Resolutie van het Europees Parlement van 30 november 2017 over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad betreffende de terbeschikkingstelling van middelen uit het flexibiliteitsinstrument ter financiering van onmiddellijke budgettaire maatregelen voor de aanpak van de huidige met migratie, vluchtelingeninstroom en veiligheid verband houdende problemen (COM(2017)0271 — C8-0163/2017 — 2017/2077(BUD))
Resolutie van het Europees Parlement van 30 november 2017 over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad betreffende de terbeschikkingstelling van middelen uit het flexibiliteitsinstrument ter financiering van onmiddellijke budgettaire maatregelen voor de aanpak van de huidige met migratie, vluchtelingeninstroom en veiligheid verband houdende problemen (COM(2017)0271 — C8-0163/2017 — 2017/2077(BUD))
4.10.2018 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | C 356/165 |
P8_TA(2017)0455
Terbeschikkingstelling van middelen uit het flexibiliteitsinstrument ter financiering van onmiddellijke budgettaire maatregelen voor de aanpak van de aanhoudende uitdagingen met betrekking tot migratie, de instroom van vluchtelingen en veiligheidsdreigingen
Resolutie van het Europees Parlement van 30 november 2017 over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad betreffende de terbeschikkingstelling van middelen uit het flexibiliteitsinstrument ter financiering van onmiddellijke budgettaire maatregelen voor de aanpak van de huidige met migratie, vluchtelingeninstroom en veiligheid verband houdende problemen (COM(2017)0271 — C8-0163/2017 — 2017/2077(BUD))
(2018/C 356/37)
Het Europees Parlement,
— | gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2017)0271 — C8-0163/2017), |
— | gezien Verordening (EU, Euratom) nr. 1311/2013 van de Raad van 2 december 2013 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2014-2020 (1) (MFK-verordening), en met name artikel 11, |
— | gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 2 december 2013 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline, de samenwerking in begrotingszaken en een goed financieel beheer (2), en met name punt 12, |
— | gezien het ontwerp van algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2018, goedgekeurd door de Commissie op 29 juni 2017 (COM(2017)0400), als gewijzigd bij nota van wijzigingen nr. 1/2018 (COM(2017)0615), |
— | gezien het standpunt inzake het ontwerp van algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2018, vastgesteld door de Raad op 4 september 2017 en toegezonden aan het Europees Parlement op 13 september 2017 (11815/2017 — C8-0313/2017), |
— | gezien zijn standpunt van 25 oktober 2017 inzake het ontwerp van algemene begroting 2018 (3), |
— | gezien de door het bemiddelingscomité op 18 november 2017 goedgekeurde gezamenlijke tekst (14587/17 — C8-0416/2017), |
— | gezien het verslag van de Begrotingscommissie (A8-0370/2017), |
A. | overwegende dat het, na alle mogelijkheden voor een herschikking van vastleggingskredieten binnen rubriek 3 (Veiligheid en burgerschap) te hebben onderzocht, nodig is middelen uit het flexibiliteitsinstrument beschikbaar te stellen ten behoeve van vastleggingskredieten; |
B. | overwegende dat de Commissie had voorgesteld middelen uit het flexibiliteitsinstrument ter beschikking te stellen ter aanvulling van de financiering op de algemene begroting van de Unie voor het begrotingsjaar 2018 boven het maximum van rubriek 3 voor een bedrag van 817,1 miljoen EUR ter financiering van maatregelen op het gebied van migratie, vluchtelingeninstroom en veiligheid; |
C. | overwegende dat het voor de begroting 2018 bijeengeroepen bemiddelingscomité overeenstemming heeft bereikt over een verdere terbeschikkingstelling van 20,2 miljoen EUR als gevolg van verhogingen in rubriek 3; |
1. | wijst erop dat de maxima voor 2018 voor rubriek 3 geen ruimte bieden voor een adequate financiering van urgente maatregelen op het gebied van migratie, vluchtelingeninstroom en veiligheid; |
2. | stemt er daarom mee in middelen uit het flexibiliteitsinstrument ter beschikking te stellen voor een bedrag van 837,2 miljoen EUR aan vastleggingskredieten; |
3. | stemt verder in met de voorgestelde toewijzing van de overeenkomstige betalingskredieten, te weten 464 miljoen EUR in 2018, 212,7 miljoen EUR in 2019, 126,4 miljoen EUR in 2020 en 34,2 miljoen EUR in 2021; |
4. | herhaalt dat het gebruik van dit instrument, waarin artikel 11 van de MFK-verordening voorziet, eens te meer aantoont dat de begroting van de Unie absoluut flexibeler moet zijn; |
5. | herhaalt zijn standpunt dat het van oudsher verdedigt, namelijk dat de betalingen die voortvloeien uit eerder via het flexibiliteitsinstrument beschikbaar gestelde vastleggingen alleen bovenop de MFK-maxima kunnen worden geboekt; |
6. | hecht zijn goedkeuring aan het bij deze resolutie gevoegde besluit; |
7. | verzoekt zijn Voorzitter dit besluit samen met de voorzitter van de Raad te ondertekenen en zorg te dragen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie; |
8. | verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie, met inbegrip van de bijlage, te doen toekomen aan de Raad en de Commissie. |
BIJLAGE
BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
betreffende de terbeschikkingstelling van middelen uit het flexibiliteitsinstrument ter financiering van onmiddellijke budgettaire maatregelen voor de aanpak van de huidige met migratie, vluchtelingeninstroom en veiligheid verband houdende problemen
(De tekst van de bijlage wordt hier niet weergegeven, aangezien deze overeenkomt met de definitieve handeling: Besluit (EU) 2018/8.)