Home

Verslag over de jaarrekening van het Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid, landbouw en voeding betreffende het begrotingsjaar 2016, vergezeld van het antwoord van het Agentschap

Verslag over de jaarrekening van het Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid, landbouw en voeding betreffende het begrotingsjaar 2016, vergezeld van het antwoord van het Agentschap

6.12.2017

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 417/52


VERSLAG

over de jaarrekening van het Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid, landbouw en voeding betreffende het begrotingsjaar 2016, vergezeld van het antwoord van het Agentschap

(2017/C 417/07)

INLEIDING

1.

Het Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid, landbouw en voeding (hierna „het Agentschap” genoemd) werd op 1 januari 2005 opgericht (en heette van 2005 tot 2008 Uitvoerend Agentschap voor de volksgezondheid — PHEA, van 2008 tot 2013 Uitvoerend Agentschap voor gezondheid en consumenten — EAHC — en sinds 1 januari 2014 Uitvoerend Agentschap voor consumenten, gezondheid, landbouw en voeding — Chafea)(1). Het Agentschap is gevestigd in Luxemburg en zijn mandaat is verlengd tot 31 december 2024. Het voert het EU-programma op het gebied van gezondheid uit, alsmede het consumentenprogramma en het initiatief „Betere opleiding voor veiliger voedsel”.

2.

De tabel bevat de belangrijkste cijfers met betrekking tot het Agentschap(2).

Tabel

De belangrijkste cijfers met betrekking tot het Agentschap

2015

2016

Begroting (miljoen euro)

7,4

8,7

Totaalaantal personeelsleden per 31 december(3)

49

58

TOELICHTING BIJ DE BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

3.

De door de Rekenkamer gehanteerde controleaanpak omvat cijferanalyses, rechtstreekse toetsing van verrichtingen en een beoordeling van de essentiële beheersingsmaatregelen van de toezicht- en controlesystemen van het Agentschap. Hierbij komt nog controle-informatie afkomstig uit het werk van andere controleurs (indien relevant) en een analyse van de „management representations”.

OORDEEL

4.

Wij hebben het volgende gecontroleerd:

a)

de jaarrekening van het Agentschap, die bestaat uit de financiële staten(4) en de verslagen over de uitvoering van de begroting(5) betreffende het per 31 december 2016 afgesloten begrotingsjaar, en

b)

de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij die rekening,

zoals voorgeschreven door artikel 287 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).

Betrouwbaarheid van de rekeningen

Oordeel over de betrouwbaarheid van de rekeningen

5.

Naar ons oordeel geven de rekeningen van het Agentschap over het op 31 december 2016 afgesloten jaar op alle materiële punten een getrouw beeld van de financiële situatie van het Agentschap per 31 december 2016, van de resultaten van zijn verrichtingen en kasstromen en van de veranderingen van de nettoactiva in het op die datum afgesloten jaar, overeenkomstig zijn financieel reglement en de door de rekenplichtige van de Commissie vastgestelde boekhoudregels. Deze zijn gebaseerd op internationaal aanvaarde boekhoudnormen voor de overheidssector.

Wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij de rekeningen

Ontvangsten

Oordeel over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende ontvangsten bij de rekeningen

6.

Naar ons oordeel zijn de onderliggende ontvangsten bij de rekeningen betreffende het per 31 december 2016 afgesloten begrotingsjaar op alle materiële punten wettig en regelmatig.

Betalingen

Oordeel over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende betalingen bij de rekeningen

7.

Naar ons oordeel zijn de onderliggende betalingen bij de rekeningen betreffende het per 31 december 2016 afgesloten begrotingsjaar op alle materiële punten wettig en regelmatig.

Verantwoordelijkheden van de leiding en de met governance belaste personen

8.

Overeenkomstig de artikelen 310-325 van het VWEU en het financieel reglement van het Agentschap is de leiding verantwoordelijk voor het opstellen en weergeven van de rekeningen op basis van de internationaal aanvaarde boekhoudnormen voor de overheidssector, alsmede voor de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen. Deze verantwoordelijkheid omvat het ontwerpen, invoeren en in stand houden van internebeheersingsmaatregelen die relevant zijn voor het opmaken en getrouw weergeven van financiële staten die geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten bevatten. De leiding dient er ook voor te zorgen dat de in de financiële staten weergegeven activiteiten, financiële verrichtingen en informatie in overeenstemming zijn met de voorschriften waar ze onder vallen. De leiding van het Agentschap draagt uiteindelijk de verantwoordelijkheid voor de wettigheid en regelmatigheid van de verrichtingen die ten grondslag liggen aan de rekeningen.

9.

Bij het voorbereiden van de rekeningen is de leiding verantwoordelijk voor het beoordelen van het vermogen van het Agentschap om zijn activiteiten voort te zetten, voor het in voorkomend geval melden van kwesties die verband houden met de bedrijfscontinuïteit en voor het hanteren van het continuïteitsbeginsel.

10.

Degenen die belast zijn met governance, zijn verantwoordelijk voor de supervisie van het proces van financiële verslaglegging over de entiteit.

Verantwoordelijkheden van de controleur voor de controle van de rekeningen en onderliggende verrichtingen

11.

Onze doelstellingen bestaan erin redelijke zekerheid te verkrijgen over de vraag of de rekeningen van het Agentschap geen afwijkingen van materieel belang vertonen en of de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn, alsmede op basis van onze controle het Europees Parlement en de Raad of andere betrokken kwijtingsautoriteiten een betrouwbaarheidsverklaring te verschaffen over de betrouwbaarheid van de rekeningen en de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen. Redelijke zekerheid is een hoge mate van zekerheid, maar geen garantie dat bij een controle een bestaande materiële afwijking of niet-conformiteit altijd zal worden opgespoord. Deze kan voortkomen uit fraude of fouten en wordt van materieel belang geacht indien hiervan, afzonderlijk of geaggregeerd, redelijkerwijs zou kunnen worden verwacht dat deze een invloed heeft op de economische beslissingen die gebruikers op basis van deze rekeningen nemen.

12.

Een controle houdt in dat procedures worden uitgevoerd om controle-informatie te verkrijgen over de bedragen en mededelingen in de rekeningen en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen. De selectie van de procedures is afhankelijk van het oordeel van de controleur, dat een inschatting omvat van de risico’s op afwijkingen van materieel belang in de rekeningen en op niet-conformiteit van materieel belang van de onderliggende verrichtingen met vereisten uit de wet- en regelgeving van de Europese Unie, hetzij door fraude, hetzij door fouten. Bij deze risico-inschatting wordt gekeken naar de internebeheersingsmaatregelen met betrekking tot de opstelling en getrouwe weergave van de rekeningen en naar de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen, om controleprocedures op te zetten die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn, maar niet om een oordeel uit te spreken over de doeltreffendheid van de internebeheersingsmaatregelen. Een controle houdt tevens een beoordeling in van de geschiktheid van de gehanteerde grondslagen voor de financiële verslaglegging en de redelijkheid van de door de leiding gemaakte boekhoudkundige schattingen, evenals een beoordeling van de algehele presentatie van de rekeningen.

13.

Voor de ontvangsten verifiëren we de van de Commissie ontvangen subsidie en beoordelen we de procedures van het Agentschap voor het innen van vergoedingen en andere inkomsten.

14.

Ten aanzien van de uitgaven onderzoeken we betalingsverrichtingen wanneer de uitgaven zijn gedaan, geboekt en goedgekeurd. Dit onderzoek betreft alle soorten betalingen, behalve voorschotten op het moment dat deze worden gedaan. Voorschotbetalingen worden onderzocht wanneer de ontvanger van de middelen het passende gebruik ervan aantoont en het Agentschap dit bewijs accepteert door het afwikkelen van de voorschotbetaling in hetzelfde jaar of later.

15.

De hiernavolgende opmerkingen doen niets af aan het oordeel van de Rekenkamer.

OPMERKINGEN OVER HET BEGROTINGSBEHEER

16.

Het Agentschap heeft 1,1 miljoen euro, ofwel 48 % (2015: 0,9 miljoen euro, ofwel 52 %) van zijn vastgelegde kredieten voor titel III (uitgaven in verband met de werking van het Agentschap) overgedragen. Deze overdrachten houden voornamelijk verband met IT-diensten en andere studies die waren gecontracteerd, maar nog niet waren uitgevoerd of beëindigd aan het eind van het jaar. Van de overdrachten van 2015 naar 2016 heeft het Agentschap 0,2 miljoen euro, ofwel 17 % geannuleerd, hetgeen wijst op een gebrekkige behoefteplanning.

FOLLOW-UP VAN DE OPMERKINGEN VAN VOORGAANDE JAREN

17.

De bijlage bevat een overzicht van de corrigerende maatregelen die zijn getroffen naar aanleiding van de opmerkingen van de Rekenkamer van voorgaande jaren.

Dit verslag werd door kamer IV onder leiding van de heer Baudilio TOMÉ MUGURUZA, lid van de Rekenkamer, te Luxemburg vastgesteld op haar vergadering van 12 september 2017.

Voor de Rekenkamer

Klaus-Heiner LEHNE

President


Bron: Door het Agentschap verstrekte gegevens.


BIJLAGE

Follow-up van de opmerkingen van voorgaande jaren

Jaar

Opmerking van de Rekenkamer

Stand van de corrigerende maatregel

(Afgerond/Loopt nog/Nog af te handelen/N.v.t.)

2015

Het Agentschap heeft 0,5 miljoen euro, ofwel 36,4 % (2014: 0,1 miljoen euro, ofwel 13 %) van zijn vastgelegde kredieten voor titel II (administratieve uitgaven) overgedragen. Deze overdrachten houden voornamelijk verband met de uitbreiding van de kantoorruimte van het Agentschap en de benodigde inrichting van de kantoren (0,3 miljoen euro).

N.v.t.

2015

Het Agentschap heeft 0,9 miljoen euro, ofwel 52 % (2014: 0,9 miljoen euro, ofwel 50 %) van zijn vastgelegde kredieten voor titel III (uitgaven in verband met de werking van het Agentschap) overgedragen. Deze overdrachten waren voornamelijk het gevolg van het feit dat de Commissie het werkplan van het Agentschap pas laat, in juni 2015, heeft uitgebracht.

N.v.t.

2015

Het Agentschap heeft 0,2 miljoen euro, ofwel 18 % van zijn overdrachten naar 2015 geannuleerd (2014: 0,1 miljoen euro, ofwel 14 %), hetgeen op tekortkomingen in zijn planning wijst.

Loopt nog


ANTWOORD VAN HET AGENTSCHAP

16.

Het Agentschap aanvaardt de opmerkingen van de Rekenkamer. Het Agentschap blijft zich inspannen om het niveau van de overdrachten en het C8-annuleringspercentage verder te verlagen.