Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD inzake het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in de bij het Verdrag tot oprichting van een Vervoersgemeenschap opgerichte ministerraad
Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD inzake het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in de bij het Verdrag tot oprichting van een Vervoersgemeenschap opgerichte ministerraad
BESLUIT VAN DE RAAD
Brussel, 3.11.2017 |
COM(2017) 635 final |
2017/0278(NLE) |
Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD inzake het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in de bij het Verdrag tot oprichting van een Vervoersgemeenschap opgerichte ministerraad |
TOELICHTING
Dit voorstel heeft betrekking op het besluit tot vaststelling van het standpunt dat namens de Europese Unie in de krachtens het Verdrag tot oprichting van een Vervoersgemeenschap opgezette ministerraad moet worden ingenomen met betrekking tot de zetel van het permanente secretariaat van de Vervoersgemeenschap ("het secretariaat").
De Engelse versie van het Verdrag tot oprichting van een Vervoersgemeenschap met de landen van de Westelijke Balkan (Albanië, Bosnië en Herzegovina, Kosovo 1*, de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, Montenegro en Servië) is door alle partijen, behalve Bosnië en Herzegovina, ondertekend in het kader van de topontmoeting van de Zes van de Westelijke Balkan in Trieste op 12 juli 2017; Bosnië en Herzegovina hebben de tekst op 18 september 2017 in Brussel ondertekend. De andere taalversies van het Verdrag tot oprichting van een Vervoersgemeenschap zijn op 9 oktober 2017 door de partijen ondertekend. Na de ondertekening wordt het Verdrag tot oprichting van een Vervoersgemeenschap voorlopig toegepast overeenkomstig artikel 41, lid 3. Voor de Unie is de voorlopige toepassing vastgelegd in het Besluit van de Raad betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van het Verdrag tot oprichting van een Vervoersgemeenschap 2 .
De Europese Unie is partij bij het Verdrag tot oprichting van een Vervoersgemeenschap.
a) algemene beleidsrichtsnoeren bepalen;
b) de voortuitgang bij de tenuitvoerlegging van het Verdrag beoordelen, met inbegrip van de follow-up van de voorstellen van het sociaal forum;
c) adviezen verstrekken over de aanstelling van de directeur van het permanent secretariaat; en
d) bij consensus beslissen over de zetel van het permanent secretariaat.
Belgrado wordt voorgesteld als zetel van het permanent secretariaat. Deze keuze kan rekenen op ruime steun van de Zuidoost-Europese partijen; aangezien Belgrado zich op het grondgebied van één van die partijen bevindt, zal deze keuze waarschijnlijk bijdragen tot de succesvolle tenuitvoerlegging van het Verdrag tot oprichting van een Vervoersgemeenschap.
In dit opzicht wordt eraan herinnerd dat het Verdrag tot oprichting van een Vervoersgemeenschap een van de elementen is die de regionale samenwerking in de Westelijke Balkan moeten versterken, zoals verder uitgelegd in het voorstel van de Commissie voor een besluit betreffende de ondertekening van het Verdrag tot oprichting van een Vervoersgemeenschap [COM(2017)324 final, onder "Algemene context"].
Overeenkomstig artikel 21, onder d), van het Verdrag tot oprichting van een Vervoersgemeenschap beslist de ministerraad bij consensus over de zetel van het permanent secretariaat. Aangezien de Unie partij is bij het Verdrag tot oprichting van een Vervoersgemeenschap, moet zij een standpunt innemen.
De ministerraad is een lichaam dat is opgericht krachtens een overeenkomst, te weten het Verdrag tot oprichting van een Vervoersgemeenschap.
De handeling die de ministerraad dient vast te stellen, is een handeling met rechtsgevolgen. De beoogde handeling zal overeenkomstig artikel 21, onder d), van het Verdrag tot oprichting van een Vervoersgemeenschap uit hoofde van het volkenrecht bindend zijn.
De beoogde handeling strekt niet tot aanvulling of wijziging van het institutionele kader van de overeenkomst.
De procedurele rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is derhalve artikel 218, lid 9, VWEU.
De materiële rechtsgrondslag voor een overeenkomstig artikel 218, lid 9, VWEU te nemen besluit wordt in de eerste plaats bepaald door de doelstelling en de inhoud van de beoogde handeling ten aanzien waarvan namens de Unie een standpunt wordt ingenomen. Wanneer de beoogde handeling een tweeledige doelstelling heeft of bestaat uit twee componenten, waarvan er een kan worden gezien als hoofddoelstelling of overwegende component, terwijl de andere doelstelling of de andere component slechts ondergeschikt is, moet het overeenkomstig artikel 218, lid 9, VWEU te nemen besluit op één materiële rechtsgrondslag worden gebaseerd, namelijk die welke vereist is gelet op de hoofddoelstelling of de overwegende component.
Wanneer een beoogde handeling tegelijkertijd meerdere onlosmakelijk met elkaar verbonden doelstellingen of componenten heeft, zonder dat de ene ondergeschikt is aan de andere, moet de materiële rechtsgrondslag van een overeenkomstig artikel 218, lid 9, VWEU te nemen besluit bij wijze van uitzondering de verschillende desbetreffende rechtsgrondslagen omvatten.
Het geplande besluit over de zetel van het secretariaat is van organisatorische aard en is dus noodzakelijk voor de goede werking van het Verdrag tot oprichting van een Vervoersgemeenschap. Het Verdrag tot oprichting van een Vervoersgemeenschap beoogt doelstellingen en omvat componenten op het gebied van wegvervoer, spoorvervoer en vervoer over de binnenwateren, vervoerswijzen die onder artikel 91 VWEU vallen, en op het gebied van zeevervoer, een vervoerswijze die onder artikel 100, lid 2, VWEU valt. Door zijn horizontale karakter heeft het voorgenomen besluit gevolgen voor al deze elementen. Al deze aspecten zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden, zonder dat het ene ondergeschikt is aan het andere.
2017/0278 (NLE) |
Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD inzake het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in de bij het Verdrag tot oprichting van een Vervoersgemeenschap opgerichte ministerraad |
BESLUIT VAN DE RAAD
inzake het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in de bij het Verdrag tot oprichting van een Vervoersgemeenschap opgerichte ministerraad
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 91 en artikel 100, lid 2, in samenhang met artikel 218, lid 9,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
Het Verdrag tot oprichting van een Vervoersgemeenschap is door de Unie ondertekend overeenkomstig Besluit 4 van de Raad.
Overeenkomstig artikel 41, lid 3, van het Verdrag tot oprichting van een Vervoersgemeenschap wordt dit verdrag met ingang van [XXX] voorlopig toegepast tussen de Europese Unie en XXX.
Overeenkomstig artikel 21, onder d), van het Verdrag tot oprichting van een Vervoersgemeenschap beslist de ministerraad over de zetel van het permanent secretariaat.
Aangezien de beslissing over de zetel van het permanent secretariaat bindend is voor de Unie, moet het standpunt worden bepaald dat namens de Unie moet worden ingenomen in de ministerraad.
Belgrado wordt gesteund als zetel van het permanent secretariaat. Deze keuze kan rekenen op ruime steun van de Zuidoost-Europese partijen; aangezien Belgrado zich op het grondgebied van één van die partijen bevindt, zal deze keuze waarschijnlijk bijdragen tot de succesvolle tenuitvoerlegging van het Verdrag tot oprichting van een Vervoersgemeenschap.
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen in de eerste vergadering van de ministerraad is gebaseerd op het bij dit besluit gevoegde ontwerpbesluit van de ministerraad.
Kleine wijzigingen van het ontwerpbesluit kunnen worden goedgekeurd door de vertegenwoordigers van de Unie in de ministerraad zonder dat daartoe een besluit van de Raad vereist is.
Artikel 2
Dit besluit is gericht tot de Commissie.
Gedaan te Brussel,
BIJLAGE bij het Besluit van de Raad inzake het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in de bij het Verdrag tot oprichting van een Vervoersgemeenschap opgerichte ministerraad
Brussel, 3.11.2017 |
COM(2017) 635 final |
BIJLAGE
[Dit ontwerpbesluit wordt aan het besluit van de Raad gehecht]
ONTWERPBESLUIT Nr. 2017/1
VAN DE MINISTERRAAD VAN DE VERVOERSGEMEENSCHAP
D/2017/1/MC-TC of … 2017: inzake de zetel van het permanent secretariaat van de Vervoersgemeenschap
DE MINISTERRAAD VAN DE VERVOERSGEMEENSCHAP,
Gezien het Verdrag tot oprichting van een Vervoersgemeenschap, en met name artikel 21, onder d),
HEEFT ALS VOLGT BESLOTEN:
Enig artikel
De zetel van het permanent secretariaat van de Vervoersgemeenschap wordt gevestigd in Belgrado.
Gedaan te [Brussels], … 2017.
Voor de ministerraad
……………………………