Home

Verslag over de jaarrekening van de Gemeenschappelijke Onderneming biogebaseerde industrieën betreffende het begrotingsjaar 2015 vergezeld van het antwoord van de Gemeenschappelijke Onderneming

Verslag over de jaarrekening van de Gemeenschappelijke Onderneming biogebaseerde industrieën betreffende het begrotingsjaar 2015 vergezeld van het antwoord van de Gemeenschappelijke Onderneming

16.12.2016

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 473/7


VERSLAG

over de jaarrekening van de Gemeenschappelijke Onderneming biogebaseerde industrieën betreffende het begrotingsjaar 2015 vergezeld van het antwoord van de Gemeenschappelijke Onderneming

(2016/C 473/02)

INHOUD

Paragraaf

Bladzijde

INLEIDING

1–4

8

TOELICHTING BIJ DE BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

5

8

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

6–13

8

Oordeel over de betrouwbaarheid van de rekeningen

11

9

Oordeel over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij de rekeningen

12

10

OPMERKINGEN OVER HET BEGROTINGS- EN FINANCIEEL BEHEER

14–20

10

Presentatie van de rekeningen

14–16

10

Uitvoering van de begroting 2015

17–18

10

Meerjarige begrotingsuitvoering van de Gemeenschappelijke Onderneming BBI in het kader van Horizon 2020

19–20

10

ANDERE AANGELEGENHEDEN

21–24

11

Essentiële controles en toezichtsystemen

21

11

Fraudebestrijdingsstrategie

22–24

11

FOLLOW-UP VAN EERDERE OPMERKINGEN

25–26

11

Monitoring en rapportage van projectonderzoeksresultaten

25

11

Belangenconflicten

26

11

BIJLAGE

12

INLEIDING

1.

De Gemeenschappelijke Onderneming biogebaseerde industrieën (BBI), gevestigd te Brussel, werd in mei 2014 opgericht(1) voor een periode van tien jaar en werkt sinds 26 oktober 2015 autonoom.

2.

De doelstelling van de Gemeenschappelijke Onderneming BBI is de tenuitvoerlegging van een programma voor onderzoeks- en innovatieactiviteiten in Europa dat de beschikbaarheid beoordeelt van hernieuwbare biologische hulpbronnen die gebruikt kunnen worden voor de productie van biogebaseerde materialen en op basis daarvan de verwezenlijking van duurzame biogebaseerde waardeketens ondersteunt(2). Die activiteiten moeten worden uitgevoerd door middel van samenwerking tussen belanghebbenden in alle schakels van de biogebaseerde waardeketen, met inbegrip van primaire productie- en verwerkingsindustrieën, consumentenmerken, het mkb, centra voor onderzoek en technologie en universiteiten.

3.

De oprichtende leden van de Gemeenschappelijke Onderneming zijn de Europese Unie (EU), vertegenwoordigd door de Europese Commissie, en de industriële partners die worden vertegenwoordigd door het Bio-based Industries Consortium (BIC).

4.

De maximale EU-bijdrage aan de Gemeenschappelijke Onderneming BBI voor onderzoeksactiviteiten en administratieve kosten(3) bedraagt 975 miljoen euro en wordt betaald uit de begroting van het Horizon 2020-kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020)(4). Andere leden van de Gemeenschappelijke Onderneming moeten gedurende haar looptijd(5) een bijdrage in middelen van ten minste 2 730 miljoen euro leveren, inclusief contante bijdragen van tenminste 182,5 miljoen euro, bijdragen in natura voor aanvullende activiteiten(6) van ten minste 1 755 miljoen euro en bijdragen in natura voor de activiteiten van de Gemeenschappelijke Onderneming(7).

TOELICHTING BIJ DE BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

5.

De door de Rekenkamer gehanteerde controleaanpak omvat cijferanalyses, toetsing van verrichtingen op het niveau van de Gemeenschappelijke Onderneming en een beoordeling van de essentiële controles van de toezicht- en controlesystemen. Hierbij komt nog controle-informatie afkomstig uit relevant werk van andere controleurs en een analyse van de „management representations”.

BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

6.

Overeenkomstig het bepaalde in artikel 287 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) controleerde de Rekenkamer:

a)

de jaarrekening van de Gemeenschappelijke Onderneming biogebaseerde industrieën, die bestaat uit de financiële staten(8) en de verslagen over de uitvoering van de begroting(9) betreffende het per 31 december 2015 afgesloten begrotingsjaar, en

b)

de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij de rekening.

De verantwoordelijkheid van de leiding

7.

Overeenkomstig de artikelen 16 en 22 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 110/2014 van de Commissie(10) is de leiding verantwoordelijk voor het opstellen en de getrouwe weergave van de jaarrekening van de Gemeenschappelijke Onderneming, alsmede voor de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen.

a)

De verantwoordelijkheden van de leiding inzake de jaarrekening van de Gemeenschappelijke Onderneming omvatten het opzetten, invoeren en in stand houden van een internebeheersingssysteem met betrekking tot de opstelling en de getrouwe weergave van financiële staten die geen materiële afwijkingen als gevolg van fraude of fouten bevatten, het selecteren en toepassen van adequate grondslagen voor financiële verslaglegging op basis van de door de rekenplichtige van de Commissie vastgestelde boekhoudregels(11) en het maken van boekhoudkundige schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn. De uitvoerend directeur keurt de jaarrekening van de Gemeenschappelijke Onderneming goed nadat de rekenplichtige deze heeft voorbereid op basis van alle beschikbare gegevens en een toelichting bij de jaarrekening heeft opgesteld waarin hij onder meer verklaart dat hij redelijke zekerheid heeft dat deze op alle materiële punten een getrouw beeld geeft van de financiële positie van de Gemeenschappelijke Onderneming.

b)

De verantwoordelijkheden van de leiding inzake de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen en de inachtneming van het beginsel van goed financieel beheer omvatten het opzetten, invoeren en in stand houden van een doeltreffend en doelmatig internebeheersingssysteem waarbij ook naar behoren toezicht wordt uitgeoefend en passende maatregelen worden getroffen ter voorkoming van onregelmatigheden en fraude en, indien nodig, rechtsvervolging wordt ingesteld om onverschuldigd betaalde of verkeerd gebruikte middelen terug te vorderen.

De verantwoordelijkheid van de controleur

8.

De Rekenkamer heeft de verantwoordelijkheid om op basis van haar controle aan het Europees Parlement en de Raad(12) een verklaring voor te leggen over de betrouwbaarheid van de jaarrekening en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen. De Rekenkamer verricht haar controle overeenkomstig de internationale controlestandaarden en de regels inzake beroepsethiek van IFAC en de internationale standaarden van hoge controle-instanties van INTOSAI. Volgens die standaarden moet de Rekenkamer de controle zodanig plannen en uitvoeren dat redelijke zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening van de Gemeenschappelijke Onderneming geen materiële afwijkingen bevat en de onderliggende verrichtingen bij die rekening wettig en regelmatig zijn.

9.

De controle houdt in dat procedures worden uitgevoerd om controle-informatie te verkrijgen over de bedragen en mededelingen in de rekeningen en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen. De selectie van de procedures is afhankelijk van het oordeel van de controleur, dat is gebaseerd op de inschatting van de risico’s op materiële afwijkingen in de rekeningen en op materiële niet-conformiteit van de onderliggende verrichtingen met vereisten uit de wet- en regelgeving van de Europese Unie, hetzij door fraude, hetzij door fouten. Bij deze risico-inschatting kijkt de controleur naar de internebeheersingsmaatregelen met betrekking tot de opstelling en getrouwe weergave van de rekeningen en naar de toezicht- en controlesystemen die worden gehanteerd ter waarborging van de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen en zet hij controleprocedures op die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn. Bij de controle worden tevens de geschiktheid van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaglegging en de redelijkheid van de boekhoudkundige schattingen beoordeeld, evenals de algehele presentatie van de rekeningen.

10.

De Rekenkamer is van oordeel dat de verkregen controle-informatie toereikend is en geschikt als grondslag voor haar betrouwbaarheidsverklaring.

Oordeel over de betrouwbaarheid van de rekeningen

11.

Naar het oordeel van de Rekenkamer geeft de jaarrekening van de Gemeenschappelijke Onderneming op alle materiële punten een getrouw beeld van haar financiële situatie per 31 december 2015 en van de resultaten van haar verrichtingen en kasstromen voor het op die datum afgesloten jaar, overeenkomstig de bepalingen van haar financiële regeling en de door de rekenplichtige van de Commissie vastgestelde boekhoudregels.

Oordeel over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij de rekeningen

12.

Naar het oordeel van de Rekenkamer zijn de onderliggende verrichtingen bij de jaarrekening betreffende het per 31 december 2015 afgesloten jaar op alle materiële punten wettig en regelmatig.

13.

De hiernavolgende opmerkingen doen niets af aan de oordelen van de Rekenkamer.

OPMERKINGEN OVER HET BEGROTINGS- EN FINANCIEEL BEHEER

Presentatie van de rekeningen

14.

De andere leden van de Gemeenschappelijke Onderneming BBI dan de Unie moeten jaarlijks uiterlijk op 31 januari aan de raad van bestuur verslag uitbrengen over de waarde van hun bijdragen in natura die in elk van de voorafgaande begrotingsjaren zijn verstrekt(13). Op basis van deze informatie, en volgens de door de Europese Commissie aan de Gemeenschappelijke Onderneming verstrekte richtsnoeren, moeten de bijdragen in natura van de leden op de rekeningen van de Gemeenschappelijke Onderneming worden geboekt.

15.

Ten tijde van de opstelling van de eindrekeningen had de Gemeenschappelijke Onderneming de benodigde verslagen niet ontvangen van haar leden. Het in de rekeningen opgenomen totaalbedrag voor 2015 voor bijdragen in natura is bijgevolg gebaseerd op door de Gemeenschappelijke Onderneming gemaakte ramingen van door de leden tot het einde van 2015 gemaakte kosten(14).

16.

In de door de Gemeenschappelijke Onderneming BBI uitgebrachte rekeningen ontbreken de resultatenrekening van de begrotingsuitvoering en de aansluitingstabel met de economische resultatenrekening. De resultatenrekening van de begrotingsuitvoering is gepubliceerd in het verslag over het begrotings- en financieel beheer voor 2015 van de Gemeenschappelijke Onderneming(15), hoewel het niveau van de verstrekte informatie verschilt van dat van de meeste andere gemeenschappelijke ondernemingen, wat aantoont dat er behoefte is aan duidelijke richtsnoeren van de Commissie voor de budgettaire verslaglegging van gemeenschappelijke ondernemingen.

Uitvoering van de begroting 2015

17.

De definitieve begroting 2015 die beschikbaar was voor de tenuitvoerlegging omvatte vastleggingskredieten ad 209,4 miljoen euro en betalingskredieten ad 21,1 miljoen euro. De bestedingsgraad bedroeg 87 % voor de vastleggingskredieten en 89 % voor de betalingskredieten(16).

18.

De totale operationele vastleggingen in 2015 (180,4 miljoen euro) werden globaal vastgelegd en hielden verband met twee oproepen tot het indienen van voorstellen uit 2015, waarvoor de gunningsprocedures op 31 december 2015 nog liepen.

Meerjarige begrotingsuitvoering van de Gemeenschappelijke Onderneming BBI in het kader van Horizon 2020

19.

Van het totale budget van 975 miljoen euro voor door de EU te financieren operationele en administratieve activiteiten heeft de Gemeenschappelijke Onderneming op 31 december 2015 operationele vastleggingen gedaan ter waarde van 230 miljoen euro (23,6 %). Dit bedrag omvat 17,7 miljoen euro aan betalingen voor voorfinanciering die door de Commissie zijn gedaan voordat de Gemeenschappelijke Onderneming financiële autonomie verkreeg in oktober 2015. De contante bijdrage van de EU aan de administratieve kosten van de Gemeenschappelijke Onderneming bedroeg 0,8 miljoen euro.

20.

Van het totale budget van 975 miljoen euro(17) voor de bijdragen in natura en in contanten van de andere leden ter dekking van operationele activiteiten waren op 31 december 2015 door de leden geen bedragen aan de Gemeenschappelijke Onderneming gemeld. De Gemeenschappelijke Onderneming BBI nam in de rekeningen over 2015 geraamde bedragen op van 3,5 miljoen euro aan bijdragen in natura en 0,3 miljoen euro aan bijdragen in contanten(18) voor de operationele activiteiten. De bijdragen van de andere leden aan de administratieve kosten van de Gemeenschappelijke Onderneming bedroegen 0,8 miljoen euro.

ANDERE AANGELEGENHEDEN

Essentiële controles en toezichtsystemen

21.

De Gemeenschappelijke Onderneming BBI heeft procedures voor controles vooraf opgezet die zijn gebaseerd op financiële en operationele controles van stukken en ontwikkelt een programma voor controles achteraf bij begunstigden van subsidies dat vanaf 2017 moet worden uitgevoerd(19). Deze controles zijn belangrijke instrumenten om de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen te beoordelen, inclusief de bijdragen in contanten en in natura door haar eigen leden aan de Gemeenschappelijke Onderneming, met uitzondering van de EU.

Fraudebestrijdingsstrategie

22.

Volgens artikel 12 van het financieel reglement van de Gemeenschappelijke Onderneming BBI moet op de uitvoering van de begroting een doeltreffende en doelmatige interne controle worden uitgeoefend, met inbegrip van preventie, opsporing, correctie en follow-up van fraude en onregelmatigheden.

23.

Overeenkomstig de vaststelling door de Commissie van een fraudebestrijdingsstrategie in juni 2011 werd de eerste gemeenschappelijke strategie voor fraudebestrijding bij onderzoek in juli 2012 vastgesteld en in maart 2015 geactualiseerd teneinde rekening te houden met de veranderingen die met Horizon 2020 waren ingevoerd(20). De strategie voor fraudebestrijding bij onderzoek bevat een actieplan dat door de gemeenschappelijke ondernemingen voor onderzoek moet worden uitgevoerd.

24.

Bij de Gemeenschappelijke Onderneming BBI bestaan al internecontroleprocedures waarmee de preventie en opsporing van fraude en onregelmatigheden voldoende gewaarborgd kunnen worden (controles vooraf van betalingen, beleid inzake belangenconflicten en geplande controles achteraf bij eindbegunstigden van subsidies). De Gemeenschappelijke Onderneming is bezig met de uitvoering van de maatregelen in het actieplan, zoals gebruikmaking van de databanken van de Commissie om uitgesloten organisaties of potentiële dubbele financiering op te sporen(21), in overeenstemming met het overeengekomen tijdschema.

FOLLOW-UP VAN EERDERE OPMERKINGEN

Monitoring en rapportage van projectonderzoeksresultaten

25.

Zoals voorgeschreven door de Horizon 2020-regels(22) heeft de Gemeenschappelijke Onderneming BBI informatie over specifieke indicatoren betreffende onderzoeksresultaten openbaargemaakt in haar jaarlijks activiteitenverslag (prestatie-indicatoren en indicatoren voor de monitoring van horizontale vraagstukken)(23). Voor 2015 werden echter weinig details gegeven, omdat de eerste BBI projecten zich nog in de beginfase bevonden.

Belangenconflicten

26.

In juli 2015 heeft de Commissie voor de gemeenschappelijke ondernemingen richtsnoeren gepubliceerd met betrekking tot regels inzake belangenconflicten, met inbegrip van een gemeenschappelijk model voor de verklaring inzake de afwezigheid van een belangenconflict, dat door de gemeenschappelijke onderneming moet worden opgenomen in haar procedures.

Dit verslag werd door kamer IV onder leiding van de heer Baudilio TOMÉ MUGURUZA, lid van de Rekenkamer, te Luxemburg vastgesteld op haar vergadering van 18 oktober 2016.

Voor de Rekenkamer

Klaus-Heiner LEHNE

President



BIJLAGE

Gemeenschappelijke Onderneming biogebaseerde industrieën (Brussel)

Bevoegdheden en activiteiten

Bevoegdheden van de Unie volgens het Verdrag

(Artikelen 187 en 188 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie)

Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en met name deel III van Besluit nr. 2013/743/EU. Horizon 2020 beoogt een groter effect met betrekking tot onderzoek en innovatie te bewerkstelligen door financiering uit hoofde van het kaderprogramma Horizon 2020 en uit de private sector te combineren door middel van publiek-private partnerschappen voor kerngebieden van onderzoek en innovatie die kunnen bijdragen aan de bredere concurrentiedoelstellingen van de Unie, het aantrekken van private investeringen en het oplossen van maatschappelijke uitdagingen.

Verordening (EU) nr. 560/2014 van de Raad van 6 mei 2014 tot oprichting van de Gemeenschappelijke Onderneming biogebaseerde industrieën (Gemeenschappelijke Onderneming BBI).

Bevoegdheden van de Gemeenschappelijke Onderneming

(Verordening (EU) nr. 560/2014 van de Raad)

Missie: binnen het kader van de Horizon 2020-regels de door de industrie ontwikkelde strategische innovatie- en onderzoeksagenda (Strategic Innovation and Research Agenda — SIRA) uitvoeren

De Gemeenschappelijke Onderneming BBI organiseert oproepen tot het indienen van voorstellen ter ondersteuning van activiteiten inzake onderzoek, demonstratie en markttoepassing waarmee samenwerking mogelijk wordt gemaakt tussen belanghebbenden in alle schakels van de waardeketen, waarbij de primaire productie van biomassa, de verwerkende industrie en het uiteindelijke gebruik wordt bestreken.

Met name belast met:

Coördinatie van de opbouw van het jaarlijkse werkprogramma

Bijdrage tot de SIRA en KPI-evaluatie

Beheer van oproepen

Projectevaluatie

Proces voor subsidieovereenkomsten

Gehele levenscyclus van projectbeheer

Communicatie, verspreiding en beheer van belanghebbenden

Ondersteuning van beleidsontwikkeling

Doelstellingen: duurzame en concurrerende biogebaseerde industrieën in Europa ontwikkelen op basis van geavanceerde bioraffinaderijen die hun biomassa uit een duurzame bron verkrijgen door:

1.

nieuwe technologieën te demonstreren waarbij Europese biomassa wordt gebruikt: nieuwe chemische bouwstenen, nieuwe materialen en nieuwe consumptiegoederen, vervaardigd uit Europese biomassa

2.

bedrijfsmodellen te ontwikkelen waarin economische actoren in de waardeketen worden geïntegreerd

3.

vlaggenschipbioraffinaderijen op te zetten die technologieën en bedrijfsmodellen gebruiken

Organisatie

De bestuursorganen van de Gemeenschappelijke Onderneming BBI bestaan uit i) de raad van bestuur, ii) de uitvoerend directeur, iii) het wetenschappelijk comité, iv) de groep vertegenwoordigers van de staten:

i)

De raad van bestuur bestaat uit vijf vertegenwoordigers van de Commissie namens de Unie, en vijf vertegenwoordigers van andere leden dan de Unie, waarvan ten minste één vertegenwoordiger van het midden- en kleinbedrijf (mkb). De raad van bestuur heeft de eindverantwoordelijkheid voor de strategische richtingbepaling en de werkzaamheden van de Gemeenschappelijke Onderneming BBI en houdt toezicht op de uitvoering van haar activiteiten.

ii)

De uitvoerend directeur is als hoogste uitvoerende functionaris belast met het dagelijks beheer van de Gemeenschappelijke Onderneming BBI, overeenkomstig de besluiten van de raad van bestuur. De uitvoerend directeur is de wettelijk vertegenwoordiger van de Gemeenschappelijke Onderneming BBI en is verantwoording verschuldigd aan de raad van bestuur. De uitvoerend directeur wordt ondersteund door een programmabureau bestaande uit personeelsleden van de Gemeenschappelijke Onderneming BBI.

iii)

en iv) Het wetenschappelijk comité en de groep vertegenwoordigers van de staten zijn adviesorganen van de Gemeenschappelijke Onderneming BBI.

In 2015 ter beschikking van de Gemeenschappelijke Onderneming gestelde middelen

Begroting

209 422 797 euro voor vastleggingen

21 075 192 euro voor betalingen

Personeelsbestand per 31 december 2015

22 posten op de lijst van het aantal ambten (tijdelijke functionarissen en arbeidscontractanten), waarvan 13 bezet; deze personeelsleden verrichtten operationele activiteiten (7), administratieve taken (2) of gemengde taken (4).

In 2015 verrichte activiteiten en diensten

Zie het Jaarlijks Activiteitenverslag 2015 van de Gemeenschappelijke Onderneming BBI op www.bbi-europe.eu

Bron: Door de Gemeenschappelijke Onderneming biogebaseerde industrieën verstrekte gegevens.


ANTWOORD VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE ONDERNEMING

De Gemeenschappelijke Onderneming heeft kennisgenomen van het verslag van de Rekenkamer.