3, van zijn Reglement,

A.

overwegende dat de ontwerpuitvoeringsrichtlijn van de Commissie wijziging beoogt van bijlagen I t/m V bij Richtlijn 2000/29/EG; overwegende dat Richtlijn 2000/29/EG zal worden ingetrokken en vervangen door Verordening (EU) 2016/2031 betreffende beschermende maatregelen tegen plaagorganismen bij planten zodra de verordening toepasselijk wordt;

B.

overwegende dat de ontwerpuitvoeringsrichtlijn van de Commissie in die zin indruist tegen de doelstellingen van Verordening (EU) 2016/2031, dat zij de vereisten voor het binnenbrengen in de Unie van bepaalde vruchten die gevoelig zijn voor plaagorganismen, met name citrus black spot en citrus canker, ondermijnt;

1.

is van mening dat de ontwerpuitvoeringsrichtlijn van de Commissie in die zin niet consistent is met de Uniewetgeving, dat zij niet verenigbaar is met de doelstelling van Verordening (EU) 2016/2031, nl. om de fytosanitaire risico's te bepalen van elk(e) soort, stam of biotype van ziekteverwekkende agentia, dieren of parasitaire planten die of dat schadelijk is voor planten of plantaardige producten (hierna „plaagorganismen” genoemd) alsmede maatregelen om die risico's tot een aanvaardbaar niveau terug te brengen; herinnert er in dit verband aan dat Verordening (EU) 2016/2031 zodra deze toepasselijk wordt (per 14 december 2019) Richtlijn 2000/29/EG zal intrekken en vervangen;

2.

verzoekt de Commissie haar ontwerpuitvoeringsrichtlijn (6) als volgt te wijzigen:

Wijziging 1

Ontwerpuitvoeringsrichtlijn

Bijlage — paragraaf 4, letter a, punt i — punt 6 — punt 16.2 — letter e

Ontwerpuitvoeringsrichtlijn

Wijziging

or

Schrappen

(e)

in the case of fruits destined for processing, official inspections prior to export have shown that the fruits are free from symptoms of Xanthomonas citri pv. citri and Xanthomonas citri pv. aurantifolii,

andtransport and processing takes place under conditions, approved in accordance with the procedure referred to in Article 18(2).

Wijziging 2

Ontwerpuitvoeringsrichtlijn

Bijlage — paragraaf 4, letter a, punt i — punt 7 — punt 16.4 — letter d — punt 4 bis (nieuw)

Ontwerpuitvoeringsrichtlijn

Wijziging

Binnenbrengen in de Unie van bepaalde vruchten van oorsprong uit derde landen

De vruchten van oorsprong uit derde landen gaan vergezeld van een fytosanitair certificaat, als bedoeld in de eerste alinea van punt ii) van artikel 13, lid 1, van Richtlijn 2000/29/EG, inclusief de volgende elementen onder de titel „Aanvullende verklaring”:

(i)

een verklaring dat de vruchten afkomstig zijn van een productieperceel dat onderworpen is aan adequate behandelingen van Phyllosticta citricarpa en kweekmethodes die zijn uitgevoerd op het juiste tijdstip sedert het begin van de laatste vegetatiecyclus, aan te nemen volgens de in artikel 18, lid 2, bedoelde procedure;

(ii)

een verklaring dat er tijdens het kweekseizoen een adequate officiële inspectie is uitgevoerd in het productieperceel en dat er geen symptomen van Phyllosticta citricarpa zijn vastgesteld in de vruchten sedert het begin van de laatste vegetatiecyclus;

(iii)

een verklaring dat er een steekproef is genomen tussen de aankomst en de verpakking in de verpakkingsfaciliteiten van ten minste 600 vruchten van iedere fruitsoort per 30 ton, of een deel daarvan, die zoveel mogelijk zijn geselecteerd op basis van mogelijke symptomen van Phyllosticta citricarpa, en dat alle vruchten van de steekproef met symptomen zijn getest en dat er geen schadelijke organismen zijn vastgesteld;

(iv)

in het geval van Citrus sinensis (L.) Osbeck „Valencia”, naast de in a), b) en c) bedoelde verklaringen: een verklaring dat een steekproef per 30 ton, of een deel daarvan, is getest op latente infectie en dat er geen Phyllosticta citricarpa is vastgesteld;

Vereisten betreffende de inspectie van bepaalde vruchten van oorsprong uit derde landen in de Unie

Bepaalde vruchten van oorsprong uit derde landen moeten visueel worden geïnspecteerd op de plaats van binnenkomst of de plaats van bestemming, vastgesteld overeenkomstig Richtlijn 2004/103/EG van de Commissie. Die inspecties moeten worden uitgevoerd middels steekproeven van ten minste 200 vruchten van iedere fruitsoort per partij van 30 ton, of een deel daarvan, geselecteerd op basis van mogelijke symptomen van Phyllosticta citricarpa. Als er tijdens de in lid 1 bedoelde inspectie symptomen van Phyllosticta citricarpa worden vastgesteld moet de aanwezigheid van dat schadelijke organisme worden bevestigd of verworpen door de vruchten met de symptomen te testen. Als de aanwezigheid van Phyllosticta citricarpa wordt bevestigd, mag de partij waaruit de steekproef is genomen niet worden toegelaten tot de Unie.

Traceerbaarheidseisen

Omwille van de traceerbaarheid mogen de vruchten alleen in de Unie worden binnengebracht, als zij aan de volgende voorwaarden voldoen:

(i)

het productieperceel, de verpakkingsfaciliteiten, exporteurs en andere exploitanten die betrokken zijn bij de verwerking van de vruchten zijn met het oog daarop officieel geregistreerd;

(ii)

gedurende de gehele vervoersketen, van het productieperceel tot de plaats van binnenkomst in de Unie, gaan de vruchten vergezeld van de documenten die zijn afgegeven onder het toezicht van de nationale organisatie voor plantenbescherming;

(iii)

in het geval van de vruchten van oorsprong uit derde landen, is naast de punten a) en b), gedetailleerde informatie over de pre- en post-oogst behandelingen bijgehouden.

Wijziging 3

Ontwerpuitvoeringsrichtlijn

Bijlage — paragraaf 4, letter a, punt i — punt 7 — punt 16.4 — letter (e)

Ontwerpuitvoeringsrichtlijn

Wijziging

or

Schrappen

(e)

in the case of fruits destined for processing, official visual inspections prior to export have shown that the fruits are free from symptoms of Phyllosticta citricarpa (McAlpine) Van der Aa,

anda statement that the specified fruits originate in a field of production subjected to appropriate treatments against Phyllosticta citricarpa carried out at the appropriate time is included in the certificates referred to in Article 13(1)(ii) under the rubric „Additional declaration”,andtransport and processing takes place under conditions, approved in accordance with the procedure referred to in Article 18(2).

Wijziging 4

Ontwerpuitvoeringsrichtlijn

Bijlage — paragraaf 4, letter a, punt i — punt 8 — punt 16.6 — letter d

Ontwerpuitvoeringsrichtlijn

Wijziging

(d)

onderworpen zijn aan een effectieve behandeling om ervoor te zorgen dat zij vrij zijn van Thaumatotibia leucotreta (Meyrick). De behandeldata zijn aangebracht op de in artikel 13, lid 1, onder ii) bedoelde certificaten.

(d)

onderworpen zijn aan een effectieve behandeling om ervoor te zorgen dat zij vrij zijn van Thaumatotibia leucotreta (Meyrick). In het geval van vruchten van Citrus L., andere dan Citrus limon (L.) Osbeck. en Citrus aurantifolia (Christm.) Swingle, een officiële verklaring dat de vruchten zijn onderworpen aan een koudebehandeling (24 dagen in 0,55 oC met 3 dagen voorafgaande koeling), of aan een alternatieve, duurzame en effectieve behandeling met hetzelfde effect, en die gevalideerd is overeenkomstig de in artikel 18, lid 2, bedoelde procedure, op basis van een EFSA-evaluatie, om te waarborgen dat de vruchten vrij zijn van Thaumatotibia leucotreta (Meyrick). De behandeldata zijn aangebracht op de in artikel 13, lid 1, onder ii) bedoelde certificaten.

3.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie, alsmede aan de regeringen en parlementen van de lidstaten.