GEZAMENLIJK WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING bij Gezamenlijke mededeling aan het Europees Parlement en de Raad Een hernieuwd partnerschap met de landen in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan
GEZAMENLIJK WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING bij Gezamenlijke mededeling aan het Europees Parlement en de Raad Een hernieuwd partnerschap met de landen in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan
EUROPESE COMMISSIE
Straatsburg, 22.11.2016
SWD(2016) 381 final
GEZAMENLIJK WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN
SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING
bij
Gezamenlijke mededeling aan het Europees Parlement en de Raad
Een hernieuwd partnerschap met de landen in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan
{JOIN(2016) 52 final}
{SWD(2016) 380 final}
Samenvatting |
Effectbeoordeling over de toekomstige betrekkingen tussen de Europese Unie en de landen van Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan na 2020 |
A. Noodzaak van optreden |
Waarom? Wat is het probleem? |
De partnerschapsovereenkomst van Cotonou (hierna "CPA" genoemd) regelt de betrekkingen tussen de EU en 79 leden van de groep van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan en verstrijkt in februari 2020. In het licht van de bestaande bepalingen moeten de onderhandelingen tussen de partijen uiterlijk in augustus 2018 van start gaan. Het doel van dit initiatief is het meest geschikte kader af te bakenen voor de organisatie en het beheer van de betrekkingen met partners in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, rekening houdend met de veranderende mondiale context en de resultaten van de evaluatie van de CPA. Hierna volgt een overzicht van de belangrijkste vraagstukken waarvoor een oplossing moet worden gevonden: 1) ongelijkmatige ontwikkelingspatronen in de ACS-landen, met name in de context van een sterke bevolkingstoename; 2) toenemende veiligheidsvraagstukken, die gerelateerd zijn aan terrorismedreiging, ongecontroleerde migratiestromen en onbenutte economische mogelijkheden; 3) onvoldoende erkenning van de sterkere regionale dynamiek binnen en buiten de ACS-landen; 4) toenemende mondiale uitdagingen en 5) het ontbreken van inclusieve partnerschappen met meerdere belanghebbende partijen voor een doeltreffende governance. Deze effectbeoordeling hoort bij de mededeling over de toekomstige betrekkingen tussen de EU en de ACS-landen na 2020, en zal vervolgens dienen als basis voor de aanbeveling en de aan deze aanbeveling gehechte onderhandelingsrichtsnoeren. |
Wat moet met dit initiatief worden bereikt? |
De algemene doelstelling is gestalte te geven aan de betrekkingen met de ACS-landen na 2020 om aldus de EU-belangen het best te behartigen. De specifieke doelstellingen zijn: 1) bevorderen van duurzame ontwikkeling in de ACS-landen; 2) versterken van de veiligheid en de economische welvaart van de EU; 3) rekening houden met de veranderende regionale dynamiek binnen en buiten de ACS-landen; 4) zorgen voor sterkere allianties om mondiale uitdagingen aan te pakken; en 5) versterken van de inclusieve participatie van belanghebbenden op verschillende niveaus. |
Wat is de meerwaarde van maatregelen op EU-niveau? |
De problemen waarmee de EU en haar burgers worden geconfronteerd, vereisen een alomvattende en samenhangende aanpak. Dankzij haar brede waaier aan beleidsmaatregelen en instrumenten bevindt de EU zich in een goede positie om het hoofd te bieden aan deze problemen en toekomstige kansen te benutten. Actie op EU-niveau biedt een meerwaarde met een politieke en financiële hefboomwerking die de som van de nationale maatregelen van de lidstaten overtreft. Belangrijk is dat sommige beleidsterreinen, met name handel, een exclusieve bevoegdheid van de EU zijn. Voorts wordt met dit initiatief rechtstreeks bijgedragen tot "een krachtiger rol van de EU op het wereldtoneel", een doelstelling die Commissievoorzitter Juncker in 2014 als een van de politieke prioriteiten heeft aangewezen. De specifieke prioriteiten voor het externe optreden worden nader afgebakend door de integrale EU-strategie en de Europese consensus inzake ontwikkeling, die momenteel wordt herzien, alsook door andere relevante sectorale beleidsterreinen van de EU. Ten slotte zorgt het wereldwijde netwerk van EU-delegaties voor een (politieke) aanwezigheid in landen waar talrijke lidstaten niet vertegenwoordigd zijn. |
B. Oplossingen |
Welke wetgevende en niet-wetgevende beleidsmaatregelen worden overwogen?Verdient een bepaalde optie de voorkeur? Waarom? |
Van het grote aantal opties die in het kader van de raadpleging naar voren zijn gekomen, zijn alleen de opties waarmee naar verwachting wellicht (de meeste van) de nieuwe EU-doelstellingen kunnen worden verwezenlijkt, aan een volledige beoordeling onderworpen. De huidige naar 2020 vertaalde CPA vormt de maatstaf op basis waarvan andere opties worden beoordeeld. De eerste optie houdt in dat er geen specifiek partnerschap tussen de EU en de ACS-landen wordt gesloten, aangezien het bestaande beleid en de huidige strategieën geschikt worden geacht voor de verwezenlijking van de nieuwe doelstellingen. De tweede optie veronderstelt dat overeenstemming wordt bereikt over een nieuw partnerschap, waarbij verscheidene doelstellingen worden nagestreefd, hetzij met alle ACS-landen, hetzij door een meer geregionaliseerde aanpak, of een combinatie van beide benaderingen. In dit verband worden drie verschillende subopties overwogen: 1) een gezamenlijke overeenkomst met alle ACS-landen; 2) drie afzonderlijke regionale overeenkomsten met respectievelijk de landen in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan; 3) een overeenkomst bestaande uit drie afzonderlijke regionale partnerschappen in één overkoepelend kader. Op basis van een grondige analyse gaat de voorkeur uit naar optie 3: een nieuwe partnerschapsovereenkomst - met onder meer een overkoepelend kader met gemeenschappelijke beginselen, waarden en doelstellingen - die voorziet in mogelijkheden voor internationale samenwerking tussen de EU en de ACS-landen en die de drie regionale partnerschappen omvat die respectievelijk met de landen van Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, zijn vastgesteld en waarin de bestaande regionale strategieën worden opgenomen. Met deze optie is het mogelijk alle positieve punten van de huidige CPA (zoals die uit de evaluatie van de CPA naar voren komen) te behouden. Met name worden met deze optie de juiste voorwaarden geschapen waarin de EU haar nieuwe doelstellingen kan verwezenlijken, onder meer het doeltreffender nastreven van haar politieke en economische belangen, een grotere zichtbaarheid op het internationale toneel en een verbetering van de vooruitzichten voor de uitvoering van Agenda 2030. Voorts wordt in deze optie rekening gehouden met de sterkere regionaliseringsdynamiek en de toegenomen verscheidenheid van de ACS-landen, waardoor maatregelen in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel op het meest geschikte niveau kunnen worden getroffen. Ten slotte wordt verwacht dat het nieuwe partnerschap wettelijk bindend zal zijn. De uitvoering van gezamenlijke engagementen kan beter worden verwezenlijkt wanneer de politieke wil wordt geschraagd met bindende bepalingen. Zo kan de naleving van de essentiële onderdelen van het nieuwe partnerschap worden ondersteund door middel van een versterkte politieke dialoog en wordt gezorgd voor een platform voor de uitvoering van de economische partnerschapsovereenkomsten. Het juridisch bindende karakter wordt verondersteld een aantal voordelen op te leveren, zonder dat er wezenlijke nadelen aan verbonden zijn. |
Wie steunt welke optie? |
Uit het raadplegingsproces is gebleken dat enkele belangrijke wijzigingen moeten worden aangebracht in de bestaande EU-regeling met de ACS-landen. De verwezenlijking van de duurzameontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s) en de uitvoering van Agenda 2030 worden algemeen beschouwd als essentiële prioriteiten. De EU-lidstaten hebben blijk gegeven van een grote bereidheid om een politiek partnerschap op te zetten en de bepalingen te versterken waarmee vitale EU-belangen doeltreffender kunnen worden behartigd. Er bestaat een algemene consensus over de noodzaak om rekening te houden met de sterkere regionale dynamiek en overlappingen tussen de verschillende kaders te voorkomen. Er zijn echter verschillen van mening wat betreft de mate van regionalisering die moet plaatsvinden. Vele lidstaten zijn voorstander van de opbouw van allianties met de ACS-landen om gemeenschappelijke belangen en waarden in verschillende internationale contexten zo goed mogelijk te behartigen. Maatschappelijke organisaties hebben gepleit voor een meer inclusieve betrokkenheid van verschillende soorten niet-overheidsactoren in alle aspecten van de betrekkingen tussen de EU en de ACS-landen. De ACS-landen hebben herhaaldelijk blijk gegeven van hun vastberadenheid om als groep de eenheid te bewaren, waarbij het EU-ACS-Partnerschap moet worden geconsolideerd door middel van een geformaliseerd, alomvattend en juridisch bindend kader. |
C. Effecten van de voorkeursoptie |
Wat zijn de voordelen van de voorkeursoptie (indien van toepassing, anders die van de belangrijkste opties)? |
Met de voorkeursoptie kunnen alle bovengenoemde doelstellingen worden verwezenlijkt. Met deze optie kan de EU met name haar economische en politieke belangen bevorderen, met inbegrip van meer veiligheid, ordelijk beheer van migratie, meer economische welvaart en meer in het algemeen een duurzame en inclusieve ontwikkeling (in het bijzonder in de ACS-landen) met het doel bij te dragen tot de succesvolle tenuitvoerlegging van Agenda 2030. Daartoe zal zij ijveren voor een specifiek EU-optreden in de drie ACS-regio's en versterking van het gemeenschappelijk kader. Hierdoor worden de ideale voorwaarden geschapen voor de opbouw van strategische allianties met een groep van 79 ACS-landen, hetgeen belangrijk is met het oog op het aanpakken van mondiale uitdagingen, in het bijzonder de klimaatverandering en andere aspecten van de Agenda 2030, alsmede het maximaliseren van de invloed van de EU in internationale fora. Het effect zou ook kunnen worden vergroot door contacten te leggen met Noord-Afrikaanse landen en niet tot de ACS behorende minst ontwikkelde landen en kleine insulaire ontwikkelingslanden. Bovendien blijven - zoals bleek uit de evaluatie - de positieve aspecten van de CPA in deze optie gehandhaafd: behoud van de krachtige inzet voor de bevordering van de mensenrechten en democratisch bestuur en de inbreng van de belangrijkste belanghebbenden bij het ontwikkelingsproces, behoud van de algemene bepalingen die ten grondslag liggen aan de handelssamenwerking, belangrijke aanpassingen aan het stelsel van gezamenlijk beheer, met inbegrip van het gemeenschappelijke institutionele kader. |
Wat zijn de kosten van de voorkeursoptie (indien van toepassing, anders die van de belangrijkste opties)? |
De kosten zijn gering. De herziening van het stelsel van gezamenlijk beheer (bv. gezamenlijke instellingen, nationaal ordonnateur) en de integratie van bestaande regionale EU-strategieën voor Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan zullen bijdragen tot een kostenvermindering en het voorkomen van overlapping van beheers- en uitvoeringstaken op de verschillende niveaus. Ten opzichte van de bestaande praktijken worden geen significante wijzigingen verwacht met betrekking tot de kosten voor de uitvoering van hulpprogramma’s en projecten. |
Wat zijn de gevolgen voor bedrijven, kleine, middelgrote en micro-ondernemingen? |
Duurzame en inclusieve economische groei en de ontwikkeling van de particuliere sector, met inbegrip van handel en investeringen, maken deel uit van de specifieke doelstellingen van dit initiatief, hetgeen zal resulteren in nieuwe economische mogelijkheden voor EU-bedrijven, inclusief kleine en middelgrote ondernemingen. |
Zijn er significante gevolgen voor de nationale begrotingen en overheden? |
Het voornaamste financieringsinstrument ter ondersteuning van de CPA is het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF), dat buiten de EU-begroting valt en wordt gefinancierd met rechtstreekse bijdragen van de EU-lidstaten. De evaluatie van het EOF valt niet binnen het toepassingsgebied van deze effectbeoordeling. De toekomst van het EOF komt aan de orde in het kader van de aanstaande herziening van het meerjarig financieel kader (MFK). Er wordt niet verondersteld dat er andere significante gevolgen zullen zijn voor de nationale begrotingen of overheden. |
Zijn er nog andere significante gevolgen? |
Nvt. |
Evenredigheid |
De voorkeursoptie is volledig in overeenstemming met en vormt een aanvulling op het bilaterale optreden van de EU-lidstaten. Er worden geen extra lasten aan de EU-lidstaten of marktdeelnemers opgelegd. Bovendien ligt de nadruk op een efficiënter en doeltreffender partnerschap, door het partnerschap in overeenstemming te brengen met de toegenomen regionalisering van de betrekkingen van de EU met de ACS-landen. Uit de evaluatie van de huidige CPA is ook gebleken dat verscheidene besluitvormings- en beheerprocessen administratieve tekortkomingen vertonen. Deze zwakke punten zullen worden aangepakt. |
D. Follow-up |
Wanneer wordt dit beleid geëvalueerd? |
De specifieke doelstellingen zullen op verschillende manieren worden gecontroleerd en geëvalueerd, aangezien zij behoren tot verschillende beleidsterreinen en niet allemaal even kwantificeerbaar zijn. Met de organisatie op gezette tijden van gezamenlijke evaluaties wordt evenwel voorzien in een systeem voor het opsporen van punten in het partnerschap die moeten worden bijgestuurd of versterkt. Voorts zullen deze evaluaties nuttige informatie opleveren waarmee rekening kan worden gehouden bij interne beslissingen over het beheer, waardoor het kader voor het waarborgen van de doeltreffendheid van de EU-financiering voor extern optreden wordt versterkt. |