Bericht van opening van een nieuw onderzoek bij het vervallen van de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op wolfraamcarbide, gesmolten wolfraamcarbide en wolfraamcarbide dat eenvoudigweg is vermengd met metaalpoeder, van oorsprong uit de Volksrepubliek China
Bericht van opening van een nieuw onderzoek bij het vervallen van de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op wolfraamcarbide, gesmolten wolfraamcarbide en wolfraamcarbide dat eenvoudigweg is vermengd met metaalpoeder, van oorsprong uit de Volksrepubliek China
23.3.2016 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | C 108/6 |
Bericht van opening van een nieuw onderzoek bij het vervallen van de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op wolfraamcarbide, gesmolten wolfraamcarbide en wolfraamcarbide dat eenvoudigweg is vermengd met metaalpoeder, van oorsprong uit de Volksrepubliek China
(2016/C 108/05)
Na de bekendmaking van een bericht van het naderend vervallen(1) van de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op wolfraamcarbide, gesmolten wolfraamcarbide en wolfraamcarbide dat eenvoudigweg is vermengd met metaalpoeder, van oorsprong uit de Volksrepubliek China, heeft de Europese Commissie („de Commissie”) een verzoek ontvangen om een nieuw onderzoek op grond van artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad van 30 november 2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap(2) („de basisverordening”).
1. Verzoek om een nieuw onderzoek
Het verzoek werd op 7 december 2015 ingediend namens producenten in de Unie („de indiener van het verzoek”) die goed zijn voor meer dan 25 % van de totale productie in de Unie van wolfraamcarbide, gesmolten wolfraamcarbide en wolfraamcarbide dat eenvoudigweg is vermengd met metaalpoeder.
2. Onderzocht product
Het nieuwe onderzoek heeft betrekking op wolfraamcarbide, wolfraamcarbide dat eenvoudigweg is vermengd met metaalpoeder, en gesmolten wolfraamcarbide („het onderzochte product”), momenteel ingedeeld onder de GN-codes 2849 90 30 en ex 3824 30 00 (Taric-code 3824300010).
3. Bestaande maatregelen
Momenteel is een definitief antidumpingrecht van toepassing dat is ingesteld bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 287/2011 van de Raad(3).
4. Motivering van het nieuwe onderzoek
Het verzoek is ingediend omdat het vervallen van de maatregelen waarschijnlijk zou leiden tot voortzetting van dumping en herhaling van schade voor de bedrijfstak van de Unie.
4.1. Bewering dat voortzetting of herhaling van dumping waarschijnlijk is
Aangezien de Volksrepubliek China („het betrokken land”), gelet op artikel 2, lid 7, van de basisverordening, als een land zonder markteconomie wordt beschouwd, heeft de indiener van het verzoek de normale waarde voor de invoer uit de Volksrepubliek China vastgesteld op basis van de prijs in een derde land met een markteconomie, namelijk de Verenigde Staten van Amerika. De bewering dat voortzetting van dumping waarschijnlijk is, is gebaseerd op een vergelijking van de aldus vastgestelde normale waarde met de prijs (af fabriek) van het onderzochte product bij uitvoer naar de Unie.
De aldus berekende dumpingmarges blijken voor het betrokken land aanzienlijk te zijn.
4.2. Bewering dat voortzetting of herhaling van schade waarschijnlijk is
Volgens de indiener van het verzoek is herhaling van schade waarschijnlijk. In dit verband heeft de indiener van het verzoek voorlopig bewijsmateriaal verstrekt waaruit blijkt dat de invoer van het onderzochte product uit de Volksrepubliek China in de Unie bij het vervallen van de maatregelen waarschijnlijk aanzienlijk zal toenemen, gezien de onbenutte capaciteit in de Volksrepubliek China, hetgeen waarschijnlijk zou leiden tot herhaling van schade voor de bedrijfstak van de Unie als de maatregelen zouden vervallen.
Volgens de indiener van het verzoek is het vooral aan de bestaande maatregelen te danken dat de bedrijfstak van de Unie geen schade meer lijdt, en zal de bedrijfstak van de Unie waarschijnlijk opnieuw schade leiden als de maatregelen vervallen.
5. Procedure
Daar de Commissie, na raadpleging van het bij artikel 15, lid 1, van de basisverordening ingestelde comité, tot de conclusie is gekomen dat er voldoende bewijsmateriaal is om een procedure voor een nieuw onderzoek bij het vervallen van maatregelen in te leiden, opent zij hierbij een nieuw onderzoek op grond van artikel 11, lid 2, van de basisverordening.
5.1. Tijdvak van het nieuwe onderzoek en beoordelingsperiode
Het onderzoek naar de voortzetting of herhaling van dumping zal betrekking hebben op de periode van 1 januari 2015 tot en met 31 december 2015 („het tijdvak van het nieuwe onderzoek”). Het onderzoek van de ontwikkelingen die relevant zijn voor de beoordeling van de waarschijnlijkheid van voortzetting of herhaling van schade, zal betrekking hebben op de periode van 1 januari 2012 tot het einde van het onderzoektijdvak („de beoordelingsperiode”).
5.2. Procedure voor het vaststellen van de waarschijnlijkheid van voortzetting of herhaling van dumping
Producenten-exporteurs(4) van het onderzochte product uit het betrokken land, inclusief degenen die niet hebben meegewerkt aan het onderzoek dat tot de geldende maatregelen heeft geleid, worden uitgenodigd aan het onderzoek van de Commissie mee te werken.
5.2.1. Onderzoek van producenten-exporteurs
5.2.1.1.
a) Steekproef
Gezien het mogelijk grote aantal producenten-exporteurs in de Volksrepubliek China dat bij dit nieuwe onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen betrokken is, kan de Commissie, om het onderzoek binnen de wettelijke termijn te kunnen afronden, haar onderzoek tot een redelijk aantal producenten-exporteurs beperken door een steekproef samen te stellen. De steekproef zal overeenkomstig artikel 17 van de basisverordening worden uitgevoerd.
Om de Commissie in staat te stellen te beslissen of een steekproef noodzakelijk is en, zo ja, deze samen te stellen, wordt alle producenten-exporteurs of hun vertegenwoordigers, met inbegrip van die welke niet hebben meegewerkt aan het onderzoek dat tot de onderzochte maatregelen heeft geleid, verzocht contact met de Commissie op te nemen. Zij moeten dat, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie doen en de Commissie de in bijlage I bij dit bericht verlangde informatie over hun onderneming of ondernemingen verstrekken.
Om de informatie te verkrijgen die zij voor het samenstellen van de steekproef van producenten-exporteurs nodig acht, zal de Commissie bovendien contact opnemen met de autoriteiten van de Volksrepubliek China en eventueel ook met haar bekende verenigingen van producenten-exporteurs.
Belanghebbenden die behalve de hierboven vermelde informatie nog andere informatie willen verstrekken die voor de samenstelling van de steekproef van nut kan zijn, moeten dit, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 21 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie doen.
Indien een steekproef noodzakelijk is, zullen de producenten-exporteurs worden geselecteerd op basis van het grootste representatieve volume van de productie, verkoop of uitvoer dat binnen de beschikbare tijd redelijkerwijs kan worden onderzocht.
Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek met betrekking tot producenten-exporteurs nodig acht, zal de Commissie een vragenlijst toezenden aan de voor de steekproef geselecteerde producenten-exporteurs, aan de haar bekende verenigingen van producenten-exporteurs en aan de autoriteiten van de Volksrepubliek China.
Alle voor de steekproef geselecteerde producenten-exporteurs moeten de ingevulde vragenlijst, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 37 dagen na de datum van kennisgeving van de samenstelling van de steekproef indienen.
Ondernemingen die hebben ingestemd met opname in de steekproef maar uiteindelijk niet worden geselecteerd, worden onverminderd de mogelijke toepassing van artikel 18 van de basisverordening geacht mee te werken („niet in de steekproef opgenomen medewerkende producenten-exporteurs”).
Producenten-exporteurs die een individuele dumpingmarge aanvragen, moeten zich er echter van bewust zijn dat de Commissie kan besluiten geen individuele dumpingmarge vast te stellen, bijvoorbeeld als het aantal producenten-exporteurs zo groot is dat individuele onderzoeken te belastend zijn en een tijdige afsluiting van het onderzoek in de weg zouden staan.
5.2.2. Aanvullende procedure met betrekking tot producenten-exporteurs in het/de betrokken land(en) zonder markteconomie
5.2.2.1.
De normale waarde van de invoer uit de Volksrepubliek China zal overeenkomstig artikel 2, lid 7, onder a), van de basisverordening worden vastgesteld op basis van de prijs of de berekende waarde in een derde land met een markteconomie.
In het vorige onderzoek zijn de Verenigde Staten van Amerika als derde land met een markteconomie gebruikt om de normale waarde voor de Volksrepubliek China vast te stellen. Voor dit onderzoek wordt, op basis van de in het verzoek verstrekte gegevens, overwogen om de Verenigde Staten van Amerika opnieuw als referentieland te gebruiken. Volgens de informatie waarover de Commissie beschikt, kunnen andere producenten uit landen met een markteconomie onder meer gevestigd zijn in India, Zuid-Korea, Canada en Japan. De Commissie zal onderzoeken of het onderzochte product wordt geproduceerd en verkocht in die derde landen met een markteconomie waarvoor aanwijzingen bestaan dat het onderzochte product er wordt geproduceerd. Belanghebbenden wordt verzocht hun opmerkingen over de geschiktheid van de keuze van het referentieland uiterlijk tien dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie in te dienen.
5.2.3. Onderzoek van niet-verbonden importeurs(5)(6)
Niet-verbonden importeurs die het onderzochte product uit de Volksrepubliek China in de Unie invoeren, worden uitgenodigd aan dit onderzoek mee te werken.
Gezien het mogelijk grote aantal niet-verbonden importeurs dat bij dit nieuwe onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen betrokken is, kan de Commissie, om het onderzoek binnen de wettelijke termijn te kunnen afronden, haar onderzoek tot een redelijk aantal niet-verbonden importeurs beperken door een steekproef samen te stellen. De steekproef zal overeenkomstig artikel 17 van de basisverordening worden uitgevoerd.
Om de Commissie in staat te stellen te beslissen of een steekproef noodzakelijk is en, zo ja, deze samen te stellen, wordt alle niet-verbonden importeurs of hun vertegenwoordigers, met inbegrip van die welke niet hebben meegewerkt aan het onderzoek dat tot de onderzochte maatregelen heeft geleid, verzocht contact met de Commissie op te nemen. Zij moeten dat, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie doen en de Commissie de in bijlage II bij dit bericht verlangde informatie over hun onderneming of ondernemingen verstrekken.
Om de informatie te verkrijgen die zij voor het samenstellen van de steekproef van niet-verbonden importeurs nodig acht, kan de Commissie ook contact opnemen met haar bekende verenigingen van importeurs.
Belanghebbenden die behalve de hierboven vermelde informatie nog andere informatie willen verstrekken die voor de samenstelling van de steekproef van nut kan zijn, moeten dit, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 21 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie doen.
Indien een steekproef noodzakelijk is, kunnen de importeurs worden geselecteerd op basis van het grootste representatieve volume van hun verkoop van het onderzochte product in de Unie dat binnen de beschikbare tijd redelijkerwijs kan worden onderzocht. De Commissie zal alle haar bekende niet verbonden importeurs en verenigingen van importeurs mededelen welke ondernemingen voor de steekproef zijn geselecteerd.
Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek nodig acht, zal de Commissie een vragenlijst toezenden aan de in de steekproef opgenomen niet-verbonden importeurs en aan alle haar bekende verenigingen van importeurs. Deze partijen moeten de ingevulde vragenlijst, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 37 dagen na de datum van kennisgeving van de samenstelling van de steekproef indienen.
5.3. Procedure voor het vaststellen van de waarschijnlijkheid van voortzetting of herhaling van schade
Om vast te stellen of voortzetting of herhaling van schade voor de bedrijfstak van de Unie waarschijnlijk is, worden de producenten van het onderzochte product in de Unie uitgenodigd aan het onderzoek van de Commissie mee te werken.
5.3.1. Onderzoek van producenten in de Unie
Gezien het grote aantal producenten in de Unie dat bij dit nieuwe onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen betrokken is, heeft de Commissie, om het onderzoek binnen de wettelijke termijn te kunnen afronden, besloten haar onderzoek tot een redelijk aantal producenten in de Unie te beperken door een steekproef samen te stellen. De steekproef wordt overeenkomstig artikel 17 van de basisverordening uitgevoerd.
De Commissie heeft een voorlopige steekproef van producenten in de Unie samengesteld. Belanghebbenden vinden nadere details in het dossier. Belanghebbenden wordt verzocht het dossier te raadplegen (de contactgegevens van de Commissie zijn opgenomen in punt 5.7). Andere producenten in de Unie of hun vertegenwoordigers, met inbegrip van die welke niet hebben meegewerkt aan het onderzoek dat tot de geldende maatregelen heeft geleid, die vinden dat er redenen zijn waarom zij in de steekproef zouden moeten worden opgenomen, moeten uiterlijk 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie contact met de Commissie opnemen.
Belanghebbenden die nog andere informatie willen verstrekken die voor de samenstelling van de steekproef van nut kan zijn, moeten dit, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 21 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie doen.
De Commissie zal alle haar bekende producenten in de Unie en/of verenigingen van producenten in de Unie mededelen welke ondernemingen uiteindelijk voor de steekproef zijn geselecteerd.
Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek nodig acht, zal de Commissie een vragenlijst toezenden aan de in de steekproef opgenomen producenten in de Unie en aan alle haar bekende verenigingen van producenten in de Unie. Deze partijen moeten de ingevulde vragenlijst, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 37 dagen na de datum van kennisgeving van de samenstelling van de steekproef indienen.
5.4. Procedure voor het beoordelen van het belang van de Unie
Als wordt bevestigd dat voortzetting of herhaling van dumping en schade waarschijnlijk is, zal uit hoofde van artikel 21 van de basisverordening een beslissing worden genomen over de vraag of het handhaven van de antidumpingmaatregelen niet in strijd zou zijn met het belang van de Unie. Producenten in de Unie, importeurs en hun representatieve verenigingen, gebruikers en hun representatieve verenigingen, en representatieve consumentenorganisaties wordt verzocht om, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie contact op te nemen. Om aan het onderzoek deel te nemen, moeten de representatieve consumentenorganisaties binnen dezelfde termijn aantonen dat er een objectieve band is tussen hun activiteiten en het onderzochte product.
Partijen die binnen de genoemde termijn contact opnemen, kunnen de Commissie, tenzij anders aangegeven, uiterlijk 37 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie informatie verstrekken over het belang van de Unie. Zij kunnen deze informatie vormvrij opstellen of een vragenlijst van de Commissie invullen. Met informatie die op grond van artikel 21 wordt verstrekt, wordt alleen rekening gehouden indien daarbij tegelijkertijd het nodige bewijsmateriaal is gevoegd.
5.5. Andere schriftelijke opmerkingen
Alle belanghebbenden wordt hierbij verzocht om onder de voorwaarden van dit bericht hun standpunt kenbaar te maken en informatie en bewijsmateriaal in te dienen. Tenzij anders aangegeven, moeten deze informatie en het bewijsmateriaal uiterlijk 37 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie in het bezit van de Commissie zijn.
5.6. Mogelijkheid om door de onderzoeksdiensten van de Commissie te worden gehoord
Alle belanghebbenden kunnen een verzoek indienen om door de onderzoeksdiensten van de Commissie te worden gehoord. Dit verzoek moet schriftelijk worden ingediend en met redenen worden omkleed. Een verzoek om te worden gehoord over zaken die betrekking hebben op het beginstadium van het onderzoek moet uiterlijk 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie worden ingediend. Daarna moet een verzoek om te worden gehoord, worden ingediend binnen de specifieke termijnen die de Commissie in haar correspondentie met de partijen vermeldt.
5.7. Instructies voor schriftelijke opmerkingen en de verzending van ingevulde vragenlijsten en correspondentie
Informatie die aan de Commissie wordt verstrekt in het kader van handelsbeschermingsonderzoeken is vrij van auteursrechten. Alvorens aan de Commissie informatie en/of gegevens te verstrekken die onderworpen zijn aan het auteursrecht van derden, moeten belanghebbenden de houder van het auteursrecht specifiek verzoeken de Commissie uitdrukkelijk toestemming te verlenen om a) voor deze handelsbeschermingsprocedure gebruik te maken van de informatie en gegevens en b) de informatie en/of gegevens te verstrekken aan belanghebbenden in dit onderzoek, in een vorm die hun de mogelijkheid biedt hun recht van verweer uit te oefenen.
Alle schriftelijke opmerkingen (met inbegrip van de in dit bericht gevraagde informatie), ingevulde vragenlijsten en correspondentie die door de belanghebbenden worden verstrekt en waarvoor om een vertrouwelijke behandeling wordt verzocht, moeten zijn voorzien van de vermelding „Limited”(7).
Belanghebbenden die informatie met de vermelding „Limited” verstrekken, moeten hiervan krachtens artikel 19, lid 2, van de basisverordening een niet-vertrouwelijke samenvatting indienen, voorzien van de vermelding „For inspection by interested parties”. Deze samenvatting moet gedetailleerd genoeg zijn om een redelijk inzicht te verschaffen in de wezenlijke inhoud van de als vertrouwelijk verstrekte inlichtingen. Als een belanghebbende die vertrouwelijke inlichtingen verstrekt, geen niet-vertrouwelijke samenvatting daarvan indient met de vereiste vorm en inhoud, kan deze informatie buiten beschouwing worden gelaten.
Belanghebbenden wordt verzocht alle opmerkingen en verzoeken met inbegrip van gescande volmachten en certificaten per e-mail in te dienen, met uitzondering van uitgebreide antwoorden, die persoonlijk of per aangetekend schrijven worden ingediend op een cd-rom of dvd. Door e-mail te gebruiken, stemmen belanghebbenden in met de geldende voorschriften inzake elektronisch ingediende opmerkingen, die zijn vervat in het document „CORRESPONDENCE WITH THE EUROPEAN COMMISSION IN TRADE DEFENCE CASES” (Correspondentie met de Europese Commissie in handelsbeschermingszaken) op de website van het directoraat-generaal Handel (http://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2014/june/tradoc_152578.pdf). Belanghebbenden moeten hun naam, adres, telefoon en een geldig e-mailadres vermelden en ervoor zorgen dat het verstrekte e-mailadres een actief, officieel en zakelijk e-mailadres is dat iedere dag wordt gecontroleerd. Zodra contactgegevens zijn verstrekt, verloopt de communicatie van de Commissie met belanghebbenden uitsluitend per e-mail, behalve indien zij er uitdrukkelijk om verzoeken alle documenten van de Commissie via een ander communicatiemiddel te ontvangen, of het document wegens de aard ervan per aangetekend schrijven moet worden verzonden. Voor nadere voorschriften en informatie over de correspondentie met de Commissie, met inbegrip van de beginselen die van toepassing zijn op per e-mail verzonden opmerkingen, moeten belanghebbenden de genoemde instructies over communicatie met belanghebbenden raadplegen.
Correspondentieadres van de Commissie:
Europese Commissie | ||||||
Directoraat-generaal Handel | ||||||
Directoraat H | ||||||
Kamer CHAR 04/039 | ||||||
1049 Brussel | ||||||
BELGIË | ||||||
E-mail: | ||||||
|
6. Niet-medewerking
Wanneer belanghebbenden geen toegang tot de nodige gegevens verlenen, deze niet binnen de gestelde termijn verstrekken of het onderzoek aanmerkelijk belemmeren, kunnen overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening conclusies worden getrokken aan de hand van de beschikbare gegevens, zowel in positieve als in negatieve zin.
Wanneer blijkt dat een belanghebbende onjuiste of misleidende inlichtingen heeft verstrekt, kunnen deze buiten beschouwing worden gelaten en kan van de beschikbare gegevens gebruik worden gemaakt.
Indien een belanghebbende geen of slechts gedeeltelijk medewerking verleent en de conclusies daarom overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening op de beschikbare gegevens worden gebaseerd, kunnen de resultaten voor deze belanghebbende minder gunstig zijn dan wanneer hij wel medewerking had verleend.
Indien de belanghebbende zijn antwoord niet door middel van systemen voor automatische gegevensverwerking verstrekt, wordt dit niet als niet-medewerking beschouwd, mits deze belanghebbende aantoont dat verstrekking van het antwoord in de gevraagde vorm voor hem een onredelijke extra belasting zou betekenen of onredelijke extra kosten met zich zou meebrengen. De belanghebbende moet onmiddellijk contact opnemen met de Commissie.
7. Raadadviseur-auditeur
Belanghebbenden kunnen erom vragen dat de raadadviseur-auditeur in handelsprocedures wordt ingeschakeld. De raadadviseur-auditeur fungeert als tussenpersoon tussen de belanghebbenden en de onderzoeksdiensten van de Commissie. Hij behandelt verzoeken om toegang tot het dossier, geschillen over de vertrouwelijkheid van documenten, verzoeken om termijnverlenging en verzoeken van derden om te worden gehoord. De raadadviseur-auditeur kan een hoorzitting met een individuele belanghebbende beleggen en als bemiddelaar optreden om te garanderen dat de belanghebbenden hun recht van verweer ten volle kunnen uitoefenen.
Een verzoek om door de raadadviseur-auditeur te worden gehoord, moet schriftelijk worden ingediend en met redenen worden omkleed. Een verzoek om te worden gehoord over zaken die betrekking hebben op het beginstadium van het onderzoek, moet uiterlijk 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie worden ingediend. Daarna moet een verzoek om te worden gehoord, worden ingediend binnen de specifieke termijnen die de Commissie in haar correspondentie met de partijen vermeldt.
De raadadviseur-auditeur kan ook een hoorzitting voor belanghebbenden beleggen waar uiteenlopende standpunten en tegenargumenten naar voren kunnen worden gebracht met betrekking tot kwesties in verband met onder andere de waarschijnlijkheid van voortzetting of herhaling van dumping en schade, en het belang van de Unie.
Belanghebbenden die contact willen opnemen, vinden de nodige gegevens en nadere informatie op de pagina’s van de raadadviseur-auditeur op de website van DG Handel (http://ec.europa.eu/trade/trade-policy-and-you/contacts/hearing-officer/).
8. Tijdschema voor het onderzoek
Het onderzoek wordt overeenkomstig artikel 11, lid 5, van de basisverordening uiterlijk 15 maanden na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie afgesloten.
9. Verzoek om een nieuw onderzoek op grond van artikel 11, lid 3, van de basisverordening
Aangezien dit nieuwe onderzoek bij het vervallen van de maatregelen wordt geopend overeenkomstig artikel 11, lid 2, van de basisverordening, kunnen de bestaande maatregelen overeenkomstig artikel 11, lid 6, van de basisverordening naar aanleiding van de bevindingen van het onderzoek worden ingetrokken of gehandhaafd, maar niet worden gewijzigd.
Belanghebbenden die van oordeel zijn dat de maatregelen opnieuw moeten worden onderzocht zodat deze kunnen worden gewijzigd, kunnen een verzoek om een nieuw onderzoek indienen op grond van artikel 11, lid 3, van de basisverordening.
Zij moeten daartoe contact opnemen met de Commissie op het bovenstaande adres. Een dergelijk onderzoek zal onafhankelijk van het in dit bericht aangekondigde onderzoek worden uitgevoerd.
10. Verwerking van persoonsgegevens
Persoonsgegevens die in het kader van dit onderzoek worden verzameld, zullen worden behandeld in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens(8).