Home

Verslag over de jaarrekening van het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding betreffende het begrotingsjaar 2016, vergezeld van het antwoord van het Centrum

Verslag over de jaarrekening van het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding betreffende het begrotingsjaar 2016, vergezeld van het antwoord van het Centrum

6.12.2017

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 417/92


VERSLAG

over de jaarrekening van het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding betreffende het begrotingsjaar 2016, vergezeld van het antwoord van het Centrum

(2017/C 417/14)

INLEIDING

1.

Het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (hierna het „Centrum” of „ECDC” genoemd), gevestigd te Stockholm, werd opgericht bij Verordening (EG) nr. 851/2004 van het Europees Parlement en de Raad(1). Hoofdtaak van het Centrum is informatie te verzamelen en te verspreiden betreffende de preventie en bestrijding van ziekten bij de mens en daarover wetenschappelijke adviezen te verstrekken. Het Centrum moet ook het Europese netwerk van op dit gebied werkzame organen coördineren.

2.

De tabel bevat de belangrijkste cijfers met betrekking tot het Centrum(2).

Tabel

De belangrijkste cijfers met betrekking tot het Centrum

2015

2016

Begroting (miljoen euro)

58,5

58,2

Totaalaantal personeelsleden per 31 december(3)

260

260

TOELICHTING BIJ DE BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

3.

De door de Rekenkamer gehanteerde controleaanpak omvat cijferanalyses, rechtstreekse toetsing van verrichtingen en een beoordeling van de essentiële beheersingsmaatregelen van de toezicht- en controlesystemen van het Centrum. Hierbij komt nog controle-informatie afkomstig uit het werk van andere controleurs en een analyse van de „management representations”.

OORDEEL

4.

Wij hebben het volgende gecontroleerd:

a)

de jaarrekening van het Centrum, die bestaat uit de financiële staten(4) en de verslagen over de uitvoering van de begroting(5) betreffende het per 31 december 2016 afgesloten begrotingsjaar, en

b)

de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij die rekening,

zoals voorgeschreven door artikel 287 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).

Betrouwbaarheid van de rekeningen

Oordeel over de betrouwbaarheid van de rekeningen

5.

Naar ons oordeel geven de rekeningen van het Centrum over het op 31 december 2016 afgesloten jaar op alle materiële punten een getrouw beeld van de financiële situatie van het Centrum per 31 december 2016, van de resultaten van zijn verrichtingen en kasstromen en van de veranderingen van de nettoactiva in het op die datum afgesloten jaar, overeenkomstig zijn financieel reglement en de door de rekenplichtige van de Commissie vastgestelde boekhoudregels. Deze zijn gebaseerd op internationaal aanvaarde boekhoudnormen voor de overheidssector.

Wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij de rekeningen

Ontvangsten

Oordeel over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende ontvangsten bij de rekeningen

6.

Naar ons oordeel zijn de onderliggende ontvangsten bij de rekeningen betreffende het per 31 december 2016 afgesloten begrotingsjaar op alle materiële punten wettig en regelmatig.

Betalingen

Oordeel over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende betalingen bij de rekeningen

7.

Naar ons oordeel zijn de onderliggende betalingen bij de rekeningen betreffende het per 31 december 2016 afgesloten begrotingsjaar op alle materiële punten wettig en regelmatig.

Verantwoordelijkheden van de leiding en de met governance belaste personen

8.

Overeenkomstig de artikelen 310-325 van het VWEU en het financieel reglement van het Centrum is de leiding verantwoordelijk voor het opstellen en weergeven van de rekeningen op basis van de internationaal aanvaarde boekhoudnormen voor de overheidssector, alsmede voor de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen. Deze verantwoordelijkheid omvat het ontwerpen, invoeren en in stand houden van internebeheersingsmaatregelen die relevant zijn voor het opmaken en getrouw weergeven van financiële staten die geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten bevatten. De leiding dient er ook voor te zorgen dat de in de financiële staten weergegeven activiteiten, financiële verrichtingen en informatie in overeenstemming zijn met de voorschriften waar ze onder vallen. De leiding van het Centrum draagt uiteindelijk de verantwoordelijkheid voor de wettigheid en regelmatigheid van de verrichtingen die ten grondslag liggen aan de rekeningen.

9.

Bij het voorbereiden van de rekeningen is de leiding verantwoordelijk voor het beoordelen van het vermogen van het Centrum om zijn activiteiten voort te zetten, voor het melden van kwesties die verband houden met de bedrijfscontinuïteit en voor het hanteren van het continuïteitsbeginsel.

10.

Degenen die belast zijn met governance zijn verantwoordelijk voor de supervisie van het proces van financiële verslaglegging over de entiteit.

Verantwoordelijkheden van de controleur voor de controle van de rekeningen en onderliggende verrichtingen

11.

Onze doelstellingen bestaan erin, redelijke zekerheid te verkrijgen over de vraag of de rekeningen van het Centrum geen afwijkingen van materieel belang vertonen en of de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn, alsmede op basis van onze controle het Europees Parlement en de Raad of andere betrokken kwijtingsautoriteiten een betrouwbaarheidsverklaring te verschaffen over de betrouwbaarheid van de rekeningen en de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen. Redelijke zekerheid is een hoge mate van zekerheid, maar geen garantie dat bij een controle een bestaande materiële afwijking of niet-conformiteit altijd zal worden opgespoord. Deze kan voortkomen uit fraude of fouten en wordt van materieel belang geacht indien hiervan, afzonderlijk of geaggregeerd, redelijkerwijs zou kunnen worden verwacht dat deze een invloed heeft op de economische beslissingen die gebruikers op basis van deze rekeningen nemen.

12.

Een controle houdt in dat procedures worden uitgevoerd om controle-informatie te verkrijgen over de bedragen en mededelingen in de rekeningen en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen. De selectie van de procedures is afhankelijk van het oordeel van de controleur, dat een inschatting omvat van de risico’s op afwijkingen van materieel belang in de rekeningen en op niet-conformiteit van materieel belang van de onderliggende verrichtingen met vereisten uit de wet- en regelgeving van de Europese Unie, hetzij door fraude, hetzij door fouten. Bij deze risico-inschatting wordt gekeken naar de internebeheersingsmaatregelen met betrekking tot de opstelling en getrouwe weergave van de rekeningen en naar de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen, om controleprocedures op te zetten die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn, maar niet om een oordeel uit te spreken over de doeltreffendheid van de internebeheersingsmaatregelen. Een controle houdt tevens een beoordeling in van de geschiktheid van de gehanteerde grondslagen voor de financiële verslaglegging en de redelijkheid van de door de leiding gemaakte boekhoudkundige schattingen, evenals een beoordeling van de algehele presentatie van de rekeningen.

13.

Voor de ontvangsten verifiëren wij de van de Commissie ontvangen subsidie en beoordelen wij de procedures van het Centrum voor het innen van vergoedingen en andere inkomsten, voor zover van toepassing.

14.

Ten aanzien van de uitgaven onderzoeken wij betalingsverrichtingen wanneer de uitgaven zijn gedaan, geboekt en goedgekeurd. Voorschotbetalingen worden onderzocht wanneer de ontvanger van de middelen het passende gebruik ervan aantoont en het Centrum dit bewijs accepteert door het afwikkelen van de voorschotbetaling in hetzelfde jaar of later.

15.

Bij de voorbereiding van dit verslag en de betrouwbaarheidsverklaring hebben wij rekening gehouden met de controlewerkzaamheden die de onafhankelijke extern controleur heeft verricht ten aanzien van de rekeningen van het Centrum, zoals bepaald in artikel 208, lid 4, van het Financieel Reglement van de EU(6).

16.

De hiernavolgende opmerkingen doen niets af aan het oordeel van de Rekenkamer.

OPMERKINGEN OVER DE WETTIGHEID EN REGELMATIGHEID VAN DE VERRICHTINGEN

17.

In mei 2015 werd de waarnemend directeur van het Centrum benoemd bij besluit van de raad van bestuur. Op 31 december 2016 bekleedde hij de functie al acht maanden langer dan de maximumperiode van één jaar die is vastgelegd in het Statuut. Dit had ook tot gevolg dat er nog eens 15 ad-interimregelingen waren getroffen voor andere personeelsleden.

OPMERKINGEN OVER DE INTERNEBEHEERSINGSMAATREGELEN

18.

In zijn controleverslag van oktober 2016 erkende de dienst Interne Audit (DIA) van de Commissie dat het Centrum zich inspande om zijn internebeheersingsmaatregelen op het gebied van de plaatsing van overheidsopdrachten te versterken, maar wees hij er toch op dat het aanbestedingsproces nog aanzienlijke tekortkomingen vertoonde. De DIA concludeerde dat de aanbestedingsplanning en -monitoring te wensen overlieten en dat aankopen niet altijd berustten op het jaarlijks werkprogramma of een financieringsbesluit. Er wordt ook verwezen naar het verslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Centrum betreffende het begrotingsjaar 2015 en de daar vermelde tekortkomingen met gevolgen voor de transparantie van aanbestedingsprocedures. Het Centrum en de DIA kwamen een plan overeen om corrigerende maatregelen te nemen.

OPMERKINGEN OVER HET BEGROTINGSBEHEER

19.

Evenals in voorgaande haren was het niveau van overgedragen vastgelegde kredieten voor titel III (beleidsuitgaven) hoog met 7,9 miljoen euro, ofwel 41 % (2015: 7,5 miljoen euro, ofwel 42 %). De overdrachten betreffen voornamelijk meerjarige projecten op de gebieden wetenschappelijk advies (2,4 miljoen euro), toezicht (1,3 miljoen euro), opleidingen en IT op het gebied van volksgezondheid (respectievelijk 1,4 miljoen euro en 2,1 miljoen euro). Het Centrum zou kunnen overwegen om gesplitste begrotingskredieten in te voeren teneinde het meerjarige karakter van de activiteiten en het onvermijdelijke tijdsverloop tussen de ondertekening van een contract, de levering en de betaling beter weer te geven.

FOLLOW-UP VAN DE OPMERKINGEN VAN VOORGAANDE JAREN

20.

De bijlage bevat een overzicht van de corrigerende maatregelen die zijn getroffen naar aanleiding van de opmerkingen van de Rekenkamer van voorgaande jaren.

Dit verslag werd door kamer IV onder leiding van de heer Baudilio TOMÉ MUGURUZA, lid van de Rekenkamer, te Luxemburg vastgesteld op haar vergadering van 19 september 2017.

Voor de Rekenkamer

Klaus-Heiner LEHNE

President


Bron: Door het Centrum verstrekte gegevens.


BIJLAGE

Follow-up van de opmerkingen van voorgaande jaren

Jaar

Opmerkingen van de Rekenkamer

Stand van de corrigerende maatregel

(Afgerond/Loopt nog/Nog af te handelen/N.v.t.)

2015

De Rekenkamer constateerde verschillende tekortkomingen die de transparantie van de gecontroleerde aanbestedingsprocedures beïnvloeden, zoals het ontbreken van een duidelijk verband met het jaarlijkse werkprogramma van het Centrum, onvoldoende motivering van de geraamde waarde van de overeenkomst, of het ontbreken van een financiële benchmark (drempel) voor de beoordeling van de financiële draagkracht van de inschrijver.

Loopt nog(1)

2015

Het algemene uitvoeringspercentage van de begroting was 94 % (99 % in 2014). Het lagere percentage houdt verband met de lagere wegingsfactor die per 1 juni 2014 wordt toegepast op bezoldigingen in Zweden en met vertragingen op het gebied van de aanwerving van personeel die ertoe hebben geleid dat de personeelskosten lager waren dan geraamd.

N.v.t.

2015

Het niveau van overgedragen vastgelegde kredieten voor titel II (administratieve uitgaven) was hoog met 1,6 miljoen euro, ofwel 23 % (2014: 1,5 miljoen euro, ofwel 25 %). Deze overdrachten hebben vooral betrekking op de aankoop van IT-hard- en -software (0,8 miljoen euro) en adviesdiensten op het gebied van onroerend goed ten behoeve van een nieuw gebouw (0,3 miljoen euro), waarvoor de betalingen pas in 2016 verschuldigd zijn.

N.v.t.

2015

Het niveau van overgedragen vastgelegde kredieten voor titel III (operationele uitgaven) was hoog met 7,5 miljoen euro, ofwel 42 % (2014: 8,1 miljoen euro, ofwel 49 %). Deze overdrachten hebben vooral betrekking op meerjarige projecten (5 miljoen euro) en IT-ondersteuning voor operationele activiteiten (1,7 miljoen euro), die conform de planning werden geleverd en betaald.

N.v.t.



ANTWOORD VAN HET CENTRUM

18.

Het Centrum wil erop wijzen dat de benoeming van de waarnemend directeur heeft plaatsgevonden in overeenstemming met zowel het Statuut als de oprichtingsverordening van het Centrum. De eerste wervingsprocedure voor de functie van directeur heeft niets opgeleverd. Om de werking te kunnen blijven garanderen is de ad-interimregeling daarom verlengd tot na de maximumperiode van twaalf maanden. Hoewel het personeelslid tijdelijk een functie in een hogere graad uitoefent, is deze persoon op verzoek van de raad van bestuur akkoord gegaan om tijdens de verlenging af te zien van de financiële vergoeding die volgens het Statuut bij die functie hoort.

19.

Het ECDC heeft in zijn werkprogramma 2017 het formaat van zijn financieringsbeslissing voor aanbestedingen omgewerkt. Er is een gestandaardiseerde procedure ingevoerd voor de interne goedkeuring van nieuwe aanbestedingen. Dit maakt dat veranderingen in de financieringsbeslissing vóór de start van de procedure worden goedgekeurd door de raad van bestuur van het ECDC. Het ECDC volgt ook de algemene aanbevelingen van de IAS door zijn interne procedures en leidraadmateriaal te herzien.

20.

Het Centrum zal in samenspraak met de Rekenkamer zorgvuldig nagaan hoe het zit met de voor- en nadelen van gesplitste begrotingskredieten, met inbegrip van het risico dat dit voor meer complexiteit zal zorgen en dat hierdoor meer middelen nodig zullen zijn.