Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over de economische, sociale en culturele rechten in de Euromed-regio (initiatiefadvies)
Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over de economische, sociale en culturele rechten in de Euromed-regio (initiatiefadvies)
2.3.2018 | NL | Publicatieblad van de Europese Unie | C 81/37 |
Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over de economische, sociale en culturele rechten in de Euromed-regio
(initiatiefadvies)
(2018/C 081/06)
Rapporteur: | Helena DE FELIPE LEHTONEN |
Besluit van de voltallige vergadering | 30.3.2017 |
Rechtsgrondslag | Artikel 29, lid 2, rvo |
Initiatiefadvies | |
Bevoegde afdeling | Externe Betrekkingen |
Goedkeuring door de afdeling | 28.9.2017 |
Goedkeuring door de voltallige vergadering | 18.10.2017 |
Zitting nr. | 529 |
Stemuitslag (voor/tegen/onthoudingen) | 123/0/1 |
1. Conclusies en aanbevelingen
1.1. | Al in de Verklaring van Barcelona(1) van 1995 werd beklemtoond dat de sociaaleconomische organisaties en het maatschappelijk middenveld in het algemeen een belangrijke rol spelen bij de geleidelijke totstandbrenging in het Middellandse Zeegebied van een ruimte van vrede en stabiliteit, gedeelde welvaart en dialoog tussen de culturen en beschavingen van de verschillende mediterrane landen, samenlevingen en culturen. De organisaties van het maatschappelijk middenveld in deze regio vormen tegenwoordig een „inclusief milieu”, waar betrokkenheid en overleg met de overheid, ook de lokale overheid, vooropstaan met als doel de economische, sociale en culturele rechten in het Middellandse Zeegebied te bevorderen. Het EESC vindt dat de rol van de sociaaleconomische raden, mits aanwezig, moet worden vergroot en dat dergelijke raden moeten worden opgericht in landen waar ze zijn verdwenen of nooit zijn ingesteld, en dat de synergie tussen de verschillende betrokken partijen moet worden versterkt. Bij het bevorderen van deze rechten moeten de sociaaleconomische raden en organisaties samenwerkingsverbanden opzetten die het gemakkelijker maken om deze rechten beter te doen gelden. |
1.2. | Vrouwen zijn het slachtoffer van genderstereotypering, waardoor politieke, economische en educatieve barrières worden opgeworpen die ernstige gevolgen hebben voor de ontwikkeling van de samenleving. Het EESC pleit voor maatregelen om de enorme kloof tussen wet en realiteit te overbruggen. Met het oog hierop moeten dringend middelen worden vrijgemaakt om degenen die verantwoordelijk zijn voor het toezicht op de daadwerkelijke toepassing van deze wetgeving beter voor te bereiden op hun taak en bewuster te maken. Om de rechten van vrouwen beter te beschermen beveelt het EESC aan om de lokale overheden in contact te brengen met de sociaaleconomische en maatschappelijke partners en organisaties en met de netwerken voor gendergelijkheid die op diverse terreinen in de betreffende organisaties actief zijn. Maar ook universiteiten en gespecialiseerde onderzoekscentra kunnen hieraan een bijdrage leveren. |
1.3. | De dreiging van gewelddadig extremisme moet worden tegengegaan door de vele oorzaken ervan aan te pakken. Daarbij moet verder worden gekeken dan veiligheid alleen. De sociaaleconomische organisaties moeten hierbij een voortrekkersrol vervullen in samenwerking met de instellingen en netwerken die zich bezighouden met de interculturele en interreligieuze dialoog om hun impact te vergroten en hun activiteiten uit te breiden tot het cultureel patrimonium, kunstzinnige uitingen en de creatieve sector. Het EESC verzoekt de Europese Commissie en de lidstaten van de Unie voor het Middellandse Zeegebied om deze activiteiten van interculturele dialoog ook onder de sociale partners te promoten, die op hun beurt gespecialiseerde instanties die al vele jaren actief zijn in het Middellandse Zeegebied, zoals de Stichting Anna Lindh(2), een steuntje in de rug kunnen geven. Het EESC pleit voor meer samenwerking op het gebied van de bescherming van het cultureel erfgoed, dat gevaar loopt door gewapende conflicten en gewelddadige organisaties. |
1.4. | Economische, sociale en arbeidsrechten zijn van essentieel belang voor economische ontwikkeling en de totstandbrenging van een democratische samenleving. Vrijheid van ondernemerschap, vrijheid van vereniging en collectieve actie, collectieve onderhandelingen, sociale bescherming op het gebied van gezondheid, onderwijs of ouderenzorg staan daarin centraal. De IAO constateerde in haar Verklaring van Philadelphia immers al dat het nastreven van sociale rechtvaardigheid belangrijker moest zijn dan economische ontwikkeling en dat dat ook het hoofddoel van het nationale en internationale beleid moest zijn. Voorts wordt in deze Verklaring opgemerkt dat economie en financiën middelen zijn die in het voordeel van de mens moeten worden aangewend. |
1.5. | De media spelen een belangrijke rol in het beeld dat partijen van elkaar hebben en zijn een belangrijke drijvende kracht achter de verbetering van de interculturele dialoog en de bevordering van respect, verdraagzaamheid en wederzijds begrip. Het EESC is dan ook ingenomen met de lancering van projecten die respect voor diversiteit willen afdwingen en een neutrale informatievoorziening, vrij van vooroordelen, stereotypering en vertekende beeldvorming, willen bevorderen. Tegelijkertijd is het voorstander van een meer wijdverbreid gebruik van instrumenten voor monitoring, educatie en bewustmaking in de strijd tegen racisme en islamofobie in de media, en dringt het aan op de bevordering van mechanismen voor samenwerking en gezamenlijke platforms voor professionele ontwikkeling op het vlak van zowel ethiek als vrijheid van meningsuiting. |
1.6. | Onderwijs is het belangrijkste middel om sociaaleconomische mobiliteit tot stand te brengen, wat kan leiden tot een potentiële verbetering van de levenskwaliteit. Ongelijke kansen in het onderwijs kunnen daarentegen de stabiliteit en de veiligheid in de regio in gevaar brengen. Het EESC dringt derhalve aan op gezamenlijke inspanningen om de kwaliteit van zowel het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs als het hoger onderwijs en het beroepsonderwijs te verbeteren door ervaringen uit te wisselen op het gebied van leerplanontwikkeling en innovatieve leermethoden. Het EESC acht het bovendien essentieel dat de kenniskloof tussen de twee oevers van de Middellandse Zee wordt gedicht en stelt met het oog hierop voor om kennisnetwerken en gezamenlijk onderzoek te stimuleren teneinde de uitwisseling van kennis en de mobiliteit van leraren, studenten, academici en onderzoekers te bevorderen, evenals steun te verlenen voor de vertaling van hun werk, met name in en uit het Arabisch. |
1.7. | Niet-formeel onderwijs is een noodzakelijke aanvulling vanwege de waardevolle rol die het speelt in de totstandbrenging van een meer inclusieve en pluralistische samenleving. Het EESC is van mening dat er meer synergie tussen formeel en niet-formeel onderwijs moet komen en dat deze vorm van onderwijs moet worden gestimuleerd als een instrument dat een cultuur van vrede en levenslang leren kan helpen bevorderen. Daarom dringt het EESC aan op het uittrekken van meer middelen voor niet-formeel onderwijs en op het bevorderen van de uitwisseling van ervaringen en knowhow tussen Europa en het gebied ten zuiden van de Middellandse Zee. |
1.8. | Om een inclusieve en concurrerende economie tot stand te brengen moet worden voorkomen dat mensen op digitaal of technologisch vlak de boot missen. Het is dan ook noodzakelijk om, aan de hand van regionale en lokale projecten, burgers te leren hoe zij nieuwe technologieën kunnen gebruiken en hoe zij moeten omgaan met digitalisering en ondernemerschap; daarnaast verdienen ook initiatieven ter bevordering van burgerparticipatie, digitale geletterdheid en het scheppen van fatsoenlijke banen, zoals de stedelijke initiatieven voor sociale en digitale innovatie (Labs), alle steun. |
2. Achtergrond
2.1. | In 2011 deed de hoop op verandering onder Arabische jongeren een aantal politieke stelsels op hun grondvesten schudden: opeens werden deze stelsels fundamenteel in twijfel getrokken. In Tunesië, Egypte, Libië en Jemen werden de politieke leiders afgezet, maar de situatie die daarna is ontstaan, verschilt sterk per land: van een standvastige transitie in Tunesië, die mede mogelijk gemaakt werd door een dynamisch maatschappelijk middenveld, en een machtswisseling in Egypte, tot openlijke conflicten in Libië en Jemen. Syrië is in een bloedige oorlog verwikkeld geraakt, die ook regionaal en internationaal niet zonder gevolgen is gebleven. Zo zijn er enorme volksverhuizingen en ongekende migratiestromen op gang gekomen, die de gehele Euromediterrane regio hebben gedestabiliseerd. |
2.2. | Behalve een ander regime was het doel een eerlijker en inclusiever systeem tot stand te brengen, waarin politieke vrijheid, sociale rechtvaardigheid, gelijke kansen en waardigheid centraal staan. Verwachtingen werden niet ingelost omdat er op sociaal vlak niet veel veranderde. Specifieke politieke omstandigheden, zowel binnen als buiten deze landen, zijn hier mede schuldig aan. Zes jaar later is de legitieme roep om economische, sociale en culturele rechten nog altijd actueel en onbeantwoord, en blijft deze een mogelijke bron van instabiliteit in de regio. |
2.3. | Het EESC beschouwt het daarom als een absolute prioriteit om vrede en democratie in de hele regio tot stand te brengen en ervoor te zorgen dat de fundamentele mensenrechten van alle burgers worden geëerbiedigd. |
2.4. | Grondrechten: onherroepelijk en onvervreemdbaar |
2.4.1. | Het EESC moedigt alle landen van het zuidelijke en oostelijke Middellandse Zeegebied aan om zich aan te sluiten bij het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten(3) en het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie(4). Tegelijkertijd benadrukt het EESC het belang van de beginselen en waarden van secularisme, alsook de bescherming van de rechten van personen die behoren tot nationale of etnische, godsdienstige en taalkundige minderheden(5). |
2.4.2. | Het EESC acht het van cruciaal belang te pleiten voor een fatsoenlijke levenskwaliteit voor iedereen. Iedereen moet toegang hebben tot voldoende drinkwater en levensmiddelen tegen betaalbare prijzen en iedereen moet in voldoende mate over energie kunnen beschikken om te voorkomen dat sommige mensen of zelfs hele gemeenschappen aan energiearmoede lijden. Ook de ontwikkeling van de gezondheidszorg en de bevordering van een behoorlijk milieu zijn van belang. |
2.4.3. | Gezien de bijzondere omstandigheden in de regio moet ook, zowel nationaal als internationaal, het recht op passende huisvesting worden gewaarborgd of, bij gebrek hieraan, het recht op fatsoenlijke opvang of een waardig onderkomen voor zowel individuen als gezinnen. Het EESC vindt ook dat het recht op een inclusieve en passende wederopbouw van getroffen gebieden moet worden gewaarborgd, ongeacht of de verwoesting het gevolg is van een natuurramp of van een gewapende conflict. |
2.5. | Het recht op fatsoenlijk werk als factor van sociale stabiliteit en vooruitgang |
2.5.1. | Het EESC is van mening dat de maatschappelijke actoren in de buurlanden de handen ineen moeten slaan om een grotere inclusiviteit en cohesie te bevorderen. Ook hun economieën moeten worden hervormd en moeten innoveren om fatsoenlijke banen te creëren — een cruciaal element van duurzame ontwikkeling. |
2.5.2. | Tevens wijst het EESC erop dat de rechten die aan deze beginselen ten grondslag moeten liggen, moeten worden gewaarborgd. Zo moet het recht op fatsoenlijk werk in deze landen veiliggesteld worden, ongeacht sociale situatie, religie en nationaliteit. |
2.5.3. | Volgens het EESC moeten er stappen worden ondernomen om fatsoenlijk werk te promoten als een manier om voor sociale stabiliteit te zorgen, zoals bepleit in de IAO-Verklaring over de fundamentele principes en rechten met betrekking tot werk en de follow-up ervan(6), alsook in het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten(7), en om armoede te voorkomen; het EESC pleit dan ook voor de ondertekening daarvan. Daarom is het wezenlijk dat fundamentele arbeidsrechten als het recht van vereniging, het recht om een vakbond op te richten of lid te worden van een vakbond naar keuze en het recht om te staken worden gehandhaafd en dat er feitelijke erkenning komt van het recht op collectieve onderhandelingen, het recht op veilige en hygiënische arbeidsomstandigheden en het recht op een fatsoenlijk loon. |
2.5.4. | Ook moet, zoals de IAO heeft voorgesteld, het recht op huisvesting verder worden uitgebreid om iedereen, en met name de meest kwetsbare groepen van de bevolking, te beschermen. Voorts moeten schendingen van grondrechten, zoals kinderuitbuiting of dwangarbeid, worden tegengegaan en moet de toegang tot arbeid voor vrouwen of gehandicapten worden bevorderd. |
2.6. | Ondernemerschap als essentiële factor van economische ontwikkeling |
2.6.1. | De Europese Unie(8) is van mening dat de vijf sleutelfactoren voor vrede, stabiliteit, veiligheid en welvaart in het Middellandse Zeegebied zijn: economische ontwikkeling via modernisering en diversifiëring van de economie; versterking van het bedrijfsklimaat en innovatief ondernemerschap; schepping van arbeidsplaatsen via hooggekwalificeerde opleidingen, vooral voor jongeren; ontwikkeling van de particuliere sector, vooral het mkb; energie- en milieuduurzaamheid. Het scheppen van kwaliteitsbanen is de basis van economische voorspoed. Daarnaast moeten ook vrouwelijk ondernemerschap en synergie tussen ondernemers aan beide zijden van de Middellandse Zee worden gestimuleerd. Het EESC is van mening dat al deze factoren niet los kunnen worden gezien van sociale ontwikkeling, omdat stabiliteit, veiligheid en welvaart altijd gebaseerd zijn op integratie en sociale cohesie. |
2.6.2. | Een belangrijke factor voor de ontwikkeling van deze economieën is, althans volgens de gezamenlijke mededeling, de mogelijkheid om onder eerlijke voorwaarden een eigen bedrijf te beginnen. Er moet dan ook voor een rechtskader worden gezorgd dat het recht op particuliere eigendom en de onschendbaarheid daarvan vrijwaart. |
2.6.3. | Het EESC vindt het ook belangrijk dat de overheid op de bres springt voor vrije en eerlijke economische concurrentie, zodat ondernemers een gelijk speelveld hebben. Er moet dus op worden toegezien dat iedereen gelijke toegang heeft tot financiering en gebruik kan maken van microfinancieringsdiensten, en dat er corruptievrije overheidsdiensten met een openbaredienstverplichting bestaan. |
2.7. | Het recht op creatie en innovatie: de garantie van een gediversifieerde economie met toegevoegde waarde |
2.7.1. | In de ministeriële verklaring van de Unie voor het Middellandse Zeegebied over de digitale economie(9) wordt voorgesteld de inclusieve en horizontale impact van nieuwe technologieën op cultureel, sociaal, economisch, gouvernementeel en veiligheidsvlak te bevorderen. |
2.7.2. | Het EESC staat ook achter de in de gezamenlijke mededeling beschreven aanpak van de behoefte aan diversificatie en duurzame en inclusieve ontwikkeling van de economieën in het Middellandse Zeegebied. |
2.7.3. | Bij het opzetten van nieuwe programma’s moeten volgens het EESC met name EU-programma’s voor de bevordering van innovatie in het Middellandse Zeegebied worden opgesteld die bevorderlijk zijn voor de economische vooruitgang in de regio en moet rekening worden gehouden met de behoefte aan vrijwaring van het individuele en collectieve recht van creatie en innovatie. Hieronder valt ook de erkenning van het recht op intellectuele eigendom, het recht om deze innovatie te delen en te verspreiden en het recht op toegang tot nieuwe technologieën. |
2.7.4. | Digitale inclusie en vrije toegang tot het internet zijn voor het EESC zowel een individueel als collectief recht dat inherent is aan innovatie. |
2.8. | Het recht op kwaliteitsonderwijs: pijler onder menselijke ontwikkeling |
2.8.1. | Onderwijs is het belangrijkste middel voor sociaaleconomische mobiliteit en mogelijke verbetering van de levenskwaliteit. Uit het Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties (UNPD)(10) blijkt dat het basisonderwijs in veel landen in deze regio inmiddels weliswaar aan universele normen voldoet en dat er ook significante vooruitgang is geboekt met het secundair onderwijs, maar dat de kwaliteit onvoldoende is. De Wereldbank heeft samen met andere agentschappen programma’s ontwikkeld voor deze regio en het zou een goede zaak zijn als de Europese Commissie dat ook zou doen. Daarnaast is het zo dat de fors ongelijke kansen in het onderwijs schadelijk zijn voor het sociaal contract in de Arabische landen. |
2.8.2. | In de routekaart van de Unie voor het Middellandse Zeegebied(11) wordt onderstreept dat beter onderwijs de sleutelfactor is voor het scheppen van duurzame banen voor hooggekwalificeerde werknemers, vooral voor jongeren die geen werk hebben en het risico lopen om het slechte pad op te gaan, dat onderzoek en innovatie als basis dienen voor een modernere economie en dat duurzaamheid voorop moet staan wanneer het gaat om het waarborgen van een inclusieve sociale en economische ontwikkeling. |
2.8.3. | Versterking van het sociale kapitaal is cruciaal voor de stabiliteit en veiligheid in de regio. Daarom moet worden ingezet op lager en middelbaar onderwijs, hoger onderwijs, toegang tot wetenschap en wetenschappelijke kennis, inzetbaarheid, gezondheidszorg, empowerment en mobiliteit van jongeren, gendergelijkheid, discussieplatforms en bevordering van sociale integratie. |
2.8.4. | Ondanks enkele problemen in verband met de toegang tot en het universeel toegankelijk maken van onderwijs, en ondanks de behoefte aan verbetering van het primair en secundair onderwijs, ligt de grootste uitdaging in het overbruggen van de kloof tussen onderwijs en werk. Het is dan ook van essentieel belang dat er structuren worden opgericht om het onderwijsstelsel te doen aansluiten op de arbeidsmarkt, teneinde de volledige integratie van jongeren in de samenleving te waarborgen. In dit verband is het volgens het EESC absoluut zaak de uitwisseling van ervaringen met de ontwikkeling van lesprogramma’s en innovatieve leermethoden aan te moedigen door het delen van ervaringen en praktijkvoorbeelden te stimuleren, om erachter te komen welke kennis en kunde worden gevraagd op de werkvloer. Daarnaast moet er meer aandacht worden geschonken aan beroepsopleiding en -onderwijs, gezien de uitdaging om de komende tien jaar 60 miljoen banen te scheppen in de Arabische landen. |
2.8.5. | Volgens de sociale partners en andere, gespecialiseerde organisaties speelt niet-formeel onderwijs een centrale rol in de strijd tegen radicalisering en extremisme en in de zoektocht naar een duurzame oplossing hiervoor, en kan deze vorm van onderwijs bijdragen aan de integratie van kwetsbare groepen, vooral jongeren en vrouwen. |
2.8.6. | Het EESC is blij dat wordt ingezien dat niet-formeel onderwijs een belangrijke aanvulling is op formeel onderwijs en vindt dat de synergie tussen beide moet worden vergroot. Zo zou de politiek zich sterker moeten maken voor niet-formeel onderwijs en er meer geld voor moeten uittrekken, omdat het de ontplooiing en sociale integratie van jongeren bevordert door hen voor te bereiden op een actieve rol in de samenleving en te leren hoe je democratische waarden ontwikkelt, en een goed instrument is om een vreedzaam klimaat tot stand te brengen. |
2.9. | Mobiliteit in de academische en onderwijswereld: de kenniskloof overbruggen |
2.9.1. | Een groot deel van het antwoord op de problemen die spelen in het Middellandse Zeegebied ligt in de mobiliteit van jongeren. Migratie is in de Arabische landen in feite een symptoom van de sociale uitsluiting van hoogopgeleide jongeren. Het is dan ook noodzakelijk om een vorm van migratie te bevorderen die goed is voor zowel het land van herkomst als het gastland. Dit vergt verdere erkenning van diploma’s en kwalificaties, evenals maatregelen om de mobiliteit van academici te bevorderen en de voorwaarden te versoepelen voor verblijf en vestiging in de EU die van toepassing zijn op staatsburgers van buurlanden die hier onderzoek komen doen of komen studeren, deelnemen aan een uitwisseling, een opleiding volgen of vrijwilligerswerk verrichten. |
2.9.2. | Anderzijds is een van de diepste kloven die momenteel tussen de noordelijke en zuidelijke oever van de Middellandse Zee bestaan de kenniskloof. Het is dan ook de hoogste tijd dat er maatregelen worden genomen om de productie en verspreiding van wetenschappelijke en academische kennis te bevorderen. Daarom stelt het EESC de oprichting en bevordering van gemeenschappelijke Euromediterrane kennis- en onderzoeksnetwerken voor. Daarnaast moet de vertaling van academisch en wetenschappelijk relevante werken, vooral in en uit het Arabisch, worden bevorderd. |
2.9.3. | Bovendien zou het EESC willen pleiten voor een grotere mobiliteit van studenten, leerkrachten, onderzoekers, academici en wetenschappers via stages, uitwisselingen en praktijkperiodes, als een ideale manier om de academische kwaliteit en inzetbaarheid van jongeren, middels een doeltreffender toepassing van en het boeken van resultaat met het Erasmus Plus-programma in de landen van de Euromed-regio, evenals de uitwisseling van kennis en de interculturele dialoog te bevorderen. |
2.10. | De media en de interculturele dialoog: de sleutel tot tolerantie |
2.10.1. | Pluralistische, onafhankelijke en professionele lokale media houden toezicht op sociale vooruitgang en kunnen verandering in de buurlanden in gang helpen zetten. |
2.10.2. | De dialoog en samenwerking tussen de media in de Euromed-regio moeten worden bevorderd om de beroepsnormen en het juridisch kader naar een hoger plan te tillen. Het is ook van cruciaal belang dat wordt bijgedragen aan het waarborgen en beschermen van de persvrijheid en de vrijheid van meningsuiting. |
2.10.3. | De rol van de media in de verbetering van de interculturele dialoog en de bevordering van respect, tolerantie en wederzijds begrip moet worden erkend. Gezien het toenemende antiwesterse sentiment in het zuiden en het populistische, xenofobe discours in Europa is het belangrijker dan ooit om maatregelen te nemen die dit soort uitingen bestrijden op een manier die korte metten maakt met het polariserende en niet-inclusieve zwart-witdenken dat mensen, culturen en religies tegen elkaar opzet. |
2.10.4. | In verband hiermee is het EESC zeer te spreken over de lancering van projecten die respect willen afdwingen voor de huidige diversiteit in Europa en pleiten voor tolerantie en voor neutrale, niet-stereotiepe en onbevooroordeelde informatie, zoals de Spaanse „Waarnemingspost islamofobie in de media”(12), die opkomt voor informatie die vrij is van racisme. Het zou ook willen pleiten voor sectoroverstijgende projecten met hetzelfde doel. |
2.10.5. | Behalve de veiligheidssituatie kan ook het ontbreken van kansen, vooral voor jongeren, een van de onderliggende redenen voor instabiliteit zijn en tot de oorzaken van radicalisering worden gerekend. Extremisme en racisme moeten worden voorkomen en bestreden, en bevordering van de interculturele dialoog is daarbij een belangrijk instrument. Zo moeten instellingen en netwerken die zich inzetten voor de interculturele en interreligieuze dialoog hun synergie en complementariteit versterken om aldus hun impact te vergroten. |
2.10.6. | De sociaaleconomische raden in het Middellandse Zeegebied, de sociaaleconomische partners en het hele maatschappelijk middenveld moeten worden betrokken bij de preventie van radicalisering en gewelddadig extremisme. Daarom zijn er mechanismen met een budget nodig voor uitwisseling en samenwerking, alsook voor het aanpakken van kwesties in verband met justitie, gendergelijkheid, haatzaaien, jeugdwerkloosheid en analfabetisme, als onderdeel van een groter plan om radicalisering tegen te gaan dat ook de bevordering van de interculturele dialoog omvat. In verband hiermee dient het werk van het Radicalisation Awareness Network (RAN)(13) en zijn Centre of Excellence onder de aandacht te worden gebracht. |
2.10.7. | Het EESC vindt dat het contact tussen intellectuelen, kunstenaars en culturele actoren in de regio moet worden gestimuleerd, omdat zij sociale verandering in gang kunnen helpen zetten door gezamenlijke projecten te promoten die gericht zijn op het bevorderen van dialoog en wederzijds begrip. Het EESC pleit ook voor meer coördinatie en samenwerking bij de bescherming van het cultureel erfgoed en voor het bekendheid geven aan en waardering tonen voor de verschillende culturele en artistieke uitingsvormen in het Middellandse Zeegebied die de cohesie en het wederzijds begrip bevorderen. |
2.11. | Het maatschappelijk middenveld en de synergie tussen sociale actoren: een inclusief milieu en plaats voor debat |
2.11.1. | De economische crisis en de vreemdelingenhaat in het noordelijke deel van de Euromed-regio, maar ook het verlangen naar vrijheid van meningsuiting en de strijd voor mensenrechten in de landen van het zuidelijke deel zijn elementen die beslissende invloed hebben op de verwezenlijking van economische, sociale en culturele rechten in de samenlevingen van de Euromediterrane landen. |
2.11.2. | Met het oog hierop wordt in het verslag van het Europees Parlement over de bevordering van de mensenrechten van november 2015(14) aangedrongen op meer steun voor het maatschappelijk middenveld. Toch is de zichtbaarheid van de maatschappelijke organisaties in de zuidelijke landen nog steeds onvoldoende, gezien hun inspanningen en het risico dat ze soms nemen, evenals de rol die ze spelen bij het stimuleren van maatschappelijke veranderingen. De sociaaleconomische raden in het Middellandse Zeegebied kunnen in dit opzicht fungeren als informatieverspreidingsplatforms, ontmoetingsplaatsen en discussiefora. |
2.11.3. | Het EESC stelt vast dat het verenigingsleven een milieu is dat inclusie bevordert. Voorts acht het Comité het noodzakelijk dat de Europese Commissie meer steun verleent aan projecten die worden uitgevoerd door het maatschappelijk middenveld via hun sociaaleconomische organisaties, hun verenigingen en de netwerken die hieruit zijn ontstaan, en dat de samenwerking en de synergie tussen de verschillende betrokken partijen wordt versterkt. |
2.11.4. | Het EESC is van mening dat de Euromediterrane ministers samen met de Euromed-top van sociaaleconomische raden en soortgelijke instellingen aan concrete projecten zouden moeten werken, zonder dat dat ten koste gaat van de steun aan maatschappelijke en culturele organisaties. |
2.12. | Economische, sociale en culturele rechten voor vrouwen |
2.12.1. | Na de drie Euromediterrane ministerconferenties over een grotere rol voor vrouwen in de samenleving, die in Istanbul(15) (2006), Marrakesh(16) (2009) en Parijs(17) (2013) hebben plaatsgevonden, beloofden regeringen om de gemaakte afspraken na te komen: gelijke rechten voor mannen en vrouwen betreffende deelname aan het politieke, economische, burgerlijke en sociale leven; bestrijding van alle vormen van geweld en discriminatie tegen vrouwen en meisjes; verandering van attitude en gedrag om gendergelijkheid tot stand te brengen en empowerment van vrouwen te bevorderen, niet alleen op papier maar ook in de praktijk. |
2.12.2. | Ondanks de wetswijzigingen die zijn doorgevoerd in de landen van het zuidelijke Middellandse Zeegebied, is er volgens het UNPD nog een lange weg te gaan voordat vrouwen gelijke economische, sociale en culturele rechten hebben. |
2.12.3. | Het EESC stelt vast dat er grote verschillen bestaan tussen de officiële verklaringen, de voorstellen van allerlei instanties en zelfs de huidige wetgeving en de dagelijkse realiteit die vrouwen thuis ondervinden, en dringt aan op afstemming van de nationale wetgeving op de grondwet en op het dichten van de mazen in de wet op basis waarvan discriminatie van vrouwen nog steeds is toegestaan. |
2.12.4. | Met het oog hierop moeten middelen ter beschikking worden gesteld om de mensen die verantwoordelijk zijn voor het toezicht op de daadwerkelijke toepassing van de wet (rechters, veiligheidsdiensten, leerkrachten, ondernemers, journalisten, sociaaleconomische raden enz.) op te leiden en bewust te maken. |
2.12.5. | Om de rechten te versterken en betere resultaten te behalen, beveelt het EESC aan om de betrokkenheid van lokale overheden en maatschappelijke organisaties bij gendergelijkheid te vergroten, omdat zij beter op de hoogte zijn van de problemen en behoeften van de bevolking. Deze gezamenlijke inspanningen van verschillende actoren kunnen worden geschraagd door bijdragen uit de academische wereld (universiteiten en gespecialiseerde onderzoekscentra). Een voorbeeld hiervan is de Euro-Mediterranean Women’s Foundation(18) (EMWF), die samen met de Federation of Leagues of Women’s Rights, de regionale autoriteit van Marrakesh, de Cadi Ayyad Universiteit, de regionale mensenrechtencommissie en andere lokale instanties campagne tegen kindhuwelijken heeft gevoerd. |
2.12.6. | Het EESC verzoekt de ministers van de lidstaten van de Unie voor het Middellandse Zeegebied dan ook om ervoor te zorgen dat deze kwesties aan de orde worden gesteld tijdens de volgende ministerconferentie, alsook om de nodige financiële middelen uit te trekken voor de genoemde acties en campagnes. |
2.12.7. | Als de voorgaande punten niet in aanmerking worden genomen, kan dat een groot effect hebben. Kindhuwelijken, voortijdig schoolverlaten en bijgevolg een slechte positie van vrouwen op de arbeidsmarkt en in de politiek zijn enkele van de factoren die een negatieve invloed hebben op de verwezenlijking van rechten, in het bijzonder van vrouwen en meisjes. |
Brussel, 18 oktober 2017.
De voorzitter van het Europees Economisch en Sociaal Comité
Georges DASSIS